Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Infographic: 400 jaar Nederlandse huizenprijzen

    Zijn huizen nog steeds veel te duur of is dit een goed moment om in te stappen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we de waan van de dag vergeten en terugkijken naar de lange geschiedenis van huizenprijzen in Nederland. Een infographic geeft een heldere kijk op de zaak.

    De infographic is gebaseerd op data van professor Eicholtz en de TU Delft. De prijzen zijn in euro’s, teruggerekend naar de waarde van 2009. Nog niet eerder waren huizen zo duur als voor de crisis. De neergaande fase is net begonnen en kan de huizenprijzen in 2020 naar €130.000 brengen!

    Klik voor een grotere versie (Bron: Huizenmarkt-zeepbel)

  • Marketupdate is weer terug!

    Om te beginnen vergelijken we de stand van zaken tussen nu en een maand geleden. Onderstaande grafiek van Finviz geeft in één oogopslag weer hoe de verschillende beleggingscategorieen de afgelopen vier weken gepresteerd hebben. Het was niet bepaald komkommertijd…

    Het was een slechte maand voor edelmetalen en grondstoffen. De Amerikaanse dollar sterkte aan en olie werd duurder (Bron: Finviz)

    Edelmetalen

    Goud en zilver zaten in de hoek waar de klappen vielen, want beide edelmetalen zijn ruim 10% in prijs gezakt ten opzichte van een maand eerder. En dat terwijl de twee metalen in april ook al in de uitverkoop werden gedaan. Beleggers anticiperen op een aansterkende economie en de gesuggereerde afbouw van monetaire stimulering in de VS.

    Staatsobligaties

    De afgelopen weken liep de rente voor veel staatsobligaties weer wat op. De Amerikaanse ‘Treasuries’ met een looptijd van 10 jaar stegen in een maand tijd van 2,17% naar 2,69%. Het is een zorgelijke ontwikkeling, aangezien de staatsobligaties bij veel banken en beleggingsfondsen op de balans staan. Verschillende centrale banken houden het schuldpapier ook aan als reserve. Ook in Europa stegen de rentepercentages op 10-jaars staatsleningen. Voor Portugees schuldpapier vraagt de markt meer dan 7%, een percentage dat we sinds december vorig jaar niet meer gezien hebben.

    In Japan lijkt het effect van Abenomics weg te vallen. De rente op 10-jaars leningen blijft op een verhoogd niveau, terwijl de centrale bank met steunaankopen juist probeert de rente te drukken. Door de hoogte van de publieke schuldenlast kan Japan geen hoge rente verdragen. Sinds begin mei is de rente op de Japanse staatsschuld al met een derde opgelopen.

    Olie

    De olieprijs (WTI) is de afgelopen maand met 6,6% gestegen. Een voor de hand liggende reden voor de stijgende olieprijs is de onrust in Egypte. Het prijsverschil tussen WTI en Brent is de afgelopen weken wat kleiner geworden. Momenteel ligt de prijs van beide vaten boven de $100. Aardgas werd de afgelopen vier weken juist wat goedkoper. In tegenstelling tot ruwe olie is aardgas een grondstof die vooamelijk op lokaal geproduceerd en gedistribueerd wordt.

    Valuta

    Toenemende onzekerheid op financiele markten gaat doorgaans gepaard met het aansterken van de Amerikaanse dollar. Deze valuta is het meest liquide en heeft daardoor een premie in onzekere tijden. Gecombineerd met de geruchten over het afbouwen van monetaire stimulering door de Federal Reserve wint de dollar aan terrein. Het is dan ook de enige munt uit onderstaand overzicht die in het groen staat. De dollar werd 3,6% sterker. Valuta die de afgelopen vier weken waarde verloren waren de euro (-2,8%), de Zwitserse Franc (-3%), de Canadese dollar (3,4%), het Britse pond (4,1%) en de Australische dollar (4,6%).

  • Driekwart Amerikanen houdt nauwelijks geld over

    De enquête werd gehouden onder duizend willekeurig gekozen volwassen Amerikanen. Daarvan gaf de helft aan minder dan drie maanden financiele buffer te hebben. Iets meer dan een kwart (27%) hield helemaal geen spaargeld achter de hand.

    Greg McBride, financieel analist bij Bankrate.com is teleurgesteld door de resultaten van het onderzoek. “Niets zorgt voor een betere nachtrust dan de kennis dat je genoeg geld achter de hand hebt voor onvoorziene uitgaven”.

    Nog teleurstellender is dat Amerikanen de afgelopen drie jaar nauwelijks meer zijn gaan sparen, ondanks het feit dat een groter percentage Amerikanen meer baanzekerheid ervaart en meer netto vermogen heeft.

    Minder dan $1.000

    Ook kredietverstrekker CashNetUSA concludeerde dat veel Amerikanen weinig spaargeld achter de hand houden. Het bedrijf hield eerder ook een enquête onder duizend Amerikanen, waaruit bleek dat 46% over minder dan $800 spaargeld beschikte. Een groep van 22% had zelfs minder dan $100 op de bankrekening staan.

    Veel respondenten gaven aan dat er na aftrek van alle kosten en rentelasten simpelweg geen geld overbleef om te sparen. Megan Staton, directeur marketing van CashNetUSA is ook somber gestemd over de situatie. “De economie stagneert, $100 is niet genoeg om jezelf uit een noodsituatie te redden.”

    Bron: CNN

  • Wat zegt de Dow Jones index eigenlijk?

    Halverwege de 2e Industriële revolutie, in 1896, werd de Dow Jones Industrial Average voor het eerst gepubliceerd. De Dow Jones Industrial Average (DJIA) index is de oudste aandelenindex van de Verenigde Staten. Dit was een rechtstreeks gemiddelde van de koersen van twaalf aandelen.

    Een select clubje joualisten van The Wall Street Joual beslist welke bedrijven deel uitmaken van invloedrijkste beursindex ter wereld. Integenstelling tot de meeste andere indices is de Dow een prijsgewogen index. Dat betekent dat aandelen met een hoge absolute beurskoers een grote stempel drukken op de beweging van de index.

    Wat zegt een beursindex zoals DJIA, S&P 50 en BEL 20 eigenlijk?

    In veel grafieken is de y-as een vaste eenheid, zoals kg, meter, liter of euro.
    Bij deze index-grafieken lijkt dit ook zo, want op de y-as wordt de eenheid in punten gebruikt. Niets is echter minder waar! Een index-punt is nl. geen vaste eenheid in de tijd en je mag er dan ook historisch gezien geen enkele betekenis aan hechten.

    Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en de uitkomst van de formule levert een aantal punten op. Een grote fout die veel mensen maken is, dat er waarde gehecht wordt aan deze grafieken. Deze grafieken zijn echter erg bedriegelijk.

    Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en als uitkomst krijg je dan een aantal punten. Dat mandje van aandelen wordt bij elke index echter regelmatig veranderd. Voor de nieuwe periode wordt dus de waarde van een ander mandje aandelen gemeten.

    Het is natuurlijk vreemd dat je de verschillende mandjes als zelfde eenheid projecteert. Na een periode van 25 jaar wordt de waarde van een mandje appels vergeleken met de waarde van een mandje peren. Er zitten momenteel nog maar 6 van de 30 oorspronkelijke bedrijven in de Dow Jones in vergelijking met het tijdstip (1979) dat de versnellingsfase van de laatste revolutie begon.

    Het wordt nog vreemder als bij elke overgang van mandjes ook nog eens de formule waarmee de index wordt berekend, verandert. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee formules van beide mandjes, op het moment van verandering dezelfde uitkomst moet opleveren. De index-grafiek van de twee tijdsperioden moet per slot van rekening wel op elkaar aansluiten. Bij de Dow Jones bijvoorbeeld, worden alle koersen van de dertig Dow-aandelen bij elkaar opgeteld en vervolgens door een getal gedeeld. Door wijzigingen in het mandje en door aandelensplitsingen wordt de deler telkens veranderd. De deler bedraagt momenteel 0,132319125, maar in 1985 was de deler nog meer dan 1. Een indexpunt in de ene periode wordt dus op een hele andere manier berekend dan in een andere periode.

    ·         Dow1985 = (x1 + x2 + …….. +x30) / 1

    ·         Dow2009 = (x1 + x2 + …….. + x30) / 0,132319125

    In de jaren 90 an de vorige eeuw zijn er veel aandelensplitsingen geweest. Om de breuk gelijk te houden is zowel de teller als de noemer van de breuk veranderd. Een koersstijging van 1 dollar van het mandje in 2009 levert dus de facto 7,5 meer indexpunten dan in 1985. Omdat er in de jaren 90 nogal wat aandelensplitsingen zijn geweest, is dit waarschijnlijk de oorzaak waarom de Dow Jones in deze periode bijna exponentieel is gestegen.

    Op het moment van schrijven staat de Dow op 9665. Bij het hanteren van de formule uit 1985 zou de index op 1279 moeten staan.

    Het meest vreemde is natuurlijk de steeds wijzigende samenstelling van het mandje. Over het algemeen is het zo dat bij het wijzigen van het mandje, bedrijven die in een stabilisatiefase of de aftakelingsfase van hun cyclus zitten, uit het mandje gehaald worden. Bedrijven die in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase van hun cyclus zitten worden toegevoegd. De kans dat de index na de wijziging van het mandje en de formule stijgt, is dan natuurlijk vele malen groter dan dat de index gaat dalen. Daar hoef je geen kansberekening op los te laten, met name als deze methode wordt toegepast in de versnellingsfase van een transitie. Vanaf 1980 zijn 7 ICT-bedrijven ( 3M, AT&T, Cisco, H P, IBM, Intel, Microsoft), de motoren van de laaste revolutie toegevoegd aan de Dow Jones en 5 financiële instellingen, deze spelen een belangrijke rol bij elke transitie.

    In principe is er een piramidespel gecreëerd. Dit gaat goed zolang er bedrijven die in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase van hun cyclus zitten, worden toegevoegd. Aan het eind van een transitie zullen dit er echter steeds minder worden.

    Zullen Beursindexen verder dalen?

    Het bepalen van de beursindexwaarden zoals hierboven beschreven en de weergave van indexen in historische grafieken zijn bruikbare indicatoren om aan te geven in welke fase een industriële revolutie zich bevindt.

    De derde industriële revolutie bevindt zich duidelijk in de verzadigings- en aftakelingsfase. Deze fase kenmerkt zich, doordat de markt verzadigd is en de concurrentie toeneemt. Alleen de sterkste bedrijven kunnen de concurrentie aan, of nemen de concurrentie over (denk aan de oveames die Oracle en Microsoft de laatste jaren hebben gedaan). Onder de motorkap is er in ICT-land relatief weinig technisch nieuws meer onder de zon, alhoewel de marketingmachines vanuit Amerika ons anders willen laten geloven.

    In de voorontwikkelingsfase en take-off fase van een transitie ontstaan er veel nieuwe bedrijven. Het is een divergerend proces. Met name financiële instellingen spelen een belangrijke rol. Er is in deze fase per slot van rekening veel financiering nodig. De grafiek van salarissen van de financiële sector vertoont dan ook dezelfde s-curves als van beide revoluties.

    Beleggers worden euforisch bij het horen van fusies en oveames. In feite geven fusies en oveames de convergerende processen weer aan het einde van een transitie. Objectief gezien is elke fusie of oveame een vermindering van economische activiteiten. Dit wordt pijnlijk duidelijk als we naar de werkloosheidscijfers van diverse samenlevingen kijken.

    Nieuwe industriële revoluties ontstaan door nieuwe ideeën, uitvindingen en ontdekkingen, ofwel nieuwe kennis of inzichten. Ook hier hebben we als mensheid een verzadigingspunt bereikt. Er zullen steeds minder bedrijven komen in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase die de bedrijven in de stabilisatiefase of de aftakelingsfase in het indexenmandje kunnen vervangen.

    Herhaalt de geschiedenis zich?

    De mensheid wordt momenteel geconfronteerd met dezelfde problemen als aan het eind van de 2e industriële revolutie, zoals dalende beursindexen, sterk oplopende werkloosheid, torenhoge schulden van bedrijven en overheden en de slechte financiële posities van banken.

    Transities worden geïnitieerd door uitvindingen en ontdekkingen, dus nieuwe kennis van de mens. Nieuwe kennis heeft weer invloed op de vier andere componenten in een samenleving. Er worden momenteel weinig nieuwe uitvindingen of ontdekkingen gedaan. Dus de kans op korte termijn op een nieuwe industriële revolutie is niet erg groot.

    De historie heeft geleerd dat vijf pijlers voor een stabiele samenleving onontbeerlijk zijn. Aan het eind van elke transitie komt de pijler welzijn in het gevaar. Dit hebben we na elke industriële revolutie kunnen constateren. De pijler “WELZIJN” van een samenleving dreigt ook nu weer om te vallen.

    De historie heeft geleerd dat het omvallen van de pijler “WELZIJN” altijd resulteert in revolutie. Door de grote werkloosheid na de 2e industriële revolutie is er door veel samenlevingen een nieuwe transitie geïnitieerd, nl. het creëren van een oorlogseconomie. Deze economie bloeide m.n. in de periode 1940 – 1945.

    Samenlevingen zullen ook nu weer een keuze moeten maken welke transitie zal worden ingezet. Wie geen kennis heeft van het verleden, heeft geen toekomst.

    Dit artikel werd eerder gepubliceerd in “Hermes”, een 2-jaarlijks tijdschrift van de VVLG, de Vlaamse Vereniging voor Leraren Geschiedenis en Cultuurwetenschappen en in het tijdschrift voor economisch onderwijs van de VECON, Vereniging van leraren in de economisch/maatschappelijke vakken in Nederland. Het artikel is geschreven door Wim Grommen.

  • Marketupdate vakantiestop

    Vanaf week 28 (8 juli) leest u iedere werkdag weer de nieuwsberichten, achtergronden en analyses op Marketupdate. Tot die tijd verblijft uw redacteur aan het Comomeer in Italië. Daar geniet hij van de zon en maakt hij verschillende fietstochten door de bergen. Op zijn programma staan onder meer de San Marco (1.985 mtr), de Splugenpass (2115 mtr) en de Stelvio (2758 mtr). Tussendoor zal hij zo nu en dan een paar nieuwsberichten schrijven.

    De imposante Stelviopass

    De galerijen van de Splugenpass

    Uitzicht op de San Marco Pass

  • Japan en Europa gaan van ‘bail-out’ naar ‘bail-in’

    Het bail-in model werd eerder al toegepast bij de SNS bank in Nederland en tijdens de bankencrisis op Cyprus. Voor het eerst leden vermogende spaarders en obligatiehouders een aanzienlijk deel van de verliezen. Daarvoor werden de kosten voor het redden van een bank meestal op het bordje van de belastingbetaler geschoven.

    Volgens Benoît Cœuré mist Europa de urgentie voor beter centraal toezicht en voor economische hervormingen. “Het lijkt erop alsof het nog decennia kan duren. Dat is zorgelijk, want we hebben geen decennia de tijd”, aldus de centrale bankier Cœuré. Hij deed zijn uitspraken tijdens een paneldiscussie in de Duitse hoofdstad Berlijn.

    Japan

    Ook Japan heeft deze week haar voorkeur uitgesproken voor het bail-in concept. Yahoo Finance schrijft dat de Japanse toezichthouder nieuwe regels gaat opstellen om het verlies van falende bank op het bordje van investeerders en crediteuren te schuiven. Dat kan bijvoorbeeld gedaan worden door het geld dat spaarders en obligatiehouders aan de bank verstrekt hebben om te zetten in bankaandelen. Op die manier kan het eigen vermogen van de bank weer hersteld worden.

    Vermogende spaarders en obligatiehouders zullen in de toekomst opdraaien voor de verliezen

  • Grafiek: Monetaire doping stuwt aandelenkoersen de lucht in

    De grafiek geeft nog meer aanwijzingen dat aandelenmarkten in sterke mate door de rente gestuurd worden. In 2008 verlaagde de Federal Reserve de rente al een half jaar eerder dan de ECB, met als gevolg dat de Dow Jones index het in de eerste helft van 2008 veel beter deed dan de DAX. In 2011 deed de ECB een poging de rente te verhogen, met als gevolg een zware correctie op de Duitse aandelenmarkt. De Amerikaanse Dow Jones leed er ook onder, maar zakte veel minder hard weg.

    Met deze grafiek wordt meteen duidelijk hoe belangrijk het rentebeleid van centrale banken is. De ECB en de Federal Reserve willen het feestje van goedkoop geld niet bederven en zullen naar verwachting de rente nog heel lang laag houden. Zeker nu de officiele inflatie in zowel de VS als de Eurozone aan het dalen is hoeft u niet te rekenen op een stijging van de rente.

    Aandelenkoersen vliegen omhoog door goedkoop geld (Bron: Thomson Reuters, h/t: Goudstudieforum)

  • Denemarken profiteert van de ‘bail-in’ methode

    De kredietbeoordelaar stelt dat de bail-in wetgeving de economie beschermt tegen bubbels in financiele markten, waardoor de overheid haar triple-A status mag houden.

    “Als Denemarken nog langer onvoorwaardelijke garanties had gegeven aan de bankensector, dan zouden de banken nog meer leningen verstrekt hebben tegen tarieven die niet in verhouding staan tot het kredietrisico”, aldus kredietanalist Oscar Heemskerk van Moody’s. Banken krijgen door de garanties van de overheid een extra impuls om geld uit te lenen tegen lagere tarieven, met als gevolg dat er na verloop van tijd nieuwe asset bubbles kunnen ontstaan, zo redeneert Heemskerk.

    Denemarken is het eerste land uit de Europese Unie die overging op de bail-in methode. In 2011 liet het land de vermogende spaarders en obligatiehouders meebetalen aan de ontmanteling van de Amagerbanken A/S. Terwijl de kredietstatus van andere Europese landen verslechterde wist Denemarken een stabiele Triple-A rating te handhaven. En dat terwijl het land de afgelopen vijf jaar te maken heeft gehad met een regionale bankencrisis en een vastgoedbubbel.

    Lees alle details over het fenomeen ‘bail-in’ in dit artikel:

    Denemarken mag Triple-A status houden vanwege haar bail-in aanpak voor de banken

  • Japanse Nikkei sluit ruim 6% in de min

    Het hoogtepunt van de Nikkei index valt opvallend genoeg samen met het dieptepunt van de Japanse yen. De USD/JPY wisselkoers bereikte op 22 mei een hoogtepunt van 103,31. Een dag later tikte de Nikkei haar hoogste stand van 15.946 punten aan. Inmiddels staat de Japanse aandelenbeurs ruim 20% lager en is de wisselkoers tussen de yen en de Amerikaanse dollar met 8,8% gezakt.

    Het is geen toeval dat deze twee indicatoren hand in hand gaan. Het was namelijk het stimuleringsprogramma van de Bank of Japan dat het startsein gaf voor de beursrally. Nu de waardedaling van de yen gestopt is heeft ook de aandelenmarkt het opeens moeilijk.

    Gisteren zorgde een sterker dan verwachte daling van de machineorders in Japan ook al voor lagere koersen. De Nikkei zakte vandaag voor de zesde handelsdag op rij. Vooral aandelen van bedrijven die veel exporteren werden van de hand gedaan, uit angst voor een verdere waardestijging van de yen.

    Elders in Azië gingen de beurzen vandaag ook naar beneden. De Zuid-Koreaanse Kospi (-1,5%), de Australische All Ordinaries (-0,7%) de Hong Kongse Hang Seng (-2,9%) en de Chinese Shanghai Composite (-3%) lieten ook allemaal verliezen zien. In China was de daling iets groter, omdat de beurs de eerste drie dagen van de week gesloten was. Op de Filipijnen gingen de koersen overigens nog harder onderuit, namelijk 5,5%.

    Centrale banken

    Beleggers kijken steeds meer naar het beleid van centrale banken. Een ruim monetair beleid geeft beleggers vertrouwen om in aandelen te stappen. Zodra er gesproken wordt over het afbouwen van QE nemen gelijk de zorgen toe. Centrale banken hebben de bijna onmogelijk taak op zich genomen om de economie te behoeden voor zowel deflatie als hoge inflatie. Dat gaat gepaard met steeds grotere volatiliteit op aandelen-, obligatie- en valutamarkten.

    Nikkei in een bear market na een daling van 6,35%

  • BMW verkoopt recordaantal auto’s

    De afzetmarkt voor luxewagens groeit vooral in opkomende markten, zo schrijft het AD. In landen als China, Rusland en Japan zijn er steeds meer consumenten die zich een luxe auto kunnen veroorloven. De Duitse autofabrikanten hebben in deze nieuwe markten een goede reputatie en vinden dan ook gretig aftrek bij de nieuwe middenklasse en de nieuwe rijken. Ook in de VS, waar de kloof tussen rijk en arm nog steeds groeit (zie hier en hier), verkoopt BMW meer auto’s.

    Sinds het begin van dit jaar heeft het BMW-conce wereldwijd al ruim 770.000 auto’s verkocht, een stijging van 5,8% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

    Ook de nieuwe rijken in opkomende markten kijken reikhalzend uit naar nieuwe auto’s als de M6 Grand Coupé (2014)

  • “Valutakoersen worden gemanipuleerd door handelaren”

    In de zestig seconden waarin valutaplatform WM/Reuters de wisselkoersen vaststelt stuurden handelaren de koers door grote orders door te drukken. De manipulatie bracht volgens Bloomberg geld in het laatje van de banken, ten koste van hun klanten. De manipulatie was aand e orde van de dag en bestaat al zeker tien jaar, zo verklaarden de handelaren tegenover Bloomberg.

    De valutamarkt heeft een omvang van $4,7 biljoen per dag en is daarmee in van de grootste markten in het financiele systeem. toch is er nauwelijks toezicht op wat hier gebeurt. James McGeehan, die twaalf jaar bij banken heeft gewerkt en daaa voor zichzelf begon, vergelijkt de valutamarkt met het ‘Wilde Westen’. Zijn eigen bedrijf FX Transparency LLC adviseert bedrijven in valutahandel. Fondsmanagers gebruiken de wisselkoersen om de totale waarde van hun portefeuilles te berekenen.

    Het gestandaardiseerde systeem van wisselkoersen werd in 1994 opgezet door WM/Reuters. Ieder uur worden de wisselkoersen tussen 160 valuta gepubliceerd, waarvan de 21 belangrijkste valuta twee keer per uur een fixing krijgen. De vastgestelde wisselkoers is de mediaan van alle transacties in de betreffende valuta gedurende een periode van één minuut. Men meet alle transacties in de 30 seconden voor en na de ‘fixing’ en pakt daar de middelste waarde van. Op de momenten waarop er weinig in bepaalde valuta gehandeld wordt is er meer ruimte om de wisselkoersen te beinvloeden met koop- of verkooporders.

    Vier banken

    De wisselkoersen van WM/Reuters worden vastgesteld op basis van daadwerkelijke transacties op de markt. In de valutamarkt zijn heel veel spelers actief, maar de macht is sterk geconcentreerd bij vier grote banken. Dat zijn Deutsche Bank (15,2% marktaandeel), Citigroup (14,9%), Barclays (10,2%) en UBS (10,1%). Gezamenlijk zijn deze vier banken goed voor de helft van het aantal transacties in de valutamarkt. Als deze banken samenwerken hebben ze inderdaad de macht om wisselkoersen te beinvloeden, met nadelige gevolgen voor de klanten die van deze koersen afhankelijk zijn. Door orders te concentreren kan de koers naar beneden of naar boven gestuurd worden.

    ‘Geen commentaar’

    De handelaren die hun verhaal aan Bloomberg vertelden wilden niet zeggen of, en zo ja welke, banken bij de manipulatie betrokken waren. Woordvoerders van de vier genoemde banken weigerden commentaar te geven. Als ‘market makers’ doen banken zowel transacties voor hun klanten als voor eigen rekening.

    Bedrijven en vermogensbeheerders geven banken opdracht om op gezette tijden een bepaalde valute te kopen of te verkopen. Dat geeft banken de gelegenheid om te anticiperen op deze orders en daar uiteindelijk geld aan te verdienen. De klanten van de bank zijn inmiddels ook al op de hoogte van deze procedure, want één handelaar verklaarde tegenover Bloomberg dat klanten steeds vaker hun orders uitstellen tot vlak voor de fixing van 4 uur.

    Ook de valutahandel wordt gemanipuleerd, zo verklaren handelaren tegenover Bloomberg