Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Grafiek: Japanse Nikkei sluit 3,22% lager

    De aandelenkoersen in Europa en in de VS laten zich niet van de wijs brengen door de volatiliteit op de Japanse beurs. Onderstaande grafiek van Bloomberg (via Zero Hedge) laat zien dat de S&P 500 rustig voort kabbelt. Nominaal is de Nikkei index nog steeds koploper met een koersrendement van 35,5% sinds het begin van dit jaar. De tweede grafiek laat zien hoe de Nikkei het dit jaar (nominaal) gedaan heeft ten opzichte van andere beleggingscategorieën.

    Amerikaanse S&P 500 niet onder indruk van volatiliteit Nikkei

    Nikkei heeft in 2013 nominaal gezien het hoogste rendement behaald (Bron: Finviz)

  • De schuldenmatrix: Publieke en private schulden per land

    De private schulden zijn in verhouding tot de economie bijna nergens zo hoog als in Nederland. Alleen Denemarken scoort even hoog met een private schuld van ongeveer 400% ten opzichte van het BBP. Ierland steekt er nog iets verder bovenuit met een private schuld van 525% ten opzichte van de omvang van hun economie. We vragen ons wel af waar de Wall Street Joual haar gegevens verzameld heeft. In 2012 was de staatsschuld in Nederland volgens hun gegevens slechts 50,6%. Tradingeconomics geeft echter een veel hogere schuldquote op van 71,2%.

    De matrix laat ook zien dat de schuldquote door de jaren heen is toegenomen. Vooral de rijke Westerse economieën hebben een relatief hoge schuldquote. Klik hier om de interactieve matrix van schulden te bekijken.

    De Wall Street Joual maakte een interactieve schuldenmatrix (Bron: WSJ)

  • China zoekt alternatieven voor Amerikaanse staatsobligaties

    Het Chinese State Administration of Foreign Exchange (SAFE) opende onlangs een nieuw kantoor in New York, zo schrijft de Wall Street Joual. Vanuit deze locatie zoekt het investeringsfonds naar ‘alteatieve investeringen’ in de VS. Het fonds wil samen met de grote investeringsbanken op Wall Street kijken naar potentiële investeringen.

    SAFE fungeert als een soort vermogensbeheerder voor de opgebouwde valutareserves van China. Dit fonds heeft al een kantoor in New York, dat vooamelijk staatsobligaties, bedrijfsobligaties en zogeheten ‘Asset Backed Securities’ koopt. Met de opening van een tweede kantoor slaat het fonds een nieuwe weg in. “Er is een duidelijke verschuiving in de strategie zichtbaar. SAFE wil niet al haar eieren in één mandje leggen”, zo verklaarde iemand die goed op de hoogte is van de ontwikkelingen binnen het Chinese investeringsfonds.

    Hard assets

    Chinezen zoeken in toenemende mate naar ‘hard assets’ als alteatief voor obligaties. In februari schreef Marketupdate al over Chinese fondsen die Brits vastgoed kopen. Daarvoor kochten Chinezen ook al belangen in de Australia-New Zealand Bank, BP en Total. Ook heeft het land sinds het uitbreken van de financiële crisis haar productie en aankopen van fysiek goud opgeschroefd.

    De investeringen in de Amerikaanse economie zullen op een meer subtiele wijze gedaan worden. Chinese dollarreserves zullen ingebracht worden in gevestigde Amerikaanse fondsen, zoals BlackRock en Bridgewater Associates. SAFE zal daaaast ook rechtstreeks investeren in Amerikaanse bedrijven en in vastgoed.

    Obligaties

    De Chinezen hadden in het verleden een goede reden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen. Door opgebouwde reserves van een handelsoverschot opnieuw uit te lenen aan haar belangrijkste handelspartner wist China de waarde van haar munt laag te houden tegenover de dollar. Ook kon de overmatige consumptie van de VS in stand gehouden worden, wat goed was voor de ontwikkeling van de Chinese industrie. Maar nu de Amerikaanse staatsschuld gedeeltelijk met de geldpers gefinancierd wordt nemen de zorgen toe. China bezit $1.250 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties en is daarmee de grootste buitenlandse eigenaar van Amerikaans schuldpapier.

    China koopt naar verhouding steeds minder Amerikaanse staatsobligaties (Bron: Quartz)

  • Japanse Nikkei index sluit 7,3% lager

    De plotseling correctie van de Nikkei index volgt op een tamelijk rustige periode van alsmaar stijgende koersen. Sinds het aantreden van de nieuwe president Shinzo Abe hebben beleggers al voorgesorteerd op een ruim monetair beleid. De Nikkei index is sindsdien (november vorig jaar) al met meer dan 60% gestegen. Een correctie zoals men die vandaag zag op de Japanse beursvloer is niet ongebruikelijk, zeker niet gezien de razendsnelle stijging van de koersen in de maanden die eraan vooraf gingen.

    Zero Hedge pakt de grafieken van Bloomberg erbij en concludeert dat de Nikkei sinds maart 2011 niet meer zo hard omlaag gegaan is. De meeste beleggers die de afgelopen maanden in de Nikkei gestapt zijn zullen nog steeds in de plus staan, want de koers is nu weer terug op het niveau van 9 mei. Vlak voor de correctie tikte de Nikkei nog bijna de 16.000 punten aan, een niveau dat we voor de financiële crisis van 2008 voor het laatst gezien hebben.

    Nikkei ging met 7,3% onderuit, intraday was de bodem 9% lager (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Vandaag was de grootste correctie van de Nikkei in 26 maanden tijd (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Monetaire stimulering

    Het omvangrijke stimuleringsprogramma van de Bank of Japan heeft verschillende doelstellingen. Het primaire doel is het aanjagen van de inflatie, zodat consumenten gestimuleerd worden meer geld uit te geven. Daaaast moet het stimuleringsprogramma de rente laag houden, zodat de staatsschuld makkelijker gefinancierd kan worden en bedrijven en burgers goedkoper aan kredieten kunnen komen. Het derde effect dat de Japanse regering onder leiding van Shinzo Abe wil bewerkstelligen is een handelsvoordeel met het buitenland, want een goedkopere yen maakt de Japanse producten in de rest van de wereld goedkoper.

    Lees ook deze gerelateerde artikelen:

  • St. Louis Fed: “Geen reden om stimulering terug te schroeven”

    Het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve (momenteel zijn het er twee) heeft als doel de rente op langlopende leningen kunstmatig laag te houden. Dat is niet alleen nodig om de Amerikaanse staatsschuld betaalbaar te houden, maar ook om consumenten aan te moedigen meer geld te lenen. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 heeft de Federal Reserve bijna non-stop geïntervenieerd op de markt voor schuldpapier. Sinds eind 2008 zijn er al honderden miljarden dollars aan hypotheekleningen en langlopende staatsobligaties uit de markt gehaald. Dat zal de centrale bank naar eigen zeggen blijven doen zo lang de officiële werkloosheid hoger is dan 6,5% en de inflatie op een laag niveau blijft.

    Volgens de laatste statistieken is de werkloosheid in de VS 7,5% en ligt de inflatie op een zeer bescheiden 1,1%. Dat betekent dat de Federal Reserve haar stimuleringsprogramma intact houdt. James Bullard liet na afloop van een speech in Frankfurt weten dat het stimuleringsprogramma gehandhaaft zal worden:

    “De inflatie is vrij laag in de VS en ik kan me geen goede reden voorstellen om het stimuleringsprogramma te wijzigen, tenzij de inflatie weer gaat stijgen richting de doelstelling [van 2%]” (via Marketwatch)

    Recent gingen er geluiden rond dat de centrale bank haar stimuleringsprogramma zou afbouwen, omdat de economie het misschien minder hard nodig zou hebben. Willam Dudley van de New York Fed gaf afgelopen dinsdag ook een speech, waarin hij kenbaar maakte nog niets te weten over een mogelijke uitbreiding of verkleining van het stimuleringsprogramma.

    James Bullard (St. Louis Fed) ziet geen reden om stimuleringsprogramma te wijzigen (Afbeelding via Bloomberg)

  • Bank of Korea: “Stoppen met stimulering door Fed zeer risicovol”

    Er zijn grote risico’s verbonden aan het stopzetten of terugdraaien van het opkoopprogramma van de Amerikaanse centrale bank, zo stelt Kim Choong Soo van de Bank of Korea. “Als de VS een einde gaat maken aan het monetaire stimuleringsbeleid, dan riskeert de hele wereld een renterisico in de obligatiemarkt”. De gouveeur van de Bank of Korea stelt dat banken hun balans in een dergelijke situatie opnieuw moeten versterken conform de Basel III regels, omdat de waarde van obligaties kan zakken. “Dat is een probleem waar men over na moet denken”.

    De uitspraken van de gouveeur van de Bank of Korea weerspiegelen de wereldwijde zorgen over het ongekende stimuleringsbeleid van de Federal Reserve. Zelfs economen van het IMF waarschuwden afgelopen week in een rapport over een “potentieel scherpe stijging van de lange-termijn rente” die “moeilijk te controleren zal zijn”. Het gevaar is volgens het IMF zelfs zo groot dat een beëindiging van het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve het de wereldwijde groei en financiële stabiliteit kan ondermijnen.

    Kapitaalstromen

    Ook de gouveeurs van de centrale banken van Mexico en India waarschuwden eerder dit jaar voor de gevaren van een koerswijziging van de Amerikaanse centrale bank. Beide verwachten een gigantische uitstroom van kapitaal uit hun land als de Fed haar stimuleringsbeleid beëindigt.

    Norman Chan van de Hong Kong Monetary Authority waarschuwde voor de kwetsbaarheid van huishoudens die gewend zijn geraakt aan de lage rente. Als ze meer rente moeten gaan betalen over hun uitstaande schulden kunnen ze in de problemen komen, aldus Chan.

    Vlucht naar voren

    Centrale banken van opkomende economieën volgen in de voetsporen van de ‘Westerse’ centrale banken. De centrale banken van onder meer  Korea, Israël en Australië verlaagden recent nog de rente. In de ‘ontwikkelde’ landen, waar de schuldquote relatief hoog is, staat de rente al op de bodem. In opkomende markten is men nog steeds bezig de rente omlaag te brengen tot niveaus waarop hun economie goed kan concurreren met het buitenland.

    Tegelijkertijd kopen centrale banken van opkomende landen fysiek goud bij, zodat ze een toekomstige afwaardering van al het niet-renderende schuldpapier kunnen opvangen. Ook Zuid-Korea heeft na het uitbreken van de financiële crisis veel goud gekocht.

    Kim Choong Soo (Bank of Korea) waarschuwt voor gevaren van een wijziging in beleid Fed

  • Tekort aan toiletpapier in Venezuela

    Volgens Associated Press geeft de Venezolaanse regering de oppositie de schuld van de tekorten aan toiletpapier en primaire levensmiddelen. De regering heeft inmiddels toegezegd 50 miljoen extra rollen toiletpapier beschikbaar te maken. De schaarste aan toiletpapier en levensmiddelen is volgens economen volledig toe te schrijven aan de prijscontroles van de regering. Door een verkoopprijs af te dwingen die lager is dan de inkoopprijs kan men tekorten verwachten.

    “De door de staat vastgestelde prijzen – die lager liggen dan de marktprijs – zorgen altijd voor tekorten. Het probleem zal alleen nog maar erger worden, net zoals in de Sovjetunie”, aldus professor Steve Hanke van de John Hopkins University. Het socialistische bewind van Venezuela, dat  na het overlijden van Hugo Chavez is voortgezet door Nicolas Maduro, heeft de economie van het land veel schade berokkend. De valuta is meerdere malen gedevalueerd, maar is volgens economen nog steeds overgewaardeerd ten opzichte van de dollar. Bedrijven betalen veel hogere prijzen voor hun import, omdat ze toegewezen zijn op een zwarte markt waar men een veel hogere prijs rekent voor buitenlandse valuta.

    Bedrijven kunnen die kosten niet doorberekenen aan hun klanten als de regering een vaste prijs oplegt die veel te laag is. Een logisch gevolg daarvan is dat het aanbod opdroogt. En hoewel het mismanagement van de valuta het werkelijke probleem is durft de regering van Venezuela “tegenstanders van het bewind” de schuld te geven. En wie zijn die tegenstanders? Dat is de private sector, die nergens de wisselkoers krijgt die de Venezolaanse regering belooft.

    Venezolaanse bolivar is sterk overgewaardeerd tegenover de dollar

    “Excessieve vraag”

    De Venezolaanse minister van handel doet ook mee aan de propaganda en beweert dat er een excessieve vraag is naar toiletpapier. De media zouden daar volgens de minister ook een rol in spelen, omdat ze mensen in paniek brengen. “De revolutie zal het equivalent van 50 miljoen rollen toiletpapier invoeren. We gaan de markt verzadigen zodat de mensen weer rustig worden”.

    De minister van Financiën Nelson Merentes heeft de lastige taak om het valutaprobleem te verhullen. Hij zei dat de overheid bezig is om een tekort aan buitenlandse valuta op te lossen. Dat tekort heeft er volgens hem voor gezorgd dat de levering van goederen vanuit het buitenland tot stilstand gekomen is. “We boeken vooruitgang … we werken heel erg hard”, zo verklaarde Merentes afgelopen woensdag tegenover de pers.

    Fabrieken op halve kracht

    De productie is in veel Venezolaanse fabrieken teruggeschroefd vanwege de prijscontroles. Door de kunstmatig lage prijzen is het voor bedrijven moeilijker geworden om te betalen voor geïmporteerde goederen. Uit het Venezolaanse bedrijfsleven komen steeds meer geluiden dat de kredietverlening door buitenlandse leveranciers is stopgezet.

    De minister van Financiën liet weten dat ongeveer 1.500 kleine en middelgrote bedrijven al zijn geholpen door de regering. Een soortgelijk aantal grote bedrijven zullen binnenkort ook assistentie krijgen van de overheid. Ze kunnen moeilijk aan Amerikaanse dollars komen, valuta die ze nodig hebben om de rekeningen van importgoederen te kunnen betalen.

    Valutaprobleem

    Het feit dat fabrieken op halve kracht draaien zegt dat er meer dan genoeg productiecapaciteit aanwezig is. De capaciteit kan echter niet benut worden omdat de regering met prijscontroles het natuurlijke evenwicht in de economie verstoord heeft. De vaste wisselkoers geeft een veel te hoge waardering aan de Venezolaanse valuta. In werkelijkheid moeten ondeemers veel meer bolivar op tafel leggen om aan dollars te kunnen komen.

    De schaarste aan levensmiddelen, en nu ook toiletpapier, wekt steeds meer ergeis op bij consumenten. Er zijn lange wachtrijen en naast levensmiddelen zouden ook medicijnen bij de apotheek schaars zijn geworden. De schaarste-index bereikte in Venezuela het hoogste punt sinds 2009. De officiële inflatie is inmiddels opgelopen tot 30% (zie ook dit artikel). Consumenten zoeken soms dagen naar bepaalde producten en slaan extra veel in als ze het gevonden hebben. Dat maakt het voorraadbeheer voor winkels extra moeilijk.

    De Venezolaanse minister van Handel zei dat de maandelijkse consumptie van WC-papier normaal gesproken 125 miljoen rollen per maand is. Fleming zei het volgende: “Door de huidige vraag denken we 40 miljoen rollen extra nodig te hebben. We zullen 50 miljoen extra toiletrollen invoeren om te laten zien dat we niet opgeven”.

    Regering Venezuela verliest de strijd tegen het toiletpapier

  • Nieuwbouw VS 16,5% lager in april

    Het herstel van de Amerikaanse huizenmarkt verloopt nog steeds moeizaam. De prijzen klimmen uit een dal, maar staan nog steeds ver beneden de niveaus van voor de crisis. Ook ligt het aantal nieuw gebouwde huizen nog steeds veel lager dan voor de crisis. We hoeven alleen maar naar onderstaande grafiek (data van de St. Louis Fed) te kijken om de ontwikkeling van de afgelopen jaren in perspectief te kunnen plaatsen.

    Toch zijn analisten niet onder de indruk van het teleurstellende cijfer, zo schrijft de Wall Street Joual. “Hoewel het herstel van de nieuwbouw door lijkt te zetten, laat dit cijfer zien dat het geen lineair herstel zal zijn”, aldus econoom Peter Newland van Barclays Capital. De WSJ wijst op het feit dat het aantal vergunning voor nieuwbouw, een indicator die voorloopt op dit cijfer, de afgelopen maand juist was gestegen naar een jaarlijks cijfer van 1,02 miljoen.

    Aannemers verwachten dat de verkoop van woningen de komende maanden aan zullen trekken tot het hoogte niveau in vijf jaar tijd, zo blijkt uit de maandelijkse enquete die onlangs werd gepubliceerd door de National Association of Home Builders.

    De WSJ merkt op dat de richting van de huizenmarkt bepalend kan zijn voor het herstel van de economie. Dalende huizenprijzen brachten Amerika immers ook in de financiële crisis van 2008-2009, zo schrijft de krant. Het aantrekken van de huizenmarkt geeft namelijk een impuls aan veel verschillende bedrijfstakken.

    Seizoenscorrectie

    De feitelijke nieuwbouw was in april ook een stuk slechter dan in maart. Zonder seizoenscorrectie daalde het cijfer van 84.500 in maart naar 76.700 in april. We hebben eerder op Marketupdate ook al aandacht geschonken aan het verschil tussen de werkelijke cijfers en de voor seizoensinvloeden gecorrigeerde cijfers.

    Economen rekenden op een jaarlijks cijfer van 930.000 nieuwe woningen. Vergelijk met dat getal is het gerealiseerde cijfer van 853.000 nieuwbouw woningen op jaarbasis een teleurstellend cijfer.

  • Beleggers duiken ook op Afrikaanse en Aziatische obligaties

    De populariteit van obligaties beperkt zich niet alleen tot de Westerse wereld. Ook in Afrikaanse en Aziatische landen zien we de rente op leningen dalen, deels door een instroom van buitenlands geld. Het goedkope geld maakt het voor opkomende economieën aantrekkelijk om te lenen, maar schuilt daar niet een gevaar in? We hebben in Europa al gezien dat landen als Italië en Griekenland zich diep in de schulden staken, vanwege het simpele feit dat ze zo goedkoop konden lenen op de goede reputatie van de sterkere landen.

    Europa

    In Europa is de rust op de markt voor staatsobligaties ook weer teruggekeerd. Geholpen door de extreem lage rente van de ECB en het LTRO programma kunnen banken nu met meer zekerheid staatsobligaties opkopen. De centrale bank versoepelde de eisen aan het onderpand, waardoor banken weer meer staatsobligaties kochten. Vooral de Italiaanse bankensector heeft de laatste tijd veel schuldpapier van de eigen regering gekocht. In Spanje heeft het pensioenfonds voor ambtenaren haar beleggingsportefeuille gevuld met Spaanse staatsleningen.

    De volgende grafiek laat de ontwikkeling van de Spaanse, Portugese, Italiaanse en Griekse rente zien voor 10-jaars leningen over de afgelopen twaalf maanden. Hierop is goed te zien hoe de rente met meer dan 25 basispunten zakte in Spanje en Italië en zelfs meer dan 50 basispunten in Portugal en Griekenland. Op het moment van schrijven is de 10-jaars rente voor Spanje 4,34%, voor Italië 4,01%, voor Portugal 5,37% en voor Griekenland 8,78%. Dat zijn percentages die we al lang niet meer gezien hebben.

    Verenigde Staten

    Amerikaanse beleggers zoeken ook naar alteatieve beleggingen en lijken die gevonden te hebben in de meer risicovolle bedrijfsobligaties. De zogeheten ‘junk bonds’, bedrijfsobligaties met een B, BB of CCC beoordeling, zijn sinds 2009 ook steeds populairder geworden. De index van dergelijke obligaties met een B of BB status zakte onlangs weer onder de 5%. Op het dieptepunt van begin 2009 vroegen beleggers voor hetzelfde type schuldpapier nog een rentevergoeding van 15 tot 20 procent.

    De lage rente van de Federal Reserve begint ook steeds meer door te werken op bedrijfsobligaties. Reuters spreekt van een uitzonderlijk grote vraag onder beleggers. Volgens Michael Collins van Prudential Financial zijn beleggers wanhopig op zoek naar rendement en stroomt er momenteel veel geld in de markt. De Federal Reserve heeft hier ook een belangrijk aandeel in gehad, door via diverse QE-programma’s tientallen miljarden dollars aan langlopend schuldpapier zoals Treasuries en hypotheekleningen uit de markt te halen. Aan hoogwaardige bedrijfsobligaties valt ook niet veel meer te verdienen. De Barclays Investment Grade Credit Index geeft een rendement van 1,63%. Onderstaande grafiek laat zien hoe de rente op zogeheten ‘junk bonds’ gezakt is na de piek van begin 2009.

    Afrika

    Het IMF benadrukte vorige week al dat Afrikaanse landen beneden de Sahara goed na moeten denken over het uitschrijven van nieuwe leningen. Nu kunnen deze landen nog zeer goedkoop geld ophalen op de financiële markten. Volgens het IMF loert daarin het gevaar van een mogelijk “excessieve fiscale expansie en een publieke schuld die de de macro-economische stabiliteit kan aantasten”.

    Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara hebben de laatste tijd een recordhoeveelheid obligaties uitgegeven, schuldpapier dat vooral door buitenlandse beleggers gekocht werd. De rente op dergelijke staatsobligaties is door de grote belangstelling van buitenlandse beleggers behoorlijk gezakt. De nieuwssite Quartz wijst ons op de Barclays Emerging Markets Africa sovereign bond index, een mandje van staatsobligaties van verschillende Afrikaanse landen. Deze index weerspiegelt de gemiddelde rente waartegen Afrikaanse landen geld kunnen ophalen. Deze rente bereikte in 2008 nog een piek van meer dan 10%, maar heeft sindsdien een langer durende dalende trend voortgezet.

    Vandaag de dag staat de rente van deze index op slechts 3,93%, het laagste niveau dat ooit gemeten is. Quartz schrijft dat Zambia in september 2012 nog $750 miljoen ophaalde middels 10-jaars obligaties, waarover het land een rente moet betalen van 5,625%. Voor de duidelijkheid: dat is minder dan waarvoor de Spaanse regering destijds geld kon lenen. Opmerkelijk, want volgens Quartz werd er in 2006 nog schulden van Zambia kwijtgescholden.

    Beleggers zoeken naar rendement en nemen blijkbaar genoegen met obligaties van landen die enig perspectief van groei hebben. Het IMF waarschuwde dat de beschikbaarheid van goedkoop geld niet eeuwig kan blijven voortduren. “De zwakke fiscale instituties, de weinig efficiënte overheidsbestedingen en bestuurlijke problemen” kunnen volgens het IMF problemen veroorzaken als blijkt dat de investeringen die gedaan zijn met geleend geld niet genoeg opbrengsten genereren.

    Azië

    In Zuid-Oost Azië maken bedrijven ook van de gelegenheid gebruik om goedkoop geld te lenen. De markt van bedrijfsobligaties groeide het hardst in landen als Singapore, Thailand en Zuid-Korea (zie grafiek). Veel Aziatische bedrijven lenen geld in de lokale valuta, waardoor ze geen valutarisico hebben. Toch zagen we het afgelopen jaar dat er ook meer obligaties in vreemde valuta werden uitgegeven (zie grafiek).

    De website Quartz verwijst naar een rapport van Morgan Stanley, waarin staat dat Aziaten steeds minder geld op een bankrekening parkeren. Voor lokale banken heeft dat tot gevolg dat ze minder geld kunnen uitlenen. Deze ‘funding gap’ wordt opgevuld door uitgifte van bedrijfsobligaties, die gekocht worden door lokale en buitenlandse beleggers. Net als in Afrika zit er ook in de Aziatische markt veel geld van buitenlandse beleggers.

    Volgens Freya Beamish van Lombard Street Research kan de snelle groei van de Aziatische obligatiemarkt voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan buitenlandse beleggers. “Dat is op zichzelf niet slecht, maar als de instroom van kapitaal gedreven is door overvloedige wereldwijde liquiditeit kan dat een opwaartse druk geven op de waarde van de lokale valuta”, zo licht Beamish toe.

    Conclusie

    De wereldwijde vlucht naar rendement illustreert hoe centrale banken de financiële markt verstoortd hebben met hun monetaire beleid. De rente is extreem laag, de Federal Reserve creëert een kunstmatige schaarste door maandelijks tientallen miljarden aan langlopende leningen op te kopen en de ECB heeft met haar LTRO programma een impuls gegeven aan de Europese markt voor staatsleningen. De overvloed aan liquiditeit wordt door de lage rente en door het toenemende risico op verlies van geld (zie het voorbeeld van Cyprus) bij een bank losgeweekt van spaarrekeningen. Het geld jaagt op rendement en gaat via vermogensbeheerders en grote beleggingsfondsen de hele wereld over. Het effect werkt zelfs door in Afrika en Azië, waar overheden en bedrijven opeens ook veel goedkoper kunnen lenen.

  • Werkloosheid Nederland in april gestegen naar 8,2%

    Met een werkloosheid van 8,2% is Nederland zeker niet meer het ‘beste jongetje van de klas’. De werkloosheid begon vooral in de tweede helft van 2012 sterk toe te nemen. Dalende huizenprijzen en lagere consumentenbestedingen zijn de vooaamste reden voor de terugval van de Nederlandse arbeidsmarkt. De afgelopen drie maanden steeg vooral de werkloosheid onder mannen.

    WW-uitkeringen

    Het aantal WW-uitkeringen bleef netto stabiel, maar er waren wel wat verschuivingen zichtbaar. Zo daalde het aantal uitkeringen in de drie noordelijke provincies en steeg het aantal in de randstad. Verder zakte het aantal uitkeringen in de landbouw en in de bouwnijverheid. Ten opzichte van een jaar geleden is het aantal WW-uitkeringen het sterkst toegenomen in de bouw (+67,5%), gezondheidszorg (+38,8%), vervoer en opslag (+38,3%) en in de horeca (+35,8%). Er werden in april 45 duizend nieuwe uitkeringen verstrekt en 46 duizend beëindigd. Daarvan werd de helft beeindigd wegens werkhervatting, een stijging van 5% ten opzichte van een maand geleden en 13% ten opzichte van april vorig jaar.

    Voor meer details en tabellen verwijzen we naar de publicatie van het CBS.

    Werkloosheid blijft oplopen, tempo lijkt wel iets af te nemen (Bron: CBS)

  • Grootste zilvermijn ziet winstmarge slinken

    Op SilverDoctors lezen we dat de ertskwaliteit van de Fresnillo zilvermijn is gezakt van 15,2 troy ounce per ton in 2005 naar 9,2 troy ounce per ton in 2012. Dat betekent dat het mijnbouwbedrijf nu veel meer puin moet verwerken om de productie van zilver op peil te houden. Met een stijgende zilverprijs is dat geen groot probleem, maar met een dalende prijs gaat veel marge verloren.

    In 2011 bereikte Fresnillo door de hoge zilverprijs een recordomzet van $2,19 miljard en kon het een nettowinst van $901 miljoen noteren. Door het opschalen van de mijnactiviteit is zowel de omvang als de winst van het bedrijf toegenomen. Maar hoe kwetsbaar is die winst eigenlijk? Eerst twee grafieken…

    De kwaliteit van het zilvererts bij Fresnillo wordt met het jaar slechter…

    … maar ondertussen maakt de mijn wel ieder jaar meer winst.

     

    Productiekosten zilver

    In het jaarverslag van Fresnillo over 2012 staan de operationele kosten en de exploratiekosten die het mijnbouwbedrijf gemaakt heeft (zie pag. 167). Ook is uiteen gezet hoeveel procent van de opbrengst toegeschreven kan worden aan de mijnproductie van goud, zilver, lood en zink. Een analist die op Youtube actief is onder de naam ‘MomentsinTrading’ rekende alle cijfers door en kwam tot de conclusie dat Fresnillo in 2012 met een gemiddelde zilverprijs van $31,43 per troy ounce nog steeds een marge van meer dan $10 kon behalen.

    De zilverprijs staat momenteel op $23 per troy ounce, ruim $8 beneden de prijs die Fresnillo in 2012 kreeg voor haar zilver. Als de prijs van zilver nog $2 verder zakt is er van de ruime winstmarge van 2012 niets meer over en draait de mijn break-even. Geen wonder dat ook de mijnaandelen, die in 2011 profiteerden van de hoge zilverprijs, nu uit de gratie zijn geraakt. De beleggers in mijnaandelen zijn dit jaar veel harder getroffen dan de beleggers in fysiek metaal.

    De hoge zilverprijs leverde Fresnillo in 2012 nog een winstmarge op van meer dan $10 per troy ounce