Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • In januari opnieuw veel faillissementen

    Het afgelopen jaar gingen er in totaal bijna 7.400 bedrijven failliet, het hoogste aantal dat ooit in een jaar tijd gemeten werd. De cijfers staan haaks op de eerdere berichten uit diverse media dat de economie weer aan het herstellen is. De afgelopen maand was een voortzetting van de trend van vorig jaar, want met 715 faillissementen begint ook het nieuwe jaar weinig hoopgevend.

    Het CBS merkt op dat het aantal faillissementen van maand op maand sterk kan schommelen, omdat dat cijfer sterk afhankelijk van het aantal zittingsdagen in een maand. Daarom kijkt men vooral naar de trend, gemeten als het gemiddelde over de afgelopen drie maanden.Het voorschrijdende gemiddeld kwam met het cijfer van januari erbij uit op 616 faillissementen. Onderstaande grafiek van het CBS laat zien dat het aantal faillissementen al een jaar rond dat niveau schommelt.

    Tip: Op faillissementen.com wordt u op dagelijkse basis op de hoogte gehouden van alle faillissementen in Nederland.

    Aantal faillissementen in Nederland, gemeten als het driemaandsgemiddelde (Bron: CBS)

  • Zit de Britse economie op een doodlopende weg?

    De eerste grafiek laat zien welke impact zes verschillende crises over de afgelopen honderd jaar hebben gehad op de Britse economie, uitgedrukt als verandering in het bruto binnenlands product (BBP). Doorgaans duurde het wel drie jaar voordat de Britse economie weer 'hersteld' was van de crisis, maar deze keer is het anders. De zwarte lijn geeft aan dat dit de eerste crisis is waar Groot-Brittannië zelfs na vijf jaar nog niet van hersteld is, ondanks inspanningen van de politiek en van de Bank of England om de economie aan te jagen. Zelfs de crisis van de jaren dertig had minder impact op het BBP van de Britse economie dan de huidige crisis.

    Britse economie nog niet hersteld van de 2008 crisis

    Jeugdwerkloosheid

    De tweede grafiek laat zien dat de crisis in Groot-Brittannië ook effect heeft gehad op de arbeidsmarkt. De jeugdwerkloosheid blijkt daar een stuk hoger te liggen dan de gemiddeldes van de Europese Unie en van de landen die horen bij de OESO. In de Europese Unie ligt de jeugdwerkloosheid gemiddeld op iets meer dan 9%, terwijl die van de OESO-landen gemiddeld minder dan 8% blijkt te zijn. Dat zijn relatief lage percentages vergeleken met de 12,5% die in Groot Brittannië werd geregistreerd.

    Jeugdwerkloosheid hoger dan gemiddelde van EU en van alle OESO-landen

    Kredietkraan dicht

    De derde grafiek die John Aziz op zijn blog aanhaalt heeft betrekking op de hoeveelheid leningen die verstrekt zijn aan het Britse bedrijfsleven. Voor het uitbreken van de financiële crisis was er nog sprake van een jaarlijkse groei van meer dan 15% in de kredietverlening aan bedrijven, maar sinds de crisis is de kredietkraan behoorlijk dichtgedraaid. Sinds 2009 worden er jaar op jaar juist minder kredieten verstrekt. Het is niet duidelijk of die krimp toegeschreven kan worden aan banken die terughoudend zijn geworden met leningen of aan het bedrijfsleven dat minder behoefte heeft om te lenen. Waarschijnlijk spelen beide factoren een rol. 

    Hoeveelheid leningen aan bedrijfsleven loopt terug

    Producentenvertrouwen

    De vierde grafiek stemt ook weinig hoopvol. Deze laat de PMI Index zien, een indicator die een weerspiegeling geeft van het producentenvertrouwen in Groot-Brittannië. Ook deze grafiek laat de zwakte van de Britse economie zien. Na een korte opleving in 2009 en 2010 (de tijd van de 'green shoots') zakt het vertrouwen in 2011 en 2012 weer weg tot crisisniveaus.

    Producentenvertrouwen blijft zwak

    Begrotingstekort en handelsbalans

    Nog twee grafieken die ik er zelf graag aan toe zou willen voegen zijn die van het Britse begrotingstekort en de handelsbalans. Deze grafieken laten zien dat het land een chronisch tekort heeft op de handelsbalans en dat het daaaast ook nog eens een behoorlijk begrotingstekort heeft. Het illustreert een weinig productieve economie, zeker wanneer we dat afzetten tegen het gemiddelde van de Eurozone.

    Handelsbalans Verenigd Koninkrijk (Bron: Tradingeconomics)

    Begrotingstekort Verenigd Koninkrijk (Bron: Tradingeconomics)

  • Ron Paul: “Goud is al 6.000 jaar geld en papiergeld faalt”

    Een zwakkere munt maakt het makkelijker om de schulden af te betalen, terwijl het tegelijkertijd een kortstondige impuls kan geven aan de eigen industrie. Ron Paul is van mening dat elke devaluatie uiteindelijk een verlies aan koopkracht betekent voor de maatschappij. Het bijdrukken van geld of het devalueren van de munt is een eenvoudige manier voor politici om weg te lopen voor fiscale discipline. Ron Paul stelt dat overheden altijd strijd leveren met valuta en dat dat ook reden is voor het vastlopen van het Bretton Woods systeem met de goudwisselstandaard in 1971.

    De Republikein, die zich heeft laten inspireren door de Oostenrijkse economische school, beschrijft dat we in een tijdperk leven van concurrerende fiat valuta. Dat leidt vaak tot protectionistisch beleid en chronische tekorten en overschotten op de handelsbalans van verschillende landen. Ron Paul merkt op dat de beschuldigingen vanuit de VS richting China niet terecht zijn, omdat de VS zelf ook meedoet aan het verzwakken van haar munt. De Federal Reserve houdt de rente al jaren op een extreem laag niveau en koopt daaaast ook nog eens stelselmatig staatsobligaties en hypotheekleningen op het geheel nieuw geld. Dat ondermijnt de waarde van de dollar, die nu nog maar $0,02 waard is in vergelijking met de dollar uit 1913. Dat was het jaar waarin de controle over de geldhoeveelheid uit handen werd gegeven en werd overgedragen naar de Federal Reserve.

    Ron Paul

    Vertrouwen

    Volgens Ron Paul zal dit beleid van concurrerende devaluaties er uiteindelijk voor kunnen zorgen dat mensen hun vertrouwen in het geld gaan verliezen. Gedurende dat proces zal er vluchtkapitaal richting zogenaamde veilige havens gaan, zoals de Zwitserse Franc, de Japanse yen en andere valuta die tot voor kort een goede reputatie hadden. Aan het eind van de rit zal men echter tot de conclusie komen dat alleen tastbare fysieke bezittingen over blijven, zoals vastgoed, grond en edelmetalen. In deze context plaatst Ron Paul het aantrekken van de Amerikaanse huizenmarkt. Het zou onderdeel kunnen zijn van een vlucht in tastbare bezittingen.

    Ron Paul beargumenteert dat een beleid dat aanstuurt op een zwakkere valuta uiteindelijk ten koste gaat van de koopkracht van de bevolking. Het zwakker maken van de munt houdt volgens het oud-congreslid uit Texas verband met overheden die veel teveel geld uitgeven en die enorme schulden hebben opgebouwd. Ze kunnen niet meer belastingen heffen zonder de economie te schaden, dus kiezen ze voor de vlucht naar voren. Dat betekent volgens Ron Paul concreet dat politici meer geld gaan lenen, te weinig bezuinigen en niet de noodzakelijke hervormingen doorvoeren.

    Goudstandaard

    Volgens Ron Paul kan er alleen een zogeheten “strong dollar policy” gehanteerd worden als men een definitie geeft van een dollar. Wat hij daar precies mee bedoelt blijft onduidelijk, maar in het verleden heeft het oud-congreslid regelmatig gehamerd op een terugkeer naar een goudgedekte valuta. De dollar was ooit gedefinieerd als een bepaald gewicht aan zilver. Dat is later losgelaten toen zilver gedemonetiseerd werd en Amerika de overstap maakte naar een goudstandaard. Ron Paul kon niet weerleggen dat er ook onder de goudstandaard crises voorkwamen. Hij is zich bewust van de tekortkomingen van een rigide systeem zoals de klassieke goudstandaard en de vaste koppeling tussen goud en zilver in een bimetaal monetair systeem. Ron Paul merkt wel op dat goud al 6.000 jaar haar waarde heeft behouden, terwijl papiergeld er steeds niet in slaagt waarde te behouden.

  • Chinese bedrijven doen steeds meer overnames in de VS

    De Amerikaanse toezichthouder moet toestemming geven voor oveames van Amerikaanse bedrijven door een buitenlandse partij. In sommige gevallen kan een oveame tegengehouden worden omdat het bedrijf in kwestie geassocieerd wordt met de 'nationale veiligheid'' of omdat het bedrijf over kritieke technologieën beschikt. Afgelopen week keurde de Amerikaanse toezichthouder de oveame van een Amerikaanse batterijenfabrikant door een Chinees bedrijf goed, ondanks politiek verzet en een “ijzige ontvangst”.

    Wanxiang America Corporation, een onderdeel van de Chinese Wanxiang Group, betaalt $257 miljoen om A123 Systems over te nemen, een Amerikaans bedrijf dat lithium-ion batterijen maakt en dat gesteund werd door de Amerikaanse overheid. “Je moet de regels begrijpen, deze zorgvuldig hanteren en transparant zijn. De beslissing om een oveame goed te keuren ligt bij hun”, aldus de president van Wanxiang America, Pin Ni.

    Het afgelopen jaar hebben Chinese bedrijven voor in totaal $10 miljard uitgegeven voor in totaal 46 verschillende oveames van Amerikaanse ondeemingen, zo becijferde Dealogic. Het totaalbedrag aan oveames was in 2012 hoger dan van 2009 tot en met 2011 gecombineerd. Onder de oveames viel bioscoopketen AMC Entertainment Holdings, dat voor $700 miljoen werd overgenomen door Wanda Group.

    Meeste oveames in Canada

    Amerikaanse bedrijven komen op de tweede plaats als het gaat om het totaalbedrag aan oveames door Chinese bedrijven. Waar de Chinezen nog actiever op oveamepad zijn gegaan is Canada, want daar werd het afgelopen jaar voor $23 miljard aan oveames verricht. Daaronder valt onder meer de oveame van Nexen Incorporated by Cnooc Ltd., een bedrijf dat olie uit teerzanden haalt. Deze oveame, waarvoor een Chinese energiegigant $15,1 miljard op tafel heeft gelegd, is overigens nog niet helemaal rond.

    De oveame van Nexen moet nog goedgekeurd worden door de Amerikaanse autoriteiten, omdat dit bedrijf ook een groot aantal bezittingen heeft verspreid over de Amerikaanse kust in de Golf van Mexico. Afgelopen maand werd de deadline voor deze deal door beide partijen verlengd van 31 januari naar 2 maart. Autoriteiten in Canada, het Verenigd Koninkrijk en in de EU hebben deze grote oveame al goedgekeurd.

    De meeste oveames door Chinese bedrijven zijn gericht op relatief kleine Amerikaanse ondeemingen, omdat grote oveames vaak niet mogelijk zijn. Bankiers en advocaten die Chinese bedrijven op oveamepad begeleiden zouden daar ervaring mee hebben. Grote oveames door Chinese bedrijven en investeerders hebben een relatief kleine kans van slagen.

    Dat Amerikanen de Chinese oveames niet altijd verwelkomen blijkt wel uit de afgeketste oveame van Amerikaanse olieproducent Unocal Corporation door China National Offshore Oil Corporation (CNOOC) in 2005. Het Chinese bedrijf, dat een bod van $18,5 miljard op tafel had gelegd, kreeg ongekende politieke weerstand. Het Amerikaanse congres maakte toen een aanpassing in een bepaalde energiewet, waardoor de oveamepoging gefrustreerd werd. Uiteindelijk mocht Chevron Corporation de oveame later wél doorvoeren.

    Gedwarsboomd

    Sommige oveames door Chinese bedrijven in de VS zouden nog steeds gedwarsboomd worden. Zo ging een oveame van vliegtuigonderdelen bouwer Hawker Beechcraft Incorporated door Superior Aviation Beijing Corporation niet door omdat het te complex zou zijn om deze activiteiten te scheiden van andere activiteiten in Wichita (Kansas). Daar ontwikkelde het bedrijf ook technologieën voor defensie en die technologie zou niet goed genoeg beschermd kunnen worden in het geval van een oveame van de vliegtuigonderdelen afdeling van Hawker Beechcraft.

    Een rapport van het Amerikaanse Congres, dat in oktober werd gepubliceerd, waarschuwde Amerikaanse bedrijven tegen mogelijke  oveames door Chinese telefoonmakers ZTE Corporation en Huawei Technologies. In het rapport werd de conclusie getrokken dat deze Chinese fabrikanten apparatuur zouden kunnen gebruiken om in de Vs te spioneren. Volgens Huawei zijn de bevindingen uit dit rapport 'politiek gedreven'.

    Om een botsing met de Amerikaanse toezichthouder te voorkomen richten Chinese bedrijven zich op kleinere oveames van maximaal $500 miljoen. Ook richten Chinese bedrijven zich vaker op het opzetten van joint venture overeenkomsten en partnerships dan op volledige oveames. Onlangs werd het in Califoie gevestigde Complete Genomics Incorporated voor $118 miljoen overgenomen door het Chinese BGI-Shenzhen. Dat was de eerste oveame van een Amerikaans bedrijf dat publiekeijk verhandeld werd.

     

    Steeds meer Chinese oveames in de VS (Afbeelding via The Economist)

  • Federal Reserve koopt 75% van de nieuwe 30 jaar Treasuries

    Dat Amerika 'valsspeelt' door tekorten te financieren via de geldpers van de centrale bank wisten we al langer, maar daardoor zijn de bevindingen uit dit rapport niet minder schokkend. De Federal Reserve bezit inmiddels ongeveer $300 miljard aan langlopende staatsobligaties, de zogeheten Treasuries met een looptijd van meer dan 21 jaar. Onderstaande grafieken laten zien hoeveel staatsobligaties de Federal Reserve inmiddels gekocht heeft, gesorteerd naar looptijd. De blauwe balkjes geven weer hoeveel schuldpapieren de Amerikaanse overheid heeft uitstaan, terwijl de rode balkjes laten zien welk gedeelte daarvan inmiddels in handen is van de centrale bank.

    Fed koopt meer staatsobligaties

    De grafiek laat zien dat de totale staatsschuld tussen 2008 en 2012 sterk is toegenomen, maar dat het percentage dat geparkeerd is bij de Federal Reserve naar verhouding minstens zo snel is toegenomen. De centrale bank heeft steeds meer obligaties met een langere looptijd gekocht, wat mogelijk is gemaakt dankzij QE2, QE4 en Operation Twist. Alleen laatstgenoemde was een gesteriliseerde operatie, wat wil zeggen dat de Fed aankopen van langlopende Treasuries compenseerde met verkopen van kortlopende schuldpapieren.

    Totaal uitstaande staatsobligaties (blauw) en het aandeel van de Fed (rood)

    Lange rente omlaag

    De tweede grafiek laat zien dat de staatsobligaties op de balans van de Fed gemiddeld een steeds langere looptijd hebben gekregen. Vanaf 1980 tot en met 2006 schommelde dat nog tussen de 40 en 60 maanden, maar na het uitbreken van de financiële crisis liep dat gemiddelde als gevolg van de monetaire stimuleringsprogramma's op naar meer dan 120 maanden in 2012. Van alle 10 jaars Treasuries die de Amerikaanse overheid heeft uitstaan is inmiddels 29% in handen van de eigen centrale bank. Door massaal staatsobligaties met een lange looptijd te kopen weet de Federal Reserve de lange rente omlaag te drukken en daarmee ook de financieringskosten van de Amerikaanse staatsschuld. Bijkomend voordeel is dat de lage rente het goedkoper maakt voor burgers en bedrijven om geld te lenen. Onlangs zakte de hypotheekrente in de VS al naar een dieptepunt, een neveneffect van het stimuleringsbeleid van de Federal Reserve.

    Gemiddelde looptijd van Treasuries op balans Federal Reserve blijft oplopen

    Vraag naar Treasuries blijft sterk

    De vraag naar Amerikaanse staatsobligaties is nog steeds groot, zo blijkt uit de bid-to-cover ratio. Dat is de verhouding tussen de omvang van de nieuwe obligaties en de hoeveelheid inschrijvingen daarop. Is de bid-to-cover ratio bijvoorbeeld 2, dan heeft de financiële markt 2x zoveel dollars beschikbaar om staatsobligaties te kopen als wat er feitelijk gevraagd wordt. Een hogere bid-to-cover geeft aan dat er meer kopers dan verkopers zijn op de veiling. Dat drukt de rente, omdat de potentiële kopers van de staatsleningen tegen elkaar gaan opbieden. Onderstaande grafieken laten zien dat de VS onder de huidige omstandigheden geen enkele moeite heeft om nieuwe staatsobligaties uit te geven.

    Bid-to-cover bij kortlopende T-Bills

    Bid-to-cover bij langlopende Treasuries

    Buitenlandse steun valt weg…

    Vanuit het buitenland was er altijd ook veel vraag naar Amerikaanse staatsobligaties, omdat deze als geheel veilig geachte reserve op de balans van banken geplaatst kunnen worden. Landen met een exportoverschot richting de VS verzamelen steeds meer dollars, die ze het liefst productief aanwenden. Jarenlang was het voor Europese landen en voor de BRIC-landen logisch om deze dollars direct weer uit te lenen aan de Amerikaanse overheid, in ruil voor staatsobligaties die tevens een rentevergoeding geven. Zo blijven diezelfde dollars circuleren en kan slaagt Amerika erin haar inflatie grotendeels te exporteren naar het buitenland.

    De VS heeft een chronisch tekort op haar handelsbalans en sinds het uitbreken van de financiële crisis heeft ook de begroting een flinke klap gekregen. Al vier jaar op rij heeft de Amerikaanse overheid een tekort van meer dan $1 biljoen en om dat te dichten roept het sinds 2008 ook de hulp in van de Federal Reserve. Dat tot ongenoegen van de exporterende landen, want die zien hun claims op de VS (Treasuries) steeds minder waard worden. Waar zij goederen en diensten moesten leveren om de dollars te verdienen drukt de Amerikaanse centrale bank ze uit het niets bij. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vraag naar Amerikaans schuldpapier vanuit het buitenland sinds 2009 bijna gehalveerd is. Onderstaande grafieken uit het rapport laten dat zien.

    Buitenlandse vraag naar Treasuries zakte van $180 naar minder dan $80 miljard in dertig maand tijd

    De buitenlandse vraag naar kortlopende schuldpapieren (T-Bills) zakte van 18% naar 10% van het totaal

    Stijgende rente en dalende tekorten

    Als we verder kijken in het rapport van het Office of Debt Management, dan zien we nog meer opzienbarende grafieken. Vooral als het gaat om de vooruitzichten voor de toekomst. Onderstaande grafieken uit het rapport laten zien dat men rekening houdt met een stijgende rente, die al vanaf 2014 ingezet zal worden. Is de rente op Amerikaanse 10 jaars leningen nu nog ongeveer 2%, in 2022 zou dat 3,8% moeten zijn. De stijging van de rente in de komende jaren ligt niet echt voor de hand, gezien het beleid van de Federal Reserve erop gericht is de rente nog tot ver in 2015 laag te houden. Ook is het niet waarschijnlijk dat de Federal Reserve binnenkort gaat stoppen met de aankopen van staatsobligaties, waardoor de rente onder druk blijft staan.

    Een stijging van de rente is simpelweg de doodssteek voor een met schulden overladen economie. Stel dat de rente in de VS de komende jaren met 2 procentpunt gaat stijgen, dan zou dat betekenen dat alle Amerikanen met een hypotheek met variabele rente veel hogere maandlasten te verwerken krijgen. Dat gaat ten koste van het vrij besteedbare inkomen en daarmee de consumptie. Minder consumptie betekent ook minder economische activiteit en dus minder belastinginkomsten. Tegelijkertijd stijgende financieringskosten van de staatsschuld. Kortom: ik acht het onwaarschijnlijk dat de lange rente in de VS de komende jaren zal gaan stijgen.

    De verwachting voor de rente tot 2022

    Men gaat uit van een substantiele daling van het begrotingstekort vanaf 2014

  • ‘Fed kocht dit jaar meer Treasuries dan er uitgegeven werden’

    Eerder vandaag schreven we al dat de Federal Reserve deze maand 75% van alle staatsobligaties met een looptijd van meer dan 21 jaar zal opkopen. Vanaf 2009 tot en met nu heeft de centrale bank in totaal 29% van alle 10 jaars staatsobligaties en zelfs 41% van alle Treasuries met een looptijd van meer dan 21 jaar in handen. Zo lang de Federal Reserve meehelpt met de financiering van het Amerikaanse begrotingstekort kunnen we eigenlijk niet spreken van een economisch herstel. Men offert de waarde van de valuta op om de suggestie te wekken dat het allemaal weer de goede kant op gaat met de Amerikaanse economie. Amerikaanse aandelen en staatsobligaties stijgen nominaal in waarde, maar ondertussen verliest de munt waarin deze financiële activa zijn uitgedrukt steeds meer van haar waarde. Sinds 2008 is de goudprijs in dollars ongeveer verdubbeld.

    CNS News schrijft dat de Amerikaanse staatsschuld tussen 31 december 2012 en 6 februari 2013 is opgelopen van $16,4327 naar $16,4799 biljoen, een toename van $47,2 miljard. Uit data van de Federal Reserve blijkt dat hun totale bezittingen in de vorm van Amerikaanse staatsobligaties gegroeid zijn van $1,661 biljoen op de tweede dag van januari naar $1,7172 biljoen op 6 februari. Dat is een toename van $51,1 miljard, meer dan de stijging van de staatsschuld! De berekening van CNS News laat zien dat de Federal Reserve in de eerste maand van 2013 (plus een paar dagen) al $3,9 miljard meer schulden heeft opgekocht dan er uitgegeven zijn door het ministerie van Financiën.

    De officiële limiet voor de Amerikaanse staatsschuld is door het aannemen van een nieuwe wet niet meer van toepassing tot en met 18 mei 2013. Dan moet er een besluit liggen over de verhoging van het schuldenplafond. Tot die tijd kan de Amerikaanse overheid doorgaan met het oppompen van de staatsschuld.

    $540 miljard

    Eind januari maakte de Federal Reserve bekend dat het dit jaar zal doorgaan met het opkopen van staatsobligaties, in een tempo van $45 miljard per maand. Zodoende haalt de centrale bank in potentie dus $540 miljard aan langlopende Treasuries van de markt, aangevuld met een paar honderd miljard aan hypotheekleningen die gekocht zullen worden totdat de werkloosheid voldoende gezakt is.

    Het Congressional Budget Office verwacht dat er in het fiscale jaar 2013 een gat van $845 miljard zal zitten in de overheidsbegroting. Als de Federal Reserve daar inderdaad $540 miljard van koopt zal dat betekenen dat de centrale bank ongeveer 64% van alle nieuwe schulduitgifte op haar balans zal zetten. We hoeven slechts terug te gaan tot het fiscale jaar 2007 om een begrotingstekort te zien dat ongeveer gelijk is aan de $540 miljard aan schulden die de Federal Reserve dit jaar waarschijnlijk zal opkopen.

    De Federal Reserve blijft de tekorten financieren met nieuw (digitaal) geld

  • Valutaoorlog: Venezuela devalueert bolivar met 46%

    President Hugo Chavez heeft in 2003 valutacontrole ingevoerd, zodat importeurs en toeristen alleen via een overheidsorgaan geld kunnen wisselen. De minister van Financien van Venezuela, Jorge Giordani, zei in een persconferentie dat er een besluit is genomen om de waarde van de bolivar te verlagen tot 6,3 ten opzichte van de dollar. Het besluit komt vlak voor een lang weekend dat in het teken staat van caaval.

    Met deze devaluatie verlicht de overheid de druk op haar eigen begroting, want een belangrijk exportproduct van Venezuela is olie. Die wordt afgerekend in Amerikaanse dollars en kan door deze devaluatie dus ingewisseld worden voor meer bolivars. Zodoende kan de overheid in theorie makkelijker haar begroting sluitend maken. Tegelijkertijd zorgt de devaluatie van de bolivar er wel voor dat alle importgoederen opeens een heel stuk duurder worden. Dat gaat ten koste van de koopkracht van de Venezolaanse bevolking en wakkert de prijsinflatie sterk aan.

    Het behoeft dan ook geen uitleg dat deze devaluatie op de lange termijn alleen maar gevolgd kan worden door weer een nieuwe devaluatie. Dat zal gebeuren zodra de gunstige effecten zijn uitgewerkt en de negatieve effecten minstens zo zichtbaar zijn geworden. Alberto Ramos van Goldman Sachs verwacht ook dat de bolivar in de toekomst opnieuw gedevalueerd zal worden, zo schrijft Reuters. Volgens Ramos kent de Venezolaanse economie teveel onevenwichtigheden.

    De meeste Latijns-Amerikaanse landen laten hun valuta inmiddels vrij bewegen ten opzichte van de dollar en andere munten, maar Venezuela hanteert nog een rigide en arbitrair systeem waarin de wisselkoers door de beleidsmakers worden bepaald.

    Lenen

    Venezuela heeft veel geld geleend sinds de laatste devaluatie. In 2011 leenden de overheid en de genationaliseerde oliemaatschappij PDVSA samen al voor $17,5 miljard. Logischerwijs leenden ze dat bedrag niet in dollars maar in hun eigen valuta, want door een devaluatie als deze worden ook gelijk alle schulden in reële termen een stuk minder waard. Vicepresident Nicolas Maduro riep de bevolking op om soberder en efficiënter te leven, een opvallende boodschap in een land dat volgens Reuters gewend is geraakt aan de welvaart van de olie-industrie. “We moeten leren om meer te doen met minder, in plaats van weinig te doen met veel”, verwijzend naar de welvaart die de export van olie al die jaren heeft gebracht.

    Door de eigen valuta te devalueren wordt lokale industrie concurrerender in exportmarkten. Voor consumenten in de rest van de wereld worden producten uit Venezuela opeens een stuk goedkoper, omdat ze de goederen (of diensten) kunnen afrekenen is een munt die relatief goedkoper is geworden ten opzichte van hun eigen munt. Toch denken critici dat deze ingrijpende devaluatie niet zal bijdragen aan een significante uitbreiding van de binnenlandse industrie, omdat de overheid de private sector regelmatig 'plaagt' met extensieve prijscontroles en onteigeningen waarvoor lang niet altijd eerlijk gecompenseerd wordt.

    Venezuela heeft een lange geschiedenis van muntdevaluaties, waardoor er een chronische monetaire instabiliteit is ontstaan. Als gevolg daarvan zoekt de bevokking continu naar relatief sterke valuta, die hun waarde veel minder snel verliezen. Op de straten van Venezuela was de ongerustheid en bezorgdheid onder de bevolking waar te nemen, aldus Reuters. De devaluatie maakt veel spullen opeens een stuk duurder, waardoor de koopkracht van spaargeld en van een vast inkomen achteruit gaat.

    Zwarte markt

    Op de zwarte markt werd al geanticipeerd op een devaluatie, want daar betaalt men een aanzienlijke premie voor Amerikaanse dollars. Men zou daar maar liefst vier maal zoveel bolivar bieden op dollars in vergelijking met de officiële wisselkoers. Veel bedrijven zoeken hun toevlucht in de zwarte markt, ondanks het feit dat hun bolivars meer dollars waard zijn via het loket van de overheid. Het probleem is dan ook dat het loket van de overheid onvoldoende geld wil omwisselen om aan de behoefte van de bedrijven te voldoen. De veel hogere wisselkoers op de zwarte markt geeft impliciet aan dat de Venezolaanse bolivar nog steeds sterk overgewaardeerd is ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Het is de vraag wanneer men dat in gaat zien.

    Venezolaanse bolivar

    Valutaoorlog

    Venezuela heeft hier een voorproefje gegeven van hoe de valutaoorlog er in de toekomst uit kan zien. Grote valutablokken die aan deze race naar de bodem meedoen kiezen een meer 'subtiele' aanpak, door de centrale bank geld bij te laten drukken en daarmee de waarde van de munt te ondermijnen. Een kleinere economie als die van Venezuela met vaste wisselkoersen kan simpelweg van de één op de andere dag de waarde van de munt afschrijven. En dat zijn lang niet altijd zogeheten 'bananenrepublieken'. Zwitserland besloot in september 2011 ook te interveniëren op de valutamarkt, door een plafond in te stellen voor de waarde van de Zwitserse Franc. Dat was in feite ook een harde devaluatie, waarin de Zwitserse valuta in één dag met meer dan 8% wegzakte ten opzichte van de euro.

    Goud

    Fysiek goud is een zeer betrouwbare beschermer tegen devaluaties van valuta. Ook dit keer zullen Venezolanen opmerken dat de stijging van de goudprijs in hun eigen valuta correspondeert met de omvang van de devaluatie. We hebben het dan alleen over fysiek goud, dat niet aan een beurs genoteerd staat in één soort valuta. Fysiek goud kent geen valutarisico, omdat het simpelweg een hedge is tegen waardeverlies van valuta. Iedere keer als de munt gedevalueerd wordt is dat een verliesbeurt voor de 'spaarders' en winst voor de schuldenaren. Wie spaart in fysieke bezittingen zoals goud zal merken dat zijn of haar koopkracht minstens intact blijft en vaak zelfs zal toenemen. Door een devaluatie hebben anderen die sparen in 'geld' minder koopkracht en kunnen ze dus minder consumeren. Dat zet een neerwaartse druk op de prijzen, terwijl het goud volledig compenseert voor het waardeverlies van de valuta.

    Devaluaties waren niet zeldzaam in Venezuela (Afbeelding via Zero Hedge)

  • Huizenprijzen 43x over de kop sinds 1971

    Volgens onderzoek van Shelter stegen de huizenprijzen van gemiddeld £5.632 in 1971 naar £245.319 nu. Als de wekelijkse boodschappen sinds 1971 in hetzelfde tempo waren gestegen zouden deze nu geen £75 kosten, maar £453. Als men de prijsstijging van huizen in het Verenigd Koninkrijk zou afzetten tegen de prijs van zes bananen, dan zouden deze nu £8,47 moeten kosten. Een lamsboutje zou een prijskaartje van £53,18 hebben. Volgens Campbell Robb, de CEO van Shelter, zijn de voedselprijzen nu al een probleem voor sommige mensen. Als prijzen de hier genoemde niveaus zouden bereiken zou dat onacceptabel zijn.

    Deze voedselprijzen klinken absurd, maar tegelijkertijd lijkt men de huizenprijzen gerechtvaardigd te vinden. Huizenbezitters verwelkomen stijgende woningprijzen, omdat ze daarmee overwaarde krijgen op het huis en vermogen 'opbouwen'. Maar stijgende huizenprijzen zorgen ook voor problemen, want ze drukken langzaam maar zeker de starters en de jonge gezinnen uit de markt. “Door de stijgende prijzen worden woningen voor deze groepen onbereikbaar. Het eigen woningbezit daalt alweer, waardoor dus meer mensen gaan huren en de huurprijzen opdrijven”, aldus Robb. “Tenzij er iets veranderd zal de volgende generatie het nog moeilijker hebben om een goede en betaalbare woning te vinden”.

    Uit het onderzoek van Shelter blijkt dat 59% van de volwassenen die nu geen huis heeft gelooft dat ze nooit meer een eigen woning kunnen veroorloven in hun regio. Recent zijn er signalen waaeembaar dat pogingen van de overheid om de huizenmarkt aan te jagen effect hebben. Potentiële huizenkopers die eerst geen woning konden veroorloven zouden dat nu wel makkelijker kunnen doen. Onderzoeken hebben laten zien dat het aantal hypotheekaanvragen in het Verenigd Koninkrijk alweer aan het aantrekken is, net als het aantal daadwerkelijke leningen aan starters. Analisten hebben echter ook al aangegeven dat veel van dit soort cijfers nog ver beneden het gemiddelde over de langere termijn liggen.

    Situatie in Nederland

    Ik heb de cijfers van het CBS erbij gepakt om de stijging van de voedselprijzen in Nederland in kaart te brengen. Tussen 1970 en 2010 ontwikkelden de prijzen van een mandje levensmiddelen zich als volgt:

      Prijs in 1970 Prijs in 2010 Prijsontwikkeling
    Aardappelen €0,21 €0,88 4,19x
    Bier €0,54 €1,41 2,61x
    Brood €0,36 €1,17 3,25x
    Hamlappen €6,60 €8,18 1,24x
    Kaas €2,68 €8,80 3,28x
    Kippenei €0,08 €0,16 2x
    Koffie €1,98 €3,09 1,56x
    Margarine €0,48 €1,53 3,19x
    Melk €0,29 €0,64 2,2x
    Riblappen €3,12 €7,91 2,53x
    Rijst €0,83 €1,82 2,19x
    Roomboter €0,83 €1,04 1,25x
    Suiker €0,52 €0,75 1,44x
    Thee €0,31 €0,72 2,32x
    Totaal €18,83 €38,10 2,02x

    In diezelfde peiode steeg de gemiddelde woningprijs in Nederland van ongeveer €23.578 (1970) naar ongeveer €272.816,24 (2010). Dat is een prijsontwikkeling van ongeveer 11,5x. Als we die prijsontwikkeling zouden vertalen naar de voedselprijzen zoals het CBS die door de jaren gemeten heeft, dan zou een standaardgewicht kaas (800 gram) nu €30 kosten en zou een pak koffie voor €22,70 van eigenaar wisselen. Een regulier brood zou minimaal €4 kosten als de prijs van brood even snel was gestegen als de prijs van een woning.

    Overgewaardeerd?

    De grote vraag is dan wat we uit het rapport van Shelter, en uit deze cijfers voor Nederland, moeten concluderen. Zijn woningen vandaag de dag veel te duur geworden? De bouwkosten van een woning liggen immers veel lager dan de gemiddelde woningprijs. Of is voedsel veel te goedkoop? of is de voedselprijs veel minder hard gestegen door schaalvoordelen in de productie? Of slaat deze hele vergelijking uit het onderzoek van Shelter, dat ik hier heb geprojecteerd op de situatie in Nederland, helemaal nergens op?

    Huizenprijzen in het Verenigd Koninkrijk zijn 43x over de kop gegaan sinds 1971

  • OESO: “Britse economie heeft meer stimulering nodig”

    De Bank of England heeft totnogtoe £375 miljard in het financiële systeem gebracht, door Britse staatsobligaties op te kopen in ruil voor 'vers' geld. Daarmee komt er meer geld in de bankensector, dat weer uitgeleend kan worden aan consumenten en bedrijven. Sommige beleidsmakers hebben hun twijfels uitgesproken over de effectiviteit van het stimuleringsprogramma van de centrale bank, maar de OESO is van mening dat 'verdere actie' van de Bank of England gerechtvaardigd is.

    De OECD trok in haar laatste onderzoek naar de stand van de Britse economie de conclusie dat een verdere uitbreiding van het QE-programma  nodig is als de economie zwak blijft. Het verlagen van de rente naar 0% is volgens de OESO ook het overwegen waard, maar dat deze maatregelen geen “duidelijke voordelen heeft” boven het uitbreiden van het QE-programma.

    De in Parijs gevestigde economische denktank verwacht dat de Britse economie dit jaar met slechts 0,9% zal groeien, nadat het over 2012 een daling heeft laten zien van 0,1%. De Britse economie ging in de afgelopen vier jaar technisch gezien door twee recessies heen, waarbij een recessie gedefinieerd wordt als twee achtereenvolgende kwartalen van economische krimp. Een derde recessie zou op de loer liggen. Wanneer men er met wat meer afstand naar kijkt zal men tot de conclusie komen dat het Verenigd Koninkrijk feitelijk onafgebroken in een recessie zit en dat er feitelijk geen sprake is geweest van een duurzaam economisch herstel. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de centrale bank in 2009 moest ingrijpen door 'de geldpers aan te zetten' en dat het gat dat in de rijksbegroting geslagen is nog steeds niet gedicht is.

    Bron: BBC

    Volgens de OESO kan de Bank of England meer staatsobligaties opkopen of de rente verder verlagen

  • Grafiek: Wisselkoersen tegenover de goudprijs

    Wie de ontwikkelingen in de valutamarkt in perspectief wil plaatsen doet er goed aan wat meer afstand te nemen en ook de goudprijs in de vergelijking te betrekken. Historisch gezien hebben goud en geld altijd enige relatie met elkaar gehad, omdat men altijd terugkeert naar goud als het stabiele uitgangspunt in de vergelijking. Goud is schaars, heeft een vrij stabiel aanbod, vergaat niet en is relatief makkelijk op te delen en te transporteren. Vandaar dat de meeste centrale banken sinds jaar en dag wat goud in de kluis leggen om de waarde van hun valuta te verdedigen.

    Goud functioneert vandaag de dag niet als geld in circulatie, maar daarmee is de rol van het edelmetaal zeker niet uitgespeeld. Niet voor niets diversificeren veel landen met veel buitenlandse valutareserves steeds meer richting goud, denk bijvoorbeeld aan Rusland, China, Brazilië, India en andere opkomende markten. De stijgende goudprijs was voor deze landen geen reden om hun aankopen terug te schroeven, integendeel. Ook zij weten dat de berg aan schuldpapieren langzaam maar zeker aan koopkracht zullen verliezen en dus geen solide fundament zijn op de balans.

    Als we de waarde van de Amerikaanse dollar afzetten tegen andere valuta – zoals het Britse pond, de Japanse yen, de euro en de Zwitserse franc – dan zou men de conclusie kunnen trekken dat de Amerikaanse dollar het niet veel slechter of beter doet dan andere grote valuta. Maar als we diezelfde dollars willen omruilen voor goud, dan blijkt dat de koopkracht sinds 2000 hard achteruit is gegaan. Het waardeverlies  van een munt blijkt dus moeilijk af te leiden uit een wisselkoers, omdat ook al deze andere munten aan waarde verliezen tegenover goud. Wat de wisselkoers in feite laat zien is welke valuta op een bepaald moment het snelste en het langzaamste aan waarde verliest tegenover het gele metaal.

    ht: @darenpa72

    Wisselkoersen laten niet zien dat valuta de afgelopen twaalf jaar onafgebroken aan waarde verloren tegenover goud (Bron: St. Louis Fed)

  • Japanse Nikkei index op hoogste stand sinds 2008

    Een zwakkere yen geeft een impuls aan exporterende bedrijven, maar kent daaaast een aantal andere 'gunstige' neveneffecten. Zo verlaagt de zwakkere munt de reele waarde van de enorme staatsschuld en voorziet het de aandelenmarkt van een nieuwe impuls. De Nikkei 225 sloot voor het eerst in ruim vier jaar tijd op een stand van 11.463,75 punten en pakte vandaag een winst van 3,77%. Het beleid van Abe mist zijn uitwerking dus niet op de beurs, waar beleggers eindelijk de beursrally zien waar ze zo lang op gewacht hebben. Onderstaande grafiek laat zien dat de Nikkei het de afgelopen drie maanden aanzienlijk beter gedaan heeft dan bijvoorbeeld de Dow Jones, de Duitse DAX en de Britse FTSE100. In drie maanden tijd steeg de beurs van Tokyo met 27,73%.

    De Nikkei 225 schoot de afgelopen drie maanden omhoog…  (Bron: Google Finance)

    … maar heeft het in de afgelopen vijf jaar een stuk minder goed gedaan (Bron: Google Finance)

    Abe

    Op de website van de Nikkei lezen we dat president Shinzo Abe zich allerminst druk maakt over het uit de hand lopen van de inflatie. Zorgen over hyperinflatie in Japan zijn 'ongegrond', zo verklaarde hij dinsdag in het parlement. “Het is onfortuinlijk dat er mensen zijn die de ongegronde angst voor hyperinflatie uitlokken”, aldus de president. Hij voegde eraan toe dat het bouwen van een duurzaam fiscaal stelsel dergelijke zorgen zal verdrijven.

    President Abe ontkende ook de beschuldiging van de oppositie dat de regering en de centrale bank een overeenstemming hebben bereikt over het 2% inflatiedoel en dat daarmee de onafhankelijkheid van de centrale bank op het spel wordt gezet. De minister president van Japan weerlegde de stelling dat de overheid teveel geld uitgeeft in een poging de economie te stimuleren. Hij zei dat de overheidsbestedingen op de middellange en lange termijn de weg gereed zullen maken voor een duurzaam economisch herstel in de private sector.

    Hogere looneisen

    Ondertussen beginnen ook de nadelen van het inflatoire beleid zichtbaar te worden. De nieuwssite van de Nikkei bericht dat Shinzo Abe bedrijven heeft opgeroepen de lonen van haar medewerkers te verhogen, omdat ze dan meer kunnen besteden en daarmee de binnenlandse consumptie aanjagen. Dat zorgt voor de gevreesde, maar volgens Abe juist gewenste(!), loon-prijs spiraal.

    Het verhogen van de lonen staat haaks op het exportmodel dat gedreven wordt door het goedkoper maken van de munt. Door de munt goedkoper te maken worden Japanse goederen elders in de wereld goedkoper, maar als vervolgens ook de lonen van Japanse arbeiders omhoog gaan wordt dat effect vanzelf weer teniet gedaan. Ondertussen verliest de munt wel aan waarde, zodat ook de besparingen aan koopkracht verliezen. Veel Japanse pensioenfondsen beleggen een aanzienlijk deel van hun vermogen in Japanse staatsobligaties en aandelen, bezittingen die minder waard worden als Abe door blijft gaan met dit inflatoire beleid.

    Goud

    De goudprijs in Japanse yen is de afgelopen maand al met meer dan 8% gestegen en ging in 2012 ook al met meer dan 20% omhoog. Daaruit valt op te maken dat de Japanse munt momenteel aan kop gaat in de 'race naar de bodem'. Van deze valutaoorlog lieten we onlangs al een aantal kaartjes zien op Marketupdate. In andere valuta, zoals de dollar, euro en het Britse pond, ging de goudprijs veel minder hard omhoog.