Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Italie ziet af van uitgifte nieuwe obligaties op 10 november

    De rentestand op Italiaanse 10-jaars staatsobligaties sloot vandaag op 6,66%, een nieuw hoogtepunt sinds Italië onderdeel uitmaakt van de Eurozone. Beleggers hebben er steeds minder vertrouwen in dat de regering van Berlusconi de hervormingen kan doorvoeren die nodig zijn om de economie weer op gang te krijgen en een crisis af te wenden, waardoor de rente op het staatspapier snel oploopt. Het is dan ook een slecht moment om nu nieuwe staatsobligaties uit te schrijven, want die zullen bij gebrek aan kopers tegen een veel hogere rente uitgegeven worden.

    Het Italiaanse ministerie van Financiën kwam zodoende tot het besluit om de eerstvolgende veiling van kortlopend schuldpapier (in dit geval met een looptijd van drie maanden) op 10 november te schrappen. De verklaring die werd gegeven is nog opmerkelijker, want er zou ''geen specifieke behoefte zijn voor nieuw geld''. We zouden haast vergeten dat Italië het IMF heeft binnengelaten om te helpen bij de hervormings- en bezuinigingsplannen. Italie moet in 2012 ook nog eens voor €167 miljard aan geld ophalen om de staatsschuld te herfinancieren en de rentelasten uit te betalen.

    De rente op 10-jaars Italiaans schuldpapier ging vandaag alle kanten op, mede door ingrijpen ECB. Grafiek van Bloomberg.

  • G-20 wil Duitse goudreserve onderbrengen bij ECB om EFSF te versterken

    De reserves – in de vorm van goud en buitenlandse valuta – zouden in dat geval worden ondergebracht bij de ECB, zo berichtte de 'Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung'. In totaal zou er voor €15 miljard aan reserves aangesproken moeten worden voor de Duitse bijdrage aan het grotere noodfonds, dat uiteindelijk tot €1000 miljard moet aangroeien met behulp van buitenlandse investeerders en een beetje 'financiële innovatie'. Volgens de Duitse krant 'Welt am Sonntag' kan er ook €15 miljard aan SDR's (special drawing rights) worden ingezet, de speciale valuta die het IMF uitgeeft en waar ook de Duitse Bundesbank een reserve van heeft. Het Europese systeem van centrale banken zou volgens de gesprekken bij de G-20 in totaal €50 tot 60 miljard aan reserves kunnen onderbrengen bij de ECB om het noodfonds voor zwakke eurolanden en banken te versterken.

    Volgens Steffen Seibert, een woordvoerder van de Duitse regering, kwam het aanspreken van de Duitse valuta- en goudreserves niet ter discussie op de G-20 top in Cannes. De plannen om de speciale SDR valuta van het IMF als wapen te gebruiken in de Europese schuldencrisis werden door de Duitse bondskanselier Angela Merkel neergesabeld. Ze is een fel tegenstander van de geldpersfinanciering, want ook de inbreng van SDR's in het noodfonds zou in die categorie vallen. The Wall Street Joual zegt namelijk dat er tijdens de G-20 top een voorstel is gedaan om het IMF €250 miljard aan nieuwe SDR's uit te geven, waarvan een gedeelte in het EFSF noodfonds gestopt kan worden.

    Ook zouden er SDR's richting verschillende centrale banken gaan, om op die manier hun reserves te versterken. De SDR ontleent haar waarde aan een mandje van belangrijke valuta's, namelijk de Amerikaanse dollar, de Japanse yen, de euro en het Britse pond sterling. Door centrale banken van de verschillende Europese landen van extra SDR's te voorzien hebben ze een iets grotere buffer waar ze in noodgevallen uit kunnen putten. Dat zou tevens de rente op nieuwe staatsobligaties omlaag brengen, zo concludeert de Wall Street Joual. Het idee om SDR's in te zetten is niet nieuw, want na de val van Lehman Brothers werd een soortgelijk voorstel gedaan. De G-20 bereikte toen in 2009 een akkoord om €250 miljard aan nieuwe SDR's te verdelen om de eerste klappen van de crisis op te vangen. Over inflatie gesproken.

    Een groter en sterker EFSF moet voorkomen dat de ECB buiten haar boekje gaat. Het plan om staatsobligaties van landen op te kopen valt buiten het mandaat van de ECB, omdat het een hogere inflatie veroorzaakt. De procedure zou beperkt en tijdelijk moeten zijn, maar dat gelooft inmiddels niemand meer. Op de balans van de ECB is inmiddels al voor ongeveer €180 miljard aan staatsobligaties gestald, waarvan het grootste gedeelte Italiaans schuldpapier is.

    De toevoeging van nieuwe SDR's en het inzetten van reserves van de Bundesbank zouden de eerste stappen zijn om het Europese noodfonds te versterken. De betrokkenheid van het IMF in deze roept ook de vraag op of deze organisatie zich niet meer moet opstellen als een lender of last resort. De leiders van de twintig grootste economieën bereikten overeenstemming over het plan om het IMF meer te betrekken bij het EFSF, maar tot concrete punten zijn de landen niet gekomen.

    Zero Hedge maakt drie belangrijke observaties bij dit verhaal:

    1. Als het op het redden van zwakke Eurolanden aankomt is Duitsland best bereid om wat euro's over te maken, maar als het op de goudreserves aankomt geeft de sterkste economie van Europa een duidelijk 'nee' af.
    2. De Eurozone, de ECB én het EFSF zijn allemaal bankroet of insolvabel en hebben geen enkele geloofwaardigheid meer op de kapitaalmarkt.
    3. Als de ECB stopt het het kopen van staatsobligaties en er nog meer insolvabele landen steun gaan zoeken bij het EFSF zal ook Duitsland uiteindelijk haar eigen reserves moeten inleggen om de Eurozone overeind te houden. Als de Eurozone koste wat kost bij elkaar gehouden moet worden dan hoort daar ook de goudreserve bij.

    Bij dat laatste punt vragen we ons wel af wie dit goud dan in beslag gaat nemen. De Europese schulden liggen vooral in Europa zelf, verspreid over banken (ook de ECB), beleggers en pensioenfondsen. De plannen om reserves van centrale banken onder te brengen bij de ECB om het EFSF te ondersteunen roepen dus vooral meer vragen op. Dit onderwerp zal vandaag ook ter sprake komen bij een nieuwe meeting van de ministers van Financiën van alle landen uit de Eurozone.

    Europese goudreserves als onderdeel van totale reserves

  • Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel

     

     

    Via de website van de Tweede Kamer:

    De aanvankelijke opdracht van het parlementaire onderzoek naar het financieel stelsel bestond uit 2 delen. Het eerste deel van het onderzoek is op 10 mei 2010 afgesloten met de aanbieding van het rapport ‘Verloren Krediet’. De Tweede Kamer heeft besloten voor het tweede deel van het onderzoek een parlementaire enquête te houden. Hiervoor is de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel ingesteld.

    Crisismaatregelen
    De enquête gaat over de crisismaatregelen die de Nederlandse overheid in de periode september 2008 tot en met januari 2009 nam om de acute problemen in het Nederlandse financiële stelsel te bestrijden. Doel van de enquête is om inzicht te krijgen in de totstandkoming van de crisismaatregelen en daaruit lessen te trekken voor de toekomst.

    Meer informatie is te vinden in de onderzoeksopdracht.

  • Dagelijkse kost 7 november 2011

     

     

    • De vastgoedprofessor en zijn belangenconflicten (FTM)
    • De huizenmarkt is wél een thema (RTL-Z)
    • VVD wil admiraal voor de handel (Nu.nl)

    Bron: Zero Hedge

    • CME, ICE cut margin needs to limit MF Global fallout (Reuters)
    • CME Issues Clarification On Margins: To Usher More Risk, Less Liquidity In MF Aftermath (Zero Hedge)
    • MF Global: $658 Million in Missing Customer Funds Found in Account at JP Morgan – Maybe (Jesse's Cafe Americain)

    Heel bijzonder, de Griekse 1-jaars rente bereikt 235% en dat betekent dat de waarde van Grieks schuldpapier is geïmplodeerd. Anders gezegd, niemand kent enige waarde toe aan Griekse schulden.

    • Euro Finance Chiefs Focus on ‘Bazooka’ Fund (Bloomberg)
    • China to inject over $158 billion into money market: report (Reuters)
    • The Big Withdrawal and Other Liquidity Facts (Wall Street Examiner)
    • MERS Update: Multidistrict litigation decision (Calculated Risk)
    • Must read! Moneyness (FOFOA)
    • Must read! Fear and loathing in the Cannes debt festival (Asia Times)
  • Italiaanse staatsschuld is tikkende tijdbom voor Europa

    Voor de vierde handelsdag op rij sluit de rente op Italiaanse 10-jaarsleningen boven de 6%, waarmee beleggers kenbaar maken minder vertrouwen te hebben in de houdbaarheid van de Italiaanse schuld. De schuld is momenteel groter dan €1.900 miljard, wat neerkomt op ongeveer 120% van het BBP. Eerder deze week moest de nieuwe ECB-president Draghi al ingrijpen op de Italiaanse obligatiemarkt, omdat de handel in het staatspapier dreigde op te drogen. Het mocht niet baten, want ondanks de kleinschalige aankoop (volgens berichtgeving ongeveer €5 miljard) eerder deze week staat de rente inmiddels alweer hoger.

    De Europese leiders zullen dan ook steeds meer druk zetten op Italië om drastisch te bezuinigen, zodat de markten weer vertrouwen krijgen in de houdbaarheid van de Italiaanse schuld. Maar het is de vraag of Berlusconi daar voldoende gehoor aan zal geven, omdat het hem niet populair zal maken bij zijn achterban. Als de slechte stemming op de obligatiemarkt blijft aanhouden komen de schijnwerpers snel op Italië te staan. Zodra de rente op 10-jaars leningen van het land vijf dagen achtereen 450 basispunten of meer afwijken van soortgelijke Duitse obligaties heeft dat namelijk ook gevolgen voor banken die de Italiaanse obligaties in onderpand hebben. Dit onderpand krijgt dan een lagere waardering op de financiële markten, waardoor banken kunnen besluiten de resterende Italiaanse obligaties in de verkoop te doen.

    Een grootschalige verkoopgolf zal een versterkend effect hebben, soortgelijk met wat eerder gebeurde met de Griekse en Portugese obligaties. Onderstaande figuur laat zien hoe de rente op de 10-jaars staatsleningen van drie verschillende landen zich ontwikkelde, nadat het niveau van 6% rente werd doorbroken (T=0). In het geval van Griekenland, Portugal én Ierland klom de rente vervolgens heel erg snel naar 10%, waarmee de rentelasten niet meer op te brengen zijn. In het geval van Italië is een dergelijke ontwikkeling nog zorgelijker, omdat hun staatsschuld van een compleet andere omvang is. Volgend jaar moet de Italiaanse overheid bijvoorbeeld al voor €300 miljard herfinancieren op de obligatiemarkten, aangevuld met eventuele tekorten op de begroting.

    Links: renteverschil tussen Italiaanse en Duitse 10-jaars obligaties. Rechts: Koersverloop 10-jaars obligaties na het doorbreken van 6% grens.

    EFSF niet geschikt voor bailout Italië

    De uitbreidings van het noodfonds naar €1.000 miljard klinkt op papier indrukwekkend, maar in de praktijk zal het geld moeilijk bij elkaar te krijgen zijn. Een geplande veiling met een omvang van €5 miljard aan EFSF-obligaties verliep bijzonder moeizaam, om nog maar te zwijgen van het 200-voudige bedrag. Daaaast hebben investeerders twijfels over de waarde van de garanties die het EFSF via de hefboomconstructie zal geven op obligaties van probleemlanden, omdat de landen die mogelijk aanspraak zullen maken op het noodsfonds dezelfde landen zijn die geld inbrengen voor de garanties van het EFSF. Deze opmerkelijke constructie is niet geloofwaardig voor buitenlandse investeerders waardoor Europa uiteindelijk toch is aangewezen op de ECB.

    Als de stabiliteit van de Eurozone op het spel staat zullen principes snel opzij worden gezet en zal de ECB massaal Italiaanse staatsobligaties aan haar balans toevoegen. De no-bailout clausule voor lidstaten van de Eurozone werd eerder al overboord gegooid en ook bleek de belofte van de ECB om niet te interveniëren op de obligatiemarkten weinig waard. Als de stabiliteit van de Eurozone in het gevaar komt zal er voor Draghi niets anders op zitten dan de geldpers aan te zetten. Hoe de ECB de steunaankopen gaat steriliseren (geld elders uit de markt halen om het effect van inflatie te dempen) blijft onduidelijk, maar het zal ongetwijfeld effect hebben op de prijzen van goud en zilver (die gaan flink omhoog).

    We sluiten af met een treffende quote uit een analyse van FOFOA:

    “They will never sacrifice the system to preserve the value of the currency. But they will always sacrifice the currency to save the system.”

  • Federal Reserve handhaaft lage rente en stelt groeiverwachting naar beneden bij

    De Federal Reserve was bijna unaniem in haar besluit om de rente te handhaven: van de tien leden die over het beleid beslissen stemde er slechts één tegen. Door de lage rente kunnen banken goedkoop geld uitlenen, waardoor ook bedrijven en burgers toegang hebben tot relatief goedkope leningen. Ook stelt de lage rente banken in staat om hun posities in staatsobligaties en aandelen uit te breiden, waardoor ze de financiële markten kunnen blijven ondersteunen en waarmee ze hun winst op peil kunnen houden.

    Het rentebesluit mag eigenlijk geen verrassing heten, omdat Beanke eerder al heeft aangeven de rente zeker tot 2013 op een zeer laag niveau te houden. Vanuit het Keynesiaanse perspectief van de Federal Reserve moet de lage rente helpen de economie op gang te brengen, maar daar hebben we totnogtoe nog maar weinig van gezien. De rente staat al sinds december 2008 op dit lage niveau.

    De FED gaf in haar verklaring aan dat de Amerikaanse economie in het derde kwartaal wat aansterkte, maar dat er significante risico's zijn door de aanhoudende onrust op de financiële markten wereldwijd. Over 2012 is de FED iets negatiever geworden. Amerika moet volgenbs Beanke rekening houden met een lagere economische groei en een hogere werkloosheid. Waar eerder werd gerekend op een economische groei (GDP) van 3,3 tot 3,7 procent voor 2012 gaat men nu uit van een groei in de bandbreedte van 2,5 tot 2,9 procent. De FED komt ook terug van haar optimistische verwachting ten aanzien van de werkloosheid. Eerst ging men nog uit van een officiële werkloosheid van 8,6 tot 8,9 procent in 2011, nu is dat bijgesteld naar 9 tot 9,1 procent.

    De Federal Reserve verwacht nog wel een daling van de werkloosheid in 2012 en 2013, maar minder krachtig dan eerst werd gedacht. Voor 2012 houdt men nu rekening met 8,5 tot 8,7 procent in plaats van 7,8 tot 8,2 procent. In 2013 moet de werkloosheid nog iets lager zijn, namelijk 7,8 tot 8,2 %. Eerdere schattingen van de FED over 2013 kwamen uit op 7 tot 7,5 procent werkloosheid.

    Klik hier voor de volledige persverklaring van de Federal Reserve.

  • Dagelijkse kost 4 november 2011

     

    • G20 wil strijdkas IMF vergroten (Nu.nl)
    • IMF gaat toezicht houden op Italië (RTL-Z)
    • Papandreou: Referendum gaat niet door (FTM)
    • Must read! Een hedgefund van 1000 miljard: knettergek (De wereld morgen)

    Opmerkelijke ontwikkelingen vis-a-vis Iran. Als je financiële systeem dreigt te imploderen, dan begin je toch gewoon weer een oorlog? Paul Krugman zou trots zijn. Hij hield op CNN een pleidooi om een giga stimuleringsprogramma te initiëren ter voorbereiding van een heuse Alien Invasion.

    • Israel Considers Pre-Emptive Attack On Iran (Sky News)
    • UK and U.S. 'draw up joint plan to attack Iran': Evidence of nuclear programme raises tension in Middle East (Daily Mail)
    • Iran: the damning nuclear evidence (Telegraph)


     

    • Mike Bloomberg's Marie Antoinette Moment (Rolling Stone)
    • Greece Backs Away from Referendum Plans (Spiegel)

    Zoals lezers van de Nieuws-Flash weten is Thomas Hoenig één van de weinige Fed-goveors geweest (zijn termijn bij de Kansas City Fed is inmiddels voorbij) die kritisch is over het beleid van Beanke. Hij vindt het helemaal niks en wij hebben wel eens de suggestie gedaan dat als Beanke uit zijn ambt wordt gezet (en wat naar alle waarschijnlijkheid niet resulteert in een wijziging in beleid omdat elke volgende Amerikaanse president een Fed voorzitter nodig heeft die bereid is om de begrotingstekorten met de geldpers te financieren), Thomas Hoenig kandidaat is. Welnu, Thomas Hoenig gaat naar de FDIC waar hij zich gaat bezig houden met het reguleren van “too big to fail”, politiek ingedekte en (boekhoudkundig) frauderende banken van wie hij een o-zo grote fan is. Wie weet slaagt hij er in om precies datgene te doen wat president Obama nalaat.   

    Een must read met een wel heel erg lange titel..!

    • “Greenspan Was Worried that the U.S. Would Pay Off It’s Debt, Causing the Fed to “Lose Control of Monetary Policy” … So He Suggested Tax Cuts for the Wealthy to INCREASE the Debt” (Washington's Blog)

    Ook de moeite waard: “G20 Summit – FT special report (Financial Times)

    Tot slot. Humor. De scene aan het einde in de volgende artikel is afkomstig uit de film “Billy Maddison” en wat is de scene treffend gebruikt. Briljant! Omwille van de originaliteit en de clue.. lees het artikel “Is Beanke gek geworden?”.

  • Beperking hypotheekrenteaftrek niet alleen goed voor de banken

    Door Maarje Martens

    En om de gemoederen te bezweren laat staatssecretaris Weekers per omgaande weten niet te zullen toen aan de hypotheekrenteaftrek. De aanleiding is de publicatie van het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS) najaar 2011 door De Nederlandse Bank (DNB) waarin de regering wordt aangeraden zo snel mogelijk maatregelen te nemen om de hypotheekrenteaftrek te beperken. De belangrijkste reden is het zogeheten depositofinancieringsgat ofwel het verschil tussen het bedrag dat Nederlandse huishoudens gezamenlijk hebben gespaard en geleend. Dat gat bedraagt 479 miljard euro’s ofwel 3/4e van ons bnp. Het spaargedrag van Nederlanders is niet veel anders dan in andere westerse landen. Ons leengedrag is daarentegen in hoge mate afwijkend: de schuld van huishoudens is nergens zo hoog. Een belangrijke oorzaak is dat ons belastingsstelsel  lenen subsidieert en sparen belast. DNB adviseert dat stimuleringsmaatregelen die de leencapaciteit van huishoudens slechts verder vergroten beter kunnen  worden vermeden. Het gaat hier vooral om de hypotheekrenteaftrek die het aangaan van schuld stimuleert en aflossing ontmoedigt.

    Tophypotheken zijn het probleem
    De nieuwe Bazelse regelgeving vereist dat het financieringsgat gedicht wordt en wel met langere  financiering.  De meest gebruikelijke methode van lange financiering  is momenteel de uitgifte van gedekte obligaties waarbij financiële instellingen een deel van de hypothecaire portefeuille die ze al hebben in onderpand geven, dat wil zeggen door verkopen aan derden. Dit gebeurt al op grote schaal. Het blijkt echter dat beleggers die in deze gesecuritiseerde  obligaties geïnteresseerd zijn steeds huiveriger worden voor het gemak waarmee woningaankopen in Nederland gefinancierd worden met tophypotheken.  De hoge LTV-ratio’s in combinatie met het grote percentage aflossingsvrije hypotheken bieden investeerders onvoldoende zekerheid dat de waarde van het onderpand ruim boven de waarde van de aangetrokken lening liggen.

    Overheidsgaranties voldoen niet meer   en de vrees neemt toe voor een downgrading door Moody’s en van Fitch van de kredietwaardigheid van de instelling die borg staat voor de hypotheken die onder de Nationale Hypotheekgarantie vallen, het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Als het WEW zijn AAA status verlies worden hypotheken duurder.  Kredietbeoordelaars dreigen met downgrading tot “low investment grade” als er geen extra kredietbescherming wordt opgenomen naast de Nationale Hypotheekgarantie (NHG).  De mogelijke afwaardering komt vooral door de magere buffers (overwaarde)  in de securitisaties en niet door hogere risico's van wanbetaling op de hypotheken.  Met andere woorden, de tophypotheken zijn het probleem en niet de garantstelling door de overheid. En dit verklaart waarschijnlijk de ommezwaai richting strenger leenbeleid op woninghypotheken van de banken sinds de zomer.

    Het is dan ook geen verrassing dat de Rabobank , de bank met het grootste marktsegment i n hypotheken, positief is over de voorstellen van de DNB om de hypotheekrenteaftrek op de schop te nemen. Gepleit wordt voor een allesomvattend akkoord dat ertoe moet leiden de huizenmarkt stabiel te houden.  Helaas leiden strengere leenvoorwaarden (lagere LTV-ratio’s) onvermijdelijk tot lagere woningprijzen en zal stabiliteit pas mogelijk zijn als alle lucht uit de huizenmarktzeepbel is. Woningprijzen zullen nog aanzienlijk dalen. De DNB geeft dat dilemma ook aan. “Een daling van huizenprijzen zal de uitgifte van met hypotheken gedekte obligaties bemoeilijken, terwijl significante kredietverliezen kunnen leiden tot bijstortverplichtingen aan de obligatiehouders. Oplopende verliezen zullen het uitgeven van securitisaties en het aantrekken van verschillende vormen van financiering met minder zekerheden lastiger en duurder maken. Om het vertrouwen van financiers te borgen, zullen instellingen hun buffers verder moeten versterken, of de financieringsbehoefte geleidelijk moeten afbouwen.“  Met andere woorden, de daling van huizenprijzen is onvermijdelijk en zal moeten leiden tot het nemen van maatregelen die er vooral op gericht zijn schulden af te bouwen dan wel af te boeken. Pas als de verhouding tussen prijs en waarde van onroerend goed tot realistische proporties is terug gebracht zal er sprake kunnen zijn van stabiliteit.  

    Horen, zien en zwijgen
    Ondanks het feit dat Bazel III vereist dat het financieringsgat van 480 miljard gedicht wordt en dat de DNB hiertoe voorstellen doet, laat Staatssecretaris Weekers terstond weten niet aan de hypotheekrenteaftrek te willen toen. Er is duidelijk een verschil tussen de door banken gewenste stabiliteit op de woningmarkt, die hen in staat moet stellen om met hypotheken gedekte obligaties uit te geven, en de door Weekers gewenste rust op de woningmarkt die vermoedelijk bedoeld is om te voorkomen dat woningprijzen verder dalen (maar waarschijnlijk vooral  electorale motieven kent). Helaas zal een woningmarktbeleid dat enkel is gebaseerd op het uit de weg gaan van hervormingen niet kunnen voorkomen dat huizenprijzen nog flink zullen dalen. Het zal daarentegen het proces naar de gewenste stabiliteit behoorlijk vertragen.  Er zal dan veel langer sprake zijn van onzekerheid voor alle betrokkenen op deze markt, woningeigenaren, bouwers, makelaars en banken en het is zeer de vraag of dit verstandig is. Bovendien blijven de publieke lasten van het fiscaal ondersteunen van de woningmarkt onverminderd hoog (de HRA kost de overheid zo’n 12 miljard euro op jaarbasis) terwijl iedereen het erover eens is dat deze maatregel huizenprijzen kunstmatig hooghoudt en schuldvorming van huishoudens onnodig bevordert.

    Out of the box
    Om aan te geven dat het anders kan verwijs ik graag naar een suggestie van professor Tissen.  Hij stelt voor om naar de aftrekbaarheid van hypotheekrente te kijken in relatie tot het in de bedrijfskunde gangbare begrip ‘contante waarde’. Van alle hypotheken is de omvang bekend, de rente en de looptijd, even als het huidige inkomen van de hypotheekgever. Dit stelt de belastingdienst in staat om de jaarlijks aftrekbare som te bepalen. Die kan vervolgens ‘contant’ worden gemaakt voor de resterende looptijd van de hypotheek. Door dit bedrag te totaliseren kan de overheid de toekomstige renteaftrek als het ware ‘afkopen’. Echter in plaats van dit bedrag consumptief uit te keren aan de individuele hypotheekgever, wordt het bedrag aangewend om de totale hypotheekschuld bij de bank te verminderen. Het voordeel voor de huizenbezitter is evident: lagere maandlasten vanwege een lagere hypotheek. Het voordeel voor de banken is ook evident: lager risico en een buffer om prijsdalingen van huizen te kunnen compenseren. Tegelijkertijd besluit de overheid om de aftrek van toekomstige hypotheekrente af te schaffen en om een contract met individuele huizenbezitters af te sluiten waarin geregeld wordt dat bij verkoop van een huis 50% van de meerwaarde in de zak van de verkoper terechtkomt en 50% terugvloeit naar de overheid.

    Win-win-win: op deze manier wordt niet alleen iedereen (burgers, banken en belastingdienst) er beter van, maar wordt de actuele huizenmarkt voor ineenstorten behoedt. Er ontstaan zelfs weer nieuwe perspectieven waardoor menigeen opgelucht adem zal kunnen halen.  Met andere woorden, een idee dat zeker meer aandacht  verdient.

     

  • IMF gaat Italië controleren

    Het Griekse fiasco raakte afgelopen weken in een stroomversnelling en dit had ook gevolgen voor de andere zwakke broeders uit de eurozone waaronder Italië. Italië heeft te kampen met stijgende financieringskosten en een staatsschuld die 120% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedraagt. Italië moet hervormen om hun economie weer op gang te krijgen. De Europese leiders proberen nu door middel van het toezicht van het IMF op de Italiaanse hervormingen het vertrouwen in de derde economie van Europa te herstellen. 

    De druk op Berlusconi steeg afgelopen dagen zowel in binnen- als buitenland om maatregelen te nemen. Volgens de Europese politieke leiders valt Italië in de categorie too big to fail en moest er daarom een manier worden gevonden om het vertrouwen van de markten in het land te herstellen. Berlusconi stemde in met de controlerende rol van het IMF en zei in een persconferentie dat hij de het toezicht van het IMF verwelkomt. Daaaast zei Berlusconi dat hij een aanbod van het IMF om Italië financieel te helpen had afgewezen. Ook stelde Berlusconi dat hij een stabiele meerderheid heeft in het Italiaanse parlement en dat er geen behoefte is aan een nieuwe regering. 
     
    Sarkozy bevestigde dat het IMF de hervormingsplannen en de voortgang van de hervormingen ging controleren en prees Italië voor het nemen van maatregelen die het vertrouwen moeten herstellen. Volgens voorzitter van de Europese Commissie Barosso vroegen de Italianen zelf om de hulp van het IMF. 

    Bronnen:
    NRC
    Reuters
     

     
  • Update (1): ECB verlaagt rente met 0,25% naar 1,25%

    Via de website van de ECB:

    3 November 2011 – Monetary policy decisions

    At today’s meeting the Goveing Council of the ECB took the following monetary policy decisions:

    The interest rate on the main refinancing operations of the Eurosystem will be decreased by 25 basis points to 1.25%, starting from the operation to be settled on 9 November 2011.

    The interest rate on the marginal lending facility will be decreased by 25 basis points to 2.00%, with effect from 9 November 2011.

    The interest rate on the deposit facility will be decreased by 25 basis points to 0.50%, with effect from 9 November 2011.

    The President of the ECB will comment on the considerations underlying these decisions at a press conference starting at 2.30 p.m. CET today.

    European Central Bank
    Directorate Communications
    Press and Information Division
    Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main
    Tel.: +49 69 1344 7455, Fax: +49 69 1344 7404
    Inteet: http://www.ecb.europa.eu

    Update.

    De volledige toelichting van de ECB via haar website:

    Mario Draghi, President of the ECB, Vítor Constâncio, Vice-President of the ECB,
    Frankfurt am Main, 3 November 2011

    Ladies and gentlemen, welcome to our press conference. Today is the first time that I have had the privilege and pleasure of chairing the meeting of the Goveing Council of the ECB. I am delighted to proceed now with our well-established practice of real-time communication and to report on the outcome of our meeting, together with the Vice-President.

    Based on its regular economic and monetary analyses, the Goveing Council decided to reduce the key ECB interest rates by 25 basis points. While inflation has remained elevated and is likely to stay above 2% for some months to come, inflation rates are expected to decline further in the course of 2012 to below 2%. At the same time, the underlying pace of monetary expansion continues to be moderate. After today’s decision, inflation should remain in line with price stability over the policy-relevant horizon. Owing to their unfavourable effects on financing conditions and confidence, the ongoing tensions in financial markets are likely to dampen the pace of economic growth in the euro area in the second half of this year and beyond. The economic outlook continues to be subject to particularly high uncertainty and intensified downside risks. Some of these risks have been materialising, which makes a significant downward revision to forecasts and projections for average real GDP growth in 2012 very likely. In such an environment, price, cost and wage pressures in the euro area should also moderate; today’s decision takes this into account. Overall, it remains essential for monetary policy to maintain price stability over the medium term, thereby ensuring a firm anchoring of inflation expectations in the euro area in line with our aim of maintaining inflation rates below, but close to, 2% over the medium term. Such anchoring is a prerequisite for monetary policy to make its contribution towards supporting economic growth and job creation in the euro area.

    The provision of liquidity and the allotment modes for refinancing operations will continue to ensure that euro area banks are not constrained on the liquidity side. All the non-standard monetary policy measures taken during the period of acute financial market tensions are, by construction, temporary in nature.

    Let me now explain our assessment in greater detail, starting with the economic analysis. Real GDP growth in the euro area, which slowed in the second quarter of 2011 to 0.2% quarter on quarter, is expected to be very moderate in the second half of this year. There are signs that previously identified downside risks have been materialising, as reflected in unfavourable evidence from survey data. Looking forward, a number of factors seem to be dampening the underlying growth momentum in the euro area, including a moderation in the pace of global demand and unfavourable effects on overall financing conditions and on confidence resulting from ongoing tensions in a number of euro area sovereign debt markets. At the same time, we continue to expect euro area economic activity to benefit from continued positive economic growth in the emerging market economies, as well as from the low short-term interest rates and the various measures taken to support the functioning of the financial sector.

    In the Goveing Council’s assessment, the downside risks to the economic outlook for the euro area are confirmed in an environment of particularly high uncertainty. Downside risks notably relate to a further intensification of the tensions in some segments of the financial markets in the euro area and at the global level, as well as to the potential for these pressures to further spill over into the euro area real economy. They also relate to the impact of the still high energy prices, protectionist pressures and the possibility of a disorderly correction of global imbalances.

    With regard to price developments, euro area annual HICP inflation was 3.0% in October according to Eurostat’s flash estimate, unchanged from September. Inflation rates have been at elevated levels since the end of last year, mainly driven by higher energy and other commodity prices. Looking ahead, they are likely to stay above 2% for some months to come, before falling below 2% in the course of 2012. Inflation rates are expected to remain in line with price stability over the policy-relevant horizon. This patte reflects the expectation that, in an environment of weaker euro area and global growth, price, cost and wage pressures in the euro area should also moderate.

    The Goveing Council continues to view the risks to the medium-term outlook for price developments as broadly balanced, taking also into account today’s decision. On the upside, the main risks relate to the possibility of increases in indirect taxes and administered prices, owing to the need for fiscal consolidation in the coming years. In the current environment, however, inflationary pressure should abate. The main downside risks relate to the impact of weaker than expected growth in the euro area and globally. In fact, if sustained, sluggish economic growth has the potential to reduce medium-term inflationary pressure in the euro area.

    Tuing to the monetary analysis, the annual growth rate of M3 increased to 3.1% in September 2011, up from 2.7% in August. The annual growth rate of loans to the private sector, adjusted for loan sales and securitisation, was 2.7% in September, unchanged from August. As in August, inflows into M3 also reflect the heightened tensions in some financial markets. In particular, inflows into money market fund shares/units, as well as into repurchase agreements conducted through central counterparties, appear to have significantly affected monetary developments in September. The annual growth rate of M1 increased to 2.0% in September, from 1.7% in August.

    On the counterpart side, the annual growth rate of loans to non-financial corporations and to households in September, adjusted for loan sales and securitisation, remained broadly unchanged compared with August, at 2.2% and 2.6% respectively. These figures do not signal that the heightened financial market tensions have affected the supply of credit up to September. However, as such effects can manifest themselves with lags, close scrutiny of credit developments is warranted in the period ahead. Taking the appropriate medium-term perspective and looking through short-term volatility, underlying broad money and loan growth have stabilised over recent months. Overall, the underlying pace of monetary expansion thus remains moderate.

    The overall size of monetary financial institutions’ balance sheets remained broadly unchanged over the past few months. The soundness of bank balance sheets will be a key factor in reducing potential negative feedback loop effects related to tensions in financial markets, thereby facilitating an appropriate provision of credit to the economy over time. We therefore welcome the agreement of the European Council to proceed with the increase in the capital position of banks to 9% of core Tier 1 by the end of June 2012. We also fully support the call to national supervisors to ensure that banks' recapitalisation plans do not lead to excessive deleveraging.

    To sum up, based on its regular economic and monetary analyses, the Goveing Council decided to reduce the key ECB interest rates by 25 basis points. While inflation has remained elevated and is likely to stay above 2% for some months to come, inflation rates are expected to decline further in the course of 2012 to below 2%. A cross-check with the information from our monetary analysis confirms that the underlying pace of monetary expansion continues to be moderate. After today’s decision, inflation should remain in line with price stability over the policy-relevant horizon. Owing to their unfavourable effects on financing conditions and confidence, the ongoing tensions in financial markets are likely to dampen the pace of economic growth in the euro area in the second half of this year and beyond. The economic outlook continues to be subject to particularly high uncertainty and intensified downside risks. Some of these risks have been materialising, which makes a significant downward revision to forecasts and projections for average real GDP growth in 2012 very likely. In such an environment, price, cost and wage pressures in the euro area should also moderate; today’s decision takes this into account. Overall, it remains essential for monetary policy to maintain price stability over the medium term, thereby ensuring a firm anchoring of inflation expectations in the euro area in line with our aim of maintaining inflation rates below, but close to, 2% over the medium term. Such anchoring is a prerequisite for monetary policy to make its contribution towards supporting economic growth and job creation in the euro area.

    Tuing to fiscal policies, all euro area govements need to show their inflexible determination to fully honour their own individual sovereign signature as a key element in ensuring financial stability in the euro area as a whole. The Goveing Council takes note of the fiscal commitments expressed in the Euro Summit statement of 26 October 2011 and urges all govements to implement fully and as quickly as possible the measures necessary to achieve fiscal consolidation and sustainable pension systems, as well as to improve goveance. The govements of countries under joint EU-IMF adjustment programmes and those of countries that are particularly vulnerable should stand ready to take any additional measures that become necessary.

    It is crucial that fiscal consolidation and structural reforms go hand in hand to strengthen confidence, growth prospects and job creation. The Goveing Council therefore calls upon all euro area govements to accelerate, urgently, the implementation of substantial and comprehensive structural reforms. This will help the euro area countries to strengthen competitiveness, increase the flexibility of their economies and enhance their longer-term growth potential. In this respect, labour market reforms are essential and should focus on measures to remove rigidities and to enhance wage flexibility, so that wages and working conditions can be tailored to the specific needs of firms. More generally, in these demanding times, moderation is of the essence in terms of both profit margins and wages. These measures should be accompanied by structural reforms that increase competition in product markets, particularly in services – including the liberalisation of closed professions – and, where appropriate, the privatisation of services currently provided by the public sector. At the same time, the Goveing Council stresses that it is absolutely imperative that euro area national authorities rapidly adopt and implement the measures announced and recommended in the Euro Summit statement of 26 October 2011.

    We are now at your disposal for questions.

    European Central Bank
    Directorate Communications
    Press and Information Division
    Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main
    Tel.: +49 69 1344 7455, Fax: +49 69 1344 7404
    Inteet: http://www.ecb.europa.eu