Categorie: Valutacrisis

  • Edin Mujagic: Hoe de euro een zwakke munt werd

    Met elke cent waarmee de euro zakt ten opzichte van de dollar – en tegenwoordig is dat een kwestie van uren zo lijkt het – neemt het gejuicht uit allerlei hoeken toe in Nederland. Een zwakke euro is goed voor de export en daarmee voor de Nederlandse economie, klinkt het dan. Elke keer als ik zoiets lees of hoor denk ik: economische geschiedenis zou een verplicht vak voor alle managers, economen, analisten, politici, journalisten en anderen moeten zijn. Want wie de economische en zeker monetaire historie een beetje kent, wéét dat een zwakke munt geen goede zaak is. Voor het bewijs hoeven we niet verder te gaan dan enkele eurolanden…

    Het economisch model van landen zoals Griekenland en Italië was decennialang een mix van zwakke munt, relatief hoge inflatie en begrotingstekorten. Die zwakke munt was goed voor de export. Goed, daardoor was de inflatie hoog, waardoor na enige tijd de export ook problemen kreeg (door stijgende loonkosten bijvoorbeeld), maar de oplossing was makkelijk: eens in zoveel tijd devalueerde de overheid de munt van het land en het feest kon opnieuw beginnen. Dat je als overheid vooral schuld op schuld moest stapelen is dan eigenlijk heel logisch: hoge inflatie lost een deel van je schuld af namelijk.

    euro-usd-wisselkoersTen noorden van de Alpen vinden we landen die decennialang er juist een heel ander economisch model op na hielden. Duitsland en Nederland bouwden hun economisch huis op een fundament van een sterke munt, relatief lage inflatie en relatief gezonde overheidsfinanciën. De waarde van de mark of de gulden zien dalen, laat staan met opzet verlagen, stond gelijk aan nationale schande. Wat hebben die verschillende modellen die landen opgeleverd? De Griekse en de Italiaanse bedrijven zijn nauwelijks concurrerend op de internationale markt, de rentes in die landen lagen veel hoger dan de rentes in Nederland en Duitsland en de levensstandaard is er ook lager. De Duitse en de Nederlandse daarentegen kunnen bijna elke concurrentie aan. De sterke mark en gulden hebben die bedrijven namelijk gedwongen voortdurend te innoveren en efficiënter te worden. Dat hebben ze zo goed gedaan, dat die mate van kwaliteit ze in staat stelt extra winst te maken: Duitse machines zijn duurder dan machines uit de VS of andere landen maar het is de “Made in Germany’ stempel erop waardoor de Duitse producent zijn concurrenten kan aftroeven én een hogere prijs kan vragen. Dat innoveren, investeren en efficiënter worden kon ook omdat de kosten relatief gezien weinig stegen. Door de lage inflatie was het niet nodig lonen elk jaar fors te verhogen en geld lenen om te investeren was, dankzij de lage rentes, relatief goedkoop. Dat Duitsland en Nederland tot de meest welvarende landen in Europa en de wereld behoren, is dan ook terug te voeren tot die traditie van een sterke munt, lage inflatie en relatief gezonde overheidsfinanciën.

    "Euro was een poging twee modellen samen te voegen"

    De introductie van de euro in 1999 was in feite een poging die twee modellen samen te voegen. Maar dat is onmogelijk; zij staan immers lijnrecht tegenover elkaar: er is geen model mogelijk waarin de munt én sterk én zwak is, waarin de inflatie én laag en hoog is en de overheidsfinanciën én gezond én verrot zijn. De twee modellen zijn als olie en water: je kunt die twee vloeistoffen mengen en door elkaar schudden totdat je een ons weegt, zodra je stopt drijft olie gewoon op het water. De eurolanden zoals Griekenland en Italië konden echter niet meer het spel opnieuw laten beginnen door de munt te devalueren: de euro was van ons allemaal en niet alleen van hen. De fusie van de twee modellen was onmogelijk en het enige wat overblijft is dan één van de twee modellen promoveren tot hét economisch model van de eurozone. Dat is inmiddels gebeurd. Waar het gezamenlijke economische model het Duits/Nederlandse model zou zijn – sla het Verdrag van Maastricht erop na – is de praktijk heel anders. De Europese Centrale Bank (ECB) is sinds deze week bezig met het de facto en in principe onbeperkt financieren van de begrotingstekorten. En de bank doet er alles aan de waarde van de euro verder de grond in te boren. Veelzeggend is dat de Italiaanse minister-president onlangs in een interview zei te dromen van pariteit tussen de euro en de dollar. De baas van de ECB had eigenlijk erop moeten reageren. Het bleef echter oorverdovend stil in Frankfurt. Dat verbaast me niet, de baas van de ECB is een Italiaan en de tweede man van de bank een Portugees. Portugal is nog zo'n land dat zwoer bij een zwakke munt. Wat wel verbaast is dat er in Nederland niet alleen weinig kritiek os op deze ontwikkeling maar dat de waardedaling van de euro met gejuich ontvangen wordt en elke keer als de inflatie zakt, dat als iets vreselijks gepresenteerd wordt.

    Van een sterke naar een zwakke munt

    Als het model bestaand uit een zwakke munt, relatief hoge inflatie en hoge begrotingstekorten en staatsschulden de weg naar een sterke, welvarende economie zou zijn, waarom moeten landen als Duitsland en Nederland al jarenlang landen zoals Griekenland, Italië en Portugal van de ondergang redden en is het niet andersom? Als een zwakke munt en hoge inflatie goed beleid zou zijn, zou je verwachten dat zij nu sterke eurolanden hadden moeten zijn. En waarom wordt dit model in Nederland tegenwoordig voorgeschreven als dé crisisoplossing, terwijl de tegenpool ervan de weg naar een economische ruïne zou betekenen? De eurozone is in niets de muntunie geworden die ons beloofd is. Het is een muntunie waar onder meer het streven naar inflatie niet alleen gedoogd wordt maar zelfs het beleid is geworden. Het treurige is dat dat in Nederland door velen op handen wordt gedragen terwijl wij, met onze economische historie, juist beter zouden moeten weten.

    Over Edin Mujagic

    mujagicEdin Mujagic (1977) is macro-econoom, monetair econoom en publicist. Hij heeft onder meer gewerkt als redacteur economie bij het zakenweekblad FEM Business. Zijn analyses van de huidige economische crisis verschijnen regelmatig in toonaangevende Nederlandse en kranten in ruim 20 landen wereldwijd. Hij is vaste columnist bij Instituut Clingendael, dagblad Metro en weekblad Beleggers Belangen en expert-blogger bij een groot aantal financieel-economische sites. Sinds november is hij chef economie bij Jalta. Mujagic is onder meer lid van het Economists’ Club bij Project Syndicate, een discussie- en debatforum voor Nobelprijswinnaars in de economie, hoofdeconomen van verschillende internationale financiële instellingen en voormalig centrale bankiers en ministers van Financiën. Daarnaast is hij ook - het jongste ooit - lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.

    Geldmoord

    Edin Mujagic publiceerde in 2012 het boek Geldmoord, waarin hij laat zien dat de inflatie begon op te lopen met de toenemende macht van centrale banken. In zijn boek laat hij zien dat de prijzen decennia lang stabiel bleven, tot aan het begin van de twintigste eeuw. De waarde van het geld, dat voorheen verankerd lag in de intrinsieke waarde van edelmetaal, begon in het verloop van de twintigste eeuw te dalen. De grote Depressie van begin jaren dertig, twee verwoestende wereldoorlogen en de enorme kredietgroei van de afgelopen decennia hebben ervoor gezorgd dat de koopkracht van het geld steeds verder werd uitgehold. Edin Mujagic waarschuwt in zijn boek voor de gevaren van geldontwaarding en voor de macht die centrale banken vandaag de dag hebben. Geïnteresseerd? Klik hier om zijn boek te bestellen.

  • Succes Abenomics blijft onzeker

    abenomicsOok Europa is gezwicht en heeft zijn eigen programma voor Quantitative Easing (QE). De ECB gaat maandelijks voor een bedrag van € 60 miljard schatkistpapier en ander schuldpapier opkopen. In totaal heeft de centrale bank € 1,2 biljoen euro uitgetrokken om het Japanse scenario te voorkomen. Dat land kampt grosso modo al 20 jaar met deflatie met alle negatieve gevolgen van dien.

    Het land van de Rijzende Zon heeft ook zijn eigen QE programma, dat alweer bijna twee jaar loopt en dat voorlopig tot in 2016 doorloopt. Na een spetterend begin lijkt het erop, dat het herstelprogramma – Abenomics genaamd – begint te verzanden. In razend tempo verloor de yen aan waarde ten opzichte van bijvoorbeeld de dollar en de euro. Een zwakke yen moest de inflatie opstoken en tegelijkertijd de exportpositie verbeteren. De eerste tegenslag viel al in het tweede kwartaal van 2014 te noteren. De regering Abe verhoogde de btw van 5% naar 8% met desastreuze gevolgen. Japan moest deze beslissing bekopen met twee kwartalen van negatieve groei! De Japanse consument zag zijn toch al geringe koopkracht nog verder aangetast en hield de hand nog steviger op de knip dan voorheen.

    usd-jpy-wisselkoers

    Yen heeft veel terrein verloren op de US dollar

    Abenomics

    Premier Abe, die glansrijk een tussentijdse verkiezing won, was echter van mening, dat de terugslag tijdelijk zou zijn. Een winstgevender bedrijfsleven zou immers een deel van die winst omzetten in klinkende munt voor de werknemers. In het vierde kwartaal moest daar het eerste bewijs van te zien zijn. En inderdaad, in het laatste kwartaal van 2014 keerde de groei terug. Het werd echter geen stevige 2,2%, maar een minder overtuigende 1,5%. Nog steeds staan veel verkeerslichten op rood. De eerste tegenvaller is, dat bedrijven in het vierde kwartaal hun voorraden niet opbouwden met 0,7%, maar met hetzelfde percentage afbouwden. De tweede tegenvaller is zwaarwichtiger van aard. Voor het derde kwartaal op rij deden de bedrijfsinvesteringen met een krimp van 0,3% een stap terug. Gerekend was op een stap vooruit met 0,4%. Het zijn vooral de bedrijven op de binnenlandse markt, die niet willen investeren. Zij ondervinden heel veel last van zwakke yen, die alles zoveel duurder maakt voor de consument. Het was echter wel diezelfde consument die voor de verassing en de opluchting zorgde. Zijn bestedingen groeide met maar liefst 2% in plaats van 1,1% waar eerder rekening mee werd gehouden. Heeft Japan nu het lek boven en is de groei terug? Het is veel te vroeg om te juichen en om de vlag uit te steken. Het herstel is niet breed gedragen en beperkt zich vooral tot de export sector. Dat is het domein van de grote corporates. Die lieten over het vierde kwartaal mooie cijfers zien met een gemiddelde winststijging van 14% en een omzetstijging van 5%. Ondertussen is de Nikkei 225 sinds het begin van het QE programma met meer dan 50 procent gestegen. Betekent zulks, dat ook de gemiddelde salary man profiteert van de sterke opleving in de exportsector en op de financiële markten? Geenzins, de reële lonen zijn in 2014 zelfs licht gedaald. Ook in de exportsector blijven de bedrijven op hun kisten met geld zitten. Ze wantrouwen nog steeds de effectiviteit van het bedrijf. En zo kan het gebeuren, dat nu slechts 7% van de Japanse bevolking verwacht, dat het daadwerkelijk beter zal gaan.

    nikkei225

    Nikkei is met meer dan 50% gestegen

    En de grootste uitdaging wacht de regering Abe nog. De derde pijler van zijn beleid is de herstructurering van het Japanse economische model. Nog voordat er duidelijkheid komt over de aanpak van de herstructureringen, hebben de belangengroeperingen al de nodige schoten voor de boeg gegeven. Bij regionale verkiezingen zijn kandidaten, die de steun van premier Abe genoten, naar huis gestuurd! Het is de vraag of premier Abe dit verzet kan breken door nog meer geld te gaan bijdrukken, zoals centrale bankier Kuroda zou graag zou doen! Cor Wijtvliet Cor WijtvlietOver Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Nog meer negatieve rente in Zwitserland?

    De Zwitserse centrale bank overweegt een verhoging van de negatieve rente, zo meldt de Zwitserse krant Schweiz am Sonntag op basis van een anonieme bron die vertrouwd zou zijn met de kwestie. Begin dit jaar liet Zwitserland de impliciete koppeling van de franc aan de euro los, waardoor de Zwitserse valuta meer dan twintig procent in waarde steeg ten opzichte van de euro. Tegelijkertijd werd de depositorente verder opgeschroefd tot -0,75% om een vlucht richting de Zwitserse franc te ontmoedigen. De negatieve rente betekent dat Zwitserse banken moeten betalen om hun overtollige reserves bij de centrale bank te parkeren, een kostenpost die inmiddels al wordt doorberekend aan de meest vermogende spaarders.

    De rente van -0,75% schrikt blijkbaar nog niet voldoende af, want de anonieme bron verklaarde tegenover de krant dat er plannen zijn om de negatieve rente op te schroeven tot -1,50%. Dat betekent dat het voor spaarders nog minder aantrekkelijk wordt vermogen in de Zwitserse franc aan te houden. De centrale bank wil met de negatieve rente voorkomen dat de franc verder in waarde stijgt tegenover andere valuta, omdat dat de exportpositie van Zwitserse bedrijven verslechtert. Ook heeft het toerisme in Zwitserland te lijden onder een duurdere franc.

    eur-chf

    Een nog hogere negatieve rente kan de Zwitserse franc verder verzwakken

  • Internationaal betalingssysteem voor Chinese yuan bijna gereed

    Het langverwachte internationale betalingssysteem voor de Chinese yuan zal nog dit jaar in gebruik worden genomen, zo verklaren verschillende bronnen tegenover Reuters. Het nieuwe China International Payment System (CIPS) moet het nog eenvoudiger maken wereldwijd betalingen uit te voeren in de Chinese valuta, waardoor het voor bedrijven interessanter wordt om over te stappen. De laatste jaren heeft China al veel stappen gezet richting de internationalisering van de yuan, bijvoorbeeld door de Chinese kapitaalmarkt toegankelijker te maken voor het buitenland en door met een groot aantal landen valutaswaps te ondertekenen.

    “Het CIPS betalingssysteem wordt op dit moment getest door twintig verschillende banken, waarvan dertien Chinese banken en zeven buitenlandse banken met een Chinese tak. De officiële lancering zal in september of oktober plaatsvinden, afhankelijk van de resultaten van de tests en de voorbereidingen”, zo verklaarde één van de bronnen tegenover Reuters. Een tweede bron bevestigde dat de lancering van de eerste fase van het CIPS betalingssysteem nog vóór december zal plaatsvinden.

    Alternatief betalingssysteem

    De afgelopen jaren is het internationale SWIFT betalingssysteem verschillende keren gebruikt om politieke druk uit te oefenen op landen. In 2012 werd Iran uitgesloten van dit betalingssysteem vanwege het niet stopzetten van haar nucleaire programma. Vorig jaar stelde het Verenigd Koninkrijk voor Rusland uit te sluiten van het SWIFT betalingssysteem, als vergeldingsactie voor de bezetting van de Krim. Dit gaf Rusland en China nog meer reden om snel een alternatief betalingssysteem te ontwikkelen. Al kort na de invoering van de eerste sancties tegen Rusland liet Poetin weten dat er snel een alternatief moest komen voor SWIFT. Nog dit jaar komen zowel Rusland als China dus met hun eigen varianten op het SWIFT betalingssysteem, zodat ze minder afhankelijk zijn van het 'Westen'.

    chinese-yuan

    Nieuw internationaal betalingssysteem voor Chinese yuan bijna gereed

  • Volcker: “Mikken op 2 procent inflatie is geen prijsstabiliteit”

    Een inflatie van twee procent per jaar is niet hetzelfde als prijsstabiliteit, dat zei voormalig Federal Reserve voorzitter Paul Volcker in een gesprek met monetair econoom Edin Mujagic. Een stijging van het prijspeil met twee procent op jaarbasis lijkt misschien niet veel, maar over een periode van tien jaar staat het gelijk aan een stijging van 25%. Over het tijdsbestek van één generatie verdubbelen de prijzen zelfs met een inflatie van ‘maar’ 2%. Het volgende artikel werd op 23 februari op de website Geldmoord.nl gepubliceerd.

    Ex-baas Fed Paul Volcker: “Mikken op 2 procent inflatie elk jaar is géén prijsstabiliteit’

    Paul Volcker was tussen 1979 en 1987 voorzitter van de Fed, de Amerikaanse centrale bank. Hij werd aangesteld in een periode waarin de Amerikaanse werkloosheid hoog was en de inflatie nog hoger, ver boven 10 procent per jaar. Hij aarzelde geen moment om het inflatiemonster aan te pakken. Volcker verhoogde de officiële rente van de Fed naar 20 procent, een niveau dat tegenwoordig onvoorstelbaar lijkt. Dat stortte de Amerikaanse economie in een diepe recessie, de diepste sinds de Grote Depressie uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Miljoenen Amerikanen werden werkloos. Volcker kreeg uit het hele land houten planken afgeleverd bij de Fed; bouwbedrijven stuurden die met briefjes erop dat ze die toch niet meer nodig hadden omdat er niets te bouwen viel. Autohandelaren stuurden enveloppen vol met autosleutels, er was toch niemand die hun auto’s kon en wilde kopen. Boze boeren reden met hun tractoren dreigend rondjes rond het Fed-gebouw in Washington. En een keer, vlak voor de Kerst, slaagde een verwarde en met een pistool, geweer en een mes gewapende man er zelfs in het Fed-hoofdkantoor binnen te dringen en tot aan de deur van de kamer van Volcker te komen voordat hij op het laatste moment door de beveiliging werd overmeesterd.

    Ondanks alle pijn werkte de aanpak van de boomlange – Volcker is 2 meter lang – econoom. De inflatie was verslagen. Vriend en vijand is erover eens dat Volcker met zijn aanpak de basis heeft gelegd voor de langste periode van economische groei in de VS. Toen Alan Greenspan, Volckers opvolger bij de Fed, zei in 2004: ‘Mijn succes in het verder verlagen van inflatie is grotendeels een verlengstuk van het basisbeleid dat Volcker gevoerd heeft’. paul-volckerHij werd verguisd door veel politici en in 1987 vertrok hij bij de Fed hoewel Volcker wettelijk gezien nog lang kon blijven zitten. Het Witte Huis – Ronald Reagan was de President toen – wilde maar wat graag van de zeer onafhankelijke Volcker af. In 1985 boden ze hem de post van de President van de Wereldbank om van hem af te zijn. Volcker weigerde. Ronald Reagan probeerde het door hem loyale mensen in het Fed-bestuur te benoemen en zo een coup te plegen als het ware. Dat maakte Volckers baan als voorzitter almaar lastiger. In augustus 1987 zou zijn tweede termijn als voorzitter verstrijken. Volgens de wet kon Volcker nog twee keer voor in totaal acht jaar herbenoemd worden als de baas van de Fed. Maar het was duidelijk dat het Witte Huis hem niet wilde. Hem wegsturen kon het ook niet, dat zou voor te veel schade zorgen omdat de financiële markten in rep en roer zouden komen. Vandaar dat men hoopte dat door de genoemde coup Volcker zelf zou opstappen. Dat deed hij ook: op 1 juni 1987 overhandigde hij zijn ontslagbrief aan Reagan die geen enkele moeite deed Volcker op andere gedachten te brengen. Enkele minuten nadat de boomlange centrale bankier het Witte Huis verliet, pakte Reagan de telefoon. Hij bood Volckers baan aan iemand die veel minder onafhankelijk was dan Volcker. Het tijdperk van Alan Greenspan – en geldmoord – kon beginnen. Als er één beleidsmaker en centrale bankier is die op basis van ervaring kan spreken over de voor- en nadelen van inflatie, dan is het dus Paul Volcker wel. Mujagic: Als Fed-voorzitter heeft u tegen hoge inflatie gevochten, u heeft de rente verhoogd naar 20 procent en de Amerikaanse economie in een recessie gestort om de inflatie eruit te wringen. Hoe vreemd is het voor u om nu regelmatig te horen dat de Fed en andere centrale banken hogere inflatie nastreven? Volcker: Met alle respect maar ik begrijp het niet dat centrale banken een beetje meer inflatie willen. Zij zeggen dat een beetje meer inflatie iets goeds is. Het probleem is dat als een beetje meer inflatie goed is, nog een beetje meer erbovenop gezien wordt als nóg beter. Ervaringen uit het verleden leren ons dat wanneer men inflatie opzettelijk aanjaagt, heel moeilijk onder controle te houden is en heel lastig terug te draaien is. Dat iets meer inflatie toewensen lijkt wel de nieuwe monetaire juiste leer te zijn. Ik weet wat het argument daarachter is, men wil ruimte om de reële rentes negatief te laten worden, maar een economie gedijt niet op negatieve reële rentes gedurende een langere periode. Iets anders is dat in mijn ogen de taal misbruikt wordt, de betekenis wat bepaalde zaken is veranderd. Zij noemen prijsstijgingen onder de 2 procent bijvoorbeeld nauwelijks inflatie maar het gevaar van deflatie. De moderne centrale banken zeggen ‘we mikken op 2 procent inflatie per jaar om zo onze vastberadenheid om inflatie onder de 2 procent te houden te versterken’. Dat vind ik vreemd; 2 procent inflatie is dan iets wat goed is maar inflatie boven die grens is ineens slecht. En de laatste tijd is zelfs die vastberadenheid aan het verzwakken, sommigen willen meer dan 2 procent inflatie als een buffer tegen deflatie. Als je 2 procent inflatie per jaar nastreeft dan betekent dat dat na een decennium alle prijzen meer dan 25 procent zijn gestegen en dat het prijsniveau in één generatie verdubbelt. Dat is geen prijsstabiliteit maar men noemt dat wél zo. Zoals gezegd: de betekenis van sommige begrippen is in loop der tijd veranderd. Mujagic: Die centrale bankiers die stellen dat dalende prijzen, deflatie, zo een beetje het ergste is wat onze moderne economieën kan overkomen, hoe kijkt u daar tegenaan? Volcker: Ik kan heel goed begrijpen dat we geen diepe deflatie willen, dat wil zeggen prijzen die jaarlijks met 3,4 of 5 procent zakken. Maar om bij deze discussie de Grote Depressie erbij te halen… Toen zakten de prijzen met 10 procent per jaar, de Grote Depressie is een geval apart. Dit beeld dat als de prijzen met enkele tienden van het procent zakken huisvrouwen ineens zullen stoppen met boodschappen doen maar dat zij wel geld zullen uitgeven als de prijzen met 2 procent per jaar stijgen of dat mensen, als ze de prijzen zien dalen, geen goedkopere t-shirts en voedsel zullen kopen slaat nergens op. In de VS zijn de prijzen van veel goederen nauwelijks gestegen, veel prijsstijgingen vinden plaats in de dienstensector, zoals de zorg. Sommige spullen die velen regelmatig kopen zijn vaak goedkoper geworden en dat is geen slechte zaak voor de Amerikaanse huishoudens. Mujagic: Toen u de voorzitter van de Fed bent geweest, tussen 1979 en 1987, wisten analisten vaak niet eens dat het bestuur vergaderd had over de rente en als ze dat wisten, zij moesten gissen of de rente veranderd werd en zo ja, hoe, omhoog of omlaag. Tegenwoordig laat de Fed ruim van tevoren de financiële markten weten wat de Fed van plan is. Wat vindt u van dit zogeheten forward guidance? Volcker: Ik denk dat het een fout is zo concreet te zijn over wat je aanpak zal zijn in de maanden of zelfs jaren die voor je liggen. Het is prima om te zeggen dat je doel is dat de economie harder gaat groeien of de inflatie stabiliseert maar als je heel precies gaat worden over je beleid, zoals de Fed enige tijd geleden is gaan doen toen de bank zei dat die zal gaan denken aan renteverhogingen wanneer de werkloosheid zakt naar 6,5 procent, dan kun je als de Fed je geloofwaardigheid verliezen. De werkloosheid in de VS ligt nu al enige tijd onder 6,5 procent. Geloofwaardigheid is zeer belangrijk voor een centrale bank. Het lot van de centrale banken zou niet afhankelijk moeten zijn van zijn voorspellingen voor de komende twee jaren. Wat we namelijk in ieder geval weten is dat economen slecht zijn in voorspellen. Als een centrale bank wil je dat de markt jou volgt, niet dat jij de markt moet volgen. En af en toe moet je als centrale bank te markt ook kunnen verrassen, dat kan moeilijk met forward guidance. Een van de gevolgen is dat de financiële markten prikkelbaar zijn. Een voorbeeld: onlangs zei de Fed dat de bank vroeg of laat het monetair beleid zal moeten verkrappen. Dat zeiden ze al enige tijd en toch was de reactie op de financiële markten uitbundig. Als je de rente een lange tijd niet verhoogt, dan weet je dat wanneer je dat uiteindelijk doet, dat voor een schok zal zorgen op de markten. En dat vrezen de centrale bankiers.

    Over Edin Mujagic

    mujagicEdin Mujagic (1977) is macro-econoom, monetair econoom en publicist. Hij heeft onder meer gewerkt als redacteur economie bij het zakenweekblad FEM Business. Zijn analyses van de huidige economische crisis verschijnen regelmatig in toonaangevende Nederlandse en kranten in ruim 20 landen wereldwijd. Hij is vaste columnist bij Instituut Clingendael, dagblad Metro en weekblad Beleggers Belangen en expert-blogger bij een groot aantal financieel-economische sites. Sinds november is hij chef economie bij Jalta. Mujagic is onder meer lid van het Economists’ Club bij Project Syndicate, een discussie- en debatforum voor Nobelprijswinnaars in de economie, hoofdeconomen van verschillende internationale financiële instellingen en voormalig centrale bankiers en ministers van Financiën. Daarnaast is hij ook - het jongste ooit - lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.

    Geldmoord

    Edin Mujagic publiceerde in 2012 het boek Geldmoord, waarin hij laat zien dat de inflatie begon op te lopen met de toenemende macht van centrale banken. In zijn boek laat hij zien dat de prijzen decennia lang stabiel bleven, tot aan het begin van de twintigste eeuw. De waarde van het geld, dat voorheen verankerd lag in de intrinsieke waarde van edelmetaal, begon in het verloop van de twintigste eeuw te dalen. De grote Depressie van begin jaren dertig, twee verwoestende wereldoorlogen en de enorme kredietgroei van de afgelopen decennia hebben ervoor gezorgd dat de koopkracht van het geld steeds verder werd uitgehold. Edin Mujagic waarschuwt in zijn boek voor de gevaren van geldontwaarding en voor de macht die centrale banken vandaag de dag hebben. Geïnteresseerd? Klik hier om zijn boek te bestellen.

  • Nieuwsuur over het stimuleringsprogramma van de ECB

    Deze maand beginnen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de eurolanden aan een uniek experiment: de instellingen pompen €1140 miljard in de kwakkelende economie van de eurozone om deflatie te bestrijden. Economen zetten grote vraagtekens bij het nut en de noodzaak van kwantitatieve verruiming (QE).

    Nieuwsuur kijkt achter de schermen bij de Nederlandsche Bank, die straks voor miljarden aan obligaties in zal kopen en spreekt drie economen die hun bedenking hebben. Maakt u zich al grote zorgen? Of denkt u dat het de economie eindelijk uit het slop zal trekken?

    nieuwsuur-stimulering-ecb

    Nieuwsuur over het stimuleringsprogramma van de ECB

  • Oekraïne legt handel in goud aan banden

    Oekraïne legt handel in goud aan banden

    De centrale bank van Oekraïne heeft nieuwe kapitaalcontroles in werking gesteld om de waardedaling van de munt te dempen. In een nieuwe resolutie die op 3 maart werd ondertekend is vastgelegd dat banken niet meer dan $10.000 aan buitenlandse valuta mogen kopen voor cliënten. Voor andere valuta dan dollars geldt ook deze limiet, maar dan omgerekend naar de actuele wisselkoers van die munt met de Amerikaanse dollar. Ook is het niet meer mogelijk om buitenlandse valuta op Oekraïense bankrekeningen door te sluizen naar het buitenland, mits de persoon in kwestie alle rekeningen, schulden en belastingen betaald heeft.

    Goud kopen wordt beperkt

    De kapitaalcontroles beperken zich niet alleen tot buitenlandse valuta. Ook de handel in edelmetalen wordt onder verscherpt toezicht gesteld. Zo mogen banken in Oekraïne vanaf nu niet meer dan 3,216 troy ounce goud (of een soortgelijke waarde in andere edelmetalen) per week per bank aan een klant verkopen. Deze beperking geldt overigens niet voor goudtransacties tussen banken en voor klanten die hun goud eerder hebben uitgeleend aan de bank en dat willen ophalen.

    gold-ukraine

    Goudkoers in Oekraïense hryvnia

  • Ierland was voorbereid op uiteenvallen euro

    brendanhowlinIerland heeft eind 2011 een actieplan opgesteld voor het scenario van een uiteenvallende muntunie, zo schrijft de Irish Times. Het was de periode waarin de rente op Spaanse, Italiaanse en Portugese staatsleningen naar recordhoogte steeg en er twijfels ontstonden over het voortbestaan van de euro. Het actieplan beschrijft de terugkeer naar het Ierse pond en het verbeteren van de veiligheid van de Ierse bankensector. In een interview met de Irish Times zei minister Brendan Howlin van publieke uitgaven dat er een gedetailleerd plan gereed lag.

    “Er was een existentiële bedreiging voor de euro toen Italië onder grote druk kwam te staan. We moesten op dat moment een noodplan gereed maken voor het uiteenvallen van de euro. Het waren zeer, zeer angstige tijden. We hebben dit met een klein groepje ministers behandeld”, zo verklaarde Howlin. Op de vraag of er plannen waren om het Ierse pond weer in te voeren zei hij dat alle opties destijds overwogen werden. Ierland behoorde tot de eerste groep van twaalf landen die de euro in 2002 invoerde. Dertien jaar later en een grote wereldwijde schuldencrisis verder gebruiken 19 verschillende landen met in totaal meer dan 330 miljoen inwoners de euro. Op basis van de toetreding van zeven landen is de muntunie een succes te noemen, maar onder de bevolking heerst vooral verdeeldheid over het succes van de euro.

    Euro uit de gevarenzone?

    De Europese schuldencrisis werd in de zomer van 2012 bezworen toen ECB-president Draghi zei dat hij bereid was ‘alles te doen om de euro te redden’. Speculanten lieten de Eurozone even met rust, maar begin dit jaar voelde Draghi zich alsnog genoodzaakt een grootschalig stimuleringsprogramma van €1.140 miljard op te starten. Als gevolg van het ingrijpen van de ECB is de rente op staatsobligaties fors gedaald, vooral die van de zuidelijke eurolanden als Spanje en Italië. Beide landen lenen op het moment van schrijven 10 jaar tegen een rente van 1,31%. Ook Ierland zag de rente op haar staatsschulden spectaculair dalen. Door structurele hervormingen en door de impliciete garanties van Draghi daalde de Ierse 10-jaars rente van meer dan tien procent in 2011 naar minder dan één procent nu!

  • Denemarken ontkent plannen voor kapitaalcontroles

    Denemarken ontkent de berichten van afgelopen vrijdag dat het land van plan zou zijn kapitaalcontroles in te stellen. Een woordvoerder van het Deense ministerie van Economische Zaken verklaarde maandag tegenover Bloomberg dat de overheid “geen plannen heeft om restricties op te leggen aan kapitaalstromen”. Door de geruchten die door verschillende media verspreid werden hadden Deense banken het afgelopen weekend hun handen vol aan het ontkennen van de speculaties en het informeren van klanten over de werkelijke situatie.

    De grootste bank van het land, Danske Bank A/S, merkte op dat Denemarken onderdeel uitmaakt van de Europese Unie en dat betekent dat vrij verkeer van kapitaalgoederen mogelijk moet zijn. Daar komt bij dat kapitaalcontroles doorgaans bedoeld zijn om een uitstroom van kapitaal tegen te gaan, terwijl in Denemarken juist het omgekeerde het geval is. Speculanten kopen massaal Deense kronen in de verwachting dat de centrale bank de koppeling van de munt aan de euro zal loslaten.

    DanishKrone

    Denemarken ontkent plannen voor invoer van kapitaalcontroles

  • Centrale banken verstoren obligatiemarkt

    Sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 hebben centrale banken als de Federal Reserve, de Bank of England en de Bank of Japan een ongekende hoeveelheid staatsobligaties uit de markt gehaald. Als gevolg daarvan dreigt een groot tekort aan het schuldpapieren begint de liquiditeit ervan op te drogen.

    De gevolgen daarvan zijn nu al zichtbaar in de vorm van negatieve rentes en een toegenomen volatiliteit van het schuldpapier dat nog steeds als zeer veilig te boek staat. Doordat de centrale banken zoveel schuldpapier uit de markt halen is de rente over $3,6 biljoen aan staatsobligaties wereldwijd nu al negatief geworden, dat is 16% van het totale aanbod van het schuldpapier.

    Tekort aan obligaties

    Nu de ECB maandelijks voor €60 miljard aan staatsobligaties gaat opkopen zal het tekort aan schuldpapier alleen maar groter worden. De volgende grafieken van Citi en Morgan Stanley laten zien dat de netto uitgifte van schuldpapier dit jaar negatief zal worden. Simpel gezegd betekent het dat centrale banken voor een groter bedrag aan schuldpapier zullen kopen dan wat overheden aan obligatieleningen uitschrijven.

    central-bank-interventions

    Centrale banken kopen meer staatsobligaties dan wat overheden uitschrijven

    net-debt-issuance

    Centrale banken kopen meer staatsobligaties dan wat overheden uitschrijven

    (deze grafiek kwam vorige week ook voorbij in een Market Update)

  • Weidmann: “Structurele problemen los je niet op met geld drukken”

    Door het stimuleringsprogramma van de ECB zal de politieke druk op centrale banken toenemen, zo waarschuwt Jens Weidmann van de Duitse Bundesbank. Door staatsobligaties op te kopen worden centrale banken de belangrijkste crediteur van overheden. Dat brengt bepaalde risico’s met zich mee.

    Wanneer de indruk ontstaat dat centrale banken herhaaldelijk in zullen grijpen door staatsobligaties te kopen zullen overheden in de Eurozone minder vaart zetten achter de noodzakelijke structurele hervormingen en het op orde brengen van de begroting. Weidmann benadrukt dat het QE programma van de ECB niet in plaats mag komen van de noodzakelijke hervormingen. “Structurele problemen zijn niet op te losse door geld te drukken”.

    Weidman kritisch over QE

    De president van de Bundesbank sprak tijdens een speech in Londen zijn twijfels uit over de noodzaak van het stimuleringsprogramma van de ECB. "Alle economische ramingen voorzien dat de inflatie over de middellange termijn zal toenemen, maar dat dat in een zeer traag tempo zal gebeuren", zo merkte Weidmann op. Het stimuleringsprogramma moet deflatie in de muntunie voorkomen, maar volgens hem is de kans op een zichzelf versterkende deflatie niet zo groot. Over de effectiviteit van het Europese stimuleringsprogramma heeft Weidmann ook zijn twijfels. Hij denkt dat het effect minder groot zal zijn dan in de Verenigde Staten, omdat de rente daar veel hoger was toen de centrale bank begon met het opkopen van staatsobligaties.

    2015_02_15_weidmann_city_of_london_corporation

    Tekortkomingen muntunie

    Volgens de president van de Bundesbank bewijst de aanhoudende crisis in de Eurozone dat er zwakheden zitten in de constructie van de monetaire unie. Om de crisis voor eens en voor altijd aan te pakken moeten er volgens hem verschillende stappen worden ondernomen. Zo moeten er op nationaal niveau meer economische hervormingen worden doorgevoerd en moet er meer fiscale macht overgeheveld worden van de lidstaten naar een Europees niveau. Uit de praktijk is echter gebleken dat dit geen makkelijke doelstellingen zijn. De hervormingen en bezuinigingen gaan (met name in de zuidelijke lidstaten) gepaard met veel protesten, terwijl het overdragen van fiscaal beleid door de problemen in Griekenland zo goed als onbespreekbaar is geworden. Weidmann is van mening dat de lidstaten hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. In de praktijk zal dat betekenen dat ook overheden financieel moeten kunnen falen. Een default of haircut van staatsschulden is dus niet uit te sluiten als het aan de president van de Bundesbank ligt. Door de nauwe banden tussen banken en overheden in de Eurozone is het volgens hem van belang dat banken voldoende buffers aanhouden om dergelijke schokken te kunnen doorstaan.