Categorie: Aandelen

  • Grootschalige terugkoop eigen aandelen is slecht idee

    Vooral Amerikaanse bedrijven weten van geen ophouden. De afgelopen twee jaar besteedden bedrijven uit de S&P 500 in totaal $1,1 biljoen aan de terugkoop van eigen aandelen. Ze poogden zo om de winst per aandeel op te schroeven in een tijd van bescheiden economische groei. Als de voortekenen niet bedriegen dan kan 2018 opnieuw records zetten. Dankzij de belastingwetten van president Trump gaan bedrijven massaal een deel van hun buitenlandse tegoeden overhevelen naar de VS. Merrill Lynch heeft berekend dat bedrijven $1,2 biljoen in het buitenland aanhouden.

    Misschien wel de helft van dit bedrag zal uitgekeerd aan aandeelhouders. Die zullen dat ook opeisen, ook al zijn de waarderingen torenhoog. Dat werpt vragen op over de timing van de terugkoop. Bedrijven rechtvaardigen hun terugkoopprogramma’s in termen van het opleggen van discipline en het creëren van vertrouwen. Die argumenten doen ietwat vreemd aan als je bedenkt dat deze programma’s al bijna een decennium voortduren en waarderingen tot een ongekend niveau zijn gestegen.

    ‘Profit without prosperity’

    De voorbereidingen voor de nieuwe ronde komen op een moment dat veel bedrijven zich volgeladen hebben met schuld om hun beleggers maar tevreden te houden. In hetzelfde decennium zijn de uitgaven voor R&D amper of niet gestegen. Ze liggen nog steeds op het niveau van de jaren voor 2008. Critici omschrijven de programma’s voor terugkoop als het scheppen van ‘profit without prosperity’. De winst van vandaag is belangrijker dan investeringen in de toekomst. Daardoor profiteert eerst en vooral het zittend management dat deze programma’s heeft gestart.

    Zo bezien zijn programma’s voor terugkoop van eigen aandelen op den duur slecht voor de financiële gezondheid van bedrijven, spekken ze de bonussen van het zittend management en vormen ze uiteindelijk een bedreiging voor de reële economie. Het zijn vaak geuite bezwaren en beschuldigingen aan het adres van topmanagers en hebzuchtige aandeelhouders, maar zijn ze ook waar? Is het negatief effect van deze terugkoopprogramma’s uiteindelijk echt negatief? We zetten de meest gehoorde argumenten op een rij.

    Ook de werknemer profiteert

    Wat is eigenlijk waar van de bewering dat vooral het (top)management van een bedrijf profiteert? Het oorspronkelijk idee achter de terugkoopprogramma’s is het wantrouwen bij de belegger of het management wel verstandig met het geld omspringt. Terugkoop van eigen aandelen moet het management kort houden en discipline bijbrengen. Vandaag de dag impliceert een aankondiging van een terugkoopprogramma dat de koers van het aandeel te laag is of dat aandeelhouders ontevreden zijn met de winstontwikkeling of de gehanteerde strategie. Dat is echter niet het hele verhaal. Vooral in de techsector zien bedrijven zich gedwongen aandelen terug te kopen, omdat de koers van het aandeel steeds verder stijgt. In deze sector vormen aandelen een onderdeel van de beloning van werknemers. Die bieden die aandelen vaak te koop aan. Het bedrijf moet dan wel programma’s opstarten om de groei van het aantal uitstaande aandelen in te tomen. Dat kan gigantische vormen aannemen. Een extreem voorbeeld is Apple. Dat kocht het afgelopen jaren voor $151 miljard eigen aandelen in. Dat is ongeveer 17% van de huidige marktkapitalisatie en ook ongeveer 17% van het aantal uitstaande aandelen. In 2012 was de koers van het aandeel ongeveer de helft van die van vandaag. Dat betekent dat inderdaad vooral het management en de werknemer profijt heeft van de terugkoopprogramma’s.

    Manipulatie aandelenkoersen?

    Een tweede beschuldiging behelst dat het topmanagement de programma’s kan opstarten op het moment dat het hen het best uitkomt. Dat kan uitmonden in het manipuleren van de markt. De praktijk lijkt in die richting te wijzen. Sinds 1998 geven bedrijven meer geld uit aan terugkoopprogramma’s dan het uitkeren van dividenden. Door grootschalig aandelen in te kopen steunt het bedrijf de koers van het aandeel, maar niemand vraagt naar de timing van de terugkoop en er hoeft ook geen verantwoording over afgelegd te worden tegenover toezichthouders. Maar is dit manipulatie? Aandeelhouders krijgen elk kwartaal te horen voor welk bedrag eigen aandelen zijn teruggekocht. Ze krijgen ook te horen hoeveel aandelen er nog uitstaan. Ze profiteren echter zelf ook van de koersstijging. Daar staat tegenover dat de Raad van Commissarissen minder en minder geneigd is om de ontwikkeling van de winst per aandeel als maatstaf voor de beloning van het topmanagent te hanteren. Als dat wel gebeurt, dan wordt vaak gecorrigeerd voor deze terugkoopprogramma’s. Als managers de terugkoopprogramma’s manipulatief inzetten tot eigen voordeel, dan moet er toch vooral kritisch gekeken worden naar aandeelhouders en Commissarissen.

    Deze bedrijven kochten de meeste aandelen terug (Grafiek via de Financial Times)

    Haaks op de voorafgaande beschuldiging staat de claim dat het topmanagement vaak een ongelukkige hand heeft bij het terugkopen van aandelen. Als bedrijven ondanks alle gepleegde investeringen op een berg geld zitten dan kan terugkoop zinvol zijn. Maar bedrijven zitten vaak op bergen met geld op momenten dat het erg goed gaat. Koersen zijn dan hoog zijn en aandelen overgewaardeerd! Het management start ook vaak dure terugkoopprogramma’s aan de vooravond van een neergang. Daar zijn talloze voorbeelden van. Veel bedrijven doen er het zwijgen toe en willen niet toelichten hoe en waarom ze tot hun besluit voor terugkoop zijn gekomen. De bekendste uitzondering is Warren Buffett. Hij start alleen een programma voor terugkoop als aandelen ondergewaardeerd zijn. Voor hem betekent dat minder dan 1,2 keer de boekwaarde. De conclusie moet dus luiden dat bedrijven geen goede hand hebben als het gaat om het opstarten van terugkoopprogramma’s!

    Minder investeringen?

    Een vierde beschuldiging luidt dat terugkoop van eigen aandelen ten koste gaat van reële investeringen en dus uiteindelijk ten koste van het bedrijf zelf. Dat laatste gaat dan uiteindelijk ten koste van de koersontwikkeling. Een bedrijf aks IBM heeft sinds 1995 voor een bedrag van $162 miljard eigen aandelen teruggekocht. De huidige marktkapitalisatie bedraagt $150,3 miljard. Had al dat geld niet beter besteed kunnen worden? Cisco is een ander voorbeeld. Dat bedrijf heeft in twee decennia voor een bedrag van $75 miljard aan eigen aandelen teruggekocht. Dat bedrag is driemaal zo hoog als het totale bedrag uitgegeven aan kapitaalsinvesteringen. Dat klinkt niet goed. Maar dat is maar een deel van het verhaal. In diezelfde periode heeft Cisco talloze andere bedrijven overgenomen zonder dat zulks een noemenswaardig positief effect op de koers heeft gehad. Het gaat dus te ver om te claimen dat terugkoopprogramma’s ten koste gaan van het bedrijf. Daar spelen meer factoren, zoals uit het voorbeeld van Cisco blijkt.

    Schulden van bedrijven zijn de laatste jaren sterk toegenomen (Grafiek via Financial Times)

    Kwetsbaarheid bedrijven

    Een laatste beschuldigende claim is dat terugkoopprogramma’s bedrijven kwetsbaar maken. In de afgelopen jaren hebben veel bedrijven geld geleend om hun programma’s te financieren. Dat was aantrekkelijk, omdat de rente extreem laag was. Dat kan bedrijven behoorlijk gaan opbreken als de rente onverhoeds sterk gaan oplopen. Bedroeg de leverage van bedrijven in de S&P 500 voor de crisis van 2008 9%, nu is die opgelopen naar 19%. Het IMF heeft uitgerekend dat Amerikaanse bedrijven hun schuldenlast sinds 2010 met $7,8 biljoen hebben verhoogd. De mediane schuldenlast bedraagt nu ongeveer 1,5 keer de winst. Als de Federal Reserve doorgaat met de plannen om de rente stapje voor stapje te verhogen, dan moeten bedrijven wel problemen krijgen om hun rente en aflossing te betalen. Bedrijven hebben in dit opzicht onverantwoord gehandeld. Ergo, alle argumenten overziend blijft toch de stelling overeind dat het terugkopen van eigen aandelen eerder funest uitpakt dan goed is voor bedrijven! Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet. (www.twitter.com/wijtvliet)
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Aandelen Zwitserse centrale bank schieten omhoog

    De aandelen van de Zwitserse centrale bank zijn dit jaar bijzonder goed uit de startblokken gekomen, want met een prijs van 6.000 Zwitserse frank per stuk zijn ze al de helft in waarde gestegen sinds het begin van dit jaar. Vergeleken met begin 2017 is de waarde van het aandeel zelfs verdrievoudigd, nadat een toestroom van speculanten op het aandeel dook.

    Er zijn in totaal 100.000 aandelen van de Zwitserse centrale bank in private handen, aandelen waar tot voor kort nauwelijks in gehandeld werd. De aandeelhouders die deze stukken bezitten krijgen een kleine dividenduitkering, maar hebben geen inspraak in het beleid van de centrale bank. Toch is er opeens veel belangstelling onder speculatieve beleggers die de aandelen ‘ontdekt’ hebben als een belegging met weinig tegenpartij risico.

    Beleggen in de Zwitserse centrale bank

    Het is niet duidelijk waarom de aandelen van de centrale bank de laatste weken opeens zo hard zijn gestegen. De centrale bank maakte begin dit jaar bekend dat ze over heel 2017 een recordwinst van 54 miljard Zwitserse frank had gerealiseerd op waardestijging van haar valutareserve en aandelenportefeuille. Dat lijkt gunstig voor de aandeelhouders, ware het niet dat ze maar weinig van die winst terug zullen zien. De meeste winst wordt immers uitgekeerd aan de Zwitserse regionale overheden.

    Vorig jaar schreven we al een uitgebreid artikel over de aandelen van de Zwitserse centrale bank. Wilt u meer over dit onderwerp lezen, dan kunnen we dat artikel van harte aanbevelen.

    Aandeel Zwitserse centrale bank schiet omhoog (Bron: Bloomberg)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Dow Jones op 25.000, maar wat zegt deze index eigenlijk?

    De Dow Jones Index brak vorige week voor het eerst door de 25.000 punten, ongeveer een jaar nadat de barrière van 20.000 punten doorbroken werd. Maar betekent het ook dat de aandelen uit deze index het afgelopen jaar gemiddeld 25% meer waard zijn geworden? Niet per se, want de manier waarop deze beursindex wordt berekend laat nogal te wensen over.

    In tegenstelling tot de meeste andere beursgraadmeters is de Dow Jones een prijsgewogen index. Dat betekent dat er alleen wordt gekeken naar de prijs van alle onderliggende aandelen en niet naar de totale marktwaarde van alle onderliggende bedrijven. Het gevolg is dat de prijsstijging van een aandeel dan $200 kost veel meer invloed heeft op de index dan een procentueel vergelijkbare prijsstijging op een aandeel van $20.

    Dow Jones is een achterhaalde index

    Ook al is de totale marktwaarde van beide bedrijven gelijk, de Dow Jones index zal op een bepaalde procentuele prijsstijging van het eerste aandeel tien keer zo sterk reageren als op een prijsstijging van het tweede aandeel.  Zodoende heeft een procent waardestijging voor het aandeel Goldman Sachs ($254 per aandeel) bijna zes keer zoveel impact op de index als een procent waardestijging voor het aandeel Intel ($43,62 per aandeel), ook al is de totale marktwaarde van Intel met $204 miljard twee keer zo groot als de marktwaarde $96 miljard voor Goldman Sachs.

    Wil je weten hoeveel Amerikaanse aandelen over een bepaalde periode in waarde gestegen zijn, dan kun je beter kijken naar de breed gedragen S&P 500 index. Niet alleen omdat er veel meer bedrijven in deze beursgraadmeter zitten (500 versus 30), maar ook omdat deze index rekening houdt met de marktwaarde van de onderliggende bedrijven.

    Lees ook:

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Grafiek: Zijn aandelen overgewaardeerd?

    De aandelenmarkten wereldwijd zijn het nieuwe jaar goed begonnen, want de opwaartse trend van eind vorig jaar zet onverminderd door. Kijken we naar de ontwikkeling van de afgelopen veertien dagen, dan zien we dat bijna alle grote indices zich momenteel in ‘overgewaardeerd’ territorium bevinden.

    De S&P 500, de MSCI Asia Pacific, de MSCI World, de Nikkei 225 en de MSCI Emerging Markets zijn volgens de 14-daagse Relative Strength Index (RSI) allemaal te snel gestegen. Alleen de Euro Stoxx 600 index van grote beursgenoteerde bedrijven blijft nog wat achter, zoals onderstaande grafiek van Bloomberg laat zien.

    Belangrijkste beursindices overgewaardeerd? (Grafiek via Bloomberg)

    Relative Strength Index

    De Relative Strength Index (RSI) is een technische indicator die meet hoe sterk de onderliggende waarde gedurende een bepaalde periode (in dit geval twee weken) in een bepaalde richting beweegt.

    In theorie kan deze indicator uiteenlopen van 0 tot 100, maar in de praktijk beweegt deze meestal in een smallere bandbreedte tussen de 30 en de 70. Komt de indicator onder de 30 uit, dan is de onderliggende waarde (te) sterk in prijs gedaald en waarschijnlijk ‘oververkocht’. Stijgt de RSI boven de 70, dan spreekt men over het algemeen van een overwaardering.

    De gemiddelde RSI van de hierboven genoemde aandelenindices bereikte deze week het hoogste niveau sinds het begin van deze meting in 1988. Zitten we aan het einde van een jarenlange bull market in aandelen? Of kunnen de aandelenkoersen door de extreem lage rente nog verder omhoog?

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Beleggers houden weinig cash achter de hand

    Beleggers houden weinig cash achter de hand

    Beleggers hebben veel vertrouwen in aandelen en houden daarom steeds minder geld langs de zijlijn, zo blijkt uit de volgende grafiek die een lezer naar ons doorstuurde. Deze laat de ontwikkeling van de AAII Cash Index zien, het percentage van het totaal beheerde vermogen dat beleggers als reserve achter de hand houden.

    Deze indicator wordt vaak gebruikt om het sentiment te peilen, omdat beleggers over het algemeen meer geld opzij zetten als het slecht gaat op de beurs en minder langs de zijlijn laten staan wanneer de stemming op de aandelenmarkt positief is. Vanuit dat perspectief gezien is het vertrouwen in aandelen nu bijzonder hoog, want met 14,5% staat deze AAII Cash Index bijna op het laagste niveau in sinds 1999. Destijds bereikte de index een absoluut dieptepunt van 12%, vlak voordat de internetbubbel uiteenspatte en de aandelenkoersen begonnen te dalen.

    Daarmee is overigens niet gezegd dat een beurscrash aanstaande is, maar deze ontwikkeling bevestigt wel dat aandelen op dit moment vrij hoog gewaardeerd zijn. Om deze ontwikkeling in perspectief te plaatsen: Het afgelopen jaar lag dit percentage op gemiddeld 16% en een jaar eerder was dat nog 18,5%. Ook in vergelijking met het historische gemiddelde van 23,5% houden beleggers momenteel weinig geld achter de hand.

    Beleggers houden weinig geld achter de hand, AAII Cash Index naar laagste niveau sinds 1999 (Bron: Bloomberg)

  • Goldman Sachs: Aandelen en obligaties sinds 1900 niet zo duur

    Een jarenlange rally in aandelen en obligaties heeft de koersen doen stijgen naar het hoogste niveau sinds begin 1900, zo schrijft analist Christian Mueller-Glissman van Goldman Sachs in een nieuw rapport. Volgens hem is het zelden voorgekomen dat aandelen, obligaties en andere kredietinstrumenten tegelijkertijd zo hoog gewaardeerd staan, waardoor beleggers voorbereid moeten zijn op de ‘bear market’ die vroeg of laat onvermijdelijk zal volgen.

    De laatste keer dan aandelen en obligaties tegelijkertijd zo hoog gewaardeerd stonden was in de jaren ’20 en de jaren ’50 van de vorige eeuw. Er komt dus ook weer een moment dat de markt draait en de koersen weer dalen. Wanneer dat gaat gebeuren weet niemand, maar nu centrale banken hun monetaire stimulering afbouwen kunnen de koersen weer onder druk komen te staan. En dat zal gepaard gaan met een periode waarin het rendement op verschillende beleggingen lager zal uitvallen.

    Zowel aandelen als obligaties zijn momenteel hoog gewaardeerd, zo concludeert Goldman Sachs (Bron: Goldman Sachs, via Bloomberg)

    Minder buffers om schokken op te vangen

    “De hoge waarderingen vergroten het risico van een correctie om de simpele reden dat er minder buffers zijn om schokken te absorberen. Het gemiddelde waarderingspercentiel voor aandelen, obligaties en krediet in de Verenigde Staten is 90%, een all-time high”, zo schrijft Goldman Sachs in het rapport. Een beleggingsportefeuille met 60% in aandelen uit de S&P 500 index en 40% in Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties leverde sinds 1985 een voor inflatie gecorrigeerd rendement van 7,1% per jaar op, vergeleken met 4,8% gemiddeld van de afgelopen eeuw. Alleen de implosie van de techbubbel en de wereldwijde financiële crisis waren een smet op dit record.

    Goldman Sachs houdt rekening met een scenario waarin aandelen en obligaties minder rendement opleveren, maar nog wel een positief rendement. Daarom adviseert de bank haar klanten om hun positie vast te houden of zelfs verder uit te breiden. En hoewel de waardering van aandelen en obligaties momenteel uitzonderlijk hoog is hoeft dat volgens de bank nog niet te betekenen dat er snel een correctie zal volgen. Ook schrijft de bank in haar rapport dat obligaties vandaag de dag een minder goede hedge zijn voor aandelen, omdat beide beleggingscategorieën momenteel relatief hoog gewaardeerd zijn.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Dow Jones index beweegt al 67 dagen minder dan 1%

    Het is dit jaar bijzonder rustig op de Amerikaanse aandelenmarkt, want de Dow Jones index heeft maar liefst 67 handelsdagen op rij geen intraday beweging groter dan 1% laten zien. Dat is uitzonderlijk, want het is in de geschiedenis nooit eerder voorgekomen dat de handel op de aandelenmarkt zo lang zo weinig volatiliteit liet zien.

    Sowieso is er dit jaar weinig volatiliteit op de beurs in New York, want van alle 225 handelsdagen van dit jaar waren er 216 waarop de index gedurende de dag minder dan een procent bewoog. Dat is 96% van alle handelsdagen, meer dan het oude records uit 1944. Pension Partners maakte er de volgende grafiek van, aangevuld met een lijst van de jaren waarin de volatiliteit het laagst was.

    Volatiliteit Dow Jones index naar laagste niveau ooit gemeten (Grafiek van Pension Partners, via @charliebilello)

  • Sentiment beleggers naar hoogste niveau sinds 2000

    Sentiment beleggers naar hoogste niveau sinds 2000

    Het sentiment onder Amerikaanse beleggers staat op het hoogste niveau sinds september 2000, zo blijkt uit een nieuwe peiling van Wells Fargo en Gallup. Sinds begin vorig jaar is de zogeheten US Investor Optimism index ieder kwartaal gestegen. In het derde kwartaal van dit jaar bereikte deze index een score van 138, het hoogste niveau sinds het uiteenspatten van de internetbubbel in 2000.

    Deze resultaten werden gemeten bij een peiling die in de periode van 28 juli tot en met 6 augustus werd gehouden onder ongeveer duizend Amerikaanse beleggers die voor tenminste $10.000 aan aandelen, obligaties of beleggingsfondsen in bezit hebben. Bij deze peiling krijgen beleggers verschillende vragen, waarvan drie betrekking hebben op hun persoonlijke financiële situatie en vier op de algemene toestand van de economie.

    Sentiment Amerikaanse beleggers naar hoogste niveau in 17 jaar (Bron: Gallup)

    Beleggers worden enthousiast

    Sinds februari vorig jaar is de index met bijna 100 punten gestegen, de grootste stijging sinds de introductie van deze index. Het optimisme van beleggers is goed zichtbaar als we wat verder in de cijfers duiken. Onderzoeksbureau Gallup maakte de volgende observaties:

    • Van alle ondervraagde beleggers heeft 68% momenteel positieve verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de aandelenmarkt over de komende twaalf maanden. Dat is even hoog als het record dat in december 1999 en januari 2000 werd gemeten.
    • Tenminste 61% van de beleggers heeft de laatste drie kwartalen laten weten positief te zijn over de aandelenmarkt, een percentage dat slechts vier keer eerder geëvenaard werd in de 132 keer dat deze vraag gesteld werd.
    • Een kwart van de respondenten liet weten ‘zeer optimistisch‘ te zijn, meer dan het vorige record van 24% in het eerste kwartaal van dit jaar. Een jaar geleden was nog maar 11% van de ondervraagde beleggers ‘zeer optimistisch’.

    Op dit moment is 61% van de beleggers van mening dat dit een goed moment is om in aandelen te stappen, terwijl dat twee jaar geleden omstreeks deze tijd nog maar 53% was. De belangrijkste reden waarom beleggers positief zijn is dat ze een stijging van de aandelenmarkt verwachten. Ongeveer een op de zes verklaart dat er momenteel geen betere alternatieven zijn, terwijl een vergelijkbaar aantal beleggers aangeeft dat de toegenomen volatiliteit momenteel kansen biedt.

    Party Like It’s 1999

    De Amerikaanse aandelenmarkt zit nu al bijna acht jaar in een opwaartse trend en heeft dit jaar al meerdere malen records gebroken. Met nieuwe all-time highs op de beurzen en een ongekend optimisme onder beleggers is het de vraag hoe lang de rally nog kan aanhouden.In verschillende opzichten is de huidige aandelenrally te vergelijken met de internetbubbel van 1999. Net als toen zijn er nu ook veel bedrijven waarvan de marktwaarde veel hoger is dan wat je op basis van fundamentele analyse zou mogen verwachten. Ook de explosieve prijsstijging van Bitcoin en de wildgroei van nieuwe virtuele munten is typerend voor een groot optimisme onder beleggers.

    Toch zijn er ook verschillen met de aandelenbubbel van eind jaren negentig. Zo is de rente nu uitzonderlijk laag, waardoor aandelen meer cashflow opleveren dan de meeste obligaties. Zo lang die rente laag blijft zijn aandelen van defensieve bedrijven met een gezonde cashflow nog steeds interessant. Is er dan echt geen alternatief voor aandelen?

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Aandelen zelden zo duur als nu

    De Amerikaanse aandelenmarkt is sinds 1881 maar op twee momenten duurder geweest dan nu, namelijk in de aanloop naar de beurscrash van 1929 en tijdens de internetbubbel van eind jaren negentig. Dat is de conclusie die je kunt trekken als je de waarde van aandelen bepaalt op basis van de gemiddelde koers/winst verhouding over de afgelopen tien jaar, de waarderingsmethode die beleggers kennen als de Shiller PE Index.

    Op dit moment staat de lange termijn koers/winst verhouding met 29,72 weer bijna net zo hoog als tijdens het hoogtepunt van de aandelenbubbel die in 1929 uiteen spatte. De volgende grafiek laat zien dat aandelen op dit moment relatief duur zijn ten opzichte van de winstgevendheid van de onderliggende bedrijven, maar dat de aandelenkoersen nog veel verder kunnen stijgen. Zo bereikte de Shiller PE ratio in december 1999 een all-time high van meer dan 44. Hieronder een grafiek met data die teruggaat tot het jaar 1881.

    stock-market-shiller-pe-ratio

    Aandelen zijn relatief duur op basis van koers/winst verhouding (Bron: Multpl.com)

    This time is different?

    De Federal Reserve begint zich wel meer zorgen te maken over de waardering van aandelen. Stanley Fisher, de vice-voorzitter van de centrale bank, zei onlangs tijdens een conferentie van het IMF in Washington dat waakzaamheid op zijn plaats is nu de activaprijzen en de schuldposities weer toenemen.

    Volgens Fisher zijn de records op Wall Street voor een deel te verklaren door optimistische verwachtingen over de economie, maar ook door een hogere risicobereidheid van beleggers. Tot op heden heeft dat volgens de vice-voorzitter van de Federal Reserve niet geleid tot meer leverage in het financiële systeem, maar dat is wel iets wat hij nauwlettend in de gaten houdt.

    Ook Fed-voorzitter Yellen heeft haar zorgen uitgesproken over de stijgende prijzen van financiële activa, terwijl dat onder leiding van haar voorganger Bernanke juist het doel was van het ruime monetaire beleid. “Waarderingen van financiële activa zijn ietwat verhoogd als je traditionele waarderingsmethoden zoals de koers/winst ratio gebruikt”, aldus Yellen.

    Geen alternatief?

    Op basis van de koers/winst verhouding zou je tot de conclusie kunnen komen dat de Amerikaanse aandelenmarkt op dit moment overgewaardeerd is, maar er zijn ook argumenten aan te voeren die de huidige waardering van aandelen rechtvaardigen. Zet je het rendement van aandelen bijvoorbeeld tegenover dat van obligaties, dan zijn aandelen door de extreem lage rente nog steeds de meest interessante optie van de twee. Staatsobligaties leveren vrijwel niets meer op, waardoor beleggers rendement zoeken in alternatieven als aandelen en vastgoed.

    Opvallend genoeg hebben edelmetalen veel minder geprofiteerd van de extreem lage rente en het stimulerende beleid van centrale banken. Sinds 2016 is de goudprijs weliswaar weer wat gestegen, maar met een koers van ongeveer $1.300 per troy ounce staat het edelmetaal ruim 30% lager dan het all-time high van 2011. Zien beleggers edelmetalen over het hoofd? Of zijn aandelen echt de nieuwe veilige haven in een tijdperk van extreem lage rente?

    fed-model-stock-valuation

    Door de extreem lage rente zijn aandelen nog steeds interessanter dan obligaties (Bron: Voya, via twitter)

  • Zitten technologie-aandelen in een bubbel?

    Technologieaandelen zijn de laatste jaren veel sneller in waarde gestegen dan andere aandelen. Ook aandelen van bedrijven die amper of geen winst maken zijn zeer geliefd onder beleggers. Maar zijn de toekomstverwachtingen van beleggers wel realistisch? Of zijn techaandelen opnieuw een bubbel aan het worden? Goldman Sachs dook in de cijfers en zet de sterren van toen (Microsoft, Cisco, Intel, Oracle, Lucent) naast de sterren van vandaag (Apple, Google, Microsoft, Amazon en Facebook).

  • Zwitserse centrale bank heeft $82 miljard aan aandelen

    De Zwitserse centrale bank heeft inmiddels meer dan $82 miljard aan aandelen op haar balans staan. De centrale bank vindt haar eigen munt nog steeds te duur en laat daarom de spreekwoordelijke geldpers op volle kracht draaien. In het afgelopen financiële jaar pompte de Swiss National Bank (SNB) in totaal 67 miljard Zwitserse franken in de economie, geld waarmee ze in de rest van Europa en in de Verenigde Staten op grote schaal obligaties en aandelen opkoopt.

    Het zijn vooral de Amerikaanse technologiebedrijven die populair zijn bij de Zwitserse centrale bank, want de top 10 van grootste aandelenposities wordt gedomineerd door namen als Apple, Google, Microsoft, Amazon en Facebook. Cijfers van de Amerikaanse toezichthouder SEC laten zien dat de centrale bank ook een significante positie heeft in bedrijven als Johnson & Johnson, Exxon Mobil, AT&T, General Electric en Proctor & Gamble.

    De totale aandelenportefeuille van de centrale bank heeft vertegenwoordigt omgerekend naar de 8,3 miljoen inwoners van Zwitserland een waarde van bijna $10.000 per inwoner. Voor iedere Zwitser heeft de centrale bank omgerekend $350 aan Apple aandelen in de portefeuille, dat zijn ruim twee aandelen. Dat is allemaal geld dat de centrale bank uit het niets gecreëerd heeft, omdat mensen nog steeds vertrouwen hebben in de waarde van het geld.

    Sinds het begin van de financiële crisis is het balanstotaal van de centrale bank geëxplodeerd tot meer dan 700 miljard. Alsof dat niet genoeg is verdient de centrale bank ook nog eens aan de negatieve rente, die banken moeten betalen om reserves bij de SNB te parkeren. Vorig jaar ging dat om een bedrag van 1,5 miljard Zwitserse franken.

    Zwitserse frank als veilige haven?

    Het voortdurend bijdrukken van geld is niet zonder gevaren, maar zo lang de economie groeit en de aandelenkoersen stijgen lijkt niemand zich daar echt druk om te maken. Maar waarom zou je als spaarder Zwitserse franken willen hebben, een valuta waar de centrale bank iedere maand miljarden van bijdrukt? Als spaarder ben je er weliswaar zeker van dat je je geld terugkrijgt, maar wat de koopkracht van dat geld in de toekomst zal zijn blijft een groot vraagteken.

    Een alternatieve veilige haven is goud, een edelmetaal dat niet bijgedrukt kan worden. Het is niet voor niets dat centrale banken deze reserve nog steeds achter de hand houden voor het geval het echt mis gaat. Door de eeuwen heen zijn er immers tal van geldsystemen omgevallen, terwijl de waarde van goud nooit naar nul is gegaan.