Tag: japan

  • Column: Deflatie in Japan is een illusie

    De volgende bijdrage is van Edin Mujagic, monetair econoom, journalist en auteur van de boeken Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt (2009), Het Inflatiespook (2010) en Geldmoord (2012). In zijn boeken wijst hij de lezer op de gevaren en gevolgen van inflatie. Mujagic was van 2005 tot 2010 tevens redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM Business. 

    De rode lijn in mijn boek ‘Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen’ is dat te veel geld in omloop vroeg of laat tot stijgende prijzen – de moderne definitie van inflatie – leidt. De moderne definitie, omdat oorspronkelijk inflatie voor het verhogen van de geldhoeveelheid zelf stond.

    Het is niet alleen een economische theorie, maar ook de historie die dat onomstotelijk uitwijst. De Grote Prijsrevolutie in de Middeleeuwen kwam niet zomaar uit de lucht vallen maar had alles te maken met het leegroven van Midden- en Zuid-Amerika door de Spanjaarden. Vanaf ongeveer 1530 begonnen goud- en zilvervloten in Spaanse havens aan te meren. Honderden tonnen goud en zilver werden verscheept naar Europa. Aangezien in die tijd goud en zilver geld waren, kwam het er simpelweg op neer dat de geldhoeveelheid in Europa in die tijd explodeerde.

    Inflatie

    Niet geheel toevallig begonnen rond 1540 de prijzen in Europa te stijgen. Wat volgde was een langdurige periode van inflatie in Europa. Daar kwam een einde aan toen er geen schepen met goud en zilver uit de Nieuwe Wereld in Sevilla en andere Spaanse steden aanmeerden omdat goud en zilver op waren (precieze cijfers over omvang van goud- en zilvervloten en de ontwikkeling van de prijzen in Europa zijn te vinden in ‘Geldmoord’).

    Dit historische feit en overtuiging dat de centrale banken zoals de Fed en de Europese Centrale Bank (ECB) niet op tijd en in voldoende mate zullen ingrijpen om te voorkomen dat de Westerse economieën verdrinken in geld, is voor mij dé reden hogere inflatie te verwachten de komende jaren. Of anders gezegd: dat de geldmoord, die sinds 1914 en zeker sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de gang is, zal blijven doorgaan.

    Japan

    Diegenen die het niet met mij eens zijn, komen zo goed als altijd met Japan als hét voorbeeld dat geld bijdrukken niet tot inflatie hoeft te leiden. Zij wijzen er dan op dat Japan in een diep deflatiemoeras vast is komen te liggen, ondanks het zeer ruime beleid van de Japanse centrale bank.

    Sinds 1995 dalen de prijzen in het land van de rijzende zon. Volgens de officiële inflatiecijfers van het Japanse bureau voor de statistiek waren tussen 1995 en het begin van de huidige crisis zeven jaren waarin de prijzen zijn gedaald. In evenveel jaren stegen de prijzen echter. Per saldo waren de prijzen in 2008 in Japan iets hoger dan in 1995. Met andere woorden, per saldo was er sprake van inflatie in Japan over die periode.

    Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995 (Bron: Tradingeconomics)

    Geldgroei

    Er is dus geen sprake van een diep deflatiemoeras in Japan. Kijken we vervolgens naar de geldgroei (ik gebruik hier de ruime M2 + deposito’s definitie van geldgroei) dan zien we dat die in 1990 rap is gaan dalen. Groeide de geldhoeveelheid in eind jaren tachtig nog met ongeveer 13 procent, begin jaren negentig nam die niet meer toe. Sindsdien bedraagt de gemiddelde groei van de geldhoeveelheid in Japan ongeveer 2 á 3 procent per jaar.

    Economen zijn het er over eens dat dé fout die de Japanse centrale bank gemaakt heeft, is dat ze te laat ingreep. Omdat de bank te laat in actie is gekomen, is het zogeheten monetaire transmissiemechanisme in Japan zo goed als kapot. Monetaire transmissiemechanisme is wat monetaire economen het proces van kredietverlening door banken noemen: als dat mechanisme werkt, vloeit het geld van de centrale bank naar de huishoudens, die het vervolgens uitgeven waardoor na enige tijd inflatie begint te stijgen.

    Dat mechanisme werkt dus in Japan al twee decennia mondjesmaat. Sinds 1990 groeit de geldhoeveelheid er met tussen 2 en 3 procent per jaar. In tegenstelling tot een hardnekkig misverstand is er in Japan geen sprake van een diepe deflatie: tussen 1990 en de huidige crisis waren prijsstijgingen even frequent als prijsdalingen. Per saldo lagen aan het begin van de crisis de prijzen in Japan hoger dan begin jaren negentig. Dat de inflatie zo laag is, heeft te maken met het feit dat de geldgroei in Japan al twee decennia lang mager is.

    Kortom, Japan is niet hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen er niet is. Japan is juist hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen zeer sterk is.

  • Het Japanse bedrijfsleven profiteert volop van Abenomics

    De verkiezingen voor het Hoger Huis in Japan werden,  zoals verwacht, een grote overwinning voor zittende premier Shinzo Abe. Door deze overwinning verwierf hij de meerderheid in beide kamers van het Japanse parlement. Daardoor komt er een einde aan de patstelling in de politiek die jarenlang de besluitvorming frustreerde.

    Leiders uit de hele wereld van het bedrijfsleven riepen de premier dan ook op om snel de noodzakelijke hervormingen door te voeren, waardoor Japan inc. weer kan concurreren op het wereldtoneel.

    Yen
    Maar ook zonder nieuwe en verdergaande maatregelen door de overheid, profiteert het Japanse bedrijfsleven al flink van Abenomics. Het gaat dan vooral om bedrijven in de exportsector. Die hebben dat vooral te danken aan het monetaire verruimingsbeleid van de politieke bongenoot van de premier, de centrale bankier Haruhiko Kuroda. Op zijn gezag pompt de Bank of Japan (BoJ) maandelijks $ 75 miljard in de Japanse economie. Hij doet dat in eerste instantie om de inflatie op te jagen en zo de deflatie definitief uit te bannen. Een neveneffect van de stimulering is echter dat de Japanse Yen stevig aan waarde heeft ingeboet ten opzichte van andere wereldmunten. Gemiddeld was de Yen in het afgelopen tweede kwartaal ¥ 99 waard ten opzichte van de dollar en ¥ 129 ten opzichte van de euro. Een jaar geleden gingen er slechts ¥ 80 in de dollar en ¥ 103 in de euro.

    Resultaten
    Het effect van de waardedaling van de Yen kan enorm doortikken bij bedrijven. Toyota bijvoorbeeld liet weten dat elke daling met slechts een cent het bedrijf ¥ 40 miljoen aan operationele winst bezorgt. De verwachtingen voor de winstcijfers over het 2de kwartaal van de grote exporterende bedrijven zijn hooggespannen. Volgens UBS zullen 14 van de 27 grootste bedrijven van Japan de winstverwachting met tenminste 5% overtreffen. Vooral de exportsector gaat goed presteren, denk de Zwitserse bank. Daar kan de winst wel tot 75% hoger uitvallen in vergelijking met vorig jaar. Maar ook binnenlands georiënteerde bedrijven mogen rekenen op een stijging van 33%. Nissan, de tweede autoproducent van het land, gaf een voorproefje van wat te wachten staat. De winst van het bedrijf steeg over het tweede kwartaal met maar liefst 14% en kwam uit op ¥ 82 miljard. Het mooie resultaat was, zo zei het management, vooral te danken aan de zwakke Yen die hogere verkopen in het buitenland stimuleerde.

    Lonen en inflatie
    De mooie winstverwachtingen zijn uiteraard een flinke opsteker voor het bedrijfsleven, maar daar is de Japanse economie in de brede zin van het woord nog niet mee geholpen. Die is er vooral bij gebaat, dat de Japanse bevolking eindelijk wat meer gaat spenderen. Dan zal echter aan ten minste twee voorwaarden voldaan moeten worden. Dan zal de inflatie moeten gaan stijgen. Als dat gebeurt, dan worden producten duurder. Op die manier komt er een einde aan het al 20 jaar durende deflatoire idee, dat morgen alles weer goedkoper is. Wat dat betreft zijn de eerste tekenen niet ongunstig. In juni van dit jaar viel de inflatie 0,4% hoger uit dan in juni van 2012. Dat was de sterkste stijging in jaren. Er zit echter een ‘maar’ aan dit verhaal. De prijsstijgingen in juni waren niet te danken aan sterkere consumentenbestedingen maar aan hogere importprijzen. De import wordt immers duurder door de goedkopere Yen.

    Lonen
    Het is dus zaak om de lonen te verhogen, waardoor burgers meer kunnen spenderen. Dat is de enige manier om de inflatie naar het gewenst niveau van 2% te brengen. Vooralsnog maakt het bedrijfsleven geen aanstalten om de lonen structureel te gaan verhogen. Het is nog te onzeker of het huidig herstel van blijvende aard is.

    Nu Shinzo Abe de meerderheid in beide kamers heeft, is het zijn eerste opdracht het vertrouwen van het bedrijfsleven in zijn beleid te vergroten. Dan kan door maatregelen in de sfeer van de belastingen te nemen, zo hebben bedrijven al gesuggereerd. Zijn belangrijkste opdracht is echter diezelfde bedrijven over te halen hogere lonen uit te keren en meer mensen aan het werk te zetten. Pas dan kan de deflatie, waar Japan al twintig jaar onder gebukt gaat, definitief verslagen worden met behulp van een stijgende inflatie.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Tekort op handelsbalans Japan bereikt record

    Het tekort op de Japanse handelsbalans heeft in de eerste helft van dit jaar een nieuw record bereikt. In de periode van januari t/m juni steeg de import met 9,2%, terwijl de export met slechts 4,2% toenam. Experts wijten de verslechtering van de handelsbalans aan de kernramp bij Fukushima in 2011. Sindsdien heeft Japan een groot aantal kerncentrales gesloten en de energieproductie overgezet op duurdere fossiele brandstoffen. Die worden voor ongeveer 90% geïmporteerd uit het buitenland.

    De totale export (¥38.801,2 miljard) minus de totale import (¥33.957,4 miljard) leverde een handelsbalanstekort op van ¥4,8 biljoen. Omgerekend is dat ruim 36 miljard euro. De verslechtering van de handelsbalans is slecht nieuws voor de regering van president Abe. De nieuwe Japanse premier dacht een stimulans te kunnen geven aan de export, door de waarde van de yen onder druk te zetten. Helaas snijdt het mes aan twee kanten, want de import is door de zwakkere yen ook een stuk duurder geworden.

    Verbetering in mei

    Als we de maand-op-maand ontwikkeling van de Japanse handelsbalans bekijken ziet het er allemaal iets minder zorgwekkend uit. Onderstaande grafiek van Tradingeconomics laat zien dat het tekort in mei veel kleiner was dan in de twee maanden ervoor. In mei groeide de export jaar-op-jaar met 7,4% naar ¥6.061 miljard, terwijl de import met 11,8% toenam tot ¥6.242 miljard. Dat leverde voor de maand mei een tekort op van ¥181 miljard, veel minder dan het tekort van ¥994 miljard in april en ¥880 miljard in maart.

    Handelsbalans Japan
    Handelsbalans Japan werd in mei iets beter

    Valutaoorlog

    De Japanse regering heeft internationaal veel kritiek ontvangen voor haar wisselkoersbeleid. De yen is ten opzichte van een jaar geleden 18,9% goedkoper geworden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De zwakkere yen maakt de producten van Japanse makelij relatief goedkoop in andere landen. Daarnaast levert een zwakkere munt meer winst op voor Japanse bedrijven die winst boeken in een vreemde valuta.

    De waardedaling van de Japanse yen kwam ook ter sprake tijdens de G8 top in januari. Ministers van Financiën van verschillende landen, waaronder Rusland, beschuldigden de Japanse regering van manipulatie van de valuta ten behoeve van de export. De Japanse beleidsmakers voerden als tegenargument op dat de waardedaling van de yen slechts een correctie was van een niveau dat al ‘veel te hoog’ was. De Japanse minister van Financiën, Taro Aso noemde de beschuldiging van wisselkoersmanipulatie ‘misplaatst’.

    Lees meer artikelen over Japan:

  • Japanners vertrouwen nog in papiergoud

    Japanners stappen in het Mitsubishi UFJ goud-ETF om zich te beschermen tegen de waardedaling van de munt. In de VS en in Europa lijkt men zich daar steeds minder zorgen om te maken, maar in Japan is het nog steeds een belangrijk agendapunt. De Mitsubishi UFJ Trust and Banking Corp lanceerde drie jaar geleden het eerste Japanse goud-ETF. Volgens Osamu Hoshi, algemeen manager van de bank, nadert hun goud-ETF qua volume het record dat vorig jaar oktober bereikt werd. De totale waarde van het fonds is dit jaar desondanks met 5% gezakt, een daling die volledig te wijten is aan de lagere goudprijs. In yen is de goudprijs dit jaar met 13% gezakt.

    Bloomberg schrijft dat de voorraad goud van ETF’s wereldwijd al met 24% gekrompen is sinds het begin van dit jaar. Het lijkt erop dat 2013 het eerste jaar wordt waarin de ETF’s die fysiek goud aanhouden een krimp laten zien. Sinds de oprichting in 2003 groeiden de goud-ETF’s wereldwijd razendsnel in populariteit. Momenteel zit er volgens schattingen van Bloomberg nog 1.993,76 ton goud in de verschillende goud-ETF’s.

    Japanners gaan voor (papier)goud

    Japanse beleggers zien goud als een interessant instrument om vermogen te beschermen tegen inflatie. Door het soepele monetaire beleid van de Bank of Japan heeft de Japanse yen al meer dan 14% van haar waarde verloren tegenover de Amerikaanse dollar. Het Japanse goud-ETF van Mitsubishi UFJ is gekoppeld aan de goudprijs in Japanse yen, zoals die van minuut tot minuut tot stand komt op de Tokyo Commodity Exchange. Door de zwakke yen is de goudprijs in deze valuta veel minder hard gezakt dan de goudprijs in € of $. In deze relatief sterke valuta zakte de goudprijs dit jaar met 25%, maar in Japanse yen was het verlies slechts 12%.

    Een hoge inflatieverwachting (3% in het tweede kwartaal) en een voortzetting van het soepele monetaire en fiscale beleid lokt steeds meer beleggers richting het goud-ETF. Beleggers willen graag blootstelling aan de goudprijs, maar hebben niet de behoefte om hun yen’s daadwerkelijk om te zetten in fysieke goudbaren en munten. Een goud-ETF is op papier gedekt door een bepaalde hoeveelheid goud, maar in het extreme geval kan een belegger meestal toch geen aanspraak maken op fysiek metaal.

    Pensioenfondsen

    Bloomberg weet te melden dat ongeveer de helft van de posities in het Japanse goud-ETF in handen zijn van particuliere beleggers. De andere helft behoort tot de portefeuilles van vermogensbeheerders, pensioenfondsen en buitenlandse beleggers. Het goud-ETF van Mitsubishi UFJ is met een handelsvolume van ¥7,23 miljard in mei het meest verhandelde grondstoffenfonds op de Japanse beurs.

    De drempel om aandelen van het ETF in te ruilen voor fysiek goud ligt bij het Japanse ETF een stuk lager dan bij GLD. In Japan kan men al aandelen omwisselen bij een waarde vanaf 1 kilogram. Voor het GLD fonds ligt de grens veel hoger en is het inwisselen van aandelen voor fysiek goud voorbehouden aan zogeheten ‘Authorized Participants’. Dat zijn uitsluitend banken en brokers.

    Japanners stoppen nog steeds geld in goud-ETF’s, in tegenstelling tot beleggers in Europa en de VS

  • Japan en Europa gaan van ‘bail-out’ naar ‘bail-in’

    Het bail-in model werd eerder al toegepast bij de SNS bank in Nederland en tijdens de bankencrisis op Cyprus. Voor het eerst leden vermogende spaarders en obligatiehouders een aanzienlijk deel van de verliezen. Daarvoor werden de kosten voor het redden van een bank meestal op het bordje van de belastingbetaler geschoven.

    Volgens Benoît Cœuré mist Europa de urgentie voor beter centraal toezicht en voor economische hervormingen. “Het lijkt erop alsof het nog decennia kan duren. Dat is zorgelijk, want we hebben geen decennia de tijd”, aldus de centrale bankier Cœuré. Hij deed zijn uitspraken tijdens een paneldiscussie in de Duitse hoofdstad Berlijn.

    Japan

    Ook Japan heeft deze week haar voorkeur uitgesproken voor het bail-in concept. Yahoo Finance schrijft dat de Japanse toezichthouder nieuwe regels gaat opstellen om het verlies van falende bank op het bordje van investeerders en crediteuren te schuiven. Dat kan bijvoorbeeld gedaan worden door het geld dat spaarders en obligatiehouders aan de bank verstrekt hebben om te zetten in bankaandelen. Op die manier kan het eigen vermogen van de bank weer hersteld worden.

    Vermogende spaarders en obligatiehouders zullen in de toekomst opdraaien voor de verliezen

  • Japanse Nikkei sluit ruim 6% in de min

    Het hoogtepunt van de Nikkei index valt opvallend genoeg samen met het dieptepunt van de Japanse yen. De USD/JPY wisselkoers bereikte op 22 mei een hoogtepunt van 103,31. Een dag later tikte de Nikkei haar hoogste stand van 15.946 punten aan. Inmiddels staat de Japanse aandelenbeurs ruim 20% lager en is de wisselkoers tussen de yen en de Amerikaanse dollar met 8,8% gezakt.

    Het is geen toeval dat deze twee indicatoren hand in hand gaan. Het was namelijk het stimuleringsprogramma van de Bank of Japan dat het startsein gaf voor de beursrally. Nu de waardedaling van de yen gestopt is heeft ook de aandelenmarkt het opeens moeilijk.

    Gisteren zorgde een sterker dan verwachte daling van de machineorders in Japan ook al voor lagere koersen. De Nikkei zakte vandaag voor de zesde handelsdag op rij. Vooral aandelen van bedrijven die veel exporteren werden van de hand gedaan, uit angst voor een verdere waardestijging van de yen.

    Elders in Azië gingen de beurzen vandaag ook naar beneden. De Zuid-Koreaanse Kospi (-1,5%), de Australische All Ordinaries (-0,7%) de Hong Kongse Hang Seng (-2,9%) en de Chinese Shanghai Composite (-3%) lieten ook allemaal verliezen zien. In China was de daling iets groter, omdat de beurs de eerste drie dagen van de week gesloten was. Op de Filipijnen gingen de koersen overigens nog harder onderuit, namelijk 5,5%.

    Centrale banken

    Beleggers kijken steeds meer naar het beleid van centrale banken. Een ruim monetair beleid geeft beleggers vertrouwen om in aandelen te stappen. Zodra er gesproken wordt over het afbouwen van QE nemen gelijk de zorgen toe. Centrale banken hebben de bijna onmogelijk taak op zich genomen om de economie te behoeden voor zowel deflatie als hoge inflatie. Dat gaat gepaard met steeds grotere volatiliteit op aandelen-, obligatie- en valutamarkten.

    Nikkei in een bear market na een daling van 6,35%

  • Japanse Nikkei bijna in bear market

    De Nikkei begon haar verliesreeks op 23 mei, toen de index in het zicht van de 16.000 punten crashte. In een mum van tijd verdampte 7,3% van de beurswaarde. In de weken die daarop volgde waren er nog een paar slechte beursdagen met verliezen van drie tot vijf procent. Woensdag was het opnieuw raak, want met een daling van 518,89 punten (3,8%) viel de index terug tot het laagste punt in twee maanden tijd. Het was de derde grootste daling van de index van dit jaar.

    De correctie is nog niet voorbij, want vandaag was de stemming op de Nikkei opnieuw negatief. De index verloor 110,85 punten (0,85%) en bereikte een slotkoers beneden de 13.000 punten. Beleggers die in april of mei instapten staan op een verlies, terwijl beleggers die eind vorig jaar instapten nog ruim 30% in de plus staan. Als we echter corrigeren voor het valuta-effect blijkt dat de Nikkei het helemaal niet zo goed heeft gedaan, want de waarde van de munt zakte het afgelopen half jaar met ruim 17% tegenover de dollar. Het verschil tussen de Nikkei en de Amerikaanse S&P 500 is de afgelopen weken een stuk kleiner geworden!

    Nikkei schoot omhoog door monetair en fiscaal beleid van premier Abe, een correctie volgde (Bron: Yahoo Finance)

  • Japanse Nikkei opnieuw hard onderuit: -5,15%

    Door de fiscale stimulering van de regering Abe en de monetaire stimulering van de Bank of Japan heeft de Nikkei index vleugels gekregen. In een half jaar tijd steeg de index met 85%. Beleggers klampen zich vast aan de verbeterde groeicijfers voor de Japanse economie en het exportvoordeel van een zwakkere yen. De yen is het afgelopen half jaar meer dan een kwart goedkoper geworden ten opzichte van de dollar.

    Het komt niet vaak voor dat de aandelenmarkt in een ontwikkelde economie zo hard omhoog gaat. JP Morgan maakte een tabel van alle beursrally’s die in zes maanden tijd meer dan 70% rendement opleverden (zie tweede afbeelding). De tabel laat zien dat de meerderheid van deze aandelenrally’s al vrij snel aan hun einde kwamen.

    De lagere waardering van aandelen valt niet te verklaren door een voorkeur voor Japanse staatsobligaties. De laatste grafiek laat zien dat de rente op een 10-jaars staatsobligatie nog steeds op een verhoogd niveau van ongeveer 0,9% staat. Dat lijkt nog steeds weinig, maar het is wel de helft meer dan de 0,6% die Japan een maand betaalde op nieuwe leningen.

    Nikkei is al 14% gezakt vanaf de piek (Bron: Bloomberg)

    JP Morgan maakte een tabel van alle aandelenrally’s van 70% in zes maanden (via Zero Hedge)

    Ook op de obligatiemarkt gaat het trouwens niet goed. Rente op 10-jaars Japanse staatsobligaties richting de 1%

  • Grafiek: Japanse Nikkei sluit 3,22% lager

    De aandelenkoersen in Europa en in de VS laten zich niet van de wijs brengen door de volatiliteit op de Japanse beurs. Onderstaande grafiek van Bloomberg (via Zero Hedge) laat zien dat de S&P 500 rustig voort kabbelt. Nominaal is de Nikkei index nog steeds koploper met een koersrendement van 35,5% sinds het begin van dit jaar. De tweede grafiek laat zien hoe de Nikkei het dit jaar (nominaal) gedaan heeft ten opzichte van andere beleggingscategorieën.

    Amerikaanse S&P 500 niet onder indruk van volatiliteit Nikkei

    Nikkei heeft in 2013 nominaal gezien het hoogste rendement behaald (Bron: Finviz)

  • Japanse Nikkei index sluit 7,3% lager

    De plotseling correctie van de Nikkei index volgt op een tamelijk rustige periode van alsmaar stijgende koersen. Sinds het aantreden van de nieuwe president Shinzo Abe hebben beleggers al voorgesorteerd op een ruim monetair beleid. De Nikkei index is sindsdien (november vorig jaar) al met meer dan 60% gestegen. Een correctie zoals men die vandaag zag op de Japanse beursvloer is niet ongebruikelijk, zeker niet gezien de razendsnelle stijging van de koersen in de maanden die eraan vooraf gingen.

    Zero Hedge pakt de grafieken van Bloomberg erbij en concludeert dat de Nikkei sinds maart 2011 niet meer zo hard omlaag gegaan is. De meeste beleggers die de afgelopen maanden in de Nikkei gestapt zijn zullen nog steeds in de plus staan, want de koers is nu weer terug op het niveau van 9 mei. Vlak voor de correctie tikte de Nikkei nog bijna de 16.000 punten aan, een niveau dat we voor de financiële crisis van 2008 voor het laatst gezien hebben.

    Nikkei ging met 7,3% onderuit, intraday was de bodem 9% lager (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Vandaag was de grootste correctie van de Nikkei in 26 maanden tijd (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Monetaire stimulering

    Het omvangrijke stimuleringsprogramma van de Bank of Japan heeft verschillende doelstellingen. Het primaire doel is het aanjagen van de inflatie, zodat consumenten gestimuleerd worden meer geld uit te geven. Daaaast moet het stimuleringsprogramma de rente laag houden, zodat de staatsschuld makkelijker gefinancierd kan worden en bedrijven en burgers goedkoper aan kredieten kunnen komen. Het derde effect dat de Japanse regering onder leiding van Shinzo Abe wil bewerkstelligen is een handelsvoordeel met het buitenland, want een goedkopere yen maakt de Japanse producten in de rest van de wereld goedkoper.

    Lees ook deze gerelateerde artikelen:

  • Grafiek: Zwakke yen stuwt Nikkei naar records

    De prestaties van de Nikkei index (bovenaan) en de Japanse yen (onderaan) houden verband met elkaar (Bron: Finviz)