Tag: spaargeld

  • Duitse spaarbank introduceert negatieve spaarrente

    Een van de grootste spaarbanken van Duitsland, de Nassauische Sparkasse in Wiesbaden, heeft deze maand een negatieve spaarrente geïntroduceerd. Vermogende particulieren die meer dan €500.000 op hun bankrekening hebben staan moeten vanaf deze maand 0,4% rente op jaarbasis betalen. Daarmee wordt de negatieve rente van de ECB volledig doorberekend aan de spaarder.

    Volgens de bank zullen een paar honderd klanten door deze maatregel worden getroffen. Volgens een woordvoerder van de bank kunnen spaarders deze boeterente ontlopen door hun vermogen te investeren in één van de beleggingsproducten die door de bank wordt aangeboden.

    Negatieve rente op spaargeld

    De centrale bank van Duitsland heeft onlangs een enquête over negatieve rente gehouden onder alle spaarbanken. Daaruit bleek dat ongeveer de helft van alle banken in Duitsland al een vorm van negatieve rente hanteren. In de meeste gevallen gaat het alleen om zakelijke rekeningen of om particuliere spaarrekeningen waar veel geld op staat.

    De boeterente voor vermogende spaarders is een gevolg van het rentebeleid van de ECB. De centrale bank hanteert een rente van -0,4% voor tegoeden die banken bij de centrale bank parkeren. Daar staat het geld veilig, maar voor die veiligheid betalen ze een prijs.

    Banken zijn terughoudend om deze rekening door te schuiven naar de spaarder, maar dat is geen houdbare situatie. Veel Duitse spaarbanken maken door de lage rente weinig winst en brengen de boeterente in rekening bij vermogende spaarders. Als de negatieve rente nog langer aanhoudt, dan krijgen meer spaarders er in de toekomst mee te maken.

    Banken onder druk

    De vice-president van de ECB, Luis de Guindos, zei deze week in een toespraak dat de winstgevendheid van de banken in de eurozone nog steeds onder druk staat. Dat is problematisch, omdat banken die weinig winst maken hun buffers niet kunnen versterken. Ook kan het lastiger worden om geld op te halen op de kapitaalmarkt. Het doorberekenen van negatieve rente is een manier om die winstgevendheid te verbeteren.

    Het invoeren van negatieve spaarrente ligt gevoelig, omdat men vreest dat spaarders hun geld dan van de bank zullen halen. Bij een negatieve rente word je als spaarder bij gedwongen om te gaan beleggen, bijvoorbeeld in aandelen, vastgoed of edelmetalen. Ook kunnen mensen hun toevlucht nemen in contant geld, dat niet met negatieve rente wordt belast.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Spaarder in de knel

    De aanhoudend lage rente en voortdurende inflatie doen spaarders omzien naar alternatieven. Van de bank naar de oude sok?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken de rente drastisch verlaagd om de economie weer op gang te krijgen. Bijna tien jaar later staat de rente nog steeds op een dieptepunt, wat betekent dat er in een nieuwe crisis weinig speelruimte is om de rente verder te verlagen. Zou er op korte termijn een nieuwe crisis uitbreken, dan zullen we waarschijnlijk geconfronteerd worden met een negatieve rente.

    De meeste banken berekenen de negatieve rente nog niet door, omdat ze vrezen voor slechte publiciteit of een situatie waarbij spaarders geld van de bank gaan halen. Maar als centrale banken in een volgende crisis gecoördineerd de rente onder nul brengen, dan zullen veel banken geen andere optie meer hebben dan om deze tarieven door te berekenen aan spaarders.

    Eind 2015 introduceerde de Alternative Bank Schweiz al een negatieve rente op spaartegoeden boven de 100.000 Zwitserse frank. De kleine Beierse spaarbank Raiffeisenbank Gmund am Tegernsee rekende in 2016 als eerste Duitse bank een rente van -0,4% voor spaartegoeden boven de € 100.000. Dat is niet geheel toevallig precies de rente die banken moeten afdragen over de reserves die ze bij de Europese Centrale Bank (ECB) parkeren.

    Dit jaar is ook in Nederland de negatieve rente al een feit geworden. Sinds februari moeten rekeninghouders met een Triodos ‘Zaken Rekening’ en een Triodos ‘Rendement Rekening’ een rente van 0,5% betalen over het deel boven de € 500.000.

    Contant geld

    Contant geld Door de lage spaarrente en twijfels over de stabiliteit van het financiële systeem besluiten steeds meer spaarders om hun geld van de bank te halen en thuis in de vorm van bankbiljetten te bewaren. De totale hoeveelheid bankbiljetten in de Eurozone neemt nog ieder jaar toe, ondanks het feit dat we steeds vaker met elektronische middelen betalen.

    In Duitsland steeg de vraag naar bankbiljetten vorig jaar zelfs met 7%, twee keer zo snel als de groei van de economie daar. Eerder dit jaar maakte de Bundesbank in Duitsland bekend dat maar liefst negen van de tien bankbiljetten die ze in omloop brengt nooit in het dagelijkse betalingsverkeer gebruikt worden. Contant geld wordt dus al gezien als alternatief spaarmiddel.

    Inflatie

    Dat geld over de lange termijn waarde verliest is algemeen bekend, maar de snelheid waarmee dat gebeurt is moeilijk te onderschatten. Neem als voorbeeld het bankbiljet van honderd gulden met het portret van Michiel de Ruyter, dat tot 25 juli 2016 nog bij De Nederlandsche Bank kon worden omgewisseld voor euro’s. Circa honderd biljetten werden op het laatste moment nog ingewisseld voor het schamele bedrag van € 45,38 per stuk. Daarmee levert het briefje anno 2016 nog maar een fractie van de koopkracht die het een kleine vijftig jaar geleden leverde. Gaan we uit van de officiële inflatiecijfers in Nederland, dan blijkt dat je in 1970 met een briefje van honderd gulden evenveel kon kopen als met € 196,23 in 2015. Dat is meer dan vier keer zoveel als het bedrag dat je kreeg als je het bankbiljet zou omwisselen bij de Nederlandsche Bank. Tussen 1970 en 2015 is dus 75% van de waarde van dit bankbiljet verdampt.

    Geldcreatie

    Door de lage rente zijn huishoudens, bedrijven en overheden de laatste jaren meer geld gaan lenen, met als gevolg dat de geldhoeveelheid weer groeit. Dat extra geld gaat rond in de economie en drijft de prijzen van goederen en diensten op, waardoor de inflatie oploopt.

    Hoe zorgen leningen voor een groei van de geldhoeveelheid? Wanneer je naar de bank gaat voor een hypotheek wordt er een nieuwe schuld gecreëerd en mag de bank dat bedrag als ‘nieuw geld’ in omloop brengen. Die voortdurende geldgroei zorgt ervoor dat de koopkracht van de euro steeds verder wordt uitgehold, zeker als het nieuwe geld wordt gebruikt voor zaken die nauwelijks bijdragen aan de productiviteit van de economie. Zie de grafiek van de Rabobank en DNB, die laat zien dat de geldhoeveelheid in Nederland de laatste decennia sterk is toegenomen.

    Ontwikkeling geldhoeveelheid in Nederland (Bron: Rabobank, DNB)

    Vlucht uit valuta

    Door de combinatie van een lage spaarrente en aanhoudende inflatie wordt het steeds minder interessant om geld op een spaarrekening te laten staan. Wil je je vermogen daar tegen beschermen, dan is het verstandig om een deel daarvan om te zetten in aandelen en tastbare bezittingen als grond, vastgoed of edelmetalen. Dit soort tastbare bezittingen weten op de lange termijn hun waarde beter te behouden dan papiergeld.

    Door de geschiedenis heen zijn er al honderden valuta waardeloos geworden, terwijl goud nog steeds het vertrouwen geniet van spaarders en centrale banken over de hele wereld. Zoals de Franse filosoof Voltaire bijna drie eeuwen geleden al constateerde: ‘Papiergeld keert uiteindelijk terug naar haar intrinsieke waarde: nul.’

    Dit artikel van Geotrendlines verscheen in september in de tweede editie van De Andere Krant.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Negatieve rente bij Hamburger Sparkasse

    Met ingang van september introduceert ook de Hamburger Sparkasse een negatieve rente voor vermogende spaarders. Klanten die meer dan €500.000 op hun betaalrekening of spaarrekening hebben staan moeten over het bedrag boven deze grens binnenkort 0,4% rente per jaar betalen. Dat is dezelfde rente die de ECB in rekening brengt voor overtollige reserves van commerciële banken in de Eurozone.

    In 2016 kwam de Duitse spaarbank Raiffeisenbank Gmund am Tegernsee al met negatieve rente voor spaartegoeden boven de €100.000. Dat was een kleine lokale bank, terwijl de Hamburger Sparkasse met ruim €32 miljard aan spaartegoeden en 130 filialen de tweede grootste spaarbank van Duitsland is. Daarmee wordt een veel grotere groep spaarders geconfronteerd met de negatieve bijwerkingen van het rentebeleid van de ECB.

    Negatieve rente op spaargeld

    Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat andere banken dit voorbeeld zullen volgen. De ECB hanteert nog steeds een rente van -0,4% voor overtollige reserves van banken, waar met name traditionele spaarbanken door geraakt worden. In Zwitserland werken banken al langer met negatieve rente, omdat de centrale bank daar een veel hogere negatieve rente van -0,75% hanteert.

    “Als klanten grote hoeveelheden geld op spaarrekeningen of lopende rekeningen laten staan, dan kost dat de Hamburger Sparkasse elke dag veel geld”, zo verklaarde de Hamburger Sparkasse tegenover de Duitse krant Handelsblatt. Exacte bedragen worden niet genoemd, maar het zou gaan om vele tientallen miljoenen op jaarbasis. Deze kosten wil de spaarbank vanaf nu gaan doorberekenen aan de meest vermogende particulieren. Ook wil de bank een negatieve rente gaan invoeren voor tegoeden boven de €250.000 op zakelijke rekeningen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Nederlanders sparen te weinig

    Nederlanders hebben in vergelijking met huishoudens in andere Europese landen weinig spaargeld, maar daar staat tegenover dat we veel vermogen hebben in de vorm van overwaarde op een eigen huis en in besparingen via de pensioenfondsen. Dat concludeert de Rabobank in een nieuw onderzoek dat deze week werd gepubliceerd. Volgens de bank houden huishoudens in Nederland vanwege de relatief hoge woonlasten en de premies voor sociale voorzieningen en pensioenen minder geld over om zelf te sparen.

    Volgens de Rabobank is het goed dat huishoudens vermogen opbouwen, maar is het niet wenselijk dat er zoveel vermogen gevangen zit in een eigen woning en in pensioenpotten. Dat vermogen kan in noodgevallen immers niet aangesproken worden, terwijl dat met spaargeld wel kan. Nederlandse huishoudens zijn daarom onnodig kwetsbaar bij financiële tegenvallers. Valt hun inkomen weg, dan hebben ze bijna geen financiële buffer om op terug te vallen en kunnen ze snel in de problemen komen.

    Nederlanders hebben veel vermogen in pensioenen en vastgoed (Bron: Rabobank)

    Nederlanders sparen minder vanwege overwaarde

    In van de redenen waarom Nederlandse huishoudens minder spaargeld aanhouden is dat ze minder vrij besteedbare inkomen hebben, maar minstens zo belangrijk zijn de effecten van de woningmarkt. Door de hoge loan to value ratio kunnen starters op de woningmarkt het grootste deel van hun huis met een hypotheek financieren, waardoor er minder noodzaak is om te sparen. En hoewel deze norm de laatste jaren al iets versoberd is blijft de loan to value ratio in Nederland met 100% vrij hoog ten opzichte van andere Europese landen. In veel landen ligt het maximum op 80 tot 85 procent, wat betekent dat je als starter meer spaargeld moet meenemen om een huis te kunnen kopen.

    Nederlanders die al een huis hebben zijn waarschijnlijk ook minder gemotiveerd om extra te sparen, indien ze overwaarde hebben op hun eigen woning. Door de overwaarde voelen huizenbezitters zich rijker en voelen ze minder urgentie om een deel van het vrij besteedbare inkomen op een spaarrekening te zetten. Zo heeft één op de vijf huishoudens volgens het onderzoek van de Rabobank zelfs helemaal geen spaargeld achter de hand.

    Vrij besteedbare inkomen is in Nederland relatief laag (Bron: Rabobank)

    Woonlasten in Nederland zijn relatief hoog (Bron: Rabobank)

    Meer flexibiliteit en lagere belastingdruk

    Volgens de Rabobank zit het vermogen van Nederlandse huishoudens voor een te groot gedeelte vast in illiquide pensioenen en huizen. Daarom pleiten de onderzoekers voor een verlaging van de belastingdruk, zodat het vrij beschikbare inkomen van huishoudens toeneemt en er meer ruimte komt om zelf te sparen. Daarnaast zijn er hervormingen nodig met betrekking tot de woningmarkt en de pensioenen, zodat huishoudens meer flexibiliteit hebben in de manier waarop ze vermogen opbouwen. Onlangs nog publiceerde de bank een reeks van aanbevelingen voor noodzakelijke hervormingen op de Nederlandse woningmarkt.

    Huishoudens zouden ook meer ruimte moeten krijgen om bijvoorbeeld een deel van hun pensioen eerder op te nemen, terwijl diegene met veel vermogen in hun eigen woning de mogelijkheid zouden moeten krijgen om minder pensioen op te bouwen. De Rabobank merkt terecht op dat sparen in Nederland ook door fiscale regels minder aantrekkelijk is. Zo vallen spaartegoeden onder de vermogensrendementsheffing in box 3, terwijl vermogen in de eigen woning veel minder zwaar belast of zelfs gesubsidieerd wordt. Ook wordt de pensioenopbouw tot een zekere hoogte niet belast. Hervormingen op dit gebied kunnen het aantrekkelijker maken om meer spaargeld aan te houden.

    Belastingdruk in Nederland is relatief hoog (Bron: Rabobank)

  • ABN Amro verlaagt spaarrente naar 0,01%

    De ABN Amro verlaagt de basisrente op haar spaarrekening van 0,03 naar 0,01 procent, zo blijkt uit een email die onlangs naar klanten gestuurd werd. Ook gaan de bonusrente en de maximale rente verder omlaag, waardoor spaargeld nog minder geld oplevert. Was de maximale rente voor dit type rekening tot voor kort 0,1%, vanaf 31 juli 2018 is dat nog maar 0,07%. Ook de zeven andere spaarproducten van de bank zullen met ingang van deze datum minder rente opleveren.

    Door de renteverlaging krijg je voor iedere €1.000 op een Vermogens Spaarrekening nog maar €0,10 rente per jaar. Voor andere spaarproducten is dat een paar dubbeltjes meer, maar nog steeds zo goed als verwaarloosbaar. Voor bedragen boven de €1 miljoen geeft de bank geen rente meer, wat betekent dat je als spaarder naar alternatieven moet uitwijken om rendement te maken.

    Sparen kost geld

    Wie op zoek gaat naar de hoogste spaarrente komt vandaag de dag in Nederland niet veel verder dan 0,35%. Durf je het aan om je geld voor een langere termijn vast te zetten op een deposito, dan krijg je ongeveer een procentpunt meer uitbetaald voor het extra risico dat je loopt. Door de extreem lage rente kost sparen tegenwoordig geld, want de vermogensbelasting alleen is al hoger dan het rendement van een spaarrekening. En dan hebben we het nog niet eens over de inflatie. Volgens de officiële statistieken bedraagt de inflatie momenteel 1,7%.

    Natuurlijk is het altijd verstandig om wat spaargeld achter de hand te houden, maar voor het rendement hoef je het niet meer te doen. Dan zijn alternatieven als aandelen, obligaties, vastgoed en edelmetalen veel interessanter. Op de lange termijn beweegt de waarde van deze beleggingen over het algemeen mee met de geldhoeveelheid, al zijn er van tijd tot tijd wel grote prijsschommelingen mogelijk. Dat risico moeten spaarders vandaag de dag blijkbaar voor lief nemen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Nederlanders sparen steeds minder

    Nederlanders parkeren steeds minder geld op een spaarrekening, zo blijkt uit nieuwe cijfers die de Nederlandsche Bank afgelopen vrijdag publiceerde. In totaal werd er vorig jaar nog maar €300 miljoen aan ons spaarsaldo toegevoegd, dat is omgerekend minder dan €20 per persoon. Nederlanders sparen de laatste jaren steeds minder, wat voor een belangrijk deel te verklaren is door de extreem lage rente. Ter vergelijking, tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012 werd er meer dan €10 miljard per jaar gespaard.

    Sparen levert bijna niets meer op, waardoor het voor huishoudens vaak interessanter is om bijvoorbeeld extra af te lossen op de hypotheekschuld. Ook zijn er steeds meer spaarders die vanwege de lage rente in aandelen beleggen of hun geld in tastbare zaken investeren. Volgens cijfers van ING is het aantal nieuwe beleggingsrekeningen vorig jaar met 68% toegenomen. Een andere mogelijke verklaring voor de verminderde spaarzin is dat consumenten met een koopwoning zich door de stijgende huizenprijzen rijker voelen en daarom minder geld opzij zetten voor later.

    Nederlanders spaarder vorig jaar slechts €300 miljoen (Bron: DNB)

    Spaargeld levert steeds minder op

    In totaal hebben Nederlanders ongeveer €339 miljard aan spaargeld, maar door de daling van de rente levert dat steeds minder op. Keerden banken in 2012 ongeveer €6 miljard aan rente uit over dit bedrag, vorig jaar was dat niet veel meer dan €2 miljard. Ook voor banken is het beheren van al dat spaargeld weinig zinvol, omdat ze een negatieve rente moeten betalen om hun overtollige reserves bij de Europese Centrale Bank te parkeren. Gemiddeld ontvingen spaarders vorig jaar 0,5% rente over hun spaartegoeden, tegenover 0,76% gemiddeld over heel 2016.

    Lees ook:

  • Depositogarantiestelsel wordt niet veranderd

    Afgelopen week lazen we op verschillende websites berichten dat het depositogarantiestelsel op de helling zou gaan. In plaats van maximaal €100.000 per persoon per bankrekening zouden spaarders in de toekomst nog maximaal €100.000 per persoon krijgen, terwijl andere sites schreven dat zelfs dat bedrag niet meer zeker is en dat de ECB zelfs het voorstel heeft gedaan om de bescherming van spaartegoeden via het depositogarantiestelsel op te heffen. Maar kloppen deze beweringen wel?

    Eerder deze maand bracht de ECB een document naar buiten over de herzieningen van het zogeheten ‘Union crisis management framework’, waarin wordt gesproken over de mogelijkheid om banktegoeden te blokkeren in het geval van een bankrun.

    Ook staat in het document beschreven dat rekeninghouders in dat geval maar een beperkt bedrag per dag mogen opnemen, maatregelen die we tot op heden alleen nog maar in Griekenland en op Cyprus hebben gezien. Zie de volgende passage die we in een rood blok gemarkeerd hebben.

    Financiële repressie in de Eurozone

    Deze ontwikkelingen wordt bevestigd door William Lelieveldt, woordvoerder van de Europese Centrale Bank. Hij gaf per email de volgende verklaring tegenover Marketupdate:

    De genoemde Europese instellingen zijn bezig met een herziening van het “Union crisis management framework” (zie hier) en, zoals met alle wetgeving die met financiële markten te maken heeft, geeft de ECB daarover een “legal opinion” af. Die Opinion is te vinden op de ECB website (zie hier). Het onderwerp waar nu zoveel over te doen is, gaat niet over het minder zeker maken van spaargeld tot €100.000 zoals wel wordt gesuggereerd. Het gaat over de mogelijkheid om een rem (een “moratorium”) te hebben op de uitstroom van liquiditeit zodat er tijd is voor een fatsoenlijke afwikkeling in geval van een ernstig probleem met een bank.

    De spaarder houdt gewoon recht op de volle €100.000, dus het moratorium heeft geen invloed of de bescherming van deposito’s die vallen onder het Depositogarantiestelsel. Ook de richtlijn die op dit moment geldt heeft voorzieningen voor extreme situaties. Zoals de ECB Opinion duidelijk maakt, bijvoorbeeld in artikel 5.1, “the ECB expects these far-reaching powers to be exercised only in extreme circumstances, if at all”. In 5.2 waarschuwt de ECB dat “that prolonged periods during which depositors have no access to their deposits undermine confidence in the banking system and might ultimately create risks to financial stability.”

    In zijn toelichting schrijft Lelieveldt dat het depositogarantiestelsel een zaak is voor de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement. Deze instellingen maken de richtlijnen die vervolgens via nationale wetgeving geïmplementeerd worden. Het is dus niet zo dat de ECB hier zelf veranderingen in aan kan brengen.

    "Depositogarantiestelsel staat niet ter discussie"

    Dat wordt bevestigd door Ben Feiertag, woordvoerder bij De Nederlandsche Bank. In een verklaring tegenover Marketupdate zegt hij dat de reikwijdte van het depositogarantiestelsel niet ter discussie staat in relatie tot de berichten over de ECB. Die dekt nog steeds €100.000 per persoon per bank (niet per bankrekening). Hij voegde eraan toe dat de uitkeringstermijn van het depositogarantiestelsel in de toekomst van 20 naar 7 werkdagen teruggebracht zal worden, waardoor spaarders na faillissement van een bank eerder hun geld terugkrijgen. We deden ook navraag bij de Duitse Bundesbank en ook daar kregen we de bevestiging dat er momenteel geen plannen bekend zijn om het depositogarantiestelsel in te perken. De speculaties die we op verschillende websites lezen over het inperken van het garantiestelsel zijn dus niet waar, indien hun claims gebaseerd zijn op het document dat de ECB eerder deze maand naar buiten bracht.

    Moratorium

    Waar men zich wel terecht zorgen over maakt is het moratorium vraagstuk, de mogelijkheid om maximaal vijf dagen lang de banken te sluiten voorafgaand aan definitief faillissement of resolutie. Die maatregel is bedoeld om te voorkomen dat spaarders op grote schaal hun geld van de bank halen, waardoor het veel lastiger is om de bank af te wikkelen onder het resolutiemechanisme. Het moratorium waar de ECB in haar rapport over spreekt is overigens niet veel anders is dan de huidige bevoegdheden die we in Nederland reeds hebben onder de noodregel, zo merkt Feiertag op. Er bestond al een mogelijkheid om de banken een paar dagen te sluiten, maar daar is tot op heden nog geen gebruik van gemaakt.

    Conclusie

    De beweringen dat het depositogarantiestelsel wordt ingeperkt of zelfs volledig wordt opgeheven kunnen we op basis van de huidige informatie van de centrale autoriteiten niet verifiëren. Wanneer men het betreffende document van de ECB als bron aanhaalt voor dit soort beweringen weet je dat die beweringen onjuist zijn. Natuurlijk kunnen er in de toekomst allerlei zaken veranderen omtrent het depositogarantiestelsel, maar dat zal niet door de Europese Centrale Bank beslist worden. Daarover gaan de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement, zoals hierboven al is aangegeven. De monetaire autoriteiten staan dus volledig achter het huidige systeem dat spaargeld tot €100.000 per persoon per bank garandeert. Maar tegelijkertijd is het ook goed te beseffen dat niet iedere garantie waargemaakt zal worden. In een extreem scenario waarin verschillende grote banken omvallen is het huidige bedrag dat banken opzij hebben gezet volstrekt onvoldoende. Daar schreven we eerder op Marketupdate al een uitgebreide analyse over. In een dergelijk scenario moet het garantiefonds geld op de kapitaalmarkt ophalen om spaarders te kunnen compenseren. Als spaarder heb je dus een redelijke zekerheid dat je geld terugkrijgt via het garantiestelsel, maar in extreme scenario's kunnen ook die garanties onder druk komen te staan. Het is daarom aan te raden je vermogen niet alleen te verspreiden over verschillende bankrekeningen, maar ook een gedeelte aan te houden in tastbare bezittingen of in verschillende beleggingen.

  • ECB wil banktegoeden kunnen blokkeren bij bankrun

    ECB wil banktegoeden kunnen blokkeren bij bankrun

    De ECB pleit voor een nieuw instrument waarmee monetaire autoriteiten de banktegoeden kunnen bevriezen, zodat een bankrun gestopt kan worden voordat de bank in kwestie omvalt. Volgens ECB-bestuurslid Sabine Lautenslaeger is een dergelijke maatregel nodig om een bank die in de problemen zit meer tijd te geven om orde op zaken te stellen.

    In een nieuw document dat onlangs door de Europese Centrale Bank werd gepubliceerd lezen we dat de huidige aanpak niet effectief is, omdat spaarders nog steeds de mogelijkheid hebben hun geld op te nemen of weg te sluizen in het geval een bank in de problemen komt. Daardoor kan een bankrun ontstaan, waarbij ook een bank die in de basis gezond is kan omvallen.

    Volgens de ECB is een dergelijk moratorium noodzakelijk om te voorkomen dat de bankbalans door de uitstroom van spaartegoeden verslechtert, omdat toezichthouders anders niet goed kunnen inschatten hoe levensvatbaar de bank in kwestie nog is.

    Spaargeld blokkeren

    Uit het document blijkt dat de Europese Raad en het Europees Parlement begin dit jaar al een voorstel voor nieuwe wetgeving ter beoordeling naar de ECB hebben gestuurd. Daarin staat onder meer beschreven dat de blokkade van bankrekeningen maximaal vijf werkdagen mag duren. Om te voorkomen dat het betalingsverkeer vastloopt mogen rekeninghouders tijdens een dergelijke blokkade nog wel een beperkt bedrag per dag opnemen, een bedrag dat voldoende is om boodschappen te kunnen doen.

    Hieronder een passage uit het 69 pagina’s tellende rapport:

    Om een pre-resolutie moratorium succesvol te maken in het voorkomen van een ernstige verslechtering van de situatie van een financiële instelling moet deze een zo groot mogelijk bereik hebben. Men zou kunnen zeggen dat er geen gevaar is voor een bankrun, omdat spaartegoeden gedekt worden door het depositogarantiestelsel.

    Echter, in de praktijk is het mogelijk dat zodra het omvallen van de bank onvermijdelijk lijkt, dat een substantieel aantal gedekte spaarders toch hun geld weghalen. Ofwel om er zeker van te zijn dat ze erover kunnen beschikken, ofwel omdat ze geen vertrouwen hebben in het depositogarantiestelsel. Een dergelijk scenario is vooral waarschijnlijk bij grote banken, waar de omvang van de gedekte spaartegoeden zo groot is dat het vertrouwen in de capaciteit van het depositogarantiestelsel wegvalt.

    Als in een dergelijk scenario de spaartegoeden buiten het moratorium vallen, dan kan het in werking treden van het moratorium een waarschuwing geven aan spaarders dat de financiële instelling in kwestie dreigt om te vallen. Het moratorium zou dan contraproductief zijn, omdat het dan een bankrun veroorzaakt, in plaats van deze te voorkomen. Een dergelijke uitkomst kan fataal zijn voor een correcte afwikkeling van een bank, wat uiteindelijk ernstige schade kan toebrengen aan schuldeisers en een significante last kan leggen op het depositogarantiestelsel.

    Daarom zorgt de uitzondering van spaarders voor het moratorium voor serieuze twijfels over de effectiviteit van dit instrument. In plaats van een algemene uitzondering te maken zou de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) bepaalde beschermingsmaatregelen moeten nemen om de rechten van spaarders te garanderen, zoals een duidelijke communicatie over wanneer spaarders weer volledige toegang krijgen en een beperking van maximaal vijf werkdagen.

    Deze radicale plannen doen denken aan de bankencrisis op Cyprus en in Griekenland, maar als het aan de ECB ligt wordt deze vorm van financiële repressie de nieuwe blauwdruk voor alle banken in de Eurozone. Het lijkt de volgende stap te zijn na de Europese bail-in regels die sinds 2016 van toepassing zijn.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • EU wil bankruns voorkomen door banktegoeden te blokkeren

    De Europese Unie wil rekeninghouders verbieden hun spaargeld van de bank te halen als die bank dreigt om te vallen, zo blijkt uit een nieuw document dat in handen is van Reuters. Door tegoeden van spaarders te blokkeren wil de EU voorkomen dat een bank omvalt als gevolg van een bankrun. Volgens Reuters wordt er al sinds het begin van dit jaar gewerkt aan een voorstel om tegoeden van rekeninghouders te bevriezen.

    Als dit voorstel wordt aangenomen krijgen Europese toezichthouders meer mogelijkheden om de tegoeden van rekeninghouders bij een bepaalde bank te blokkeren, indien deze bank in de problemen dreigt te komen. Het idee achter deze maatregel is dat een bank die in de problemen verkeert dan meer tijd heeft om orde op zaken te stellen en dat deze minder kwetsbaar is voor de financiële markten. Ook kan deze maatregel volgens voorstanders voorkomen dat een bank die in de kern gezond is door een bankrun toch omvalt.

    Bankrekeningen blokkeren

    Binnen de Europese Unie is er verdeeld gereageerd op het voorstel om bankrekeningen van burgers te blokkeren. Voorstanders denken dat het een goed instrument is om een bankrun te voorkomen, maar critici denken dat deze alleen maar voor meer paniek zullen zorgen.

    Rekeninghouders die weten dat de toegang tot hun bankrekening geblokkeerd kan worden zullen in een veel eerder stadium besluiten hun geld weghalen, zo verklaarde Charlie Bannister van de Association for Financial Markets in Europe (AFME) tegenover Reuters. Als veel spaarders uit voorzorg hun geld weghalen kan dat de situatie juist sneller doen escaleren.

    Meer financiële repressie

    De afgelopen jaren hebben verschillende landen zelf al maatregelen genomen om een bankrun te voorkomen, denk bijvoorbeeld aan de financiële repressie in Griekenland en op Cyprus. In deze landen konden rekeninghouders op een gegeven moment een gelimiteerd bedrag uit de pinautomaat halen. Ook werden er maatregelen geïntroduceerd om een vlucht van kapitaal richting buitenlandse bankrekeningen te belemmeren.

    Met dit nieuwe voorstel wil de Europese Unie meer controle over uw spaartegoeden. Komt een bank in de problemen, dan wordt uw banktegoeden bevroren en mag de overheid voor u bepalen hoeveel leefgeld u per dag uit de bankautomaat mag halen. In september zal de Europese Unie zich weer over deze plannen buigen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Draghi: “Inflatie is gunstig voor schuldenaren”

    Volgens Draghi is het streven naar een beetje inflatie niet slecht, omdat het de schuldenaren bevoordeelt ten opzichte van de spaarders. Op die manier levert de centrale bank naar eigen zeggen een bijdrage aan het verkleinen van de vermogensongelijkheid. Hij deed deze uitspraken bij de Universiteit van Lissabon, waar hij verschillende vragen van studenten beantwoordde. Onder de video staan de belangrijkste vragen uitgewerkt.

    Waarom is de ECB niet tegelijkertijd met de Fed begonnen met QE?

    Dit is geen makkelijke vraag om te beantwoorden. Mijn antwoord is daarom wat langer dan we allebei zouden willen.

    Er zijn veel verschillen tussen de VS en de Eurozone en in de manier waarop de crisis zich in verschillende delen van de wereld ontwikkelde. Eind 2007 begon de sub-prime crisis. De ECB en de Fed reageerden toen op dezelfde manier, namelijk met een sterke uitbreiding van de beschikbare liquiditeit. Maar we ontdekten al snel dat dat nog maar het begin van de crisis was. Een jaar lang gebeurde er niks, totdat in 2009 de grote bail-outs kwamen in de VS en we realiseerden dat de giftige leningen ook veel banken in Europa hadden besmet.

    De val van Lehman Brothers was een keerpunt. De VS is anders dan de Eurozone in de zin dat de financiering grotendeels marktgebaseerd is. De Eurozone is een bank-gebaseerde economie, waar 80% van de financiering via banken gaat. In de VS is dat slechts 30%. Dit is het eerste grote verschil tussen beide situaties.

    De Fed bracht de rente naar nul en begon met QE, omdat er geen andere instrumenten meer over waren. De negatieve effecten bleven zich in die tijd ontwikkelen in de VS. In de Eurozone gebeurde wat anders. De toename van onzekerheid raakte overheden die niet voorbereid waren. Die werden gekenmerkt door hoge schuldniveaus, weinig hervormingen, zwakke budgetten… zo veranderde de crisis in een crisis in staatsobligaties.

    In 2010 gebeurde er iets wat alles veranderde. We waren gewend dat staatsobligaties risicovrij waren. Alle andere theorieën waren op deze aanname gebaseerd. In 2010 bleken staatsobligaties opeens niet meer risicovrij, waardoor het hele plaatje van risico’s veranderde in de Eurozone. Veel van onze banken hadden veel staatsobligaties op hun balans, waardoor de crisis evolueerde in een bankencrisis. Daarom begon de ECB in 2010 met een gereduceerde versie van QE, namelijk het SMP programma. Daarmee probeerden we de obligatiemarkt te ondersteunen om die grote veranderingen in rente en obligatiekoersen op te vangen.

    In 2011 daalde de liquiditeit in het bankwezen substantieel, waardoor de ECB besloot LTRO te starten. Dat was onbeperkte liquiditeit voor banken tegen een zeer gunstige condities en voor een ongekend lange termijn van vier jaar. Iedereen dacht dat daarmee de banken voldoende ondersteund waren en dat daarmee grootschalige falen van banken voorkomen kon worden.

    Dat werkte ook een paar maanden, maar toen kwam de obligatiecrisis over en begonnen we met OMT. Dat programma had in omvang veel groter kunnen zijn, maar dat was het niet omdat de markt had ingezien dat er niet langer een risico bestond dat de euro zou omvallen. Toen verbeterden de marktomstandigheden substantieel. Sindsdien zijn er 2 miljoen nieuwe banen gecreëerd in de Eurozone. Het herstel was op dat moment al begonnen, langzaam maar constant.

    Toen die bankencrisis was gaan liggen en de fragmentatie in Europa verminderde zagen we een nieuw risico van deflatie. En dat is waarom de ECB net als de Fed begon met QE. De les is dat beide instituten op verschillende manieren reageerden op verschillende omstandigheden.

    Bij de Federal Reserve – in een marktgebaseerde economie – greep men in via de open markt, namelijk met het opkopen van staatsobligaties en het verstrekken van liquiditeit of met het verkopen van staatsobligaties en het terughalen van liquiditeit. Bij de ECB – actief in een bankgebaseerde economie – ging dat via de banken. Beide instituten hebben gedurende de crisis hun beleid veranderd. De Fed schakelde meer over op herfinancieringen, terwijl de ECB begon met het opkopen van obligaties. De ECB introduceerde daarnaast ook een ander instrument, namelijk negatieve rente. Daar moet ik het voor dit moment bij laten…

    Kan inkomensongelijkheid een bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit?

    Door globalisering en wereldwijde concurrentie en verspreiding van technologie is er ongekend veel welvaart gecreëerd, maar tegelijkertijd is er ook een grote groep mensen die niet (voldoende) profiteert van deze verbeteringen. Deze mensen delen niet mee, kunnen bijvoorbeeld geen auto of huis kopen. Dat is inderdaad niet goed voor de financiële stabiliteit en de samenleving.

    Wat kan de ECB daaraan doen? Volgens Draghi is het goed om een beetje inflatie na te streven, omdat dat gunstiger is voor de schuldenaren dan voor de spaarders. Daarmee wordt de ongelijkheid verzacht. Daar komt bij dat de jonge generatie vaak de schuldenaren zijn, terwijl de oudere generatie over het algemeen besparingen hebben.

    De belangrijkste veroorzaker van ongelijkheid is werkloosheid. Juist dat is belangrijk om aan te pakken, bijvoorbeeld met investeringen in onderwijs en technologische kennis. Maar het is niet de taak voor mij als gouverneur van de centrale banken om te beslissen welk beleid men zou moeten voeren.

    Doet de ECB voldoende om te voorkomen dat baantjes naar elkaar toegespeeld worden?

    Centrale banken hebben vertrouwen nodig en om dat vertrouwen te winnen moeten ze duidelijk communiceren en verantwoording afleggen. Daar hebben alle centrale banken verbetering in aangebracht, niet alleen de ECB. Tot midden jaren negentig veranderde de Federal Reserve de rente zonder daar iemand over te informeren. Mensen moesten daar via de markt maar achter zien te komen.

    De ECB is van begin af aan al opgezet vanuit het idee van transparantie. Denk aan de persconferenties na elk rentebesluit, interviews, verhoren en onderzoeken. We gaan door met deze traditie en breiden dit zelfs uit. Ook deze bijeenkomst bijvoorbeeld, alles wordt uitgezonden. Dat is allemaal heel transparant.

    Voor wat betreft belangenverstrengeling. Sinds 2015 geven we inzicht in wat we bespreken. Mijn dagboeken en de ontmoetingen die wij hebben worden ook met enige regelmatig gepubliceerd. Ook wijzen we heel veel uitnodigingen af, omdat die van buitenaf gezien kunnen worden als een vorm van belangenverstrengeling of die afwijken van datgene wat mensen van een centrale bank verwachten. Ik denk dus dat we het oké doen, al kan het natuurlijk altijd beter. We leren van kritiek en passen onze procedures aan als we vinden dat de kritiek terecht is.

    Maakt de lage rente het voor millennials niet onmogelijk vermogen op te bouwen?

    Als eerste is het de vraag over welke millennials het gaat. Diegene die dankzij het beleid van de ECB een baan hebben kunnen vinden zullen waarschijnlijk blij zijn met dit beleid. Er zijn ook millennials die geld sparen of die ouders hebben die geld hebben.

    Ik heb het al vaak gezegd en zal het nog eens herhalen, besparingen komen van groei. Als er geen groei is zijn er ook geen besparingen. De rente moet op dit moment wel laag zijn om groei te krijgen. Wanneer die groei eenmaal komt en de inflatie richting de doelstelling gaat zal de rente ook toenemen en krijgen spaarders hun rendement. Maar als we de rente op het verkeerde moment verhogen krijgen we een recessie en daar wordt niemand beter van. Spaarders en schuldenaren niet.

    Millennials zijn vaak nog te jong om een huis te kopen, maar voor de iets oudere groep is de lage rente gunstig voor de hypotheek. We moeten dus geduldig zijn, de rente zal op termijn wel weer herstellen.

    Zie je de lage productiviteitsgroei van de laatste jaren als een korte termijn fenomeen of een langere trend?

    Dat is een lastige vraag waar veel verschillende visies op zijn. De cyclische daling van de economische productiviteit begon al ruim voor de grote financiële crisis. Tijdens de crisis daalde de kredietverlening en de investeringen en daalden ook de verwachtingen ten aanzien van de economische groei. Maar ook belangrijk voor productiviteitsgroei is een optimale verspreiding van nieuwe technologieën.

    Gaat de ECB meer investeren in fintech?

    De ECB ondersteunt fintech. We zijn het afgelopen anderhalf jaar met verschillende projecten begonnen. De meest recente is instant payment, een technologie waarmee iedereen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar direct betalingen kan doen. Ook ondersteunen we de distributed ledger technologie, een zeer belangrijke ontwikkeling waarmee je informatie op decentrale manier kunt opslaan.

    We besteden hier om verschillende redenen veel aandacht aan. Ten eerste omdat ze het financiële systeem kunnen versterken tegen cyberaanvallen. De andere reden is dat cybermisdaad een grote dreiging is voor financiële stabiliteit en dat toezichthouders hier meer en meer op zullen gaan inspelen. Daar is tijdens de laatste G7 top ook veel over gesproken.

    De afgelopen tien jaar heeft Portugal bijna €10 miljard aan bail-outs verstrekt. Wat is er de laatste jaren gedaan om te voorkomen dat er weer belastinggeld naar banken gaat?

    In het verleden werd er inderdaad belastinggeld gebruikt om aandeelhouders, obligatiehouders en spaarders van banken te compenseren. In reactie op deze ontwikkeling heeft de Europese Unie de Banking Resolution aangenomen, waarmee het veel moeilijker is geworden om voor een bail-out in aanmerking te komen.

    Als er weer een nieuwe bankencrisis komt zal eerst worden gekeken naar de bail-in van aandeelhouders en bepaalde categorieën van obligatiehouders. Als dat niet genoeg is zal dat worden aangevuld met een speciaal fonds. Het doel van de bail-in is dat het gebruik van belastinggeld wordt geminimaliseerd, maar dat tegelijkertijd ook wordt voorkomen dat activiteiten van banken worden stopgezet, met alle verliezen die daaruit voortkomen.

    Het is nog te vroeg om te zeggen dat er niet meer belastinggeld naar het redden van banken gaat. Banken moeten nu meer middelen opzij zetten om toekomstige verliezen op te vangen.

    Hoe kan de ECB beleid voeren als de lidstaten allemaal in een andere fase van de economische cyclus zitten en om die reden allemaal misschien een ander beleid nodig hebben?

    We hebben niet allemaal verschillende landen, maar één Eurozone. Ons beleid is voor de hele Eurozone. Om een meer inhoudelijk antwoord te geven, laat mij eens de vergelijking maken met de Verenigde Staten. In de VS heb je verschillende staten die allemaal op verschillende snelheden werken. Dat veroorzaakt misschien onbalans, maar dat wordt verzacht via de landelijke begroting. Er zijn dus geldstromen tussen verschillende delen van de Verenigde Staten om te compenseren voor mogelijke onbalans van een verschillende snelheid.

    De Eurozone is geen transferunie, dat is wat het Verdrag van Maastricht ook zegt. Wij hebben dus geen federaal budget. Wel hebben we andere manieren om te compenseren voor landen die op verschillende snelheden werken. Dat is waarom convergentie in de Eurozone essentieel is. Ik denk dat we daarin grote vooruitgang hebben geboekt sinds het verdrag van Maastricht.

    Cijfers op dat gebied lieten onlangs zien dat de mate van divergentie tussen landen, gemeten als de toegevoegde waarde per land, op een historisch dieptepunt staat. Die verschillen staan op het laagste niveau sinds 1997. Dat betekent dat inspanningen richting convergentie geleverd worden.

    Ook op het gebied van beleid is er convergentie, zoals het doorvoeren van hervormingen en het overeenstemmen van beleid dat bewezen heeft het beste te werken. Dat is erg belangrijk voor de weerbaarheid van de monetaire unie. Convergentie is een van de twee pilaren waarop de monetaire unie gebouwd is. De andere pilaar is vertrouwen. Wat we op dit moment doen is convergentie versterken en het vertrouwen repareren en versterken.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Column: Risicovrij bestaat niet meer

    Voor het uitbreken van de crisis in 2008 was er in de Westerse wereld een zeer groot vertrouwen in financiële instellingen. Spaargeld en staatsobligaties hadden het imago van absolute zekerheid, daar kon helemaal niets mee gebeuren. Economische theorieën werden gebouwd rondom de aanname van volledige zekerheid, een voorwaarde die in 2008 volledig onderuit werd gehaald met de val van Lehman Brothers en alles wat erop volgde.

    Ruim acht jaar na de crisis hebben we geleerd dat banken werkelijk kunnen omvallen en dat vermogende spaarders niet meer onder alle omstandigheden op steun van de belastingbetaler hoeven te rekenen. Heb je meer dan €100.000 spaargeld, dan wordt je geacht zelf onderzoek te doen en je vermogen te spreiden over verschillende banken of beleggingen.

    Zelfs Jean Claude Juncker, voormalig topman van de ECB, zei in 2012 dat er niet meer zoiets bestaat als een risicovrij rendement. Woorden die begin vorig jaar door de Europese Bankenautoriteit (EBA) en de Bank for International Settlements (BIS) nog eens bevestigd werden.

    Risico van obligaties

    Heeft u veel spaargeld, dan is het dus verstandig om de risico’s zoveel mogelijk af te dekken. Dat betekent niet alleen dat u het beste onder de grens van €100.000 spaargeld per bank kunt blijven, maar dat u ook voorzichtig moet zijn met bepaalde achtergestelde obligaties en deposito’s van uw bank.

    Dit soort beleggingsproducten bieden weliswaar een hogere rente, maar daar staat tegenover dat uw geld dan niet altijd gedekt is in het geval de bank gered moet worden. Daar weten ze in Spanje sinds kort ook alles van, want bij de overname/redding van Banco Popolar werd er in één keer een streep gezet door een bepaald type achtergestelde lening van de bank. Spaarders die het onderste uit de kan wilden kregen de deksel op de neus!

    Heeft u ook een achtergestelde obligatielening of deposito bij uw bank, dan is dus ten zeerste aan te bevelen de voorwaarden nog eens door te nemen. Zo voorkomt u dat u straks met een waardeloos papiertje bij de bank staat, net als de klanten van de V&D die na het faillissement van de warenhuisketen opeens hun waardebonnen niet meer konden inleveren…

    Frank Knopers

    Wilt u reageren? Mail naar [email protected]

    gs-logo-breed

    Deze column van Frank Knopers verscheen afgelopen weekend op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].