Auteur: Cor Wijtvliet

  • De oliesector is op de tast op zoek naar de toekomst

    ExxonMobil gaat als een van de grootste oliebedrijven zijn investeringen fors opvoeren. In 2018 bedroegen die $26 miljard, maar in 2020 gaan ze $33 – $35 miljard uittrekken om de productie van olie en gas fors te verhogen. Die verhoogde productie moet vooral komen uit het Permian Basin in de VS en de nieuwe velden in Guyana. Exxon Mobile noemt beide vindplaatsen de aantrekkelijkste sinds 1999.

    De ceo van Exxon Mobile zei er zich van bewust te zijn, dat de wereld streeft naar het verlagen van de CO2 uitstoot, maar dat diezelfde wereld nog steeds afhankelijk is van de productie van fossiele energie. ExxonMobil investeert uiteraard niet uit pure menslievendheid. De Amerikanen gaan ervan uit dat de investeringen in de jaren tot 2025 zullen resulteren in een winstgroei van pakweg 45%. Dan moet de prijs van een vat olie wel gemiddeld $ 60 bedragen.

    Nieuwe investeringen

    De investeringsplannen van ExxonMobil komen op een moment dat de industrie met zichzelf en met zijn toekomst worstelt. Dat spreekt uit de marketingcampagne die verschillende grote spelers in de sector over de wereld uitstrooien of gaan uitstrooien. Kenmerkend voor die campagnes is dat ze zich niet mooier willen voordoen dan ze zijn. Dat betekent dat ze enerzijds laten zien dat ze moeite doen om de CO2 uitstoot te beteugelen, maar anderzijds niet verhullen dat ze groot zijn in fossiele energie en dat fossiele energie nog steeds onmisbaar is voor de wereld. Dat is een vuile boodschap, maar wel een noodzakelijke boodschap, zo oordelen ze.

    Tegelijkertijd zijn de bedrijven er zich pijnlijk van bewust dat het verminderen van de CO2 uitstoot de komende jaren alleen maar actueler wordt. Klimaatverandering is een thema dat niet meer weggaat en alleen maar aan belang zal winnen. Met andere woorden, vroeg of laat zal de sector met een nieuwe strategie voor de dag moeten komen, willen ze de woedende toorn van de publieke opinie voor zijn.

    Hoe rendabel is duurzame energie?

    Maar daar wringt de schoen. Voor de meeste bedrijven, misschien wel alle, is het nog onduidelijk hoe ze hun businessmodel kunnen aanpassen en hun uitstoot kunnen verminderen zonder dat zulks ten koste gaat van het financiële belang van de aandeelhouders. Investeren in renewable energy is leuk, maar genereert vooralsnog te weinig middelen vergeleken met de fossiele energie. Dat spreekt ook uit hun investeringsplannen. Gemiddeld gaat 1% naar renewable energy.

    En dus aarzelen de bedrijven en weten ze niet goed hoe de zaken aan te pakken. Het risico is wel dat te lang aarzelen ten koste gaat van het klimaat, maar ook ten koste van hun bestaansrecht en toekomst. Steeds meer institutionele beleggers willen duidelijkheid over hoe de oliebedrijven denken om te gaan met klimaatverandering. Volgens sommige is het gevaar reëel, dat de wereld bij ongewijzigd beleid steeds minder fossiele energie gaat gebruiken met alle gevolgen van dien.

    Bedrijven als ExxonMobil en Saudi Aramco zijn daar niet zo bang voor. Fossiele energie is voorlopig nog onmisbaar. Sterker nog, de vraag zal de komende jaren alleen maar blijven groeien dankzij Azië en Afrika. Bedrijven moeten er wel voor waken om zich volledig onmogelijk te maken bij de jeugd, zeker de talentvolle jeugd is nodig om het bedrijf ook morgen gaande te houden.

    Voor critici is het duidelijk dat de nieuwe marketingcampagnes niet meer zijn dan een voortzetting van de misleidende campagnes uit het verleden. Een bedrijf als ExxonMobil wist immers al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw, dat het grootschalig gebruik van fossiele energie grote risico’s met zich bracht.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Europa is weer zwakste leerling van de klas

    Het is standaard. Als het in de VS en China economisch iets minder gaat, dan gaat het in Europa veel minder. Dat lijkt in 2019 weer het geval. Met een verwachte groei van 6 tot 6,5 procent doet de Chinese economie het heel slecht. In decennia is de groei niet zo laag geweest. Ook de verwachtingen voor de VS zijn omlaag bijgesteld. De kans dat de economie dit jaar nog met pakweg 3% gaat groeien is ongeveer 20%. Voor de Eurozone wordt de kans op een krachtige groei op nagenoeg 0% gesteld, terwijl de verwachting dat dit werelddeel wegzinkt in een korte recessie op 25% geschat wordt.

    De kwetsbaarheid van Eurozone voor externe schokken mag geen verrassing zijn. Het belangrijkste land, Duitsland, leunt voor zijn economie zwaar op de internationale handel en daar zit door de handelsoorlog tussen China en de VS en het daarmee gepaard gaande protectionisme behoorlijk de klad in. Mocht de zone in een recessie wegzinken, dan is het zeer denkbaar dat de problemen van gisteren weer de kop op steken in de vorm van een mogelijke default van een of meerdere lidstaten. Ook kan de discussie over een mogelijk opbreken van de eurozone weer de oplaaien. Of we het nu leuk vinden of niet, het concurrerend vermogen van landen in het zuiden, noorden en oosten loopt zeer sterk uiteen. In tijden van recessie zullen landen in het oosten en zuiden onevenredig zwaar getroffen worden en dat kan in die landen, maar ook tussen landen, voor de nodige stress zorgen.

    Wat kan Europa doen?

    Het treurige van het verhaal is dat de Eurozone weinig middelen ter beschikking heeft om een neergang te bestrijden. Het is de ECB verboden het verruimingsbeleid op Japanse schaal te voeren. Tegelijkertijd zou een periode van deflatie voor de nodige stress in een aantal lidstaten kunnen zorgen. Het is dus begrijpelijk dat Mario Draghi op buitengewone stappen zint. De stand van zaken oogt zorgelijk. De kerninflatie is pakweg 1%, terwijl de ECB-rente nagenoeg 0% is.

    Hoe moeten de centrale bank en de Eurozone een behoorlijke recessie te lijf gaan? Het lijkt logisch om het bestaande opkoopprogramma in ieder geval niet terug te draaien bij gebrek aan andere oplossingen. Het politieke probleem is dat dit programma in een aantal lidstaten als Nederland en vooral Duitsland nooit populair is geweest. Het tweede probleem is dat de ECB nu al tegen de grenzen aanloopt van wat wettelijk is toegestaan.

    Een voorbeeld maakt dat duidelijk. De ECB mag pakweg 25% van de Duitse staatsschuld in bezit hebben. Nu al is dat 22%. De juridische spelregels beperken de slagkracht van de centrale bank. Terzijde, op zich zijn die beperkingen wel te begrijpen. Het is niet gezond dat de ECB de dominante financier in de zone wordt. Ook moet voorkomen worden dat het landen met grote schulden, zoals Italië, extra gaat steunen.

    ECB loopt tegen grenzen van mandaat aan met haar opkoopprogramma (Bron: Financial Times, Bruegel)

    Monetaire of fiscale stimulering?

    Maar wat dan? Is fiscale expansie een mogelijkheid?  Voor een land als Duitsland met zijn grote overschotten zou dat een probaat middel zijn. Op Europese schaal schiet een fiscale expansie in Duitsland te kort. Misschien moet de ECB de obligaties van een Europese instelling als de Europese Investeringsbank gaan opkopen. Zodoende zou het een zeer groot, op Europese leest geschoeid, investeringsprogramma kunnen ondersteunen.

    Het is maar zeer de vraag of zoiets mogelijk zal blijken, zelfs als de Eurozone weer wegzakt in een crisis. Daar is weinig voor nodig, maar scherpslijpers zullen erop blijven hameren dat het beleid van de ECB illegaal of in ieder geval dom is. Daarbij verliezen ze de mogelijke schade van een nieuwe recessie voor het gemak uit het oog. Misschien moeten ze een voorbeeld nemen aan onze voorouders, de Romeinen. Dit zeer legalistisch ingesteld volk had als stelregen dat de veiligheid van de republiek het hoogste goed, de hoogste wet was. Immers, als het systeem niet meer veilig is, dan is niets meer veilig. Waarvan akte!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Goud gaat eindelijk weer glanzen

    Goud gaat eindelijk weer glanzen

    Aan het einde van afgelopen jaar begon de prijs van goud omhoog te gaan. Dat was goed te begrijpen. Markten waren volatiel en veel beleggers zochten een veilig heenkomen. Maar de prijsstijging is in 2019 doorgegaan.

    Op moment van schrijven bedroeg die $1.342 per troy ounce, het hoogste niveau sinds april 2018. Toch doet die prijsstijging vreemd aan. Het ziet er naar uit, dat met het nieuwe jaar de moeilijkheden uit 2018 verdampt zijn. Goud had derhalve weer in prijs moeten gaan zakken. De Japanse yen, van oudsher ook een veilige haven, is sinds het begin van 2019 wel gaan verzwakken.

    Goudprijs blijft stijgen

    Waarom is de prijs van goud niet omlaaggegaan? Daar zijn wel de nodige argumenten voor aan te voeren. Denk bijvoorbeeld aan de onzekerheden rondom de Brexit of rondom de naderende Europese verkiezingen. Ook het voortsudderende handelsconflict is een verklaring voor de stijging van de goudprijs. Al die onzekerheden kunnen ook verklaren waarom de waardestijging van de dollar evenmin invloed heeft op de prijsvorming. Integendeel, die prijsvorming lijkt een handje geholpen door het vermoeden dat de dollar op het punt staat te pieken. De dollarindex schommelt rond een niveau van 97 en in november 2018 piekte deze index op 97,54. Trouwens, ook de daling van het reële rendement op de 10-jaars Treasury van 1,20% in november naar pakweg 0,80% vormt een steun voor de prijs van goud.

    Het edelmetaal goud levert de koper geen rente op. Het is daarmee duidelijk dat goud er aantrekkelijker uitziet als beleggingsklasse als wereldwijd de rente de neiging heeft om te gaan dalen. Dat gaat zeker ook op voor de Verenigde Staten. Daar levert de 3-maands Treasury een rendement van 2,4% en is daarmee aantrekkelijker dan goud. Mocht het rendement gaan teruglopen, dan kan goud hiervan opnieuw profiteren. De kans hierop groeit nu de Fed pas op de plaats maakt met renteverhogingen en de roep om verlaging alleen maar luider wordt. Centrale banken ondersteunen de stijging van de goudprijs sowieso. Centrale banken als die van Rusland kochten in 2018 meer goud op dan in een halve eeuw het geval was. Ze verkochten tegelijkertijd de Amerikaanse Treasury. Op die manier diversifieerden ze hun reserves.

    Langlopende trend gunstig

    Waarschijnlijk blijft de prijs van goud voorlopig hoog omwille van trends die nog achter de horizon verborgen liggen. De haviken bij centrale banken lijken in het defensief gedrongen. Een reeks van data wijst voorzichtig in de richting van afnemende rendementen op obligaties en op een verzwakkende economische groei. Dat verkleint weliswaar de kansen op inflatie, maar de verwachting groeit dat centrale bankiers weer de weg van goedkoop geld inslaan om zo de inflatie meer leven in te blazen. We kunnen zodoende een herhaling meemaken van de periode 2008 – 2011. Het was de periode dat de Fed zijn beleid van kwantitatieve verruiming optuigde om meer inflatie te krijgen. In diezelfde periode steeg de prijs van goud van $700 naar $1.900 per troy ounce.

    Opnieuw laat de inflatie het wereldwijd afweten en de eerste tekenen van een naderende beleidswijziging door centrale bankiers zijn al duidelijk waarneembaar. Zo heeft de gouverneur van de Bank van Japan, Haruhiko Kuroda, het Japanse parlement verteld dat hij het beleid verder gaat versoepelen, als valutabewegingen de consumentenprijzen gaan beïnvloeden. Deze woorden onderstrepen ontwikkelingen op de Japanse obligatiemarkten. Daar ligt het rendement op 10-jaars staatsleningen weer onder 0% en dat was niet meer het geval sinds november 2016.

    Gaan centrale banken weer verruimen?

    Ook ontwikkelingen in Duitsland en Australië wijzen erop dat beleidswijzigingen in de lucht hangen. Duitsland en Australië zijn min of meer te beschouwen als barometer van de Chinese economie. In Australië bivakkeert de dollar weer op de lage niveaus van 2015 en 2016. De verslechtering is mede het gevolg van een notulenverslag van de centrale bank waaruit een duidelijke voorkeur voor versoepeling spreekt. In Duitsland gaat het economisch in snel tempo minder. De meest recente ZEW Indicator of Current Conditions in Duitsland viel in een maand tijd met 12,6 punten naar 15. Dat is het laagste niveau sinds 2014 en ver onder de verwachtingen van 23.

    Op moment van schrijven zijn de notulen van de Fed over de maand januari nog niet gepubliceerd. Beleggers rekenen er echter op dat de Fed gaat stoppen met het verder afslanken van zijn balans. Er leven ook verwachtingen dat de Fed zijn houding gaat veranderen ten opzichte van de inflatie. Als de inflatie onder het beoogde niveau van 2% blijft, dan kunnen nieuwe verruimingsmaatregelen overwogen worden. Kortom, het tij lijkt zich gunstig te ontwikkelen voor de prijs van goud.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Het Westen hoeft concurrentieslag met China niet te verliezen

    President Trump heeft besloten de onderhandelingen met China de tijd te geven en af te zien van een absolute deadline. Dat is op zich goed nieuws, want het zorgt voor rust in een tijd van oplopende politieke spanningen. De schijnbaar onstuitbare opmars is daarbij een belangrijke bron. Niet alleen Trump, maar feitelijk heel de Westerse wereld kijkt met argusogen naar het land van Xi Jinping. De gemeenschappelijke Westerse conclusie is, dat het Land van de Rode Draak geen vriend is, maar op zijn best een partner en misschien ook wel een vijand.

    Is met die opstelling een nieuwe Koude Oorlog onvermijdelijk? Daar kun je ‘Ja’ op antwoorden, maar ook ‘Nee’. Ja, omdat velen in het Westen China zien als een strategische, economische en ideologische bedreiging. Die consensus overstijgt de politieke tegenstellingen. Het antwoord kan echter ook ontkennend luiden. De relatie met China is anders dan die met de voormalige Sovjet Unie. China heeft niet de intentie een politieke ideologie wereldwijd te verspreiden. Het gedraagt zich tot dusverre als een normale grootmacht en het maakt ook deel uit van de wereldeconomie in tegenstelling tot de Sovjet-Unie. Alleen al daarom kan een eensgezinde vijandigheid jegens China funest uitpakken. Als die vijandigheid door de Chinezen ook nog eens geïnterpreteerd wordt als een poging van het Westen hen van een beter leven te beroven, dan kunnen de rapen echt gaar zijn!

    Het beste wat het Westen kan doen is de relatie zo goed en zo kwaad mogelijk te managen. Ja, China is een formidabele concurrent waaraan het hoofd geboden moet worden. Tegelijkertijd moet ermee samengewerkt worden, zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is. Dat eist veel stuurmanskunst. En waarschijnlijk toch ook meer zelfvertrouwen.

    Opmars van China

    Natuurlijk is de opmars van China imponerend, maar de VS en de Europese bondgenoten werpen nog steeds heel veel gewicht in de schaal. Ze geven meer uit aan defensie, hebben gezamenlijk een veel grotere economie en importeren op wereldschaal veel meer dan China. Dat land is veel afhankelijker van de export naar de Westerse landen dan omgekeerd. In deze situatie zal de komende jaren waarschijnlijk weinig verandering komen.

    Onder de huidige sterke man, Xi Jinping, is het land een nieuwe weg ingeslagen, weg van de weg van de hervormingen. Dat mag weleens een heel slecht besluit blijken. We zijn het geneigd te vergeten door de opkomst van de autoritaire leider, maar de ideologie van vrijheid, democratie en de wet is voor de overgrote meerderheid van de wereldbevolking nog steeds veel aantrekkelijker dan het Chinese communisme. Het Westen heeft hooguit te lijden onder het eigen falen, niet van ideologische concurrentie van China.

    Zelfvertrouwen

    De Verenigde Staten hebben voldoende reden om met het nodige zelfvertrouwen de huidige wereld te beschouwen. Het zelfvertrouwen mag groter zijn dan dat van China, zeker als de VS haar huidige allianties in stand houdt, kijkt naar haar geografische ligging en naar haar economische kracht. Als het land dat doet, dan kan de economische interdependentie met China eerder een bron van stabiliteit zijn dan van rivaliteit.

    De wederzijdse afhankelijkheid is dan een basis voor vreedzame relaties. Nauwe samenwerking met de bondgenoten zou China zelfs de weg van de hervormingen en aanpassingen kunnen brengen. Concessies doen in het kader van een wereldwijde overeenkomst is gemakkelijker voor Xi Jinping dan toegeven aan de exclusieve druk van de Verenigde Staten.

    Het Westen kan de concurrentie met China aan. Dat lijdt geen twijfel. Dat neemt niet weg dat ook samenwerking noodzakelijk is. Een gezond milieu, welvaart en vrede, het kan niet meer zonder de bijdrage van China.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, the Challenge of one world, two systems. Financial Times, January 29, 2019

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Analisten somber over eerste kwartaal 2019

    Analisten somber over eerste kwartaal 2019

    Het lag min of meer in de lijn der verwachtingen, maar nu is het officieel. Een meerderheid van analisten op Wall Street is van mening dat de winstgevendheid van bedrijven onder druk komt. In december van 2018 gingen ze nog uit van een verbetering met iets meer dan 3%, maar amper een maand later resteert er een achteruitgang met 0,8%. Als ze gelijk krijgen, dan is dat de eerste verslechtering sedert het tweede kwartaal van 2016.

    Een achteruitgang kon ook niet uitblijven. Daarvoor zijn meer dan voldoende factoren aan te wijzen. Zo heeft de belastingverlaging de bedrijfscijfers behoorlijk opgeleukt in 2018, maar dat opleuken is eenmalig. Ook het barre weer van de laatste weken helpt niet, evenmin als de sluiting van de overheid. Dat is de langste in de geschiedenis.

    Lagere marges

    Analisten gaan er echter vooral vanuit dat de marges zullen krimpen. Ze verwachten nog steeds een behoorlijke groei van de omzet. Die zal gemiddeld 5,7% bedragen. Daar staat tegenover dat de loonkosten behoorlijk aan het oplopen zijn. De voortslepende handelsoorlog frustreert de supply chains en ook dat werkt kostenverhogingen in de hand. Daar komen nog bij een ongunstige ontwikkeling van de prijzen voor grondstoffen en de onmiskenbare groeivertraging in China bij. Alles bij elkaar genomen hebben een reeks van sectoren last van ongunstige externe omstandigheden.

    Een bedrijf als DowDupont gaat ervan uit dat onderdelen van het bedrijf de marges tot wel 20% zien verslechteren in het lopende kwartaal. Ook de oliemaatschappijen krijgen het moeilijk door de aanhoudend lage prijzen. Analisten denken dat de winst per aandeel voor die bedrijven met wel 6% kan dalen. Aan het einde van 2018 gingen ze nog uit van een stijging met ruim 16%. Zelfs de techsector ontkomt niet aan een verslechtering. Een bedrijf als Apple gaat uit van een daling van de winst per aandeel en dat doen ook een reeks van producenten van halfgeleiders in alle soorten en maten.

    Mogelijk ook omzetdaling

    Bijzonder voor de techsector is ook dat sommige grote namen zelfs een daling van de omzet niet voor onmogelijk houden. Apple toont zich erg bezorgd over de afnemende koopkracht/koopbereidheid in China en is ook niet blij met de geringere aantrekkingskracht wereldwijd van de iPhone.

    De nieuwe guidance voor het eerste kwartaal van 2019 bleef achter bij die van analisten. Ook bij Amazon hebben ze geen hoge verwachtingen. Dat wijten ze vooral aan beperkende maatregelen van de Indiase overheid. Bovendien heeft Amazon aangegeven fors te gaan investeren in 2019 en dat zal weer ten koste gaan van de marges.

    Beurzen weer omhoog

    Tot dusverre hebben beleggers het groeiende pessimisme onder analisten genegeerd. Koersen stegen in de afgelopen maand januari met bijna 8% en dat was de beste start van een nieuw jaar sinds 1987. Beleggers gewagen van een zich wijzigende opstelling van de Fed en van een overdreven correctie aan het einde van 2018.

    Analisten en beleggers zijn echter eensgezind in hun hoop dat met het verstrijken van het eerste kwartaal ook een deel van de huidige problemen verdwenen zal zijn. Daardoor zal de rest van 2019 weer in het teken staan van groei. Is hier de wens de vader van de gedachte? Financiële markten bewegen zich immers altijd tussen gevoelens van angst en van hebzucht. Beide zijn slechte raadgevers.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Donkere wolken pakken zich samen boven Eurozone

    In het derde kwartaal van 2018 begonnen de cijfers er al minder uit te zien. De economische groei viel met 0,2% terug naar het laagste niveau in vier jaar. Volgens de ECB zou de inzinking slechts tijdelijk zijn en was het groeicijfer een eenmalige vertekening van de economische werkelijkheid in de Eurozone.

    Aan het begin van 2019 is steeds duidelijker geworden dat het optimisme van de ECB op weinig tot niets gestoeld was. De groeivertraging neemt structurele vormen aan. Althans, dat doen de talrijke economische data vermoeden die in de loop van het vierde kwartaal en ook in januari naar buiten zijn gebracht. De meest recente, die van de inkoopmanagers, kwam in januari met een telling van 50,7 uit op het laagste niveau in 66 maanden. De Duitse industrie lijkt met een telling van 49,9 op de rand van een recessie te balanceren. De uitslag over januari is de laagste in meer dan vier jaar.

    Eurozone onder druk

    Er zijn nog meer zeer ongunstige signalen. Zo zakt de euro weg tegen de dollar naar een niveau dat we sinds juli 2017 niet meer hebben gezien. Ook de gang van zaken rondom Bunds, de 10-jarige staatsleningen van Duitsland, is weinig geruststellend. Het rendement is tot onder 0,2% gedaald. Als dat tot onder 0,15% zakt, dan is de nood echt aan de man, zo denkt de markt.

    De dreigende structurele groeivertraging komt voor de ECB op een uiterst ongelukkig moment. De centrale bank staat aan de vooravond van een belangrijke monetaire beleidswijziging. De bank gaat stoppen met haar programma van monetaire verruiming. Er worden geen nieuwe obligaties meer opgekocht. Vooralsnog houdt de ECB de moed erin. Bij monde van voorzitter Mario Draghi laat de centrale bank weten geen aanleiding te zien om af te zien van het voorgenomen beleid. Wel belooft de voorzitter de vinger aan de pols te houden.

    Weinig speelruimte voor de ECB

    De vraag is uiteraard of de centrale bank veel ruimte heeft voor nieuw beleid. De rente is nagenoeg 0%. Wellicht dat in maart op basis van nieuwe data besloten wordt de rente te verlagen. Sommige politici en beleidsmakers hebben gesuggereerd dat het misschien tijd is voor een ronde van goedkope leningen aan banken, de zogeheten Targeted Longer-Term Refinancing Operations (TLTRO). Op die manier kan er goedkoop krediet voor de economie beschikbaar komen.

    Volgens Draghi is het daarvoor nog te vroeg en ook in dat opzicht is het wachten op de uitkomst van het bankiersoverleg in maart. De enige concrete toezegging van de ECB is dat de opgekochte obligaties met een waarde van €2,6 biljoen doorgerold worden en niet in de markt gezet worden. Dat gaat pas gebeuren als de rente verhoogd wordt. En het is helemaal de vraag of dat nog in 2019 gaat gebeuren, gelet op het ongunstige tij. Door ze niet van de balans te halen blijven de leenkosten voor bedrijven laag, zo stelt de ECB geruststellend.

    Externe factoren

    De terughoudendheid om echt handelend op te treden is wel te begrijpen. De mogelijkheden om echt op te treden lijken beperkt en de bank is daarbij afhankelijk van factoren waar het zelf weinig greep op heeft. Hoe ontwikkelt de tarievenoorlog tussen de VS en China zich? Hoe gaat de Brexit verlopen? Gaat de Chinese overheid wel of niet stimuleren en wat gaat de Fed doen? Gaat die inderdaad stoppen met het verder verhogen van de rente. Als de Amerikanen dat doen, dan leggen ze bijna automatisch een vloer onder de prijzen van de diverse assets.

    Het is allemaal weinig geruststellend. De Eurozone vertraagt economisch, zonder dat de ECB daar veel tegen kan doen. De vrees dat het monetaire verruimingsbeleid van de afgelopen jaren de ECB machteloos zou maken bij een nieuwe economische recessie, lijkt bewaarheid te worden. Dat is geen prettige vaststelling.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Waarom voelt de wereldeconomie zo kwetsbaar aan?

    Wereldwijd gaan de aandelenkoersen weer omhoog en veel beleggers halen waarschijnlijk opgelucht adem. De gevreesde correctie lijkt alweer ten einde. De opluchting is begrijpelijk, maar dat wil niet zeggen dat er geen reden meer is om zich meer dan zo nu en dan serieus zorgen te maken. Zoals de zaken zich nu laten aanzien lijkt de wereldeconomie op weg naar een milde cyclische vertraging. Dat neemt echter niet weg, dat de wereld kampt met structurele problemen die zowel een lange termijn karakter hebben als een cyclische.

    Volgens de sterrenwichelaars van de OECD bereikte de wereldwijde expansie in november van 2018 zijn piek. In 2018 zal het globale bbp volgens deze zieners met 3,7% groeien om in 2019 en 2020 te vertragen naar 3,5%. Als de OECD gelijk krijgt, dan gaat de wereld een extreem zachte landing tegemoet en dat mag geen problemen opleveren. Het zou een neergang volgens het boekje betekenen. De economische cyclus in de geavanceerde economieën is al op leeftijd en van ‘excess capacity’ is geen sprake meer. Centrale banken hebben hier hun beleid verkrappend op aangepast. Er hoeft echter niet al te hard op de rem getrapt te worden, want de inflatie is laag en dan kan de rente ook laag blijven. Ondanks de recente correctie op de aandelenbeurzen zijn waarderingen nog steeds fors te noemen. Er is met andere woorden weinig dat wijst op de komst van een wereldwijde harde recessie.

    Harde of zachte landing?

    Zoals zo vaak, schuilt er echter een addertje onder het gras. Vooraanstaande stemmen benadrukken dat er voor de korte termijn weinig grote problemen te bespeuren zijn, maar voor de lange termijn des te meer. Ze wijzen daarbij op sterk uiteenlopende trends in productiviteit en op de lange termijn schuldencyclus. Productiviteit moet dan gezien worden in het licht van verschuivingen in de economische machtsverhoudingen, de groeiende ongelijkheid, het ineenstorten van de werkgelegenheid in de industrie, de opkomst van de digitale economie en de spaaroverschotten in de afgelopen decennia. De lange termijn schuldencyclus, die versnelde vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, is de uitkomst van pogingen om de sociale en economische gevolgen van die veranderingen in de hand te houden.

    Anno 2019 beginnen we de gevolgen van die structurele verschuivingen meer en meer aan den lijve te ondervinden in de vorm van groeiend nationalisme en populisme. Ook de Brexit, president Trump, de handelsoorlog tussen de VS en China vinden hier hun oorsprong. De lange termijn kredietcyclus bereikte zijn voorlopig hoogtepunt in de vernietigende financiële crisis van 2007-2008. China, dat een reddend anker uitwierp in die moeilijke jaren, heeft zodoende zijn lange termijn schuldencyclus zien versnellen en lijkt nu de grenzen van schuldgroei bereikt te hebben.

    Daarmee zijn we er nog niet. De omvangrijke verschuivingen op wereldschaal bergen nog meer gevaren in zich. Het is nog maar de vraag of het nu nog mogelijk is om een wereldwijde recessie gecoördineerd te lijf te gaan? Een ander reëel gevaar is, dat het geleidelijk verpulveren van de huidige politieke orde in de wereld op zich al voor een economische disruptie gaat zorgen. Een instorten van de wereldhandel kan een zo’n disruptie tot gevolg hebben.

    Wereldwijde schulden zijn verder toegenomen na crisis van 2008 (Bron: Financial Times)

    Kwetsbaarheid blijft

    Uiteindelijk hoeven we ons weinig zorgen te maken over een mogelijke korte termijn vertraging. Die is waarschijnlijk bescheiden van omvang en dat laat zich wel managen. Het draait uiteindelijk allemaal om de context waarbinnen die korte termijn cyclische vertraging plaatsvindt. Dat is er een van grote politieke en beleidsmatige onzekerheden, gekoppeld aan een uitputting van verantwoorde mogelijkheden om de kredietverlening te versterken. Wanneer die mogelijkheden niet meer voor handen zijn, dan kan zelfs een bescheiden vertraging onverhoopte gevolgen hebben.

    De wereld is kwetsbaar geworden en er zijn nog geen mechanismes ontwikkeld om deze kwetsbaarheid te bestrijden. Gelet op het huidig politieke klimaat in de wereld ziet het er ook niet naar uit dat die mechanismes er op afzienbare tijd zullen komen. Wie zich zorgen wil maken, moet zich daar zorgen over maken. Het betekent ook, dat de centrale banken geen wapens meer hebben om een recessie te bestrijden. Het standaard antwoord op een recessie is immers om de rente te verlagen. Voor bijvoorbeeld de Fed zou dat beteken dat de korte rente verlaagd moet worden naar pakweg -2,5%. De ECB en de Bank van Japan zouden nog verder moeten gaan. Alleen de People’s Bank of China heeft meer ruimte om te manoeuvreren. Het is alleen de vraag of het verstandig is om de uit de hand gelopen kredietverlening van de laatste decennia opnieuw nieuw leven in te blazen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Europese banken in het nauw

    Het afgelopen jaar is een annus horribilis geweest voor het Europese bankwezen. De cijfers liegen er niet om. De gemiddelde koers is met 25% gedaald en dat betekent dat er een bedrag van $380 miljard aan aandeelhouderswaarde verdampt is. Geen enkele van de zestien grootste Britse, Franse, Duitse, Italiaanse of Zwitserse banken wordt gewaardeerd boven zijn boekwaarde. Gemiddeld genomen bedraagt de waardering 0,6 keer hun net assets. Voor de zes grote Amerikaanse banken bedraagt die ratio 1,1 en voor de MSCI Emerging Asia Banks index komt de ratio uit op 1.

    Er is dus iets mis met het Europese bankwezen, terwijl een reeks cijfers juist het omgekeerde doet vermoeden. Volgens analisten van Citigroup neemt de winstgevendheid in 2018 juist met 42% toe. Europese banken zijn gezonder en sterker. Financiële buffers zijn verhoogd en de meeste boetes over uitwassen in het recente verleden zijn betaald. Schijn bedriegt echter. Tegenover de genoemde verbeteringen staat een reeks van verslechteringen. Geopolitiek en macro-economisch zijn de zorgen in de loop van 2018 alleen maar gegroeid. Die zorgen koppelen beleggers aan een groeiende onzekerheid over het huidige businessmodel van banken. Is dat wel voldoende meegegaan met de strengere kapitaalseisen en regelgeving?

    Slecht jaar voor de bankensector

    In 2018 was er voor banken sprake van het haasje over effect. De ene klap was nog niet geïncasseerd of de volgende kwam er alweer aan. Het afgelopen jaar ging van start met massale sell-off omdat de groei tegenviel. De uitslag van de Italiaanse verkiezingen was een volgende mokerslag. De handelsoorlog en toenemende zorgen over enkele opkomende markten, zoals Turkije pakten evenmin goed uit, evenals uitlatingen van de ECB over de renteontwikkeling. Vooral Italië is een hoofdpijndossier. Zwakke Italiaanse banken hebben heel veel Italiaans schatkistpapier op de balans staan. Met een beetje pech kan er sprake zijn van wederzijdse besmetting van overheid en banken.

    Het is nog maar de vraag of het in 2019 veel beter zal gaan voor banken. De onzekerheid over de Britse economie groeit alleen maar, evenals de vrees voor een chaotische Brexit. Er is maar een enkeling die denkt dat de rente zich voor banken gunstig gaat ontwikkelen. De aanhoudende koersdalingen zorgen ervoor dat noodzakelijke veranderingen uitblijven. Zo is de kans klein dat er op grote schaal fusies en overnames gaan plaatsvinden. Dat is nodig, omdat er nog steeds teveel Europese banken zijn. En zo kan het gebeuren, dat een moderne fintech speler als het Nederlandse Adyen een hogere marktkapitalisatie heeft dan bijvoorbeeld het Duitse Commerzbank en niet veel meer onderdoet voor Deutsche Bank. Ook de politiek helpt niet mee om een broodnodige consolidatie van het Europese bankwezen te bewerkstelligen. Een pan-Europese kapitaalmarkt blijft vooralsnog een droom, evenals een gemeenschappelijk Europees depositogarantiesysteem.

    Europese banken amper hersteld van de crisis (Bron: Financial Times)

    Risico’s blijven groot

    Het is met andere woorden niet zo vreemd, dat grote institutionele beleggers banken links laten liggen. Zelfs nu waarderingen extreem laag zijn, lijken de risico’s nog te groot. Rentemarges blijven voorlopig flinterdun, prijzen van assets kunnen gaan galen en banken worstelen met een zwakke IT-infrastructuur om maar eens wat te noemen. Ze zetten bovendien zeer nadrukkelijk vraagtekens bij de drang van sommige banken om de concurrentie aan te gaan met de grote investment banks op Wall Street. Dat slurpt in hun ogen nodeloos veel kapitaal. In het recente verleden hebben banken, die poogden de concurrentie aan te gaan met de Amerikanen, veel schade opgelopen. Dat wekt weinig vertrouwen voor de huidige kansen op succes.

    Wat ook al niet helpt, is het gegeven dat beleggers in het verleden zich bij voortduring verkeken hebben op het vermogen om te groeien. Analisten hebben becijferd dat banken slechts éénmaal in de afgelopen zeven jaar de groeiverwachtingen hebben overtroffen. De kans dat zulks op korte termijn gaat veranderen, achten ze klein. In dit klimaat zijn zelfs de huidige extreem lage waarderingen nog te hoog. Dat is zeker het geval als er zo nu en dan een nieuw schandaal opduikt, zoals recentelijk rondom Danske Bank.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • 2019 wordt een moeilijk jaar voor Europa

    Tijdens de feestdagen mag je vaststellen dat er voor Europa weinig te vieren valt. De politieke verhoudingen laten zeer te wensen over, de economie lijkt in een steeds lagere versnelling te raken. Dat verhindert de ECB niet om toch door te gaan met de geleidelijke afbouw van de inkoop van obligaties. Mocht er alsnog iets misgaan, dan lijkt de ECB ervoor te kiezen steun te verlenen door banken heel goedkoop funding aan te bieden. Desondanks lijkt 2019 een jaar te worden, dat het uiterste zal vergen van de actieve fondsmanager. Loop het rijtje maar eens af! De euro, overheidspapier, bankaandelen, het zijn alle drie potentiële bronnen van veel zorgen en ellende.

    Vooral de politiek zal de aandacht van de fondsmanager vereisen. Met het gedoe rondom het Italiaans schatkistpapier nog vers in het geheugen moeten beleggers vrezen dat het recente gekrakeel tussen Rome en Brussel slechts het begin zal zijn van een reeks van botsingen, waarbij de houdbaarheid van de schuldenlast centraal staat. Nog pas enkele weken geleden nam de Franse president Macron de aftrap met zijn belofte de publieke uitgaven fors op te schroeven om aan de protesten van de gele hesjes tegemoet te komen. In veel Europese landen zijn gele hesjes actief en veel overheden lijken steeds gevoeliger voor hun protesten.

    Hogere rente staatsleningen

    Voor de obligatiemarkten was de toegeeflijkheid van de Franse president een zeer onplezierige verrassing. Die tonen zich allergisch voor fiscale soepelheid in tijden van afnemende groei, terwijl er amper of geen structurele hervormingen op nationaal of regionaal hebben plaatsgevonden. Dat brengt het risico met zich mee dat de spread op overheidspapier alleen maar groter wordt. Dalende obligatieprijzen werken ook door in de balans van banken. Niemand zit te wachten op een verzwakking van de bankensector die nog steeds de problemen uit de crisisjaren 2012 – 2014 niet helemaal te boven zijn.

    De potentiële problemen rondom de euro lijken complexer. Op zich zou een verkrappend beleid gunstig uitwerken op de euro. Daar staat tegenover dat een mogelijk vertragende groei in 2019 en 2020, zoals voorzien door de ECB, de voordelen van het verkrappend beleid teniet zullen doen. Een mogelijke harde Brexit en een grote gevoeligheid voor de wereldhandel zijn evenmin plussen voor de euro. Misschien dat de euro weer wel kan profiteren van een verzwakkende Amerikaanse dollar. De vaart raakt eruit in de VS en de inflatieverwachtingen nemen sterk af. De Fed heeft al laten doorschemeren dat er in 2019 geen verdere renteverhogingen in het verschiet liggen. Die lijken meer kwaad dan goed te kunnen doen. Dat alles zou voldoende moeten zijn om de steun voor de dollar in de loop van 2019 af te laten nemen en daarmee de steun voor de euro te kunnen laten toenemen. Die verwachting is af te lezen aan de consensus schattingen voor de EUR/Dollar. De euro moet aan het einde van 2019 ongeveer $1,20 waard zijn tegen $1,14 op het moment van schrijven.

    Wordt 2019 een moeilijk jaar?

    Het zal voor de fondsmanagers een hele opgave zijn te voorspellen in welke richting de diverse asset prijzen gaan bewegen nu de grootschalige steunaankopen gaan ophouden. Dat is zeker ook te wijten aan de vele onzekerheden die op economisch en politiek terrein spelen. Maar ondanks de stevige verkopen van aandelenportefeuilles lijkt het erg voorbarig te veronderstellen dat het einde van de kwantitatieve verruiming al is ingeprijsd in de koersen. Dat betekent meer volatiliteit op Europese beurzen en verdere koersdalingen in 2019!

    Het einde van de kwantitatieve verruiming biedt daarmee de actieve fondsmanager wel de kans om zijn toegevoegde waarde te bewijzen. Keer op keer klaagde hij, dat de verruimingsprogramma’s de prijs van alle assets dezelfde kant op bewogen. Dat was ideaal voor de buy and hold strategieën van de passieve fondsen. Het komende jaar zal weer het jaar zijn waarin wederom gedifferentieerd kan worden tussen duur en goedkoop en tussen goed en slecht. Maak het maar waar!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • De belegger is op zoek naar de nooduitgang

    Aan het eind van 2017 deed het op de internationale beurzen weer weldadig aan. In alle belangrijke regio’s van de wereld groeide de economie gestaag. Het beleid van centrale banken was nog steeds mild tot zeer mild te noemen, waardoor de rente overal ter wereld laag bleef.

    In een jaar tijd kan echter veel veranderen. Al in februari tuimelden totaal onverwacht wereldwijd de koersen. Al snel volgde herstel en beurzen leken op weg naar nieuwe records. Toch bleef onderhuids de twijfel knagen. In de VS verhoogde de Fed met een zekere regelmaat de rente en op politiek gebied groeiden internationaal de spanningen. In oktober konden beleggers hun twijfel niet langer de baas en tuimelden de koersen opnieuw en sindsdien overheerst de volatiliteit op de beurzen.

    Dat begint zijn tol te eisen. Het rendement op kortlopend Amerikaans schatkistpapier heeft een niveau bereikt dat overeenkomt met het gemiddelde rendement van de wereldwijde obligatiemarkten. Dat is voor de eerste keer sinds de financiële crisis. Afgelopen week steeg het rendement op de driemaands Treasury naar een niveau van 2,42%. Dat rendement is al bezig aan een opmars sinds de Fed in 2015 aankondigde de rente te gaan verhogen. Het huidig rendement is het hoogste in meer dan 11 jaar. Voor beleggers is de driemaands Treasury nagenoeg hetzelfde als cash.

    Rente op veilige staatsleningen even hoog als die van bedrijfsobligaties (Bron: Financial Times, Bloomberg)

    Sentiment beleggers slaat om

    De aanhoudende stijging van dit rendement is tekenend. Het rendement op obligaties is sinds het midden van 2016 geleidelijk gaan stijgen. Een verkrappend beleid van de Fed en een breed wereldwijd economisch herstel waren de belangrijkste aanjagers. Maar het sentiment is duidelijk omgeslagen als we kijken naar de trend in de Bloomberg Barclays Multiverse Index. Dit is de brede benchmark voor obligaties uitgegeven door overheden en landen overal ter wereld. Het rendement daalde afgelopen week naar 2,41%.

    Het ziet er met andere woorden naar uit dat 2018 het jaar van de omslag is. In dit jaar is het beleid van de Fed van verruimend definitief verkrappend geworden en de ECB is ook druk doende de eerste stappen in die richting te zetten. Het resultaat van deze fundamentele beleidswijziging is dat Treasury Bills inmiddels een hoger rendement genereren dan aandelen, obligaties en grondstoffen. Als de schijn niet bedriegt dan kan dit in 2019 ook het geval zijn. Als dit het geval is, wordt 2019 een moeilijk jaar voor de financiële markten. Beleggers hebben immers een duidelijke voorkeur voor cash. Het betekent niet meer of minder dan dat beleggers allesbehalve bereid zijn om risico’s te lopen.

    Belegger mijdt risicovolle beleggingen

    Dat beleggers steeds meer risico’s uit de weg gaan, blijkt ook uit ontwikkelingen op de markt voor bedrijfsobligaties. De beleggers zien de rentekosten voor bedrijven oplopen, terwijl de kwaliteit van het papier verslechtert. In de VS heeft al 25% van de junk bonds een B-waardering of lager, tegenover 17% vier jaar geleden. Volgens kredietbeoordelaar S&P is dit het hoogste percentage sinds het rampjaar 2009.

    Veel papier met de laagste waardering is alleen maar op de markt gekomen, omdat in de afgelopen jaren beleggers wanhopig op zoek waren naar rendement. Het vervelende voor bezitters van dit papier is de sterk toegenomen kans dat het misgaat met de uitgevers ervan. Maar ook het wantrouwen ten aanzien van investment grade papier neemt snel toe. Daarom eisen beleggers een premie voor het bezit ervan. Dat vertaalt zich in een oplopende spread tussen investment grade bedrijfsobligaties en overheidspapier dat zeer weinig risico wordt toegedicht.

    De Bank of America Merryl Lynch fixed income Indices laten zien dat de spread naar 149 basispunten is toegenomen, tegenover 87 basispunten in februari. Naarmate de kwaliteit van de bedrijfsobligatie slechter wordt, loopt de spread verder op. De spread voor Triple C-schuldpapier is sinds september met 257 basispunten omhoog gesneld. De huidige pieken liggen echter nog steeds onder de piek van 2014 – 2015. Toen stortte de oliemarkt in. Ook liggen de pieken nog steeds onder het niveau van de zomer van 2011, toen de markt heftig in beweging was.

    Dat laatste mag een geruststelling heten, maar dat is ook alles. De sombermannen onder de analisten voorzien dat overheidspapier in 2019 misschien 1% rendement gaat opleveren, aandelen waarschijnlijk niets.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Het grote bedrijfsleven moet op de schop

    De corporate, de naamloze vennootschap onder aandelen is beslist een zeer succesvolle uitvinding. De corporate staat voor streng geleid en zeer competitief. Het gaat misschien wat ver, maar zonder de corporate, zonder de NV, was de economische ontwikkeling in dit deel van de wereld minder indrukwekkend geweest. Ondanks het onmiskenbare succes van deze organisatievorm neemt de kritiek sinds het uitbreken van de financiële crisis op de corporate stevig toe.

    In een aanzwellende stroom boeken worden de gebreken en tekortkomingen uitvoerig belicht. Recente voorbeelden daarvan zijn Prosperity van Colin Mayer en the Myth of Capitalism van Jonathan Tepper en Denise Hearn. De kern van de kritiek is dat de leiding van de corporate bestaat uit sociopaten die feitelijk alleen geïnteresseerd zijn in de koers van het aandeel en in hun inkomen. Daar staat tegenover dat de prestaties van de doorsnee corporate op zijn best middelmatig zijn te noemen en erger nog door de corporates wordt geleidelijk aan de concurrentie uitgehold.

    Milton Friedman

    Veel auteurs hebben het in hun kritiek vooral voorzien op de econoom Milton Friedman. Die stelde in zijn geschriften dat het enige doel van een bedrijf is om winst te maken. Een bedrijf hoeft zich alleen aan de wet te houden en aan regelgeving. Vandaag de dag vertaalt zich dat in de plicht om zoveel mogelijk aandeelhouderswaarde te creëren. Uiteindelijk is alles terug te brengen tot de relatie van eigenaar (aandeelhouder) en de manager. Voor een man als Mayer oogt dit op papier allemaal heel leuk en aardig, maar niet in de praktijk. Een bedrijf dat alleen maar uit is op winst en nog meer winst. Die opstelling zal op den duur funeste gevolgen hebben. Hij voert daarvoor drie redenen aan.

    De eerste is in zijn ogen de belangrijkste. Winst kan nooit het ultieme doel van een bedrijf zijn. Winst is voorwaarde voor en uiteindelijk ook het resultaat van het bereiken van doelstellingen. Die doelstelling kan zijn auto’s fabriceren of informatie verspreiden. Als een bedrijf winst maken belangrijker vindt dan het bereiken van zijn oorspronkelijke doelstellingen, dan is de kans groot dat het in beide opzichten faalt.

    Wat was in de tweede plaats de doelstelling van de wetgever toen die de structuur van de NV bekrachtigde. Dat was niet dat de NV zoveel mogelijk winst zou maken, maar om zoveel mogelijk economische kansen te benutten. De NV-structuur moest het bovendien mogelijk maken meer op de lange termijn te denken en meer te kunnen focussen op innovatie.

    De derde reden is dat markten onvolledig functioneren, zeker als het om de lange termijn gaat. De wetenschap dat markten niet voldoende functioneren heeft gevolgen voor de wijze waarop een bedrijf functioneert. Als een bedrijf ervoor kiest om relationele contracten -en dus vertrouwen – te vervangen door expliciete contracten – en dus dwang – dan heeft dat gevolgen voor de doelstellingen van een bedrijf en wie het bedrijf feitelijk controleert.

    Hoe immers kan vertrouwen floreren als steeds opnieuw gesteld wordt dat een bedrijf er is om de belangen te dienen van diegenen die het minst gecommitteerd zijn. De controle is toevertrouwd aan diegenen met de minste kennis van de activiteiten van het bedrijf. Bovendien lopen zij ook nog het minste risico als het misgaat. Dit is uiteraard de beschrijving van de aandeelhouder van grote bedrijven waarvan de aandelen een wereldwijde spreiding kennen.

    Aandeelhouder

    De aandeelhouder is niet gecommitteerd, zoals bijvoorbeeld de werknemer gecommitteerd is of de toeleverancier of de plaatsen waar het bedrijf gevestigd is. De aandeelhouder kan bijna elke minuut van de dag van zijn engagement af. De aandeelhouder heeft weinig kennis van zaken, omdat hij niet rechtstreeks betrokken is bij de activiteiten van het bedrijf. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt loopt hij ook weinig risico waar bijvoorbeeld de obligatiehouder dat risico wél heeft.

    Het onvoldoende functioneren van markten heeft als gevolg dat werknemers, toeleveranciers en de locaties de meeste risico’s lopen. De aandeelhouder kan zijn risico’s spreiden, maar hoe moet de doorsnee werknemer dat doen? Uiteindelijk loopt iedereen een risico door het opportunisme van de aandeelhouder met als gevolg dat het commitment erodeert. Tenslotte, het mantra van de maximalisatie van de aandeelhouderswaarde gekoppeld aan het onvermogen van de aandeelhouder om daadwerkelijk het management te controleren heeft tot onvoorziene uitwassen geleid.

    De beloning wordt niet langer bepaald door de mate waarop het management de originele doelstelling van het bedrijf waar maakt. Doorslaggevend voor de beloning zijn nu de koers van het aandeel en de boekhoudkundige winst. Beide elementen zijn zeer vatbaar voor manipulatie met als resultaat excessieve beloningen en chronische onderinvesteringen.

    Uiteindelijk luidt de conclusie steeds opnieuw dat het kapitalisme op zijn best matig functioneert. Herstelwerkzaamheden zijn hard nodig wil het geloof in de markteconomie niet verder eroderen. Afgelopen decennia is er te gemakkelijk en te lichtvaardig gedacht over de natuur en het doel van bedrijven. Er is bovendien te weinig aandacht besteed aan de markten waarbinnen bedrijven opereren. Hoe groter het bedrijf, hoe competitiever de markten horen te zijn. Het is uiterst twijfelachtig of dit nu het geval is. Dat wil zeggen dat niet alleen de grote corporates op de schop moeten, maar ook de betreffende markten. Er is heel veel werk aan de winkel.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.