Auteur: Redactie

  • Strategy Metals Bulletin (51)

    Terence van der Hout                    

    Oct 26 – Nov 5, 2011 Gold&Discovery Fund

    Aims to update investors on developments in the world of strategy metals – crucial inputs to industry, defense and technology innovation

    This week’s bulletin retus to its roots of providing short bursts of information on developments in the critical metals. Firstly, we see Alkane making progress with securing partners for its niobium production, we observe further tightening of the REE markets by China through an invoice system, we continue our rant on crashing prices as an argument for discontinuing REE production in China, and we regard the ratio between FOB and China domestic REE prices.

    Alkane finds downstream partner for its niobium
    Alkane, an Australian company developing a strategic metal deposit, has announced it has signed a non-binding Memorandum of Understanding (MOU) with a European company to set up a joint venture (JV) which will use all of Alkane’s niobium production to manufacture ferro-niobium (FeNb) for application in the steel industry. Alkane plans to mine zirconium, niobium and REE in Australia, in 2014.

    Niobium’s resistivity to high temperatures and to highly corrosive conditions makes it a perfect additive to steel in bridges and pipelines, and saves up to 10% of the weight of an average vehicle. I elaborated on the niobium market in SMB46, so I will not repeat all of that here.

    What is important to realize is that Alkane has two possible production scenarios. The first is a 400,000 ton of ore per year (tpa) option, and the second envisages 1 mil tpa. Obviously, scenario two is preferred, as it enhances revenues and therefore profitability, but for that to materialize, it will need to find clients for all of its production of zirconium, niobium and REE. Having secured clientele for 50% of its zirconium in a non-binding MOU in July, this recent announcement ‘virtually guarantees’ the extended production scenario, as it locks up 100% of the niobium production. If Alkane can now secure clients for its REE, this would mean that the total production of REE Alkane will be putting onto the market on a yearly basis will amount to almost 6,500 tons. The main REE produced is yttrium, a heavy REE applied as colour phosphor in TV sets and LEDs. Alkane’s share will capture over 5% of the current REO market, and virtually all of the non-Chinese yttrium production, making for a very interesting source for Japanese and South Korean high-tech manufacturers. Alkane is continuing to prove it deserves a rightful place in the world of critical metals production.

    China plans to introduce a new REE invoice system
    In a further measure aimed at tightening Chinese REE production and materials available for export, Chinese industry actors have said the Chinese govement is planning to implement a new invoice system for the REE industry. The invoices will be launched in November by the govement aiming to further curb the illegal production of rare earths, as insiders believe the invoices will be linked to official production and export quotas. The invoices are used as an official stamp of approval for tax purposes, and the measure should officially eliminate the countless small scale illegal operations that currently do not fall under the REE quota systems.

    The rant, part two
    Last week’s rant, if you recall, was about the false argument of justifying Chinese production halts because of crashing REE prices within China. Well, the rant continues into this week.

    In a 27th Oct article on Mineweb, a reputed website, an industry analyst was cited as saying “This month, the price of neodymium oxide declined 34% to $157 per kilogram, while europium oxide slid 35% to $2,904 per kilogram. All of this has shaken the industry in China”, and was the reason China is halting production at its largest REE mine, in October.

    Well, according to the metal-pages data, there was no such 34 – 35% decline of the two elements over the month October. Neither was there such a decline a month earlier. As you can see below, europium dipped to a low in the beginning of September and is more or less flat since, whereas neodymium fell sharply in August and has shown moderate decline through to October. So where does that leave our analyst? Either metal-pages supplies incorrect data, or the analyst is hopelessly out of synch with the market. My conclusion remains – China is not halting REE production because of crashing domestic prices.

     

    Ratios between FOB and China domestic prices
    Just to add some completely unnecessary information to your already overloaded heads, I have tracked the ratio between Chinese domestic prices for light and heavy rare earths, and the FOB equivalents, over the past 9 months. This ratio is clearly finding a new equilibrium with prices much closer together now than two years ago.
     
     

    As you can see, the average FOB price of LREE in January was 8 times more expensive  than the domestic price. This moved up to a ratio of 12:1 in March, and has come down to just over 3:1 this month. This has been due to the China domestic prices catching up with FOB at more elevated levels. For the HREE, the difference was less pronounced, and in fact, the FOB price of neodymium and dysprosium, the two elements that are most crucial for high performance magnets, is only 1.5 times higher than the China domestic price.

    Twitter: @GoldDiscFund
    www.gdfund.com

     
    Disclaimer: The author is a researcher for the Gold&Discovery Fund, and neither he nor the Gold&Discovery Fund has commercial ties to, or shares in, the companies reviewed, unless explicitly stated in the text. The information in this bulletin is the author’s independent opinion of developments in markets and at companies, and hence may contain factual errors, and may not reflect the opinions of the Gold&Discovery Fund. The content of this bulletin is not intended as an investment recommendation.

    Copyright: The information in this bulletin can be forwarded, cited or used otherwise, but only within the context as intended by the author, and with complete reference to the source.

  • ECB-president Draghi koopt op eerste werkdag Italiaanse staatsobligaties

    ECB-president Draghi koopt op eerste werkdag Italiaanse staatsobligaties

    De kersverse ECB-president Mario Draghi heeft de schijn tegen, omdat hij als Italiaan speciale belangen kan vertegenwoordigen die niet passen binnen het mandaat van de ECB. Daaaast heeft hij gewerkt bij Goldman Sachs, de Amerikaanse zakenbank die Griekenland heeft geholpen om een deel van haar schulden te maskeren voor de rest van de wereld. Volgens Draghi ging hij pas bij Goldman Sachs werken nadat de bank Griekenland had 'geholpen', dus kon hij hier niet op aangerekend worden.

    We nemen dus maar aan dat deze factoren geen enkele rol spelen in het beleid van de nieuwe ECB-president, maar het is wel ironisch dat hij zich op zijn eerste werkdag al meldde op de handelsvloer van Italiaanse staatsobligaties. Volgens de Financial Times kocht Draghi voor ongeveer €5 miljard aan staatspapier op, waarmee de druk op de ketel werd verlaagd. Op het moment dat Draghi de steunaankopen deed stond de Italiaanse rente voor de 10-jaars leningen op een hoogtepunt van 6,33%, bijna het niveau waarop de ECB eerder dit jaar al grootschalig moest ingrijpen. Na de recente ingreep van Draghi zakte de rente iets terug naar 6,07%, maar inmiddels loopt het percentage alweer iets op.

    Volgens een handelaar in Italiaanse staatsobligaties kwam de ECB op een kritiek moment: ''Op een gegeven moment was er sprake van een meltdown, vlak voordat de ECB ingreep. Er werden geen prijzen meer weergegeven van de Italiaanse 10-jaars staatsobligaties, een situatie die ongehoord is voor een dergelijk grote markt. De markt droogde op, er waren geen kopers meer.'' Het renteverschil tussen Italiaanse en Duitse staatsobligaties doorbrak de grens van 450 basispunten, een grens waarop beleggers meer onderpand moeten inbrengen om hun positie te kunnen behouden. En zoals we op de goud- en zilvermarkten hebben gezien zorgen hogere margeverplichtingen voor een extra zetje naar beneden (in het geval van staatsobligaties dus een extra zetje omhoog in rentevergoeding).

    Volgens Gary Jenkins van Evolution Securities blijven beleggers weg bij de Italiaanse staatsobligaties omdat ze verwachten dat het EFSF de obligaties binnenkort gaat verzekeren. De niet-verzekerde obligaties die in omloop zijn zullen dan flink in waarde dalen, nog ongeacht hoe de situatie in Italië zich verder zal ontwikkelen. ''Men heeft nu een situatie gecreeerd waarin alleen de Italianen nog hun eigen staatsobligaties kopen'', grapt Jenkins.

    Het renteverschil tussen de Italiaanse en Spaanse staatsobligaties loopt recentelijk ook op en stond recentelijk op 70 basispunten. Vóór het ingrijpen van de ECB in augustus waren de rollen nog omgekeerd en moest Spanje een hogere rente betalen dan Italië (zie figuur 1). Beleggers kiezen massaal voor de vermeende veiligheid van het Duitse staatspapier, terwijl ook dit land inmiddels een staatsschuld van 83% ten opzichte van het BBP heeft. De rente op 10-jaars leningen aan Duitsland staat op moment van schrijven weer erg laag, beleggers nemen genoegen met slechts 1,82%. Hierdoor is ook het verschil tussen Duitse en Franse 10-jaars papieren weer wat opgelopen, namelijk tot 122 basispunten.

    Figuur 1: Rentes op 10-jaars staatsobligaties van Italië (oranje) en Spanje (groen) in afgelopen jaar. Grafiek van Bloomberg.

  • EFSF stelt obligatieveiling uit

     

    De financiële markten hadden verwacht dat de obligatieveiling van €3 miljard vandaag zou plaatsvinden. De aankondiging van een Grieks referendum over de bail-out had echter een dusdanig negatief effect op de Europese beurzen dat het EFSF zich gedwongen voelt om de veiling uit te stellen. Eerder werd de veiling al verkleind van €5 miljard naar €3 miljard en ging de looptijd van 15 naar 10 jaar. Volgens ingewijden zal de veiling plaatsvinden zodra de financiële markten wat rustiger zijn geworden. Bij een succesvolle G-20 zou dit zelfs begin volgende week kunnen zijn. 
     
    Het praktische gevolg van het uitstel van de olbigatieveiling is beperkt. De €3 miljard die zou worden opgehaald was bestemd voor de herfinanciering van een lening aan Ierland. Dit is juist het enige land dat de afgelopen maanden daadwerkelijk progressie heeft geboekt met het onder controle krijgen van hun schuld. Het uitstel van de lening raakt Ierland dan ook niet direct. Een woordvoerder van het Ierse ministerie van Financiën gaf aan dat Ierland nog €11.6 miljard aan cashreserves achter de hand had.
     
    Het symbolische effect is groter. De veiling van vandaag zou het eerste contact worden tussen het noodfonds en investeerders sinds het veieuwde Europese akkoord van afgelopen week. Bij het akkoord werd besloten dat het EFSF door middel van een hefboomconstructie haar financieringscapaciteit gaat ophogen van €420 miljard naar €1.000 miljard. Bij dit streven kunnen echter grote vraagtekens worden geplaatst als het EFSF al moeite heeft om €3 miljard op te halen. Een goed begin is immers het halve werk…
     
    Bonnen:
     
  • Banken verkopen Amerikaanse staatsobligaties om kapitaalpositie te versterken

    Banken verkopen Amerikaanse staatsobligaties om kapitaalpositie te versterken

    Volgens Zero Hedge gaat het vooral de laatste acht weken erg hard met een cumulatieve verkoop van $93 miljard aan Amerikaans staatspapier, waardoor de totale positie van banken buiten de VS terugvalt naar $3.392 miljard. Procentueel lijkt het allemaal mee te vallen, maar als we de grafiek erbij pakken zien we toch een opmerkelijke beweging. Het is namelijk voor het eerst sinds 2008 dat banken wereldwijd hun positie in Amerikaanse staatsobligaties op deze schaal afbouwen, waar de cumulatieve positie tot afgelopen zomer alleen maar groter werd (zie figuur 1).

    Inmiddels is de totale positie in Amerikaans staatspapier weer gekrompen tot het niveau van maart 2011, dus alle obligaties die de VS sindsdien heeft uitgegeven hebben inmiddels een andere eigenaar gevonden. De recente verkoopgolf lijkt veroorzaakt te worden door Europese banken, die als gevolg van het Europese topoverleg van vorige week rekening houden met hogere kapitaalbuffers. En nu aandelenmarkten flink lager staan en banken elkaar onderling niet graag geld willen uitlenen kiezen ze er dus voor om de meest liquide bezittingen van de hand te doen: het Amerikaanse staatspapier. Indirect heeft ook Amerika op deze manier last van de Europese crisis, om nog maar te zwijgen over eventuele credit default swaps (CDS) die in handen zijn van Amerikaanse banken. Bij een ongecontroleerd faillisement van Griekenland willen obligatiehouders die dergelijke verzekering hebben afgesloten geld zien van de banken die de verzekeringen hebben verstrekt.

    Als gevolg van de verkopen van Amerikaanse staatsobligaties door Europese banken staat ook de dollar onder druk, wat volgens Zero Hedge ook de reden is voor de relatief hoge EUR/USD koers van de afgelopen weken. Als de onzekerheid in Europa blijft aanhouden zal de zwarte lijn op de onderstaande grafiek blijven dalen, met als gevolg dat de Amerikaanse overheid meer moeite krijgt om kopers te vinden voor haar staatsobligaties. Gelukkig kan Amerika altijd nog vertrouwen op de geldpers van de Federal Reserve. Europese beleidsmakers zullen met jaloezie kijken naar het gemak waarop de VS haar enorme staatsschuld kan blijven financieren, zonder elke week een crisisoverleg te moeten plegen.

    Figuur 1: Totale bezittingen van Amerikaans staatspapier buiten de VS

  • Obama geïnspireerd door Lloyd Blankfein: ‘God wil Amerikaanse banenplan ook’

     

    Toen in november 2009 Lloyd Blankfein van Goldman Sachs aan de wereld liet weten dat hij God's werk doet, ontstond er een golf van verbazing en minachting over deze uitspraak. Met Blankfein als CEO had Goldman Sachs elke financiële streek uitgehaald, tot aan het speculeren tegen eigen klanten aan toe. Blankfein beweerde dat omdat Goldman bedrijven helpt bij het vinden van investeringskapitaal, Goldman bedrijven helpt om banen te creëren; dat ligt geheel in lijn met God's werk. Blankfein's uitspraak was voor velen een teken hoe losgeslagen Wall Street bankiers zijn.

    Barack Obama vertelde bij een bijeenkomst ter promotie van zijn banenplan dat hij “vertrouwd op God, maar dat God wil zien dat we ons zelf helpen door mensen aan het werk te zetten”. Obama deed zijn uitspraak bij een brug die drastisch gerepareerd moet worden. Obama's plannen voorzien in een totaal van $447 miljard om mensen weer aan het werk te krijgen en een nieuw stimuleringsprogramma van $60 miljard voor herstelwerkzaamheden aan infrastructuur.

    De politieke impasse blijft echter voor problemen zorgen. Het Republikeinse congres en de Democratische senaat liggen al geruime tijd in de clinch met elkaar en kunnen het niet eens worden over bezuinigingen en belastingverhogingen. Obama lijkt maar één agenda te hebben: zoveel mogelijk banen creëren – of er geld voor is of niet – en herkozen worden.

     

  • Europa volgens ….

     

     

    Europa volgens de Duitsers.

    Europa volgens Italië.

    Europa volgens de Verenigde Staten

    Europa volgens Rusland

    Europa volgens Frankrijk.

    Europa volgens Groot-Brittanië.

     

    Europa volgens Spanje.

    Europa volgens Polen.

    Europa volgens Turkije.

    Europa volgens het Vaticaan.

    Europa volgens Berlusconi.

    Bron:
    Alpha Designer 
     

     

  • DNB: ‘Eurobonds als sluitstuk van de EMU’

    Op de website van De Nederlandsche Bank (DNB) een uitgebreide toelichting op de mogelijke introductie van eurobonds die een einde moeten maken aan de financiële onzekerheden in Europa. DNB stelt één keiharde voorwaarde: een reductie van de publieke schuldenlast tot onder de 60%. Het is een voorwaarde die in de praktijk onmogelijk is.

    Via de website van De Nederlandsche Bank:

    Onder strikte voorwaarden kan de introductie van eurobonds op termijn de stabiliteit van de EMU vergroten. Met eurobonds mondt een liquiditeitsprobleem in een euroland niet meer onnodig uit in een solvabiliteitsprobleem. Bovendien werpen ze een dam op tegen besmettingsgevaar.

    DNB begint haar toelichting ‘Eurobonds als sluitstuk van de EMU’ met de suggestie dat een liquiditeitsprobleem dreigt uit te monden in een solvabiliteitsprobleem. Maar is die suggestie wel terecht? Een liquiditeitsprobleem betekent dat er een tijdelijk een probleem is om de rekeningen te kunnen blijven betalen. Dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat een partij ook failliet is, maar niet aan de middelen kan komen om haar verplichtingen te betalen. Een solvabiliteitsprobleem betekent dat de schulden niet kunnen worden afgelost en dat een partij technisch failliet is. Een solvabiliteitsprobleem en een liquiditeitsprobleem verschillen in aard, maar delen overeenkomsten: de rekeningen kunnen niet worden betaald.

    Geheel in lijn met de bankencrisis van 2008 waarbij banken ook zogenaamd getroffen werden door een ‘liquiditeitscrisis’ en “tijdelijk geen financiering konden krijgen”, wordt dat wederom gesteld en nu met betrekking tot Europese overheden. In 2008 wantrouwde banken elkaar omdat zij grote afschrijvingen bij elkaar vreesden (met faillissementen als gevolg). Hierdoor droogde de interbancaire leenmarkt op en daarmee was er inderdaad sprake van een accuut liquiditeitsprobleem. Tegelijkertijd was er sprake van een solvabiliteitsprobleem. Maar door de wijze van ingrijpen door centrale banken en overheden werd dit verhult. Zij haalden alle conventionele en onconventionele middelen uit de kast om een systeemimplosie te voorkomen. Maar veel banken waren in 2008 insolvabel en omdat het hen werd toegestaan om boekhoudkundig verliezen te verhullen wordt de insolvabiliteit van Europese banken verhuld. In 2011 zijn zij nog steeds insolvabel. Immers, Europese banken moeten niet voor niets herkapitaliseren en dat moeten zij om afschrijvingen op verkeerde beleggingen en slechte (hypotheek)leningen te kunnen vangen. De verplichte herkapitalisatie is een manier om de toekomstige verliezen voor belastingbetalers te beperken.

    De suggestie dat Europese landen slechts een tijdelijk liquiditeitsprobleem hebben is complete larie. Het is een verkeerde voorstelling van zaken want het probleem van Europese overheden is dat zij een onhoudbaar fiscaal beleid hebben gevoerd en momenteel ondervinden dat zij geld moeten lenen om alle rekeningen te kunnen betalen. Landen moeten hun best doen om te voorkomen dat zij failliet gaan. Dat is voor Griekenland te laat want zij kan zeker haar schulden niet af betalen. Ierland en Portugal zouden nog onder het liquiditeitsprobleem geschoven kunnen worden, ware het niet dat de totale schuldenlast in beide landen eveneens een meervoud is van hun nationale economie.

    Zo is Ierland ten onder gegaan door de nationalisatie van Ierse banken die met een extreme hefboom een Ierse huizenmarktzeepbel mogelijk maakte. De Ierse banken hadden een gezamelijk balanstotaal dat acht keer de Ierse economie overtrof (zie afbeelding uit 2010)! Ierse banken waren extreem gehefboomde hedgefunds geworden die veel te veel financiële risico’s namen en zichzelf hebben opgeblazen. Ierland werd gedwongen om haar banken te nationaliseren om te voorkomen dat banken elders in Europa zouden omvallen. Die hadden Ierse banken aan miljarden van leningen voorzien. Ierland kreeg voor deze bailout miljarden aan leningen van Europa. Het gevolg was dat de staatsschuld omhoog schoot: van 24,9% van het BBP in 2007 naar 94% in 2010 (zie: Eurostat).

    Bron: Forbes

    Voor Portugal geldt iets soortgelijks, maar in Portugal zijn het de extreem hoge private en publieke schulden (die bovendien grotendeels exte gefinancierd zijn). De Portugese publieke schulden zijn met bijna 100% erg hoog. Maar Portugal kamt met een bijkomstig probleem en dat is dat de totale schuldenlast op 360% van het Portugese BBP ligt; een stuk hoger dan die van Griekenland. Datzelfde geldt ook voor Spanje met 366% (in 2009); zie de onderstaande grafiek.

    Een liquiditeitsprobleem is verkeerde voorstelling van zaken; Europa heeft een probleem met de solvabiliteit. Hoe DNB ook het invoeren van eurobonds brengt, men kan onmogelijk doen alsof het hier om een liquiditeitsprobleem gaat. Die suggestie is misleidend.

    DNB wil met dit schrijven anders doen geloven en is in de intellectuele boekenkast proletarisch gaan winkelen:

    De belangrijkste voorwaarde voor de invoering van eurobonds is een bewezen versterking van de begrotingsdiscipline, waarbij de staatsschuld in alle eurolanden eerst tot onder de 60% bbp moet zijn gedaald. Eurobonds zijn dan ook niet geschikt als crisisinstrument. Wel kan een geloofwaardig stappenplan voor de versterking van de begrotingsdiscipline met als sluitstuk invoering van eurobonds een dempend effect hebben op de huidige onrust.

    Eurobonds kunnen volgens DNB een dempend effect op de huidige onrust hebben, althans mits er wordt voldaan aan een geloofwaardig stappenplan. Op welke manier de financiële risico’s in het bankwezen en de risico’s bij overheden teruggebracht kunnen worden, wordt echter niet duidelijk. Daar is een reden voor, want er bestaat namelijk geen manier. Enkel een geloofwaardig plan dat in een complete herziening van de monetaire en financiële kaders (lees: juridische hervormingen van het eigendomsrecht) voorziet, zou dat kunnen. Dat betekent herstructureren. Het dempende effect waarvan DNB spreekt is eigenlijk niets anders dan een manier om de problemen van insolvabiliteit Europees vooruit te schuiven, zij het – met bepaalde hervormingen – een tempo lager.

    DNB vervolgt haar betoog met een korte uitleg van eurobonds:

    Onder eurobonds wordt hier verstaan centraal uitgegeven gemeenschappelijk gegarandeerde obligaties ter financiering van alle staatsschuld van de eurolanden. In die vorm kunnen eurobonds onder strikte voorwaarden de stabiliteit van de EMU versterken. Voorop staat dat een stabiele EMU ondenkbaar is zonder sterkere en meer afdwingbare waarborgen voor gezonde nationale overheidsfinanciën, inclusief de juiste prikkels voor het vergroten van het structurele groeivermogen en het tegengaan van macro-economische onevenwichtigheden. Ook wanneer daar aan voldaan is blijft het echter mogelijk dat onverwacht grote schokken in individuele landen tot marktonrust over de budgettaire gezondheid leiden. Regels kunnen immers nooit van tevoren alle problemen voorzien. Dit keer waren het de opbouw van onevenwichtigheden en een financiële crisis, maar een volgende keer is het wellicht een natuurramp waardoor één of meerdere eurolanden hun overheidsfinanciën onverwacht scherp zien verslechteren. Onrust over de budgettaire gezondheid van een land kan vervolgens een vicieuze cirkel in gang zetten, waarbij hogere rentes leiden tot een verslechtering van de budgettaire situatie, die weer tot hogere rentes leidt. Op die manier kan elk land uiteindelijk insolvabel worden, zelfs als de initiële verslechtering daar op zichzelf geen aanleiding toe gaf. In vergelijking met landen met een eigen munt hebben eurolanden minder beleidsinstrumenten om deze vicieuze cirkel zelfstandig te doorbreken. Ze hebben geen eigen monetair beleid en wisselkoers, zodat renteverlagingen en devaluaties geen (tijdelijke) verlichting kunnen bieden. Omdat marktpartijen weten dat alle eurolanden in dit opzicht kwetsbaar zijn, kan financiële onrust in één land snel overslaan naar andere (probleem)landen. Dit besmettingsrisico wordt verder versterkt door de vergaande verwevenheid van de financiële sector in de EMU.

    Het besmettingsgevaar dat volgens DNB het gevolg is van een tijdelijke liquiditeitsproblemen – iets dat door middel van het Europese noodfonds EFSF wordt opgevangen en wel door middel van miljarden aan leningen – is het gevolg van insolvabiliteit. Het gevolg en de oorzaak worden omgedraaid. De noodleningen zijn slechts een manier om een onvermijdelijke herstructurering dan wel geldpersfinanciering, uit te stellen. Hierbij geldt deze noodleningen in het geval dat zij niet terugbetaald worden, er eenzelfde lot dreigt voor de landen die via het EFSF deze leningen garanderen. Met andere woorden, het opvangen van dit zogenaamde liquiditeitsprobleem met de miljarden van het Europese noodfonds leidt tot het tegenovergestelde van hetgeen moet worden voorkomen: het verspreiden van een solvabiliteitsprobleem. Het EFSF vergroot het probleem.

    Het besmettingsgevaar is het gevolg van een volslagen onhoudbaar uitgavenpatroon van Europese overheden. De begrotingstekorten zijn structureel en de overheidsuitgaven als onderdeel van het BBP bedragen in Europa meer dan de helft (zie: Eurostat)! Wanneer overheden bezuinigen, dan krimpen de economieën en zodra een economie krimpt dan betekent het dat de schuldenlast zwaarder weegt en als gevolg hiervan nemen de problemen toe. Bovendien komt daar in Europa nog eens bij dat de pensioenen in vrijwel overal ongedekt zijn en uit de belastingpot moeten komen. Met andere woorden, binnenkort zijn we allemaal Grieken. Daar veranderen eurobonds op geen enkele wijze iets aan.

    Het gebruik van een mogelijke natuurramp is even zo goed misplaatst en misleidend. Dergelijke risico’s kunnen allereerst en grotendeels privaat opgevangen worden zoals dat nu ook het geval is. Daaaast kunnen dergelijke risico’s – indien het publieke belang daarbij gebaat is en het publiek bereid is om dit met belastinggeld te financieren – dan is er geen noodzaak tot publieke schulden. De macro-economische onevenwichtigheden zijn in tegenstelling tot natuurrampen het gevolg van het huidige financiële stelsel.

    Op dit moment wordt er voor gekozen deze problemen te bestrijden door via een Europees noodfonds liquiditeitssteun te verlenen. Door voorwaarden aan deze steun te verbinden kan worden afgedwongen dat landen die steun krijgen ook hervormen. Dit is nodig, omdat de huidige opzet van de eurozone niet in voldoende mogelijkheden voorziet om dit op andere manieren af te dwingen. Tegelijkertijd brengt deze aanpak ook onrust met zich mee. Periodiek rijst nu immers de vraag of aan de voorwaarden voor uitbetaling van een volgend deel van de lening is voldaan. Daaaast biedt een noodfonds een minder fundamentele oplossing voor het besmettingsgevaar dan eurobonds. Met een noodfonds wordt pas ingegrepen als de vicieuze cirkel al in gang is gezet, waarbij het besmettingsrisico niet volledig wordt weggenomen. Op termijn kan de introductie van eurobonds daarom een betere oplossing bieden voor de eerder beschreven instabiliteit van de eurozone dan de aanwezigheid van een noodfonds. Hiervoor moet echter wel aan een aantal strikte voorwaarden zijn voldaan.

    Met name een bewezen borging van de nationale begrotingsdiscipline is van groot belang. Als gevolg van de wederzijdse garanties en de afwezigheid van marktdiscipline verminderen eurobonds op zichzelf de prikkels voor gezond nationaal begrotingsbeleid. De huidige budgettaire problemen laten zien dat de prikkels voor gezond beleid bovendien ook in de afgelopen jaren al niet voldoende waren. Voordat eurobonds kunnen worden ingevoerd moet nationale begrotingsdiscipline dan ook aantoonbaar zijn gewaarborgd. De schuldquote moet minimaal tot de in het Europese Verdrag gestelde grens van 60% bbp zijn gedaald. Dit zorgt ervoor dat ook bij een forse verslechtering van de budgettaire situatie de kans dat de wederzijdse garanties moeten worden ingeroepen klein is. Ook draagt een lage schuld er aan bij dat in het geval dat de garanties toch zouden moeten worden ingeroepen het geloofwaardig is dat de overige landen dit kunnen dragen. Deze lagere schuldquote kan alleen worden bereikt en vastgehouden met onafhankelijke handhaving van de Europese begrotingsregels en verankering van deze regels in nationale wetten. Een onafhankelijke Europese autoriteit die in toenemende mate in kan grijpen in het budgettaire beleid van landen die de afspraken schenden is in dit opzicht essentieel. Hierin zou ook aandacht moeten zijn voor de opbouw van macro-economische onevenwichtigheden en het structurele groeivermogen van de eurolanden.

    Het is altijd wonderlijk waar bepaalde getallen vandaan komen. In dit geval gaat het om de ‘magische’ 60% publieke schuldquote. Waar komt die toch vandaan? Waarom ligt die niet 40% of 20%? Fundamenteler is de vraag waarom die niet 0% ligt? Is het niet zo dat publieke schulden het mogelijk maken dat politici meer kunnen uitgeven dan u eigenlijk wilt financieren?

    De geschiedenis heeft aangetoond dat zodra overheden dermate in de schulden zitten, zij die schulden niet aflossen. Ofwel door een herstructurering en afstempeling, dan wel door middel van de geldpers en inflatie. Dat stelde Adam Smith reeds in zijn tijd (exacte quote). De enige manier om te voorkomen dat overheden in de problemen komen is door hen grondwettelijk te verbieden om überhaupt schulden te maken. Want 10% wordt 20% en 60% wordt 85,6% zoals het Europese gemiddelde nu is. Het betekent dat het toestaan van publieke schulden een hellend vlak is en uiteindelijk leidt tot de historische conclusie zoals Adam Smith die conclusie in de 18e eeuw trok. Een grondwettelijk verbod op publieke schulden zou de politiek te allen tijde dwingen om toestemming te vragen om de uitgaven te vergroten en dat is een verzoek om belastingen te verhogen. Een eis tot een fiscaal 0-beleid waarbij uitgaven in balans zijn met inkomsten is de enige garantie die kan voorkomen dat overheden ooit failleren.

    DNB vervolgt met haar reflectie van eurobonds met een aanbeveling dat als er eurobonds komen, nationale schulduitgifte te verbieden. Brussel moet de hoogte van de uitgaven gaan dicteren. Maar of Brussel gedicteerd kan worden door de Europese belastingbetaler is voor DNB geen issue; dat is voor de politiek:

    Om de naleving van de begrotingsregels daadwerkelijk afdwingbaar te maken moet er tegelijkertijd met de introductie van eurobonds een (Europees en nationaal) wettelijk verbod komen op nationale schulduitgifte door eurolanden. De onafhankelijke autoriteit krijgt zo volledige controle over de schulduitgifte van een land, zodat de financiering van een notoire zondaar als ultieme sanctie kan worden begrensd. Met eurobonds is deze sanctie veel geloofwaardiger op te leggen dan nu, omdat i) landen alleen via de autoriteit toegang hebben tot financiering en ii) de (her)financiering van de bestaande schuld niet ter discussie staat. Het opgeven van de mogelijkheid tot nationale schulduitgifte lijkt een groot offer, maar in de praktijk zal het voor een land dat al zijn staatsschuld met eurobonds heeft gefinancierd toch al kostbaar zijn zelfstandig extra financiering te zoeken. De markt hiervoor is dan immers zeer illiquide. Bovendien laat een land door toegang tot de markt te zoeken blijken dat het zijn zaakjes niet op orde heeft, wat bij beleggers tot wantrouwen zou moeten leiden. Ten slotte blijkt uit de huidige crisis dat landen hoe dan ook hun markttoegang verliezen wanneer het mis gaat. Een volledig verbod dient dus slechts als extra slot op de deur.

    De moeizame toegang tot kapitaalmarkten wordt benadrukt, maar de introductie van de euro heeft aangetoond dat financiële markten ten tijde van economische groei – aangedreven door een excessieve geld- en kredietexpansie – risicozoekend zijn en in hun concurrentiestrijd voor hoge rentemarges de rentelasten van landen met een slecht fiscaal beleid toch toegang hebben tot grote kredieten tegen lage(re) rentes.

    Een complicatie is wel dat als een land als gevolg van het overtreden van de afspraken geen toegang tot nieuwe financiering krijgt, het gedurende die tijd ook geen steun kan verlenen aan systeemrelevante banken mocht dat nodig zijn. Dit kan het vertrouwen van de markt in het nationale bankwezen ondermijnen, waarmee dit bankwezen in financieringsproblemen kan komen. Om de eurobond-financiering als ultieme sanctie geloofwaardig te kunnen stopzetten, is een belangrijke voorwaarde dat er een Europees bankenvangnet (inclusief een Europees depositogarantiestelsel) wordt opgericht, wat ook Europees bancair toezicht vereist. Dit is overigens onderdeel van de visie van de Nederlandse regering op de toekomst van de EMU.
    Wanneer aan al deze randvoorwaarden is voldaan, is een potentieel voordeel van eurobonds dat ze de financieringskosten voor alle eurolanden verlagen.

    De voorwaarde van een maximale schuldquote voor overheden lijken een oplossing te zijn om problemen zoals nu te voorkomen. Wanneer de Spaanse situatie bekeken wordt, dan levert dat een heel ander beeld op. De Spaanse staatsschuld is geen reden tot “zorg”; die ligt nog steeds op een bescheiden niveau van 61% (2010). De Spaanse banken – met name de caja’s – zitten op een gigantische hypotheekportefeuille waarvan de onderliggende waarde is geïmplodeerd. Immers, de Spaanse huizenmarktzeepbel is uiteen gespat. Bovendien zitten de lokale overheden gigantisch in de problemen doordat zij inkomsten uit de caja’s waarvan zij veelal aandeelhouder van zijn mis, en hebben te kampen met afnemende inkomsten omdat de economie in het slop zit. Met een werkloosheid van boven de 20% en een jeugdwerkloosheid van bijna 50% en een insolvabel Spaans bankwezen is de Spaanse onzekerheid verklaart.

    Er ontstaat immers een veel grotere markt, waardoor de liquiditeitspremie met name voor kleinere landen omlaag gaat. De combinatie van bewezen nationale begrotingsdiscipline, lage schuldniveaus en wederzijdse garanties kan van eurobonds bovendien een zeer veilige belegging maken, wat de rente verder kan drukken. Hierdoor hoeven ook de financieringskosten van de huidige sterke landen niet toe te nemen, zodat een “transferunie” wordt voorkomen.

    Het is praktisch gezien niet mogelijk om op korte termijn aan al deze randvoorwaarden te voldoen. Eurobonds zijn hiermee alleen nuttig als sluitstuk van de EMU en niet als crisisinstrument. Wel kan een geloofwaardig uitzicht op strikte begrotingsdiscipline met als sluitstuk eurobonds een commitment signaleren van Europese regeringsleiders aan een stabiele EMU, wat kan bijdragen aan het verminderen van de huidige onrust. Hiervoor kan net als bij de oprichting van de EMU een stappenplan nuttig zijn, waarin voorafgaand aan de introductie van eurobonds eerst de noodzakelijke randvoorwaarden worden ingevuld.

  • Geen herstel Amerikaanse economie, het gebruik van voedselbonnen blijft stijgen

    Geen herstel Amerikaanse economie, het gebruik van voedselbonnen blijft stijgen

    De laatste cijfers van de maand augustus laten zien dat inmiddels 45,8 miljoen Amerikanen afhankelijk zijn van het 'Supplemental Nutrition Assistance Program', wat omgerekend ongeveer 14,7% van de totale Amerikaanse bevolking is (zie figuur 1). Ten opzichte van een maand eerder is dat een toename van 1,1%. Vergeleken met de maand augustus van 2010 zien we een toename van 8,1%. Ongeveer een kwart van de Amerikaanse kinderen is op dit moment (indirect) afhankelijk van het voedselprogramma.

    Als we verder teruggaan in de geschiedenis van Amerika zien we dat het gebruik van voedselbonnen nog niet eerder zo hoog is geweest als nu het geval is (zie figuur 2). Om een positieve draai te geven aan het verhaal: de stijging lijkt de laatste maanden enigzins af te vlakken. Toch gaat het nog steeds erg slecht, want volgens Zero Hedge heeft 40% van de kandidaten voor huisuitzetting de afgelopen twee jaar (!) al geen betaling meer verricht. Zelfs 72% van de mensen die met huisuitzetting bedreigd worden heeft de afgelopen twaalf maanden al geen betaling meer verricht.

    Langer werkloos

    Een andere indicator die laat zien dat deze crisis anders is dan eerdere crises is de tijd die mensen gemiddeld werkloos zijn. Inmiddels staat het gemiddelde op 40 weken werkloosheid, een verdubbeling ten opzichte van de vorige piek in 1983 (zie figuur 3). De snelle stijging van de grafiek laat zien dat er nog veel te weinig nieuwe banen worden gecreeërd om de werkloosheid op te vangen.

    Figuur 1: Gebruik voedselbonnen blijft maar stijgen

    Figuur 2: Het gebruik van voedselbonnen is sinds 1969 nog niet eerder zo hoog geweest als nu

    Figuur 3: De gemiddelde duur van de werkloosheid in Amerika staat inmiddels op 40 weken

  • James Turk praat met Adam Fergusson over het fenomeen hyperinflatie

    Adam Fergusson behandelt in zijn boek 'When Money Dies' (klik hier voor een PDF van het boek) het fenomeen hyperinflatie in de Weimarrepubliek, waar het geld in 1923 in een relatief kort tijdsbestek volledig waardeloos werd. De destructie van het geldsysteem resulteerden in een hoge werkloosheid, chaos, sociale onrust, voedselrellen, corruptie en ruilhandel. Nadat de middenklasse was weggevaagd door de hyperinflatie kregen politiek extremisten voet aan de grond, met als gevolg het trauma van WO II. De combinatie van herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog (in de vorm van gouden munten en grondstoffen) en ongedisciplineerd monetair beleid kan worden gezien als de oorzaak voor de hoge inflatie, die uiteindelijk omsloeg in een verwoestende hyperinflatie. Fergusson beschrijft in zijn boek welke impact de hyperinflatie had op verschillende groepen in de maatschappij en hoe mensen met een zeer hoge schuldenlast profiteerden van de geldontwaarding. Een voorbeeld hiervan waren grote bedrijven, die in aanloop naar de hyperinflatie heel erg veel geld konden lenen tegen zeer lage rentes. De beleidsmakers hoopten dat een versoepeling van de kredietverstrekking de werkgelegenheid en economische groei zouden stimuleren.

    In het interview wordt dit onderwerp nog eens ter sprake gebracht, maar ook wordt de vertaalslag gemaakt naar de huidige situatie. Met de stimuleringsmaatregelen van de verschillende overheden (gefinancierd met nieuwe schulden) en centrale banken lijken we weer af te stevenen op een tijdperk van zeer hoge inflatie. James Turk en Adam Fergusson zijn het erover eens dat de Westerse overheden inmiddels zo diep in de schulden zitten dat het weginflateren van de staatsschuld de enige politiek aanvaardbare optie is, met alle gevolgen van dien voor de waarde van spaartegoeden en pensioenen. Fergusson merkt op dat inflatie pas kan omslaan in hyperinflatie als de omloopsnelheid van het geld omhoog gaat en de vraag naar het geld afneemt. Als het vertrouwen onder de bevolking wegvalt wordt het geld een soort hete aardappel, die iedereen het liefste zo snel mogelijk inruilt voor iets van echte waarde. Volgens Fergusson kan het verrassend lang duren voordat de situatie uit de hand loopt en hoge inflatie omslaat in hyperinflatie. Hij wijst daarbij op het gegeven dat de Duitse bevolking tijdens de Eerste Wereldoorlog vertrouwen bleef houden in de munt, terwijl die toen al aan hevige inflatie onderhevig was en het heel duidelijk was dat er een valutacrisis in de maak was.

    Volgens Fergusson zijn centrale bankiers zich er heel goed van bewust hoe schadelijk 'monetair verruimen' is, maar staan ze vaak onder politieke druk om de geldpers aan te zetten. Politici willen graag herkozen worden en de zachte hand van inflateren werkt daarvoor nou eenmaal beter dan de 'harde bezuinigingen', terwijl het eindresultaat hetzelfde is. Fergusson acht het minder waarschijnlijk dat we nu weer in een soortgelijke crisis komen als de Weimarrepubliek in 1923. De economische en politieke structuur is verfijnder dan toen en ook kennen we vandaag de dag niet de herstelbetalingen die Weimar Duitsland toen moest betalen. De onderstaande video duurt ongeveer 35 minuten en is absoluut het kijken waard.

  • Werkloosheid eurozone naar hoogste niveau eurotijdperk

     

    De seizoengecorrigeerde werkloosheid in de eurozone steeg in september met 188.000 naar een totaal van 16.2 miljoen werklozen. Dit was de grootste maandelijkse stijging van de afgelopen twee jaar. De hoge werkloosheid is wederom een bewijs dat de eurozone op weg is naar een nieuwe recessie en compliceert de rol van de ECB. 
     
     
    Werkloosheid in miljoenen
    EA17 = Eurozone
    EU27= Europese Unie
    Aankomende donderdag zal de ECB een nieuw rentebesluit nemen. Door de hoge werkloosheidscijfers is de roep om een renteverlaging groot. Een hoog inflatiepercentage maakt een renteverlaging echter moeilijk. De inflatie is momenteel met 3% het hoogste inflatiecijfer van de afgelopen drie jaar en is ruim boven het streven van de ECB van 2%. Afgelopen maand was er binnen het 23 koppige bestuur van de ECB hevige discussie over het verlagen van de rentevoet. Uiteindelijk werd er besloten om de rente onveranderd te laten op 1,5%. Aankomende donderdag zullen er naar alle waarschijnlijkheid weer hevige discussies plaatsvinden binnen het bestuur van de ECB. Analisten verwachten echter dat Draghi eerst naam wil maken als inflatie-vechter en de verlaging van de rentevoet tot december uitstelt.  
     
    De werkloosheid in de eurozone is nu voor vijf opeenvolgende maanden gestegen. In september kon 10,2% van de beroepsbevolking in de eurozone niet op een (betaalde) baan rekenen. Dit is hetzelfde percentage werklozen als in juni maar anders het hoogste percentage sinds juni 1998. Ter vergelijking, in september was 9,1% van Amerikaanse beroepsbevolking werkloos. 

     
    Werkloosheid in % 
     
    Binnen de eurozone heeft Spanje te maken met verreweg de hoogste werkloosheid. In september was 22,6% van de Spanjaarden werkloos. Een rapport van de Spaanse centrale bank deed op maandag alle hoop op een snel herstel van de Spaanse arbeidsmarkt vervliegen. De Spaanse bank begint het rapport met de volgende constatering:”Na een ingetogen herstel van de economie in 2010 is in de loop van 2011 de verslechtering van de Spaanse economie voortschrijdend”. De Spaanse economie groeide in het derde kwartaal van 2011 ten opzichte van het tweede kwartaal met 0% en groeide in vergelijking met een jaar eerder met 0,7%. Nadat afgelopen week Griekenland in het middelpunt van de aandacht stond, zal Spanje naar alle waarschijnlijkheid binnekort haar eigen portie aandacht opeisen.  
     
    Werkloosheid in % per Europees land
    Bronnen:
     
  • Crisis in beeld en grafiek (31/10/11)

    Hieronder een suggestie om vanavond de mensen het stuipen op het lijf te jagen.

     
    Tijdens de eurotop van afgelopen week werd onder andere besloten dat  het Europese noodfonds (EFSF) zal worden verhoogd en Europese banken 50% van hun Griekse leningen moeten afschrijven. Daaaast moeten Spanje en Italië drastisch hervormen en bezuinigen om hun staatsschuld onder controle te krijgen. 

    Na afloop van de eurotop steeg in Europa en Italië de druk op de regering van Berlusconi. Umberto Bossi, de Italiaanse minister van hervormingen en leider van Lega Nord, zei zelfs dat de kans bestaat dat de regering van Berlusconi valt over voorstellen om de pensioenleeftijd te verhogen. De verhoging van de pensioenleeftijd maakt deel uit van de hervormingsplannen. Berlusconi reageerde doodleuk door te stellen dat hij de enige persoon is die de nodige bezuinigingen voor elkaar kan krijgen. “Alleen ik en mijn regering kunnen de komende 18 maanden de nodige hervormingen voor elkaar krijgen, daarom is het geen optie dat ik een stap opzij zet”.


    Suggestie voor een onderschrift? Voelt u zich vrij om te reageren..

     
    De onderstaande tabel werd gepubliceerd door kredietbeoordelaar Moody’s. Het is een weergave van de blootstelling van de Europese landen aan landen die niet kunnen rekenen op de hoogste kredietwaardigheid (AAA). Welke landen hebben de grootste blootstelling? Spanje en Italië…..