Categorie: Columns

  • Italiaanse bankencrisis dreigt

    De ene crisis is nog niet voorbij of de volgende staat alweer voor de deur. Schreef ik een week geleden nog over de ‘Brexit’, nu zijn het de Italiaanse banken die onder vuur liggen. Sinds het begin van dit jaar zijn de bankaandelen in Italië in waarde gehalveerd, terwijl Europese banken gemiddeld ‘slechts’ eenderde van hun beurswaarde zagen verdampen.

    Beleggers zetten vraagtekens bij de solvabiliteit van de Italiaanse bankensector vanwege het grote aantal slechte leningen op de balans, naar schatting €360 miljard. Men spreekt van een slechte lening als er een betalingsachterstand is opgebouwd van meer dan negentig dagen.

    Bail-in

    Moeten de banken verlies nemen op deze slechte leningen, dan betekent dat een grote aanslag op hun eigen vermogen. In dat geval moeten de banken geherkapitaliseerd worden via de omstreden bail-in methode, waarbij bankobligaties en spaartegoeden boven de €100.000 gedeeltelijk waardeloos worden.

    U kunt zich voorstellen dat dit heel veel onzekerheid met zich meebrengt voor de Italiaanse spaarders. Zij zullen proberen hun geld van de bank te halen of weg te sluizen naar een buitenlandse bankrekening. Dat zijn toestanden die we eerder al gezien hebben in Cyprus en Griekenland, met als verschil dat de Italiaanse economie vele malen groter is…

    Reddingsplan

    De Italiaanse regering werkt al aan een reddingsprogramma ter waarde van €40 miljard en vandaag werd bekend dat de overheid voor maximaal €150 miljard aan garanties zal verstrekken aan de bankensector. Het zou wel eens een spannende zomer kunnen worden…

    Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

  • Boekbespreking: 100 % Hernieuwbare energie, het kan

    Nu ook wij, Nederlanders, dikwijls worden getroffen door heftig weer en de bijbehorende wateroverlast, wordt voor velen zichtbaar dat het klimaatprobleem inderdaad een probleem is. Als de overlast zich aandient, zijn de primaire reacties gericht op het vinden van praktische oplossingen, zoals nu voor al dat water. Opnieuw manifesteert zich de vindingrijkheid van al die mensen die met weer en water al langer van doen hebben. De oplossingen vliegen ons om de oren: verhoog de dijken, haal tegels uit de tuin, maak sloten schoon, verhoog dorpels, creëer wateropslagplaatsen, denk eens aan een regenton, om maar eens wat te noemen.

    our-renewable-future-coverAllemaal mooi en aardig. Tegelijkertijd gaan steeds meer stemmen op om nu eens serieus te beginnen met de aanpak van het klimaatprobleem. Het valt op dat de weervrouwen en -mannen van de verschillende tv-nieuwsrubrieken die link leggen en er regelmatig op wijzen dat onze nabije toekomst wat weer aangaat nog heftiger, en natter en droger gaat worden. Althans, bij ongewijzigd beleid, zou ik zeggen. Want wat steeds ook duidelijker wordt is dat zo’n ongrijpbaar lijkend probleem als de temperatuurstijging inderdaad aan te pakken en dus ook maakbaar is. Terecht is dat op de grote klimaatconferentie in Parijs nog eens bevestigd, de doem van een opwarming boven de 2 graden is vermijdbaar. Als wij maar de nodige maatregelen nemen.

    Onder de twee graden temperatuurstijging

    En als het daarom gaat, dus om die maatregelen, is er een prima presentatie verschenen van alles wat ons te doen staat of zou kunnen worden gedaan. Deze is samengesteld door Richard Heinberg en David Fridley, getiteld: Our Renewable Future – Laying the Path for One Hundred Percent Clean Energy (Washington DC, Island Press 2016). In dit boek stellen zij zich de vraag of en hoe op afzienbare termijn een transitie kan plaatsvinden richting een wereldsamenleving gevoed door volledig hernieuwbare energie, dusdanig dat een stijging van de gemiddelde temperatuur boven de 2 graden wordt voorkomen. Hun mijns inziens belangrijkste conclusie is dat dat niet kan zonder diepgaande wijzigingen in de manier waarop de samenleving economisch functioneert. Het zal gaan om meer dan het vervangen van op fossielen gebaseerde energie door hernieuwbare bronnen, de samenleving zal moeten veranderen.

    Hun vertrekpunt en de omvang van de taakstelling wordt geïllustreerd door de volgende grafiek. Die laat zien dat de fossiele energiebronnen (kolen, olie, gas) de energievoorziening nog steeds zwaar domineren.

    renewable-energy

    Afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is nog steeds groot

    Naar landen en groepen van landen uitgesplitst blijkt dat eigenlijk maar één land de taakstelling van volledig hernieuwbare energie haalt, althans als het gaat om de elektriciteitsvoorziening, namelijk Noorwegen. Daar wordt 98% van de gebruikte elektriciteit gehaald uit hernieuwbare bronnen. De wereld als geheel zit op 22,5%, de Europese Unie op 28%. En opnieuw blijkt dat Nederland het slecht doet, zo’n 12%, zelfs slechter dan landen als China, Rusland en de VS. Zie de tweede grafiek.

    minder-vraag-energie

    Welke landen hebben de meest duurzame energievoorziening?

    Minder vraag naar energie

    Hoe ziet die taakstelling eruit? Wat moet er concreet gebeuren? Een belangrijk punt is dat het onmogelijk wordt om het huidige en op dit moment verwachte toekomstige energieverbruik volledig hernieuwbaar te maken. Dat is volgens de auteurs onmogelijk. Tegelijkertijd blijft hun uitgangspunt dat alle fossiele energie uitgebannen moet worden. Dat overigens niet alleen vanwege klimaat gerelateerde overwegingen, ook omdat het kostbaarder wordt om fossiele bronnen aan te boren: die zijn van slechtere kwaliteit en bovendien moeilijker toegankelijk, zie bijvoorbeeld schaliegas en olie uit teerzanden, of wingebieden dicht bij de Noordpool. Fossiele brandstoffen worden domweg te duur.

    Hun conclusie is dat de doelstelling van 100% slechts gehaald kan worden als de totale vraag naar energie vermindert. En daarmee komen zij op een van de meest gevoelige economische onderwerpen. Immers, op dit moment heerst de gedachte dat mensen en bedrijven en overheden meer moeten gaan consumeren, anders stokt de economische groei. Dat kan niet meer, aldus de auteurs, wil de mensheid overleven. Er zal wat de consumptie betreft gekrompen moeten worden. In dit verband verwijzen zij naar de Degrowth discussie, zie mijn bespreking van het boek Ontgroei.




    Een andere samenleving

    Dit is maar één van de vele voorbeelden die de auteurs aandragen om hun argument te ondersteunen dat vergroening een andere samenleving veronderstelt. Bijvoorbeeld is tekenend voor hun opvatting dat de op dit moment dominerende manier van berekenen van de afschrijving van producten (inclusief gebouwen en installaties) moet worden losgelaten. Afschrijvingen worden nu bepaald op gronden van economische verdienbaarheid, of door iets subjectiefs als modegevoeligheid. Maar meestal kunnen die producten technisch gezien veel langer mee, en dat zal vanaf nu ook moeten, is hun betoog. Het doet denken aan het onderzoek dat hierover sinds jaar en dag wordt verricht door de hier in Nederland nauwelijks, maar in Latijns Amerika breed, bekende onderzoeker Wim Dierckxsens die de onoplosbaarheid van de kapitalistische crisis mede uit het conflict tussen technische en ‘economische’ afschrijving verklaart. Een ander voorbeeld is dat zij bepleiten om de winning en aanwending van de fossiele energiebronnen niet aan de markt over te laten. Nog één voorbeeld uit de vele door hen genoemde: mobiliteit zal flink moeten worden ingeperkt, o.a. omdat met name het luchtvervoer niet echt te vergroenen is. Luchtvaart zal dan ook slechts mogen plaatsvinden als dat strikt noodzakelijk is. Dat doet denken aan al die toeristische reizen naar verre landen die voor Nederlanders heel gewoon zijn geworden. Dat kan dus niet meer. Heinberg en Fridley vatten op dit punt hun betoog samen met de constatering: "Rather than a consumer economy, this will be a conserver economy". Zij bepleiten ook een hernieuwde discussie over bevolkingsgroei. Population growth makes everything harder is hun constatering. Hoe dat aan te pakken? Het gaat volgens hen om een drastische keuze. Laten wij het aan de natuur over om met overbevolking af te rekenen? Of kiezen wij voor een humane strategie waaronder het bevorderen van family planning, overtuigingswerk, het verhogen van het onderwijsniveau van vrouwen, en volledige controle van vrouwen over hun reproductieve rechten. Mij valt daarbij op dat zij het meest effectieve middel voor geboortebeperking niet noemen, namelijk het verhogen van het welzijn en de sociale zekerheid van de armen.

    Deglobalisering

    Hoe dat andere economische denken in meer abstracte termen eruit zou moeten zien, dat wordt door hen niet verder uitgewerkt. Maar al lezende blijkt dat denken steeds duidelijker en onvermijdelijk, en komt overeen met het denken van auteurs uit o.a. het al eerder genoemde Degrowth circuit. Daarbij zitten ook elementen van deglobalisering en regionalisering. Veel producties zullen weer teruggehaald moeten worden naar de lokale of regionale eenheden. Dat doet denken aan de campagnes van Milieudefensie in Nederland om veeteelt te regionaliseren. Dat betekent o.a. dat dan geen veevoer meer geïmporteerd zal worden uit Latijns-Amerika en andere landen overzee, en dat melk en andere producten worden afgezet in de eigen regio. Alles bijeen genomen betekent hun programma, want zo kun je dat wel noemen, dat er nu echt beleid ontwikkeld moeten worden met een beperkende en bepalende overheid. Hoe die overheid er dan uit moet zien, en hoe dat te verbinden aan principes als democratie, particuliere eigendom en vrijheid van ondernemen, dat wordt door hen niet verder uitgewerkt.

    The “Easy” Stuff

    Dat maakt dit boek niet minder nuttig. De meest interessante bijdrage wordt geleverd door een originele manier van structurering van de te ontwikkelen beleidslijnen en te nemen maatregelen. Zij onderscheiden drie niveaus van aanpak. Het eerste niveau noemen zij The “Easy” Stuff, het laaghangend fruit zouden wij zeggen. Daaronder valt de elektrificatie van de samenleving. Want de hernieuwbare energiebronnen brengen alleen elektriciteit voort. Zij noemen als voorbeelden: de verwarming van gebouwen, dus niet meer op basis van olie, gas en kolen, en de volledige overgang op elektrische vervoermiddelen. Ook moet gekeken worden naar een zo efficiënt mogelijk gebruik van elektriciteit. Slechts 20% van op dit moment gebruikte energie is in de vorm van elektriciteit. Dus moet 80% vervangen worden door elektriciteit. Veel kan gerealiseerd worden door de landbouw en veeteelt volledig biologisch te maken. Hun standpunt wordt ondersteund door recent onderzoek dat laat zien dat biologische landbouw effectiever is dan de gangbare, zeker als alle kosten en opbrengsten worden meegerekend. En ook dat die biologische aanpak in staat is de wereldbevolking te voeden. Terzijde, mij valt op dat in Nederland de inkomens van veel agrariërs sterk onder druk staan, maar dat de biologische boeren juist meer zijn gaan verdienen. Bovendien gaat door de gangbare landbouw de kwaliteit van de grond achteruit, in tegenstelling tot de biologische aanpak. Heinberg en Fridley schatten dat als op al deze “easy” gebieden serieus beleid wordt gevoerd de koolstof emissies in tien à twintig jaar met minstens 40 % kunnen worden teruggebracht. Misschien een nogal optimistische inschatting, zo “easy” zijn de voorgestelde maatregelen niet.

    The Harder Stuff

    Het tweede niveau wordt door hen The Harder Stuff genoemd. Dat omvat allerlei maatregelen die nog dieper zullen ingrijpen in ons doen en laten. Bijvoorbeeld: drastisch terugbrengen van het autogebruik, meer en beter openbaar vervoer en meer fietsen en lopen, verdichting van de bebouwing van steden en voorsteden waardoor de behoefte aan vervoer afneemt; ontwikkeling van opslagmogelijkheden van energie; en vrachtvervoer via railverbindingen. Ook zal het nodig zijn dat het gebruik van energie meer zal plaatsvinden op momenten van zon en wind. Scheepvaart kan meer gebruik maken van zeilen. En zeker ook zal het gebruik van fossiele bronnen, voornamelijk olie, voor de productie van plastics en andere artikelen (als verf, asfalt, smeerolie) moeten worden verminderd via hergebruik en consuminderen. En als dan tegelijkertijd flink geïnvesteerd wordt in zonnepanelen en windmolens, dan kan de uitstoot van CO2 verminderd worden met wel 80%.

    The Really Hard Stuff

    En dan The Really Hard Stuff. Want er moet nog zo’n 20 % van het huidige gebruik van fossiele bronnen vervangen worden door hernieuwbare bronnen. Dat zal nog meer tijd, onderzoek en investeringen vergen. En ook gedragswijzigingen. De productie van beton, bijvoorbeeld zal nu geheel met elektrische energie moeten plaatsvinden. Dat vereist een andere manier van produceren. En de stopzetting van gebruik van fossiele brandstoffen in de landbouw betekent een drastische verandering van de wijze van voortbrenging, verpakking en transport. Het zal gaan om omvangrijke investeringen. Wie moet dat betalen? Zij verwijzen naar het principe van de Greenhouse Development Rights. Enerzijds op grond van de hoofdelijke bijdragen aan de opwarming tot nu toe van landen: Hoe hoger die bijdragen, des te meer betalen per hoofd van de bevolking. Anderzijds op grond van de capacity to act: Wie kan betalen. Dat het niet gemakkelijk is om op deze gronden te komen tot een duidelijke verdeling van de financiële verplichtingen is tijdens de conferentie van Parijs opnieuw gebleken. Overigens, als het gaat om de eerste grond, dus de historische bijdrage per capita van landen aan de opwarming van de aarde, dan is de derde grafiek illustratief. Volgens deze gegevens heeft het Verenigd Koninkrijk per hoofd van de bevolking de zwaarste bijdrage aan de opwarming geleverd en moet dus ook de relatief grootste financiële bijdrage leveren. India daarentegen de laagste, zij het dat India volgens deze redenering en vanwege de grote bevolkingsomvang in absolute zin misschien wel een financiële bijdrage moet leveren vergelijkbaar met het VK. Naast deze op landen gebaseerde verdeling van de lasten bepleiten Heinberg en Fridley ook om binnen landen een verdeling toe te passen op grond van inkomen en vermogen. De rijken van deze wereld dragen door hun levensstijl en energieverbruik immers meer bij aan de opwarming dan de armen.

    opwarming-aarde

    Welke landen leveren de grootste bijdrage aan klimaatverandering?

    Realistisch?

    De taken zijn enorm, de implicaties verstrekkend voor onze manieren van leven. Is er enige kans dit allemaal te realiseren? Terecht wijzen Heinberg en Fridley er op dat je kunt discussiëren over de realiseerbaarheid van onderdelen van hun programma. Maar hun pleidooi is vooral om nu eindelijk realistisch te worden en onder ogen te zien dat de mensheid linksom of rechtsom voor diepgaande veranderingen staat, veranderingen die alleen maar door diezelfde mensheid tot stand kunnen worden gebracht. Het is te doen, willen zij zeggen, het ontbreekt slechts aan de wil en de macht om eindelijk een serieus begin te maken. Lou Keune Heinberg is in Nederland bekend geworden door zijn boek Einde aan de groei - Ons aanpassen aan de nieuwe economische realiteit, zie mijn bespreking https://www.globalinfo.nl/Recensies-enzo/richard-heinberg-einde-aan-de-groei 

  • Defensief beleggen blijft voorlopig troef

    Het zal u misschien niet opgevallen zijn, maar in de afgelopen veertig jaar zijn er maar twee verdedigers uitgeroepen als wereldvoetballer van het jaar. Niemand zal ontkennen dat goed verdedigen een vaardigheid is, maar we kijken allemaal liever naar Lionel Messi dan naar Bruma of Ramos. Voor de wereld van het beleggen geldt min of meer hetzelfde. Beleggers kijken liever naar creatieve bedrijven die sectoren opschudden en die heel veel potentieel in zich bergen. Een bedrijf als Amazon.com of Apple spreken meer tot de verbeelding dan Deutsche Post of General Electric.

    Het kan zomaar, dat het lopende jaar de uitzondering op de regel wordt. Het zijn bedrijven die een mooi dividend bieden die de meeste aandacht van beleggers trekken. In de VS doen de sectoren ‘Utilities’ en ‘Telecom’ het uitstekend met groeicijfers van respectievelijk 15% en 11,5%. De S&P 500 Dividends Aristocrats, een index van 50 namen, is bijna 10% gestegen in dit jaar, terwijl de brede index beneden de 4% blijft. In Europa zien we hetzelfde beeld. Defensieve aandelen doen een premie ten opzichte van cyclische.




    Defensief beleggen

    Het nut van defensief beleggen bleek onomstotelijk tijdens de heftige beursschokken aan het begin van het jaar. Ze zijn echter sindsdien blijven schitteren, ondanks het herstel op de internationale aandelenbeurzen. Hoe lang defensieve aandelen nog blijven schitteren, hangt van enkele factoren af. Zal de Federal Reserve dit jaar alsnog de rente een of twee keer verhogen? En zal de Europese economie eindelijk meer vaart krijgen? defensive-stocksDe recente geschiedenis bewijst dat obligatie-achtige aandelen zoals 'Utilities' erg kwetsbaar zijn voor renteverhogingen. Toen Ben Bernanke in 2013 het stopzetten van het QE programma aankondigde, moesten de defensieve 'Utilities' een flinke veer laten. De kans op een renteverhoging in 2016 lijkt op dit moment niet erg groot. Sterker nog, deze week verwachten voor het eerst meer beleggers een renteverlaging door de Federal Reserve. De economie en de arbeidsmarkt daar kwakkelen en de centrale bank zal niet nog meer zand willen strooien in de motor van economische groei. In Europa hangt een versnelling van de economische groei toch ten dele af van het gezond worden van de bancaire sector en daar gaat het niet echt vlot mee. Daar staat tegenover dat de extreem lage en steeds vaker negatieve rente een ferme steun in de rug van defensieve aandelen vormt. Steeds meer staatsobligaties worden onaantrekkelijker voor zelfs de meest verstokte obligatiebeleggers. In hun zoektocht naar veilige alternatieven komen ze terecht bij de defensieve aandelen.

    Monetair beleid stimuleert defensief beleggen

    Het ziet er niet naar uit, dat de Bank van Japan en de ECB snel hun programma’s voor kwantitatieve verruiming gaan stoppen. Sterker nog, de ECB heeft nog onlangs het programma uitgebreid met het opkopen van bedrijfsobligaties. Het aantal 'obligatievluchtelingen' zal zodoende alleen maar blijven groeien. Er is op papier altijd nog kans, dat de inflatie gaat aantrekken doordat olieprijzen snel gaan stijgen. Een stijgende inflatie of inflatieverwachting kan het rendement op obligaties omhoog jagen. Maar hoe groot is de kans op een sterke stijging van bijvoorbeeld de olieprijzen als de economie in de wereld eerder dreigt af te koelen dan te versnellen? Voorlopig is op de beurs verdedigen vooralsnog populairder dan aanvallen. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Uitgelicht: Marketupdate in gesprek met Edin Mujagic

    Marketupdate sprak onlangs met econoom Edin Mujagic over zijn nieuwe boek ‘Boeiend en geboeid: Een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816′. Voor dit boek dook Mujagic in de monetaire geschiedenis van Nederland sinds de oprichting van de Nederlandsche Bank in 1814. In het boek beschrijft hij hoe een geldsysteem op basis van verschillende lokale munten heeft plaatsgemaakt voor de gulden en hoe deze munt weer plaats heeft gemaakt voor de euro. Welke wijze lessen kunnen we trekken uit het monetaire beleid van de afgelopen tweehonderd jaar?

    Naast zijn nieuwe boek kwamen we ook te spreken over actuele thema’s als negatieve rente en monetaire financiering. Zijn dit de laatste stuiptrekkingen van een monetair systeem dat binnenkort zal vastlopen? En keren we dan weer terug naar een nieuw geldsysteem op basis van goud?




    Je hebt net de laatste hand gelegd aan een nieuw boek over de monetaire geschiedenis van Nederland. Vertel daar eens wat meer over...

    Voor het boek heb ik de monetaire geschiedenis van Nederland bestudeerd vanaf 1814. Dat is dus ongeveer tweehonderd jaar. Ik heb dit jaar als startpunt gekozen omdat er toen een aantal belangrijke dingen zijn gebeurd. Het was het jaar waarin de Nederlandsche Bank werd opgericht en er voor het eerst gulden bankbiljetten werden ingevoerd. Twee jaar later in het jaar 1816 kwam vervolgens de muntwet, waarin werd vastgelegd dat de gulden het nieuwe betaalmiddel werd en waarin de gulden gedefinieerd werd als honderd cent. Het oude systeem van verschillende lokale munten met afwijkende gewichten en wisselkoersen maakte toen plaats voor een decimaal systeem. cover-boek-resizedMet de invoering van de muntwet moesten verschillende lokale munten plaats maken voor de gulden, één universeel betaalmiddel. Dat bleek geen gemakkelijke operatie, omdat men nog vertrouwd was met het eigen geld en men eerst overtuigd moest worden dat ze niet bestolen werden door hun oude vertrouwde geld om te ruilen voor guldens. En papiergeld vertrouwde men al helemaal niet! Ook was de informatievoorziening in die tijd nog niet zo goed, waardoor het lang duurde voordat men het nieuwe geld geaccepteerd had. Wat mij opviel bij het bestuderen van deze periode is dat het heel lang geduurd heeft voordat men het papiergeld accepteerde. De centrale bank garandeerde dat het papiergeld dezelfde waarde had als de gouden en zilveren munten, maar als je de geschiedenis erop naslaat lees je dat mensen toen het liefst zo snel mogelijk hun papiergeld omwisselden voor gouden en zilveren munten. Het heeft dertig tot vijftig jaar geduurd voordat het papiergeld echt geaccepteerd werd. Dat heeft dus een generatie geduurd. Het zou nog tot 1901 duren voordat er alleen maar met guldens betaald kon worden en al het andere geld uit circulatie was verdwenen.

    Een eeuw later kwam er weer een andere munt, namelijk de euro. Hoe is dit gegaan?

    Ik ben enthousiast over het idee van een muntunie, omdat het veel voordelen biedt voor een handelsnatie als Nederland. Maar over de uitvoering ervan ben ik niet tevreden. Van het begin af aan zijn er teveel landen met verschillend monetair en fiscaal beleid aan de muntunie toegevoegd. Landen die niet voldeden aan de duidelijk omschreven criteria werden toegelaten, vaak uit nostalgische of historische reden. De Grieken mochten bijvoorbeeld meedoen omdat dat gezien wordt als de bakermat van Europa, terwijl Italië, dat op dat moment een staatsschuld van 120 procent van het bruto binnenlands product had terwijl een van de criteria was dat de staatsschuld maximaal 60 procent mocht zijn, mocht meedoen omdat zij al van begin af betrokken waren bij het proces van Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog.

    Maar kunnen deze economieën niet langzaam naar elkaar toe groeien binnen de muntunie?

    Voor een werkbare, houdbare muntunie heb je landen nodig die, zoals ik dat noem, dezelfde financieel-monetair-economische normen en waarde delen. Vanaf het begin was duidelijk dat daar geen sprake van was. We hadden toen al kunnen weten dat een aantal landen niet zouden passen binnen een sterke muntunie. De Nederlandsche Bank en de Bundesbank hebben voor de invoering van de euro al talloze keren gewezen op de grote fundamentele verschillen tussen de noord en zuid Europese landen. Dit was dus allemaal al bekend voordat de munt werd ingevoerd. In plaats van dat de muntunie deze verschillen kleiner zou maken werden de verschillen juist steeds groter. Ik heb gekeken naar de ontwikkeling van elf verschillende macro-economische variabelen in alle eurolanden tussen 1999 en 2008. En wat bleek? Voor 10 van de 11 variabelen werden de verschillen tussen de Noord-Europese en de Zuid-Europese economieën juist groter in plaats van kleiner na de invoering van de euro.

    Wat kan de ECB nog doen?

    De centrale bank heeft geprobeerd de economische groei en de inflatie aan te jagen door middel van extreem lage rente en quantitative easing, maar we kunnen op dit moment niet anders concluderen dan dat dit geen succesvol beleid is geweest. Dus wat doet de ECB? Meer van hetzelfde. De rente gaat nog verder omlaag en het stimuleringsprogramma is verder opgeschroefd van €60 naar €80 miljard per maand. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te zien dat meer van hetzelfde niet zal werken. Ook zal het bij veel mensen de vraag oproepen: Als dit monetaire beleid van extreem lage rente en QE echt zo goed werkte, waarom zijn we er dan pas na de crisis van 2008 mee begonnen en niet veel eerder? En waarom proberen we dan niet meteen veel meer monetaire verruiming en nog lagere rentes? En dan heb ik het er nog niet over dat het ECB-beleid uiterst gevaarlijke gevolgen kan hebben en zal hebben, zoals hoge inflatie en een zwakke munt. Hoe ik dat kan weten? Omdat onder meer de Nederlandse monetaire geschiedenis dat me leert.

    Zien ze dat bij de ECB dan niet?

    Als centraal bankier kun je niet accepteren dat de monetaire unie uit elkaar valt. Het bestaansrecht van de ECB hangt samen met de euro. Zou de muntunie uit elkaar vallen, dan heb je ook geen ECB meer nodig. Bij de ECB zullen ze er dus alles aan doen om tijd te rekken en de problemen naar de toekomst te verschuiven. Maar zij weten ook wel dat je dat niet eeuwig vol kunt houden. Toch gaan centrale banken hiermee door, omdat hun reputatie op het spel staat als ze toegeven dat dit beleid niet werkt of dat ander beleid nodig is; dat laatste zou impliceren dat de ECB een verkeerde inschatting heeft gemaakt. Terwijl centrale bankiers zich juist vaak als onfeilbaar beschouwen.

    Dus het lijkt erop alsof centrale banken de macht over het stuur verloren hebben...

    De ECB voert een gevaarlijk beleid door op grote schaal staatsobligaties op te kopen. Ze kunnen wel zeggen dat ze niet rechtstreeks schuldpapier kopen, maar daar komt het in feite wel op neer. Iedereen die staatsobligaties koopt weet immers dat de ECB bereid is die van je op te kopen. Het is dus wel een vorm van schuldfinanciering. En als er tien geboden zouden zijn voor centrale banken, dan zou op de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde plaats moeten staan dat het ten strengste verboden is staatsschulden te financieren. Wat daar de gevolgen van zijn hebben we gezien in de Weimarrepubliek, Zimbabwe, Joegoslavië, Venezuela en tal van andere landen.  Wie echter de monetaire geschiedenis niet kent, vergeet dat soort wijze lessen. Tegelijk met deze ontwikkelingen zijn er plannen om contant geld te verbieden. Contant geld is voor veel mensen de enige vluchtweg die ze kunnen nemen. Als je bankbiljetten gaat verbieden hebben spaarders geen mogelijkheid meer om hun geld van de bank te halen. Maar dat is niet het enige risico van spaargeld. Een ander risico zagen we een aantal jaar geleden in Cyprus. Daar mocht je op een gegeven moment nog maar €60 per dag pinnen. Je kunt dan wel veel spaargeld hebben, op het moment dat je het nodig hebt kun je er niet bij. Zo zijn er ook veel landen waar kapitaalcontroles zijn ingevoerd, zoals een maximum op het bedrag dat je met contant geld mag betalen.

    Naast contant geld is er nog een andere vluchtweg, namelijk edelmetalen

    Dat klopt, maar je moet je realiseren dat de massa hier niet zo vertrouwd mee is. Hun eerste reactie als ze het vertrouwen in banken verliezen is dat ze hun geld van de bank willen halen en als contant geld willen bewaren. Maar als dat niet meer kan, dan zal men vanzelf goud en zilver ontdekken als alternatief voor de spaarrekening. Je kunt je wel voorstellen wat er met de goudprijs gaat gebeuren als spaarders massaal hun vermogen willen omzetten door fysiek goud te kopen. Die zal omhoog schieten, dat is de wet van vraag en aanbod.

    Wat gebeurt er als de rente weer gaat stijgen?

    Centrale banken zullen de rente kunstmatig laag proberen te houden, maar er komt een moment waarop de markt een hogere rente zal afdwingen. Als de rente weer stijgt tot het niveau van voor de crisis (ongeveer 4 á 5 procent), dan zullen de rentelasten van overheden explosief toenemen. Op dit moment betaalt de Nederlandse staat jaarlijks ongeveer €9 miljard aan rente, dat is bijna evenveel als het budget voor veiligheid of ons basisonderwijs. Zou de rente weer stijgen tot het oude niveau, dan stijgen deze lasten naar €20 miljard per jaar! Dat is evenveel als het budget voor defensie en veiligheid samen. Waar moet de regering dat geld vandaan halen? Voor andere Europese landen is het probleem nog groter. Voor Spanje worden de rentelasten drie keer zo hoog als nu, terwijl landen als Frankrijk en Italië jaarlijks €40 miljard meer aan rente moeten betalen. Waar moeten zij dat geld vandaan halen? Ik vraag me daarom sterk af of de ECB de rente wel kán verhogen.

    groei-staatsschulden-europa-2007-2015

    Schulden van Europese landen zijn de laatste jaren sterk toegenomen

    Kan de ECB de schulden niet gewoon wegstrepen?

    Als dat gebeurt worden beleggers bang. Ze willen op dat moment denk ik alleen staatsobligaties kopen tegen een veel hogere rente, vanwege het risico dat niemand ze kan garanderen dat diezelfde landen in de toekomst niet weer hun schulden gewoon zullen afschrijven. Dat zou betekenen dat de rente gaat stijgen en dat de centrale bank gedwongen wordt door te gaan met het opkopen van staatsobligaties want zoals gezegd lijkt het er steeds meer op dat de eurolanden, zwak en sterk, hogere rente niet aankunnen.

    Je maakt je al enige tijd zorgen over inflatie. Dat was ook het thema van je boek Geldmoord. Waarom is inflatie zo gevaarlijk?

    Inflatie is een verborgen belasting op spaargeld. Het raakt vooral de middenklasse, terwijl die groep juist zo belangrijk is voor de politieke en economische stabiliteit in een land. Politieke stabiliteit kan niet bestaan zonder een sterke middenklasse en inflatie is een grote bedreiging voor deze groep. Vertel mij eens: Welk land is ooit welvarender geworden door een hoge inflatie? Volgens mij is daar in de monetaire geschiedenis geen enkel voorbeeld van te vinden.

    Zie je een terugkeer naar goud?

    Als je de monetaire geschiedenis van het jaar nul tot en met nu zou zien als één dag, dan zou er van middernacht tot de volgende avond rond 23:30 sprake zijn geweest van een goudstandaard of een ander geldsysteem met een koppeling aan goud. De periodes van ongedekt papiergeld duurden nooit lang, deze vertegenwoordigen maar een half uur op deze fictieve tijdlijn van een dag. In het verleden hebben de Chinezen al eens geëxperimenteerd met ongedekt papiergeld. Dat liep uiteindelijk zo slecht af dat niemand meer iets van papiergeld wilde weten. Het heeft dan ook lang geduurd voordat men gouden en zilveren munten weer durfde los te laten. Ik weet niet hoe het geldsysteem van de toekomst eruit ziet, maar wat ik wel weet is dat het huidige geldsysteem onhoudbaar is. Dit geldstelsel is failliet, centrale banken proberen alleen nog maar tijd te rekken. In de afgelopen honderd jaar zijn er twee grote wendingen geweest in het monetaire systeem. De eerste wending was van goud naar een semi-goudstandaard na de Eerste Wereldoorlog. De tweede wending was van een semi-goudstandaard naar een fiat geldsysteem gedurende het Bretton Woods systeem. Beide wendingen duurden ruim een decennium. De eerste wending werd gekenmerkt door de Grote Depressie, de tweede door torenhoge inflatie en dito werkloosheid, stagflatie dus. De derde wending is van papiergeld naar iets anders, maar hoe dat er precies uit zal zien weet ik niet. Maar wat de geschiedenis me wél leert is dat die overgang van het ene tijdperk naar het andere lang duurt en dat het geen prettige periode is. goldbarsTrouwens, het is onzin te stellen dat de goudstandaard destijds in de jaren dertig is ingestort. De goudstandaard is niet ingestort, de goudstandaard is afgedankt door de overheden met het keynesiaanse ‘overheid-moet-economie-sturen’ handboek in de hand. Het was dus niet de  goudstandaard zelf die gefaald heeft, het is de mens geweest die besloten heeft om af te wijken van de discipline van een goudstandaard. Wist je overigens dat Nederland het laatste land was dat zijn munt loskoppelde van het goud?

    Maar welke rol kan goud dan precies gaan vervullen?

    Stel dat een groot land zoals China op een dag zegt dat ze voortaan alleen nog maar goud accepteert voor de export van haar goederen. Dan verwacht ik dat de rest vanzelf dat voorbeeld zal volgen en daarin mee zal gaan. Kan dat gebeuren? Ik denk dat het naïef is om te zeggen ‘nee, dat is absurd’. We hebben de afgelopen jaren te veel ontwikkelingen gezien die niet zo lang geleden absurd leken, om wat dan ook voor absurd te verklaren.

    Ik denk dat je goud weer een rol wilt geven in het internationale betalingsverkeer, dat je dan iets extra moet bieden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat afnemers korting krijgen als ze met goud betalen. Dan hebben ze reden om over te stappen op goud. Wat denk jij?

    Dat is een goed punt. Maar het hoeft niet op te gaan. Als je goud zou krijgen in ruil voor je spullen, dan weet je in ieder geval dat er geen instelling is, in een ander land, die kunstmatig de waarde van dat goud kan uithollen of verlagen door er meer van te maken. Door het bij te drukken, zoals de Federal Reserve dat doet met de dollar en andere centrale banken met hun eigen munt.

    Wanneer wordt je nieuwe boek gelanceerd?

    edin-mujagicDe boekpresentatie vindt plaats op 13 juli 2016 in het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank in Amsterdam. Het eerste exemplaar van het boek zal om 11:00 in de portrettenzaal overhandigd worden aan Klaas Knot, president van de centrale bank. Het boek 'Boeiend en geboeid: Een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816' komt voor €25 in de winkels te liggen. Bestelt u het boek voor 31 juli, dan betaalt u slechts €20 en is de verzending gratis!

    Klik hier om het boek te reserveren.

    Meer informatie over boek is te vinden op de website www.monetairegeschiedenis.nl

  • Brexit: Gaat Verenigd Koninkrijk in de uitverkoop?

    Vandaag gaan de Britten naar de stembus om aan te geven of ze wel of niet lid willen blijven van de Europese Unie. Steeds meer enquêtes geven aan, dat het leave kamp op kop ligt en steeds verder uitloopt. Op de wedkantoren is het beeld 180 graden omgekeerd. Daar ligt het blijven-kamp nog steeds op kop.

    In de slag om de gunst van de kiezer valt het op dat het blijven-kamp de kiezer probeert te paaien met louter economische argumenten. Die argumenten bevatten nauwelijks verhulde dreigementen. Als de Britten Europa de rug toekeren, dan zal groot economisch onheil het eiland treffen. Nog deze week dreigde de minister van financiën, George Osborne, met extra bezuinigingsplannen, omdat een Brexit een gat van £30 miljard in de Britse overheidsfinanciën zou slaan. Het probleem is echter dat steeds minder Britten dit soort dreigementen en onheilsboodschappen nog serieus nemen. Men gelooft de gevestigde orde simpelweg niet meer. Veel politici, beleidsmakers en ‘pratende hoofden’ lijken dit maar niet te beseffen.

    brexit-stay-leaveDat wil weer niet zeggen, dat het blijven-kamp volledig ongelijk heeft. Er zitten beslist risico’s aan een Brexit. Of die risico’s ook werkelijkheid worden, is natuurlijk vraag twee. Zo kan het Britse bedrijfsleven een hoge prijs gaan betalen bij een Brexit. In de aanloop naar de 23ste reageert het Britse pond ongunstig op enquêtes die het leave-kamp op voorsprong zetten. Mocht het tot een Brexit komen, dan is het niet ondenkbaar dat het pond meer dan een flinke veer moet laten ten opzichte van concurrerende valuta’s als de euro, de doller en de yen.

    Fusies en overnames

    Dat zou betekenen dat aandelen genoteerd in ponden er een stuk aantrekkelijker gaan uitzien voor geïnteresseerde kopers wier zakken gevuld zijn met dollars of euro’s. Bedrijven, die hun inkomsten vooral buiten het Verenigd Koninkrijk genereren, gaan er bij een eventuele val van het Pond zeer aantrekkelijk uitzien als overnamekandidaat.

    britsepond-dollarHet is goed denkbaar dat menig bankier, gespecialiseerd in Fusies & Overnames, al lijstjes met bedrijven aan het opstellen is die in aanmerking komen om overgenomen te worden. Op die lijstjes kunnen namen figureren die tot de kroonjuwelen van het Britse bedrijfsleven behoren. Denk bijvoorbeeld aan ARM Holding, producent van halfgeleiders. ARM genereert 93% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. Denk aan bedrijven als Weir en Tullow, die actief zijn in de energiesector. Er is een heel leger aan Britse beursgenoteerde bedrijven die internationaal opereren en die een marktkapitalisatie van minder dan £20 miljard hebben.

    britsepond-euroMocht het tot een Brexit komen en mocht het Britse Pond fors aan waarde verliezen, dan zijn al deze bedrijven in principe overnamekandidaat. Dat dit een serieus te nemen scenario is, bewijst de recente overname van het Britse Premier Farnell door het Zwitserse Daetwyler. Premier Farnell genereert 68% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. De ceo van Daetwyler verklaarde bij de overname dat het Britse bedrijf al langer binnen zijn schootsveld lag, maar dat de waardedaling van het pond toch wel een doorslaggevende factor was bij het besluit om te gaan overnemen. De uitlatingen van de ceo geven echter ook aan, dat een goedkoop pond niet de enige factor is die doet besluiten om over te nemen. Er moeten in de eerste plaats duidelijke bedrijfstechnische argumenten zijn om te gaan overnemen. Laat dat min of meer een geruststelling zijn.

    Kanttekeningen Brexit

    Natuurlijk komt niet elk Brits beursgenoteerd bedrijf voor een overname in aanmerking. Zo zal de belangstelling voor bedrijven die voor de Britse markt werken niet erg groot zijn. Ook die zullen een stuk goedkoper worden na een Brexit. Beleggers zullen immers een afwachtende houding aannemen om te bezien hoe het met de Britse economie gaat! Als er een recessie komt, dan zijn deze bedrijven ondanks hun lage waarderingen geen aantrekkelijke overnamekandidaten.

    Mocht dit scenario werkelijkheid worden, dan is het nog maar de vraag hoelang de nieuwe Britse regering voorstander zal blijven van open markten. Geen enkele politicus zal het voor zijn rekening willen nemen, dat het Britse bedrijfsleven in de uitverkoop gaat. Dat zou een te hoge rekening zijn voor het Britse verlangen zijn onafhankelijkheid terug te winnen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Wat betekent Brexit voor edelmetalen?

    Op 23 juni gaan de inwoners van Groot-Brittannië naar de stembus om te beslissen of ze bij de EU willen blijven of niet, de zogeheten ‘Brexit’. De financiële berichtgeving gaat al dagenlang eigenlijk nergens anders over. Hoe gek deze wereld soms in elkaar steekt blijkt wel uit de reactie van financiële markten op de moord van een Britse politica gisteren. Deze moord zou gepleegd zijn door een voorstander van de Brexit, terwijl de politica waarop hij het vuur opende zich altijd tegen een Brits vertrek over de Europese Unie heeft uitgesproken. Na deze bizarre aanslag werd de Brexit-campagne stilgelegd en schoten aandelenkoersen wereldwijd omhoog. De goudprijs daalde met drie procent, nadat deze een dag eerder het hoogste niveau in drie jaar tijd bereikt had. Ongelooflijk.

    Het is niet dat de Britten niet met Europa willen samenwerken. De Britten willen een economische samenwerking, zonder de politieke dominantie vanuit Brussel. Ze willen het gevoel hebben vrij te zijn in samenwerking door middel van een handelsakkoord. Dit is waar men mee in dacht te stemmen in 1975. Ik begrijp dit zelf volledig.




    Sterke economie zonder EU

    Toen wij in Nederland gingen stemmen over de grondwet van Europa, werd ons door de media alleen maar verteld dat we niks zouden voorstellen zonder de EU. In Europa zijn een aantal landen niet volledig lid van de EU en deze landen doen het allesbehalve slecht. Sterker nog, sinds de oprichting van de EU hebben de Scandinavische landen en Zwitserland het economisch veel beter gedaan. Finland, dat als enig Scandinavische land de euro heeft ingevoerd, baalt nog steeds als een stekker hiervan. De geruchten zijn dat de Finnen ook snel over de EU zullen stemmen bij een Brexit. Overigens hebben wij in Nederland tegen de invoering van Europese grondwet gestemd. Kort daarna werd deze grondwet door de Tweede Kamer geratificeerd onder de noemer van het ‘Verdrag van Lissabon’.

    Brexit positief voor edelmetalen?

    De meeste analisten verwachten zwaar onweer op de financiële markten, zodra de Britten instemmen om hun lidmaatschap van de EU in te leveren. De gevolgen kunnen lang nazinderen en het is nu nog onmogelijk om te voorspellen waar en wanneer er slachtoffers gaan vallen. Daarom dat goud en zilver een heel aantrekkelijk alternatief kunnen vormen. Een Brexit kan het Britse pond doen crashen, maar ook de euro kan heel kwetsbaar worden als andere landen de moed krijgen om ook voor een exit-scenario te kiezen. De verwachting is dat vooral de banken in Groot-Brittannië de pijn zullen voelen. Londen is het financiële hart van Europa, maar als de Brexit werkelijkheid wordt kunnen zich op langere termijn dramatische gebeurtenissen voordoen. Adviesbureau PriceWaterhouseCooper schat dat het banenverlies in het financiële centrum bij een Brexit in vier jaar tijd kan oplopen naar 70.000 tot 100.000 banen. Indien naast het Brexit-scenario de Federal Reserve er ook niet in slaagt haar belofte na te komen de rente te verhogen, dan kan de goudprijs nog flink doorstijgen. Wanneer Donald Trump eind dit jaar ook nog verkozen wordt tot President van de Verenigde Staten, dan is het hek van de dam. Dan lijkt een positie in fysiek edelmetaal geen overbodige luxe. Interessante tijden dus! Sander Noordhof gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

    Klik hier om u te abonneren op deze wekelijkse nieuwsbrief!

  • “Aardgas is een slechte belegging”

    In de laatste Energy Outlook van BP Group staat te lezen, dat de vraag naar aardgas de komende decennia zal groeien met ongeveer 1,8% per jaar. Gas is daarmee een onmisbaar bestanddeel van het energiemenu. Beleggers zullen deze voorspelling ietwat zuurlachend lezen. Aardgas mag dan onmisbaar heten, aan de prijs is dat allesbehalve te merken.

    Sinds het begin van dit jaar is de prijs in Oost-Azië met 35% gedaald naar $4,40 per miljoen British Terminal Units (MBTU). Dat is extreem laag voor de tijd van het jaar. De prijsdaling in Azië is geen geval apart. In het Verenigd Koninkrijk bedraagt de daling 20% en de VS is de gasbenchmark tot onder $2 gedaald. Aardgas is daarmee de zwakste component van de Bloomberg Commodity Index.

    aardgas-column-2

    Prijzen aardgas zijn sterk gedaald (Bron: Financial Times)

    Ooit functioneerden regionale gasmarkten los van elkaar. Dat had alles te maken met de moeilijkheid om gas te vervoeren over zee. Nog maar twee jaar geleden bedroeg de prijs voor aardgas in Korea $20 MBTU, in het Verenigd Koninkrijk $10 en in de Verenigde Staten $5.

    Vloeibaar aardgas

    Maar de diverse regio’s raken steeds meer verbonden en dat is te danken aan de groeiende populariteit van liquefied natural gas ofwel LNG. Dankzij dit proces kan aardgas nu gemakkelijk per schip vervoerd worden. Overal ter wereld worden nu LNG faciliteiten gebouwd met bijvoorbeeld als resultaat dat de VS hun schaliegas nu naar Europa kunnen exporteren. De LNG capaciteit is in korte tijd bijna letterlijk geëxplodeerd. De afgelopen twee jaar nam de capaciteit toe met maar liefst 30 miljoen ton naar in totaal 274,3 miljoen ton. Het is de bedoeling dat daar tot 2018 nog eens 65 miljoen ton bij komt.

    aardgas-column-3

    Productiecapaciteit vloeibaar aardgas neemt toe (Bron: Financial Times)

    Bedrijven namen het besluit hun capaciteit uit te bouwen op een moment dat de gasprijzen veel hoger lagen. Maar vandaag de dag is de vraag aan het krimpen en de prijzen dus ook. Daar zijn meerdere factoren voor aan te wijzen. Het noordelijk halfrond van deze wereld heeft enkele zeer zachte winters op rij achter de rug. Dat heeft uiteraard een drukkend effect op de prijs. De VS eindigden de winterse periode met gasvoorraden die 40% hoger waren dan normaal.

    Overschotten

    Puur economische factoren spelen uiteraard een grote rol. Door het opnieuw opstarten van de kerncentrale in Fukushima heeft Japan plots te kampen met een surplus aan LNG importen. Japanse nutsbedrijven zien zich genoodzaakt om hun LNG voorraden, waar ze contractueel aan vast zitten, in de verkoop te doen aardgas-column-1tegen afbraakprijzen. China speelt op de markt voor LNG uiteraard een cruciale rol. Tussen 2009 en 2014 groeide de vraag naar aardgas in dat land met gemiddeld 15%. In 2015 kromp de vraag echter met 4% als gevolg van de transformatie van de Chinese economie. Het ligt dan ook niet voor de hand dat de vraag weer snel sterk gaat toenemen. Zwakke economische prestaties in de VS en Europa helpen de prijsvorming evenmin.

    Volgens sommige ingewijden kunnen als gevolg van de snel gewijzigde marktomstandigheden grote hoeveelheden LNG over de wereldzeeën gaan zwerven op zoek naar een koper. Die situatie kan wel voortduren tot het midden van het volgend decennium. Als dat werkelijk staat te gebeuren, dan betekent dat weinig goeds voor de prijs.

    Tot voor kort verkeerde menigeen in de veronderstelling dat er een Gouden Eeuw voor aardgas zou aanbreken. Het was een schone energiebron, schoner dan olie en zeker schoner dan kolen. Wat zou er verkeerd kunnen gaan?!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Hoe veilig zijn bankkluizen?

    Sinds een paar maanden is de verkoop van en vraag naar kluizen wereldwijd geëxplodeerd. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de (dreiging) van negatieve rentevoeten en de nieuwe wetgeving rondom een bail-in. Ook de dreigende afschaffing van contant geld draagt hieraan bij. Het huren van een zogenaamde bankkluis is ook erg populair momenteel. Dat het huren van een bankkluis niet zonder risico is, zal ik hieronder verder toelichten.

    Ik wil diegene die een bankkluis huren of dit overwegen wijzen op het volgende; het verschilt per bank of de inhoud van de kluis van u blijft als de desbetreffende bank failliet gaat. Met andere woorden: of de inhoud van de bank behoort tot de failliete inboedel van de bank of daarbuiten valt. Mocht u hierover niet zeker zijn, neem dan contact op met uw lokale bank. Mocht de bank verklaren dat de inhoud van de kluis buiten de failliete inboedel valt, vraag dan altijd om een schriftelijke bevestiging hiervan! Deze problematiek kwam in 2008 naar boven, velen zijn hierdoor flink gedupeerd. Je denkt dat je iets goed geregeld hebt, in de praktijk blijkt het soms heel anders te liggen. En dat banken failliet kunnen gaan is inmiddels voor een ieder duidelijk. Rekeninghouders van de Belgische Optima bank konden afgelopen week niet bij hun geld omdat er sprake was van een bank run. We zullen de komende weken zien hoe dit afloopt.

    Zoals u wellicht weet, kunt u uw edelmetaal opslaan bij één van onze opslaglocaties in Nederland of Zwitserland. Er zijn belangrijke, positieve ontwikkelingen gaande binnen ons bedrijf, we komen hier snel gedetailleerd op terug. In ieder geval valt uw opgeslagen edelmetaal bij ons niet binnen een eventuele failliete inboedel, ook niet bij een eventueel faillissement van één van onze opslaglocaties.

    vault2Het is duidelijk dat we leven in een tijd waarin we steeds minder privacy hebben. Overheden bespioneren onschuldige burgers, banken moeten verdachte transacties van hun klanten melden, het gebruik van cash wordt bemoeilijkt, etc. Nu kwam afgelopen week aan het licht dat sommige banken zelfs in de kluizen van klanten kijken. Klanten van HSBC in Hong Kong ontvingen recent een brief met nieuwe voorwaarden om een kluis te huren. Wie de kleine lettertjes van de voorwaarden ging lezen, merkte op dat de bank de voorwaarden wel erg drastisch aanpaste. Misschien lijkt het u niet belangrijk wat er bij HSBC in Hong Kong gebeurt, maar HSBC is de grootste Europese bank en de vierde grootste bank ter wereld. De nieuwe regels die zij ingevoerd hebben zijn ongetwijfeld een bron van inspiratie voor andere banken. In de nieuwe voorwaarden die HSBC haar klanten voorschotelde trof advocaat Neville Sarony de volgende zin aan: “De bank heeft het recht om elk item dat illegaal is, een aanstootgevende natuur heeft of hinderlijk is, te verwijderen zonder voorafgaande melding.”

    Zijn bankkluizen wel zo veilig?

    Dit lijkt wel erg ver te gaan. Wat is precies aanstootgevend? Wat is hinderlijk? Daar wordt geen helder antwoord op gegeven. De bank zet zo de deur wagenwijd open om in je kluis te gaan kijken en in beslag te nemen wat het wil: goud, aandelen aan toonder, een horloge etc. Neville zegt dat deze ontwikkeling de bank totalitaire rechten geeft. Helaas zijn de nieuwe condities verplicht; wie binnen een maand niet het nieuwe contract ondertekent en terugstuurt zal zijn kluis verliezen. Een woordvoerder van de bank verklaarde dat de aanpassing enkel gebeurde om criminele activiteiten tegen te gaan zoals witwassen. Dit verhaal horen we tegenwoordig erg vaak… Hopelijk is de ontevredenheid van de klanten groot genoeg om dit beleid ongedaan te maken. Indien niet, dan kan je binnenkort gelijksoortige bepalingen verwachten bij andere banken. U merkt het, het zijn rare tijden. Het is erg belangrijk goed voor uw bezit te zorgen. Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

  • Waarom stijgt de productiviteit niet?

    De groei van onze productiviteit is een absolute voorwaarde voor het scheppen van meer welvaart. Het laten toenemen van de productiviteit kan op verschillende manieren. Mensen kunnen meer uren gaan werken of er kunnen meer mensen in het arbeidsproces ingeschakeld worden. We kunnen ook de pensioengerechtigde leeftijd verhogen. Het zijn allemaal maatregelen die zeker op de korte termijn effect sorteren. Om op de langere termijn de bestaande welvaart vast te houden en te verhogen moeten we echter vooral slimmer werken en slimmer omgaan met voorhanden middelen.

    Dat laatste lijkt echter steeds minder te lukken. De ontwikkeling van de productiviteit staat al jaren stevig onder druk, niet alleen in de westerse wereld, maar eigenlijk wereldwijd. Het kan zomaar zijn dat de komende jaren de groei omslaat in een krimp. Die constatering staat haaks op wat we om ons heen zien. Alles gaat steeds sneller en de vooruitgang in de technologie oogt spectaculair. De iPhone van vandaag heeft oneindig meer capaciteit dan de mainframes van enkele decennia terug. Volgens sommige economen is er dan ook niets mis met de productiviteit, maar zijn de huidige statistieken niet in staat de huidige gig economy effectief te meten. Kunnen de statistieken van vandaag de dag de waarde meten van het gratis downloaden van informatie uit Wikipedia?

    productivity

    Productiviteit economie stijgt amper, maar kunnen we deze wel goed meten?

    Kunnen we de productiviteit wel goed meten?

    Die vraag is terecht en het zou zomaar kunnen dat de werkelijke productiviteit hoger ligt dan we nu meten. Of misschien nog lager! Het is een kwestie van definitie. Productiviteit is kortweg gezegd de waarde van een product of dienst gedeeld door het aantal gewerkte uren. Welnu, het is een veelgehoorde klacht dat we dankzij de iPhone nooit meer helemaal loskomen van ons werk. We werken dus eigenlijk veel meer uren dan we in kaart brengen! Is dit reden voor grote ongerustheid. Ja, natuurlijk. Een dalende of in ieder geval het stagneren van de productiviteitsontwikkeling kan als gevolg hebben dat onze kinderen en kleinkinderen het met minder moeten doen dan waar we de afgelopen jaren aan gewend geraakt waren.

    Zijn we reddeloos? Dat gaat ook te ver. In de jaren tachtig van de vorige eeuw stelde de econoom Robert Solow vast, dat de computer allesbehalve zijn belofte had ingelost. Hij bleek echter te voorbarig. Enkele jaren later maakte de computer zijn productiviteitsverhogende faam daadwerkelijk waar. Misschien zal dit nu ook het geval blijken. Misschien gaan zaken als artificial intelligence of social media hun belofte over enkele jaren inlossen.

    Dat kan en is eigenlijk wel erg hard nodig. De huidige stagnatie begint nare effecten te sorteren. Er groeit in het westen steeds meer verzet tegen de huidige economische gang van zaken. Dat verzet krijgt vorm op een manier waarvan je denkt dat het middel erger is dan de kwaal. Presidentskandidaat Donald Trump maakt zich sterk om door protectionisme de belangen van de Amerikaanse middenklasse veilig te stellen en te verbeteren. De wat onbeholpen voorstellen van Trump nemen echter niet weg dat er wel werk aan de winkel is voor de beleidsmakers. Het valt niet te ontkennen dat het vigerende economische systeem de enkeling begunstigt ten koste van het algemeen belang.

    productivity2

    Productiviteitsgroei komt vooral ten goede aan een kleine groep

    US_productivity_and_real_wages

    De lonen blijven al decennia achter bij de productiviteitsgroei

    De schijnbaar onstuitbare opkomst van politici als juist Donald Trump in de VS en Wilders of Le Pen in Europa zijn het Mene Tekel van de 21ste eeuw. Ze zijn een waarschuwing voor beleidsmakers en ondernemers om serieus inspanningen te verrichten om de stagnatie in de productiviteitsontwikkeling te doorbreken om zo de welvaart voor de hele maatschappij veilig te stellen. Gebeurt dat niet, dan lijkt dat een recept voor toekomstige sociale onrust en wellicht voor een ernstige bedreiging van ons democratisch bestel.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Boekbespreking: Ontgroei

    In Nederland is de uitdrukking ‘Degrowth’ (Ontgroei) weinig bekend, ook onder economen. In veel andere landen van Europa en ook in de VS en Canada is een groeiend aantal onderzoekers actief op dit gebied. Dat zijn mensen die zeer kritisch zijn over de bestaande dominante economische opvattingen en beleid. Zij maken zich grote zorgen over hoe die economie de wereld steeds weer bedreigingen oplevert op gebieden als klimaat en natuur, armoede en ongelijkheid. Waarom nog groeien, is het niet al lang genoeg? Hoe moeten toekomstige generaties ooit om kunnen gaan met de grote problemen waarmee wij hen opzadelen?

    Dematerialisering

    Over Degrowth is nu ook in Nederland een toegankelijke publicatie verschenen. En wel onder de (lelijke) vertaling ‘Ontgroei’. Het boek is samengesteld door drie auteurs verbonden aan de Autonome Universiteit van Barcelona. Dat is een van de wetenschappelijke centra waar veel onderzoek over Degrowth wordt verricht.

    ontgroei-coverlrEnkele tientallen andere auteurs hebben bijdragen geleverd. Daaronder ook in Nederland bekende onderzoekers als Tim Jackson, Serge Latouche en Juliet Schor. En slechts een enkele onderzoeker verbonden aan een Nederlandse universiteit. Zij allen voeren een pleidooi om te stoppen met dat steeds maar weer bevorderen van de economische groei zoals uitgedrukt in de dominante indicator Bruto Binnenlands Product – bbp.

    Een van de kernbegrippen van de critici is dematerialisering. Daarmee wordt bedoeld dat de samenleving haar economie zodanig moet inrichten dat het beslag op de steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen kleiner wordt. Abstract-theoretisch gesproken hoeft dat niet per se te betekenen dat het bbp moet dalen. In de praktijk komt het daar wel op neer, alle beloften van de in de ‘oneindige’ mogelijkheden van de technologie gelovigen ten spijt. Daarbij gaat het niet alleen om het serieus nemen van de noodzaak tot aanpassing aan de onvermijdelijke ecologische grenzen. Het gaat ook om de garantie van bestaanszekerheid voor alle mensen op aarde. Dat betekent dat eindelijk werk moet worden gemaakt van een mondiale herverdeling van de welvaart. Impliciet betekent dat uiteraard dat de meest welvarenden, overwegend woonachtig in de ‘rijke’ landen het meest zullen moeten inleveren. Dat kán ook, omdat veel van die welvaart der rijken nauwelijks iets toevoegt aan hun welzijn en geluk, zelfs steeds meer kost dan het opbrengt. Krimp is ook daarom niet zo’n uitzichtloos beleidsdoel.

    Antikapitalistisch?

    Opvallend is daarbij, zeker in dit boek, dat er nauwelijks pleidooien te vinden zijn die als antikapitalistisch gekenmerkt kunnen worden. Integendeel, ‘markten’ zullen een ‘goede’ bijdrage kunnen leveren aan de zo noodzakelijke coördinatie van al het economisch handelen. Waar het in essentie wel om gaat is dat markten duidelijk ingebed moeten worden in adequate sociale en ecologische grenzen. Persoonlijk vind ik dat een wat semantische discussie. Want als je private ondernemingen ‘inbedt’ in de vele bepleite en nogal drastische beleidsgrenzen, dan ontkom je niet aan de conclusie dat er getornd moet worden aan het principe van de vrije ondernemingen. En zeker betekent Degrowth dat veel van de nu heersende neoliberale opvattingen als vrijhandel, autonomie en expansie van ondernemingen, zullen moeten worden bijgezet in het archief van de geschiedenis van de economie. De kapitalistische droom van eindeloze groei van behoeften en ambities is een illusie.

    Vocabulaire

    In het boek worden vele onderwerpen besproken door de tientallen auteurs. Dat maakt het niet makkelijk leesbaar. Het boek heeft een duidelijk encyclopedisch karakter dat ook wordt uitgedrukt in het woord ‘vocabulaire’ in de ondertitel van dit boek. Aan de hand van de inhoudsopgave kunnen belangstellenden kiezen uit een keur van onderwerpen. Daarnaast hebben de drie hoofdauteurs aan het begin van dit boek gelukkig een zeer lezenswaardige introductie op al die onderwerpen geschreven. Voor veel lezers zal met dit boek een nieuwe wereld opengaan. Veel nieuwe en oude inzichten worden gepresenteerd met voor een aantal mensen misschien choquerende opvattingen, bijvoorbeeld over kwijtschelding van schulden. Ook komen vele nieuwe én oude praktijken aan bod die allen samengevat kunnen worden als bijdragen aan de zo noodzakelijke transitie van de samenleving naar nieuwe economische doelen en maatstaven. Bijvoorbeeld de introductie door sommige groepen van mensen van hun eigen geldsystemen, dikwijls aangeduid als complementair geld. Of de vele projecten die bekend zijn geworden onder de benamingen stadstuinen en stadslandbouw. Maar ook breed bekende voorstellen als het basisinkomen, een gedachte die ook in Nederland steeds meer mensen, ook (vooral lokale) bestuurders, aantrekkelijk beginnen te vinden. En wat te denken van de heropleving van de coöperatieve gedachte? Zie bijvoorbeeld het in Nederland snel groeiend aantal ‘broodfondsen’ van kleine zelfstandigen waarin de gedachte van de onderlinge waarborg weer opleeft. En natuurlijk komt het onderwerp van de geldcreatie ook aan bod, met als leidend idee dat geldcreatie de exclusieve bevoegdheid van de publieke overheden moet worden. Uiteraard lijkt dit tegenstrijdig met de vele private initiatieven van complementair geld. Maar het botst vooral met de op dit moment dominante positie van de particuliere banken die een overgroot aandeel hebben in de totale geldcreatie.

    Werkloosheid?

    Zal de via Degrowth tot stand gebrachte nieuwe economie leiden tot grote werkloosheid? Daarover zijn verschillende opvattingen. Enerzijds zijn er mensen waar onder Willem Hoogendijk in Nederland die ervan uitgaan dat er in de toekomst juist veel extra werk zal komen omdat meer met menskracht dan met machines en andere hulpbonnen verricht zal worden, terwijl er gelijktijdig (en eindelijk) taken aangepakt kunnen worden die nu verwaarloosd worden, als natuurherstel en zorg voor anderen. Anderzijds gaan veel Degrowth onderzoekers ervan uit dat door de krimp van de materiële economie er minder (betaald) werk zal zijn. Dat wordt dan niet als dramatisch voorgesteld. Immers waarom zou de mens zo veel moeten werken, er zijn toch ook andere invullingen van een goed leven? Bovendien wordt bepleit om het beschikbare werk beter te verdelen (met een verkorting van de arbeidstijd) en de inkomensgevolgen mee op te vangen via een basisinkomen.

    Planning?

    Kortom, een lezenswaardig boek dat de lezer veel aanknopingspunten biedt in de zoektocht naar nieuwe begrippen en praktijken. Wel mis ik bijdragen over de inrichting van een proces van transitie op macroniveau. Het doet denken aan discussies in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw over nationale ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Jan Tinbergen of van Charles Bettelheim. Die ontwikkelden instrumenten van planning van de economie die een hoog gehalte van toepasbaarheid hadden. Daar was natuurlijk een en ander op aan te merken. En door de opkomst van het neoliberalisme is planning een vies woord geworden. Maar willen wij komen tot een versneld proces van transitie richting een waarlijk duurzame en solidaire samenleving, dan zullen dergelijke instrumenten die houvast bieden voor de beleidsmatige vaststelling van wat en hoe er op macroniveau moet veranderen zeer noodzakelijk zijn. Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org. Voetnoot: Giacomo D’Alisá, Federico Demaria en Giorgos Kallis, red.: Ontgroei – Een vocabulaire voor ‘degrowth’ in een nieuw tijdperk. Utrecht, 2016, Uitgeverij Jan van Arkel.

  • Slecht banencijfer stuwt goudprijs omhoog‏

    Vrijdag schoot de goudkoers in dollars omhoog. Dit is allemaal terug te herleiden tot het rente beleid van de Federal Reserve, zoals eerder geschreven. Doordat het banencijfer van vrijdag erg tegenviel, denkt de markt nu dat de kans kleiner is geworden dat er binnenkort een renteverhoging op de agenda van de Fed staat. Dit is blijkbaar positief voor de goud, want de prijs steeg met bijna 2,5% naar $1.240 per troy ounce.

    Ik heb een aantal weken geleden gekeken naar de koersontwikkeling van goud net voor een renteverhoging én wat er met de koers gebeurt zodra de renteverhoging een feit is. Aardig was om te zien dat de goudprijs in de aanloop naar een renteverhoging wat zakte, maar dat de prijs op de feitelijke renteverhoging juist ging stijgen. Hieruit kunnen we concluderen dat een renteverhoging positief kan zijn voor goud, in tegenstelling tot wat beleggers vaak concluderen.

    Wellicht dus een goede beslissing een eventuele aankoop van edelmetalen uit te stellen tot het moment dat een rente daadwerkelijk verhoogd is. Het lastige is wel dat het van te voren niet zeker is óf de rente ook daadwerkelijk zal gaan stijgen. De Amerikaanse centrale bank zegt al lange tijd dat ze dit gaat doen, het gebeurt tot op heden maar mondjesmaat. Dit zorgt voor steeds meer wantrouwen in het beleid van de centrale bank, terwijl de financiële markten juist steeds afhankelijker zijn van het monetaire beleid.

    Verder leek het me interessant om te laten zien welke landen wereldwijd officieel nu het meeste goud bezitten. Centrale banken wereldwijd waren tot 2010 netto verkopers van goud, maar sindsdien zijn ze juist enorm aan het opkopen. Vooral China en Rusland kopen al jaren stelselmatig goud bij. Hieronder een overzicht.

    10. India

    De inwoners van India zelf zijn dol op goud aangezien de 1,25 miljard inwoners zelf zo ongeveer het meeste ervan kopen t.o.v. andere landen. Goud wordt gezien als een statussymbool. De Reserve Bank of India heeft 557,7 ton aan goud opgeslagen.

    9. Nederland

    Met 612,5 ton aan goud staat Nederland op de negende plek. Dat is zoveel dat men nu op zoek is naar nieuwe kluizen om alles veilig op te kunnen bergen. Mogelijk wil Nederland het goud dat in de Verenigde Staten is opgeslagen weer terug halen.

    8. Japan

    Japan is de op twee na grootste economie van de wereld en staat met zijn goudvoorraden op de achtste plek. Dat moet ook wel, omdat er tegenwicht moet worden geboden aan de enorme monetaire verruimingen van de afgelopen jaren. De BOJ bezit ruim 765,2 ton.

    7. Zwitserland

    Zwitserland staat bekend om zijn goede horloges en uiteraard het bankgeheim. Maar het heeft tevens de op zes na grootste goudvoorraad ter wereld, namelijk 1.040 ton. Dit heeft een historische achtergrond, aangezien het land vanwege haar neutraliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog als centrum van de goudhandel fungeerde.

    6. Rusland

    Alleen al in 2015 voegde Rusland voor meer dan 206 ton aan goud toe in de kluis. Dit had onder andere te maken met de verslechterende verhoudingen met het Westen. Om de aankopen te bekostigen verkocht Rusland valutareserves zoals Amerikaans staatspapier. Momenteel bezit Rusland 1.460 ton aan goud.

    5. China

    Voor het eerst sinds 2009 publiceerde China vanaf 2015 maandelijks de fluctuaties in goudbezittingen. Omdat de lokale munteenheid Renminbi steeds belangrijker wordt binnen de financiële markten, bestaat er steeds meer noodzaak voor extra goudvoorraden. China is dus nog lang niet klaar met kopen.

    4. Frankrijk

    In tegenstelling tot veel andere landen heeft Frankrijk de laatste jaren niet veel goud verkocht. Marine Le Pen wil zelf al het goud dat Frankrijk elders heeft opgeslagen terug het land in laten invoeren. In Frankrijk ligt voor in totaal 2.435,7 aan goud opgeslagen.

    3. Italië

    Bij de goudvoorraad van Italië speelt ECB president Mario Draghi een belangrijke rol. In zijn woorden is de goudvoorraad van het land een vorm van veiligheid. Italië heeft bijna 2.500 ton in de kluizen opgeslagen.

    2. Duitsland

    Net als Nederland wil Duitsland buitenlands gestald goud repatriëren. Het land bezit 3.381 ton aan goud.

    1. Verenigde Staten

    De onbetwiste nummer één is de Verenigde Staten. Het land heeft meer goud in bezit dan de nummers twee, drie en vier tezamen: 8.133,5 ton. De goudvoorraad in Fort Knox is echter al tientallen jaren niet meer gecontroleerd door een onafhankelijke partij.

    Goudstandaard gaat over naar ING

    Volgende week zullen wij overstappen naar de ING als huisbank en hebben wij dus een nieuw rekeningnummer, let u hier s.v.p. op als u een overboeking naar ons doet. Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.