Categorie: Kredietcrisis

  • Gebruik voedselbonnen VS stijgt met 1 miljoen in twee maanden

    Inmiddels maakt dus meer dan 15% van de Amerikanen gebruik van de voedselhulp waar de overheid maandelijks $134,29 per persoon aan kwijt is. Het stijgend aantal gebruikers van voedselbonnen wekt de indruk dat het nog steeds bergafwaarts gaat in Amerika, terwijl het laatste banencijfer anders deed vermoeden. Het aantal huishoudens dat in totaal aanspraak maakt op voedselbonnen van de overheid staat op 24 miljoen, ook een nieuw record.

    In juli en augstus leek de stijging van het aantal gebruikers van voedselbonnen af te vlakken, maar in twee maanden tijd (september en oktober) kwamen er toch weer 1 miljoen mensen bij. Zero Hedge plaatste de ontwikkeling in perspectief met een aantal grafieken. De eerste laat de maandelijkse mutatie in het totale aantal 'klanten' voor voedselbonnen zien, terwijl de tweede grafiek in kaart brengt hoeveel banen er sinds december 2007 gecreeerd zijn en hoeveel mensen er sindsdien aanspraak hebben gemaakt op voedselbonnen en/of een werkloosheidsuitkering. Die tweede grafiek laat zien dat er nog steeds 4,4 miljoen minder banen zijn dan eind 2007 en dat tegelijkertijd de aanspraak over hulp van de overheid (voedselbonnen en werkloosheidsuitkering) cumulatief met 21,8 miljoen personen is toegenomen. De cijfers van het SNAP programma vanaf oktober 2008 (supplemental nutrition assistance program) zijn hier te vinden.

    Maandelijkse mutatie gebruik voedselbonnen VS (Bron: Zero Hedge)

    Cumulatief aantal aanvragen voor voedselbonnen en werkloosheidsuitkeringen stijgt (Bron: Zero Hedge)

  • Welvaartsverschillen in de VS letterlijk in kaart gebracht

    Een klein stipje op de kaart van Amerika komt toe aan 40% van de bevolking, terwijl meer dan een derde van de kaart in deze illustratie  toebehoort aan de top 1% van meest vermogende Amerikanen. De illustratie is te vinden op anarcho-queer.tumblr.com.

    Welvaartsverschillen VS letterlijk 'in kaart gebracht'

  • Werkloosheid Amerika zakt naar 7,7% door banengroei en lagere participatiegraad

    Daarmee overtreft het vandaag gepubliceerde banencijfer de verwachting van 91 economen die door Bloomberg ondervraagd werden. De mediaan hield het op een banengroei van 85.000 en een werkloosheidspercentage van 7,9 tot 8,1 procent. De werkloosheid daalde echter van 7,9% in oktober naar 7,7% in november. Het beter dan verwachte banencijfer uit de VS geeft volgens Bloomberg aan dat de impact van orkaan Sandy op de Amerikaanse arbeidsmarkt minimaal was.

    Volgens Michael Gapen, econoom bij Barclays in New York, boekt de Amerikaanse arbeidsmarkt progressie. “We verwachten een terugkeer naar een tempo van banengroei dat erop wijst dat we de goede kant op gaan. Het gaat niet zo snel als de beleidsmakers zouden willen, maar de werkgelegenheid groeit.” De banengroei in de private sector was 147.000 in de maand november, veel meer dan de prognose van 90.000 van de analisten die Bloomberg gepeild heeft. In de industrie gingen 7.000 banen verloren, ondanks banengroei in de auto-industrie. Fabrieken die zich richten op de productie van voedsel of chemicalien zagen het aantal werkplaatsen afnemen in november. In de bouwsector gaat het ook nog steeds slecht in de VS, ondanks het feit dat de huizenmarkt langzaam weer aantrekt. In november gingen er in de bouw 20.000 banen verloren.

    In de winkels en in de handel werden in november de meeste banen toegevoegd, namelijk 53.000. In de professionele dienstverlening kwamen er 43.000 banen bij, terwijl administratief werk en afvalverwerking 23.000 banen opleverde. In de recreatieve sector kwamen er 23.000 banen bij. Het gemiddeld aantal gewerkte uren bleef stabiel op 34,4 uur, het uurloon steeg in november met 0,16%  van gemiddeld $23,59 naar $23,63. 

    Participatiegraad en verborgen werkloosheid

    De participatiegraad – het percentage Amerikanen dat tot de beroepsbevolking gerekend wordt en dat ofwel een baan heeft ofwel actief op zoek is naar werk – zakte van 63,8% in oktober naar 63,6% in november. Het aantal mensen dat niet meer tot de beroepsbevolking gerekend wordt (omdat ze bijvoorbeeld niet meer zoeken naar werk) steeg in november met meer dan 540.000 naar een totaal van 88,88 miljoen. Deze gigantische groep wordt niet meegeteld in de officiele werkloosheid. Dat verklaart waarom de officiele werkloosheid zoveel lager is dan de werkloosheid die Shadowstats berekent op basis van de klassieke modellen. Zouden we de oude rekenmethode hanteren die de Amerikaanse overheid zelf in het verleden gebruikte, dan zou de werkloosheid in de VS vandaag de dag op 22 á 23% liggen.

    Het lage werkloosheidspercentage is dus weinig reden tot blijdschap. Een gigantische groep van bijna 89 miljoen Amerikanen wordt niet meer meegenomen in de statistieken, waardoor de waarde van het werkloosheidscijfer als indicator voor de stand van de Amerikaanse economie steeds minder relevant wordt. De participatiegraad is daarom eigenlijk een betere indicator, want die geeft aan welk gedeelte van de beroepsbevolking daadwerkelijk een baan heeft en welk gedeelte nog op zoek is naar werk. De officiele werkloosheid staat op het laagste punt sinds december 2008, maar de participatiegraad is momenteel te vergelijken met die van begin jaren tachtig. Onderstaande grafiek brengt de groei van het aantal mensen dat niet in de statistieken wordt meegenomen (rode lijn) en de participatiegraad (blauwe lijn) vanaf 1975 tot en met nu in beeld.

    Participatiegraad op laagste punt in dertig jaar, aantal mensen dat buiten statistieken valt richting 89 miljoen

  • Arbeidsmarkt VS: Minder fulltimebanen en meer jeugdwerkloosheid

    Onderzoeksbureau Gallup voert maandelijks een enquête uit om te peilen hoe de arbeidsmarkt erbij staat. De 'Payroll to Population' meting brengt in kaart welk percentage van de Amerikaanse bevolking van 18 jaar en ouder een fulltime baan heeft (gespecificeerd als 30+ uren per week). Dat percentage kwam in november uit op 43,7%, een scherpe daling van het niveau van 45,7% in oktober. Het is zelfs de grootste maand-op-maand daling sinds Gallup begin 2010 begon met het bijhouden van deze cijfers. 

    Deze cijfers zijn gebaseerd op een enquete die maandelijks gehouden wordt onder 29.000 willekeurig geselecteerde Amerikanen. Gallup zegt verder het volgende over haar onderzoeksmethodiek:

    “Traditionele werkloosheidscijfers zijn gebaseerd op de beroepsbevolking, niet op de totale volwassen Amerikaanse populatie. Mensen die uit de beroepsbevolking vallen (not in labor force) maskeren in feite een verslechterde arbeidsmarkt.  'Payroll to Population' is daarentegen gebaseerd op de totale volwassen bevolking van Amerika en geeft daardoor een nauwkeuriger beeld van het arbeidsklimaat. De officiele werkloosheid in november ging omlaag door verandering van twee variabelen. Enerzijds door banengroei en anderzijds door een krimpende beroepsbevolking. De 'Payroll to Population' methode geeft een negatiever, maar ook een realistische, beeld van de werkelijke toestand op de arbeidsmarkt in de VS “

    Gallup ziet percentage fulltime banen ten opzichte van totale populatie krimpen

    Jeugdwerkloosheid

    Zero Hedge komt ook met aanvullende data om de cijfers van de Amerikaanse arbeidsmarkt in perspectief te plaatsen. Vooral de jongeren komen steeds moeilijker aan werk, zoals onderstaande grafieken laten zien. De groep van 25-54 jaar heeft ook steeds meer moeite om een baan te vinden, in deze groep vallen zelfs de meeste ontslagen. Opvallende genoeg weet de oudere beroepsbevolking (55-69 jaar) het beste presteert op de arbeidsmarkt. Sinds 2009 kreeg deze groep er bijna 4 miljoen banen bij. Onder de rest van de beroepsbevolking (16-54 jaar) gingen sinds begin 2009 cumulatief bijna 3 miljoen arbeidsplaatsen verloren.

    Oudere beroepsbevolking profiteert meest van banengroei VS sinds 2009  (Bron: Zero Hedge)

    Cumulatieve banengroei per leeftijdscategorie (Bron: Zero Hedge)

    Civilian Employment-Population Ratio

    Via twitter werd ik gewezen op de Civilian Employment-Population Ratio. Ook deze grafiek zien we zo nu en dan voorbij komen. Deze indicator meet het percentage Amerikanen met een baan ten opzichte van de totale volwassen bevolking. Ook hier zien we nauwelijks herstel na de klap van 2008 en 2009.

    Sinds de correctie van 2008 is er nauwelijks herstel geweest. Huidige niveau is vergelijkbaar met begin jaren tachtig (Bron: St. Louis Fed)

  • ‘Amerikaanse overheid verantwoordelijk voor 73% nieuwe banen VS’

    In juni hadden in totaal 142.415.000 Amerikanen volgens het BLS een baan. Dat is inclusief de 19.938.000 arbeidsplaatsen bij overheden op statelijk en op plaatselijk niveau. Vandaag publiceerde BLS de nieuwste data over de maand november, waaruit blijkt dat 143.262.000 mensen in Amerika de afgelopen maand een baan hadden. Dat is een toename van 847.000 in het totaal aantal arbeidsplaatsen in de VS. Tegelijkertijd laten de cijfers zien dat er in november 20.559.000 mensen bij de overheid werkten, een stijging van 621.000 ten opzichte van juni.

    Op basis van deze cijfers komt CNS News tot de conclusie dat 73,3% van alle banen die sinds juni netto zijn toegevoegd voor rekening komen van de overheid. als dat echt zo is kunnen we niet spreken van een herstel. Al deze mensen moeten betaald worden uit publieke middelen, wat in feite betekent dat ofwel de belastingen omhoog moeten of dat de staatsschuld verder moet oplopen om dat te financieren.

    Update [23:40]: Omdat ik de strekking van dit bericht wel erg uitzonderlijk vond ben ik zelf eens in de data van de BLS gaan kijken. Na het nodige zoekwerk door de rapporten van het BLS over 2012 kwam ik tot de conclusie dat de stelling van het CNS News juist is, maar dat enige nuance op zijn plek is. Het aandeel van de Amerikaanse overheid op de totale arbeidsmarkt van de VS is weliswaar toegenomen van juni tot en met november (zie eerste grafiek), maar ging in de eerste helft van dit jaar minstens zo hard omlaag.

    Aandeel overheid in totale banenmarkt VS is inderdaad toegenomen, maar percentages zijn verwaarloosbaar

  • ING acht stijging huizenprijzen eind 2013 mogelijk

    De economen van het Economisch Bureau bij ING stellen dat de huizenprijzen nu onder druk staan, maar dat er bij een lichte verbetering van de economie al meer vraag ontstaat naar koopwoningen, waardoor huizenverkopers 'een betere onderhandelingspositie' zouden krijgen. De economen van de bank beredeneren dat de huizenmarkt daarom mogelijk halverwege 2013 alweer licht aantrekt, zo schrijft het FD donderdag. Voor kopers die wachten op een prijsbodem kan dit 'een signaal zijn om in te stappen', zo schrijven de economen.

    Prijzen omlaag

    Deze conclusie van deze groep economen staat haaks op eerdere berichtgeving. De Rabobank en de ABN Amro bank kwamen nog niet zo lang geleden met het bericht naar buiten dat de huizenprijzen in Nederland volgend jaar met respectievelijk 7% en 8% verder zullen dalen. De ING maakte in haar rapport over de woningmarkt in het derde kwartaal van dit jaar bekend dat het rekening houdt met een prijsdaling van 5% in 2013. Zelfs de NVM, dat de belangen van makelaars behartigt, denkt dat we zeven magere jaren tegemoet zullen gaan op de Nederlandse huizenmarkt. Ook het CPB verwacht dat de economie in 2013 nauwelijks zal herstellen.

    De verwachting is dat ook veel starters volgend jaar af zullen haken, omdat ze dan naar verhouding minder kunnen lenen (lagere loan-to-value ratio) en omdat ze verplicht worden een gedeelte af te lossen gedurende de looptijd van de hypotheek. Het NOS Jouaal en Radar gaven rekenvoorbeeldjes waaruit blijkt dat de starters die volgend jaar de woningmarkt op gaan over de hele looptijd van de hypotheek enkele tienduizenden euro's meer kwijt zullen zijn dan starters die nog dit jaar een volledig aflossingsvrije hypotheek afsluiten bij de bank. En daar komt een eventuele waardedaling van het onderpand nog bovenop.

    Het is waarschijnlijker dat de Nederlandse huizenmarkt nog vele jaren moet uitzieken van te hoge huizenprijzen en een te hoge hypotheekschuld. Huizen zijn onder de huidige onzekere economische omstandigheden nauwelijks te financieren voor starters, als ze al een huis willen kopen. Banken zijn terughoudend met het verstrekken van kredieten omdat ook zij de risico's zien van een zwakke economie en een daling van de huizenprijzen.

    Voorraad woningen

    De economen van ING spreken over een betere onderhandelingspositie voor de verkoper van de woning zodra er meer kopers op de markt komen. Ik weet niet naar welke cijfers die economen hebben gekeken, maar de grafiek van het aantal te koop staande huizen op funda.nl is er één om bang van te worden. Er staan inmiddels al meer dan 274.000 woningen te koop, ruim 20.000 meer dan een jaar geleden. Op floris.nu wordt het aantal te koop staande huizen op funda.nl sinds begin 2009 dagelijks bijgehouden in een grafiek. Dat ziet er als volgt uit.

    Aantal te koop staande woningen op Funda.nl (Bron: Floris.nu)

    Crisis op de woningmarkt

    Met een combinatie van te hoge huizenprijzen (als gevolg van het opblazen van een hypotheekschuld van ruim €600 miljard), starters die moeilijk aan financiering kunnen komen, de grote massa die verwacht dat de huizenprijzen verder zullen dalen en verkopers die een zwakke onderhandelingspositie hebben is het moeilijk voor te stellen dat de huizenprijzen in de loop van 2013 alweer de weg omhoog zullen vinden. Als we de ontwikkeling van de huizenprijzen in Nederland vanaf 1965 bekijken zien we dat de huizenprijzen erg hard gestegen zijn. Het is dus de vraag wat de economen van ING verstaan onder huizenprijzen die zich 'herstellen'. Wees gewaarschuwd!

    Ontwikkeling huizenprijzen in Nederland vanaf 1965 (Bron: Beursplaza.com)

    Private schulden als percentage van besteedbaar inkomen 

    Om de stijging van de huizenprijzen in Nederland in perspectief te zetten: de tweede grafiek geeft de ontwikkeling van de private schuld weer in verhouding tot het besteedbare inkomen. De illusie van de spaarzame Nederlander wordt doorgeprikt, we staan op een tweede plaats na Denemarken.

    Private schulden naar verhouding tot het besteedbare inkomen. Hoeveel meer schuld kan Nederland nog dragen? (Bron: onbekend, gevonden via de twitter van Ewald Engelen)

  • Grafieken: Griekse werkloosheid stijgt in hogere versnelling

    Volgens Elstat, dat deze gegevens verzamelde en in een grafiek zette, waren er in september in totaal 3.695.053 Grieken aan het werk (inclusief  overheid). Het aantal werklozen was op dat moment 1.295.203. In augustus was de werkloosheid in Griekenland nog 25,4%. De jeugdwerkloosheid ging opvallend genoeg iets omlaag, van 58% in augustus naar 56,4% in september. Via Zero Hedge een paar grafieken van Elstat (PDF).

    Werkloosheidspercentage Griekse beroepsbevolking

    Aantal werklozen in Griekenland

    Het aantal Grieken met een baan

  • Vijftig minuten Marc Faber

    Meer informatie over deze documentaire kunt u vinden op deze website.

  • Grafieken: Consumptie in de VS terug op niveau van een recessie

    De grafiek gaat terug tot 1995 en laat zien dat de consumentenbestedingen weer terug zijn op een niveau dat we kunnen associëren met een recessie. Alleen in 2001 en 2008 waren de consumentenbestedingen in de VS nog lager. Het ogenschijnlijke herstel van 2009 en 2010 is daarmee alweer voor een gedeelte ongedaan gemaakt. Ook gaan Amerikanen de laatste tijd weer minder vaak uit eten, zoals de tweede grafiek laat zien. De opleving die zichtbaar was vanaf 2010 lijkt inmiddels alweer uitgewerkt te zijn. Jaar op jaar is het cijfer van oktober 2012 nog wel 1,5% hoger. Dat is het laagste groeitempo sinds april 2010.

    Bron: Bloomberg Briefs ViaZero Hedge

    Consumentenbestedingen VS opnieuw omlaag

    Ook eten Amerikanen weer minder vaak buiten de deur

  • Amerikaanse aandelenmarkt rijp voor correctie?

    Zero Hedge plaatste twee grafieken van Bloomberg: een van de situatie in Japan sinds 1991 en een van de VS sinds het millennium. Beide grafieken geven in met de rode lijn de yield op 10 jaars staatsobligaties van de betreffende landen weer en met de gele lijn de ontwikkeling van de belangrijkste aandelenindex (respectievelijk de Nikkei 225 en de S&P500). In Japan ging de rente op staatsobligaties gedurende deze periode naar beneden, van bijna 7% in 1991 naar 0,7% eind 2012. De aandelenmarkt wist meerdere keren behoorlijk te stijgen, maar ging netto mee omlaag met de aandelnmarkt. De groene pijltjes illustreren hoe de aandelen bijna vanzelf lijken terug te keren naar de rode lijn, alsof ze door een magneet aangetrokken wordt. In Japan is dat sinds 1991 drie keer gebeurd, de laatst keer was tussen 2005 en 2008.

    VS

    Als we vervolgens kijken naar de VS zien we een soortgelijke trend ontstaan. Daar begon de S&P500 index in 2002 aan een lange bull market, om vervolgens in 2008 weer terug te keren naar de rode lijn die de rente op 10-jaars Treasuries vertegenwoordigt. Toen deze twee lijnen elkaar weer even gevonden hadden begon de aandelenmarkt aan een nieuwe rally die tot op de dag van vandaag nog intact is. De divergentie tussen de aandelenkoersen in Amerika en de obligatierente suggereert dat de aandelenmarkt uiteindelijk nog een heel eind naar beneden moet. Uiteraard is dat nooit met zekerheid te zeggen, maar het voorbeeld van Japan leert ons dat een dergelijk scenario mogelijk is.

    Net als de Japanse overheid is ook die van Amerika bijna verzadigd met schulden. Alleen door aankopen van de centrale bank en een extreem lage rente is de schuldenlast nog te dragen, maar de sterke economische groei gedurende de periode waarin de schulden nog makkelijk opgestapeld konden worden is niet meer aanwezig. Als de S&P500 in de toekomst opnieuw terugkeert naar de rode lijn staat de index op slechts 400 punten. Dat is vooralsnog moeilijk voor te stellen, want het is 71% minder dan de huidige S&P500 index van 1407 punten.

  • Haldane: “Economische verwoesting crisis vergelijkbaar met een wereldoorlog”

    Haldane voegde eraan toe dat de publieke woede richting de bankensector in zijn ogen volledig gerechtvaardigd was en dat er nog steeds te hoge salarissen worden uitgekeerd in de sector. “Als we geluk hebben kunnen de kosten van de crisis gedragen worden door onze kinderen. Het is echter waarschijnlijker dat ook onze kleinkinderen voor deze crisis zullen betalen. De bevolking heeft alle reden om estig ontdaan te zijn over alles wat er gebeurd is – en boos”.

    Vier jaar na het uitbreken van de crisis is de ecoomie nog maar 3% gekrompen ten opzichte van de piek (uitgedrukt in GDP). De omvang van de crisis zal opnieuw duidelijk worden op woensdag, als de regering het land bijpraat over de economische vooruitzichten en de bezuinigingsmaatregelen. Om banengroei, investeringen en vetrouwen in het bedrijfsleven terug te winnen moet de minister van Financien George Osboe een gedurfd plan laten zien, aldus de Britse Kamer van Koophandel. Die heeft de groeiprognose voor zowel 2013 als 2014 al naar beneden bijgesteld, van respectievelijk 1,2 en 2,2 naar 1 en 1,8 procent. De Britse Chambers of Commerce wijt de groeiprognose aan de verslechterde economische omstandigheden en het vooruitzicht van nog meer bezuinigingsmaatregelen.

    De Britse industrie liet in november een verbetering zien in de totale productie ten opzichte van de maand ervoor, maar het cijfer komt nog steeds niet boven de 50. Dat betekent dat er feitelijk nog steeds sprake is van krimp. Volgens de Markit/CIPS Purchasing Managers index valt de vraag tegen en loopt ook de export wat terug.

    Andre Haldane zei op BBC Radio dat de banken nog steeds de grootste belemmering vormen voor het herstel van de economie. De banken hebben slechte leningen op de balans staan en zijn mede daardoor terughoudend met het verlenen van kredieten. Volgens Haldane zullen banken zwak blijven als ze hun balans niet weten op te schonen. “Investeeerders zullen minder geneigd zijn om geld op de bank te zetten. Ze hebben te weinig vertrouwen in het banksysteem en zullen daarom een hogere vergoeding eisen voor het geld dat ze aan de banken uitlenen of zullen simpelweg het geld van de bank halen” [red: geld op een bankrekening zetten is in feite geld uitlenen aan de bank, vandaar de rentevergoeding].

    “Er kan en moet meer gedaan worden om banken soepeler kredieten te laten verstrekken en daarmee de economie op gang te brengen”, aldus Haldane. Hij voegde daaraan toe dat bankiers nog meer salaris moeten inleveren dan ze totnogtoe gedaan hebben, “Er is nog een weg te gaan. In de jaren tachtig kreeg een investment banker gemiddeld ongeveer hetzelfde salaris als een advocaat of dokter. In 2006 kreeg een bankier vier keer zo veel.”

    Onderstaande grafiek illustreert het verschil in compensatie binnen de financiële wereld en de rest van de private sector.