Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Nog meer negatieve rente in Zwitserland?

    De Zwitserse centrale bank overweegt een verhoging van de negatieve rente, zo meldt de Zwitserse krant Schweiz am Sonntag op basis van een anonieme bron die vertrouwd zou zijn met de kwestie. Begin dit jaar liet Zwitserland de impliciete koppeling van de franc aan de euro los, waardoor de Zwitserse valuta meer dan twintig procent in waarde steeg ten opzichte van de euro. Tegelijkertijd werd de depositorente verder opgeschroefd tot -0,75% om een vlucht richting de Zwitserse franc te ontmoedigen. De negatieve rente betekent dat Zwitserse banken moeten betalen om hun overtollige reserves bij de centrale bank te parkeren, een kostenpost die inmiddels al wordt doorberekend aan de meest vermogende spaarders.

    De rente van -0,75% schrikt blijkbaar nog niet voldoende af, want de anonieme bron verklaarde tegenover de krant dat er plannen zijn om de negatieve rente op te schroeven tot -1,50%. Dat betekent dat het voor spaarders nog minder aantrekkelijk wordt vermogen in de Zwitserse franc aan te houden. De centrale bank wil met de negatieve rente voorkomen dat de franc verder in waarde stijgt tegenover andere valuta, omdat dat de exportpositie van Zwitserse bedrijven verslechtert. Ook heeft het toerisme in Zwitserland te lijden onder een duurdere franc.

    eur-chf

    Een nog hogere negatieve rente kan de Zwitserse franc verder verzwakken

  • Internationaal betalingssysteem voor Chinese yuan bijna gereed

    Het langverwachte internationale betalingssysteem voor de Chinese yuan zal nog dit jaar in gebruik worden genomen, zo verklaren verschillende bronnen tegenover Reuters. Het nieuwe China International Payment System (CIPS) moet het nog eenvoudiger maken wereldwijd betalingen uit te voeren in de Chinese valuta, waardoor het voor bedrijven interessanter wordt om over te stappen. De laatste jaren heeft China al veel stappen gezet richting de internationalisering van de yuan, bijvoorbeeld door de Chinese kapitaalmarkt toegankelijker te maken voor het buitenland en door met een groot aantal landen valutaswaps te ondertekenen.

    “Het CIPS betalingssysteem wordt op dit moment getest door twintig verschillende banken, waarvan dertien Chinese banken en zeven buitenlandse banken met een Chinese tak. De officiële lancering zal in september of oktober plaatsvinden, afhankelijk van de resultaten van de tests en de voorbereidingen”, zo verklaarde één van de bronnen tegenover Reuters. Een tweede bron bevestigde dat de lancering van de eerste fase van het CIPS betalingssysteem nog vóór december zal plaatsvinden.

    Alternatief betalingssysteem

    De afgelopen jaren is het internationale SWIFT betalingssysteem verschillende keren gebruikt om politieke druk uit te oefenen op landen. In 2012 werd Iran uitgesloten van dit betalingssysteem vanwege het niet stopzetten van haar nucleaire programma. Vorig jaar stelde het Verenigd Koninkrijk voor Rusland uit te sluiten van het SWIFT betalingssysteem, als vergeldingsactie voor de bezetting van de Krim. Dit gaf Rusland en China nog meer reden om snel een alternatief betalingssysteem te ontwikkelen. Al kort na de invoering van de eerste sancties tegen Rusland liet Poetin weten dat er snel een alternatief moest komen voor SWIFT. Nog dit jaar komen zowel Rusland als China dus met hun eigen varianten op het SWIFT betalingssysteem, zodat ze minder afhankelijk zijn van het 'Westen'.

    chinese-yuan

    Nieuw internationaal betalingssysteem voor Chinese yuan bijna gereed

  • Volcker: “Mikken op 2 procent inflatie is geen prijsstabiliteit”

    Een inflatie van twee procent per jaar is niet hetzelfde als prijsstabiliteit, dat zei voormalig Federal Reserve voorzitter Paul Volcker in een gesprek met monetair econoom Edin Mujagic. Een stijging van het prijspeil met twee procent op jaarbasis lijkt misschien niet veel, maar over een periode van tien jaar staat het gelijk aan een stijging van 25%. Over het tijdsbestek van één generatie verdubbelen de prijzen zelfs met een inflatie van ‘maar’ 2%. Het volgende artikel werd op 23 februari op de website Geldmoord.nl gepubliceerd.

    Ex-baas Fed Paul Volcker: “Mikken op 2 procent inflatie elk jaar is géén prijsstabiliteit’

    Paul Volcker was tussen 1979 en 1987 voorzitter van de Fed, de Amerikaanse centrale bank. Hij werd aangesteld in een periode waarin de Amerikaanse werkloosheid hoog was en de inflatie nog hoger, ver boven 10 procent per jaar. Hij aarzelde geen moment om het inflatiemonster aan te pakken. Volcker verhoogde de officiële rente van de Fed naar 20 procent, een niveau dat tegenwoordig onvoorstelbaar lijkt. Dat stortte de Amerikaanse economie in een diepe recessie, de diepste sinds de Grote Depressie uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Miljoenen Amerikanen werden werkloos. Volcker kreeg uit het hele land houten planken afgeleverd bij de Fed; bouwbedrijven stuurden die met briefjes erop dat ze die toch niet meer nodig hadden omdat er niets te bouwen viel. Autohandelaren stuurden enveloppen vol met autosleutels, er was toch niemand die hun auto’s kon en wilde kopen. Boze boeren reden met hun tractoren dreigend rondjes rond het Fed-gebouw in Washington. En een keer, vlak voor de Kerst, slaagde een verwarde en met een pistool, geweer en een mes gewapende man er zelfs in het Fed-hoofdkantoor binnen te dringen en tot aan de deur van de kamer van Volcker te komen voordat hij op het laatste moment door de beveiliging werd overmeesterd.

    Ondanks alle pijn werkte de aanpak van de boomlange – Volcker is 2 meter lang – econoom. De inflatie was verslagen. Vriend en vijand is erover eens dat Volcker met zijn aanpak de basis heeft gelegd voor de langste periode van economische groei in de VS. Toen Alan Greenspan, Volckers opvolger bij de Fed, zei in 2004: ‘Mijn succes in het verder verlagen van inflatie is grotendeels een verlengstuk van het basisbeleid dat Volcker gevoerd heeft’. paul-volckerHij werd verguisd door veel politici en in 1987 vertrok hij bij de Fed hoewel Volcker wettelijk gezien nog lang kon blijven zitten. Het Witte Huis – Ronald Reagan was de President toen – wilde maar wat graag van de zeer onafhankelijke Volcker af. In 1985 boden ze hem de post van de President van de Wereldbank om van hem af te zijn. Volcker weigerde. Ronald Reagan probeerde het door hem loyale mensen in het Fed-bestuur te benoemen en zo een coup te plegen als het ware. Dat maakte Volckers baan als voorzitter almaar lastiger. In augustus 1987 zou zijn tweede termijn als voorzitter verstrijken. Volgens de wet kon Volcker nog twee keer voor in totaal acht jaar herbenoemd worden als de baas van de Fed. Maar het was duidelijk dat het Witte Huis hem niet wilde. Hem wegsturen kon het ook niet, dat zou voor te veel schade zorgen omdat de financiële markten in rep en roer zouden komen. Vandaar dat men hoopte dat door de genoemde coup Volcker zelf zou opstappen. Dat deed hij ook: op 1 juni 1987 overhandigde hij zijn ontslagbrief aan Reagan die geen enkele moeite deed Volcker op andere gedachten te brengen. Enkele minuten nadat de boomlange centrale bankier het Witte Huis verliet, pakte Reagan de telefoon. Hij bood Volckers baan aan iemand die veel minder onafhankelijk was dan Volcker. Het tijdperk van Alan Greenspan – en geldmoord – kon beginnen. Als er één beleidsmaker en centrale bankier is die op basis van ervaring kan spreken over de voor- en nadelen van inflatie, dan is het dus Paul Volcker wel. Mujagic: Als Fed-voorzitter heeft u tegen hoge inflatie gevochten, u heeft de rente verhoogd naar 20 procent en de Amerikaanse economie in een recessie gestort om de inflatie eruit te wringen. Hoe vreemd is het voor u om nu regelmatig te horen dat de Fed en andere centrale banken hogere inflatie nastreven? Volcker: Met alle respect maar ik begrijp het niet dat centrale banken een beetje meer inflatie willen. Zij zeggen dat een beetje meer inflatie iets goeds is. Het probleem is dat als een beetje meer inflatie goed is, nog een beetje meer erbovenop gezien wordt als nóg beter. Ervaringen uit het verleden leren ons dat wanneer men inflatie opzettelijk aanjaagt, heel moeilijk onder controle te houden is en heel lastig terug te draaien is. Dat iets meer inflatie toewensen lijkt wel de nieuwe monetaire juiste leer te zijn. Ik weet wat het argument daarachter is, men wil ruimte om de reële rentes negatief te laten worden, maar een economie gedijt niet op negatieve reële rentes gedurende een langere periode. Iets anders is dat in mijn ogen de taal misbruikt wordt, de betekenis wat bepaalde zaken is veranderd. Zij noemen prijsstijgingen onder de 2 procent bijvoorbeeld nauwelijks inflatie maar het gevaar van deflatie. De moderne centrale banken zeggen ‘we mikken op 2 procent inflatie per jaar om zo onze vastberadenheid om inflatie onder de 2 procent te houden te versterken’. Dat vind ik vreemd; 2 procent inflatie is dan iets wat goed is maar inflatie boven die grens is ineens slecht. En de laatste tijd is zelfs die vastberadenheid aan het verzwakken, sommigen willen meer dan 2 procent inflatie als een buffer tegen deflatie. Als je 2 procent inflatie per jaar nastreeft dan betekent dat dat na een decennium alle prijzen meer dan 25 procent zijn gestegen en dat het prijsniveau in één generatie verdubbelt. Dat is geen prijsstabiliteit maar men noemt dat wél zo. Zoals gezegd: de betekenis van sommige begrippen is in loop der tijd veranderd. Mujagic: Die centrale bankiers die stellen dat dalende prijzen, deflatie, zo een beetje het ergste is wat onze moderne economieën kan overkomen, hoe kijkt u daar tegenaan? Volcker: Ik kan heel goed begrijpen dat we geen diepe deflatie willen, dat wil zeggen prijzen die jaarlijks met 3,4 of 5 procent zakken. Maar om bij deze discussie de Grote Depressie erbij te halen… Toen zakten de prijzen met 10 procent per jaar, de Grote Depressie is een geval apart. Dit beeld dat als de prijzen met enkele tienden van het procent zakken huisvrouwen ineens zullen stoppen met boodschappen doen maar dat zij wel geld zullen uitgeven als de prijzen met 2 procent per jaar stijgen of dat mensen, als ze de prijzen zien dalen, geen goedkopere t-shirts en voedsel zullen kopen slaat nergens op. In de VS zijn de prijzen van veel goederen nauwelijks gestegen, veel prijsstijgingen vinden plaats in de dienstensector, zoals de zorg. Sommige spullen die velen regelmatig kopen zijn vaak goedkoper geworden en dat is geen slechte zaak voor de Amerikaanse huishoudens. Mujagic: Toen u de voorzitter van de Fed bent geweest, tussen 1979 en 1987, wisten analisten vaak niet eens dat het bestuur vergaderd had over de rente en als ze dat wisten, zij moesten gissen of de rente veranderd werd en zo ja, hoe, omhoog of omlaag. Tegenwoordig laat de Fed ruim van tevoren de financiële markten weten wat de Fed van plan is. Wat vindt u van dit zogeheten forward guidance? Volcker: Ik denk dat het een fout is zo concreet te zijn over wat je aanpak zal zijn in de maanden of zelfs jaren die voor je liggen. Het is prima om te zeggen dat je doel is dat de economie harder gaat groeien of de inflatie stabiliseert maar als je heel precies gaat worden over je beleid, zoals de Fed enige tijd geleden is gaan doen toen de bank zei dat die zal gaan denken aan renteverhogingen wanneer de werkloosheid zakt naar 6,5 procent, dan kun je als de Fed je geloofwaardigheid verliezen. De werkloosheid in de VS ligt nu al enige tijd onder 6,5 procent. Geloofwaardigheid is zeer belangrijk voor een centrale bank. Het lot van de centrale banken zou niet afhankelijk moeten zijn van zijn voorspellingen voor de komende twee jaren. Wat we namelijk in ieder geval weten is dat economen slecht zijn in voorspellen. Als een centrale bank wil je dat de markt jou volgt, niet dat jij de markt moet volgen. En af en toe moet je als centrale bank te markt ook kunnen verrassen, dat kan moeilijk met forward guidance. Een van de gevolgen is dat de financiële markten prikkelbaar zijn. Een voorbeeld: onlangs zei de Fed dat de bank vroeg of laat het monetair beleid zal moeten verkrappen. Dat zeiden ze al enige tijd en toch was de reactie op de financiële markten uitbundig. Als je de rente een lange tijd niet verhoogt, dan weet je dat wanneer je dat uiteindelijk doet, dat voor een schok zal zorgen op de markten. En dat vrezen de centrale bankiers.

    Over Edin Mujagic

    mujagicEdin Mujagic (1977) is macro-econoom, monetair econoom en publicist. Hij heeft onder meer gewerkt als redacteur economie bij het zakenweekblad FEM Business. Zijn analyses van de huidige economische crisis verschijnen regelmatig in toonaangevende Nederlandse en kranten in ruim 20 landen wereldwijd. Hij is vaste columnist bij Instituut Clingendael, dagblad Metro en weekblad Beleggers Belangen en expert-blogger bij een groot aantal financieel-economische sites. Sinds november is hij chef economie bij Jalta. Mujagic is onder meer lid van het Economists’ Club bij Project Syndicate, een discussie- en debatforum voor Nobelprijswinnaars in de economie, hoofdeconomen van verschillende internationale financiële instellingen en voormalig centrale bankiers en ministers van Financiën. Daarnaast is hij ook - het jongste ooit - lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.

    Geldmoord

    Edin Mujagic publiceerde in 2012 het boek Geldmoord, waarin hij laat zien dat de inflatie begon op te lopen met de toenemende macht van centrale banken. In zijn boek laat hij zien dat de prijzen decennia lang stabiel bleven, tot aan het begin van de twintigste eeuw. De waarde van het geld, dat voorheen verankerd lag in de intrinsieke waarde van edelmetaal, begon in het verloop van de twintigste eeuw te dalen. De grote Depressie van begin jaren dertig, twee verwoestende wereldoorlogen en de enorme kredietgroei van de afgelopen decennia hebben ervoor gezorgd dat de koopkracht van het geld steeds verder werd uitgehold. Edin Mujagic waarschuwt in zijn boek voor de gevaren van geldontwaarding en voor de macht die centrale banken vandaag de dag hebben. Geïnteresseerd? Klik hier om zijn boek te bestellen.

  • “VS wil Europa en Rusland uit elkaar drijven”

    Volgens de prominente Franse advocaat en politicus Henri Temple is het buitenlandse beleid van de VS erop gericht Europa en Rusland uit elkaar te drijven. “Washington doet haar uiterste best om Europa te verzwakken en in politiek opzicht in het stelsel van organisaties als de NAVO, de WHO, het IMF en de Wereldbank te drukken”, aldus Temple. Volgens hem doet de VS er alles aan om te voorkomen dat Europa een nieuw machtsblok wordt dat succesvol kan concurreren met de VS en banden zal aanhalen met Rusland.

    In zijn nieuwe boek ‘General Theory of the Nation’ legt Temple uit dat de regering in Washington wanhopig probeert te domineren op intellectueel gebied en op het gebied van recht. Ze probeert haar eigen visie op wetgeving, economie en finance aan de rest van de wereld op te leggen. Hij waarschuwt voor de ernstige politieke en economische gevolgen van deze ontwikkeling, die de vorming van een nieuw Europa op basis van mensen en landen inclusief Rusland, in de weg kan staan.

    'VS voert verdeel en heers poitiek'

    In een ingezonden stuk op de France website Boulevard Voltaire zegt Temple dat het de strategie van Washington is om alle 28 landen van de Europese Unie te verdelen in twee kampen: vrienden van Rusland en vijanden van Rusland. De Franse advocaat en politicus merkt op dat de informatie die naar buiten wordt gebracht door de Westerse media gekleurd is en dat het Westen probeert politieke druk op Rusland uit te oefenen, door het land te beschuldigen van het sturen van troepen naar het oosten van Oekraïne. De verscheuring van Oekraïne en de aanwezigheid van Griekenland in de Eurozone laten volgens hem de fragiliteit van het Europese kaartenhuis zien. Temple is er niet gerust op dat de spanningen tussen Europa en Rusland snel zullen afnemen. "De ambities van de VS en de NAVO om een wereldrijk in stand te houden kunnen uiteindelijk ontaarden in een gewelddadige oorlog waar een groot aantal landen in meegesleurd zal worden", aldus Temple.

    europe-us

    VS wil Europa en Rusland uit elkaar drijven

  • Nieuwsuur over het stimuleringsprogramma van de ECB

    Deze maand beginnen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de eurolanden aan een uniek experiment: de instellingen pompen €1140 miljard in de kwakkelende economie van de eurozone om deflatie te bestrijden. Economen zetten grote vraagtekens bij het nut en de noodzaak van kwantitatieve verruiming (QE).

    Nieuwsuur kijkt achter de schermen bij de Nederlandsche Bank, die straks voor miljarden aan obligaties in zal kopen en spreekt drie economen die hun bedenking hebben. Maakt u zich al grote zorgen? Of denkt u dat het de economie eindelijk uit het slop zal trekken?

    nieuwsuur-stimulering-ecb

    Nieuwsuur over het stimuleringsprogramma van de ECB

  • Oekraïne legt handel in goud aan banden

    Oekraïne legt handel in goud aan banden

    De centrale bank van Oekraïne heeft nieuwe kapitaalcontroles in werking gesteld om de waardedaling van de munt te dempen. In een nieuwe resolutie die op 3 maart werd ondertekend is vastgelegd dat banken niet meer dan $10.000 aan buitenlandse valuta mogen kopen voor cliënten. Voor andere valuta dan dollars geldt ook deze limiet, maar dan omgerekend naar de actuele wisselkoers van die munt met de Amerikaanse dollar. Ook is het niet meer mogelijk om buitenlandse valuta op Oekraïense bankrekeningen door te sluizen naar het buitenland, mits de persoon in kwestie alle rekeningen, schulden en belastingen betaald heeft.

    Goud kopen wordt beperkt

    De kapitaalcontroles beperken zich niet alleen tot buitenlandse valuta. Ook de handel in edelmetalen wordt onder verscherpt toezicht gesteld. Zo mogen banken in Oekraïne vanaf nu niet meer dan 3,216 troy ounce goud (of een soortgelijke waarde in andere edelmetalen) per week per bank aan een klant verkopen. Deze beperking geldt overigens niet voor goudtransacties tussen banken en voor klanten die hun goud eerder hebben uitgeleend aan de bank en dat willen ophalen.

    gold-ukraine

    Goudkoers in Oekraïense hryvnia

  • Negatief rendement op €21 miljard aan obligaties

    ecbDoor het stimuleringsprogramma van de ECB is het rendement op meer dan €21 miljard aan gedekte obligaties inmiddels negatief geworden, zo schrijft Bloomberg. Gedekte obligaties zijn relatief hoogwaardig schuldpapier, uitgegeven door banken en gedekt door onderpand. Vaak gaat het om gebundelde hypotheekleningen, die als beleggingsobject worden aangeboden aan grote beleggingsfondsen en pensioenfondsen. Het zijn obligaties die worden uitgeschreven door onder meer Deutsche Bank, ING en BNP Paribas en die gewild zijn door hun goede kredietbeoordelingen. De ECB heeft sinds oktober vorig jaar al €51,2 miljard van dit schuldpapier uit de markt gehaald om de eurozone te ondersteunen. Met het stimuleringsprogramma van €1.140 miljard van de ECB in het vooruitzicht zal er het komende anderhalf jaar nog veel meer schuldpapier uit de markt worden gehaald. Hierdoor zal het rendement op obligaties alleen maar verder dalen.

  • Nieuwe norm: Negatieve rente op obligaties

    bondsDe financiële markten lijken een nieuwe werkelijkheid binnengetreden. Er zullen maar weinig handelaren zijn die verwacht hadden dat de rente op obligaties negatief kan worden. Maar het is de werkelijkheid van vandaag de dag. Obligatiebeleggers gaan ermee akkoord dat ze verlies lijden, als ze hun obligaties de volle looptijd in bezit houden. De vergoeding op de Duitse Bund met een looptijd van acht jaar bedraagt nu -0,08%. En een negatieve rente lijkt meer en meer de norm te worden. Al meer dan een kwart van de Europese markt voor staatsobligaties noteert een negatieve rente of een negatief rendement. Dat gaat om een bedrag van meer dan € 2 biljoen.

    In het verleden is het wel vaker voorgekomen dat rendementen op obligaties negatief waren, maar dat bleef gewoonlijk beperkt tot papier met een heel korte looptijd. Dat was eerder uitzondering dan regel. Op dit moment is het beeld 180% gedraaid. Steeds meer papier krijgt een negatieve rente of een negatief rendement, waarbij de looptijd kan oplopen tot wel vijf jaar.

    bonds-eurozone-negatieve-yield-countriesNegatieve rente?

    Een negatief rendement wijst erop, dat de belegger betaalt om te mogen beleggen. Het wil echter weer niet zeggen, dat de belegger geen coupon ontvangt. Dat kan heel goed. Het wil alleen maar zeggen, dat de prijs die de belegger bereid is te betalen hoger uitvalt dan de uitbetaling in coupons en terugbetaling van de hoofdsom. Het belangrijkste motief om hiermee genoegen te nemen is het ontbreken van een deugdelijk alternatief. Zo is de rente op de Duitse Bund van -0,08% nog altijd aantrekkelijker dan de depositorente van -0,20% die banken de ECB moeten betalen als ze daar hun overtollige liquiditeiten stallen. Beleggers houden eveneens serieus rekening met de mogelijkheid dat de huidige economische situatie in Europa erg onvoorspelbaar is. Beleidsmakers doen bijna wanhopig hun best om daar verandering ten goede in te brengen. Gecorrigeerd voor inflatie lijken ‘fixed returns’ in geval van dalende inflatie of deflatie aantrekkelijk voor beleggers ondanks een negatieve rente. Daar komt nog bij dat menig belegger hoopt te profiteren van het duurder worden van de valuta waarin de staatsobligatie is uitgedrukt! Ook dat kan een positief effect hebben op het uiteindelijke rendement. De belangrijkste reden voor beleggers om (tijdelijk) een negatief rendement te accepteren, zijn de plannen van Mario Draghi, president van de bonds-eurozone-negatieve-yieldECB. Vanaf deze maand gaat de Europese variant van quantitative easing(QE) van start. Staatsobligaties worden maandelijks voor tientallen miljarden euro’s opgekocht. Sommige beleggers speculeren erop, dat de vraag naar schatkistpapier van de zijde van de ECB zo groot wordt, dat de prijs vanzelf omhoog gaat. Door massaal op het QE programma vooruit te lopen is de rente ver, heel ver weggezakt. Volgens sommigen is de rente op bijvoorbeeld de Duitse Bund al zover gedaald, dat je je als belegger moet afvragen of die obligatie op termijn nog wel waarde biedt! Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • De aandeelhouder is de baas

    Normaal gesproken lenen bedrijven geld om nieuwe investeringen te doen, maar uit nieuw onderzoek is gebleken dat de grootste bedrijven de afgelopen dertig jaar voornamelijk geld geleend hebben om de aandeelhouders te plezieren. Bedrijven hebben door de extreem lage rente van de afgelopen jaren massaal geld geleend, dat voor het grootste deel rechtstreeks ten goede kwam aan de aandeelhouder. In 2014 leenden bedrijven in de VS door de gunstige rente een recordhoeveelheid van $1,5 biljoen. Door steeds meer aandelen terug te kopen en door extra dividend uit te keren zijn veel grote beursgenoteerde bedrijven getransformeerd naar winstmachines voor het grootkapitaal.

    Onderzoek

    Econoom J.W. Mason van het Roosevelt Institute legde voor zijn onderzoek de instroom en de uitstroom van geld in de grote beursgenoteerde bedrijven naast elkaar. De instroom van geld is samengesteld uit winst uit de normale bedrijfsvoering en geleend geld, terwijl de uitstroom bestaat uit investeringen in het bedrijf enerzijds en winstuitkering voor aandeelhouders anderzijds. Gebruikten beursgenoteerde bedrijven in 1960 van iedere geleende dollar gemiddeld $0,40 voor het doen van investeringen, in 1980 was dat al teruggelopen tot slechts $0,10 op iedere dollar.

    In zijn onderzoek vond Mason een sterke correlatie tussen de hoeveelheid geleend geld en de winstuitkering aan aandeelhouders, een correlatie die nog niet bestond voor de tijd van Gordon Gekko. Mason schrijft:

    “Sinds de jaren ’80 zijn de bedrijven die het meeste geld lenen vaak ook de bedrijven die het meeste uitkeren aan aandeelhouders. Wat is de logica voor een bedrijf om geld te lenen, als dat geld vervolgens meteen wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders? Het is raadselachtig. […] Veel ideeën uit de wereld van corporate finance zijn gebaseerd op een ouderwets idee van hoe de wereld werkt. Financiering is niet langer een instrument om geld in een productieve onderneming te krijgen, maar om geld uit productieve ondernemingen te halen.”

    ibm-logo-classic

    IBM

    Een goed voorbeeld van deze verandering is het bedrijf IBM, een bedrijf dat groot is geworden met de uitvinding van de Big Blue, de creditcard, de floppy en de pinautomaat. Dat waren allemaal grote technologische innovaties die de wereld aanzienlijk veranderd hebben. Maar met de dalende opbrengsten in de jaren negentig begon het bedrijf opeens te reorganiseren in haar personeelsbestand. In een periode van tien jaar werden 180.000 werknemers van het bedrijf ontslagen.

    Ondanks deze tragedie wist IBM wel de miljarden dollars te vinden om aandeelhouders uit te betalen. Ook werden programma’s opgestart om eigen aandelen in te kopen en dividend te verhogen. Tussen 2003 en 2012 keerde het technologiebedrijf $130 miljard uit aan de aandeelhouders, meer dan het bedrag dat gedurende deze periode binnen kwam aan winst uit de normale bedrijfsvoering. In 2012 leende IBM $34 miljard, terwijl ze in hetzelfde jaar $38 miljard aan aandeelhouders uitkeerde.

    'Nieuwe normaal'

    Toen Mason aan zijn onderzoek begon had hij een andere vraag in gedachten. Hij zocht empirisch bewijs voor de dalende bedrijfsinvesteringen sinds het uitbreken van de financiële crisis. In plaats daarvan kwam de hierboven beschreven trend in beeld, die al drie decennia aan de gang is. "Het gaat nu allemaal heel anders in de wereld van bedrijfsfinanciering. Er is nu veel meer druk van aandeelhouders om zo veel mogelijk geld dat in de onderneming zit eruit te halen", zo beschrijft Mason in zijn onderzoek. In het verleden was het gebruikelijk dat bedrijven hun winsten opnieuw investeerden in de onderneming, mede om belastingtechnische reden. Waren er geen lucratieve kansen om te investeren, dan werd het dividend voor de aandeelhouders verhoogd. Maar in de afgelopen decennia is de macht langzaam maar zeker verschoven van het bedrijf naar de aandeelhouder. De aandeelhouder is koning en het bedrijf en de mensen die daar werken zijn vaker het ondergeschoven kindje. Door slim gebruik te maken van belastingparadijzen en financiële constructies is zijn belasting niet langer een drempel om geld in de onderneming te houden.

    Duurzaam?

    Aandeelhouders hebben de afgelopen decennia veel meer macht naar zich toe getrokken. De winstgevendheid van bedrijven is daardoor toegenomen, maar heeft dat geen negatieve gevolgen voor de onderliggende bedrijfsvoering? Om een bedrijf op lange termijn gezond te houden moet ze niet worden leeggezogen door aandeelhouders, maar moet er ook ruimte zijn om te investeren in personeel, technologie en innovatie. Wordt dat wel correct weerspiegeld door alsmaar stijgende aandelenkoersen? Bron: International Business Times

  • Ierland was voorbereid op uiteenvallen euro

    brendanhowlinIerland heeft eind 2011 een actieplan opgesteld voor het scenario van een uiteenvallende muntunie, zo schrijft de Irish Times. Het was de periode waarin de rente op Spaanse, Italiaanse en Portugese staatsleningen naar recordhoogte steeg en er twijfels ontstonden over het voortbestaan van de euro. Het actieplan beschrijft de terugkeer naar het Ierse pond en het verbeteren van de veiligheid van de Ierse bankensector. In een interview met de Irish Times zei minister Brendan Howlin van publieke uitgaven dat er een gedetailleerd plan gereed lag.

    “Er was een existentiële bedreiging voor de euro toen Italië onder grote druk kwam te staan. We moesten op dat moment een noodplan gereed maken voor het uiteenvallen van de euro. Het waren zeer, zeer angstige tijden. We hebben dit met een klein groepje ministers behandeld”, zo verklaarde Howlin. Op de vraag of er plannen waren om het Ierse pond weer in te voeren zei hij dat alle opties destijds overwogen werden. Ierland behoorde tot de eerste groep van twaalf landen die de euro in 2002 invoerde. Dertien jaar later en een grote wereldwijde schuldencrisis verder gebruiken 19 verschillende landen met in totaal meer dan 330 miljoen inwoners de euro. Op basis van de toetreding van zeven landen is de muntunie een succes te noemen, maar onder de bevolking heerst vooral verdeeldheid over het succes van de euro.

    Euro uit de gevarenzone?

    De Europese schuldencrisis werd in de zomer van 2012 bezworen toen ECB-president Draghi zei dat hij bereid was ‘alles te doen om de euro te redden’. Speculanten lieten de Eurozone even met rust, maar begin dit jaar voelde Draghi zich alsnog genoodzaakt een grootschalig stimuleringsprogramma van €1.140 miljard op te starten. Als gevolg van het ingrijpen van de ECB is de rente op staatsobligaties fors gedaald, vooral die van de zuidelijke eurolanden als Spanje en Italië. Beide landen lenen op het moment van schrijven 10 jaar tegen een rente van 1,31%. Ook Ierland zag de rente op haar staatsschulden spectaculair dalen. Door structurele hervormingen en door de impliciete garanties van Draghi daalde de Ierse 10-jaars rente van meer dan tien procent in 2011 naar minder dan één procent nu!

  • Tegenlicht: Bankgeheimen van Joris Luyendijk

    Journalist en antropoloog Joris Luyendijk bevond zich twee jaar onder bankiers en schreef er een boek over. Tegenlicht sprak met Luyendijk over de ervaringen die hij heeft opgedaan in de Londense City. De rode draad uit het verhaal is dat banken maar weinig van de crisis geleerd hebben en dat we nog steeds een heel kwetsbaar financieel systeem hebben dat opnieuw getroffen kan worden door een grote crisis zoals in 2008 gebeurde. Luyendijk merkt op dat er nauwe banden onderhouden worden tussen de politiek en het bankwezen, wat volgens hem te maken heeft met het feit dat overheden snel in moeten grijpen als een bank in de problemen komt. Het is dan handig om als commerciële bank de juiste connecties te hebben in de politiek.

    Ook verbaast Luyendijk zich erover hoe weinig interesse er in de maatschappij is voor de banken en het financiële systeem. Het lijkt alsof iedereen de gevaren ziet van terroristische aanslagen, terwijl men niet het gevaar ziet van grote schokken in het financiële systeem. Voor de gemiddelde Marketupdate lezer vertelt Luyendijk weinig opzienbarende dingen, maar voor iedereen die wat minder goed in de materie zit kan het een eye-opener zijn. Daarom kunnen we iedereen aanbevelen deze aflevering van Tegenlicht te kijken en vrienden en familie erop te attenderen.

    Klik hier om het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk te bestellen.