Categorie: Financiële markten

  • Grafiek: Risicopremie banken stijgt weer

    De kosten om je te verzekeren tegen mogelijke problemen bij de grote banken is sinds het begin van dit jaar sterk toegenomen. Een stijgende rente en aanwijzingen van een toenemende dollarschaarste lijken vooral voor Europese banken slecht uit te pakken, want de risicopremies voor banken als Credit Suisse en Deutsche Bank zijn aanmerkelijk hoger dan die van Amerikaanse tegenhangers als JP Morgan en Citi.

    De volgende grafiek van analist Holger Zschaepitz van de Duitse krant Die Welt laat zien dat de premie voor een verzekering met een looptijd van vijf jaar tegen problemen bij Deutsche Bank terug is op het hoogste niveau in een jaar tijd. Toch zijn de premies nog niet zo hoog als tijdens het hoogtepunt in 2016, toen er twee keer zoveel betaald werd voor een vergelijkbare verzekering.

    Risicopremie banken loopt op (via @Schuldensuehner)

  • Libor stijgt, stress in financiële sector neemt weer toe

    De stress in de financiële sector is de laatste maanden sterk toegenomen, want het verschil tussen de Liborrente en de rente die centrale banken hanteren is in korte tijd gestegen naar het hoogste niveau sinds 2009. Dat betekent dat banken elkaar minder vertrouwen en een hoger risico incalculeren dat een lening aan een andere bank niet of niet op tijd wordt terugbetaald. Het verschil tussen beide tarieven is inmiddels opgelopen tot 57 basispunten en dat is hoger dan tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012.

    Er worden verschillende verklaringen gegeven voor de stijgende Liborrente, zoals een toenemende dollarschaarste buiten de Verenigde Staten als gevolg van het belastingplan van Trump om meer dollars uit het buitenland terug te halen. Ook wordt het verkleinen van de balans van de Federal Reserve als reden genoemd voor de toenemende stress op het financiële systeem.

    Liborrente schiet omhoog (Grafiek via @Schuldensuehner)

    Liborrente schiet omhoog

    De London Interbank Offered Rate (LIBOR) is de rente die banken onderling in rekening brengen voor kortlopende leningen met termijnen uiteenlopend van één dag tot één jaar. Deze tarieven worden dagelijks gepubliceerd en zijn een gemiddelde van de tarieven die verschillende grote banken berekenen om geld aan elkaar uit te lenen. Het zijn deze tarieven die als referentiepunt dienen voor hypotheken, studieleningen, creditcardleningen en andere financiële producten.

    Voor het uitbreken van de financiële crisis in 2008 liep de Liborrente vrijwel gelijk met het rentetarief van centrale banken (de ‘overnight indexed swap’), maar de laatste jaren zien we de Liborrente af en toe flink oplopen. Op het hoogtepunt van de crisis in 2008 liep het verschil tussen beide tarieven zelfs op tot 365 basispunten. Zo ernstig is de situatie nu niet, maar met 57 basispunten is het verschil zoals gezegd nu al groter dan tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Interbancaire leningen drogen op?

    Deze week publiceerde Armstrong Economics een grafiek die suggereert dat de markt voor interbancaire leningen onlangs met meer dan 80% gekrompen is. Dat is een zorgwekkend signaal, omdat het doet vermoeden dat banken elkaar niet meer vertrouwen en daarom geen geld meer aan elkaar uitlenen.

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de markt voor interbancaire leningen inderdaad sterk gekrompen, van meer dan $400 miljard naar minder dan $80 miljard. Banken maken steeds minder gebruik van deze mogelijkheid, omdat ze liever tegoeden bij de centrale bank parkeren. De totale markt voor interbancaire leningen leek de laatste jaren te stabilisering, maar zeer recent werd een duikeling van meer dan 80% waargenomen. Hoe kan dit?

    Markt voor interbancaire leningen droogt op? (Bron: St. Louis Fed)

    Aangepaste statistieken

    We hebben de bijbehorende cijfers opgezocht in de database van de Federal Reserve, maar die blijken sinds eind vorig jaar niet meer bijgehouden te worden. Dat komt omdat de centrale bank deze informatie nu anders weergeeft, waarbij één van de twee componenten in de berekening is komen te vervallen. In plaats van de “Fed Funds and reverse repos with banks” en de “loans to commercial banks” samen te voegen volgt de Federal Reserve nu alleen nog maar de “Federal Funds and Reverse Repo”.

    Websites en databases die de cijfers van de Federal Reserve automatisch uitlezen rapporteerden recentelijk dus een daling van de interbancaire leningen van ruim $70 miljard naar slechts $12,4 miljard, maar dat wil nog niet zeggen dat die markt ook daadwerkelijk met meer dan 80% gekrompen is. Het is dus misschien te vroeg om te concluderen dat er een probleem is in de markt voor interbancaire leningen.

    Tegelijkertijd roept het de vraag op waarom de Federal Reserve haar rekenmethode heeft aangepast. Zou er dan toch iets aan de hand zijn? Zodra we hier meer duidelijkheid hebben zullen we er weer over berichten.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Balans schaduwbanken wereldwijd stijgt naar $45 biljoen

    Het balanstotaal van alle zogeheten ‘schaduwbanken’ is in 2016 met 7,6% gestegen naar $45,2 biljoen, zo concludeert het Financial Stability Board in een nieuw rapport dat deze week naar buiten werd gebracht. In 29 verschillende landen – die samen goed zijn voor meer dan 80% van het wereldwijde bbp – werd gekeken naar de totale kredietverlening buiten het reguliere bancaire systeem. Daarbij zijn er dit jaar ook voor het eerst cijfers van financiële entiteiten in Luxemburg en China in de totale berekening meegenomen.

    Een groot deel van dit totaal komt voor rekening van collectieve beleggingsproducten waar op ieder moment geld weggehaald kan worden. Volgens de FSB groeide deze markt de afgelopen vijf jaar met gemiddeld 13% per jaar. Dit soort financiële producten kunnen een risico vormen voor de stabiliteit, bijvoorbeeld wanneer er op korte termijn geld geleend wordt om verplichtingen over een langere termijn af te dekken. Tijdens de financiële crisis van 2008 droogde de liquiditeit op, waardoor het herfinancieren van kortlopende leningen niet meer vanzelfsprekend was. Centrale banken moesten toen ingrijpen om erger te voorkomen.

    Shadow banking activiteiten groeiden in 2016 naar $45,2 biljoen (Bron: Financial Stability Board)

    Schaduwbanken

    Het Financial Stability Board werd in het voorjaar van 2009 opgericht als de opvolger van het in 1999 opgerichte Financial Stability Forum en kreeg als taak om de omvang van de zogeheten ‘schaduwbank’ activiteiten wereldwijd in kaart te brengen. Tijdens de financiële crisis van 2008 was er weinig zicht op deze activiteiten van niet-bancaire financiële instellingen, waardoor men het risico voor de financiële stabiliteit niet goed kon inschatten.

    De kredietverlening die geheel of gedeeltelijk plaatsvindt buiten het reguliere bancaire systeem kan volgens het Financial Stability Board een waardevolle aanvulling zijn om reguliere kredietverlening door banken. Toch heeft de crisisperiode van 2007 tot en met 2009 laten zien dat deze kredietverlening een risico kan vormen voor de stabiliteit van de financiële sector.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • ECB trekt stekker uit bank in Letland

    De Europese Centrale Bank haalt de stekker uit ABLV Bank, omdat deze door de Amerikaanse overheid wordt verdacht van het witwassen van geld voor Noord-Korea. Het niet respecteren van de Amerikaanse sancties tegen Noord-Korea leverde zoveel negatieve publiciteit op dat spaarders binnen een week €600 miljoen aan spaartegoeden bij deze Letse bank weghaalden.

    Volgens de ECB was de uitstroom van spaartegoeden dusdanig groot dat een succesvolle doorstart niet meer mogelijk was. Om de spaarders te beschermen en het depositogarantiestelsel niet verder te belasten werd de bank door de Europese Centrale Bank overgedragen naar het Single Resolution Board. Die oordeelde dat de bank in kwestie niet van vitaal belang was voor de financiële stabiliteit en dat een herstructurering van de bank niet in het publieke belang is. De ABLV Bank is daarmee de vierde bank in de eurozone die via het zogeheten Single Resolution Mechanism wordt afgewikkeld.

    ‘Politiek besluit’

    ABLV ontkent de beschuldigingen uit de Verenigde Staten en noemde de afwikkeling van de bank een politiek gedreven besluit. In een verklaring schrijft de bank dat ze voldoende middelen had om aan alle verplichtingen aan haar klanten te voldoen, maar dat ze uit politieke overwegingen niet de kans kreeg om dat te doen. Volgens de financiële toezichthouder van Letland voldeed de bank voordat de geruchten naar buiten kwamen ook aan alle kapitaaleisen en liquiditeitseisen.

    De merkwaardige gang van zaken rond deze bank is geen goede publiciteit voor de ECB, zo verklaren verschillende bronnen tegenover Bloomberg. Als blijkt dat de bank inderdaad de Amerikaanse sancties aan haar laars lapte – waarvan we de bewijzen nog moeten zien – dan is het de vraag waarom de Europese Centrale Bank als toezichthouder op de Europese bankensector niet eerder heeft ingegrepen. Maar ook als de beschuldigingen terecht zijn is het nog maar de vraag of de bank daadwerkelijk zou zijn bezweken onder een uitstroom van spaartegoeden. De ECB heeft besloten om de bank te ontmantelen via het Single Resolution Board, waarmee een eventuele doorstart onmogelijk werd gemaakt.

    Buitenlandse klanten

    Opvallend is dat de ABLV Bank vooral buitenlandse klanten bediende. In september vorig jaar was slechts 6,1% van alle spaartegoeden onder beheer afkomstig van spaarders uit Letland. De meeste spaartegoeden behoorden toe aan spaarders uit Rusland (43,1%) en Oekraïne (21,2%), maar de bank had ook veel klanten in Moldavië, Oezbekistan en Azerbeidzjan.

    ABLV wordt onder de Europese regelgeving afgewikkeld, wat betekent dat spaartegoeden tot €100.000 per persoon vergoed worden. Het is nog onduidelijk of spaarders nog iets terug zullen zien van het bedrag boven deze grens. Door deze bail-in constructie wordt de afwikkeling van de bank niet meer gedragen door de belastingbetaler, maar door de stakeholders van de bank in kwestie.

    ABLV Bank deed vooral zaken voor buitenlanders (Bron: Bloomberg)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Risicopremie Deutsche Bank loopt weer op

    De risicopremie die beleggers neertellen om zich te verzekeren tegen een default van Deutsche Bank is de laatste dagen sterk toegenomen. Ook voor andere grote banken als Credit Suisse, Citi en JP Morgan ging de risicopremie omhoog, al is deze nog steeds beduidend lager dan bij de grootste bank van Duitsland. De kans dat Deutsche Bank binnen vijf jaar in de problemen komt wordt momenteel ingeschat op 7,7%, veel hoger dan de 2,5% voor banken als Société Générale en BNP Paribas.

    Ook Unicredit staat er relatief gezien minder goed voor, beleggers schatten de kans dat deze bank haar verplichtingen binnen vijf jaar niet zal nakomen in op 6%. In de eerste helft van vorig jaar werd het risico van een default bij Unicredit zelfs hoger ingeschat dan bij Deutsche Bank. Vergeleken met de afgelopen jaren is het vertrouwen in de bankensector overigens wel toegenomen. Begin 2016 werd het risico van een default binnen de sector twee tot drie keer zo hoog ingeschat als nu.

    Risicopremie banken neemt weer toe (Grafiek via @Schuldensuehner)

  • Buy the dip! Verstandig?

    De onrust op de financieel markten heeft beleggers alweer enkele illusies armer gemaakt. Zo is er met een grote klap een einde gekomen aan het idee dat financiële markten voor langere tijd in een fase van lage volatiliteit beland waren. Misschien moeten we nu ook vraagtekens zetten bij de aloude beurswijsheid van ‘buy the dip’.

    Hoe ziet de buitenwereld er momenteel uit? De wereldeconomie oogt zonder meer gezond en ook de kwartaalcijfers lijken te suggereren dat het aanhouden van aandelen beslist geen kwaad kan. Is dat we zo, nu de rente weer omhoog kruipt en centrale banken plannen maken om een einde te maken aan de kwantitatieve verruiming? Dat betekent toch dat een bron voor het aanhoudend optimisme begint op te drogen? Dat denken althans sommige analisten. Die wijzen er ook op dat de onverwacht sterke opleving van de volatiliteit en de heftige koersbewegingen in de afgelopen dagen ervoor kunnen zorgen dat het sentiment voorlopig koortsachtig blijft. Ze verwijzen daarvoor naar de reactie op de heftige koersschommelingen in augustus 2016 en begin 2016. Daar komt nog bij dat beleggers steeds meer risico’s zijn gaan nemen. Dan is het wachten op een ongeluk.

    Volatiliteitsindex

    Dat ongeluk is gebeurd en hoe. De volatiliteitsindex, die eindeloos lang onder het lange termijn gemiddelde van 20 gesluimerd heeft, nam in recordtempo de barrières van 50. Dat pakte echt verkeerd uit voor beleggers die producten in hun portefeuille hadden die gebaseerd waren op de verwachting dat de volatiliteit van aandelen laag zou blijven. De verliezen waren enorm. Credit Suisse zag in één nacht $500 miljoen verdampen. Het roept echter ook de vraag op welke andere risico’s nog schuilgaan in de financiële markten? Hier doet het recente verleden het ergste vrezen.

    Dat alles zet vraagtekens bij de beurswijsheid van ‘buy the dip’. Er speelt nog meer wat tot voorzichtigheid maant. De economie mag dan robuust lijken, maar ook hier steken problemen de kop op. De afgelopen maand januari was voor beleggers de beste maand in drie decennia. Wie goed kijk, ziet dan in de loop van de maand het momentum begon weg te ebben als gevolg een geleidelijk oplopen van de rente op de Treasury naar een niveau van bijna 2,9%.

    Die stijging was weer een reactie op de boven verwachting goede bedrijfscijfers. De combinatie van zorgen voor een opleving van de inflatie en stijgende rentes vormde de basis voor de scherpe val van de S&P 500. De yield op de 10-jaars treasury beweegt nu tussen 2,8% en 2,9%,  het hoogste niveau in zeker vier jaren. Als nu blijkt dat dat de belastinghervormingen in de VS grotere inflatoire druk tot gevolg heeft, dan zal de yield ongetwijfeld verder omhoog kruipen met alle mogelijke gevolgen voor de aandelenmarkten.

    Hogere rente?

    Je zou kunnen stellen, dat een correctie daar hoog nodig is. De arbeidsmarkt verkrapt en de opwaartse loondruk lijkt steeds meer gestalte te krijgen. Als dan de rente ook nog omhoog kruipt en er definitief een einde is gekomen aan de periode van extreem lage rente, dan moeten de waarderingen wel omlaag.
    Deze ontwikkelingen vallen ook (toevallig?) samen met het aantreden van een nieuwe man aan de top van de Federal Reserve. De markt vraagt zich af of deze Jerome Powell wel uit het juiste hout is gesneden. Zal hij de dreiging van hernieuwde inflatie standvastig tegemoet treden en doorgaan met het verhogen van de rente en het afbouwen van de balans van de Fed of toch niet? Financiële markten houden niet van dit soort onzekerheden. Het maakt ze nerveus.

    Er is genoeg grond om aan te nemen dat na een vlekkeloos verlopen 2017, het lopende jaar wel eens een jaar vol hobbels kan blijken te zijn. Voor wie toch nog gelooft in de mantra van ‘buy the dip’. De correctie bedraagt gemiddeld 10% en 12 maanden later staan de koersen weer hoger. Het klassieke probleem van wanneer in te stappen blijft nagenoeg onoplosbaar.

    Cor Wijtvliet

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Grootschalige terugkoop eigen aandelen is slecht idee

    Vooral Amerikaanse bedrijven weten van geen ophouden. De afgelopen twee jaar besteedden bedrijven uit de S&P 500 in totaal $1,1 biljoen aan de terugkoop van eigen aandelen. Ze poogden zo om de winst per aandeel op te schroeven in een tijd van bescheiden economische groei. Als de voortekenen niet bedriegen dan kan 2018 opnieuw records zetten. Dankzij de belastingwetten van president Trump gaan bedrijven massaal een deel van hun buitenlandse tegoeden overhevelen naar de VS. Merrill Lynch heeft berekend dat bedrijven $1,2 biljoen in het buitenland aanhouden.

    Misschien wel de helft van dit bedrag zal uitgekeerd aan aandeelhouders. Die zullen dat ook opeisen, ook al zijn de waarderingen torenhoog. Dat werpt vragen op over de timing van de terugkoop. Bedrijven rechtvaardigen hun terugkoopprogramma’s in termen van het opleggen van discipline en het creëren van vertrouwen. Die argumenten doen ietwat vreemd aan als je bedenkt dat deze programma’s al bijna een decennium voortduren en waarderingen tot een ongekend niveau zijn gestegen.

    ‘Profit without prosperity’

    De voorbereidingen voor de nieuwe ronde komen op een moment dat veel bedrijven zich volgeladen hebben met schuld om hun beleggers maar tevreden te houden. In hetzelfde decennium zijn de uitgaven voor R&D amper of niet gestegen. Ze liggen nog steeds op het niveau van de jaren voor 2008. Critici omschrijven de programma’s voor terugkoop als het scheppen van ‘profit without prosperity’. De winst van vandaag is belangrijker dan investeringen in de toekomst. Daardoor profiteert eerst en vooral het zittend management dat deze programma’s heeft gestart.

    Zo bezien zijn programma’s voor terugkoop van eigen aandelen op den duur slecht voor de financiële gezondheid van bedrijven, spekken ze de bonussen van het zittend management en vormen ze uiteindelijk een bedreiging voor de reële economie. Het zijn vaak geuite bezwaren en beschuldigingen aan het adres van topmanagers en hebzuchtige aandeelhouders, maar zijn ze ook waar? Is het negatief effect van deze terugkoopprogramma’s uiteindelijk echt negatief? We zetten de meest gehoorde argumenten op een rij.

    Ook de werknemer profiteert

    Wat is eigenlijk waar van de bewering dat vooral het (top)management van een bedrijf profiteert? Het oorspronkelijk idee achter de terugkoopprogramma’s is het wantrouwen bij de belegger of het management wel verstandig met het geld omspringt. Terugkoop van eigen aandelen moet het management kort houden en discipline bijbrengen. Vandaag de dag impliceert een aankondiging van een terugkoopprogramma dat de koers van het aandeel te laag is of dat aandeelhouders ontevreden zijn met de winstontwikkeling of de gehanteerde strategie. Dat is echter niet het hele verhaal. Vooral in de techsector zien bedrijven zich gedwongen aandelen terug te kopen, omdat de koers van het aandeel steeds verder stijgt. In deze sector vormen aandelen een onderdeel van de beloning van werknemers. Die bieden die aandelen vaak te koop aan. Het bedrijf moet dan wel programma’s opstarten om de groei van het aantal uitstaande aandelen in te tomen. Dat kan gigantische vormen aannemen. Een extreem voorbeeld is Apple. Dat kocht het afgelopen jaren voor $151 miljard eigen aandelen in. Dat is ongeveer 17% van de huidige marktkapitalisatie en ook ongeveer 17% van het aantal uitstaande aandelen. In 2012 was de koers van het aandeel ongeveer de helft van die van vandaag. Dat betekent dat inderdaad vooral het management en de werknemer profijt heeft van de terugkoopprogramma’s.

    Manipulatie aandelenkoersen?

    Een tweede beschuldiging behelst dat het topmanagement de programma’s kan opstarten op het moment dat het hen het best uitkomt. Dat kan uitmonden in het manipuleren van de markt. De praktijk lijkt in die richting te wijzen. Sinds 1998 geven bedrijven meer geld uit aan terugkoopprogramma’s dan het uitkeren van dividenden. Door grootschalig aandelen in te kopen steunt het bedrijf de koers van het aandeel, maar niemand vraagt naar de timing van de terugkoop en er hoeft ook geen verantwoording over afgelegd te worden tegenover toezichthouders. Maar is dit manipulatie? Aandeelhouders krijgen elk kwartaal te horen voor welk bedrag eigen aandelen zijn teruggekocht. Ze krijgen ook te horen hoeveel aandelen er nog uitstaan. Ze profiteren echter zelf ook van de koersstijging. Daar staat tegenover dat de Raad van Commissarissen minder en minder geneigd is om de ontwikkeling van de winst per aandeel als maatstaf voor de beloning van het topmanagent te hanteren. Als dat wel gebeurt, dan wordt vaak gecorrigeerd voor deze terugkoopprogramma’s. Als managers de terugkoopprogramma’s manipulatief inzetten tot eigen voordeel, dan moet er toch vooral kritisch gekeken worden naar aandeelhouders en Commissarissen.

    Deze bedrijven kochten de meeste aandelen terug (Grafiek via de Financial Times)

    Haaks op de voorafgaande beschuldiging staat de claim dat het topmanagement vaak een ongelukkige hand heeft bij het terugkopen van aandelen. Als bedrijven ondanks alle gepleegde investeringen op een berg geld zitten dan kan terugkoop zinvol zijn. Maar bedrijven zitten vaak op bergen met geld op momenten dat het erg goed gaat. Koersen zijn dan hoog zijn en aandelen overgewaardeerd! Het management start ook vaak dure terugkoopprogramma’s aan de vooravond van een neergang. Daar zijn talloze voorbeelden van. Veel bedrijven doen er het zwijgen toe en willen niet toelichten hoe en waarom ze tot hun besluit voor terugkoop zijn gekomen. De bekendste uitzondering is Warren Buffett. Hij start alleen een programma voor terugkoop als aandelen ondergewaardeerd zijn. Voor hem betekent dat minder dan 1,2 keer de boekwaarde. De conclusie moet dus luiden dat bedrijven geen goede hand hebben als het gaat om het opstarten van terugkoopprogramma’s!

    Minder investeringen?

    Een vierde beschuldiging luidt dat terugkoop van eigen aandelen ten koste gaat van reële investeringen en dus uiteindelijk ten koste van het bedrijf zelf. Dat laatste gaat dan uiteindelijk ten koste van de koersontwikkeling. Een bedrijf aks IBM heeft sinds 1995 voor een bedrag van $162 miljard eigen aandelen teruggekocht. De huidige marktkapitalisatie bedraagt $150,3 miljard. Had al dat geld niet beter besteed kunnen worden? Cisco is een ander voorbeeld. Dat bedrijf heeft in twee decennia voor een bedrag van $75 miljard aan eigen aandelen teruggekocht. Dat bedrag is driemaal zo hoog als het totale bedrag uitgegeven aan kapitaalsinvesteringen. Dat klinkt niet goed. Maar dat is maar een deel van het verhaal. In diezelfde periode heeft Cisco talloze andere bedrijven overgenomen zonder dat zulks een noemenswaardig positief effect op de koers heeft gehad. Het gaat dus te ver om te claimen dat terugkoopprogramma’s ten koste gaan van het bedrijf. Daar spelen meer factoren, zoals uit het voorbeeld van Cisco blijkt.

    Schulden van bedrijven zijn de laatste jaren sterk toegenomen (Grafiek via Financial Times)

    Kwetsbaarheid bedrijven

    Een laatste beschuldigende claim is dat terugkoopprogramma’s bedrijven kwetsbaar maken. In de afgelopen jaren hebben veel bedrijven geld geleend om hun programma’s te financieren. Dat was aantrekkelijk, omdat de rente extreem laag was. Dat kan bedrijven behoorlijk gaan opbreken als de rente onverhoeds sterk gaan oplopen. Bedroeg de leverage van bedrijven in de S&P 500 voor de crisis van 2008 9%, nu is die opgelopen naar 19%. Het IMF heeft uitgerekend dat Amerikaanse bedrijven hun schuldenlast sinds 2010 met $7,8 biljoen hebben verhoogd. De mediane schuldenlast bedraagt nu ongeveer 1,5 keer de winst. Als de Federal Reserve doorgaat met de plannen om de rente stapje voor stapje te verhogen, dan moeten bedrijven wel problemen krijgen om hun rente en aflossing te betalen. Bedrijven hebben in dit opzicht onverantwoord gehandeld. Ergo, alle argumenten overziend blijft toch de stelling overeind dat het terugkopen van eigen aandelen eerder funest uitpakt dan goed is voor bedrijven! Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet. (www.twitter.com/wijtvliet)
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Stijgende rente pakt goed uit voor de financiële sector

    Het is onmiskenbaar dat er een duidelijk verband is tussen het stijgen van de rente en een verbetering van de winstgevendheid van banken. Dat althans is de uitkomst van een zeer uitvoerig onderzoek door drie researchers van de Federal Reserve Board. In hun onderzoek Low-interest rates and banks’ net interest margins uit 2016 hebben ze maar liefst 3.418 banken uit 47 landen over de periode 2005 – 2013 kritisch bekeken om tot bovenstaande conclusie te komen.
    Veel beleggers zijn het eens met de conclusie.

    Vooral aandelen van Amerikaanse banken hebben het goed gedaan sinds de Fed is begonnen de rente in kleine stapjes te verhogen. Europese banken blijven duidelijk achter bij hun Amerikaanse concullega’s, deels omdat renteverhogingen in dit deel van de wereld nog wel even op zich zullen laten wachten. Het effect van een renteverhoging mag er zijn, zo denken ze bij Morgan Stanley. Een verhoging met 10 basispunten kan de winst van Europese banken met 5% – 6% verbeteren. Europese banken met belangen in de VS trekken ook profijt van de renteverhogingen in de VS. Een bank als het Zwitserse UBS is daar duidelijk over.

    Winstmarge

    De verhoging van de winstgevendheid is vooral te danken aan het verbeteren van de marges. Dankzij de renteverhoging groeit het verschil tussen wat banken aan de kredietvrager in rekening kan brengen en wat ze betalen voor hun funding. De impact is het grootst wanneer de rente voor banken over een lange periode erg laag is geweest, wat het geval is in Europa. Europese banken hebben zich altijd genoodzaakt gevoeld hun depositohouders een vergoeding te betalen. Dat ging duidelijk ten koste van de winstontwikkeling. Volgens Morgan Stanley kunnen vooral banken met veel leningen met een variabele rente in de boeken hun winstgevendheid het snelst verbeteren. Ze hebben zodoende de flexibiliteit die rentes snel te verhogen als een officiële renteverhoging eenmaal een feit is. In Europa betekent dit dat vooral banken in Italië, Spanje en Duitsland zodoende het best gepositioneerd zijn hun winstgevendheid snel op te voeren. In de VS gaat het om banken als Bank of America, Citigroup en JP Morgan.

    Overigens is een stijgende rente niet louter een bron van goed nieuws voor banken. Een stijgende rente kan de waarde van de obligatieportefeuille aantasten. Sommige Europese banken met omvangrijke portefeuilles en langlopende obligaties zijn in het bijzonder kwetsbaar. Ook de economie speelt een rol. Als de rente stijgt, omdat de economie goed draait, dan is dat goed nieuws voor banken. Een te snel stijgende rente kan echter als gevolg hebben dat leningen niet meer afbetaald worden. Dat kan een probleem worden voor banken. Een ander punt is of banken de afgelopen jaren hun portefeuilles wel voldoende opgeschoond hebben. Als dat onvoldoende gebeurd is, dan kan een rentestijging de kredietwaardigheid van klanten aantasten. Klanten op hun beurt kunnen schrikachtig reageren op rentestijgingen, gewend als ze zijn aan een heel lage rente. Banken op hun beurt kunnen hierop reageren door minder gemakkelijk leningen te verstrekken, omdat ze bang zijn voor de kredietwaardigheid van deze klanten. In de VS is dit proces zichtbaar.

    Er zijn naast voordelen ook duidelijk nadelen als de rente omhooggaat. Die vallen echter in het niet bij de nadelen van een aanhoudend zeer lage rente. Die vreet aan de winstgevendheid, omdat bijvoorbeeld consumenten en masse hun hypotheken zijn gaan herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden.

    Verzekeraars

    Ook verzekeraars zijn over het algemeen blij met de renteverhogingen in de VS. Ze gaan er bovendien van uit dat ook in Europa de rente op afzienbare termijn weer omhooggaat. Een lage rente impliceert een aanslag op hun beleggingsinkomsten, de belangrijkste bron van winst. Zeker voor levensverzekeraars was de lage rente welhaast een ramp, omdat ze in tijden van een hogere rente langlopende verplichtingen waren aangegaan. Zij waren dus blij met het rentebeleid van de Fed, evenals de belegger. Koersen van verzekeraars zijn in de VS in 2017 behoorlijk gestegen en hetzelfde is in Europa het geval. Al zijn ze in 2017 in Europa omhooggegaan, zij het minder snel.

    De lage rente in de afgelopen jaren heeft verzekeraars gedwongen om hun businessmodel aan te passen aan die nieuwe werkelijkheid. Zo zijn ze gaan afzien van het aanbieden van garantieproducten. Die leggen verhoudingsgewijs beslag op veel middelen, maar bij een lage rente zijn ze amper aantrekkelijk voor klanten. Verzekeraars zijn hun beleggingsportefeuille gaan aanpassen aan de langdurig lage rente. Ooit bestond die portefeuille voornamelijk uit overheidsobligaties en hoogwaardige bedrijfsobligaties. In hun zoektocht naar rendement hebben ze gekozen voor een strategie van diversificaties. Dat betekende soms beleggen in meer illiquide assets, zoals infrastructuur, of in minder kredietwaardige assets. Ook is de belangstelling voor kredietverlening bij verzekeraars sterk toegenomen, evenals de belangstelling voor onroerend goed, ook al laat de kwaliteit van deze nieuwe inkomstenbronnen wel te wensen over. Het rendement vergoedt echter de twijfel.

    Die nieuwe aanpak bevalt zo goed, dat die ondanks een stijgende rente gehandhaafd blijft. Diversificatie kent echter beperkingen. Schadeverzekeraars moeten wel laag renderende assets aanhouden, omdat ze vaak in kort bestek moeten uitkeren. Een tweede beperking is kennis van zaken. Het gevolg van diversificatie is ook, dat verzekeraars meer kennis in huis moeten halen van de verschillende aandachtsgebieden.

    Cor Wijtvliet

    Voetnoot: ER Capital is in de bankensector uitgesproken positief over ABN Amro en ING Groep. Onze favorieten onder de verzekeraars zijn Aegon, Axa en NN Group.

  • Aandelen Zwitserse centrale bank schieten omhoog

    De aandelen van de Zwitserse centrale bank zijn dit jaar bijzonder goed uit de startblokken gekomen, want met een prijs van 6.000 Zwitserse frank per stuk zijn ze al de helft in waarde gestegen sinds het begin van dit jaar. Vergeleken met begin 2017 is de waarde van het aandeel zelfs verdrievoudigd, nadat een toestroom van speculanten op het aandeel dook.

    Er zijn in totaal 100.000 aandelen van de Zwitserse centrale bank in private handen, aandelen waar tot voor kort nauwelijks in gehandeld werd. De aandeelhouders die deze stukken bezitten krijgen een kleine dividenduitkering, maar hebben geen inspraak in het beleid van de centrale bank. Toch is er opeens veel belangstelling onder speculatieve beleggers die de aandelen ‘ontdekt’ hebben als een belegging met weinig tegenpartij risico.

    Beleggen in de Zwitserse centrale bank

    Het is niet duidelijk waarom de aandelen van de centrale bank de laatste weken opeens zo hard zijn gestegen. De centrale bank maakte begin dit jaar bekend dat ze over heel 2017 een recordwinst van 54 miljard Zwitserse frank had gerealiseerd op waardestijging van haar valutareserve en aandelenportefeuille. Dat lijkt gunstig voor de aandeelhouders, ware het niet dat ze maar weinig van die winst terug zullen zien. De meeste winst wordt immers uitgekeerd aan de Zwitserse regionale overheden.

    Vorig jaar schreven we al een uitgebreid artikel over de aandelen van de Zwitserse centrale bank. Wilt u meer over dit onderwerp lezen, dan kunnen we dat artikel van harte aanbevelen.

    Aandeel Zwitserse centrale bank schiet omhoog (Bron: Bloomberg)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • ECB bezorgd over slechte leningen Italiaanse banken

    Daniele Nouy, hoofd van de afdeling bankentoezicht bij de Europese Centrale Bank, houdt deze week crisisoverleg met de Italiaanse centrale bank en de top van het Italiaanse bankwezen. Het belangrijkste onderwerp op de agenda is de grote hoeveelheid slechte leningen op de Italiaanse bankbalansen, een probleem dat binnen afzienbare tijd geadresseerd moet worden.

    Volgens Reuters zal Daniele Nouy op woensdag eerst met de Italiaanse centrale bank praten en daarna de top van de Italiaanse bankensector ontmoeten. Naast de slechte leningen zal er ook gesproken worden over de jaarlijkse evaluatie van de bankensector, de zogeheten Supervisory Review and Evaluation Process (SREP).

    Italiaanse banken kwetsbaar door slechte leningen

    De ECB worstelt al langer met de grote hoeveelheid slechte leningen op de Italiaanse bankbalansen, omdat dit een bedreiging kan vormen voor de stabiliteit van de gehele Europese bankensector. Veel banken zijn onderling met elkaar verweven, wat betekent dat er nog steeds besmettingsgevaar is op het moment dat een grote Italiaanse bank in de problemen komt.

    Om dat risico te verkleinen wil de ECB als toezichthouder op de bankensector meer stappen zetten om de hoeveelheid slechte leningen op de bankbalansen te verkleinen, bijvoorbeeld door deze te verkopen aan private partijen die het risico beter kunnen dragen. Men spreekt van een slechte leningen als er sprake is van een betalingsachterstand van drie maanden of langer.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines