Categorie: Financiële markten

  • Dow Jones op 25.000, maar wat zegt deze index eigenlijk?

    De Dow Jones Index brak vorige week voor het eerst door de 25.000 punten, ongeveer een jaar nadat de barrière van 20.000 punten doorbroken werd. Maar betekent het ook dat de aandelen uit deze index het afgelopen jaar gemiddeld 25% meer waard zijn geworden? Niet per se, want de manier waarop deze beursindex wordt berekend laat nogal te wensen over.

    In tegenstelling tot de meeste andere beursgraadmeters is de Dow Jones een prijsgewogen index. Dat betekent dat er alleen wordt gekeken naar de prijs van alle onderliggende aandelen en niet naar de totale marktwaarde van alle onderliggende bedrijven. Het gevolg is dat de prijsstijging van een aandeel dan $200 kost veel meer invloed heeft op de index dan een procentueel vergelijkbare prijsstijging op een aandeel van $20.

    Dow Jones is een achterhaalde index

    Ook al is de totale marktwaarde van beide bedrijven gelijk, de Dow Jones index zal op een bepaalde procentuele prijsstijging van het eerste aandeel tien keer zo sterk reageren als op een prijsstijging van het tweede aandeel.  Zodoende heeft een procent waardestijging voor het aandeel Goldman Sachs ($254 per aandeel) bijna zes keer zoveel impact op de index als een procent waardestijging voor het aandeel Intel ($43,62 per aandeel), ook al is de totale marktwaarde van Intel met $204 miljard twee keer zo groot als de marktwaarde $96 miljard voor Goldman Sachs.

    Wil je weten hoeveel Amerikaanse aandelen over een bepaalde periode in waarde gestegen zijn, dan kun je beter kijken naar de breed gedragen S&P 500 index. Niet alleen omdat er veel meer bedrijven in deze beursgraadmeter zitten (500 versus 30), maar ook omdat deze index rekening houdt met de marktwaarde van de onderliggende bedrijven.

    Lees ook:

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Grafiek: Zijn aandelen overgewaardeerd?

    De aandelenmarkten wereldwijd zijn het nieuwe jaar goed begonnen, want de opwaartse trend van eind vorig jaar zet onverminderd door. Kijken we naar de ontwikkeling van de afgelopen veertien dagen, dan zien we dat bijna alle grote indices zich momenteel in ‘overgewaardeerd’ territorium bevinden.

    De S&P 500, de MSCI Asia Pacific, de MSCI World, de Nikkei 225 en de MSCI Emerging Markets zijn volgens de 14-daagse Relative Strength Index (RSI) allemaal te snel gestegen. Alleen de Euro Stoxx 600 index van grote beursgenoteerde bedrijven blijft nog wat achter, zoals onderstaande grafiek van Bloomberg laat zien.

    Belangrijkste beursindices overgewaardeerd? (Grafiek via Bloomberg)

    Relative Strength Index

    De Relative Strength Index (RSI) is een technische indicator die meet hoe sterk de onderliggende waarde gedurende een bepaalde periode (in dit geval twee weken) in een bepaalde richting beweegt.

    In theorie kan deze indicator uiteenlopen van 0 tot 100, maar in de praktijk beweegt deze meestal in een smallere bandbreedte tussen de 30 en de 70. Komt de indicator onder de 30 uit, dan is de onderliggende waarde (te) sterk in prijs gedaald en waarschijnlijk ‘oververkocht’. Stijgt de RSI boven de 70, dan spreekt men over het algemeen van een overwaardering.

    De gemiddelde RSI van de hierboven genoemde aandelenindices bereikte deze week het hoogste niveau sinds het begin van deze meting in 1988. Zitten we aan het einde van een jarenlange bull market in aandelen? Of kunnen de aandelenkoersen door de extreem lage rente nog verder omhoog?

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Beleggers houden weinig cash achter de hand

    Beleggers houden weinig cash achter de hand

    Beleggers hebben veel vertrouwen in aandelen en houden daarom steeds minder geld langs de zijlijn, zo blijkt uit de volgende grafiek die een lezer naar ons doorstuurde. Deze laat de ontwikkeling van de AAII Cash Index zien, het percentage van het totaal beheerde vermogen dat beleggers als reserve achter de hand houden.

    Deze indicator wordt vaak gebruikt om het sentiment te peilen, omdat beleggers over het algemeen meer geld opzij zetten als het slecht gaat op de beurs en minder langs de zijlijn laten staan wanneer de stemming op de aandelenmarkt positief is. Vanuit dat perspectief gezien is het vertrouwen in aandelen nu bijzonder hoog, want met 14,5% staat deze AAII Cash Index bijna op het laagste niveau in sinds 1999. Destijds bereikte de index een absoluut dieptepunt van 12%, vlak voordat de internetbubbel uiteenspatte en de aandelenkoersen begonnen te dalen.

    Daarmee is overigens niet gezegd dat een beurscrash aanstaande is, maar deze ontwikkeling bevestigt wel dat aandelen op dit moment vrij hoog gewaardeerd zijn. Om deze ontwikkeling in perspectief te plaatsen: Het afgelopen jaar lag dit percentage op gemiddeld 16% en een jaar eerder was dat nog 18,5%. Ook in vergelijking met het historische gemiddelde van 23,5% houden beleggers momenteel weinig geld achter de hand.

    Beleggers houden weinig geld achter de hand, AAII Cash Index naar laagste niveau sinds 1999 (Bron: Bloomberg)

  • Risicoweging staatsobligaties opnieuw ter discussie

    Staatsobligaties hebben een bijzondere status in ons financiële systeem, omdat deze niet worden meegenomen in de risicoweging van de bankbalansen. Dat betekent dat banken geen kapitaal opzij hoeven te zetten voor staatsobligaties die door de drie grote kredietbeoordelaars als veilig worden bestempeld.

    Voor het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in 2008 was er bijna geen discussie over dit onderwerp. Sterker nog, staatsobligaties werden in veel wetenschappelijke theorieën over beleggen en financiële markten nog beschouwd als risicovrije belegging, waaruit ook de term risicovrij rendement naar voren kwam.

    Staatsobligaties niet vrij van risico

    Deze waarderingsmethode was decennia lang de normale gang van zaken, maar door de Europese schuldencrisis van vijf jaar geleden werd opeens duidelijk dat zelfs staatsobligaties niet helemaal veilig zijn. Tijdens de Europese schuldencrisis waren Griekse en Portugese staatsleningen op een gegeven moment bijna onverkoopbaar, terwijl er ook grote onzekerheid bestond over de veiligheid van Spaanse en Italiaanse staatsleningen.

    Beleggers begonnen opeens het onderscheid te maken tussen de noordelijke en zuidelijke landen, waarbij laatstgenoemde werden afgestraft vanwege hun weinig concurrerende economie of vanwege een zwakke bankensector met een groot aantal problematische leningen.

    Toen de crisis op de obligatiemarkt ook over dreigde te slaan naar de Europese bankensector greep Draghi in met zijn ‘Whatever it takes’ toespraak. Hij zegde toe dat hij alles binnen zijn mogelijkheden zou doen om de euro overeind te houden. Er volgden twee grootschalige liquiditeitsinjecties en twee jaar later begon de centrale bank zelfs staatsobligaties op te kopen om de markt te kalmeren.

    Strengere kapitaaleisen

    Met de kennis van de afgelopen jaren wil de Bank for International Settlements (BIS) de kapitaaleisen voor banken verder aanscherpen, zodat deze minder kwetsbaar worden voor een nieuwe crisis in het financiële systeem.

    Onlangs presenteerde de BIS een nieuw pakket van kapitaaleisen waar alle banken in de wereld aan moeten voldoen, dat in de financiële wereld ook wel Basel IV wordt genoemd. Daarin stonden nog geen afspraken over een nieuwe risicoweging voor staatsobligaties, maar in een publicatie die ook zeer recent werd vrijgegeven hint de BIS al wel op een toekomstscenario waarin banken een buffer moeten aanleggen om het risico van staatsobligaties op te vangen.

    Deze kwestie ligt zeer gevoelig, omdat het betekent dat de bankensector de komende jaren miljarden aan extra kapitaal aan moeten houden. Alleen voor Nederland zou het gaan om een bedrag van ongeveer €14 miljard, terwijl de Europese bankensector als geheel volgens berekeningen van kredietbeoordelaar Fitch ongeveer €135 miljard aan extra kapitaal nodig hebben.

    Verdeeldheid

    Het is opvallend dat nu ook de BIS zich over dit onderwerp uitlaat, omdat er binnen de financiële wereld veel verdeeldheid over bestaat. Alleen Nederland, Duitsland, Zwitserland en Zweden zouden voorstander zijn van een risicoweging voor staatsleningen. In andere landen voelt men er niet veel voor, omdat het grote gevolgen zou hebben voor banken die heel veel staatsschulden van hun eigen overheid op de balans hebben staan. Dat is bijvoorbeeld het geval in Japan, maar ook in een aantal Zuid-Europese landen en in opkomende Aziatische economieën. Vooral in deze landen zal de bankensector moeite hebben om voldoende kapitaal opzij te zetten om het risico van het schuldpapier af te dekken.

    Momenteel profiteren zowel banken als overheden van de risicovrije status van staatsobligaties. Banken hoeven er geen kapitaal voor opzij te zetten, terwijl overheden dankzij deze voorkeursbehandeling goedkoper en gemakkelijker geld kunnen lenen. Het zal lastig zijn om deze situatie te doorbreken, maar als banken en toezichthouders niets doen blijft deze kwetsbaarheid in het financiële systeem bestaan. In een nieuwe crisis op de obligatiemarkt zullen centrale banken dan meteen weer bij moeten springen om een bankencrisis te voorkomen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Goldman Sachs: Aandelen en obligaties sinds 1900 niet zo duur

    Een jarenlange rally in aandelen en obligaties heeft de koersen doen stijgen naar het hoogste niveau sinds begin 1900, zo schrijft analist Christian Mueller-Glissman van Goldman Sachs in een nieuw rapport. Volgens hem is het zelden voorgekomen dat aandelen, obligaties en andere kredietinstrumenten tegelijkertijd zo hoog gewaardeerd staan, waardoor beleggers voorbereid moeten zijn op de ‘bear market’ die vroeg of laat onvermijdelijk zal volgen.

    De laatste keer dan aandelen en obligaties tegelijkertijd zo hoog gewaardeerd stonden was in de jaren ’20 en de jaren ’50 van de vorige eeuw. Er komt dus ook weer een moment dat de markt draait en de koersen weer dalen. Wanneer dat gaat gebeuren weet niemand, maar nu centrale banken hun monetaire stimulering afbouwen kunnen de koersen weer onder druk komen te staan. En dat zal gepaard gaan met een periode waarin het rendement op verschillende beleggingen lager zal uitvallen.

    Zowel aandelen als obligaties zijn momenteel hoog gewaardeerd, zo concludeert Goldman Sachs (Bron: Goldman Sachs, via Bloomberg)

    Minder buffers om schokken op te vangen

    “De hoge waarderingen vergroten het risico van een correctie om de simpele reden dat er minder buffers zijn om schokken te absorberen. Het gemiddelde waarderingspercentiel voor aandelen, obligaties en krediet in de Verenigde Staten is 90%, een all-time high”, zo schrijft Goldman Sachs in het rapport. Een beleggingsportefeuille met 60% in aandelen uit de S&P 500 index en 40% in Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties leverde sinds 1985 een voor inflatie gecorrigeerd rendement van 7,1% per jaar op, vergeleken met 4,8% gemiddeld van de afgelopen eeuw. Alleen de implosie van de techbubbel en de wereldwijde financiële crisis waren een smet op dit record.

    Goldman Sachs houdt rekening met een scenario waarin aandelen en obligaties minder rendement opleveren, maar nog wel een positief rendement. Daarom adviseert de bank haar klanten om hun positie vast te houden of zelfs verder uit te breiden. En hoewel de waardering van aandelen en obligaties momenteel uitzonderlijk hoog is hoeft dat volgens de bank nog niet te betekenen dat er snel een correctie zal volgen. Ook schrijft de bank in haar rapport dat obligaties vandaag de dag een minder goede hedge zijn voor aandelen, omdat beide beleggingscategorieën momenteel relatief hoog gewaardeerd zijn.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Depositogarantiestelsel wordt niet veranderd

    Afgelopen week lazen we op verschillende websites berichten dat het depositogarantiestelsel op de helling zou gaan. In plaats van maximaal €100.000 per persoon per bankrekening zouden spaarders in de toekomst nog maximaal €100.000 per persoon krijgen, terwijl andere sites schreven dat zelfs dat bedrag niet meer zeker is en dat de ECB zelfs het voorstel heeft gedaan om de bescherming van spaartegoeden via het depositogarantiestelsel op te heffen. Maar kloppen deze beweringen wel?

    Eerder deze maand bracht de ECB een document naar buiten over de herzieningen van het zogeheten ‘Union crisis management framework’, waarin wordt gesproken over de mogelijkheid om banktegoeden te blokkeren in het geval van een bankrun.

    Ook staat in het document beschreven dat rekeninghouders in dat geval maar een beperkt bedrag per dag mogen opnemen, maatregelen die we tot op heden alleen nog maar in Griekenland en op Cyprus hebben gezien. Zie de volgende passage die we in een rood blok gemarkeerd hebben.

    Financiële repressie in de Eurozone

    Deze ontwikkelingen wordt bevestigd door William Lelieveldt, woordvoerder van de Europese Centrale Bank. Hij gaf per email de volgende verklaring tegenover Marketupdate:

    De genoemde Europese instellingen zijn bezig met een herziening van het “Union crisis management framework” (zie hier) en, zoals met alle wetgeving die met financiële markten te maken heeft, geeft de ECB daarover een “legal opinion” af. Die Opinion is te vinden op de ECB website (zie hier). Het onderwerp waar nu zoveel over te doen is, gaat niet over het minder zeker maken van spaargeld tot €100.000 zoals wel wordt gesuggereerd. Het gaat over de mogelijkheid om een rem (een “moratorium”) te hebben op de uitstroom van liquiditeit zodat er tijd is voor een fatsoenlijke afwikkeling in geval van een ernstig probleem met een bank.

    De spaarder houdt gewoon recht op de volle €100.000, dus het moratorium heeft geen invloed of de bescherming van deposito’s die vallen onder het Depositogarantiestelsel. Ook de richtlijn die op dit moment geldt heeft voorzieningen voor extreme situaties. Zoals de ECB Opinion duidelijk maakt, bijvoorbeeld in artikel 5.1, “the ECB expects these far-reaching powers to be exercised only in extreme circumstances, if at all”. In 5.2 waarschuwt de ECB dat “that prolonged periods during which depositors have no access to their deposits undermine confidence in the banking system and might ultimately create risks to financial stability.”

    In zijn toelichting schrijft Lelieveldt dat het depositogarantiestelsel een zaak is voor de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement. Deze instellingen maken de richtlijnen die vervolgens via nationale wetgeving geïmplementeerd worden. Het is dus niet zo dat de ECB hier zelf veranderingen in aan kan brengen.

    "Depositogarantiestelsel staat niet ter discussie"

    Dat wordt bevestigd door Ben Feiertag, woordvoerder bij De Nederlandsche Bank. In een verklaring tegenover Marketupdate zegt hij dat de reikwijdte van het depositogarantiestelsel niet ter discussie staat in relatie tot de berichten over de ECB. Die dekt nog steeds €100.000 per persoon per bank (niet per bankrekening). Hij voegde eraan toe dat de uitkeringstermijn van het depositogarantiestelsel in de toekomst van 20 naar 7 werkdagen teruggebracht zal worden, waardoor spaarders na faillissement van een bank eerder hun geld terugkrijgen. We deden ook navraag bij de Duitse Bundesbank en ook daar kregen we de bevestiging dat er momenteel geen plannen bekend zijn om het depositogarantiestelsel in te perken. De speculaties die we op verschillende websites lezen over het inperken van het garantiestelsel zijn dus niet waar, indien hun claims gebaseerd zijn op het document dat de ECB eerder deze maand naar buiten bracht.

    Moratorium

    Waar men zich wel terecht zorgen over maakt is het moratorium vraagstuk, de mogelijkheid om maximaal vijf dagen lang de banken te sluiten voorafgaand aan definitief faillissement of resolutie. Die maatregel is bedoeld om te voorkomen dat spaarders op grote schaal hun geld van de bank halen, waardoor het veel lastiger is om de bank af te wikkelen onder het resolutiemechanisme. Het moratorium waar de ECB in haar rapport over spreekt is overigens niet veel anders is dan de huidige bevoegdheden die we in Nederland reeds hebben onder de noodregel, zo merkt Feiertag op. Er bestond al een mogelijkheid om de banken een paar dagen te sluiten, maar daar is tot op heden nog geen gebruik van gemaakt.

    Conclusie

    De beweringen dat het depositogarantiestelsel wordt ingeperkt of zelfs volledig wordt opgeheven kunnen we op basis van de huidige informatie van de centrale autoriteiten niet verifiëren. Wanneer men het betreffende document van de ECB als bron aanhaalt voor dit soort beweringen weet je dat die beweringen onjuist zijn. Natuurlijk kunnen er in de toekomst allerlei zaken veranderen omtrent het depositogarantiestelsel, maar dat zal niet door de Europese Centrale Bank beslist worden. Daarover gaan de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement, zoals hierboven al is aangegeven. De monetaire autoriteiten staan dus volledig achter het huidige systeem dat spaargeld tot €100.000 per persoon per bank garandeert. Maar tegelijkertijd is het ook goed te beseffen dat niet iedere garantie waargemaakt zal worden. In een extreem scenario waarin verschillende grote banken omvallen is het huidige bedrag dat banken opzij hebben gezet volstrekt onvoldoende. Daar schreven we eerder op Marketupdate al een uitgebreide analyse over. In een dergelijk scenario moet het garantiefonds geld op de kapitaalmarkt ophalen om spaarders te kunnen compenseren. Als spaarder heb je dus een redelijke zekerheid dat je geld terugkrijgt via het garantiestelsel, maar in extreme scenario's kunnen ook die garanties onder druk komen te staan. Het is daarom aan te raden je vermogen niet alleen te verspreiden over verschillende bankrekeningen, maar ook een gedeelte aan te houden in tastbare bezittingen of in verschillende beleggingen.

  • Dow Jones index beweegt al 67 dagen minder dan 1%

    Het is dit jaar bijzonder rustig op de Amerikaanse aandelenmarkt, want de Dow Jones index heeft maar liefst 67 handelsdagen op rij geen intraday beweging groter dan 1% laten zien. Dat is uitzonderlijk, want het is in de geschiedenis nooit eerder voorgekomen dat de handel op de aandelenmarkt zo lang zo weinig volatiliteit liet zien.

    Sowieso is er dit jaar weinig volatiliteit op de beurs in New York, want van alle 225 handelsdagen van dit jaar waren er 216 waarop de index gedurende de dag minder dan een procent bewoog. Dat is 96% van alle handelsdagen, meer dan het oude records uit 1944. Pension Partners maakte er de volgende grafiek van, aangevuld met een lijst van de jaren waarin de volatiliteit het laagst was.

    Volatiliteit Dow Jones index naar laagste niveau ooit gemeten (Grafiek van Pension Partners, via @charliebilello)

  • Bill Gross: “Federal Reserve vervalst financiële markten”

    De financiële markten zijn vervalst door het monetaire beleid van de Federal Reserve, zo concludeert obligatiebelegger Bill Gross van Janus Henderson Investors. Door het ruime monetaire beleid van de centrale bank zijn de koersverschillen tussen solide en minder solide beleggingen steeds kleiner geworden. Daardoor wordt het voor beleggers steeds moeilijker om het onderscheid te maken tussen de goede en slechte investeringen.

    Door het opkoopprogramma van de Federal Reserve is de rente op staatsobligaties, bedrijfsobligaties en de zogeheten high-yield obligaties sterk gedaald. Door de opwaartse trend op de obligatiemarkt maken beleggers steeds minder onderscheid tussen kwalitatief sterke en minder sterke beleggingen. Beleggers moeten daarom extra waakzaam zijn voor het moment waarop de rente weer begint te stijgen, omdat de verschillen dan weer zichtbaar zullen worden.

    Vermogensbeheerder Gross is van mening dat de Federal Reserve en andere centrale banken in dit tijdperk van uitzonderlijk monetair beleid niet teveel moeten vertrouwen op oude modellen zoals de Taylor regel en de Phillips curve, die respectievelijk betrekking hebben om de hoogte van de rente en op de relatie tussen de werkloosheid en de inflatie.

    Centrale banken vervalsen de financiële markten, aldus Bill Gross

  • Infographic: De vijftien grootste beleggingsfondsen

    Wist je dat meer dan driekwart van de vijftien grote beleggingsfondsen in de Verenigde Staten gevestigd is? De Visual Capitalist maakte een overzicht van de grootste namen in de wereld van vermogensbeheer en zet de belangrijkste cijfers op een rij. De resultaten laten zien dat de Verenigde Staten in financieel opzicht nog steeds wereldleider is met namen als BlackRock, Vanguard, Pimco en JP Morgan Asset Management. In de top vijftien staan drie Europese en één Japans beleggingsfonds met een beheerd vermogen van ongeveer $1 biljoen.

    De vijftien grootste beleggingsfondsen (Bron: Visual Capitalist)

  • ‘Deutsche Bank nog steeds overgewaardeerd’

    Deutsche Bank loopt achter op het gebied van innovatie en digitalisering en is nog steeds overgewaardeerd, zo concludeert het Britse onderzoeksbureau Autonomous. De afdeling van de bank die zich bezig houdt met de valutamarkt en de obligatiemarkt presteert volgens het onderzoeksbureau ondermaats, terwijl de bank daar een kwart van haar inkomsten uit haalt.

    Volgens het onderzoeksbureau heeft Deutsche Bank meer dan tien jaar lang te weinig geïnvesteerd in informatietechnologie, waardoor de bank een achterstand heeft opgelopen ten opzichte van een concurrent als JP Morgan. Dit jaar spendeert de grootste bank van Duitsland $4,1 miljard aan het verbeteren van IT-systemen, net zoveel als in het jaar 2000 en veel minder dan de $7,4 miljard die JP Morgan dit jaar zal investeren.

    Een ander pijnpunt zijn de vele boetes die Deutsche Bank de afgelopen jaren heeft gekregen. Dit heeft niet alleen een drukkend effect gehad op de winstgevendheid, ook heeft het de reputatie van de bank geen goed gedaan.

    Deutsche Bank overgewaardeerd?

    Autonomous Research, dat onderzoek doet naar de gezondheid van financiële instellingen, is daarom tot de conclusie gekomen dat Deutsche Bank tegen de huidige koers nog steeds overgewaardeerd is en dat de waarde van het aandeel verder kan dalen.

    “Als we kijken naar de fundamenten die een bank tot winnaar maken – vertrouwen, de sterkte van de balans, de technologie en haar personeel – dan ziet het er voor Deutsche Bank zeer slecht uit”, zo schrijft Stuart Graham in het nieuwste rapport van het onderzoeksbureau.

    Het aandeel van Deutsche Bank is sinds het aantreden van topman John Cryan in juli 2015 met 45,5% gedaald. De afgelopen twee jaar leed de bank in totaal een verlies van €8,2 miljard, wat ten koste is gegaan van de kapitaalbuffer. Ook heeft de bank moeten snijden in de bonussen, waardoor ze meer moeite heeft om goede bankiers aan zich te binden.

    “Gezien deze problemen zijn we van mening dat Deutsche Bank nog niet goedkoop genoeg is, zelfs niet na de verschrikkelijk slechte prestatie van dit jaar”, aldus Graham.

    Aandeel Deutsche Bank is in vijf jaar gehalveerd (Bron: Bloomberg)

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Sentiment beleggers naar hoogste niveau sinds 2000

    Sentiment beleggers naar hoogste niveau sinds 2000

    Het sentiment onder Amerikaanse beleggers staat op het hoogste niveau sinds september 2000, zo blijkt uit een nieuwe peiling van Wells Fargo en Gallup. Sinds begin vorig jaar is de zogeheten US Investor Optimism index ieder kwartaal gestegen. In het derde kwartaal van dit jaar bereikte deze index een score van 138, het hoogste niveau sinds het uiteenspatten van de internetbubbel in 2000.

    Deze resultaten werden gemeten bij een peiling die in de periode van 28 juli tot en met 6 augustus werd gehouden onder ongeveer duizend Amerikaanse beleggers die voor tenminste $10.000 aan aandelen, obligaties of beleggingsfondsen in bezit hebben. Bij deze peiling krijgen beleggers verschillende vragen, waarvan drie betrekking hebben op hun persoonlijke financiële situatie en vier op de algemene toestand van de economie.

    Sentiment Amerikaanse beleggers naar hoogste niveau in 17 jaar (Bron: Gallup)

    Beleggers worden enthousiast

    Sinds februari vorig jaar is de index met bijna 100 punten gestegen, de grootste stijging sinds de introductie van deze index. Het optimisme van beleggers is goed zichtbaar als we wat verder in de cijfers duiken. Onderzoeksbureau Gallup maakte de volgende observaties:

    • Van alle ondervraagde beleggers heeft 68% momenteel positieve verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de aandelenmarkt over de komende twaalf maanden. Dat is even hoog als het record dat in december 1999 en januari 2000 werd gemeten.
    • Tenminste 61% van de beleggers heeft de laatste drie kwartalen laten weten positief te zijn over de aandelenmarkt, een percentage dat slechts vier keer eerder geëvenaard werd in de 132 keer dat deze vraag gesteld werd.
    • Een kwart van de respondenten liet weten ‘zeer optimistisch‘ te zijn, meer dan het vorige record van 24% in het eerste kwartaal van dit jaar. Een jaar geleden was nog maar 11% van de ondervraagde beleggers ‘zeer optimistisch’.

    Op dit moment is 61% van de beleggers van mening dat dit een goed moment is om in aandelen te stappen, terwijl dat twee jaar geleden omstreeks deze tijd nog maar 53% was. De belangrijkste reden waarom beleggers positief zijn is dat ze een stijging van de aandelenmarkt verwachten. Ongeveer een op de zes verklaart dat er momenteel geen betere alternatieven zijn, terwijl een vergelijkbaar aantal beleggers aangeeft dat de toegenomen volatiliteit momenteel kansen biedt.

    Party Like It’s 1999

    De Amerikaanse aandelenmarkt zit nu al bijna acht jaar in een opwaartse trend en heeft dit jaar al meerdere malen records gebroken. Met nieuwe all-time highs op de beurzen en een ongekend optimisme onder beleggers is het de vraag hoe lang de rally nog kan aanhouden.In verschillende opzichten is de huidige aandelenrally te vergelijken met de internetbubbel van 1999. Net als toen zijn er nu ook veel bedrijven waarvan de marktwaarde veel hoger is dan wat je op basis van fundamentele analyse zou mogen verwachten. Ook de explosieve prijsstijging van Bitcoin en de wildgroei van nieuwe virtuele munten is typerend voor een groot optimisme onder beleggers.

    Toch zijn er ook verschillen met de aandelenbubbel van eind jaren negentig. Zo is de rente nu uitzonderlijk laag, waardoor aandelen meer cashflow opleveren dan de meeste obligaties. Zo lang die rente laag blijft zijn aandelen van defensieve bedrijven met een gezonde cashflow nog steeds interessant. Is er dan echt geen alternatief voor aandelen?

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.