Categorie: Nieuws

  • Stimuleringsprogramma’s centrale banken op volle toeren

    Centrale banken kopen sinds het uitbreken van de financiële crisis iedere maand miljarden aan schuldpapier op om de economie te ondersteunen. En als u dacht dat deze waanzin al achter de rug was, dan heeft u het mis. Op dit moment kopen centrale banken wereldwijd iedere maand ongeveer $180 miljard aan schuldpapier op, meer dan ooit tevoren! De hoofdrolspelers in het spel van monetaire verruiming zijn door de jaren heen weliswaar veranderd, maar het spel is hetzelfde gebleven.

    Totale monetaire stimulering centrale banken sinds 2009 (Bron: Deutsche Bank, via Jamie McGeever)

    Meer monetaire verruiming

    De Federal Reserve gaf in 2009 de aftrap met de aankondiging van het grootste stimuleringsprogramma uit haar geschiedenis. Kort daarna volgde de Bank of England en nog een paar jaar later begon ook de Japanse centrale bank onder druk van de nieuwe regering obligaties en zelfs aandelen op te kopen. In 2015 ging het stimuleringsprogramma van de Bank of Japan in een hogere versnelling en kondigde ook de ECB een omstreden opkoopprogramma aan. Waar eindigt dit??

  • Deutsche Bank 5% lager na slechte resultaten

    Deutsche Bank waarschuwt voor een meer ingrijpende reorganisatie in het bedrijf, na de publicatie van teleurstellende cijfers over het tweede kwartaal van dit jaar. De omzet van de bank daalde met 20% ten opzichte van een jaar geleden, terwijl een groot deel van de winst verdampte. Werd er in het tweede kwartaal van vorig jaar nog €798 miljoen verdiend, nu was dat nog maar €20 miljoen. Dat was overigens minder slecht dan het verlies van €105 miljoen waar analisten rekening mee hielden.

    De daling van de omzet en de winst van Deutsche Bank is voor een deel het gevolg van de ‘Brexit’, waardoor de risicopremies zijn toegenomen en de waarde van bankaandelen onder druk kwam te staan. Ook daalde de winstgevendheid van de obligatiehandel met 19% als gevolg van het afstoten van transacties van meer risicovolle obligaties. Deutsche Bank wist wel te profiteren van de toegenomen valutahandel na het Britse referendum over de ‘Brexit’.




    Deutsche Bank onder druk

    "Als de huidige zwakke economische omstandigheden aanhouden, dan moeten we meer ambitieus zijn in de timing en intensiteit van de hervormingen", zo schrijft directeur John Cryan in een persverklaring. Op de beurs zakte het aandeel van de bank woensdag met 5% en stond er rond het middaguur een koers van €12,20 op de borden. Frankfurt_Deutsche_Bank_teaserBegin deze maand zakte het aandeel Deutsche Bank in de nasleep van de Brexit en met de dreiging van een Italiaanse bankencrisis naar een 30 jaars dieptepunt van €11,44. De huidige koers ligt al onder het laagste niveau van begin 2009, toen een aantal financials op omvallen stonden en door de staat gered moesten worden. Beleggers maken zich zorgen over de exposure die de grootste bank van Duitsland heeft aan andere landen en vrezen meer schadeclaims voor niet-deugdelijke financiële producten die de bank verkocht heeft, zoals rentederivaten en slechte hypotheekportefeuilles. En dan hebben we het nog niet eens over de derivatenpositie van ruim €50 biljoen.

    Stresstest

    Aanstaande vrijdag publiceert de Europese Bankautoriteit (EBA) de resultaten van haar onderzoek van de 53 grootste Europese banken. We wachten deze resultaten vol spanning af. Hieronder alvast een infographic van het rampzalige koersverloop van Deutsche Bank van de afgelopen tien maanden.

    deutsche-bank-fall-chart

    De neergang van Deutsche Bank (Infographic via Visual Capitalist)

  • GFMS: Minder vraag naar goud in Azië

    De goudmarkt werd in het tweede kwartaal gedomineerd door een sterk toegenomen vraag naar beleggingsgoud en goud-ETF’s, terwijl de vraag naar gouden sieraden in belangrijke afzetmarkten als China en India aanzienlijk daalde. Een toenemend aanbod van sloopgoud zorgde netto voor een klein overschot in de wereldwijde goudmarkt, zo concludeert onderzoeksbureau Thomson Reuters GFMS in haar nieuwste kwartaalrapport over de goudmarkt.

    Meer vraag naar goud-ETF’s

    Een vlucht naar veilige havens zorgde in de eerste helft van dit jaar voor een indrukwekkende stijging van de goudprijs. Het edelmetaal werd bijna 25% meer waard, omdat beleggers op grote schaal hun toevlucht zochten in beleggingsgoud en goud-ETF’s. In het tweede kwartaal voegden deze beleggingsfondsen wereldwijd 232 ton edelmetaal aan hun voorraden toe, nadat ze in het eerste kwartaal ook al 336 ton goud van de markt haalden. Een opmerkelijke trendverschuiving, als je bedenkt dat de vraag naar dit soort beleggingsproducten de afgelopen twee jaar vrijwel uitsluitend negatief was.

    Volgens Thomson Reuters GFMS profiteerde goud niet alleen van een vlucht naar veilige havens, maar ook van de toename van negatieve rente in de wereld. Daardoor is het minder kostbaar om het gele edelmetaal aan te houden in plaats van andere beleggingen die wel rente of dividend opleveren. Ook de Brexit heeft een vlucht richting goud veroorzaakt, maar de totale impact daarvan zal pas in het het volgende kwartaalrapport zichtbaar worden.

    goudprijs-brexit-gfms

    Brexit gaf stimulans aan de goudprijs (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    Goud stroomt terug naar Westen

    Schreven we de afgelopen jaren nog over de onafgebroken stroom van goud van West naar Oost, nu zien we een omgekeerde beweging. Dit jaar is niet China of India waar het meeste edelmetaal naartoe stroomt, maar het Verenigd Koninkrijk. Dat komt omdat veel goud-ETF’s hun fysieke goudvoorraad in Londen aanhouden, namelijk in de vorm van 400 troy ounce ‘Good Delivery’ goudstaven. Die werden op grote schaal ingevlogen om de voorraden van ETF’s weer aan te vullen. De afgelopen jaren hebben deze exchange traded funds honderden tonnen van het gele metaal moeten liquideren.

    goud-etf-vraag-gfms

    Beleggers stappen dit jaar weer in goud-ETF’s (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    Minder gouden juwelen in Azië

    Terwijl de vraag naar goud onder met name Westerse beleggers is toegenomen laat de goudmarkt in China en India het juist afweten. In China werden er in het tweede kwartaal bijvoorbeeld 31% minder gouden sieraden verkocht dan een jaar geleden, terwijl de Indiase goudmarkt zelfs een daling van 56% liet zien. Dat zijn ongekende percentages, die deels te verklaren zijn doordat juweliers hun voorraden afbouwden. Dat gebeurde in India op een zodanig grote schaal dat het goud daar de afgelopen maanden voor minder dan de wereldwijde spotprijs verkocht werd. Wereldwijd zakte de vraag naar gouden sieraden in het tweede kwartaal met 27% ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar.

    gold-jewelry-demand-gfms

    Vraag naar gouden sieraden sterk afgenomen (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    indiase-goudmarkt-gfms

    Indiase goudmarkt in lagere versnelling (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    Goudmijnen verlagen productiekosten

    De goudmijnsector produceerde in het eerste kwartaal van dit jaar 744 ton goud, vergelijkbaar met de productie in dezelfde periode van vorig jaar. Door de relatief lage goudprijs werden de goudmijnen gedwongen hun kosten omlaag te brengen. En met succes, want de volgende grafiek uit het rapport laat zien dat de goudmijnsector haar kosten verder omlaag heeft weten te brengen. Combineer de lage productiekosten met de stijging van de goudprijs en je begrijpt waarom de aandelen van goudmijnen dit jaar al meer dan verdubbeld zijn in waarde.

    Volgens berekeningen van Thomson Reuters wisten de goudmijnen in het eerste kwartaal van dit jaar hun productiekosten met 9% te verlagen tot een ’total cash cost’ van $634 per troy ounce. Gunstige wisselkoerseffecten en de daling van de olieprijs leverden een significante bijdrage aan de lagere kostprijs. De ’total cash cost’ dient overigens niet verward te worden met de veel hogere ‘all in sustaining cash costs’, waarin ook overheadkosten en exploratiekosten zijn meegenomen.

    gold-mining-gfms

    Goudmijnen verlagen productiekosten (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    hollandgold-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van Hollandgold

  • Kaart: Slechte leningen in Europa

    Hoe groot is het aantal slechte leningen in verschillende Europese landen? De Visual Capitalist verzamelde de cijfers en maakte daar de volgende kaart van. Zo zien we in één oogopslag welke landen het eerst in moeilijkheden zullen komen bij een nieuwe economische crisis.

    europe-npls-chart

    Hoeveel slechte leningen hebben de banken in Europa? (Bron: Visual Capitalist)

    Slechte leningen in Europa

    Griekenland en Cyprus hebben met afstand het hoogste percentage slechte leningen en het is dan ook geen toeval dat de banken in deze landen al zware klappen hebben opgevangen. Nu concentreren de problemen zich rond de Italiaanse en Portugese bankensector, die ook veel dubieuze kredieten in de boeken hebben staan.

    De economische tweedeling tussen het noordelijke en zuidelijke Europa is op deze kaart goed te zien. De banken in het noordwesten van Europa hebben slechts een paar procent slechte leningen in de boeken staan, terwijl de Scandinavische landen het beste scoren. Voor het uitbreken van de financiële crisis waren die verschillen overigens veel kleiner, zoals de volgende grafiek van Visual Capitalist laat zien.

    non-performing-loans2

    Percentage slechte leningen is de laatste jaren sterk toegenomen in de zuidelijke landen (Bron: Visual Capitalist)

    De grote vraag is hoe Europa het probleem van slechte leningen zal aanpakken. De ECB liet onlangs nog weten dat er een markt moet komen voor slechte leningen, zodat banken die makkelijker kunnen doorverkopen en hun balans kunnen opschonen. Komen de banken verder in de problemen, dan moeten ze herkapitaliseren. En dat kan de nietsvermoedende spaarders die buiten het depositogarantiestelsel vallen miljarden kosten.

  • Sombere PMI-index slecht nieuws voor Britse pond

    Afgelopen week zagen we eindelijk het eerste belangrijke nieuws uit het Verenigd Koninkrijk na het EU-referendum, namelijk de inkoopmanagersindex over de maand juli. Deze purchase managers index (PMI) wordt algemeen gezien als een zeer belangrijke graadmeter van het zakelijke sentiment. De cijfers bleken slechter dan verwacht en op een niveau dat wijst op het begin van een recessie.

    Het is een sterk contrast met de positieve verrassingen die we zien in de VS, vooral op de huizenmarkt. Intussen deed de ECB alles wat ze kon om uit de weg te blijven. Het monetaire beleid bleef daarom ongewijzigd en er werd weinig informatie gegeven over toekomstige plannen.

    Met dit nieuws in het achterhoofd waren de valutaschommelingen vorige week weinig verrassend. De dollar scoorde tegenover elke andere belangrijke valuta in de wereld, maar Europese valuta’s hadden het moeilijk en daalden tussen 0,6% en 1,2% tegenover de greenback.

    pmi-uk-tradingeconomics

    Producentenvertrouwen Verenigd Koninkrijk omlaag na Brexit (Bron: Tradingeconomics)

    Valutamarkt in afwachting van centrale banken

    Deze week verandert de focus van macro-economisch nieuws naar het beleid van centrale banken. Opnieuw zijn de verwachtingen voor de vergadering van de Bank of Japan aanstaande vrijdag erg hoog. De meeste analisten (inclusief wijzelf) verwachten uitgebreide verruimingsmaatregelen. Mogelijk wordt dit gerealiseerd door een combinatie van een renteverlaging (het huidige niveau is -0,1%) en het verhogen van de aankoop van risicovolle activa. Misschien nog belangrijker is dat we duidelijke hints verwachten die wijzen op coördinatie met de Japanse regering op gebied van monetaire stimulansen. Of dit al dan niet in de vorm van ‘helikoptergeld’ zal zijn, is voor ons van minder belang. Als de BoJ handelt naar onze verwachtingen, zal het voor de yen alvast moeilijk worden om op de huidige hoge niveaus te blijven.

    Aan de andere kant van de oceaan vindt deze week nog een belangrijke vergadering plaats, namelijk die van de Federal Reserve op woensdag. Er wordt geen verandering van het beleid verwacht, maar volgens ons zullen de notulen een verbetering van de Amerikaanse economische indicatoren bevestigen. De markten zouden kunnen focussen op het gat tussen het voorzichtig optimisme van de Federal Reserve en de enorm lage verwachtingen voor renteverhogingen op de markten, wat een goede steun zou kunnen bieden voor de Amerikaanse dollar.




    Euro

    Er kwamen afgelopen week geen verrassingen van de Europese Centrale Bank, want Draghi kondigde geen verdere stimulusmaatregelen aan. Het is duidelijk dat de ECB in een afwachtende modus is en momenteel amper informatie heeft over de impact van het Brexit-referendum. Draghi herhaalde echter dat de centrale bank kan en wil ingrijpen en tegen september zou het duidelijker moeten zijn hoe het Brexit-resultaat de economie in de eurozone beïnvloed heeft. In het bijzonder herhaalde Draghi dat hij een losser monetair beleid aanbeveelt en de banken in de eurozone solvabel blijven. De ECB moet ongetwijfeld opgelucht geweest zijn toen de eerste PMI indices na het Brexit-referendum slechts bescheiden lager uitkwamen dan ervoor. De volgende test voor de euro wordt de publicatie van de inflatie-inschatting. Elke onaangename verrassing, vooral voor de kerninflatie die verwacht wordt op 0,8% op jaarbasis, zou de euro significant onder druk kunnen zetten.

    Amerikaanse dollar

    Cijfers uit de Amerikaanse economie bleven afgelopen week in lijn met een mogelijke toekomstige renteverhoging in december. De grootste economie ter wereld blijft schijnbaar afgesloten van de politieke gebeurtenissen in Europa. De PMI productiecijfers van de maand juli overtroffen de verwachtingen en stegen sterk van 51,3 naar 52,9. We zagen ook opnieuw een indrukwekkende week op gebied van aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen, terwijl op de Amerikaanse huizenmarkt het aantal bouwvergunningen weer steeg in vergelijking met de voorbije maand. Financiële markten reageerden niet verrassend en prijzen bijna een renteverhoging in voor het einde van het jaar. Dit zou positief zijn voor de Amerikaanse dollar, die tijdens de rest van het jaar tegenover bijna elke andere belangrijke valuta zou kunnen stijgen.

    Britse pond

    De normaal zo cruciale publicatie van inflatiecijfers werd vorige week overschaduwd door de eerste cijfers die de impact van het EU-referendum zouden weergeven. De PMI indices van zakelijk vertrouwen ondergingen hun sterkste daling in de geschiedenis. Toekomstige componenten zoals nieuwe orders daalden zelfs nog meer. Het huidige niveau van de samengestelde PMI duidt op een significante krimp in de Britse economie. Ondanks alles hebben we gemerkt dat PMI’s soms overreageren op schokken. De cijfers van augustus zullen daarom net zo belangrijk worden als die van juli. Het is mogelijk dat we een bescheiden herstel zien na het verwerken van de schok en het stabiliseren van het pond en de aandelenmarkten. Door Enrique Díaz-Álvarez, Chief Risk Officer Ebury

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta
    Meer informatie op www.ebury.nl.

  • Dit doet inflatie met honderd gulden

    Vandaag was de laatste dag dat u het bankbiljet van honderd gulden met het portret van Michiel de Ruyter kon omwisselen bij de Nederlandsche Bank. Circa honderd biljetten werden op het laatste moment nog ingewisseld voor het schamele bedrag van €45,38. Daarmee levert het briefje anno 2016 nog maar een fractie van de koopkracht die het een kleine vijftig jaar geleden leverde.

    Wat was honderd gulden waard in 1970?

    Hierboven ziet u het bankbiljet in kwestie, de honderd gulden met het portret van Michiel de Ruyter. We hebben het jaartal van dit bankbiljet als uitgangspunt genomen en zijn aan het rekenen geslagen. Hoeveel kon je in 1970 kopen met dit bedrag?

    Precies die vraag wordt beantwoord op de website van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De calculator op hun site geeft aan de hand van de officiële inflatiecijfers weer hoeveel koopkracht het geld van toen had, omgerekend naar de hedendaagse prijzen.

    100gulden-inflatiecorrectie

    Honderd gulden had in 1970 evenveel koopkracht als €196,23 in 2015 (Bron: IISG)

    Gaan we uit van de officiële inflatiecijfers, dan mogen we veronderstellen dat je in 1970 met een briefje van honderd gulden evenveel kunt kopen als met €196,23 in 2015. Dat is meer dan vier keer zoveel als de €45,38 die je tot en met vandaag kon krijgen bij de Nederlandsche Bank.

    Tussen 1970 en 2015 is dus 75% van de waarde van dit bankbiljet verdampt. Ben je er echter van overtuigd dat de inflatiecijfers jarenlang structureel te laag zijn weergegeven, dan is het verlies aan koopkracht nog veel groter geweest dan die 75%.

    Waardeverlies van 95%

    Gecorrigeerd voor de inflatie heeft het briefje van honderd gulden dus veel aan koopkracht ingeleverd, maar hoe groot is het waardeverlies gemeten in grammen goud? Een korte zoektocht op het internet leert ons dat de Amerikaanse dollar eind 1970 gelijk stond aan 3,62 gulden. Een Michiel de Ruyter briefje van 100 gulden was op dat moment dus gelijk aan $27,62.

    Koppelen we dat bedrag aan de goudprijs van $36,02 per troy ounce in het jaar 1970, dan komen we aan 0,767 troy ounce goud. Rekenen we dat weer om naar grammen (1 troy ounce = 31,1 gram), dan komen we uit op een gewicht van 23,85 gram goud voor ons briefje van honderd gulden.

    Had je het briefje niet omgewisseld voor goud, maar al die jaren in een kastje gelegd en vandaag bij de Nederlandsche Bank ingewisseld, dan kreeg je daar nog maar €45,38 voor. Zou je dat bedrag willen omzetten in goud, dan kom je bij de huidige goudprijs van €38,47 per gram niet verder dan 1,18 gram.

    U leest het goed, gemeten in grammen goud is de waarde van het honderd gulden bankbiljet in de afgelopen 46 jaar met 95% gedaald. Zoals u begrijpt is prijsstabiliteit voor centrale banken een uitermate rekbaar begrip...

    NederlandscheBank

    Prijsstabiliteit is een zeer rekbaar begrip voor de Nederlandsche Bank

  • Nieuw: Gouden Queen’s Beast munt

    Het Britse munthuis lanceert met de Queen’s Beast een nieuwe gouden beleggingsmunt van 1 troy ounce. Op deze munt staat een leeuw afgebeeld die het wapen van het Britse koningshuis bewaakt, terwijl we op de achterkant van deze gouden munt het portret van Queen Elizabeth II zien. Deze gouden munt heeft een zuiverheid van 99,9% goud en een gewicht van 1 troy ounce (31,1 gram).

    queensbeast-1Bijzonder aan de gouden Queen’s Beast is de relatief hoge nominale waarde van £100, dat is veel meer dan de nominale waarde van veel andere gouden beleggingsmunten. Toch zal de munt nooit voor dat doel gebruikt worden, omdat de waarde van een troy ounce goud veel hoger is. De munten worden per stuk apart verpakt in een plastic capsule en blijven daardoor in optimale conditie.

    Hollandgold heeft deze prachtige munten uit van de Britse Royal Mint sinds kort in haar assortiment opgenomen. Een mooie toevoeging aan uw verzameling gouden munten. Wist u dat de Royal Mint ook een zilveren Queen’s Beast munt van 2 troy ounce heeft uitgebracht? Deze zilveren munt is ook te bestellen bij Hollandgold.

    hollandgold-logo

    Klik hier voor meer informatie over de gouden Queen’s Beast

  • Grafiek: Meer bedrijven failliet in 2016

    Het herstel van de wereldeconomie loopt niet helemaal volgens plan, want uit onderzoek van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s blijkt dat het aantal faillissementen onder grote bedrijven de laatste jaren juist verder is toegenomen. Opmerkelijk is dat vooral het aantal faillissementen in de Verenigde Staten een sterke toename laat zien, terwijl de economische groei daar op papier veel beter is dan in Europa. Ook valt op dat er sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 ook veel bedrijven in opkomende landen over de kop zijn gegaan.

    De grote vraag is nu waarom er de laatste twee jaar zoveel meer bedrijven failliet zijn gegaan. Is het een teken dat het slecht gaat met de wereldeconomie? Of gaan er gewoon veel bedrijven over de kop omdat hun verdienmodel niet meer aansluit bij de hedendaagse tijd?

    corporate-defaults

    Faillissementen nemen weer toe, ondanks economisch herstel (Bron: Jeroen Blokland)

  • IMF: “Overheden moeten meer stimuleren”

    De landen van de G20 moeten hun overheidsuitgaven verhogen om de economie te stimuleren, zo stelt Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Meer stimulering is nodig, omdat de instrument van negatieve rente in de ontwikkelde landen haar grenzen bereikt heeft. Overheden zouden de economische groei weer moeten aanjagen met grootschalige investeringen in de infrastructuur, zodat voorkomen wordt dat de wereldeconomie opnieuw in een recessie belandt.

    IMF-logo“De wereldeconomie blijft zwak en de neerwaartse risico’s zijn toegenomen. Investeringen in de infrastructuur kunnen de productiviteit verhogen, stimuleren op korte termijn de vraag en kunnen private investeringen uitlokken”, zo schrijft het IMF in haar rapport. Met dit rapport af het IMF alvast haar advies aan de centraal bankiers en ministers van Financiën van de twintig grootste economieën ter wereld, die afgelopen weekend in de Chinese stad Chengdu bijeen kwamen om de stand van de wereldeconomie te bespreken.

    Nog meer schulden

    Het recept dat het IMF voorschrijft is niet nieuw. Na het uitbreken van de wereldwijde kredietcrisis in 2008 lieten overheden hun tekorten enorm oplopen met nieuwe stimuleringsprogramma’s. Overheden hoefden de economische groei alleen maar aan te zwengelen, waarna de private markt het stokje zou overnemen. Maar dat laatste gebeurde maar op zeer beperkte schaal, omdat er niets werd gedaan aan het fundamentele probleem van de hoge schuldenlasten van burgers en bedrijven. Pas toen centrale banken de rente naar nul hadden gebracht begon de kredietverleningen weer op gang te komen.

    Volgens het IMF is de lage rente alleen niet genoeg om de economische groei aan te jagen. Opnieuw moeten overheden hun begrotingstekorten laten oplopen, een voorstel waar niet iedereen even enthousiast op zal reageren. Zo streeft de Eurozone juist naar een sterkere begrotingsdiscipline en gaat Duitsland nog een stap verder door een begrotingsevenwicht na te streven. Tot ongenoegen van het IMF, dat wereldwijde schuldexpansie propageert als tijdelijke ‘fix’ voor de grootste schuldencrisis in decennia.

    Wordt het tijd om te concluderen dat meer schulden maken niet de oplossing is voor een probleem dat ontstaan is door te hoge schulden?

  • Europa strompelt naar nieuwe (Italiaanse) bankencrisis

    Het houdt maar niet op voor Europa. De ene crisis is nog niet afgewend of de volgende dient zich weer aan. Europa moet nog beginnen aan het oplossen van de crisissituatie als gevolg van de Brexit, maar de volgende crisis doemt alweer op. Door de Brexit zijn ongeruste beleggers op grote schaal afscheid gaan nemen van onzekere beleggingen. Vooral de financiële sector moest het daarbij ontgelden. Er leven grote twijfels over de gezondheid van deze Europese sector. De Bloomberg ‘Europe 500 Banks and Financial Services Index’ is gedaald naar het laagste niveau sinds november 2011. Dat was ook een tijd dat Europa dreigde weg te zinken in de financiële crisis.

    monte-paschi1

    Italiaanse banken

    Beleggers zijn vooral ongerust over de bancaire sector in Italië. Nagenoeg alle grote banken in dat land kampen met zeer forse financiële problemen. UniCredit, de grootste bank van het land, heeft nog een marktkapitalisatie van amper €12 miljard. De bank dreigt te bezwijken onder dubieuze leningen met een waarde van $51 miljard. Alle Italiaanse banken torsen een last van €198 miljard aan slechte leningen. Als we daar nog de leningen bij tellen waarover twijfels bestaan, dan hebben de probleemgevallen een waarde op papier van €360 miljard. Die last is in de crisisjaren alleen maar gegroeid en dat onderstreept dat het nu hoogste tijd is om krachtdadig in te grijpen.

    Banca Monte dei Paschi di Siena, de oudste bank van het land, staat symbool voor de problemen in de sector. De bank heeft voor de derde keer sinds het uitbreken van de financiële crisis bij de overheid aangeklopt voor steun. Twee steunrondes hebben baat gebracht. Op de balans staat nog steeds een bedrag van € 47 miljard aan dubieuze leningen. Dat is ongeveer een derde van de totale leningenportefeuille. Ondanks alle steun is de bank niet in staat gebleken de leningenportefeuille substantieel te saneren.




    Herkapitaliseren

    De Italiaanse overheid heeft nu plannen om de sector op grote schaal te herkapitaliseren. Dat is echter een vorm van staatssteun en daar zijn Brusselse technocraten fel tegen gekant. Ze willen niet opnieuw de belastingbetaler laten opdraaien voor problemen die door de banken zelf zijn veroorzaakt. Sinds 2015 is er dan ook een wet van kracht die voorschrijft dat vooral de aandeelhouders en obligatiehouders de zwaarste financiële klappen moeten dragen. Volgens de Italiaanse overheid is staatssteun echter geoorloofd als er sprake is van een heuse noodsituatie en die is er sinds de Britten voor uitreden hebben gestemd. Dat denkt bijvoorbeeld ook de voorzitter van de Franse Bank Société Generale, Lorenzo Bini Smaghi. Hij vroeg zich recentelijk hardop af waar voor Europa de wijsheid in school om zich rigide aan de regels te houden als daardoor de crisis vanuit Italië kan overslaan naar de rest van Europa. Dat is heel goed mogelijk, want niet alleen de Italiaanse banken zijn zwak gekapitaliseerd, maar bijvoorbeeld ook heel veel Duitse banken staan er slecht voor.

    paschi-stock-low

    Monte dei Paschi doet het veel slechter dan andere Italiaanse banken

    Natuurlijk is de Europese Commissie niet blind voor de problemen. Nog onlangs gaf de Europese Commissie Italië toestemming garant te staan voor een bedrag van €150 miljard aan liquiditeiten voor de bancaire sector. Een dergelijke steun is geoorloofd binnen de huidige regelgeving. Het zijn uiteraard de noordelijke lidstaten die erop hameren dat van staatssteun geen sprake kan zijn. Het is echter deze starre opstelling die er voor gezorgd heeft, dat bijvoorbeeld de Griekse crisis veel langer duurde dan nodig was. De uiteindelijke kosten voor het redden vielen ook veel hoger uit dan nodig was. Brussel is echter niet gespecialiseerd in krachtdadig beslissingen nemen, liever moddert het rechtlijnig eindeloos voort. De Italiaanse bankencrisis kan wel eens heel lang gaan duren en heel kostbaar worden. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Chinese yuan wordt derde valuta

    De Chinese yuan wordt in 2018 de derde grootste munt ter wereld na de dollar en de euro. Dat zei Xiang Songzuo, vicevoorzitter van het International Monetary Institute (IMI) afgelopen zondag tijdens een bijeenkomst van het IMF in Beijing. Hij verwacht dat de Chinese munt de komende jaren de Japanse yen en het Britse pond voorbij zal streven en daarmee plek drie zal veroveren in de ranglijst van meest gebruikte valuta in het betalingsverkeer.

    De Chinese autoriteiten hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet richting het internationaliseren van de yuan, maar er is nog een lange weg te gaan voordat de munt even belangrijk is als de euro en de dollar. De Chinese yuan was in juni 2015 op de zesde meest gebruikte munt in het wereldwijde betalingsverkeer, maar door tal van valutaswaps stappen steeds meer handelspartners van China over op de renminbi.




    Chinese yuan als handelsmunt

    China heeft al valutaswaps met 36 verschillende landen met een totaal volume van 3,3 biljoen yuan, dat is omgerekend bijna $500 miljard. Door deze valutaswaps is het voor bedrijven in andere landen goedkoper en eenvoudiger om betalingen in de Chinese munt af te rekenen. Transacties die in het verleden in Amerikaanse dollars afgerekend werden kunnen door valutaswaps ook eenvoudig in de lokale munt afgehandeld worden. china-yuan-us-dollarDe internationalisering van de Chinese yuan is een langdurig proces dat in verschillende stappen doorlopen wordt. Zo voltooide China in oktober 2015 de eerste fase van een nieuw internationaal betalingssysteem. In november 2015 werd de Chinese munt eindelijk opgenomen in de SDR, een symbolische stap van het IMF richting het erkennen van de yuan als internationale handelsmunt. De volgende stap is om de Chinese kapitaalmarkt meer open te stellen voor buitenlandse investeerders, zodat de rest van de wereld meer mogelijkheden krijgt om te beleggen in financiële activa die in yuan genoteerd staan. De Chinese yuan zal op termijn ook profiteren van de ontwikkeling van de 'Silk Road', een nieuwe handelsroute die de handel binnen het Euraziatische continent moet bevorderen en waarmee het land een snellere toegang krijgt tot de Europese markt.