Blog

  • Grootschalige terugkoop eigen aandelen is slecht idee

    Vooral Amerikaanse bedrijven weten van geen ophouden. De afgelopen twee jaar besteedden bedrijven uit de S&P 500 in totaal $1,1 biljoen aan de terugkoop van eigen aandelen. Ze poogden zo om de winst per aandeel op te schroeven in een tijd van bescheiden economische groei. Als de voortekenen niet bedriegen dan kan 2018 opnieuw records zetten. Dankzij de belastingwetten van president Trump gaan bedrijven massaal een deel van hun buitenlandse tegoeden overhevelen naar de VS. Merrill Lynch heeft berekend dat bedrijven $1,2 biljoen in het buitenland aanhouden.

    Misschien wel de helft van dit bedrag zal uitgekeerd aan aandeelhouders. Die zullen dat ook opeisen, ook al zijn de waarderingen torenhoog. Dat werpt vragen op over de timing van de terugkoop. Bedrijven rechtvaardigen hun terugkoopprogramma’s in termen van het opleggen van discipline en het creëren van vertrouwen. Die argumenten doen ietwat vreemd aan als je bedenkt dat deze programma’s al bijna een decennium voortduren en waarderingen tot een ongekend niveau zijn gestegen.

    ‘Profit without prosperity’

    De voorbereidingen voor de nieuwe ronde komen op een moment dat veel bedrijven zich volgeladen hebben met schuld om hun beleggers maar tevreden te houden. In hetzelfde decennium zijn de uitgaven voor R&D amper of niet gestegen. Ze liggen nog steeds op het niveau van de jaren voor 2008. Critici omschrijven de programma’s voor terugkoop als het scheppen van ‘profit without prosperity’. De winst van vandaag is belangrijker dan investeringen in de toekomst. Daardoor profiteert eerst en vooral het zittend management dat deze programma’s heeft gestart.

    Zo bezien zijn programma’s voor terugkoop van eigen aandelen op den duur slecht voor de financiële gezondheid van bedrijven, spekken ze de bonussen van het zittend management en vormen ze uiteindelijk een bedreiging voor de reële economie. Het zijn vaak geuite bezwaren en beschuldigingen aan het adres van topmanagers en hebzuchtige aandeelhouders, maar zijn ze ook waar? Is het negatief effect van deze terugkoopprogramma’s uiteindelijk echt negatief? We zetten de meest gehoorde argumenten op een rij.

    Ook de werknemer profiteert

    Wat is eigenlijk waar van de bewering dat vooral het (top)management van een bedrijf profiteert? Het oorspronkelijk idee achter de terugkoopprogramma’s is het wantrouwen bij de belegger of het management wel verstandig met het geld omspringt. Terugkoop van eigen aandelen moet het management kort houden en discipline bijbrengen. Vandaag de dag impliceert een aankondiging van een terugkoopprogramma dat de koers van het aandeel te laag is of dat aandeelhouders ontevreden zijn met de winstontwikkeling of de gehanteerde strategie. Dat is echter niet het hele verhaal. Vooral in de techsector zien bedrijven zich gedwongen aandelen terug te kopen, omdat de koers van het aandeel steeds verder stijgt. In deze sector vormen aandelen een onderdeel van de beloning van werknemers. Die bieden die aandelen vaak te koop aan. Het bedrijf moet dan wel programma’s opstarten om de groei van het aantal uitstaande aandelen in te tomen. Dat kan gigantische vormen aannemen. Een extreem voorbeeld is Apple. Dat kocht het afgelopen jaren voor $151 miljard eigen aandelen in. Dat is ongeveer 17% van de huidige marktkapitalisatie en ook ongeveer 17% van het aantal uitstaande aandelen. In 2012 was de koers van het aandeel ongeveer de helft van die van vandaag. Dat betekent dat inderdaad vooral het management en de werknemer profijt heeft van de terugkoopprogramma’s.

    Manipulatie aandelenkoersen?

    Een tweede beschuldiging behelst dat het topmanagement de programma’s kan opstarten op het moment dat het hen het best uitkomt. Dat kan uitmonden in het manipuleren van de markt. De praktijk lijkt in die richting te wijzen. Sinds 1998 geven bedrijven meer geld uit aan terugkoopprogramma’s dan het uitkeren van dividenden. Door grootschalig aandelen in te kopen steunt het bedrijf de koers van het aandeel, maar niemand vraagt naar de timing van de terugkoop en er hoeft ook geen verantwoording over afgelegd te worden tegenover toezichthouders. Maar is dit manipulatie? Aandeelhouders krijgen elk kwartaal te horen voor welk bedrag eigen aandelen zijn teruggekocht. Ze krijgen ook te horen hoeveel aandelen er nog uitstaan. Ze profiteren echter zelf ook van de koersstijging. Daar staat tegenover dat de Raad van Commissarissen minder en minder geneigd is om de ontwikkeling van de winst per aandeel als maatstaf voor de beloning van het topmanagent te hanteren. Als dat wel gebeurt, dan wordt vaak gecorrigeerd voor deze terugkoopprogramma’s. Als managers de terugkoopprogramma’s manipulatief inzetten tot eigen voordeel, dan moet er toch vooral kritisch gekeken worden naar aandeelhouders en Commissarissen.

    Deze bedrijven kochten de meeste aandelen terug (Grafiek via de Financial Times)

    Haaks op de voorafgaande beschuldiging staat de claim dat het topmanagement vaak een ongelukkige hand heeft bij het terugkopen van aandelen. Als bedrijven ondanks alle gepleegde investeringen op een berg geld zitten dan kan terugkoop zinvol zijn. Maar bedrijven zitten vaak op bergen met geld op momenten dat het erg goed gaat. Koersen zijn dan hoog zijn en aandelen overgewaardeerd! Het management start ook vaak dure terugkoopprogramma’s aan de vooravond van een neergang. Daar zijn talloze voorbeelden van. Veel bedrijven doen er het zwijgen toe en willen niet toelichten hoe en waarom ze tot hun besluit voor terugkoop zijn gekomen. De bekendste uitzondering is Warren Buffett. Hij start alleen een programma voor terugkoop als aandelen ondergewaardeerd zijn. Voor hem betekent dat minder dan 1,2 keer de boekwaarde. De conclusie moet dus luiden dat bedrijven geen goede hand hebben als het gaat om het opstarten van terugkoopprogramma’s!

    Minder investeringen?

    Een vierde beschuldiging luidt dat terugkoop van eigen aandelen ten koste gaat van reële investeringen en dus uiteindelijk ten koste van het bedrijf zelf. Dat laatste gaat dan uiteindelijk ten koste van de koersontwikkeling. Een bedrijf aks IBM heeft sinds 1995 voor een bedrag van $162 miljard eigen aandelen teruggekocht. De huidige marktkapitalisatie bedraagt $150,3 miljard. Had al dat geld niet beter besteed kunnen worden? Cisco is een ander voorbeeld. Dat bedrijf heeft in twee decennia voor een bedrag van $75 miljard aan eigen aandelen teruggekocht. Dat bedrag is driemaal zo hoog als het totale bedrag uitgegeven aan kapitaalsinvesteringen. Dat klinkt niet goed. Maar dat is maar een deel van het verhaal. In diezelfde periode heeft Cisco talloze andere bedrijven overgenomen zonder dat zulks een noemenswaardig positief effect op de koers heeft gehad. Het gaat dus te ver om te claimen dat terugkoopprogramma’s ten koste gaan van het bedrijf. Daar spelen meer factoren, zoals uit het voorbeeld van Cisco blijkt.

    Schulden van bedrijven zijn de laatste jaren sterk toegenomen (Grafiek via Financial Times)

    Kwetsbaarheid bedrijven

    Een laatste beschuldigende claim is dat terugkoopprogramma’s bedrijven kwetsbaar maken. In de afgelopen jaren hebben veel bedrijven geld geleend om hun programma’s te financieren. Dat was aantrekkelijk, omdat de rente extreem laag was. Dat kan bedrijven behoorlijk gaan opbreken als de rente onverhoeds sterk gaan oplopen. Bedroeg de leverage van bedrijven in de S&P 500 voor de crisis van 2008 9%, nu is die opgelopen naar 19%. Het IMF heeft uitgerekend dat Amerikaanse bedrijven hun schuldenlast sinds 2010 met $7,8 biljoen hebben verhoogd. De mediane schuldenlast bedraagt nu ongeveer 1,5 keer de winst. Als de Federal Reserve doorgaat met de plannen om de rente stapje voor stapje te verhogen, dan moeten bedrijven wel problemen krijgen om hun rente en aflossing te betalen. Bedrijven hebben in dit opzicht onverantwoord gehandeld. Ergo, alle argumenten overziend blijft toch de stelling overeind dat het terugkopen van eigen aandelen eerder funest uitpakt dan goed is voor bedrijven! Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet. (www.twitter.com/wijtvliet)
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Vraag naar goud-ETF’s daalde in 2017

    De wereldwijde vraag naar goud is vorig jaar met 7% gedaald tot 4.071,7 ton, zo blijkt uit een nieuw rapport dat vandaag door de World Gold Council naar buiten werd gebracht. Vergeleken met een jaar eerder werd er meer goud gebruikt voor sieraden en de productie van elektronica, maar dat effect werd ongedaan gemaakt door een afgenomen vraag naar beleggingsgoud in de vorm van ETF’s.

    De vraag naar gouden munten en goudbaren daalde slechts met 2% ten opzichte van een jaar eerder, terwijl de aankopen van centrale banken vijf procent lager uitvielen. Vooral in de Verenigde Staten nam de belangstelling voor beleggingsgoud af, terwijl die in andere markten als Turkije, China en India stabiel bleef of zelfs iets toenam. We hebben de belangrijkste bevindingen uit de jaarrapportage van de World Gold Council voor u op een rij gezet.

    Meer vraag naar sieraden

    De wereldwijde vraag naar goud voor de productie van sieraden steeg vorig jaar met 4% naar 2.135,5 ton, de eerste stijging op jaarbasis sinds 2013. Vooral de Indiase goudmarkt deed het in 2017 erg goed, want daar steeg de vraag naar het edelmetaal voor de productie van sieraden met 12% naar 562,7 ton. Ook opvallend was dat er in de Verenigde Staten voor het eerst sinds 2010 weer meer goud in de vorm van sieraden verkocht werd. De meest voor de hand liggende verklaring daarvoor is het positieve economische sentiment, waardoor Amerikanen meer geld besteden aan dit soort luxegoederen.

    Vraag naar gouden sieraden trekt weer aan in de Verenigde Staten (Bron: World Gold Council)

    Vraag naar beleggingsgoud daalt vooral in de VS

    De totale vraag naar beleggingsgoud daalde vorig jaar met 23% naar 1.231,9 ton, een daling die voor het grootste gedeelte toegeschreven kan worden aan een verminderde belangstelling voor zogeheten exchange traded funds. Dat zijn beleggingsproducten die als aandelen op de beurs verhandeld worden en die door fysiek goud gedekt worden. Het afgelopen jaar voegden deze goud-ETF’s in totaal 202,8 ton goud aan hun voorraden toe, een daling van meer dan 60% ten opzichte van de 546,8 ton in het jaar daarvoor.

    Terwijl de belangstelling voor ETF’s daalt is de vraag naar fysiek edelmetaal in de vorm van gouden munten en goudbaren nog steeds robuust. Wereldwijd werd er voor 1.029,2 ton aan munten en baren verkocht, slechts twee procent minder dan in 2016. Zowel in China als India nam de vraag naar beleggingsgoud toe, waarbij de Chinese markt met 306,4 ton zelfs het tweede beste jaar ooit liet zien. China was daarmee in 2017 wereldwijd ook de grootste afzetmarkt voor munten en baren.

    De toegenomen vraag naar beleggingsgoud in Azië en Europa wordt teniet gedaan door vraaguitval in de Verenigde Staten. Volgens cijfers van de World Gold Council daalde de vraag daar in een jaar tijd van 93 naar 39,4 ton, het laagste niveau in tien jaar tijd. Die daling wordt bevestigd door de tegenvallende verkoopcijfers van de US Mint, het Amerikaanse munthuis dat de gouden Eagle en zilveren Eagle munten produceert. Door de combinatie van een stabiele goudprijs en sterk stijgende aandelenkoersen was de belangstelling voor het edelmetaal onder Amerikaanse beleggers minder groot dan in voorgaande jaren.

    Chinese vraag naar munten en baren neemt toe (Bron: World Gold Council)

    Centrale banken blijven goud kopen

    Centrale banken voegden in 2017 voor het achtste jaar op rij edelmetaal aan hun reserves toe. Het totaal lag met 371,4 ton weliswaar vijf procent lager dan een jaar eerder, maar nog steeds gaat het om aanzienlijke hoeveelheden. Het grootste gedeelte daarvan komt voor rekening van de Russische centrale bank, want die voegde vorig jaar 223 ton edelmetaal aan haar reserves toe. Andere grote afnemers waren de centrale banken van Turkije en Kazachstan, die vorig jaar respectievelijk 86 en 42,9 ton kochten.

    Het totale volume viel vorig jaar wat lager uit doordat de centrale bank van Venezuela een deel van haar goudvoorraad liquideerde. Vanwege een tekort aan dollars sloot de centrale bank een swap met Deutsche Bank, maar door het aanhoudende tekort aan valutareserves kon Venezuela deze activaruil aan het einde van de looptijd niet meer terugdraaien. Daarom werd het goud dat als onderpand was opgegeven, naar schatting ongeveer 45 ton, in de verkoop gedaan.

    Rusland blijft al jaren goud aan reserves toevoegen (Bron: World Gold Council)

    Productie goudmijnen stabiliseert

    Vorig jaar wisten goudmijnen wereldwijd in totaal 3.268,7 ton goud uit de grond te halen, een fractie meer dan een jaar eerder. De Chinese mijnbouwsector haalde 10% minder edelmetaal uit de grond, maar die daling werd gecompenseerd door een hogere productie in andere landen. Vooral in Rusland wist de mijnbouwsector de productie verder op te schroeven. Ook in Indonesië, Canada en in het westelijke deel van Afrika wisten mijnen meer edelmetaal uit de grond te halen.

    Kijken we naar de langere termijn, dan zien we dat de goudmijnsector steeds meer moeite heeft om zichzelf te overtreffen. Sinds 2008 stijgt de productie ieder jaar, maar de stijging vlakt wel steeds verder af. Het wordt niet alleen steeds moeilijk om nieuwe goudaders te vinden, ook is er door de lagere goudprijs van een paar jaar geleden minder geld geïnvesteerd in nieuwe projecten.

    Productie goudmijnen stijgt steeds langzamer

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • VS overweegt nieuwe sancties tegen Venezuela

    De Verenigde Staten overwegen de import van olie uit Venezuela en de export van geraffineerde olieproducten naar het land te blokkeren. Dat zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson zondag tijdens een persconferentie in Argentinië. Met een dergelijke sanctie kan de regering van de Venezolaanse president Maduro verder onder druk worden gezet om weer terug te keren naar de grondwet, zo verklaarde Tillerson.

    In zijn verklaring zei hij het volgende over de mogelijkheid van nieuwe sancties tegen Venezuela.

    “Een van de aspecten in de overweging van sancties op olie is het effect dat het zal hebben op bevolking van Venezuela. Is het een stap waarmee we dit misschien sneller tot een einde kunnen brengen? Als we niets doen om dit tot een einde te brengen, dan vragen we de Venezolaanse bevolking ook om hier nog langer onder te leiden.

    We kijken naar de opties en hoe we de impact op de belangen van Amerikaanse bedrijven kunnen verzachten, maar er zijn ook andere landen in de regio waar het effect op kan hebben. We moeten er rekening mee houden dat we die landen geen schade toebrengen met een actie die wij nemen. We zijn het dus aan het bestuderen en het wordt overwogen.”

    Hyperinflatie in Venezuela

    Venezuela is door slecht economisch beleid en door de daling van de olieprijs in grote problemen gekomen. Het land heeft vrijwel geen valutareserves meer en de regering heeft de geldpers aangezet om de import van essentiële goederen te kunnen betalen. Het gevolg is dat de lokale munt zo goed als waardeloos geworden is, waardoor spaarders al hun koopkracht zijn kwijtgeraakt en winkels niet meer bevoorraad worden. Er zijn grote tekorten aan voedsel, medicijnen en andere basisvoorzieningen.

    Het lijkt erop dat de Amerikaanse regering door middel van economische sancties de druk op Maduro nog verder wil verhogen, in de hoop dat zijn regering valt. De sancties die momenteel al van kracht zijn hebben betrekking op een aantal personen in de regering van Maduro en verbieden Amerikaanse banken en beleggers om staatsobligaties van Venezuela te kopen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Nederlanders sparen steeds minder

    Nederlanders parkeren steeds minder geld op een spaarrekening, zo blijkt uit nieuwe cijfers die de Nederlandsche Bank afgelopen vrijdag publiceerde. In totaal werd er vorig jaar nog maar €300 miljoen aan ons spaarsaldo toegevoegd, dat is omgerekend minder dan €20 per persoon. Nederlanders sparen de laatste jaren steeds minder, wat voor een belangrijk deel te verklaren is door de extreem lage rente. Ter vergelijking, tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012 werd er meer dan €10 miljard per jaar gespaard.

    Sparen levert bijna niets meer op, waardoor het voor huishoudens vaak interessanter is om bijvoorbeeld extra af te lossen op de hypotheekschuld. Ook zijn er steeds meer spaarders die vanwege de lage rente in aandelen beleggen of hun geld in tastbare zaken investeren. Volgens cijfers van ING is het aantal nieuwe beleggingsrekeningen vorig jaar met 68% toegenomen. Een andere mogelijke verklaring voor de verminderde spaarzin is dat consumenten met een koopwoning zich door de stijgende huizenprijzen rijker voelen en daarom minder geld opzij zetten voor later.

    Nederlanders spaarder vorig jaar slechts €300 miljoen (Bron: DNB)

    Spaargeld levert steeds minder op

    In totaal hebben Nederlanders ongeveer €339 miljard aan spaargeld, maar door de daling van de rente levert dat steeds minder op. Keerden banken in 2012 ongeveer €6 miljard aan rente uit over dit bedrag, vorig jaar was dat niet veel meer dan €2 miljard. Ook voor banken is het beheren van al dat spaargeld weinig zinvol, omdat ze een negatieve rente moeten betalen om hun overtollige reserves bij de Europese Centrale Bank te parkeren. Gemiddeld ontvingen spaarders vorig jaar 0,5% rente over hun spaartegoeden, tegenover 0,76% gemiddeld over heel 2016.

    Lees ook:

  • Aandelenmarkten opnieuw flink lager

    Aandelenmarkten opnieuw flink lager

    Na een bloedrode maandag op de Amerikaanse aandelenmarkt openen de beurzen in Azië en in Europa vandaag opnieuw flink in de min. Gisteren sloot de Dow Jones 4,6% lager en ging de breed gedragen S&P 500 index met 4,1% onderuit, terwijl de aandelenkoersen intraday nog veel lager stonden.

    Beleggers zouden zich zorgen maken over de oplopende rente en het vooruitzicht van meer renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank, waardoor aandelen minder aantrekkelijk worden ten opzichte van obligaties. Ook nemen de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten toe, wat beleggers nerveus maakt.

    De Dow Jones en de S&P 500 index behaalden in januari nog de grootste maandelijkse koerswinst in twee jaar tijd en stegen op 26 januari naar een nieuwe all-time high. Door de correctie van maandag zijn de belangrijkste Amerikaanse beursindices weer terug op het niveau van twee maanden geleden, waarmee de correctie dramatischer lijkt dan het is. Zorgwekkend is dat de liquiditeit op de aandelenmarkt momenteel laag is, zoals de cijfers van Nanex laten zien.

    Beurzen verder omlaag

    De schokgolf van maandag werkt ook vandaag door op de financiële markten. De Chinese Shanghai Composite verloor 3,35%, terwijl de Japanse Nikkei index meer dan 4,7% lager sloot. Ook in Europa staat er vandaag rood op de borden. De AEX index opende bijna 4% in de min en stond rond het middaguur bijna 2,5% lager op 529 punten, terwijl de beurzen in Duitsland en Frankrijk halverwege de dag op een verlies van bijna 2% staan.

    Niet alleen de aandelenkoersen gaan onderuit, ook de virtuele munten zetten de daling van afgelopen week voort. Vandaag zakte de prijs van bitcoin met meer dan 8% naar $6.339. In een maand tijd daalde de marktwaarde van alle virtuele munten van meer dan $800 miljard naar $290 miljard, wat betekent dat vanaf het hoogtepunt van begin januari al meer dan zestig procent aan waarde uit de virtuele munten verdampt is.

    Marktwaarde virtuele munten sterk gedaald (Bron: Coinmarketcap)

    Vlucht naar goud en obligaties

    Onder deze extreme volatiliteit blijft de goudprijs relatief stabiel. Sinds het begin van deze week is de goudprijs in euro’s met 1,37% gestegen tot €34.800 per kilo, omgerekend iets meer dan €1.080 per troy ounce. De zilverprijs is ten opzichte van de slotkoers van afgelopen vrijdag met 2% gestegen, van €427 naar €436 per kilogram. Daarmee bewijzen de edelmetalen hun rol als veilige haven.

    Ook staatsobligaties vervullen op deze dagen hun rol als veilige haven, want de rente op Amerikaanse 10-jaars leningen zakte van een slotkoers van 2,84% afgelopen vrijdag naar 2,71% op het moment van schrijven. De Duitse 10-jaars rente daalde ook wat, al bleef deze beweging beperkt tot een paar basispunten. Een daling van de rente betekent dat de waarde van obligaties stijgt. Beleggers lijken de voorkeur te geven aan dollars, want de wisselkoers ten opzichte van de euro zakte tot onder de $1,24.

    Goudprijs begint de week met een bescheiden winst (Bron: Goudstandaard)

  • Besteedbaar inkomen huishoudens stagneert al 40 jaar

    Het besteedbare inkomen van huishoudens in Nederland is de afgelopen veertig jaar amper toegenomen, zo blijkt uit een nieuw onderzoek van de Rabobank. De stagnatie is voor een deel te verklaren door het feit dat huishoudens gemiddeld steeds kleiner worden, maar veel bepalender is dat er meer geld bij bedrijven blijft hangen en dat de overheid een steeds groter deel van het nationale inkomen naar zich toe trekt.

    Uit het onderzoek van de Rabobank blijkt dat een gemiddeld huishouden in 2014 – gecorrigeerd voor inflatie – vrijwel hetzelfde besteedbare inkomen had als een gemiddeld huishouden in 1977. Dat terwijl het gemiddelde inkomen van huishoudens er in de jaren zestig en zeventig aanzienlijk verbeterde. In deze periode verdubbelde het inkomen zelfs, ook na correctie voor de inflatie.

    Kleinere huishoudens

    Volgens de Rabobank is de stagnatie voor een deel te verklaren door het feit dat huishoudens gemiddeld kleiner zijn geworden. Bestond een huishouden in 1977 nog gemiddeld uit 2,9 personen, anno 2014 was dat gedaald tot een gemiddelde van 2,2 personen. Een kleiner huishouden heeft in absolute termen lagere kosten, maar omgerekend per persoon worden de vaste lasten hoger. Dat heeft een drukkend effect op het besteedbare inkomen van huishoudens op een landelijk niveau.

    Besteedbaar inkomen van huishoudens is amper toegenomen (Bron: Rabobank, CBS)

    Meer geld bij bedrijven en overheid

    Huishoudens krijgen een steeds kleiner deel van het nationale inkomen, terwijl het aandeel van bedrijven en de overheid toeneemt. Onderstaande grafieken laten zien dat er in de jaren negentig nog meer dan 62% van het nationale inkomen naar huishoudens ging, terwijl dat sinds 2010 was teruggelopen tot slechts 54%.

    Het besteedbare inkomen van huishoudens staat onder druk door een toenemende belastingdruk. Was de overheid in de jaren negentig goed voor 24% van het bbp, sinds 2010 is dat opgelopen tot meer dan 28%. Het vrij besteedbare inkomen van de private sector staat onder druk, omdat er steeds meer geld naar de publieke sector gaat.

    Een andere opvallende trend is dat er steeds meer inkomen naar bedrijven gaat. Dat is niet alleen het resultaat van een beleid van loonmatiging, maar ook van fiscale regelgeving. Belastingtechnisch is het aantrekkelijker om vermogen binnen de onderneming te houden, terwijl de multinationals om belastingtechnische reden vermogen naar het buitenland wegsluizen.

    De volgende grafieken laten het aandeel van huishoudens, bedrijven en de overheid zien in het totale nationale inkomen in Nederland. Voor meer informatie verwijzen we naar de publicatie van de Rabobank.

    Huishoudens krijgen steeds kleiner deel van nationaal inkomen (Bron: Rabobank, CBS)

    Aandeel van niet-financiële bedrijven is sterk toegenomen (Bron: Rabobank, CBS)

    De overheid trekt steeds meer geld naar zich toe (Bron: Rabobank, CBS)

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Sell-off Amerikaanse dollar gestopt door sterke economische cijfers VS

    De Amerikaanse dollar kon vorige week eindelijk wat op adem komen ten opzichte van de meeste van zijn tegenhangers. De positionering was zeer overstrekt door de wekenlange genadeloze sell-off, en bovendien bevatte het Amerikaanse banencijfer eindelijk aanwijzingen dat de krappe arbeidsmarkt tot hogere loonstijgingen leidt – wat goed nieuws is voor de Federal Reserve.

    Het herprijzen van de rentetarieven in de VS was wereldwijd een klap voor de activaprijzen, terwijl de waarde van tienjarig Amerikaans schatkistpapier naar het hoogste punt in vele jaren steeg. Op de valutamarkten stabiliseerden de stijgende rendementen en het banenrapport de dollar ten opzichte van Europese valuta’s en steeg de munt sterk ten opzichte van de meeste andere valuta’s.

    Vooral de Japanse yen had het moeilijk. De Bank of Japan probeerde opnieuw te bevestigen dat men aan een ruim beleid vasthoudt door meer kortlopende obligaties aan te kopen. Ook de valuta van de opkomende markten hadden in het algemeen een zware week, waarin ze naar beneden werden gehaald door de stijging van de Amerikaanse rendementen en de algehele golf van risicomijding die zich over de aandelenmarkt verspreidde na de uitzonderlijke winsten van de afgelopen tijd.

    Deze week is de belangrijkste gebeurtenis voor de grote valutamarkten de bijeenkomst van de Bank of England op donderdag. De PMI’s voor zakelijke activiteit in de eurozone verschijnen maandag. Ze zullen waarschijnlijk vooral de sterke groeiverwachtingen bevestigen. In een week met weinig data zal de koers van de Amerikaanse dollar waarschijnlijk bepaald worden door de politieke ontwikkelingen in de VS. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Meer van hetzelfde uit de eurozone vorige week. De PMI-indicatoren voor zakelijke activiteit en de groei van het bbp bevestigden dat een sterke economische opleving gaande is, maar er zijn nog geen tekenen dat dit tot enige aanhoudende druk op de prijzen leidt. De kerninflatie voor januari bevestigde dat deze sleutelindicator ver van de doelen van de ECB blijft hangen en gedrukt wordt door de zwakke Duitse prijzen.

    Deze week wordt in de eurozone geen belangrijk nieuws gepubliceerd, dus de handel in de gemeenschappelijke munt zal bepaald worden door ontwikkelingen elders. Het groeiende rendementsverschil met de VS en de nieuwe recordlengte van de positie van de euro maken de euro naar onze mening kwetsbaar voor een aanzienlijke terugtrekkende beweging op korte termijn.

    Britse pond

    Het was een gemengde week wat de macro-economische cijfers betreft. Vanwege de zwakte van de indicatoren voor zakelijke activiteit in de bouwsector laaide de zorg over een toenemend verschil in economische prestaties tussen de eurozone en het Verenigd Koninkrijk weer op. De markten blijven gericht op het ontbreken van slecht nieuws over de Brexit-onderhandelingen en de vooruitzichten op hogere rentes in het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor negeerde het pond de economische cijfers en eindigde het de week onveranderd ten opzichte van zowel de euro als de dollar.

    De belangrijkste gebeurtenis volgende week is de februari-bijeenkomst van de Bank of England op donderdag. Er wordt geen reactie van de markten verwacht, maar handelaren zullen het inflatierapport zorgvuldig bestuderen om aanwijzingen te vinden over de exacte timing van de volgende verhoging van de kortetermijnrente.

    Amerikaanse dollar

    Sterke cijfers gaven de Amerikaanse dollar vorige week eindelijk grond onder de voeten. Het meest relevante nieuws was ongetwijfeld het verrassend optimistische banenrapport voor de maand januari. Naast het stevige tempo van de banengroei en de lage werkloosheid zagen we eindelijk ook een gezonde loongroei – precies het soort cijfers waar de Federal Reserve op had gehoopt. De lonen stegen met 2,9% jaar-op-jaar en streefden de inflatie daarmee ruim voorbij. Ook eerdere cijfers werden opwaarts bijgesteld.

    In de VS volgt nu een week met vrij weinig cijfers. Wij denken dat de opmars van de rendementen door zal gaan. De markten zullen zich bewegen richting het inprijzen van vier volledige renteverhogingen van 0,25% door de Federal Reserve in 2018, en dit zal opwaartse druk op de Amerikaanse dollar opleveren ten opzichte van al zijn tegenhangers.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Column: Cyberveiligheid

    Vorig weekend werden verschillende grote banken getroffen door een DDoS aanval. Ook waren de websites van de Belastingdienst en DigiD enige tijd slecht bereikbaar. Klaas Knot was zondag te gast bij Buitenhof en zei dat elektronische aanvallen op het Nederlandse bankwezen inmiddels bijna aan de orde van de dag zijn. Gelukkig merken we daar als buitenstaander meestal niets van, maar soms zijn de aanvallen zo heftig dat ze het betalingsverkeer kunnen ontregelen of websites compleet onbereikbaar kunnen maken.

    De problemen van vorig weekend laten zien dat ook ons financiële systeem kwetsbaar is en dat cyberveiligheid daarom een hoge prioriteit verdient. Zeker in een wereld waarin steeds meer zaken digitaal bewaard worden, zoals bankgegevens, persoonsgegevens en zelfs de communicatie van burgers (zie het aanstaande referendum over de sleepwet). Ook zijn we voor verschillende vitale netwerken afhankelijk van het goed functioneren van computersystemen, zoals het elektriciteitsnet, de waterleidingen en de regeling van het verkeer.

    Nu reikt mijn expertise niet ver genoeg om hier een goed oordeel over te geven, maar ik kan mij zo voorstellen dat ook deze systemen door kwaadaardige hackers aangevallen kunnen worden. Het is de taak van de overheid en alle betrokken bedrijven om ervoor te zorgen dat deze systemen veilig zijn en naar behoren functioneren, omdat wij daar als individu weinig invloed op uit kunnen oefenen.

    Afhankelijkheid van banken

    Waar we als individu wel invloed op kunnen uitoefenen is onze afhankelijkheid van het financiële systeem. Mobiel bankieren en contactloze betaalpassen werken fantastisch en zijn makkelijker in gebruik, maar helaas kunnen we er door toedoen van hackers en criminelen niet altijd blind op vertrouwen. Dat is voor mij reden om naast een bankpas ook altijd wat contant geld mee te nemen, zodat je altijd de mogelijkheid hebt om af te rekenen. Ook al betaal ik vrijwel alles met het bankpasje.

    Denken we in een worst-case scenario waarin het elektronische betalingssysteem langer dan een paar uur stil ligt, dan is het niet verkeerd om wat meer contant geld in huis te hebben. En dat is geen advies van zogeheten preppers, maar van een mainstream organisatie als het Nibud. Zij gaven een paar jaar geleden namelijk het advies om ‘voldoende’ contant geld in huis te bewaren.

    We zouden eigenlijk eens moeten navragen hoe het Nibud daar nu over denkt, maar mijn verwachting is dat ze dit standpunt ook anno 2018 nog steeds zouden aanhangen. De computersystemen worden steeds beter, maar geldt natuurlijk ook voor de handigheid en de slagkracht van hackers met kwaadaardige bedoelingen.

    Staat al je spaargeld op een bankrekening, dan kan het natuurlijk ook geen kwaad om dat over verschillende banken te spreiden. Heeft één bank problemen, dan kun je altijd nog toegang krijgen tot je rekening bij de andere bank.

    Vanuit het oogpunt van spreiding kan het natuurlijk ook interessant zijn om een paar gouden munten te bezitten, omdat je daarmee een deel van je spaargeld uit het (elektronische) financiële systeem haalt. Voor de rente hoef je het in ieder geval niet te laten, want die is al bijna nul procent.

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Verkoop gouden munten US Mint sterk gedaald in 2017

    De verkoop van gouden munten bij de US Mint lijkt weer weg te zakken tot het niveau van voor het uitbreken van de financiële crisis, zo blijkt uit een analyse van de verkoopcijfers van het Amerikaanse munthuis. Ook de vraag naar zilveren munten is na een aantal uitzonderlijk goede jaren weer weggezakt tot laagste niveau sinds begin 2008. Hoe komt het dat de vraag naar deze beleggingsmunten het afgelopen jaar zo hard gedaald is?

    Een van de meest voor de hand liggende redenen is het positieve sentiment ten aanzien van de economie, waardoor meer beleggers momenteel de voorkeur lijken te geven aan de aandelenmarkt. De belangrijkste beursgraadmeters in de Verenigde Staten staan op recordhoogte en zijn de afgelopen twaalf maanden al met meer dan 20% gestegen. Het lijkt er dus op dat veel spaarders en beleggers, mede door de lage rente, hun toevlucht zoeken op de aandelenmarkt.

    Virtuele munten?

    Goud en zilver deden het vorig jaar zeker niet slecht met een rendement van respectievelijk 13,6% en 7,1% (in dollars), maar deze winst viel in het niet bij de winsten die beleggers wisten te realiseren op virtuele munten. Hoewel we het niet met cijfers aantonen is het aannemelijk dat een deel van de potentiële doelgroep voor beleggen in edelmetalen uiteindelijk besloten heeft in de markt van virtuele munten te stappen.

    Een andere mogelijkheid is dat voorkeur van beleggers verschoven is naar munten van andere munthuizen, maar daar zijn vooralsnog geen aanwijzingen voor te vinden. Ook andere munthuizen zoals de Perth Mint en de Royal Canadian Mint lieten het afgelopen jaar zeer magere verkoopcijfers zijn.

    Goud als veilige haven

    Sinds de financiële crisis van 2008 is het aanbod van goud en zilver als beleggingsobject aanzienlijk toegenomen. Niet alleen zijn er meer munthuizen die in grote oplage beleggingsmunten op de markt brengen, ook is het veel makkelijker geworden om deze als particulier online aan te kopen. Dat verklaart misschien ook wel waarom er sinds het uitbreken van de financiële crisis van 2008 substantieel meer edelmetaal verkocht wordt dan daarvoor.

    De volgende grafiek geeft het 12-maands voortschrijdende gemiddelde van de verkoop van gouden en zilveren munten bij de US Mint. Opvallend is niet alleen de sterke toename sinds het uitbreken van de kredietcrisis, maar ook de piek voor de eeuwwisseling. Op de grafiek is ook duidelijk de impact van de Europese schuldencrisis te zien, evenals de recordverkopen van zilveren munten over de afgelopen jaren.

    Bij deze cijfers moeten we natuurlijk ook opmerken dat er veel meer goud op papier wordt verhandeld dan in de fysieke goudmarkt. Daardoor heeft de handel in fysiek edelmetaal vooralsnog weinig impact op de goudprijs.

    Verkoop gouden en zilveren munten US Mint (Klik voor een grotere versie)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Stijgende rente pakt goed uit voor de financiële sector

    Het is onmiskenbaar dat er een duidelijk verband is tussen het stijgen van de rente en een verbetering van de winstgevendheid van banken. Dat althans is de uitkomst van een zeer uitvoerig onderzoek door drie researchers van de Federal Reserve Board. In hun onderzoek Low-interest rates and banks’ net interest margins uit 2016 hebben ze maar liefst 3.418 banken uit 47 landen over de periode 2005 – 2013 kritisch bekeken om tot bovenstaande conclusie te komen.
    Veel beleggers zijn het eens met de conclusie.

    Vooral aandelen van Amerikaanse banken hebben het goed gedaan sinds de Fed is begonnen de rente in kleine stapjes te verhogen. Europese banken blijven duidelijk achter bij hun Amerikaanse concullega’s, deels omdat renteverhogingen in dit deel van de wereld nog wel even op zich zullen laten wachten. Het effect van een renteverhoging mag er zijn, zo denken ze bij Morgan Stanley. Een verhoging met 10 basispunten kan de winst van Europese banken met 5% – 6% verbeteren. Europese banken met belangen in de VS trekken ook profijt van de renteverhogingen in de VS. Een bank als het Zwitserse UBS is daar duidelijk over.

    Winstmarge

    De verhoging van de winstgevendheid is vooral te danken aan het verbeteren van de marges. Dankzij de renteverhoging groeit het verschil tussen wat banken aan de kredietvrager in rekening kan brengen en wat ze betalen voor hun funding. De impact is het grootst wanneer de rente voor banken over een lange periode erg laag is geweest, wat het geval is in Europa. Europese banken hebben zich altijd genoodzaakt gevoeld hun depositohouders een vergoeding te betalen. Dat ging duidelijk ten koste van de winstontwikkeling. Volgens Morgan Stanley kunnen vooral banken met veel leningen met een variabele rente in de boeken hun winstgevendheid het snelst verbeteren. Ze hebben zodoende de flexibiliteit die rentes snel te verhogen als een officiële renteverhoging eenmaal een feit is. In Europa betekent dit dat vooral banken in Italië, Spanje en Duitsland zodoende het best gepositioneerd zijn hun winstgevendheid snel op te voeren. In de VS gaat het om banken als Bank of America, Citigroup en JP Morgan.

    Overigens is een stijgende rente niet louter een bron van goed nieuws voor banken. Een stijgende rente kan de waarde van de obligatieportefeuille aantasten. Sommige Europese banken met omvangrijke portefeuilles en langlopende obligaties zijn in het bijzonder kwetsbaar. Ook de economie speelt een rol. Als de rente stijgt, omdat de economie goed draait, dan is dat goed nieuws voor banken. Een te snel stijgende rente kan echter als gevolg hebben dat leningen niet meer afbetaald worden. Dat kan een probleem worden voor banken. Een ander punt is of banken de afgelopen jaren hun portefeuilles wel voldoende opgeschoond hebben. Als dat onvoldoende gebeurd is, dan kan een rentestijging de kredietwaardigheid van klanten aantasten. Klanten op hun beurt kunnen schrikachtig reageren op rentestijgingen, gewend als ze zijn aan een heel lage rente. Banken op hun beurt kunnen hierop reageren door minder gemakkelijk leningen te verstrekken, omdat ze bang zijn voor de kredietwaardigheid van deze klanten. In de VS is dit proces zichtbaar.

    Er zijn naast voordelen ook duidelijk nadelen als de rente omhooggaat. Die vallen echter in het niet bij de nadelen van een aanhoudend zeer lage rente. Die vreet aan de winstgevendheid, omdat bijvoorbeeld consumenten en masse hun hypotheken zijn gaan herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden.

    Verzekeraars

    Ook verzekeraars zijn over het algemeen blij met de renteverhogingen in de VS. Ze gaan er bovendien van uit dat ook in Europa de rente op afzienbare termijn weer omhooggaat. Een lage rente impliceert een aanslag op hun beleggingsinkomsten, de belangrijkste bron van winst. Zeker voor levensverzekeraars was de lage rente welhaast een ramp, omdat ze in tijden van een hogere rente langlopende verplichtingen waren aangegaan. Zij waren dus blij met het rentebeleid van de Fed, evenals de belegger. Koersen van verzekeraars zijn in de VS in 2017 behoorlijk gestegen en hetzelfde is in Europa het geval. Al zijn ze in 2017 in Europa omhooggegaan, zij het minder snel.

    De lage rente in de afgelopen jaren heeft verzekeraars gedwongen om hun businessmodel aan te passen aan die nieuwe werkelijkheid. Zo zijn ze gaan afzien van het aanbieden van garantieproducten. Die leggen verhoudingsgewijs beslag op veel middelen, maar bij een lage rente zijn ze amper aantrekkelijk voor klanten. Verzekeraars zijn hun beleggingsportefeuille gaan aanpassen aan de langdurig lage rente. Ooit bestond die portefeuille voornamelijk uit overheidsobligaties en hoogwaardige bedrijfsobligaties. In hun zoektocht naar rendement hebben ze gekozen voor een strategie van diversificaties. Dat betekende soms beleggen in meer illiquide assets, zoals infrastructuur, of in minder kredietwaardige assets. Ook is de belangstelling voor kredietverlening bij verzekeraars sterk toegenomen, evenals de belangstelling voor onroerend goed, ook al laat de kwaliteit van deze nieuwe inkomstenbronnen wel te wensen over. Het rendement vergoedt echter de twijfel.

    Die nieuwe aanpak bevalt zo goed, dat die ondanks een stijgende rente gehandhaafd blijft. Diversificatie kent echter beperkingen. Schadeverzekeraars moeten wel laag renderende assets aanhouden, omdat ze vaak in kort bestek moeten uitkeren. Een tweede beperking is kennis van zaken. Het gevolg van diversificatie is ook, dat verzekeraars meer kennis in huis moeten halen van de verschillende aandachtsgebieden.

    Cor Wijtvliet

    Voetnoot: ER Capital is in de bankensector uitgesproken positief over ABN Amro en ING Groep. Onze favorieten onder de verzekeraars zijn Aegon, Axa en NN Group.

  • Wie maakt zich nog zorgen over uiteenvallen euro?

    De kans dat de euro valt is nog nooit eerder zo klein geweest als nu. Dat suggereert althans de Sentix Euro Break-up Index, die maandelijks het sentiment onder ongeveer duizend professionele beleggers meet. Volgens de laatste peiling van 31 januari gelooft nog maar 6,9% van de respondenten dat de muntunie binnen twaalf maanden uit elkaar zal vallen, het laagste niveau ooit gemeten. Ter vergelijking, tijdens het hoogtepunt van de Europese schuldencrisis in de zomer van 2012 hield maar liefst 73% van de respondenten rekening met het uiteenvallen van de eurozone.

    De angst voor het uiteenvallen van de muntunie werd destijds weggenomen door ingrijpen van de ECB-president Draghi. In zijn persconferentie op 26 juli van dat jaar zei hij dat hij alles zou doen wat nodig is om de euro te redden, zo lang dat binnen het mandaat valt. Vijf jaar later en verschillende liquiditeitsprogramma’s en opkoopprogramma’s verder is hem dat inderdaad gelukt, al vragen verschillende economen zich af of de centrale bank daarmee niet buiten haar mandaat is getreden.

    Beleggers hebben weer veel vertrouwen in de euro (Bron: Bloomberg)

    Vertrouwen in de euro weer terug

    De beruchte “Whatever it takes” toespraak bleek een keerpunt te zijn, want sindsdien zijn de zorgen over het voortbestaan van de muntunie als sneeuw voor de zon verdwenen. In 2015 steeg de index weer, omdat er meer onzekerheid was of Griekenland nog wel uit haar schuldenproblematiek kon ontsnappen. Maar nu Griekenland weer een overschot op de begroting heeft zijn ook deze zorgen voorlopig naar de achtergrond verdwenen.

    Vorig jaar is het vertrouwen in de munt verder toegenomen, omdat de verkiezingen in Nederland, Duitsland en Frankrijk niet tot grote veranderingen hebben geleid in het beleid ten aanzien van de euro. Verschillende eurosceptische partijen stegen in populariteit, maar nog niet voldoende om de gevestigde orde uit te kunnen dagen. Mogelijk heeft ook dat bijgedragen aan de sterke opmars van de euro ten opzichte van de dollar. De wisselkoers staat op het moment van schrijven op bijna $1,25, het hoogste niveau in drie jaar tijd.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.