Blog

  • Uitspraken Mnuchin zetten dollar verder onder druk

    Uitspraken Mnuchin zetten dollar verder onder druk

    De dollar ging deze week verder onderuit, nadat de Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin had gezegd dat hij positief staat tegenover een zwakkere dollar. Afgelopen woensdag zei hij in een persconferentie bij het World Economic Forum in Davos dat een zwakkere dollar gunstig is voor de Amerikaanse economie, omdat het de concurrentiepositie van bedrijven in de Verenigde Staten versterkt.

    De uitspraken van Mnuchin werden door valutahandelaren en beleggers gezien als een signaal dat de Verenigde Staten weinig zullen doen om een verdere waardedaling van de munt tegen te houden. In reactie daarop ging de dollarindex met twee procent omlaag, waardoor de wisselkoers tegenover de euro verder opliep tot meer dan $1,24.

    Donderdag werd de euro nog sterker tegenover de dollar, toen ECB-president Draghi zich in een persconferentie van de centrale bank positief uitliet over de economische ontwikkelingen in de Eurozone. De wisselkoers kwam daardoor zelfs even boven de $1,25, het hoogste niveau sinds december 2014.

    Dollar onder druk

    De dollar staat al enige tijd onder druk als gevolg van een combinatie van negatieve factoren. Zo maken beleggers zich zorgen over de gevolgen van het geplande stimuleringsprogramma van Trump, omdat het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid daardoor verder zal oplopen. Wat ook niet meehelpt is de discussie over het Amerikaanse schuldenplafond, dat over een aantal weken weer terug op de agenda zal komen. Dat was voor de Chinese kredietbeoordelaar Dagong al reden om de kredietstatus van de Verenigde Staten te verlagen.

    Volgens Mnuchin is de waarde van de dollar op termijn een weerspiegeling van de kracht van de Amerikaanse economie en van de status die de valuta heeft als belangrijkste internationale reservemunt. Toch waren beleggers niet onder de indruk van deze nuancering, gezien de waardedaling van de munt ten opzichte van alle andere belangrijke valuta.

    Trump wil sterkere dollar?

    President Trump zei in een reactie tegenover CNBC dat de financiële markten de uitspraken van Mnuchin over de dollar verkeerd geïnterpreteerd hebben en dat de munt op termijn juist sterker zal worden. In een exclusief interview met CNBC vanuit het Zwitserse Davos zei hij daar het volgende over: “De dollar wordt sterker en sterker en dat is uiteindelijk ook wat ik wil zien. Ons land wordt economisch weer zo sterk, maar ook in andere opzichten.”

    De uitspraken van Trump gaven de dollar weer wat steun, maar met een wisselkoers van meer dan $1,24 blijft de munt nog steeds vrij zwak ten opzichte van de euro. De volgende grafiek van Bloomberg laat zien dat de dollarindex door de daling van de afgelopen weken op het punt staat om voor het eerst in meer dan tien jaar tijd onder het 200-daagse gemiddelde te zakken. De laatste keren dat de dollarindex onder deze lange termijn trendlijn dook, dat gebeurde in 1986 en in 2003, verloor de munt in de daarop volgende vijf jaar meer dan 25% van haar waarde.

    Dollar in een neerwaartse trend (Bron: Bloomberg)

    Goudprijs hoger

    De waardedaling van de dollar pakt gunstig uit voor goud, want het edelmetaal is sinds het dieptepunt van december in euro’s met bijna drie procent gestegen tot bijna €35.000 per kilogram en €1.087 per troy ounce. In dollars schoot de waarde van het edelmetaal natuurlijk verder omhoog, want sinds het rentebesluit van de Federal Reserve in december is de goudprijs met meer dan 9% gestegen tot bijna $1.360 per troy ounce. Dat is het hoogste niveau sinds de zomer van 2016.

    Goudprijs in dollars naar hoogste niveau sinds augustus 2016 (Bron: Goudstandaard)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Oliesector stelt verkeerde vragen over haar toekomst

    De energiesector is volop in beweging. Niets minder dan de toekomst staat op het spel en dat leidt tot verhitte discussie. De vraag die daarbij steeds weer terugkomt is wanneer de vraag naar olie gaat pieken. Sommige deelnemers aan de discussie zijn echter van mening dat de sector hiermee de verkeerde vragen stelt. Dat althans is de stelling uitgewerkt in een recent rapport gepubliceerd door the Oxford Institute for Energy.

    In dit rapport, getiteld Peak Oil Demand and Long-Run Oil Prices, betogen de auteurs Spencer Dale en Bassam Fattouh dat de sector er beter aan doet zich af te vragen welke consequenties voortvloeien uit het pieken van de vraag naar olie. Hoe moeten olieproducerende landen hun economie opnieuw gaan optuigen als de vraag naar olie structureel gaat dalen? Die vraag moet prioriteit krijgen in de ogen van de auteurs, zelfs als de vraag naar olie nog decennia robuust zal blijven. Een andere vraag is wat dit alles gaat betekenen voor de olieprijs?

    Binnen de sector is er trouwens weinig overeenstemming over het vraagstuk wanneer de vraag naar olie gaat pieken. Volgens Shell gebeurt dat onder invloed van strengere milieuwetgeving en door de snelle opmars van de elektrische auto al binnen 15 jaar. Bij BP denken ze echter dat de vraag pas na 2040 gaat pieken. Spencer Dale is chief economist bij BP.

    Het besef dat de vraag gaat pieken heeft de discussie binnen de sector wel op zijn kop gezet. Overheerste tot voor kort bezorgdheid of er wel voldoende olie beschikbaar zou blijven, nu structureert de discussie zich rond het thema van olie en energie in overvloed. Het pieken van de vraag kan dan tot gevolg hebben dat olieproducerende landen gaan pogen zoveel mogelijk olie in een zo kort mogelijke tijd omhoog te pompen om te voorkomen dat ze met waardeloze voorraden blijven zitten. Dat heeft dan weer consequenties voor de prijs.

    De auteurs betogen dat het gegeven van ‘piekolie’ om een omslag in het denken van landen vraagt. Het accent moet niet langer liggen op het maximaliseren van de inkomsten, maar het winnen van marktaandeel. Critici van het artikel denken echter dat de auteurs hier de plank misslaan. Bij veel landen overheerst, evenals bij veel bedrijven, het denken op de korte termijn. Dat betekent dat het dogma van de maximalisatie van inkomsten overeind zal blijven ook al betekent dat het hakken in de productie.

    Voorspelling wereldwijde vraag naar olie (Bron: Financial Times)

    Investeringen

    Als de vraag naar olie gaat afnemen, dan heeft dat ook grote gevolgen voor de investeringen en voor de beleggers. De auteurs denken dat er ook bij een afnemende vraag hoge investeringen nodig zijn om nieuwe velden aan te boren. Het gaat dan jaarlijks om 3% van de totale wereldproductie. Dat betekent wel dat beleggers vertrouwen moeten houden in de sector. Dan is een timing van de piek in de vraag zeker wel van belang. De perceptie van de belegger zal echter gaan veranderen als de sector niet meer groeit, maar krimpt. Beleggers zullen waarschijnlijk om een hogere beloning gaan vragen. Daardoor stijgt de cost of capital voor bedrijven en dat kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van kapitaal die nodig is om nieuwe voorraden op te sporen. Zodoende kan een vliegwiel op gang komen van krimpende markten en hogere prijzen met als gevolg dat de wereld versneld de olie links laat liggen. Het rapport gaat ook hier aan voorbij.

    Ook benadrukt het rapport ten onrechte dat olie nog heel lang de brandstof bij uitstek zal blijven voor het transport en vervoer. Critici wijzen erop dat overheden weleens radicale beslissingen kunnen gaan nemen in het kader van de klimaatpolitiek. Die kan uitmonden in eisen voor een hogere energie-efficiency of zelfs vervanging van brandstoffen. Is het ondenkbaar dat een land als China in zijn strijd tegen de milieuvervuiling de klassieke brandstofmotor gaat verbieden? Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben nu al duidelijk gemaakt dat er in 2040 geen auto’s meer verkocht mogen worden die op diesel rijden.

    Het rapport heeft ook te weinig oog voor het gegeven dat regionale verschillen in beleid gevolgen kunnen hebben voor de vraag naar bepaalde soorten olie. Zo gaat Saoedi-Arabië fors investeren in zijn chemische sector om zo de toekomst van zijn olierijkdommen als het ware te garanderen. Daardoor moet het uitgangspunt van het rapport wat meer genuanceerd worden. Het gaat er inderdaad niet om wanneer precies de vraag gaat pieken, maar meer om de vraag in welke regio deze gaat pieken en van welke soort olie. Dit soort nuanceringen neemt niet weg dat het rapport de juiste vragen over de toekomst van de energiesector stelt. Over de antwoorden kun je dan twisten.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet. (www.twitter.com/wijtvliet)
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Nord Stream 2: Game changer voor Europa?

    Rusland weet ondanks de Westerse economische sancties steeds meer aardgas naar Europa te exporteren. Zo haalde Gazprom vorig jaar voor het eerst in de geschiedenis een marktaandeel van 40% op de Europese gasmarkt. De verwachting is dat dat aandeel in de toekomst verder zal toenemen door de aanleg van de Nord Stream 2.

    Ondanks nieuwe Amerikaanse sancties tegen energiebedrijven die zaken doen met Rusland en Europese regels die de afhankelijkheid van Russisch gas moeten verkleinen is de realiteit dat Europese landen steeds meer aardgas uit het oosten importeren. Bijna alle landen in Europa kochten het afgelopen jaar meer gas van Gazprom, omdat de Europese productie daalt en de vraag naar deze vorm van energie juist toeneemt.

    Nord Stream 2

    Om aan de groeiende behoefte aan aardgas te voorzien bouwt Rusland samen met een aantal Europese energiebedrijven aan een tweede pijpleiding door de Oostzee, waarmee de totale transportcapaciteit van deze verbinding verdubbelt van 55 naar 110 miljard kubieke meter aardgas op jaarbasis. Als de bouw van deze tweede pijpleiding voorspoedig verloopt kan deze vanaf 2019 in gebruik worden genomen.

    De bestaande Nord Stream pijpleiding zit met 53,4 miljard kubieke meter al bijna tegen de maximale capaciteit aan. Dat verklaart ook waarom de Europese investeringspartners van Gazprom (Shell, Engie, OMV, Uniper en Wintershall) vaart zetten achter dit nieuwe energieproject.

    Route Nord Stream 2 pijpleiding (Bron: Gazprom)

    Rusland verovert Europese gasmarkt

    De Europese Commissie en bepaalde Europese landen hebben de afgelopen jaren kritiek geuit op de aanleg van een tweede Nord Stream pijpleiding. Een van de bezwaren is dat Europa door dit project nog afhankelijker wordt van aardgas uit Rusland, terwijl anderen vrezen dat Rusland de aanvoer van aardgas via Oekraïne zal afbouwen zodra de Nord Stream 2 gereed is. En dat betekent dat Oekraïne inkomsten voor de doorvoer van aardgas richting andere landen zal mislopen.

    Toch lijken de economische belangen van de grootste Europese economieën het te winnen van de strategische belangen, want als het aan Frankrijk en Duitsland ligt wordt deze nieuwe pijpleiding uitgezonderd van bepaalde Europese regels die voorschrijven dat alle aanvoerroutes onder Europees toezicht vallen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • China wil Syrië helpen met wederopbouw infrastructuur

    De Syrische minister van Transport sprak deze week met een economische delegatie uit China over de wederopbouw van de Syrische infrastructuur, zo meldt het Syrische persbureau SANA. Verschillende Chinese bedrijven willen Syrië helpen met het bouwen en verbeteren van de luchtvaart, het wegennet en de spoorwegen. Ook wil China een directe vliegverbinding openen tussen Beijing en de Syrische hoofdstad Damascus, zodat er op korte termijn goederen aangevoerd kunnen worden.

    Volgens de Syrische minister is er de afgelopen jaren veel schade toegebracht aan wegen en bruggen, wat de wederopbouw van de economie bemoeilijkt. Daarnaast is het door economische sancties van de Verenigde Staten, Europa en verschillende Arabische landen erg moeilijk geworden om reserveonderdelen uit het buitenland te importeren. Vooral de burgerluchtvaart zou daar veel hinder van ondervinden.

    Investeren in infrastructuur

    De bijdrage van China blijft niet beperkt tot alleen de wederopbouw van beschadigde infrastructuur. Ook zouden er plannen zijn om een meer dan 300 kilometer lange snelweg aan te leggen van het westen naar het oosten en van het zuiden naar het noorden van Syrië. Zodoende kan de haven van Latakia worden aangesloten op de internationale handelsroutes die China wil bouwen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Rusland kocht vorig jaar 223 ton goud

    Rusland heeft het afgelopen jaar een recordhoeveelheid van 223 ton goud aan haar reserves toegevoegd, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van de centrale bank. In december kocht de centrale bank 300.000 troy ounce van het gele metaal bij, waarmee het totaal over het hele jaar uiteindelijk tien procent hoger uitkwam dan het totaal van 2016. Ook toen voegde Rusland een substantiële hoeveelheid edelmetaal aan haar strategische reserves toe.

    De afgelopen tien jaar heeft de Russische centrale bank haar goudreserve meer dan verviervoudigd. Lag er aan eind 2007 nog maar 450 ton in de kluis, nu is dat maar liefst 1.838 ton. Het enige andere land in de wereld dat de afgelopen tien jaar in de buurt kwam bij de goudaankopen van Rusland was China, dat over dezelfde periode een vergelijkbare hoeveelheid aan haar reserves toevoegde.

    Jaarlijkse goudaankopen Rusland sinds 2006

    Rusland blijft goud kopen

    Rusland begon pas in 2006 met goud kopen, maar is daar ruim tien jaar later nog steeds mee bezig. Sterker nog, sinds 2014 heeft het land haar aankopen in een hogere versnelling gezet. Voegde de Russische centrale bank van 2006 tot en met 2013 gemiddeld 80 ton goud per jaar aan haar voorraden toe, van 2014 tot en met 2017 was dat met gemiddeld 200 ton meer dan twee keer zo veel.

    Een mogelijke verklaring voor deze stijging is de verslechterde relatie tussen Rusland en het Westen als gevolg van de gebeurtenissen in Oekraïne en de Krim. Rusland kreeg economische sancties opgelegd vanuit het Westen, wat mogelijk een verklaring kan zijn geweest voor het opschalen van de goudaankopen. Een andere verklaring is dat de goudprijs in 2014 en 2015 relatief laag was, waardoor het land goedkoper edelmetaal kon verzamelen. Veel van het Russische goud is afkomstig van binnenlandse mijnen, die hun productie aan banken doorverkopen.

    Tot voor kort had niemand een beeld van de Russische goudvoorraad, maar onlangs dook er op het internet een complete fotoreportage op. Waarom zou Rusland uitgerekend nu foto’s naar buiten brengen?

    Goudvoorraden van Rusland en China sinds 2000

    Valutareserves Rusland sinds 1999

    Russische goudvoorraad in dollars en tonnen

  • LBMA wil blockchain gebruiken voor goud?

    De LBMA overweegt de toepassing van blockchain om meer inzicht te krijgen in de herkomst van goud, zo schrijft Bloomberg. Zo kan de nieuwe technologie gebruikt worden om al het edelmetaal te volgen dat jaarlijks door goudmijnen, handelaren en smelterijen in omloop wordt gebracht.

    Volgens Sakhila Mirza van de LBMA biedt de technologie de mogelijkheden om de herkomst van het edelmetaal vast te leggen, zodat het makkelijker wordt om goud te traceren dat uit conflictgebieden komt of dat gebruikt wordt voor witwassen of financiering van terrorisme.

    “Blockchain is niet meer te negeren. We moeten begrijpen hoe het ons vandaag de dag kan helpen en hoe we de risico’s kunnen aanpakken die impact hebben op de goudmarkt.”

    Blockchain technologie voor goud?

    Met behulp van de blockchain technologie is het makkelijker om het eigendom van een onderliggende waarde te volgen, omdat de informatie gedistribueerd wordt opgeslagen en niet gemanipuleerd kan worden. Daarmee biedt de technologie de mogelijkheid om producten gedurende het productieproces te volgen. In theorie kan daarmee ook goud uit conflictgebieden van de markt geweerd worden.

    Toch is de praktijk niet zo simpel, want de blockchain staat los van het edelmetaal zelf. Dat betekent dat er altijd mogelijkheden zullen zijn om goud te verhandelen zonder een dergelijke digitaal brandmerk. Ook is het de vraag hoe ver je zou moeten gaan met het traceren van goudtransacties. Moet de blockchain technologie alleen toegepast worden voor goud wat uit de mijnen komt? Of ook voor goudbaren die de smelterij weer verlaten? En wie gaat het goud nog traceren, als het uiteindelijk in de vorm van een gouden Maple Leaf munt of een gouden sieraad de consument bereikt heeft?

    Volgens Mirza zouden smelterijen en munthuizen het voortouw kunnen nemen in het traceren van goud. In een verklaring tegenover Bloomberg:

    “Al het goud dat bij een LBMA-gecertificeerde smelterij terechtkomt moet geregistreerd worden in de aanvoerketen, ongeacht of het gebruikt wordt voor een grote goudstaaf in een kluis in London, of een kilobaar die naar Azië gaat of dat het om een gouden munt gaat die in handen komt van een verzamelaar. Veel zaken worden nu al bijgehouden, maar dat gaat allemaal op papier. We willen dat nu formaliseren via een efficient en mogelijk op technologie gebaseerde oplossing.”

    Het idee van een blockchain voor goud klinkt aantrekkelijk voor overheden en banken die meer grip willen krijgen op goudtransacties, maar niet voor mensen die goud kopen vanwege het anonieme karakter. Een van de belangrijkste eigenschappen van het edelmetaal is namelijk dat het vrijwel niet getraceerd kan worden en dat het dus een mogelijkheid biedt om vermogen buiten het financiële systeem te bewaren.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Oxfam: “Rijkste 1% kreeg 82% van alle vermogensgroei”

    De kloof tussen rijk en arm is het afgelopen jaar alleen maar groter geworden, want volgens Oxfam is 82% van de totale vermogensgroei in de wereld bij de allerrijkste 1% terechtgekomen. Tegelijkertijd zou de armste helft van de wereldbevolking er helemaal niets op vooruit zijn gegaan. Volgens de non-profit organisatie zag de rijkste 1% haar vermogen vorig jaar met $762 miljard toenemen, waardoor 42 personen op papier nu evenveel vermogen hebben als de armste helft van de wereldbevolking.

    Oxfam wijt de toenemende ongelijkheid in welvaart aan een falend systeem, waarbij grote bedrijven belastingen kunnen ontwijken en invloed kunnen uitoefenen op de politiek. Ook speelt de uitholling van de rechten van werknemers en bezuinigingen in het algemeen volgens Oxfam een belangrijke rol in het vergroten van de kloof tussen rijk en arm.

    World Economic Forum

    Het bericht van Oxfam komt vlak voor het begin van het World Economic Forum in Davos, een jaarlijkse bijeenkomst van invloedrijke personen uit de politiek en het bedrijfsleven. Het lijkt er dus op dat de non-profit organisatie meer aandacht wil vragen voor een meer sociale verdeling van de welvaart in de wereld en dit onderwerp hoger op de agenda wil krijgen in Davos.

    Ondanks het feit dat de gemiddelde levensstandaard wereldwijd nog steeds toeneemt en veel mensen uit de armoede weten te ontsnappen blijft de ongelijkheid nog steeds groot. Sterker nog, door de globalisering is er wereldwijde een soort race naar de bodem ontstaan, waarbij werknemers in veel landen voor een zeer laag loon moeten werken. Tegelijkertijd weten multinationals te profiteren van de globalisering, omdat ze door middel van slimme belastingconstructies relatief weinig belasting betalen.

    Kritiek

    Toch is er ook kritiek op de cijfers en conclusies van Oxfam. Marke Littlewood, directeur van het Institute of Economic Affairs, zei in een verklaring tegenover de BBC dat Oxfam meer geobsedeerd is door de rijken dan door de armen: “Hogere belastingen en het herverdelen van vermogen doet niets om de armen te helpen. Vermogen is geen vast gegeven. Rijke mensen betalen ook veel meer belasting, het verlagen van hun welvaart zal niet leiden tot herverdeling, maar een vernietiging van welvaart ten gunste van niemand.”

    Ook Sam Dumitriu van de denktank Adam Smith Institute nuanceert de bevindingen van Oxfam. Hij merkt op dat de wereldwijde ongelijkheid de afgelopen decennia juist gigantisch is afgenomen. “China, India en Vietnam hebben neoliberale hervormingen doorgevoerd die eigendomsrechten respecteren, de regeldruk verminderen en voor meer concurrentie zorgen. De armste mensen in de wereld hebben daardoor enorm veel loonsverhogingen gezien die leiden tot een meer gelijkwaardige verdeling van de rijkdom.”

    Oxfam brengt nu al vijf jaar dit soort rapporten uit om de bevolking en de politiek bewust te maken van de vermogensongelijkheid in de wereld. De rapporten zijn gebaseerd op het Global Wealth Databook van Credit Suisse en aangevuld met cijfers van Forbes.

  • Video: James O’Keefe over propaganda en nepnieuws

    James O’Keefe van Project Veritas lanceerde deze maand zijn boek American Pravda over de rol van de media in het sturen van de publieke opinie. Tijdens zijn boeklancering hield hij een korte presentatie, waarin hij praat over propaganda en nepnieuws en waarin hij terugblikt op de undercover video’s van Project Veritas.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • World Gold Council wil standaard voor kilobaren goud

    De World Gold Council onderzoekt de mogelijkheid van een wereldwijde standaard voor goudbaren van 1 kilo, zodat deze makkelijker gebruikt kunnen worden als onderpand voor financiële transacties en beleggingsproducten. Dat zou de vraag naar dit type goudbaren een sterke impuls kunnen geven, zo schrijft Reuters in een exclusieve publicatie.

    Goudbaren van een kilogram zijn met name populair in de Aziatische goudmarkt, maar door het ontbreken van een wereldwijde standaard kunnen deze baren niet op andere beurzen aangeboden en verhandeld worden. In Westerse landen en in veel andere delen van de wereld zijn de veel grotere London ‘Good Delivery’ goudstaven van 400 troy ounce (ongeveer 12,5 kilogram) al decennia lang de standaard. Door het ontbreken van een standaard voor baren van 1 kilo kan de London Metal Exchange (LME) niet overweg met een groeiend aanbod van kleinere kilobaren uit Azië.

    Nieuwe internationale standaard voor goudbaren

    Om de liquiditeit in de internationale goudmarkt te verbeteren wil de World Gold Council nu ook een soort London ‘Good Delivery’ standaard voor de kleinere kilobaren vastleggen, zodat deze als gelijkwaardig onderpand gebruikt kunnen worden voor financiële transacties en grote transacties in de goudmarkt.

    De clearingcentra van de Intercontinental Exchange in Europa en de CME in de Verenigde Staten accepteren momenteel alleen de grote 400 troy ounce LBMA goudbaren als onderpand. De CME ziet nog geen grote belangstelling voor een nieuwe standaard op basis van kilobaren. “We evalueren voortdurend nieuwe vormen van onderpand op basis van de vraag van onze klanten en op dit moment hebben we nog geen belangstelling vernomen van onze klanten”, zo verklaarde de CME tegenover Reuters.

    China en India

    De grootste afzetmarkten voor fysiek goud importeren voor het grootste deel al goudbaren van een kilo. Van al het goud dat China importeert is ongeveer 95% in de vorm van kilobaren, terwijl dat aandeel voor de Indiase import op ongeveer 80% ligt. Volgens schattingen van de World Gold Council is China met een binnenlandse vraag van 900 tot 1.000 ton per jaar de grootste afzetmarkt ter wereld voor het edelmetaal, terwijl de Indiase markt met ongeveer 650 ton op de tweede plaats komt. Deze twee landen samen vertegenwoordigen nu al een aanzienlijk marktaandeel op de wereldwijde goudmarkt.

    Goudcontracten op de Shanghai Gold Exchange, de Shanghai Futures Exchange en de Hong Kong Exchange zijn al gebaseerd op kilobaren. Door de verschillende standaarden tussen het ‘Westen’ en het ‘Oosten’ moet veel edelmetaal uit Europa dat bestemd is voor de Aziatische markt eerst naar Zwitserland, waar verschillende smelterijen de grote 400 ounce staven omsmelten naar kleinere baren van een kilo.

    Good Delivery

    De traditionele London ‘Good Delivery‘ baren van 400 troy ounce worden al sinds 1919 verhandeld in Londen en zijn sindsdien uitgegroeid tot het standaard formaat voor centrale banken en financiële instellingen. Omdat de technologie om goud te smelten, zuiveren en gieten toen minder geavanceerd was dan nu zit er relatief veel speelruimte in de ‘Good Delivery’ standaard.

    Zo is vastgelegd dat de goudbaren minimaal 350 troy ounce (~10,9 kilo) en maximaal 430 troy ounce (~13,4 kilo) mogen wegen voor een LBMA stempel en dat de zuiverheid tenminste 99,5% goud moet zijn. Ook moeten de baren een bepaalde vorm hebben, zodat ze makkelijker gestapeld en geteld kunnen worden. Tenslotte moet een LBMA ‘Good Delivery’ baar voldoen aan verschillende stempels, waaronder de naam van de smelterij, het serienummer, de zuiverheid en het jaar van productie.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Dollar onder druk door politiek in VS, korte impuls voor het pond

    De handelsweek in de VS was korter vanwege een gedenkdag en er was nauwelijks of geen noemenswaardig economisch nieuws. De valutamarkt richtte zich daarom op de politieke ontwikkelingen. Dit deed de dollar geen goed, want het werd steeds duidelijker dat in de Amerikaanse Senaat geen overeenstemming zou worden bereikt die de federale regering na vrijdag draaiend zou houden. Toch profiteerde de euro niet zo sterk van de zwakte van de dollar; de munt eindigde de week in de buurt van het beginniveau.

    De topspelers waren het Britse pond – dat scoorde tegen elke andere G10-valuta met uitzondering van de Australische dollar – en de Mexicaanse peso, de best presterende belangrijke valuta. Het pond kreeg steun door de steeds positievere berichten over de Brexit-onderhandelingen, terwijl de peso profiteerde van de hogere olieprijzen en van het gevoel dat de regering-Trump nog niet dichter bij het beëindigen van de NAFTA is gekomen.

    Volgende week wordt het druk. Er zijn bijeenkomsten van de Bank of Japan (dinsdag) en de ECB (donderdag). Bovendien ontvangen we de flash-cijfers van de PMI voor zakelijke activiteit uit de eurozone en het bbp van het vierde kwartaal uit de VS. Ook de politiek zal waarschijnlijk aan beide kanten van de oceaan voor volatiliteit zorgen, nu we wachten op nieuws over overeenstemming die de shutdown van federale regering in de VS beëindigt en er ook kans is op de aankondiging van een nieuwe regering in Duitsland. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Vorige week was erg licht wat het nieuws uit de eurozone betreft. De euro werd tegenover de dollar binnen zeer nauwe bandbreedtes verhandeld, waarbij het voor de dollar zo negatieve nieuws over de shutdown van de Amerikaanse federale regering min of meer opwoog tegen het gebrek aan voortgang bij de besprekingen over een ‘grote coalitie’ in Duitsland.

    We gaan nu een week in die cruciaal is voor de euro. De bijeenkomst van de Raad van Bestuur van de ECB op donderdag wordt de eerste mogelijkheid om officieel institutioneel commentaar te geven op de opleving die de euro in 2018 tot nu toe heeft. De flash-cijfers voor zakelijke activiteit (PMI) zouden de kracht van de economie van de eurozone moeten bevestigen, maar een sterke munt zal geen stijging van de inflatie teweegbrengen richting het doel van de ECB. De cijfers voor december waren alweer een belangrijke teleurstelling: de kerninflatie zit vast onder de 1% en er zijn geen aanwijzingen voor een opwaartse trend. Wij verwachten donderdagmiddag hoe dan ook aanzienlijke volatiliteit rond de aankondiging en de persconferentie.

    Britse pond

    De ‘bearish’ consensus die zich in 2017 ontwikkeld had tegen het Britse pond blijft verder uiteenvallen. De markten krijgen er steeds meer vertrouwen in dat het ingeprijsde ‘worst case’ scenario helemaal niet zo waarschijnlijk is. De uitspraken van de Franse president Macron dat een ‘maatwerk’-akkoord wenselijk en mogelijk is, bevestigt deze visie. De zwakke detailhandelscijfers voor december die vrijdag werden gepubliceerd koelden de rally van het pond enigszins af. De cijfers over de arbeidsmarkt en het bbp moeten deze week de negatieve boodschap van de detailhandelscijfers bevestigen of weerspreken.

    Amerikaanse dollar

    De belangrijkste economische publicatie deze week, de eerste schatting van de groei van het bbp in het vierde kwartaal, verschijnt pas vrijdag. Dollar-handelaren zullen de week daarom vooral doorbrengen met het volgen van de politieke ontwikkelingen rond de shutdown van de federale regering. Door de sterke consumptie en investeringen zou het bbp-cijfer echter een positieve verrassing moeten opleveren, ruim boven de 3%. Wij denken dat goed nieuws op dit front én een oplossing voor de politieke patstelling de dollar minstens tot een korte tegenrally kan aanzetten, nu de ‘bullish’-inzet van handelaren op de euro onder spanning is komen te staan.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • IMF pleit voor wereldwijde coördinatie virtuele munten

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) pleit voor meer coördinatie tussen landen voor wat betreft de regulering van virtuele munten. Volgens Gerry Rice, woordvoerder van het IMF, zou het helpen als verschillende toezichthouders meer zouden samenwerken en er op internationaal niveau meer over dit nieuwe fenomeen gesproken zou worden.

    Een van de belangrijkste voordelen van virtuele munten als Bitcoin, Ethereum en Ripple is dat deze rechtstreeks tussen gebruikers verhandeld kunnen worden, zonder tussenkomsten van banken, toezichthouders en overheden. Dat geeft niet alleen een gevoel van privacy, maar ook onbeperkte vrijheid. Virtuele munten kunnen niet door de douane onderschept worden, ondervinden geen hinder van kapitaalrestricties en kunnen ook in het extreme geval van een ‘bank holiday’ gewoon 24 uur per dag wereldwijd verhandeld worden.

    IMF wil meer internationale coördinatie

    Het is dus niet vreemd dat het overheden en centrale banken momenteel worstelen met de virtuele munten. In sommige landen wordt de handel verboden, terwijl beleidsmakers in andere landen overwegen de virtuele munten te belasten. Het gebrek aan een eenduidig standpunt maakt het voor overheden lastig om de virtuele munten te reguleren. Het IMF wil daar verandering in brengen, omdat de toegenomen populariteit van virtuele munten ook bepaalde risico’s met zich meebrengt.

    “Virtuele munten bieden in potentie voordelen als efficient betaalmiddel, maar de gevaren gaan verder dan mogelijke verliezen voor individuele beleggers. De cryptovaluta kunnen aanzienlijke risico’s met zich meebrengen als instrument voor witwassen van geld, financiering van terrorisme, belastingontduiking en fraude.”

    Vorig jaar september zei IMF-topvrouw Christine LaGarde dat de toenemende populariteit van virtuele munten een uitdaging kan zijn voor centrale banken.

    “Niet zo lang geleden dachten sommige experts dat computers nooit breed geaccepteerd zouden worden en dat tablets alleen gebruikt zouden worden als dure koffieplankjes, dus ik denk dat het niet verstandig is om virtuele munten te negeren.”

    Ook Frankrijk en Duitsland willen afspraken maken om de handel in virtuele munten te reguleren. Ze zullen hun voorstel tijdens het eerstvolgende G20-topoverleg in maart voorleggen aan andere landen.