Tag: geldsysteem

  • Rente is niet het probleem

    Wie zich in het geldsysteem verdiept heeft zal waarschijnlijk wel eens gehoord hebben dat rente het grote probleem is van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Het bedrag dat je terug moet betalen aan de bank is door de rente altijd groter dan het bedrag wat je van de bank leent, waardoor je misschien tot de conclusie bent gekomen dat er binnen dit systeem nooit genoeg geld in omloop is om alle schulden af te lossen en dat het probleem van rente door nieuwe kredietcreatie steeds groter en groter wordt. Maar klopt dat wel? Het is tijd om een hardnekkig misverstand over ons geldsysteem uit de wereld te helpen…

    Lening

    Stel je voor dat je naar de bank gaat om een bedrag van €1.000 te lenen. Je betaalt de lening in twaalf termijnen van een maand terug met een effectieve rente van 10% per jaar. Dat betekent dat je na een jaar uiteindelijk €1.100 aan de bank hebt betaald. Dat betekent dus ook dat je gedurende het jaar dat je de lening moet aflossen ergens €100 vandaan moet halen om die rente te betalen. En samen met jou zijn er miljoenen anderen die een lening moeten afbetalen, bijvoorbeeld omdat ze een hypotheek hebben of een consumptief krediet hebben afgesloten bij een bank. Ook die mensen moeten ieder jaar ergens het geld vandaan zien te halen om die rente af te lossen. Allemaal rente die niet door de bank verstrekt is bij de verlening van het krediet…

    Tijd

    Als iedereen tegelijkertijd al zijn schulden met rente zou moeten aflossen aan de bank, dan zou er inderdaad niet genoeg geld beschikbaar zijn om de rente te betalen. Maar dat is niet hoe het geldsysteem werkt. Leningen worden doorgaans in termijn afbetaald, wat betekent dat er in de praktijk maar een fractie van de totaal beschikbare geldhoeveelheid nodig is om schulden en rente af te lossen aan de bank. Bedenk ook dat alleen het bedrag dat je van de bank geleend hebt uit circulatie verdwijnt. Het bedrag wat je aan rente betaald hebt verdwijnt niet, dat blijft in het geldsysteem circuleren. Met de rente die je aan de bank betaalt kan de bank haar eigen kosten dekken (personeel, materiaal, pand, computers enzovoort), rente uitkeren aan de spaarders en winst uitkeren aan de aandeelhouders. Het bedrag dat je aan rente betaalt aan de bank vloeit weer terug in de economie, terwijl de component die de lening vertegenwoordigt simpelweg uit de boeken wordt geschrapt. De rente vloeit dus terug in de economie en komt iedere keer weer opnieuw beschikbaar voor iedereen die nog een lening aan de bank moet terugbetalen. Het systeem van geld 'uit het niets creëren' en met rente afbetalen is dus een gesloten systeem dat in essentie altijd in balans is.

    geldOmloopsnelheid

    Zo lang het geld in omloop voldoende circuleert is er dus altijd genoeg geld beschikbaar om leningen met rente af te betalen. Daalt de omloopsnelheid en parkeren mensen hun geld op spaarrekeningen, dan wordt het voor schuldenaren moeilijker om hun verplichtingen na te komen. Ook wordt het voor schuldenaren moeilijk om hun verplichtingen na te komen als er meer schuld afgelost dan gecreëerd wordt. Geld komt in omloop zodra de bank een krediet verstrekt en verdwijnt weer zodra het krediet wordt afgelost. Wordt er netto meer afgelost dan geleend, dan krimpt de geldhoeveelheid met deflatie tot gevolg. Gebeurt het omgekeerde, dan ontstaat er inflatie. Daarom houden centrale bankiers de kredietgroei nauwlettend in de gaten en gebruiken ze de rente als beleidsinstrument om de kredietgroei te 'sturen'.

    Spaarders versus schuldenaren

    Zoals je ziet hebben spaarders en schuldenaren binnen ons huidige geldsysteem tegengestelde belangen. Spaarders potten geld op en brengen daarmee de omloopsnelheid omlaag, terwijl schuldenaren juist baat hebben bij een hogere omloopsnelheid van het geld. Bij een hogere omloopsnelheid is het namelijk makkelijker om schulden af te lossen. De kunst is om hierin een balans te vinden die even gunstig is voor de schuldenaren als voor de spaarders.

    Conclusie

    Het idee dat schulden niet afbetaald kunnen worden omdat banken de rente niet creëren is onjuist. Zo lang betalingen in termijnen plaatsvinden en alle rente-inkomsten van de bank weer terugvloeien in de economie is er voldoende geld beschikbaar om leningen af te betalen met rente. Zie het als een gesloten systeem, waarbinnen de rente voortdurend in circulatie blijft en de geldhoeveelheid stijgt of daalt naargelang er meer of minder vraag is naar krediet. Doordat geld een zekere omloopsnelheid heeft kan het meerdere keren gebruikt worden voor verschillende aflossingen.

  • Video: Warren Mosler over het geldsysteem

    In de volgende video legt econoom Warren Mosler uit dat het geldsysteem eigenlijk één groot boekhoudkundig systeem is van getallen op bankrekeningen en dat al het geld zijn oorsprong vindt bij de overheid, die geld in omloop brengt door het simpelweg te spenderen.. Mosler onderscheid de private sector en de overheid en komt daarbij tot de conclusie dat de private sector alleen besparingen kan hebben als de sector overheid tekorten maakt of als er een positief saldo is met het buitenland.

    Mosler geeft een interessante invalshoek op het moderne geldsysteem, ontdaan van alle nostalgie van gouden en zilveren munten en door edelmetaal gedekte geldsystemen. Volgens Mosler is het cruciaal dat de overheid in crisistijd meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, zodat consumenten genoeg te besteden hebben en de werkloosheid laag blijft.

    Volgens de visie van Mosler is een hoge staatsschuld en een hoog begrotingstekort geen enkel probleem, zo lang het land zelf het beheer heeft over de valuta waarin de schulden gemaakt zijn. Wel merkt hij daarbij op dat het hebben van een eigen munt geen vrijbrief is voor de overheid om eindeloze tekorten te maken. Dat kan op termijn inflatie teweeg brengen. Verder legt de econoom uit dat het betalen van belastingen een essentieel onderdeel is in een modern geldsysteem. Door belastingen af te dwingen in een bepaalde valuta ontstaat er vraag naar de betreffende valuta. Ook zorgen belastingen ervoor dat er niet teveel geld in de handen van huishoudens is, want dat zou op termijn kunnen leiden tot een hoge inflatie. Via het belastingstelsel kan de overheid de bestedingen van verschillende inkomens- en vermogensgroepen sturen, denk aan de talloze subsidies, heffingen en belastingen die een moderne samenleving kent. Geïnteresseerd in het verhaal van Warren Mosler? Lees dan ook zijn werk Seven Deadly Innocent Frauds of Economic Policy (pdf).

  • Wat het Yap eiland ons leert over geld

    In deze column wil ik het graag even hebben over Yap, het eiland in de Pacifische Oceaan dat onderdeel uitmaakt van Micronesië en waar iets meer dan 11 duizend mensen wonen. Ik had zelf nog niet eerder van dit eiland gehoord, maar er zit een interessant verhaal aan vast dat ik graag wil delen.

    yapIsland

    Het eiland Yap

    Rai stenen

    In het verleden werden op het eiland Yap stenen gebruikt als vorm van geld. Dat waren niet zomaar stenen, maar een soort ronde schijven met een gat erin. Meestal waren ze maar een paar centimeter groot, maar er zijn ook exemplaren te vinden die meer dan een meter groot zijn en met mensenhanden bijna niet te verplaatsen zijn. De grootste Rai stenen zijn 3,6 meter in doorsnee, een halve meter in dikte en wegen pakweg 4.000 kilogram.

    De stenen werden op andere eilanden uitgehakt en per boot getransporteerd naar Yap, waardoor het aanbod relatief beperkt was. Vooral de grote stenen waren zeldzaam en waren door hun gewicht amper te verplaatsen. Het gat in het midden van de steen maakte het mogelijk om ze verplaatsen. Men stak er een houten paal doorheen om het transport gemakkelijker te maken. Het uithakken en transporteren van de stenen was een lastig karwei, waarbij soms ook slachtoffers vielen.

    rai-stenen-geld

    De Rai stenen waren moeilijk te transporteren en lagen daarom vaak op dezelfde plek

    Geld

    De Rai stenen waren niet zomaar een decoratie op het eiland, ze vervulden voor de lokale bevolking de functie van geld. De waarde van de stenen werd bepaald door de omvang en door de historie van de steen. Als een steen een bijzonder verhaal had verhoogde dat de waarde voor de inwoners van Yap. De grotere stenen lagen her en der verspreid over het eiland, maar hadden altijd een eigenaar. Iedereen wist welke steen aan wie toebehoorde, een soort boekhoudkundig systeem dat werd bijgehouden in de hoofden van de kleine populatie van Yap. Men vertelde aan elkaar door welke steen van wie was en dat was een soort overeenkomst waar iedereen zich aan hield. Het vertrouwen tussen de eilandbewoners was zelfs zo groot dat men de stenen niet eens meer verplaatste wanneer het eigendom verwisselde. De nieuwe eigenaar liet de steen gewoon liggen op de plek waar deze al lag en de bevolking gaf onderling aan elkaar door dat er een transactie had plaatsgevonden en dat de steen een nieuwe eigenaar had.

    rai-steenBoekhouding

    Het verhaal van de Rai stenen leert ons dat geld in essentie een boekhoudkundig systeem is. Omdat de samenleving zeer klein en overzichtelijk was konden de eilandbewoners van Yap onthouden welke steen van wie was. En omdat iedereen wist wie de eigenaar was van elke steen was het voor kwaadwillende niet lucratief om er één buit te maken. Je zat immers vast op een eiland waar iedereen wist wie de rechtmatige eigenaar van de steen was. Ook had het weinig zin om een steen op een boot te laden en ermee naar een ander eiland te varen, omdat daar geen waarde aan de ronde stenen werd toegekend. Het verhaal van de Rai stenen op Yap geeft ons veel inzicht in de manier waarop geld werkt. De grote stenen waren op zichzelf nutteloos, maar bleken erg handig in het bijhouden van het vermogen van de eilandbewoners. Het aanbod van stenen op het eiland groeide heel langzaam en het was niet mogelijk de stenen te vervalsen. Deze vorm van stabiliteit gaf vertrouwen in de waardevastheid van de steen, in de zin dat ook de andere eilandbewoners waarde toekenden aan het bezit ervan. Voor bijzondere gelegenheden worden de Rai stenen echter nog steeds gebruikt. Het is niet duidelijk hoe lang de Rai stenen als primair betaalmiddel functioneerden. Het gebruik ervan stopte aan het begin van de twintigste eeuw. De Duitsers en Spanjaarden vochten toen in de regio een handelsoorlog uit, waardoor het mijnen van de ronde stenen onmogelijk werd gemaakt.

    Papiergeld

    De waarde van de transactie zit in de goederen en diensten die koper en verkoper uitwisselden. De Rai steen was slechts een manier om de boekhouding bij te werken.Veel later kwam er een veel efficiënter middel in omloop om deze boekhouding van de samenleving bij te houden: papiergeld. Vandaag de dag gebruikt de bevolking van Yap de Amerikaanse dollar als geld in het dagelijkse betalingsverkeer. Het papiergeld van nu werkt eigenlijk op dezelfde manier als de Rai stenen uit het verleden. Beide instrumenten hebben vrijwel geen intrinsieke waarde, maar functioneren uitstekend als middel om het economische verkeer in de samenleving bij te houden. Hoewel het systeem met de Rai stenen goed functioneerde voor een eiland met een paar duizend inwoners was het volkomen ongeschikt voor een veel grotere samenleving. Het zou dan onmogelijk worden om alle transacties goed bij te houden. De oplossing werd elders in de wereld gevonden in de vorm van papiergeld. Papiergeld was in het begin nog een belofte op goud, maar de meer recente geschiedenis heeft ons geleerd dat geld ook goed kan functioneren zonder die koppeling aan goud. Anno 2014 gebruikt ieder land in de wereld fiat geld, dat uitgegeven wordt door een overheid. De massa zal ieder instrument zonder intrinsieke waarde accepteren (stenen, papier, giraal geld, bitcoins), zo lang men er vrijwel zeker van is dat het instrument gebruikt kan worden om een product of dienst af te nemen die voor de koper waarde heeft. Of het nou Rai stenen uit het verre verleden zijn of papiergeld en giraal geld van de 21e eeuw, de waarde wordt niet ontleend aan het transactiemiddel zelf. In de basis is het vertrouwen de doorslaggevende factor, omdat dat de meest vruchtbare bodem vormt voor economische activiteit.

    Goud

    Het verhaal van de Rai stenen toont ook veel overeenkomsten met goud. Zoals de eilandbewoners van Yap hun leven riskeerden met het uithakken en transporteren van zware stenen, zo riskeerde mensen in andere delen van de wereld hun leven door de mijnen in te gaan voor het goud. Net als de Rai stenen heeft ook het goud vrijwel geen economische waarde, omdat het bijna nergens nuttig voor gebruikt kan worden. Voor de meeste toepassingen van goud bestaan immers andere metalen die veel goedkoper zijn dan goud. De grootste stenen op het eiland Yap werden vrijwel nooit verplaatst. Ook daar is een parallel te trekken met goud, want de grootste goudreserves liggen ook al tientallen of zelfs honderden jaren in dezelfde kluis, terwijl het goud in de tussentijd verschillende keren van eigenaar wisselde.

    Inflatie

    Zo nutteloos als Rai stenen en goud zijn in het vervullen van menselijke behoeften, zo nuttig bleken beide instrumenten in het bijhouden van economische transacties. Voor de Rai stenen liep het slecht af, want door de komst van beter gereedschap werd het op een gegeven moment heel erg makkelijk om nep-Rai stenen te produceren. In dat opzicht staat fysiek goud nog steeds op eenzame hoogte. Het is nog niemand gelukt om goud na te maken, al heeft de mensheid een goede poging gedaan met het opbouwen van een markt voor 'papiergoud'. Hoewel het aanbod van fysiek goud in de wereld vast staat is dat niet het geval voor het aanbod van papieren claims op goud.

    RaiYap2

    De Rai steen als boekhoudkundig systeem

  • Video: Wim Boonstra over de oorsprong van geld

    Op het YouTube kanaal van Me Judice staan veel interessante video’s over de economie en over het geldsysteem. In het volgende fragment legt Wim Boonstra van de Rabobank uit wat de herkomst van ons geld is. Boonstra is van mening dat de geldschepping in handen moet blijven van banken, omdat de geschiedenis heeft uitgewezen dat deze taak niet aan overheden kan worden overgelaten. Zodra overheden controle kunnen uitoefenen op de geldhoeveelheid en op het beleid van centrale banken kan de situatie snel uit de hand lopen, aldus de hoofdeconoom van de Rabobank.

    Wim Boonstra, tevens hoogleraar economisch en monetair beleid aan de VU, wijst op de pro-cyclische aard van ons geldsysteem. In een opgaande conjuctuur worden er veel kredieten verstrekt, is er relatief weinig werkloosheid en is dus ook de kwaliteit van het krediet goed. Deze omstandigheden verkleinen het vermeende risico voor de banken, waardoor ze nog meer geld uit kunnen lenen. Dit is een zichzelf versterkend effect in het geldscheppingsproces, aldus Boonstra. Om dat af te remmen moeten banken in vervolg meer vermogensbuffers opbouwen in een opgaande fase van de economie, zodat er minder kredieten verstrekt worden.

  • Radar: De Schuldvraag (deel 2)

    Radar heeft ook het tweede gedeelte van haar extra uitzending over de financiële crisis online gezet. In het tweede gedeelte kijkt Antoinette Hertsenberg naar de hoogte van onze schulden en stelt ze de vraag of dit op schulden gebaseerde geldsysteem niet veel weg heeft van een piramidespel. Verschillende deskundigen geven daarop een bevestigend antwoord. Ook legt de documentaire uit waarom we voorlopig geen rekening hoeven te houden met een stijging van de rente. Dat zou funest zijn voor onze met schulden overladen economie.

    Een aanrader voor iedereen die nog met vragen zit over de financiële crisis.

  • Interview met Sander Boon: Het falen van het geld- en kredietsysteem

    Marketupdate sprak met politicoloog en goud kenner Sander Boon over de teloorgang van het vertrouwen in overheden, banken en fiat geld. In het eerste deel van dit gesprek doken we vooral in de maatschappelijke en sociale ontwikkelingen die ons in de huidige crisis gebracht hebben. Maar daarmee is niet het hele verhaal verteld.

    In dit tweede deel analyseert Sander Boon de ontwikkelingen in het monetaire systeem die hebben bijgedragen aan de grootste financiële crisis sinds het begin van de vorige eeuw. Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Welke lessen kunnen we uit deze schuldencrisis trekken? En is er een rol weggelegd voor goud of misschien zelfs bitcoin in de hervorming van ons geldsysteem?

    Risico’s gaan onder het tapijt

    In deel 1 van het interview (klik hier) stelde Sander Boon dat ons geldsysteem in de afgelopen 150 jaar door centralisering van functie en toezicht steeds meer van marktinformatie werd ontdaan, waardoor banken en later andere financiële instellingen steeds roekelozer zijn gaan handelen. Voor de komst van centrale banken was goud nog geld en lag de uitgifte van waardepapier (wissels) en bankgeld nog in handen van private partijen, die het waardepapier op zicht of met een vaste vervaldag uitgaven tegen onderpand of handelsfinanciering. In die tijd circuleerden er meerdere soorten waardepapieren die op decentraal niveau met elkaar concurreerden. Als waardestandaard fungeerde het goud, de waardeverschillen van het waardepapier en het bankgeld werd daarna door de markt bepaald. Als een partij teveel handelspapier in omloop had gebracht of beschikte over steeds slechter onderpand, reageerde de markt daarop door het een lagere waarde of hoger disconto toe te kennen.

    In dit decentrale geldsysteem concurreerde waardepapier en bankgeld met elkaar en kon de markt onderscheid maken tussen de meer en minder betrouwbare en was het mogelijk om van het ene op het andere waardepapier over te stappen. Wisselbanken zorgden ervoor dat het waardepapier en het bankpapier altijd verhandeld en geaccepteerd werd.

    De signaalfunctie van waardeverschillen verdween met de komst van een gecentraliseerd geldsysteem dat werd beheerd door een centrale bank, zo stelt Sander Boon. Door de uitgifte van waardepapier en door het bankgeld over te dragen van private partijen naar de overheid werd de werking van de vrije markt in waardepapier uitgeschakeld. Dat dit systeem van centrale banken nog niet zo oud is, kun je zien aan de late opkomst. Waren het er begin vorige eeuw nog maar zo’n tien centrale banken, tegenwoordig beschikt zo ongeveer ieder land over een eigen centrale bank. Door de verantwoordelijkheid voor de werking van de geldmarkt over te dragen aan de autoriteiten, hebben burgers hun interesse in de kredietwaardigheid van financiële partijen verloren en konden banken onder beheer van centrale banken meer risico’s gaan nemen, omdat hun risicovolle gedrag niet meer werd weerspiegeld in een lagere waarde van hun bankpapier. Hoewel de centralisering van de geldmarkt in theorie kon worden beschouwd als een verhoging van marktefficiëntie – er hoefde immers geen marktprijs voor waardepapier meer te worden gevonden – kleefde er ook een groot nadeel aan: financiële crises en bankruns werden gevaarlijker en wijder verspreid omdat risicovol gedrag van banken langer verscholen bleef. Om die bankruns te voorkomen gingen overheden en centrale banken nog een stap verder: ze introduceerden depositogaranties en centrale banken namen de rol op zich van lender of last resort. Het garanderen van spaargeld en het overeind houden van probleembanken door centrale banksteun zou burgers er voortaan van weerhouden om over te gaan tot een run op de bank als ze de bank niet vertrouwden, zo werd gedacht. Omdat deze regelingen wel erg gunstig waren voor banken, werd door toezichthouders tegelijkertijd getracht de geld- en kredietuitgifte streng te controleren. Lange tijd zorgden deze combinatie van depositogaranties en toezicht inderdaad voor de nodige stabiliteit. Maar het kon niet beletten dat banken nog scherper aan de wind gingen zeilen, onder meer door bankactiviteiten te ontplooien in belastingparadijzen, buiten de invloedsfeer van hun toezichthouders. Toch zijn deze ontwikkelingen alleen niet voldoen de om te verklaren waarom de crisis waarin we nu verkeren zo groot is, aldus Boon. Daarvoor moeten we kijken naar de structurele veranderingen in het wereldwijde monetaire systeem.

    Van balans naar opstapeling van beloftes

    Het monetaire systeem evolueerde op een manier die het steeds gemakkelijker maakte om geld- en kredietcreatie te verruimen. Waar vóór de introductie van een geldsysteem onder beheer van centrale banken de handelsbalansen van verschillende landen door de werking van monetair goud naar evenwicht tendeerden, sloegen die door de introductie van groeiend krediet steeds meer uit het lood. Toch gingen overheden volgens Boon door met het steeds verder wegduwen van goud uit het geldsysteem, waardoor er meer ruimte kwam voor kredietmogelijkheden. De verklaring daarvoor is dat overheden zelf altijd meer geld uit willen geven dan er via belastingen binnenkomt. Tijdens de goudstandaard, de op het Engelse ponden, Amerikaanse dollars en goud gebaseerde goudwisselstandaard van 1925 tot 1931 en de op de Amerikaanse dollar gebaseerde goudwisselstandaard van 1945 tot 1971 (Bretton Woods) was er nog sprake van relatief sterke centrale bankcontrole op geld- en kredietcreatie door commerciële banken, maar onder de dollarstandaard vanaf 1971 was de rem eraf. Toen ook nog sprake was van vergaande deregulering van financiële markten vanaf begin jaren 80 was het hek van de dam. De controle op kredietcreatie werd toen in feite helemaal overboord gegooid.

    De ontkoppeling van de dollar met goud

    De rol die de Amerikanen hierbij hebben gespeeld verdient volgens Boon speciale aandacht. De werking van het monetaire en financiële systeem is door hen namelijk diepgaand beïnvloed. Al ver voordat de VS uiteindelijk besloten om de link tussen goud en de dollar te ontkoppelen, wist de wereld dat dit moment eraan zou komen. De Amerikanen gaven immers veel meer dollars uit in het buitenland dan ze aan onderliggende goudwaarde in de kluis hadden liggen. Er was hierdoor permanent sprake van een dreigende dollarcrisis. Vanaf het moment dat de VS in 1971 (eigenlijk al in 1968) weigerden hun in het buitenland circulerende dollars om te wisselen voor goud, zijn de Amerikaanse handelspartners min of meer noodgedwongen hun overtollige dollars gaan beleggen in Amerikaanse staatsobligaties. De Amerikaanse consument kon hierdoor in het buitenland mooie spullen blijven kopen zonder uiteindelijk af te rekenen. Ze betaalden – en betalen ook nu nog - met beloftes en de Amerikaanse overheid kon permanent begrotingstekorten opstapelen. De extra liquiditeit die dit monetaire non-systeem genereerde werd door het internationale bancaire en financiële systeem geabsorbeerd. In wezen was het loslaten van Bretton Woods in 1971 niet anders dan een erkenning van overheden monetaire autoriteiten dat de kredietcreatie niet meer was te controleren, zegt Boon. Door goud als anker eerst langzaam en later rigoureus los te laten, ontstond uiteindelijk een wereld waarin het creëren van krediet niet meer was te stoppen. De nieuwe doctrine werd het opruimen van de scherven als er weer een bubbel was gebarsten. Vanaf 1980 is er dan ook een opeenvolging van economische crises en het uiteenspatten van bubbels zichtbaar. Denk aan Latijns Amerikaanse schuldencrisis (1982), 'Black Monday' op Wall Street (1987), de Mexico crisis (1994), de Azië crisis (1997), het faillissement van LTCM (1998), de dotcom-crisis (2000) en de subprime crisis (2008). Wat het volgens Boon allemaal nog een tandje erger maakt is dat alle crises zijn ‘verholpen’ met meer geld en meer liquiditeit. Overheden en centrale banken beseften zich namelijk al snel dat niet helpen een ineenstorting van het monetaire en financiële stelsel met zich mee zou kunnen brengen. De tekortkomingen van ons huidige financiële systeem zijn uiteindelijk steeds duidelijker zichtbaar geworden, er is steeds meer geld nodig om elke crisis te bezweren.

    Acties hebben gevolgen

    Boon constateert dat het geleidelijk veranderde geld- en kredietsysteem ervoor heeft gezorgd dat er een scheiding is ontstaan tussen burgers die geen of beperkt inzicht hebben in financiële zaken en een groep professionele beleggers die het geld van andere mensen beleggen. Het heeft er ook toe bijgedragen dat de grote middenklasse voornamelijk schulden heeft in de vorm van hypotheekleningen en hun gespaarde pensioengeld heeft gestoken in schuldpapier, terwijl de meer vermogende mensen voornamelijk belegden in aandelen, grondstoffen, vastgoed en kunst, kortom: tastbare zaken. Dit heeft geleid tot een steeds grotere kloof tussen rijk en arm. De door centrale banken genomen maatregelen na 2008 om het geld- en kredietsysteem te redden hebben daar nog een schep bovenop gedaan, omdat juist die beleggingen die in bezit zijn van de vermogenden er flink meer op vooruit zijn gegaan dan die van de middenklasse, zo blijkt uit onderzoek van de Bank of England.

    De rijken hebben bezit, de armen hebben schuld

    De rijken hebben bezit, de armen hebben schuld (Bron: Levy Economics Institute)

    Rentesignaal functioneert niet meer

    Naast de concentratie van beheerd geld bij professionele beleggers en de gegroeide inkomensongelijkheid wijst Boon op een ander en misschien wel omineuzer gevolg, een ontwikkeling die lange tijd niet goed zichtbaar was: het rentesignaal functioneert niet meer naar behoren. Dit onderwerp is nog niet breed opgepakt, maar wordt volgens Boon al wel bestudeerd door wetenschappers bij de BIS in Basel. De rente op staatsobligaties, met name die van de Amerikaanse overheid, fungeert als wereldwijde benchmark. De hypotheekrente wordt bijvoorbeeld mede gebaseerd op de rente op staatsobligaties. Door regulering is er verstoring opgetreden in de manier waarop rente in de markt wordt bepaald. Door staatsobligaties als 'risicovrij' te bestempelen werd impliciet gesteld dat het tegenpartijrisico anders geprijsd moest worden en het is afgedwongen door wet- en regelgeving. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen moeten wegens hun risicoprofiel bijvoorbeeld een bepaald percentage aan 'risicovrij' staatspapier in hun beleggingsportefeuille of als kapitaalbuffers aanhouden. De markt heeft door deze praktijk de risico's van staatsobligaties lager ingeprijsd. De markt is volgens Boon hierdoor als vanzelf 'gestuurd' richting een grotere vraag naar deze obligaties, wat zich vertaalde in lagere rentes. Overheden waren blij met de grote belangstelling voor hun staatsleningen, omdat ze hierdoor meer geld had om mooie dingen voor de bevolking te doen. De lagere rente gaf de illusie van kapitaaloverschot, lage prijsinflatie en groot vertrouwen in de economie weer. Hierdoor zijn we meer gaan lenen om te consumeren en investeren, met als gevolg meer en hogere schulden, meer economische groei en meer spaargeld dat risicovoller belegd moest worden. Sinds 1980 is de lange rente spectaculair gedaald van een piek van 20% in 1980 naar bijna 0% in 2013. Steeds lagere rentes gingen samen met groeiende private en publieke schulden. De risico's in het financiële systeem namen hierdoor jaar na jaar toe...

    Lange termijn rente daalt al dertig jaar

    Dertig jaar dalende rente

    In staatsobligaties gestoken spaargeld is veilig als we terug kunnen keren naar een situatie van economische groei van voor 2007. Gelet op de hoge collectieve schuldenlast, de slechte staat van de banksector en de demografische trend is dat echter onwaarschijnlijk, denkt Boon. Oplopende staatsschulden in combinatie met stagnerende economieën en de her en der opdoemende politieke impasses maakt dat spaarders steeds meer zullen moeten letten op de risico's die zijn verbonden aan beleggen in staatsobligaties. De hoge prijs van 'veilige' staatsobligaties heeft 'risico-vrij rendement' inmiddels al getransformeerd in 'rendement-vrij risico'. Staatsobligaties dragen echter nog steeds de status van risicovrij kapitaal, waar geen reserves tegenover hoeven te worden gezet. Maar is het niet verstandiger om wel onderpand te vragen voor staatsobligaties, uitgaande van de gedachte dat overheden het geld al lang hebben uitgegeven en mogelijk alleen kunnen terugbetalen in geld van minder waarde of met minder geld?

    Van lokale crises naar mondiale crisis

    We zijn volgens Sander Boon vijf jaar na de kredietcrisis op een punt aanbeland waarbij we niet meer voor- of achteruit kunnen. De rente kan niet veel verder meer dalen, maar ook niet stijgen. De economie krijgt, ondanks de historisch lage rente, geen tractie omdat de collectieve schuldenlast te zwaar weegt. Een stijgende rente maakt de financiering van de schulden onbetaalbaar en dat is uitermate onwenselijk in een systeem waarin onze schulden tegelijkertijd onze besparingen zijn. Boon noemt het ironisch dat alle in het verleden door overheden en centrale banken genomen maatregelen om het bank- en financiële systeem veiliger te maken uiteindelijk hebben geleid tot een crisis die zich nu niet lokaal, maar mondiaal manifesteert. Waar crises onder freebanking lokaal bleven, is er door de opeenstapeling van interventies in de markt voor geld inmiddels sprake van een crisis op wereldniveau. De crisis van 2007 / 2008 gaf een blik op wat er kan gebeuren als het mis gaat. Er is sinds de crisis niet veel veranderd, aldus Boon. Nog steeds is sprake van freerider gedrag, waarbij tal van zwakke plekken door de mantel van lage rentes, garanties en geldinjecties worden bedekt. Het vertrouwen dat politici en centrale banken ons willen geven in het geldsysteem is nog niet terug, ondanks talloze inspanningen om het toezicht op de bankensector te verbeteren en de kapitaaleisen voor banken op te schroeven. Centrale banken vormen op dit moment de kurk die de crisis in de fles houdt. Hierdoor hebben overheden tot nu toe nog geen structurele hervormingen doorgevoerd en zijn slechte schulden niet gesaneerd. Maar dit is geen blijvende oplossing, het gevaar ligt zelfs op de loer dat markten het vertrouwen in het beleid van centrale banken gaan verliezen. De BIS in Basel waarschuwt hier volgens Boon al voor.

    Slechte schulden saneren?

    De enige echte oplossing die Boon ziet voor de huidige economische problemen is het saneren van slechte schulden en het structureel hervormen van de economie, het nemen van de pijn. De Europese aanpak van bank bail-ins (het verantwoordelijk maken van investeerders, aandeelhouders en mogelijk spaarders voor faillissement van banken als gevolg van te risicovol bankbeleid) kan een aanzet zijn in deze richting. Zolang er echter onzekerheid bestaat rondom het toekomstige beleid van overheden en centrale banken, zullen consumenten en bedrijven in de reële economie de kat uit de boom kijken en de hand op de knip houden en niet willen investeren. En zolang centrale banken en overheden proberen de schulden houdbaar te houden door lage rente en garanties, blijft de slechte schuld als een molensteen om de nek van de reële economie hangen. De crisis zal dan net zoals in Japan misschien kunnen worden uitgesponnen over decennia. Maar Boon waarschuwt dat Japan dan wel heeft laten zien dat het de crisis vooruit heeft kunnen schuiven, uiteindelijk zal ook dat land niet ontkomen aan een sanering van slechte schulden en een structurele hervorming van de economie.

    Odysseus en de Sirenen

    Als overheden en centrale banken voortvarend optreden en de marktprikkels weer terugbrengen in het geld- en kredietsysteem zal er volgens Boon sprake kunnen zijn van echt duurzame economische groei. Goud kan daarin volgens hem een belangrijke stabiliserende en balancerende rol vervullen. Een interessante casus is hoe overheden om zullen gaan met nieuwe digitale vormen van geld zoals Bitcoin. Of deze virtuele munt veel toekomst heeft is volgens Boon echter minder interessant dan de manier waarop overheden erop zullen reageren. Of er ooit weer sprake zal zijn van een vrije markt in geld is volgens Boon overigens uiteindelijk eerder een filosofische dan een economische kwestie: kunnen we onszelf zoals Odysseus aan een mast vastbinden – eerlijke prikkels en signalen door een vrije geldmarkt - om zo de verlokkingen van de Sirenen – perverse prikkels en signalen door het door overheden en centrale banken mogelijk gemaakte makkelijke kredietgeld - te weerstaan? Klik hier voor deel 1 van ons interview met Sander Boon.

    Sander Boon

    Sander Boon is politicoloog en goudkenner. Hij publiceerde in 2012 zijn boek De Geldbubbel over het vastlopen van het huidige financiële systeem

  • Video: Sheikh Imran Hosein over het dollarsysteem

    Sheikh Imran Hosein blijkt goed op de hoogte te zijn van de werking van ons internationale monetaire systeem, dat gebouwd is rondom de Amerikaanse dollar. In deze video van ruim een uur legt hij uit hoe de VS een exorbitant privilege kreeg na de Tweede Wereldoorlog, omdat Amerikaanse dollar voortaan over de hele wereld gebruikt zou worden alsof het goud was. Iedere valuta was via de dollar gekoppeld aan goud, maar de Verenigde Staten hielden zich niet aan hun belofte om die dollars te dekken door een vastgesteld gewicht in goud ($35/oz). Toen die belofte in 1971 werd opgeschort door Nixon leek het fundament onder de dollar weggevaagd, maar door een slimme zet van Kissinger wist de VS haar dollarprivilege nog wat langer uit te buiten.

    De volgende video is absoluut de moeite van het kijken waard. Zoals onze tipgever MK10 aangaf moet u Sheikh Imran Hosein enige tijd geven om in het verhaal te komen. U kunt de video daarom ook laten starten bij minuut 10. Ongeveer vanaf dat moment begint hij zijn verhaal over het geldsysteem.

    TIP: Zie ook deze grafiek over het exorbitante privilege van de Verenigde Staten.

    Sheikh Imran Hosein over het internationale monetaire dollarsysteem (Ht/: MK10)

  • Column: Het falende systeem

    De volgende column van het Goudstudieforum gaat over ‘het falende systeem’. Met de dag wordt duidelijker dat we in een serieuze systeemcrisis zitten die niet opgelost kan worden met ‘beproefde methodes’ die we in de afgelopen decennia hebben toegepast om uit de crisis te komen.

    Deze crisis is anders, want het verlagen van de rente en het Keynesiaans stimuleren heeft niet het economische herstel opgeleverd waar velen op gehoopt hadden. Integendeel, we zakken steeds verder weg in het schuldenmoeras. De Amerikaanse centrale bank begon in 2009 met monetaire verruiming en is daar vier jaar later nog steeds mee bezig. Alleen de bedragen worden steeds groter. Ook Europa worstelt ondertussen met haar schulden… Wat staat ons nog te wachten?

    Het falende systeem

    Sinds 1971 is het monetair-financieel-economisch schuldsysteem *officieel* in faling gegaan. De hoogdagen van dit foute schuldsysteem zijn voorbij. Niet in de minste plaats omdat er geen waardestandaard meer mee verbonden is. Op dit moment groeit het systeem versneld uit tot een non-systeem met een ad hoc wanbeheer. Om tot deze conclusie te komen volstaat het om dag na dag het nieuws aandachtig en kritisch te volgen.

    Een non-systeem in de falingsfase verdraagt geen vrij vlottende goudwaarde (waarde standaard). Daarom zien we het goddelijke kartel (GS & JPMC) ook de goudprijs aanhoudend verguizen. Indien de goudprijs door de $ 1.000 per troy ounce valt gaan de zwakke handen in de goudmarkt (de goud speculanten) er de brui aan geven. De vroege vogels willen winst nemen en de laatkomers zullen hun verliezen beperken. Want het goddelijke Goldman Sachs blijft roepen dat je goud tegen $1.300 per troy ounce moet verkopen omdat de prijs naar $1.000 zal zakken.

    Dan zitten die ex-goudkevers met hun fiat digits weer in een fout en falend systeem, maar omdat de goudprijs zakt en waarschijnlijk zal blijven zakken zullen zij dat mogelijk niet als zodanig ervaren! Ze zijn dus vergeten waarom ze eigenlijk in het goudmetaal stapten. Blijkbaar doorzien ze het vuile spel van de manipulatieve systeem beheerders niet.

    Het complexe monetair-financieel-economische systeem is toch zo moeilijk te vatten… Een stijgende of dalende goudprijs spreekt véél meer tot de verbeelding! En dat weten de systeem beheerders maar al te best. Ze *exploiteren* dat dan ook aanhoudend. Neem als voorbeeld de daling van de goudprijs tussen 1980 tot en met 2000, een periode van 20 jaar. Die 20 jaar waren de hoogdagen van het systeem. Het is daarom héél moeilijk om definitief afscheid te nemen, *uit* dit systeem te stappen en fysiek goud te accumuleren.

    Waarschuwing

    China waarschuwde de Verenigde Staten over z’n wanbeheer van het dollarsysteem. Neem bijvoorbeeld de idiotie omtrent het Amerikaanse schuldenplafond. Het ‘easy money’ beleid van de Verenigde Staten is een toenemende bedreiging voor de Aziatische dollarreserves en de wereldhandel. De surpluslanden in Azië en in het Midden-Oosten riskeren dat hun opgeslagen dollarverdiensten (reserves) in waarde zullen wegsmelten.

    Het foute en falende systeem van dollarschulden als reserve wordt dan economisch disfunctioneel. Dat zal China niet zomaar laten gebeuren. Het *waarschuwen* zal dan ophouden en surplus landen gaan dan een vernieuwd (ander) systeem afdwingen. Het schuld-gedreven systeem (van politieke economie) zal dan een waardestandaard moeten krijgen die deze keer passend is voor de exporterende landen en niet meer enkel voor het Amerikaanse dollarsysteem zoals bij Bretton Woods.

    Dollarregime heeft gefaald

    Het is maar te hopen dat het dollarregime tijdig tot het (pijnlijke) besef komt dat het zo niet meer verder kan. Het is te hopen dat ze niet op de Oosterse bedreiging gaat wachten om duurzaam te veranderen naar een internationaal passende waardestandaard. Een waardestandaard met een vrij vlottende goudwaarde als kern in het vlottende muntsysteem dat z’n beste tijd gehad heeft…

    Het chronisch falen van dit door schulden gedreven economische systeem kan geen decennium meer doorgaan! Op Goudstudieforum blijven we parabolische horror grafieken opdiepen. Het zal héél erg pijnlijk blijken om kosten wat kost *in* dit schuldensysteem te blijven hangen met uw opgebouwde vermogen. We gaan het moeilijk debat hierover niet uit de weg…

    ————————————————————————————————-

    Deze bijdrage is afkomstig van Goudstudieforum.com, een besloten discussieforum waar men de ontwikkelingen in de goudmarkt op de voet volgt en bediscussieert. Een levenslange registratie voor het Goudstudieforum kost €125 of één Krugerrand van 1/10 troy ounce. Marketupdate noch Goudstudieforum heeft betaald (gekregen) voor deze bijdrage.

    www.goudstudieforum.com

    ————————————————————————————————-

    Goudstudieforum

    Goudstudieforum heeft al verschillende columns geschreven voor Marketupdate.

    goudstudieforum-logo