Tag: inflatie

  • Bank of Japan koopt 70% van alle nieuwe obligaties

    De centrale bank van Japan koopt 70% van alle nieuw uitgegeven staatsobligaties van de Japanse overheid, zo meldt The Economist. De Bank of Japan koopt iedere maand ¥7 biljoen (~€51 miljard) aan schuldpapier, met als doel de inflatie aan te wakkeren en de waarde van de munt omlaag te drukken. Dat laatste is geen officiële doelstelling, maar het heeft er alle schijn van dat de verdediging van de exportpositie van Japan één van de redenen is voor het stimuleringsprogramma.

    De Federal Reserve en de Bank of England, die hun monetaire stimuleringsprogramma’s al vrij snel na de crisis opstartten, trappen het monetaire gaspedaal minder diep in. Hoewel de extreem lage rente gehandhaafd blijft heeft de centrale bank van het Verenigd Koninkrijk al enige tijd geen nieuwe staatsobligaties meer uit de markt gehaald. Dat terwijl de Amerikaanse centrale bank begonnen is met het terugschroeven van de maandelijkse aankopen van Treasuries, de zogeheten ‘tapering’.

    Bank of Japan domineert obligatiemarkt

    In Japan lijkt het opkopen van schuldpapier niet veel op te leveren. De markt zit muurvast en de rente blijft zeer stabiel rond de 0,50% voor een 10-jaars lening aan de Japanse overheid. De totale Japanse staatsschuld is nu al voor 20% in handen van de centrale bank en op de obligatiemarkt wordt er steeds minder in het schuldpapier gehandeld. The Economist schrijft dat er op een bepaalde dag in april zelfs helemaal geen handel meer was in Japanse staatsobligaties. De rente blijft dus alleen maar zo stabiel liggen op 0,5% door de inmenging van de Bank of Japan. De grootste bezitters van Japanse staatsobligaties hebben er alle vertrouwen in dat de Bank of Japan zal fungeren als lender of last resort. Financiële instellingen hebben hun portefeuilles van Japans schuldpapier nog steeds niet verkleind. Sterker nog: de kleinere regionale banken blijven schuldpapier van de Japanse overheid aan hun balans toevoegen. Hoe langer de Bank of Japan doorgaat met monetaire stimulering, hoe moeilijker het zal worden om ermee te stoppen. Als de prijs van de obligaties grotendeels bepaald wordt door de centrale bank, dan is het moeilijk te voorspellen hoe hard de rente weer zal stijgen wanneer de centrale bank haar aankopen vermindert. De grote Japanse banken kopen al bijna geen Japanse staatsschuld meer en ook Europese banken hebben hun portefeuille van Japanse obligaties verkleind.

    BOJ

    Bank of Japan domineert de obligatiemarkt

  • Gaat Draghi iets doen aan de lage inflatie?

    Afgelopen vrijdag gaf Mario Draghi van de ECB een uitvoerige speech tijdens Jackson Hole, waarin hij in hoofdlijnen twee punten duidelijk probeerde te maken. Het eerste punt was dat de ECB bereid is meer te doen om een halt toe te roepen aan de alsmaar dalende inflatie en het tweede punt was dat de ECB dat waarschijnlijk niet alleen kan en dat de destructieve effecten van het bezuinigingsbeleid in Europa vroeg of laat weer teruggedraaid moeten worden. Op de beurs werd positief gereageerd op deze uitspraken, want de aandelenmarkt klom verder omhoog. De S&P 500 wist zelfs even door de grens van 2.000 punten te breken.

    Toch hebben veel mensen misschien wel de belangrijkste uitspraken van zijn speech gemist, zo stelt Joe Weisenthal van Businessinsider. Hij verwijst naar een passage uit de speech van Draghi die niet op papier stond en die klaarblijkelijk later is aangepast. In deze afwijkende passage, die werd opgemerkt door Lorcan Roche Kelly van Agenda Research, durft Draghi eindelijk het werkelijke verhaal te vertellen achter de steeds verdere daling van de inflatie in de Eurozone. Hij zei het volgende:

    "De inflatie is gedaald van ongeveer 2,5% in de zomer van 2012 tot een niveau van 0,4% nu. Ik geef ongeveer eens per maand commentaar op deze beweging tijdens de persconferentie. Ik heb verschillende redenen genoemd voor de daling van de inflatie, zo heb ik gezegd dat het te maken heeft met dalende prijzen voor voedsel en brandstof. Vanaf de zomer van 2012 was vooral de hogere wisselkoers van invloed op de prijsontwikkeling. Meer recent hebben we te maken gehad met de geopolitieke risico's in Rusland en Oekraïne, die ook een negatieve impact zullen hebben op de economie van de eurozone. Ook hebben we dan nog de relatieve prijsaanpassing in de zwakkere landen en het probleem van de hoge werkloosheid. Ik heb gezegd dat de meeste van deze effecten uiteindelijk zullen afnemen, omdat ze van tijdelijke aard zijn. Maar dat geldt niet voor alle effecten...

    Ik heb ook gezegd dat, als deze periode van lage inflatie langdurig aanhoudt, de doelstelling van prijsstabiliteit in gevaar kan komen. De inflatieverwachtingen laten op alle fronten een daling zien. De 5-jaars swap rate daalde met 15 basispunten naar net onder de 2%. Dit is de maatstaf die we normaal gebruiken om inflatie op de middellange termijn te definieren. Maar als we op een nog kortere termijn kijken, dan zijn de herzieningen nog groter. De reële rente op de korte en middellange termijn is gestegen, maar op de middellange termijn is die niet gestegen door een daling in de lange-termijn nominale rentes. Dat geldt niet alleen in de eurozone, maar ook elders in de wereld. De Raad van Bestuur [van de ECB] zal deze ontwikkeling in de gaten houden en zal binnen haar mandaat alle instrumenten gebruiken om de prijsstabiliteit over de middellange termijn te waarborgen."

    Zoals je ziet is Draghi klaar met het vinden van excuses voor de lage inflatie. Hij erkent dat er sprake is van een fundamentele verslechtering die niet alleen uitgelegd kan worden door tijdelijke ontwikkelingen. De laatste maanden zakt de wisselkoers van de euro weer, zonder dat Draghi daadwerkelijk stappen heeft moeten ondernemen. Mogelijk verwacht de markt dat de ECB binnenkort iets zal doen om een aanhoudend lage inflatie te doorbreken. In de zomer van 2012 wist Draghi de markt de sussen met de uitspraak dat hij alles zou doen om de euro te redden. De uitspraken bij Jackson Hole hadden ook als doel de markt te kalmeren, zonder dat er feitelijk stappen zijn gezet. Jackson Hole is een symposium dat sinds 1978 jaarlijks georganiseerd wordt door de Federal Reserve van Kansas en waar de top van het financiële systeem bijeen komt. Het doel van deze jaarlijkse bijeenkomst, waar centrale bankiers, academici en beleidsmakers bij aanwezig zijn, is om te praten over trends en ontwikkelingen die op de middellange termijn plaatsvinden. Bron: Businessinsider

    eur-usd

  • Ook de Bundesbank is het spoor bijster

    Het moet nagenoeg iedereen opgevallen zijn, dat uitgerekend de Bundesbank in Duitsland de afgelopen weken gepleit heeft voor een verhoudingsgewijs forse loonsverhoging van 3%. Als de grootmeesters van een zuinig beleid hiertoe oproepen, dan moet er iets goed mis zijn en dat is er natuurlijk ook. Inflatie in Europa is laag, blijft laag en heeft de neiging nog lager te worden. In juli was het inflatieniveau 0,4%, waar 2% de doelstelling is. Het lijkt er bovendien op, dat die inflatie eerder verder zal wegzakken dan oplopen nu de toch al zeer lage groei in dit deel van de wereld nog verder lijkt te verzwakken.

    Ook in Duitsland is van inflatie amper sprake. In 2013 daalden de reële lonen zelfs met 0,2% volgens het Federale Statistische bureau. Tegen deze achtergrond van een hardnekkig lage dalende inflatie en dalende reële lonen pleit de Bundesbank nu voor een loonstijging van 3%. Traditioneel is een loonstijging in Duitsland opgebouwd uit twee componenten. De eerste is het inflatiepeil en het tweede is een deel van de productiviteitsstijging. Als aan die voorwaarden is voldaan, kunnen lonen nooit reëel dalen, zo is het idee.

    Bundesbank

    Lonen stijgen

    Aan dat op zich mooie uitgangspunt kleven dit keer wat nadelen. Waarom zou een werkgever zijn werknemers een inflatievergoeding van 2% geven, als die vandaag de dag ver onder 1% ligt? De tweede is, dat werkgevers waarschijnlijk helemaal niet geneigd zijn de productiviteitsstijging geheel of gedeeltelijk aan de werknemers te geven. De hervormingen van de arbeidsmarkt, die ongeveer tien jaar geleden hun beslag kregen, zijn er op gericht de loonstijging gematigd te houden. Ook in Duitsland is de arbeidsmarkt veranderd en zijn de vakbonden amper nog een partij voor de werkgeversbonden. De angst voor werkloosheid en de daarmee gepaard gaande inkomensdaling maakt het voor werkgevers steeds gemakkelijker om op het niveau van de werkvloer de afspraken op nationaal niveau te omzeilen.

    Personeel eist meer loon

    Personeel eist meer loon

    Deflatie

    Al dit soort zaken en ontwikkelingen zijn ongetwijfeld bekend binnen de burelen in Frankfurt. Waarom doen de centrale bankiers dan toch een poging de lonen met 3% te laten stijgen? Is het een slimme zet om zo te voorkomen, dat de ECB op Europees niveau overgaat tot een politiek van monetaire stimulering? Het kan ook zijn, dat de Bundesbank het spoor bijster aan het raken is. Sinds de crisis kampt Europa met een inzakken van de vraag. Dat is niet alleen de schuld van de crisis, maar ook van het gevoerde beleid van alsmaar bezuinigen. Dat is de standaard oplossing van de Bundesbank voor elke crisis. Het resultaat is een al jaren aanhoudende economische stagnatie in bijna alle landen van de eurozone en een inflatie die wel eens kan omslaan in deflatie. Europa lijkt af te stevenen op een Japanisering van haar problemen met alle bekende gevolgen van dien. Een erkenning van Europese beleidsmakers, dat een groot deel van de problemen van eigen makelij is, lijkt vooralsnog een brug te ver. Vandaar dat de Bundesbank met voorstellen komt, die ogenschijnlijk redelijk zijn maar op voorhand onhaalbaar zullen blijken. Het blijft aanmodderen in Europa met onze beleidsmakers. Cor Wijtvliet BELANGRIJK: - Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected] - Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen - U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen! - U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt. - Maak ook kennis met de nieuwsbrief Crash Investor, een vrijwel onmisbaar document voor de actieve belegger!

  • Grafiek: Aandelenmarkt Argentinië slaat op tilt

    Argentinië slaagde er deze week niet in $539 miljoen aan rente betalen over haar leningen, waardoor kredietbeoordelaars voor de tweede keer in dertien jaar tijd kunnen spreken van een default. Het is een problematische situatie voor het land, dat vrijwel geen economische groei meer kent en dat te kampen heeft met een zeer hoge inflatie. Dat blijkt ook als we de aandelenmarkt erbij pakken. Die weerspiegelt de sterk opgelopen inflatie in Argentinië. We hebben er voor de beeldvorming ook de S&P 500 index tegenover gezet.

    Nominaal rendement Argentijnse en Amerikaanse aandelenmarkten

    Nominaal rendement Argentijnse en Amerikaanse aandelenmarkten (Bron: Yahoo Finance)

    Argentijnse peso

    De officiële wisselkoers is 8,21 pesos tegenover een Amerikaanse dollar, maar op de zwarte markt hanteert men een veel hogere wisselkoers van 12,65 pesos per dollar. Dat is ongeveer vier keer zo hoog als de wisselkoers begin 2008. Corrigeren we het extreem hoge rendement van de Merval index voor de waardedaling van de Argentijnse valuta, dan blijft er weinig van dat spectaculaire rendement over. Ten opzichte van begin 2008 staat de Merval index ongeveer vier keer zo hoog, ongeveer dezelfde orde van grootte als de waardedaling van de munt. voor de volledigheid plaatsen we er ook een grafiek bij de de officiële wisselkoers (blauwe lijn) en de wisselkoers op de zwarte markt laat zien (groene lijn). Zoals u ziet heeft de centrale bank van Argentinië ergens in 2011 de controle over de valutamarkt verloor. Sindsdien loopt de officiële wisselkoers en de wisselkoers op de vrije markt niet meer gelijk op.

    Wisselkoers Argentijnse peso versus dollar

    Wisselkoers Argentijnse peso versus dollar (Bron: Dolarblue.net)

  • BIS: Wereldeconomie nu kwetsbaarder dan in 2008

    Volgens Jaim Caruana van de Bank for International Settlements (BIS) is de wereldeconomie nu kwetsbaarder dan tijdens de val van Lehman Brothers in 2008. We zitten veel dieper in de schulden dan zes jaar geleden en daar komt bij dat de economische groei in de opkomende markten sterk is afgezwakt. Door de lage rente durft men weer meer geld te lenen en te investeren, maar het gevaar schuilt volgens de BIS in de aanname dat het monetaire beleid nog heel lang zo ruim zal blijven als ze nu is.

    Doordat centrale banken de rente nu al jaren achtereen op een historisch laag niveau houden zijn de markten zich anders gaan gedragen. De markt is ervan overtuigd geraakt dat het soepele monetaire beleid zal aanhouden, tot ongenoegen van centrale banken. Die beseffen maar al te goed dat een te soepel monetair beleid zal leiden tot nieuwe bubbels en mogelijk tot een nieuwe crisis. De vorige keer dat de Federal Reserve de rente langdurig laag hield werd een grote zeepbel op de huizenmarkt opgeblazen, een bubbel die begon leeg te lopen nadat de Amerikaanse centrale bank de rente weer verhoogde.

    Meer schulden

    Caruana wijst erop dat de schuldquote in de ontwikkelde landen momenteel 20 procentpunt hoger ligt dan in de aanloop naar de val van Lehman Brothers in 2008. De schuldquote ligt inmiddels op 275% van het bbp. De goedkope kredieten hebben de aandelenmarkt vleugels gegeven. Dat is niet alleen het gevolg van spaarders die een hoger rendement zoeken op de beurs, maar ook het gevolg van bedrijven die massaal eigen aandelen inkopen met geleend geld. Ook dat drijft de aandelenkoersen verder omhoog. De kredietbubbels beginnen zich volgens de BIS ook steeds meer te manifesteren in opkomende economieën. In landen als China, Brazilië en Turkije is de schuldquote eveneens met 20 procentpunt gestegen, tot 175 procent van het bbp. De reële rente (gecorrigeerd voor inflatie) die bedrijven betalen over een lening met een looptijd van vijf jaar ligt ongeveer op 1%. Door de extreem lage rente zullen bedrijven meer risicovolle projecten uitvoeren die achteraf gezien misschien niet rendabel blijken te zijn. "We houden deze ontwikkeling nauwgezet in de gaten. Als we ons al zorgen maakten over de schuldniveaus in 2007, dan kunnen we het ons niet permitteren om nu gemakzuchtig te zijn", zo verklaarde Caruana. "Misschien is het zo dat de schuldenlast nu beter verdeeld is, omdat de landen waar de schuldquote het hoogst lag de laatste jaren schulden hebben afgebouwd. Denk bijvoorbeeld aan de private schulden in landen als Spanje en de VS. Bovendien zijn de banken nu beter gekapitaliseerd. Maar daar staat tegenover dat de markt nu gevoeliger is voor veranderingen in de rente."

    Optimisme overheerst

    Onlangs nog waarschuwde de BIS dat schulden niet de belangrijkste drijfveer mogen en kunnen zijn voor duurzame economische groei. Een waarschuwing die komt op een moment waarop alles zo goed lijkt te gaan. Op de aandelenmarkt heerst een positieve stemming en de VIX-index laat zien dat de volatiliteit op dit moment uitzonderlijk laag is. Dat terwijl de economische groei dicht bij nul ligt en bedrijven hun winstverwachting naar beneden hebben bijgesteld. Ook op de obligatiemarkt lijken alle zorgen verdwenen, gezien de extreem lage rente op 10-jaars leningen van landen als Frankrijk, Spanje, Italië en Portugal. In de Verenigde Staten zijn de markten ook positief gestemd. De lange-termijn koers/winst verhouding van beursgenoteerde bedrijven bereikte in mei een niveau van 25, zes punten boven het gemiddelde over de afgelopen vijftig jaar. Caruana merkt op dat er een soort ontkoppeling heeft plaatsgevonden tussen de wereldwijde economische ontwikkelingen en de positieve stemming op de beurzen. Het is de vraag hoe lang deze tegenstrijdige situatie kan blijven voortbestaan. Negatieve effecten van het soepele monetaire beleid in de VS, Europa en Japan zijn volgens de BIS al te zien in de rest van de wereld. Het gevaar is dat er nu - anders dan in 2008 - geen economisch blok is dat de kar kan trekken als de economie elders in de wereld krimp laat zien. Sterker nog, opkomende markten die het in crisisjaar 2008 nog goed deden beginnen nu zelf een risico te vormen voor de wereldeconomie.

    BIS waarschuwt

    De Bank for International Settlement werd in 1930 opgericht in Basel om de puinhopen op te ruimen van het Verdrag van Versailles. Sindsdien is deze organisatie uitgegroeid tot de bank der centrale banken en het bolwerk van orthodox monetair beleid. In de aanloop naar de Lehman crisis gaf de BIS al meerdere waarschuwingen. De Federal Reserve hield de rente in de ogen van de BIS te lang op een te laag niveau, waardoor toekomstige economische groei in toenemende mate naar voren werd gehaald. De BIS stond in 2009 achter het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve, maar waarschuwde toen al dat de rente binnen afzienbare tijd weer verhoogd moest worden. Het voornaamste risico is dat centrale banken als de Federal Reserve opnieuw achter de feiten aan zullen lopen. De BIS schreef in haar laatste rapport dat centrale banken een bias hebben richting een soepel monetair beleid. Na een crisis kunnen ze de rente heel snel drastisch verlagen, maar het duurt vaak te lang voordat ze de rente weer durven te verhogen. Bron: Telegraph

  • Grafiek: Deze landen kenden de hoogste inflatie

    The Economist heeft een overzicht gemaakt van landen waar de inflatie op dit moment het hoogst is. De lijst wordt aangevoerd door Venezuela, waar we op Marketupdate in het verleden verschillende keren over geschreven hebben. Op gepaste afstand volgt Argentinië, waar de koopkracht met een inflatie van meer dan 35% op jaarbasis ook in hoog tempo wordt uitgehold. Andere probleemlanden met een hoge inflatie zijn Syrië en Soedan, waar de inflatie ook boven de 30% ligt.

    Deze landen kampen met de hoogste inflatie

    Deze landen kampen met de hoogste inflatie (Bron: The Economist, via twitter)

  • Stijging voedselprijzen in beeld gebracht

    De volgende illustratie laat in één oogopslag zien dat de voedselprijzen dit jaar sterk zijn toegenomen. We hebben eerder dit jaar op Marketupdate al eens aandacht geschonken aan de stijgende voedselprijzen in het algemeen en de stijging van de koffieprijs in het bijzonder. Dit overzicht van de Financial Times laat zien dat ook producten als boter, melk, tarwe, sinaasappelen en vlees dit jaar sterk zijn toegenomen.

    Voedselprijzen stijgen, maar u betaalt waarschijnlijk nog niet 24% meer dan begin dit jaar

    Voedselprijzen stijgen, maar u betaalt waarschijnlijk nog niet 24% meer dan begin dit jaar (via Zero Hedge)

    Hoewel de illustratie tot de verbeelding spreekt moeten we er een aantal op- en aanmerkingen bij maken. Zo is het gemiddelde van 24% gebaseerd op de aanname dat de prijzen van alle genoemde grondstoffen een gelijke weging hebben in de totale kosten van het ontbijt, wat in de praktijk waarschijnlijk niet het geval is. Ten tweede kan deze illustratie de indruk wekken dat de genoemde percentages betrekking hebben op de prijs van eindproducten. Dat is niet het geval, want het gaat hier om de prijzen van ruwe grondstoffen die in grote hoeveelheden verhandeld worden. De grondstoffen zijn maar een deel van de totale kostprijs van de producten die hier afgebeeld worden. De impact van een stijgende koffieprijs heeft natuurlijk geen invloed op de prijs van de verpakking, de loonkosten en de andere kosten die een bedrijf maakt om pakken koffie in de schappen te leggen. Ook moeten we niet vergeten dat grote bedrijven vaak contracten afsluiten voor een langere periode, juist om zich in te dekken tegen plotselinge prijsschommelingen. Daardoor werkt een prijsverhoging van grondstoffen met enige vertraging door in de prijs van eindproducten in de supermarkt.

  • Video: Edin Mujagic over geld, inflatie en centrale banken

    Paul Buitink (DeBitcoin) sprak met monetair econoom Edin Mujagic over geld, inflatie, centrale banken en tal van andere aanverwante onderwerpen. Volgens Mujagic hollen centrale banken de waarde van ons geld uit, omdat er in de periode voor de komst van centrale banken vrijwel geen geldontwaarding was. Hoewel centrale banken zeggen prijsstabiliteit na te streven staan ze een inflatie van 2% per jaar toe, waardoor het geld over de langere termijn toch aanzienlijk aan waarde verliest.

  • Consument krijgt minder door stijgende voedselprijzen

    Door de stijgende voedselprijzen krijgt de consument minder waar voor zijn geld. Voedsel wordt in kleinere verpakkingen gestopt of verpakkingen worden simpelweg minder gevuld, zodat de prijzen van de artikelen gelijk kunnen blijven. Na CNBC komt nu ook TV-programma The National met een item over verborgen inflatie. Als voorbeeld laat men twee verpakkingen spek zien van hetzelfde merk. De verpakkingen lijken erg veel op elkaar, maar de inhoud verschilt behoorlijk. Zat er in de oude verpakking nog 500 gram, in de nieuwe is dat nog maar 375 gram. Dat is een kwart minder, terwijl het voor dezelfde prijs in de schappen wordt gelegd…

    De trend van kleinere verpakkingen is geen manier om het overgewicht van de gemiddelde Amerikaan te bestrijden. Stijgende voedselprijzen dwingen producenten de prijs van hun vlees te verhogen. Het is de vraag hoe deze vorm van geldontwaarding berekend wordt in het inflatiecijfer.

  • Inflatie of krimpflatie?

    Wie in de supermarkt goed op de prijzen let zal zien dat producten bijna ieder jaar duurder worden. Stijgende prijzen voor grondstoffen, verpakking en transport dwingt fabrikanten de prijzen van tijd tot tijd te verhogen. Voor u als consument is dat vervelend, maar u weet tenminste waar u aan toe bent. Er is namelijk ook een meer verscholen vorm van inflatie in de supermarkt: Minder voor hetzelfde geld…

    CNBC maakte een korte reportage over dit fenomeen, waarin te zien is dat fabrikanten de meest sluwe tactieken toepassen om hun winstgevendheid op peil te houden. Verpakkingen worden in sommige gevallen simpelweg minder gevuld, wat de meeste consumenten in eerste instantie niet op zullen merken. In andere gevallen wordt de verpakking op subtiele wijze kleiner gemaakt. Omdat de prijzen op deze manier gelijk blijven merkt men het ook niet zo snel op.

    Inflatie

    Rob Dickerson, deskundige op het gebied van voedselverpakkingen, verklaarde tegenover CNBC dat het verkleinen van de inhoud van verpakkingen vooral een trend van de laatste drie jaar is. Als je dat meeneemt in de berekening van de inflatie kom je tot de conclusie dat de voedselprijzen veel sneller zijn gestegen dan de lonen. Twee jaar geleden werd bekend dat ook de Senseo pads aan 'krimpflatie' onderhevig waren. De hoeveelheid koffie in iedere pad werd in het verleden een keer verlaagd van 7,5 naar 7 gram. Toen dat gegeven naar buiten kwam heeft de fabrikant de hoeveelheid koffie in de pads meteen verhoogd naar 7,5 gram. Dit is één van de vele voorbeelden van verkapte inflatie.

    Inflatie: Twee verpakkingen die sterk op elkaar lijken, maar de één bevat een kwart minder inhoud

    Inflatie: Twee verpakkingen die sterk op elkaar lijken, maar de één bevat een kwart minder inhoud

  • Lege winkelschappen in Venezuela

    In Venezuela blijven de tekorten niet beperkt tot brood, melk en toiletpapier. Volgens Moneynews beginnen ook de schappen in kledingwinkels, elektronicazaken en andere winkels leeg te raken. Winkelcentra liggen er verlaten bij, omdat het door de extreem hoge inflatie niet meer rendabel is nieuwe voorraad in te slaan. Veel consumentengoederen moeten geïmporteerd worden en daar hebben winkeliers harde valuta voor nodig.

    Prijscontroles in Venezuela

    Tot voor kort namen winkeliers hun toevlucht tot de zwarte markt, waar de sterk in waarde gedaalde bolivars ingewisseld werden voor Amerikaanse dollars. Maar door de komst van nieuwe wetgeving worden prijscontroles afgedwongen die het voor winkeliers vrijwel onmogelijk maken om nog wat te verdienen. De regering heeft vorig jaar zelfs het leger ingezet om de prijscontroles af te dwingen. Een nieuwe "eerlijke prijs wet" die in november door de regering Maduro werd ingevoerd dwingt de winkeliers waren aan te bieden tegen onmogelijk lage prijzen, waardoor ze geen inkopen meer doen. Verplichte kortingen op elektronica, gereedschap en kleding liepen in sommige gevallen op tot 70%.

    Lege winkelschappen

    Het aanvullen van lege winkelschappen is vrijwel onmogelijk, omdat de dollars die nodig zijn om importeurs te betalen moeilijk te krijgen zijn. Hoewel de officiële wisselkoers sinds de laatste devaluatie op 11,3 bolivar per dollar ligt betaalt men op de zwarte markt momenteel 66,5 bolivar voor een dollar. Bij de officiële wisselkantoren van de overheid is de wisselkoers met de dollar gunstiger, maar is het aanbod van dollars beperkt. Winkeliers krijgen vaak niet alle dollars toegewezen die ze van plan waren te kopen. De lege winkelschappen hebben hun weerslag op het alledaagse leven in Venezuela. Normaal gesproken vormen winkelcentra in Venezuela een sociale ontmoetingsplek waar mensen de boodschappen doen, samen eten en waar ze naar de film gaan. Nu worden veel winkels door maatregelen van de overheid gedwongen hun deuren te sluiten. Claudia Itriago, directeur van het Venezolaanse ministerie van winkelcentra, ziet de situatie van dag tot dag verslechteren: "Iedereen die Venezuela bezoekt zal zich realiseren dat de detailhandel sinds 2013 verslechterd is. Het is chaos."

    Lege winkelschappen ontsieren de winkelcentra in Venezuela

    Lege winkelschappen ontsieren de winkelcentra in Venezuela