Tag: olieproductie

  • Extreme volatiliteit keert terug op internationale oliemarkt

    De geschiedenis leert geen lessen, maar het is de moeite waard de geschiedenis goed te bestuderen. Dat geldt zeker voor de oliemarkt. Amerikanen en Europeanen hebben OPEC vaak beticht van manipulatie van de prijs, maar zeker de Amerikanen zijn geen haar beter. Tussen 1930 en 1970 blonken ze uit in het manipuleren van het olie-aanbod en legden aldus een bodem onder de prijs. In die jaren legde de Amerikaanse overheid oliemaatschappijen en individuele staten de verplichting productiequota’s op om zo te voorkomen dat prijzen te heftig op en neer zouden bewegen. Op die manier werden de belangen van de sector, burgers, beleggers en overheid het bet gediend, zo was de gedachte.

    oil-well-pixabay-teaserHet beleid van toen staat haaks op de structurele veranderingen die de internationale oliemarkten te wachten staan. Die veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor de oliesector, maar ook voor de economische groei, de internationale veiligheid en het milieu. Het afgelopen decennium schoten olieprijzen in snel tempo omhoog en omlaag. Het luidde het einde in van OPEC als manager van het aanbod en de terugkeer van de vrije markt.

    Het resultaat zal naar alle waarschijnlijkheid zijn dat prijzen over een lange termijn heftig gaan bewegen. Dat brengt grote financiële, economische en geopolitieke risico’s mee voor de burger, bedrijfsleven en overheden.

    Het beeld van prijsbewegingen is eigenlijk zo oud als de olie-industrie zelf. Vraag en aanbod reageerden traag op prijsbewegingen en opslag was duur en de capaciteit beperkt. Het was voor producenten en overheden het startsein om te proberen het aanbod in goede banen te leiden. Dat beleid was niet onsuccesvol.

    Stabilisering olieprijs

    Het ontmantelen van Standard Oil in 1911 maakte een einde aan een periode van relatieve rust op het prijsfront. De aanhoudende onrust op het prijzenfront bezorgden de industrie en de overheid hoofdbrekens, omdat olie onmisbaar was geworden. De onrust hield aan tot 1931. In dat jaar zakten prijzen zo diep weg, dat Texas en Oklahoma militairen naar de olievelden stuurden om het sluiten van de nodige bronnen af te dwingen. Het was het begin van een vier decennia durende samenwerking tussen het Witte Huis en de olie-industrie om het aanbod te quoteren. Het succes was enorm, want de prijsstabiliteit was indrukwekkend.

    In 1972 brak een nieuwe periode aan. De productie in de VS begon te dalen en in het Midden-Oosten bleek OPEC zeer wel in staat het aanbod en de olieprijs naar eigen inzicht te managen. Het succes van OPEC was niet vergelijkbaar met dat van Texas in de decennia daarvoor. Ongeveer 10 jaar geleden is een einde gekomen aan de dominantie van OPEC. Prijzen schoten om van een hoogtepunt van $145 per vat in 2008 naar een dieptepunt van $26 in februari 2016.

    koersdaling-olieprijs

    De olieprijs zakte in 2014 hard weg door toename wereldwijde productie

    De opzet van Texas en OPEC was niet alleen op korte termijn te stabiliseren, maar om ook zekerheid te bieden voor de langere termijn. Dat is absolute noodzaak, omdat olie toen en nu een centrale rol in de wereld. Heftige prijsschommelingen verkort de planningshorizon van bedrijven, schrikt investeringen af met alle economische gevolgen van dien. Heftige prijsbewegingen kunnen zelfs het monetair beleid van centrale banken in de wielen rijden, voor recessies zorgen en zelfs oorlog en terrorisme uitlokken.

    OPEC verliest controle

    Bezien vanuit dat perspectief is het niet vreemd dat sommige partijen in de VS niet blij waren met de prijsval die in 2014 inzette. Ze riepen OPEC op om de productie terug te schroeven. Sommige van deze partijen hebben goede hoop dat de overeenkomst tussen Rusland en OPEC het begin zal zijn van een betere afstemming tussen vraag en aanbod.

    Die hoop is waarschijnlijk vals. In februari begonnen gesprekken over beperking van de productie, maar sindsdien is de productie met 1,4 miljoen vaten per dag toegenomen. Het overaanbod is zodoende eerder toe- dan afgenomen. Dat feit ondergraaft min of meer de duurzaamheid van het akkoord en geeft een meer ad-hoc karakter, zoals in de geschiedenis wel vaker gebeurt is. Het geeft geen structurele rust op de markt.

    De (nabije) toekomst gaat zodoende meer en meer op het verleden lijken, met sterke schommelingen in vraag en aanbod uitmondend in politieke onrust. Evenals in het grijze verleden is er op dit moment geen alles bepalende swing producer om de prijsbewegingen naar eigen inzicht te beteugelen. Het ontbreken van een kompas op de oliemarkt zal veel gaan vragen van consumenten, bedrijven en overheden. Ze moeten slimmer en innovatiever worden om de schommelingen het hoofd te bieden. Dat is geen geringe opgave, zo laat de geschiedenis zien. Een vrije oliemarkt is een mixed blessing!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Olieprijs bijna 4% lager vanwege twijfels OPEC akkoord

    De olieprijs maakte dinsdagmiddag een duikeling van bijna 4%, nadat de olieminister van Iran bekendmaakte dat zijn land de olieproductie niet zal verlagen. Op woensdag komen de OPEC landen bijeen om de productiequota vast te leggen, maar de kans dat daar een significante beperking van de wereldwijde olieproductie uit voortkomt is tot een minimum gedaald. De belangrijkste olieproducent van het kartel, Saoedi-Arabië, wil namelijk alleen haar olieproductie beperken als ook Iran een productiequotum vastlegt.

    Eind september bereikten de olieproducerende landen van de OPEC nog een akkoord over het verlagen van de productie, maar dat was niet meer dan een intentieverklaring. Welke landen onder aan de streep de productiebeperkingen voor hun rekening zouden nemen, dat zouden we eind november pas weten. Nu de einddatum nadert blijkt dat niet alle landen bereid zijn het spelletje mee te spelen.




    Olieprijs bijna 4% lager

    De verklaring van de olieminister van Iran drukte de prijs voor een vat WTI olie met 3,8% omlaag naar $45,28 per vat, terwijl de prijs van een vat Brent olie met een vergelijkbaar percentage daalde tot $46,46 per vat. Dat is het laagste niveau in twee weken tijd. Eind oktober maakte de olieprijs al een duikeling van meer dan $50 naar slechts $32 per vat, maar in de aanloop naar de deadline raakten beleggers weer meer overtuigd van een akkoord. Zo steeg de olieprijs een week geleden nog tot $48 per vat.

    wti-olieprijs

    Olieprijs daalt bijna 4% na uitspraken olieminister Iran (Grafiek via Bloomberg)

    OPEC akkoord van tafel?

    Houdt Iran voet bij stuk, dan is de kans groot dat het akkoord sneuvelt. Saoedi-Arabië zou niet van plan zijn in te stemmen met een akkoord dat Iran of Irak ruimte geeft de olieproductie te verhogen. Daarnaast zijn er op de achtergrond zijn nog twee belangrijke olieproducenten die elke productiebeperking van het oliekartel ongedaan kunnen maken, namelijk Rusland en de Verenigde Staten. Deze twee landen produceren ongeveer evenveel olie als Saoedi-Arabië, maar zijn beide geen lid van de OPEC. Poetin heeft onlangs weliswaar gezegd dat bereid is de olieproductie niet verder uit te breiden, maar dat kan natuurlijk ook bluf zijn geweest. Rusland is nergens toe verplicht en dat geldt ook voor de schalie-producenten in de Verenigde Staten. Met de verkiezing van Donald Trump lijkt het waarschijnlijker dat de VS juist méér gaat investeren in de olie-industrie. We verwachten dat het OPEC topoverleg in Wenen op een mislukking zal uitdraaien. Volgens de topman van de Russische olieproducent Rosneft ligt het tijdperk waarin een handvol olieproducerende landen de olieprijs kon manipuleren nu definitief achter ons. Daarmee is de kans dat de olieprijs weer richting de $100 per vat gaat vrijwel uitgesloten. Lees ook:

  • OPEC heeft groter marktaandeel, maar alles heeft zijn prijs

    Afgelopen maand maakte OPEC plannen bekend om zijn olieproductie te beperken om zo de prijs wat omhoog te drijven. Voor velen was het duidelijk, dat de strategie van zoveel mogelijk oppompen tegen elke prijs mislukt was. Ook heetten de Verenigde Staten de grote winnaar van de prijzenoorlog van de afgelopen twee jaar. De schalieproducenten slaagden er immers in om de kosten zo stevig te verlagen, dat ze zelfs bij een niveau van $ 40 zouden kunnen overleven. Dankzij OPEC was de schalie-industrie uiteindelijk alleen maar gezonder geworden.

    OPEC daarentegen had bakzeil moeten halen, omdat lasten hoger waren dan de baten vanwege de te lang aanhoudende lage prijzen. OPEC is daarmee de verliezer, of toch niet? De meeste verhalen zijn nooit zwart wit en dat geldt ook voor het verhaal rondom OPEC. Het valt niet te ontkennen dat OPEC marktaandeel heeft gewonnen, ook al zijn de kosten hoog!

    OPEC heeft waarschijnlijk van meet af aan beseft, dat het de schalie-industrie in de VS niet kon vernietigen. Het kon echter wel zijn opmars afstoppen door heel veel olie op te pompen en dat is gelukt. De productie is de afgelopen twee jaren niet gegroeid met 1 miljoen vaten per dag, maar is met 10% gedaald naar 9,6 miljoen vaten per dag.

    OPEC wint marktaandeel

    Het oliekartel slaagde er ook in om ook andere non-OPEC leden in de problemen te brengen, die te duur produceerden. Daardoor daalde de productie van de niet-OPEC landen behoorlijk en daar trok OPEC op zijn beurt profijt van. Door de lage prijzen steeg de vraag sneller dan verwacht en wel met 3 miljoen vaten per dag in plaats van 1 miljoen zoals het Internationaal Energie Agentschap had voorspeld.

    Voorde niet-OPEC landen had het Internationaal Energie Agentschap (IEA) voor 2017 een totale productie voorspeld van 59,4 vaten per dag. Daar zijn er recentelijk nog 57 miljoen van overgebleven. In 2017 zal de vraag naar OPEC olie daardoor 3 miljoen vaten per dag hoger uitvallen dan tot nu toe berekend. Daar komt nog bij, dat investeringen in nieuwe oliebronnen nagenoeg tot stilstand zijn gekomen en dat zal niet snel veranderen, zelfs niet bij een prijs die boven $50 per vat uitstijgt.

    opec-nonopec-oil-supply

    Productie OPEC versus niet-OPEC landen (Grafiek via Financial Times)

    Aan het eind van dit decennium zal er maar liefst $740 miljard minder geïnvesteerd zijn. Dat speelt in het voordeel van OPEC. Door marktaandeel te winnen daalde de waarde van een vat olie van OPEC minder snel dan bijvoorbeeld een vat schalie-olie. Sinds de prijs van een vat olie in 2014 tot onder $100 daalde zijn de potentiële inkomsten van de schalie-producenten met 55% gedaald. Dat is de uitkomst van lagere prijzen en lagere volumes.

    Bij OPEC is de daling 48%, omdat de prijsdaling deels gecompenseerd werd door een volumestijging. Dat is echter slechts een deel van het verhaal. De productie van OPEC is driemaal zo hoog en dat betekent dat de totale kosten van de prijsdaling enorm zijn. In september van dit jaar was de olieproductie van OPEC $43 miljard minder waard dan in de maand september in 2014. In de VS was dat $14 miljard.

    In de VS zijn het de aandeelhouders en de bedrijven die het verlies dragen, maar in de meeste OPEC-landen is de staatskas het voornaamste slachtoffer. Daardoor zijn grote budgettaire problemen gegroeid die niet door een groter marktaandeel gecompenseerd kunnen worden. In die zin is de OPEC strategie volledig mislukt!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Er is teveel olie en dat blijft voorlopig zo

    Heel even leek het erop dat er definitief betere tijden waren aangebroken voor de olieprijs. De Russen en de Saudi’s lieten in een gezamenlijke verklaring weten dat ze plannen gingen maken om de productie van olie te gaan beperken. In april van dit jaar liep een dergelijk plan mis, omdat initiatiefnemer Saoedi-Arabië van Iran eiste dat het ook zijn productie zou beperken. Dat was een onmogelijke eis, omdat Iran nog druk bezig was en is om de negatieve gevolgen van de Westerse olieboycot te boven te komen.

    De Russen vermeden dit keer de Iraanse valkuil door toe te zeggen dat het land eerst weer zijn oude positie op de wereldmarkt moet innemen, voordat het verzoek zal komen de productie te beperken. Dat betekent in concreto dat Iran weer minimaal 4 miljoen vaten per dag moet oppompen voordat er over beperking gesproken kan worden. De Iraniërs denken overigens dit niveau aan het einde van dit jaar te kunnen bereiken.

    iran-crude-oil-production

    Olieproductie Iran herstelt terug oude niveau van 4 miljoen vaten per dag (Grafiek via Tradingeconomics)

    Olieprijs omhoog

    De gezamenlijke verklaring van Russen en Saoedi’s gaf uiteraard een impuls aan de olieprijs. Er kwam nog meer positief nieuws voor de olieprijs naar buiten. De olievoorraden in de VS, die in april een recordniveau van 543 miljoen vaten hadden bereikt, daalden met maar liefst 14,5 miljoen vaten. Een gestage daling van olievoorraden is een absolute voorwaarde voor het laten groeien van een gezonde balans tussen vraag en aanbod waardoor prijsherstel mogelijk is.

    oil-well-pixabay-teaserDe euforie was van korte duur. De daling was niet toe te schrijven aan een grotere vraag naar olie, maar aan een verstoring in de aanvoer. Een tropische storm, Hermine, maakte het onmogelijk olie aan te landen via de Golf van Mexico. De daling kan wel eens een eenmalig gebeuren zijn. Hoe concreet en hoe reëel zijn de plannen van Rusland en Saoedi-Arabië? Zal Saoedi-Arabië in staat zijn alle lidstaten van OPEC in het gareel te houden? Het verleden stelt wat dat betreft teleur. Bij eerdere productiebeperkingen ontdoken steevast een aantal lidstaten de afspraken. Het kind van de rekening was Saoedi Arabië dat als grootste partij het boegbeeld moest zijn. Uiteindelijk verloren de Saoedi’s marktaandeel aan de zwakke broeders.

    De kans dat dit opnieuw gaat gebeuren is reëel. Niet alleen Iran wil graag meer produceren om zijn economie weer op poten te zetten. Dat geldt ook voor landen als Irak, Nigeria en Libië. Die landen hebben om uiteenlopende redenen hun productie zien dalen. Ze willen die om voornamelijk economische redenen zo snel mogelijk weer opvoeren. In dat streven past voorlopig geen productiebeperking.




    Prijzen blijven onder druk

    De oliehandel gelooft er in ieder geval niet in. Dat bleek tijdens de Asia-Pacific Petroleum Conference in Singapore. Als prijzen echt in beweging zouden komen, dan is dat een gouden kans voor de Amerikaanse schalie-producenten. Die hebben hun productie gedeeltelijk moeten stilleggen vanwege de te lage prijzen en te hoge productiekosten. Die kosten zijn echter fors gedaald en bij een prijs van pakweg $50 dollar per vat kunnen alle kranen weer open. In tegenstelling tot het gemiddeld lid van OPEC kunnen schalie-producenten in luttele weken weer volop produceren. Het effect van de beperking door OPEC zou van heel korte duur zijn en van een echt prijsherstel zal geen sprake zijn. In Singapore denken ze dat de kans klein is dat de prijs voor een vat olie zal uitstijgen boven $55, mochten OPEC en Rusland het eens worden. Die kans lijkt niet zo heel groot, denkt de handel. Niet alleen zijn er veel potentiële dissidenten, ook hebben Rusland en Saoedi-Arabië hun woorden nog niet door daden laten volgen. Er ligt vooralsnog geen Plan de Campagne op tafel. Dat kan natuurlijk nog komen. Komende weken is er overleg in Algiers en Wenen. Ondertussen staan de daden van beide landen in schril contrast met de woorden. De productie van beide landen staat op recordniveau. In Singapore denken ze daarom dat de prijzen de komende twee jaren zullen bewegen tussen $40 - $50, met tijdelijke uitschieters naar $55 per vat. Handelaren verwachten evenmin dat prijzen nog voor langere tijd door de barrière van $40 zullen zakken. Er is nog steeds veel te veel olie, maar heel langzaam nemen voorraden af en is de markt op zoek naar een nieuw evenwicht. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Problemen blijven voor de oliemaatschappijen

    Op het moment van schrijven was BP Group nog de enige grote oliemaatschappij die haar resultaten over het tweede kwartaal had gepubliceerd. Als de resultaten van dit Britse bedrijf indicatief zijn voor wat nog komen gaat, dan blijft de nabije toekomst van Big Oil er moeizaam uitzien. Het belangrijkste nieuws was niet dat de winst harder gedaald was dan verwacht, maar dat BP er een nieuw probleem bij heeft.

    In de afgelopen jaren hielpen de zogeheten downstream activiteiten, zoals raffinage en petrochemie de harde financiële klappen op te vangen die het gevolg waren van de alsmaar dalende olieprijzen. Afgaande op de commentaren van de leiding van BP is dat niet langer het geval…

    profits-bp-marketupdate

    Winstgevendheid oliemaatschappij BP onder druk (Grafiek van Bloomberg)

    Marges oliemaatschappijen dalen

    De raffinagemarges in het tweede kwartaal waren de laagste sinds 2010. BP verwacht niet dat hier op korte termijn verbetering in komt. Een ongeluk komt nooit alleen. Niet alleen downstream staan de marges onder druk, maar aan het prijsherstel van olie sinds het begin van het jaar lijkt ook alweer een einde gekomen. Prijzen voor een vat olie zijn weer aan het dalen. Dat is het gevolg van het herstel van de productie in landen als Nigeria en Canada. Om verschillende redenen was in die landen de productie ernstig ingezakt. Ook de producenten van schalie-olie beginnen weer meer tekenen van leven te tonen. Ze slagen erin om meer olie uit bestaande putten te halen en sommige producenten brengen afgesloten putten weer in productie.

    oil-companiesHet resultaat is dat het aanbod weer groter wordt in plaats van geleidelijk af te nemen. In de VS belopen de olievoorraden bijna 520 miljoen vaten. Dat zijn er maar liefst 100 miljoen dan het gemiddelde over de laatste vijf jaar. Niet alleen olievoorraden hebben de neiging op te lopen, dat doen bijvoorbeeld ook de benzinevoorraden. Die zijn nu de hoogste in meer dan 20 jaar en dan te bedenken dat het zogeheten drivers season alweer voorbij. Amerikanen hebben hun vakantie weer achter de rug en ondernemen geen lange ritten meer. Uit die hoek verwachten we geen toenemende vraag naar olie.




    Dividend in gevaar

    Als BP maatgevend is dan zullen de oil majors de komende tijd nog verder in hun kosten moeten snijden om zo de dividenduitkering op peil te houden. Oliemaatschappijen hebben hun beleggers bezworen de uitkering niet te verlagen! Al dat snijden in de kosten en in de capaciteit zal zich aan het einde van dit decennium gaan wreken, zo denken ze bij Goldman Sachs. De bankiers gaan ervan uit dat over enkele jaren de vraag definitief gaat aantrekken. De Majors zullen niet instaat zijn hier aan te voldoen. Dat zal de Russische olie-industrie een gouden kans bieden. De Amerikaanse zakenbank verwacht dat de Russen in 2018 hun productie hebben opgevoerd naar 11,7 miljoen vaten per dag. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor Rosneft, aldus Goldman. Die maatschappij produceert nu ongeveer een derde van de Russische olie. Rosneft heeft de laatste jaren problemen om zijn productie op peil te houden, omdat veel productievelden hun beste tijd gehad hebben. Goldman toont zich echter optimistisch over het vermogen van Rosneft om de komende jaren nieuwe velden in productie te nemen en allerlei technische problemen, zoals een beperkte capaciteit van de pijpleidingen om de olie af te voeren. De bankiers zijn er ook van overtuigd dat de Russen in staat zullen zijn om het productieverlies van de oude velden te beperken. Ze tonen zich hierin overigens een stuk optimistischer dan het Internationaal Energie Agentschap! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Iran wil productie olie niet beperken

    Iran is niet van plan de productie en export van olie te beperken, zo maakte de Iraanse minister van olie Rokneddin Javadi afgelopen zondag bekend. Sterker nog, het land wil de productie juist verder opschroeven tot het niveau van voor de Westerse sancties. Het is een belangrijke uitspraak, omdat het land de sleutel in handen heeft voor het nieuwe OPEC topoverleg van 2 juni.

    Zonder medewerking van Iran is de kans klein dat er een substantieel akkoord bereikt zal worden. Het laatste topoverleg van olieproducerende landen in Doha liep immers vast omdat Iran niet wilde meewerken aan een quotum. Medewerking van Iran was voor Saoedi-Arabië een vereiste om in te stemmen met een productielimiet.

    “Op dit moment exporteren we 2 miljoen vaten ruwe olie per dag. In het midden van de zomer zal de productie een niveau bereiken van 2,2 miljoen vaten per dag”, zo verklaarde minister Javadi. Door de Westerse sancties van de afgelopen jaren was het land afgesloten van het internationale banksysteem, met als gevolg dat de export van het zwarte goud bijna tot stilstand kwam (zie grafiek). Sinds het opheffen van de sancties begin dit jaar heeft Iran de oliekraan weer vol open gedraaid.

    olieproductie-iran

    Olieproductie Iran terug op niveau van voor de sancties (Bron: Bloomberg)

  • Olieproductie Iran terug op oude niveau

    De olieproductie van Iran is weer terug op het niveau van voor de Westerse sancties. Door een blokkade van het betalingsverkeer kon het land maar beperkt olie exporteren, maar sinds het opheffen van de sancties is de productie weer sterk toegenomen. Iran heeft de potentie haar olieproductie veel verder op te schalen, wat een verdere stijging van de olieprijs in de weg kan staan. Deze grafiek laat precies zien waarom Saoedi-Arabië tijdens het OPEC overleg in Doha niet akkoord ging met een limiet op de productie.

    Wanneer alle andere landen hun productie beperken wordt het voor Iran nog interessanter om de productie op te schalen, omdat de prijs kunstmatig hoog gehouden wordt door andere landen. Zo lang Iran de ruimte krijgt olie op de markt te brengen is een akkoord van de OPEC landen om de productie terug te schroeven zo goed als uitgesloten. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht dat de olieprijs dit jaar onder druk zal blijven staan, gezien de alsmaar toenemende productie in een aantal belangrijke olieproducerende landen.

    Van de totale export van 2 miljoen vaten per dag gaan er vandaag de dag al 800.000 naar China. Ook wil China de helft van de aardgasexport van Iran kopen.

    olieproductie-iran

    Olieproductie Iran terug op niveau van voor de sancties (Bron: Bloomberg)

  • Saoedi-Arabië is een nieuwe prijzenoorlog gestart

    De bijeenkomst van olieministers van zowel OPEC als non-OPEC landen op 17 april in Doha moest eigenlijk wel mislukken. Nog voor de vergadering begonnen was, had de vertegenwoordiger van Saoedi-Arabië het mes al op tafel gelegd. Voor Mohammed Bin Salman was duidelijk dat er geen afspraken gemaakt zouden worden als Iran niet aan de gesprekken zou deelnemen. Dat land had echter al in eerdere instantie laten weten niet deel te nemen. Iran wil coûte que coûte zijn productie opvoeren naar een niveau van voor de boycot.

    iran-saudi-arabia-cartoonBin Salman ging echter nog een stapje verder om de zaak stevig onder druk te zetten en te houden. Als er geen overeenkomst kwam, dan zou het koninkrijk zijn productie stapsgewijs gaan opvoeren van 10,4 miljoen vaten naar 11,5 miljoen om over een halfjaar maar liefst 12,5 miljoen vaten per dag op te pompen. Ongeveer in dezelfde periode is Iran van plan zijn productie op te stuwen naar 4 miljoen vaten per dag. Dat zijn er dan 800.000 meer dan nu het geval is.

    Saoedi-Arabië wil meer marktaandeel

    Sommige analisten hebben dit dreigement afgedaan als een statement van wat het land kan doen, niet dat het dat ook werkelijk gaat doen. Maar misschien is het verstandiger het dreigement erg serieus toenemen. Saoedi-Arabië zegt in feite tegen de producenten die met hoge kosten werken, dat zij hen van de oliekaart willen en kunnen vegen. Daarmee reiken de bedoelingen van het Koninkrijk ook verder dan de wens om Iran een lesje te leren. De Saoedi’s zijn uit op een groter marktaandeel nu de besprekingen mislukt zijn. Daar gaat het hen om, ook al gaat dat ten koste van bijvoorbeeld hun huidige bondgenoot en gesprekspartner, Rusland. Het uitschakelen van zoveel mogelijk concurrentie mag er niet toe leiden dat de olieprijs weer fors gaat stijgen. Dat zou bijna automatisch nieuwe (schalie)concurrentie uitlokken.

    iran-oil-production

    Iran blijft productie van olie verhogen (Grafiek via Bloomberg)

    Einde van olietijdperk?

    De huidige strategie is waarschijnlijk ingegeven door het besef dat het tijdperk van de olie weleens sneller voorbij kan zijn dan tot nu toe aangenomen. Het land wil daarom zo snel mogelijk zoveel mogelijk olie oppompen en die te gelde maken. Dat geld hebben ze hard nodig om de huidige economie los te koppelen van de dominante olie-industrie. Voor die transitie is heel veel geld nodig. Dat beseffen de Saoedi’s ook en dus gaan ze naar Noors voorbeeld een sovereign wealth fund in het leven roepen waar ze de olieopbrengsten geheel of gedeeltelijk in zullen storten. Er zijn ook plannen om een deel van het staatsoliebedrijf Aramco naar de beurs te brengen!

    saudi-oil-production

    Saoedi-Arabië breidt productie verder uit (Grafiek via Bloomberg)

    Als Saoedi-Arabië zijn plannen doorzet, dan zullen niet alleen olieproducerende landen als Venezuela daar de gevolgen van ondervinden. Ook menig oliebedrijf zal zich door deze strategie in de wielen gereden zien. Wat te denken van bedrijven die al fors geïnvesteerd in projecten die boren vereisen op grote diepte onder de zeespiegel. Die projecten hebben geen schijn van kans als landen als landen als Iran en Saoedi-Arabië hun plannen onverwijld doorzetten. Diepzeeprojecten vereisen hoge investeringen vooraf en het duurt heel lang voordat die kosten zijn terug verdiend. Zullen beleggers nog wel hun geld in dit soort bedrijven willen investeren? Cor Wijtvliet Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • “Iran kan voor $1 per vat olie produceren”

    Nergens in de wereld kan olie zo goedkoop geproduceerd worden als in Iran. Volgens Salbali Karimi, de directeur van Iran’s Central Oil Fields Company (ICOFC), kost het bij verschillende olievelden in Iran niet meer dan $1 tot $1,50 om een vat met ruwe olie te vullen. Ondanks die lage prijs neemt zijn bedrijf maatregelen om de kostenstructuur van zowel olie als gas verder te optimaliseren. “We verwachten dat de productiekosten van olie en gas naar een minimum zullen dalen, zodra alle projecten geïmplementeerd zijn”, aldus Karimi.

    Salbali-KarimiKarimi merkt op dat de olieprijs sinds 1973 eens in de zeven tot tien jaar grote koersbewegingen laat zien. Dat gebeurde ook in 1979 tijdens de Islamitische Revolutie in Iran en tijdens de Irak-Iran oorlog van begin jaren ’80. Sinds 2008 is de olieprijs ook weer meer volatiel geworden. “Dat komt omdat olie geen grondstof is. Ook zijn er veel factoren die een rol spelen in de prijsvorming.”

    Volgens de topman van het Iraanse oliebedrijf kan de olie- en energiemarkt het niet lang volhouden met lage prijzen: “Ruwe olie heeft een optimale prijs waarbij de kosten en baten voor investeerders, producenten en consumenten redelijk zijn. Daarom moeten plotselinge prijsveranderingen voorkomen worden.”

    Iran heeft overvloed aan goedkope olie

    De bewezen oliereserve van Iran is met 150 miljard vaten de vijfde grootste ter wereld. Verreweg de meeste olievelden bevinden zich in het zuidwestelijke deel van het land, dicht bij de Perzische Golf. Deze olie kan dus heel goedkoop getransporteerd worden naar de rest van de wereld. De oliereserves van het Perzische land vormen ongeveer 10% van de wereldwijd in kaart gebrachte oliereserves. Met de Iraanse olieproductie van 2006 en de reserves die nu in kaart zijn gebracht kan het land nog bijna honderd jaar goedkope olie op de markt brengen. De olieproductie van Iran bereikte in 1974 een piek van 6 miljoen vaten per dag. Dat niveau is niet meer gehaald door achtereenvolgens de Iraanse revolutie (1979), de acht jaar durende oorlog met Irak in de jaren '80, het gebrek aan nieuwe investeringen en de Westerse sancties. Na 1995 zijn er veel nieuwe olievelden in kaart gebracht. Als volgend jaar de sancties worden opgeheven kan het land de wereld weer voorzien van een groot aanbod van goedkope olie.

    Graph-OPEC-share-world-crude-oil-reserves-2014

    Wereldwijde oliereserves volgens de OPEC

  • Saudi-Arabië ziet geen reden voor nieuw overleg OPEC

    Saudi-Arabië ziet geen reden om opnieuw om tafel te zitten met de vertegenwoordigers van de OPEC-landen, indien daar geen concrete plannen gemaakt worden over het handhaven van een hogere olieprijs. Op dit moment zou Saoedi-Arabië er geen belang bij hebben om de oliemarkt te ‘sturen’, zo verklaarde een insider donderdag tegenover persbureau Reuters.

    Als een nieuw topoverleg over de olieproductie van de OPEC landen niet tot resultaten leidt kan dat een verdere neerwaartse druk geven op de olieprijs, zo verklaarde een bron vanuit de Saudische hoofdstad Riyad. Afgelopen donderdag bespraken olieministers van de verschillende Golfstaten het voorstel van Venezuela om een topoverleg te organiseren voor zowel de OPEC als de niet-OPEC landen. Venezuela wil een hogere olieprijs en is van mening dat ook de niet-OPEC landen betrokken moeten worden in het overleg om tot nieuwe productiequota te komen.

    Sinds eind vorig jaar heeft de OPEC de controle over de oliemarkt verloren. Saudi-Arabië weigerde haar productie te verlagen, terwijl de productie in veel niet-OPEC landen bleef stijgen. Het gevolg was een groot overschot, waardoor de olieprijs in zes maanden tijd halveerde van meer dan $100 naar minder dan $50 per vat. De verwachting is dat de olieprijs nog een lange tijd laag blijft, omdat alle olieproducerende landen hun marktaandeel willen uitbreiden. Daardoor komt de olieprijs steeds dichter bij de marginale productiekosten. Goldman Sachs voorziet zelfs een verdere daling van de olieprijs tot $20 per vat.

    OPEC-controle

    OPEC verliest haar greep op de oliemarkt

  • IEA: Olieprijs blijft ook in 2016 laag

    Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht dat de olieprijs ook in 2016 laag zal blijven. De vraag naar olie laat de sterkste groei zien in vijf jaar tijd, maar dat effect wordt compleet teniet gedaan door structurele overproductie in de wereld. Die overproductie zal ook volgend jaar nog een drukkend effect hebben op de prijzen, zo denkt het agentschap.

    In haar nieuwste maandrapport spreekt het IEA de verwachting uit dat de vraag naar olie volgend jaar opnieuw zal toenemen, terwijl de productie van olie in de niet-OPEC landen volgend jaar een minder sterke groei zal laten zien dan in 2015. Vooral de Amerikaanse schalie-olie wordt uit de markt geprijsd, omdat de kostprijs van deze olie inmiddels boven de wereldwijde marktprijs ligt.

    Door de combinatie van een toenemende vraag en een aanbod dat minder sterk groeit zal er in de loop van volgend jaar weer balans komen in de markt, zo denkt het IEA. Dat betekent dat de olieprijs nog tot en met volgend jaar op een relatief laag niveau zal blijven en dat landen de lage prijs zullen gebruiken om hun strategische voorraden aan te vullen.

    1,6 miljoen vaten per dag

    Het IEA verwacht dat de vraag naar olie dit jaar met 1,6 miljoen vaten per dag zal toenemen, dat zijn 260.000 vaten per dag meer dan waar ze eerder rekening mee hielden. De vraag naar olie blijkt sterker te reageren op de daling van de olieprijs dan eerder werd aangenomen. In 2014 groeide de wereldwijde vraag nog met 'slechts' 0,7 miljoen vaten per dag. Dit jaar is de groei dus ruim twee keer zo groot, geholpen door de grote prijsdaling van olie die eind 2014 in gang werd gezet.

    OilBarrelsOPEC verlaagt productie niet

    Eind vorig jaar besloten OPEC-landen de productie van olie niet te verlagen. Als gevolg daarvan kelderde de olieprijs van meer dan $110 per vat in 2014 naar slechts $43 per vat op dit moment. Met name Rusland en Saoedi-Arabië waren tegen het voorstel om de productie te verlagen en op die manier de prijs kunstmatig hoog te houden. Eind vorig jaar liet de minister van Energie van de Verenigde Arabische Emiraten weten dat een daling van de olieprijs tot $40 per vat toelaatbaar is. Dat niveau hebben we nu al bijna bereikt. In het tweede kwartaal van dit jaar was er nog een productieoverschot van 3 miljoen vaten per dag, het grootste overschot sinds 1998. Pas in de loop van 2016 zal dat overschot volledig weggewerkt worden, zo denkt de IEA. Maar ook dat is niet helemaal zeker, want in de berekeningen is geen hogere olieproductie in Iran opgenomen. Als alle sancties tegen Iran opgeheven worden zal de productie in dat land naar verwachting verder toenemen en bijdragen aan het overschot op de oliemarkt.