De ECB begon in maart 2015 met het opkopen van staatsobligaties, maar met ingang van vandaag voegt de centrale bank daar ook bedrijfsobligaties aan toe. Het nieuwe corporate sector purchase programme (CSPP) werd eerder dit jaar al door de centrale bank aangekondigd en heeft als doel meer inflatie en economische groei te bewerkstelligen in de Eurozone. Onder het nieuwe stimuleringsprogramma koopt de ECB obligaties op van grote bedrijven, met uitzondering van financiële instellingen en bedrijven die een moederbedrijf hebben buiten de Eurozone en die daarom niet onder het Europese toezicht vallen.
De ECB beperkt zich tot obligaties van bedrijven met een goede kredietscore die een rendement opleveren van tenminste de depositorente van de ECB op het moment van aankoop. Vanaf 18 juli zal de centrale bank wekelijks bekendmaken van welke bedrijven zij obligaties gekocht heeft, zonder verder in detail te treden over de omvang van deze posities. De feitelijke aankoop van bedrijfsleningen zal niet door de ECB, maar door zes nationale centrale banken uitgevoerd worden. Dat zijn de centrale banken van Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, België en Finland. Voor de ECB is slechts een coördinerende rol weggelegd in dit nieuwe CSPP stimuleringsprogramma.
Welke obligaties mag de ECB aankopen?
Op de website van de ECB lezen we dat de bedrijfsobligaties in aanmerking komen voor het stimuleringsprogramma als deze een looptijd hebben van tenminste zes maanden en maximaal 31 jaar. Het maakt daarbij niet uit hoeveel bedrijfsobligaties er beschikbaar zijn. Zo kan de centrale bank ook geld verstrekken aan de kleinere bedrijven in de Eurozone. Wel heeft de ECB bepaald dat ze niet meer dan 70% van alle obligaties van een bedrijf mag bezitten.
De ECB zal bedrijfsleningen opkopen op zowel de primaire als de secundaire markt. Dat betekent dat ze niet alleen schuldpapier zal kopen van andere beleggingsfondsen en banken, maar ook rechtstreeks van bedrijven wanneer deze nieuwe obligaties op de markt brengen. Obligaties van publieke instellingen mag de ECB alleen via de secundaire markt aankopen, omdat er anders sprake is van monetaire financiering. Dat is volgens het mandaat van de centrale bank niet toegestaan.
In tegenstelling tot pensioenfondsen hoeft de ECB geen bedrijfsobligaties te verkopen als de kredietstatus van het betreffende bedrijf verslechtert. Ook opvallend is dat de centrale bank de bedrijfsobligaties zal doorrollen, wat betekent dat de opbrengst gebruikt wordt om opnieuw in schuldpapier van het bedrijf te beleggen.
De ECB hanteert een 'budget' van €80 miljard per maand voor staatsobligaties en bedrijfsobligaties samen. Koopt de centrale bank meer bedrijfsleningen, dan kan ze minder staatsobligaties aan de balans toevoegen. Het nieuwe stimuleringsprogramma komt op een goed moment, want het aanbod van staatsobligaties begon al aardig op te drogen.
Risico's?
Het opkopen van leningen uit de markt draagt volgens de ECB bij aan een ruimere kredietverlening aan bedrijven en consumenten, wat op haart beurt weer zorgt voor meer economische groei en inflatie. Het risico van dit monetaire beleid van de ECB is dat het de rente kunstmatig laag houdt en de prijzen van financiële activa verder opgedreven worden. Dat geeft een vals gevoel van welvaart en kan leiden tot onvoorzichtigheid in de kredietverleningen.
Investeringen die bij een normale rente niet rendabel zouden zijn kunnen door het beleid van de centrale bank opeens wel rendabel worden, zoals ook beargumenteerd werd door Lex Hoogduin. Daardoor loopt men het risico dat er opnieuw teveel met geleend geld geïnvesteerd wordt en dat we daarmee een nieuwe kredietbubbel opblazen. Het risico op een crash zoals die van 2008 wordt daarmee steeds groter.
Voorzichtige spaarders die denken dat dit verkeerd zal aflopen doen er wellicht verstandig aan fysiek goud te kopen. Het is niet voor niets dat de landen van het Eurosysteem hun gezamenlijke goudvoorraad van meer dan 10.000 ton niet verkopen of zelfs maar uitlenen aan andere partijen. Heeft u al een verzekering tegen roekeloos monetair beleid?
Het stimuleringsprogramma van de ECB dreigt vast te lopen vanwege een tekort aan staatsobligaties, zo schrijft Bloomberg. Als de centrale bank in dit tempo staatsleningen blijft opkopen, dan is er na september geen enkele Duitse staatsobligatie meer te vinden die voldoet aan de regels waar de ECB aan gehouden is.
De centrale bank mag geen staatsobligaties kopen met een negatieve rente lager dan de depositorente van -0,4%, wat betekent dat een groot deel van de Duitse staatsobligaties niet in aanmerking komt voor het opkoopprogramma. Daar komt bij dat Duitsland streeft naar een begrotingsevenwicht, met als gevolg een zeer gering aanbod van nieuwe staatsobligaties.
De ECB probeert de schijn van onafhankelijkheid hoog te houden door staatsobligaties van alle landen uit de Eurozone op te kopen, waarbij een weging wordt toegepast voor de omvang van het land. In de praktijk komt het erop neer dat de ECB veel meer staatsobligaties van Duitsland moet kopen dan van landen als Spanje en Italië, terwijl het aanbod van schuldpapier in die laatstgenoemde landen veel groter is dan in Duitsland.
Stimuleringsprogramma ECB
Het opkopen van staatsobligaties is een taak die de centrale banken van de lidstaten uitvoeren namens de centrale bank. Sinds het begin van het QE programma in maart 2015 heeft het Eurosysteem meer dan €700 miljard aan staatsobligaties aan haar balans toegevoegd. Om het tekort aan schuldpapier te verlichten zou de ECB een aantal voorwaarden van het stimuleringsprogramma kunnen aanpassen.
Het verlagen of opheffen van de ondergrens van -0,4%
Uitbreiding van het stimuleringsprogramma naar regionale schulden en bedrijfsleningen
Loslaten van de verdeelsleutel zodat er minder Duitse staatsobligaties gekocht worden
Het onconventionele monetaire beleid leidt tot een gevaarlijke misallocatie van kapitaal. Het maskeert de onderliggende problemen in de wereldeconomie en leidt tot serieuze complicaties voor toekomstige economische groei, waarschuwt Aron Pataki, fondsbeheerder bij Newton, een boutique van BNY Mellon.
Monetaire beleidsmakers maken de fout door de wereldeconomie als een machine te zien en te denken door er geld in te pompen aan de ene kant er consumptie aan de andere kant uitkomt, dat uiteindelijk leidt tot meer inkomen winst en dus economische groei. Maar volgens Pataki zijn de problemen in de wereldeconomie veel meer structureel dan cyclisch van aard.
Beleidsmakers blazen volgende zeepbel
Het onconventionele beleid kan enkele voordelen op de korte termijn opleveren, maar leidt uiteindelijk tot een onhoudbare verstoring van de markt. De extra vraag is niet meer dan naar voren getrokken toekomstige consumptie die met te veel schuld is gefinancierd. Dat is niet vol te houden, stelt Pataki. De fundamentals lopen niet in de pas met de kapitaalgroei en het monetaire beleid jaagt wel assetprijzen op, maar niet de economische groei. Beleidsmakers veroorzaken de volgende asset bubbel.
QE leidt tot serieuze ongewilde consequenties in de markt. De huizenprijzen stijgen, waardoor de jongere generatie niet in staat is om deze markt te betreden. Het goedkope geld holt de rendementen voor pensioenfondsen uit, waardoor de dekkingsgraad achteruit loopt. Als de rendementen niet verbeteren zullen consumenten in de toekomst meer moeten sparen om hun levensstandaard na hun pensioneren op peil te houden. In die zin is een groot vraagteken te zetten bij de bewering van beleidsmakers, dat de markten aangeslingerd worden en normalisatie aanstaande is.
Risico en rendement verstoord door QE
Daarnaast wijst Pataki erop dat door QE beleggers verder de yieldcurve op worden geduwd waardoor een gevaarlijke mismatch tussen risicovolle assets en de beleggers daarin ontstaat. Het is bijna onmogelijk te voorspellen waar dit op uitloopt. De groeiende leverage in het systeem veroorzaakt volatiliteit. Dit alles kan leiden tot toenemende wanbetaling in een wereld waarin centrale bankiers niet meer over de middelen beschikken om de economische problemen te bestrijden zoals net na de financiële crisis. De wereldwijde schuldenlast is de olifant in de porseleinkast, waarschuwt Pataki.
Deze bijdrage is afkomstig van Newton. Lees meer in de kritische visie van Aron Pataki - fondsbeheerder bij Newton - op het monetaire beleid, getiteld ’A different view on unorthodox monetary policy’. Newton is een boutique van BNY Mellon.
Volgens vermogensbeheerder Bill Gross is het tijd voor ‘helikoptergeld’. In zijn Investment Outlook voor mei schrijft hij dat het tijd is voor een nieuwe vorm van fiscale stimulering. Stimulering die niet gefinancierd wordt door belastingen te verhogen of meer geld te lenen, maar door simpelweg meer geld te drukken.
Bill Gross stelt dat centrale banken zich de afgelopen zes jaar ook al bezig hielden met monetaire financiering, omdat ze helemaal niet van plan zijn de stimuleringsprogramma’s ooit weer terug te draaien en hun obligaties van de balans te halen. In plaats daarvan zullen ze alleen maar meer schulden opkopen, waarna de looptijd van de schuld verder opgerekt kan worden bij nul procent rente. Dat is ook een vorm van schuldfinanciering, waarbij monetair en fiscaal beleid samenkomen.
In zijn Investment Outlook zegt Gross daar het volgende over:
"Het geld kan gewoon door centrale banken bijgedrukt worden zoals we dat de afgelopen jaren ook gedaan hebben. Het is een moeilijk concept om te begrijpen en daarom zullen politici dit nooit bespreken - evenmin de centrale bankiers, die hun balans schoon willen houden en onafhankelijk willen blijven. Maar die onafhankelijkheid tussen centrale banken en overheden is in een hoog tempo aan het eroderen. Uit noodzaak is er een nieuwe cultuur ontstaan. Geld in omloop brengen via quantitative easing (QE) is in feite een vermenging van fiscaal en monetair beleid, van de centrale bank en het ministerie van Financiën.De Federal Reserve, de ECB, de Bank of Japan en de Bank of England hebben de afgelopen zes jaar obligaties van de eigen overheid gekocht, zodat die meer geld konden uitgeven om de kwakkelende economie te stimuleren. Ze kopen staatsobligaties door in figuurlijke zin geld uit helikopters te strooien, waarmee ze hun balans verder uitbreiden. De rente die ze krijgen voor deze staatsobligaties sturen ze rechtstreeks terug naar het ministerie van Financiën. Het is dus in essentie gratis geld dat niet terugbetaald hoeft te worden zo lang dit proces ongestoord kan doorgaan.Centrale banken zullen beweren dat ze geen staatsschulden aan het financieren zijn, omdat ze de obligaties op een dag weer op de markt zullen brengen. Maar dat gaat niet gebeuren. De enige manier voor een land als Japan met bijvoorbeeld 350% schulden ten opzichte van het bbp is om de looptijd van de schuld alsmaar verder te verlengen bij 0% rente. En dat is eigenlijk wat ze nastreven. De private markt wereldwijd zal dit uiteindelijk doorzien en al haar Japanse staatsobligaties verkopen. Daardoor zakt de waarde van de yen en krijgt Japan haar magische 2% inflatie."
"Helikoptergeld of langdurige recessie"
Als centrale banken niet meer geld bijdrukken, dan zal de wereldeconomie volgens Gross in een langdurige recessie terechtkomen. Centrale banken zijn in staat meer geld bij te drukken en zij zullen dat volgens hem ook doen als dat nodig is.
"Ik heb al vaker gezegd dat dit een piramidespel is, maar we naderen een 'point of nu return' met de negatieve rente en het opkopen van bedrijfsobligaties en aandelen. Ik verwacht dat centrale banken meer geld zullen bijdrukken via QE (misschien ook de Verenigde Staten over een jaar) en dat zij met tegenzin zullen accepteren dat ze niet meer onafhankelijk zijn. Dat stelt overheden in staat te investeren in infrastructuur, gezondheidszorg en een basisinkomen"
Bill Gross verwacht voor de toekomst meer monetaire stimulering door de Federal Reserve, een langdurig lage rente en kunstmatig hoge prijzen voor financiële activa. Op een bepaald moment zal de inflatie volgens Bill Gross terugkeren en nemen de risico's toe. Tot die tijd moet je als belegger tevreden zijn met een laag rendement van hooguit enkele procenten per jaar.
Aanbevolen artikelen:
De centrale bank van Zweden gaat voor nog eens 45 miljard kronen (€4,9 miljard) aan staatsobligaties kopen, bovenop het bestaande stimuleringsprogramma van 200 miljard kronen. Dat is volgens de centrale bank nodig om de inflatie aan te jagen en om te voorkomen dat de waarde van de Zweedse munt stijgt ten opzichte van andere valuta. De centrale bank heeft zoals verwacht de negatieve rente ongewijzigd gelaten op -0,5%. De Zweedse Riksbank heeft zich als doel gesteld om eind juni een derde deel van alle Zweedse staatsobligaties in handen te hebben.
In een verklaring zegt de Zweedse centrale bank dat er het risico bestaat van een verdere waardestijging van de kroon, met als gevolg dat de inflatie en de economische groei in Zweden verder onder druk komen te staan. Met een relatief dure munt wordt het goedkoper om producten uit het buitenland te importeren, wat te koste kan gaan van de werkgelegenheid in eigen land. Ook hebben dalende importprijzen een drukkend effect op de inflatie, iets dat de centrale bank juist probeert te bestrijden.
Valutaoorlog
Bij een stagnerende wereldeconomie proberen landen economische groei van andere landen te stelen door hun munt goedkoper te maken. Een zwakke valuta versterkt de exportpositie en kan dus zorgen voor meer werkgelegenheid. Geen enkel land wil uit de markt geprijsd worden, met als gevolg dat steeds meer centrale bank monetaire stimulering en negatieve rente zijn gaan toepassen. Het is een race naar de bodem die grote gevolgen kan hebben voor de waarde van uw spaargeld.
Dit stimulerende monetaire beleid brengt ook allerlei ongewenste effecten met zich mee. In Zweden zorgt de extreem lage rente voor bubbelvorming in de huizenmarkt. Wereldwijd lokt de extreem lage rente speculatieve bubbels uit, die vroeg of laat weer uiteen zullen spatten. Om de race naar de bodem op de valutamarkt te stoppen is er meer coördinatie nodig tussen centrale banken, zo blijkt uit een studie naar het monetaire beleid van Zweden waar ook de oud Bank of England Gouverneur Mervyn King aan meewerkte.
Toen Ben Bernanke een toespraak in 2002 sprak over ‘helikoptergeld’ om de economie te stimuleren werd dat nog beschouwd als een theoretische aangelegenheid. Maar ruim tien jaar later en een grote financiële crisis verder wordt dit paardenmiddel steeds vaker besproken als een serieuze mogelijkheid. Maar volgens voormalig ECB bestuurslid Otmar Issing is het de weg naar de financiële afgrond.
In een toelichting voor een Duits persbureau uit Frankfurt zei hij onlangs nog dat helikoptergeld van de centrale bank – dat is rechtstreeks geld geven aan bedrijven en consumenten – beschouwd kan worden als het failliet van het monetaire en financiële beleid. Otmar Issing, die langdurig werkzaam was bij de Bundesbank en de ECB, waarschuwt dat het einde zoek is wanneer de ECB werkelijk overgaat tot deze vorm van monetaire verruiming.
Helikoptergeld als laatste redmiddel?
De roep om directe monetaire stimulering wordt steeds luider, omdat het huidige monetaire beleid van lage rentes en staatsobligaties opkopen onvoldoende resultaat oplevert in het stimuleren van de economie. Het wordt steeds duidelijker dat deze maatregelen ongunstige bijwerkingen hebben. Denk aan bubbelvorming in aandelen, obligaties en vastgoed, maar ook aan pensioenfondsen en verzekeraars die in de problemen komen door de lage rente.
Door rechtstreeks geld te geven aan consumenten en bedrijven kan de consumptie worden aangejaagd, maar de ervaring uit de geschiedenis leert dat dit rampzalige consequenties kan hebben voor de waarde van het geld. Het aanzetten van de spreekwoordelijke geldpers heeft nog nooit rijkdom gebracht.
Onlangs uitte Issing ook al scherpe kritiek op het ECB-beleid van negatieve rente.
Otmar Issing ziet helikoptergeld als het failliet van het monetaire beleid
In november 2002 verhaalde Ben Bernanke dat de beste oplossing voor een deflatoir scenario al la Japan misschien het best op te lossen was om biljetten van $100 uit een helikopter te strooien. Dat klonk en klinkt amusant, maar de kans neemt toe dat zoiets daadwerkelijk staat te gebeuren.
De reden daarvoor is duidelijk. De wereldeconomie lijkt structureel te vertragen en beleidsmakers zitten met de handen in het haar. Welke oplossing kunnen ze nog kiezen. Het wapen van de negatieve rente is al ingezet en de uitkomsten lijken nu al uiterst dubieus. De OESO heeft gesuggereerd dat het misschien tijd wordt voor een fiscale expansie na jaren van bezuinigingen. Het is nog maar de vraag of dat dat de ultieme oplossing is of dat er nog meer nodig is. De laatste wapen zou wel eens kunnen zijn om de fiscale expansie te combineren met rechtstreekse monetaire steun. Dat zou inderdaad de vorm kunnen aannemen die Ben Bernanke in navolging van Milton Friedman suggereerde: Gratis geld uitdelen al dan niet met behulp van een helikopter.
Monetaire stimulering uitgewerkt?
Het ziet er steeds meer naar uit, dat het monetaire beleid van de afgelopen crisisjaren uitgewerkt en mislukt is. En dus zijn radicalere stappen nodig om bestedingen weer op gang te brengen en zodoende de wereldeconomie een injectie te geven. De huidige trage groei is het gevolg van immer groeiend spaaroverschot als gevolg van een chronisch vraagtekort. Dat chronisch vraagtekort werd tot de crisis van 2008 kunstmatig bezworen door een ongelooflijke kredietexpansie in het Westen en door de kwantitatieve verruiming door centrale banken na 2008. In China probeerden de autoriteiten de vraag te stimuleren door massieve investeringen met behulp van goedkope kredietverlening.
Zowel in China als in het Westen loopt dit beleid op zijn laatste benen en dus komt het probleem van het vraagtekort in volle hevigheid terug. Daar blijft het echter niet bij. De vraag is ook zwak ten opzichte van een verzwakt aanbod. Op wereldniveau lopen zowel arbeidsaanbod als arbeidsproductiviteit terug. Lagere productiviteit leidt indirect tot een lagere vraag, omdat dan ook de investeringen teruglopen. Investeringen zijn cruciaal voor de bestedingen in een kapitalistische economie.
Vraaguitval
Deze en andere problemen verklaren ook het huidige dilemma voor veel overheden. Een gebrekkige vraag op de thuismarkten kan deels verholpen worden door succesvol de internationale exportmarkten te betreden. Een goedkope valuta is daartoe een geëigend wapen. Japan en de EU hebben dit wapen al ingezet, evenals veel opkomende economieën. Het lijkt nog slechts een kwestie van tijd voordat ook China inzet op een zwakkere renminbi. Dit beleid moet vroeg of laat wel misgaan!
Valutaoorlog: Economische groei stelen van je buurman
Het enige alternatief is dat overheden hun publieke investering gaan opvoeren, al dan niet in combinatie met structurele hervormingen. Het tijdstip lijkt gunstig nu de kosten om geld te lenen zo laag zijn. Maar overheden zijn echter nog steeds in de ban van het bezuinigen. De kans dat er op grote schaal gestimuleerd gaat worden, is derhalve klein. Misschien moeten centrale bankiers dan maar het ondenkbare gaan doen en iedere volwassen persoon digitaal een nader te bepalen bedrag gaan overmaken.
Waarom zouden we niet voor deze oplossing kunnen kiezen. De economische krachten die de wereld in de richting van de negatieve rente hebben gedreven, lijken nog steeds aan kracht te winnen. De wereldeconomie vertraagt structureel, prijzen voor commodities zijn nog nooit zo lag geweest, het monetair beleid is bot geworden en prijzen van steeds meer assets komen onder druk. Deze situatie lijkt ‘the new normal’ te worden. Wil de wereld uiteindelijk ontsnappen aan het chronisch vraagtekort, dan moeten beleidsmakers kiezen voor ondenkbare maatregelen die bij een tot voor kort ondenkbare situatie horen. Het ondenkbare wordt het normale!
Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!
De ECB pleegt met haar monetaire beleid een aanslag op de integriteit van het financiële systeem. Dat zei Nout Wellink, voormalig president van de Nederlandsche Bank, in een gesprek met Willem Middelkoop voor Café Weltschmerz. Volgens Wellink rammelt het beleid van de ECB aan alle kanten en is het stimuleringsprogramma uitermate disproportioneel.
Naast het beleid van de ECB bespreken de heren ook de geopolitieke ontwikkelingen in de wereld, de opkomst van China als nieuwe economische grootmacht, de nieuwe Zijderoute en de veranderingen in het monetaire en financiële systeem. Ook geeft Wellink in de laatste tien minuten twee mooie anekdotes over goud. De video duurt ruim 53 minuten en is hieronder te bekijken. Onder de video hebben we het interview in hoofdlijnen uitgeschreven.
Over geopolitiek
“Wat ik een van de meest fascinerende dingen vindt is dat China zich aan het herhalen is. Je ziet dat de Chinezen bewust bezig zijn de oude zijderoute te herstellen. Ze steunen de opbouw van infrastructuur in landen rondom de oude zijderoute. Ze gaan daardoor een economische zone creëren van 3, 4, 5 miljard mensen. Wat ze in China zelf doen is de knooppunten van de zijderoute aansluiten op ontwikkelingsplannen in het Chinese binnenland. Dat is het strategische denken van China.
In Afrika zie je bijvoorbeeld veel Chinezen die betrokken zijn bij infrastructurele projecten. In wezen doen zij hetzelfde wat wij in het verleden gedaan hebben. En het is ook in het belang van die landen, als je de plannen ziet die ze hebben ten aanzien van de zijderoute, dan zie je dat daar inderdaad bruggen bouwen en wegen aanleggen, waardoor die landen zich ook versneld kunnen ontwikkelen.”
Middelkoop: Maar voor de Zijderoute moet je ook Rusland erbij betrekken en dat willen de Verenigde Staten niet…?
“Uiteindelijk is het beter als we allemaal met elkaar samen gaan werken. Maar dan praat je over geopolitiek en dat is niet helemaal mijn vak… Wat ik wel waarneem is dat je aan de ene kant de samenwerking ziet tussen de Russen en de Chinezen, maar dat aan de andere kant weten we ook dat de Russen niet de grootste vrienden van de Chinezen zijn. Ze kunnen elkaar nu goed gebruiken, maar je hoeft maar terug te gaan tot voor de voor de Tweede Wereldoorlog, toen de Russische vloot in de Chinese wateren lag.
Wat er eigenlijk aan het gebeuren is, en wat ik zeer betreur, is dat de Amerikanen niet aan de Aziatische investeringsbank willen meewerken. De Chinezen wilden ze er bij hebben en de Amerikaanse regering volgens mij ook, maar het Congres heeft het geblokkeerd. Nu gaat China een economisch gebied creëren dat zo groot is ze de Amerikanen in de verdere toekomst maar in betrekkelijke mate nodig hebben.
Wat je ook ziet is dat de Chinezen zich richten op Latijns-Amerika. Vanuit de Westerse kant bekeken denk ik dat het niet zo verstandig is geweest van de Amerikanen om zich hier te isoleren, want uiteindelijk is het zo dat de omvang van een economie op de lange termijn wordt bepaald door de omvang van je bevolking. Dat zijn de Chinezen op een gegeven moment vijf keer zo groot als de Amerikanen.”
“Het grote bezwaar van China is dat ze geen evenredig stem hebben in het monetaire stelsel, als we kijken naar het IMF dan is het nog steeds zo dat Amerika met haar veto alles kan blokkeren. China komt daar nauwelijks aan de bak.
Als je dan kijkt naar de omvang van dit land… Ik was voorzitter van de BIS in Basel, komende uit een land dat maar 1% van de wereldeconomie vertegenwoordigde. In de Raad van Bestuur van de BIS was China niet vertegenwoordigd!
Ik heb me er in die periode sterk voor gemaakt, en dat lag politiek moeilijk in de Verenigde Staten, voor een lidmaatschap van China. Uiteindelijk is dat met veel moeite gelukt. Naderhand heb ik me sterk gemaakt voor het lidmaatschap van China in het Basels comité, daar waren ze ook geen lid van.
Het is te gek voor worden dat als je in een (financieel) integrerende wereld zit je zo’n belangrijke partner niet een stem wilt geven. Daar hebben de Chinezen groot gelijk in.”
Over de SDR
“Het is onbegrijpelijk dat de VS niet aanwezig waren bij een belangrijk SDR overleg vorig jaar. Het valutamandje moet alle munten bevatten die relevant zijn voor de wereldeconomie, munten moeten vrij verhandelbaar zijn. China is stap voor stap die richting op gegaan, maar het duurde heel lang voordat ze erkenning kregen in de SDR. Voor China is het belangrijk serieus genomen te worden.
Op het moment dat de Chinese valuta in de SDR werd opgenomen had de hele wereld kunnen weten dat de Chinezen zouden ophouden met het koppelen van de munt aan de dollar. Anders ga je niet in dat mandje zitten, dat zou een beetje dom zijn. Toch kwam het voor de financiële wereld als een enorme verrassing dat ze meer flexibiliteit in de wisselkoers willen. Het hoort allemaal bij een modernere aanpak.”
“Focus je op Europa, daar werd ook alles geglobaliseerd. We hebben in Europa gezien dat de financiële infrastructuur daarvoor niet aanwezig was. In Europa ontbrak de infrastructuur om het financiële systeem te beheersen. Dat hebben we uiteindelijk aangepakt met een bankenunie.
Maar zo ontbreekt op wereldschaal ook de infrastructuur om in een geglobaliseerde wereld de zaken onder controle te houden. De wereld heeft een sterkere internationale financiële autoriteit is nodig. Het grote probleem is dat je soevereiniteit moet overdragen. Dat moet je dan op mondiaal niveau gaan doen. Het IMF heeft een poging gedaan grip te krijgen op de wisselkoersen. Maar dan geef je opnieuw autoriteit op. Dit is een dilemma op elk niveau.
Zonder crisis lukt niet niet, maar met een crisis weet je niet zeker of je een duurzaam systeem creëert als er achterliggend niet het gevoel is dat het zo moest en niet dat het alleen maar afgedwongen is door een crisis.
Er zijn twee wegen: Of veel meer samenwerking, of veel minder. De weg terug is om de wereld weer op te splitsen in delen. Je ziet ook het aantal protectionistische maatregelen weer toenemen. Het meest waarschijnlijke is de middenweg, waarin we wat door rommelen en af en toe een crisis hebben.
Het grote probleem is dat grote veranderingen gedragen moeten worden. We hebben nog steeds een discussie over de euro, dat heeft van doen met het feit dat het draagvlak voor de euro is nog niet 100% is.
Je raakt steeds aan twee dingen: De overdracht van soevereiniteit en het verdelen van de lasten. Dat zijn twee belangrijke dingen waar alle Europese problemen steeds op terugvallen. Of Europa het gaat redden? Ik weet het niet, maar ik hoop van wel. Europa gaat door een buitengewoon ingewikkelde periode.
Het grootste probleem is de vluchtelingencrisis, dat is misschien onderdeel van een nog groter probleem. Uit niet gepubliceerde cijfers van de VN heb ik ramingen gehoord van een miljard vluchtelingen in 2050 die op zoek zijn naar een betere toekomst.”
“Ik ben bezorgd over een Brexit, veel meer dan over de Griekse problemen. Binnenkort is het referendum. De verwachte opkomst ligt nog beneden de vijftig procent, maar er hoeft maar één ongeluk te gebeuren in de komende maanden… Dit is niet zo bedreigend voor Engelsen, die redden zich wel. Maar het is het besmettingsgevaar op het vasteland van Europa. In de vraag of Europa uit elkaar valt of niet, daarin is de Brexit een belangrijk element.”
Over de ECB
“Ik zie een ECB die heeft gezegd: We moeten koste wat koste de inflatie naar 2% brengen. Dat is een ECB die zich niet wil realiseren – of er zich niets van aantrekt – dat er vele factoren zijn die inflatie kunnen beïnvloeden. Die factoren kunnen zo sterk zijn dat als je aan die twee blijft vasthouden je een kamikazepiloot wordt. Dat je dat allemaal niet meer ziet. Uiteindelijk lukt het, maar dan zie je pas alle schade die je hebt aangericht. De ECB is disproportioneel bezig.
Wat ik vind is dat men het doel verabsoluteerd heeft. Neem als voorbeeld de Engelse centrale bank, die hebben ook een inflatietaak. Maar als het niet lukt, dan kunnen ze naderhand aan de minister van financiën uitleggen dat er bepaalde factoren waren die een rol speelden. Het doel heiligt nu alle middelen.
Maar hier is de formulering van de ECB dat het een verplichting is om het inflatiedoel te halen. Dat is onzin, het is nooit hun taak geweest om de hele wereld op te kopen!
Het kan niet waar zijn dat je door de dosis van het medicijn almaar te vergroten je een controleerbare uitkomst krijgt.”
“Dan komen we aan het tweede punt: Waarom doen we dit? We willen geen deflatie, dat is het verhaal van de ECB. Dat de schuldenlast dan toeneemt is een deel van het verhaal, maar de gedachte is ook dat de consument denkt: Dan wacht ik even, want alles wordt goedkoper.
Maar deflatie in deze mate is zeer zeldzaam in de geschiedenis. We zagen het voor het laatst vóór de Tweede Wereldoorlog, in de jaren dertig. De economie heeft nu een heel andere structuur. Wat ze bij de ECB aan het doen zijn rammelt naar mijn gevoel aan alle kanten. Nog los van alle neveneffecten…
De ECB is de verkeersborden in het systeem aan het verwijderen. Benchmarks waar beleggers zich normaal aan vasthouden, zoals inschattingen van risico’s en de rentestanden die daar bij horen, dat systeem ben je in wezen aan het vernielen. Dat zie je meer en meer komen. Mensen raken hun houvast kwijt. Je bent de integriteit van het financiële stelsel aan het aantasten.
Het ‘point of no return’ komt wel erg dichtbij.
In alle jaren dat ik in de financiële wereld werk heb ik het nooit zo zichtbaar zien geworden is het verschil van standpunten tussen de BIS en de centrale banken. Claudio Borio van de BIS zei dat we fundamenteel moeten nadenken over de uitgangspunten van ons monetaire beleid.”
“Goud heeft bij mij wel een voorgeschiedenis. Tijdens een van mijn colleges zij mijn professor P. B. Kreukniet met groot enthousiasme dat goud geen fluit waard was. Dat is altijd bij mij blijven hangen, het contrast tussen hoe goud in de perceptie van de mensen leefde en deze hoogleraar die zei dat we al het goud van de wereld naar een eiland in de Stille Zuidzee moeten brengen. Dat was het voorbeeld dat hij ons gaf.
In zijn voorbeeld zouden alle centrale banken hun goud daar in de kluis opslaan. En er was in die tijd geen telegraaf of telefoon of wat dan ook. En dat we dan ééns in de tien jaar gaan kijken of al dat goud er nog lag. En dan zou het goud zijn weggezonken!
Zo is mijn interesse in goud begonnen. Ik ben me gaan verdiepen in de goudpolitiek van de centrale banken. In de jaren dertig hebben wij een enorme deceptie aan centrale banken overgehouden door het feit dat we vasthielden aan het Britse pond en het goud. Wij en de Engelsen zaten allebei aan het goud gekoppeld, maar op een gegeven moment werd de directie ongerust, omdat we wel erg veel ponden in de reserves hadden. Toen is de toenmalige bankpresident Vissering naar Engeland afgereisd om van de Engelsen de verzekering te krijgen dat de koppeling aan goud heilig was en dat onze ponden dus ook volstrekt safe waren. Maar hij was de haven nog niet uit en toen ontkoppelden de Engelsen. Vanaf dat moment is er interesse bij de bank ontstaan voor goud. Dat gaat verder dan Zijlstra.”
Middelkoop: Maar waarom is dan later toch het besef ten aanzien van goud veranderd?
“Ik denk dat het uit een andere hoek kwam. Alternatieven voor goud konden grote opbrengsten opleveren. Als je het goud zou verkopen, dan kon je dat beleggen en dan zouden de opbrengsten voor de staat groter zijn.
Dit gebeurde bij de Nederlandsche Bank uit eigen overweging. Het werd zo uitgelegd dat goud een dode asset is en we zoveel konden verkopen tot we voldoende zouden overhouden voor een land als het onze. Daarom hebben we zeshonderd ton gehouden en de rest aan de samenleving verkocht.
Je kunt goud altijd als onderpand gebruiken als je als land in de problemen komt. Maar toch moet je de rendementsafweging maken, ergens moet je een grens trekken. We zijn geen beleggingsfondsen en hoeven het rendement niet te maximaliseren, maar je hebt toch de maatschappelijke verplichting je taak te vervullen met een zo goed mogelijk rendement.”
Draghi maakte tijdens het rentebesluit bekend dat de ECB later dit jaar begint met het opkopen van bedrijfsobligaties van niet-financiële instellingen. Maar welke obligaties zijn dat? Goldman Sachs maakte alvast een overzicht van alle zogeheten ‘investment grade’ obligaties die de centrale bank gaat opkopen. Laten we de obligaties van financiële instellingen achterwege, dan heeft de centrale bank een markt van €900 miljard tot haar beschikking. Dat zijn obligaties uit de energiesector, de gezondheidszorg en van nutsbedrijven, maar ook obligaties van producenten van consumentengoederen en telecommaatschappijen.
Dit zijn de bedrijfsobligaties die de ECB kan kopen (Bron: Goldman Sachs, via Zero Hedge)
Sinds de lancering van het stimuleringsprogramma van de ECB een jaar geleden zijn het uitgerekend de Duitse staatsobligaties die het meest in waarde gestegen zijn, zo berekende Bloomberg. De Duitse Bunds zijn sindsdien met 1,7% in waarde gestegen, veel meer dan het schuldpapier van andere landen. Opvallend genoeg had het opkoopprogramma van de centrale bank geen positieve invloed op Portugese staatsobligaties, want die zijn momenteel 4,9% minder waard dan tijdens de start van de Europese QE.
De ECB haalt sinds maart 2015 iedere maand voor ongeveer €60 aan staatsobligaties uit de markt in een poging de inflatie aan te wakkeren en de lange rente omlaag te drukken. Niet geheel zonder resultaat, want eind vorig jaar kende meer dan €1.500 miljard aan staatsobligaties uit de Eurozone al een negatief rendement. Dat waren toen al voornamelijk Duitse en Franse staatsobligaties, maar ook schatkistpapier van landen als Nederland, België en Oostenrijk. Van een hogere inflatie is vooralsnog geen sprake, omdat de olieprijs nog steeds relatief laag staat.
Duitsland wint weer! Staatsobligaties van Duitsland zijn het meest in waarde gestegen sinds begin QE (Grafiek van Bloomberg)
De ECB zal donderdag meer monetaire stimulering aankondigen, zo schrijft analist Nick Kounis in de wekelijkse nieuwsupdate van de ABN Amro. Hij voorziet een verhoging van de negatieve depositorente van -0,2% tot -0,4%. Ook verwacht Kounis een uitbreiding van het opkoopprogramma van €60 naar €70 miljard per maand en een verlenging van het programma tot en met juni 2017.
Om voldoende staatsobligaties uit de markt te kunnen halen zal de centrale bank volgens analist Kounis de depositorente als ondergrens schrappen. Op dit moment mag de ECB geen schuldpapier kopen met een hogere negatieve rente dan de depositorente van -0,3%, waardoor het stimuleringsprogramma vast dreigt te lopen. Wordt deze beperking weggehaald, dan kan de centrale bank veel meer staatsobligaties van een land als Duitsland opkopen. Het Duitse schuldpapier met looptijden van vijf jaar en korter zijn op dit moment te duur om in aanmerking te kopen voor het QE programma.
Rentebesluit ECB
De ECB neemt donderdag een rentebesluit. Veel analisten verwachten dat er meer stimulering komt, omdat de inflatie in de Eurozone nog steeds laag is en omdat de euro relatief laag staat ten opzichte van de dollar.
Analist Kounis van de ABN Amro verwacht donderdag meer stimulering van de ECB