Tag: sdr

  • Sander Boon en Wim Boonstra over het dollarsysteem

    Volgens econoom Wim Boonstra heeft de wereldeconomie een nieuw valuta-anker nodig. Het dollarsysteem dat na de Tweede Wereldoorlog werd geformaliseerd in Bretton Woods bracht een periode van economische groei en stabiliteit, maar sluit niet goed aan bij de multipolaire wereld waarin we vandaag de dag leven.

    De status van de dollar als wereldreservemunt stelt de Verenigde Staten in staat om ver boven haar stand te leven, maar de keerzijde is dat steeds meer werkgelegenheid de afgelopen decennia verplaatst is naar andere landen. De grote afhankelijkheid van de dollar is volgens Wim Boonstra problematisch. Hij ziet meer toekomst in de Special Drawing Rights (SDR) van het IMF.

    In dit gesprek bij Café Weltschmerz praten Wim Boonstra en Sander Boon over de tekortkomingen en risico’s van het huidige internationale monetaire systeem. Welke alternatieven zijn er voor de dollar? En is een terugkeer naar een soort gouden standaard mogelijk?

    Wim Boonstra was hoofdeconoom bij de Rabobank. Tegenwoordig is hij bijzonder hoogleraar monetaire economie.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Economist: Bereid je voor op nieuwe wereldmunt (1988)

    Economist: Bereid je voor op nieuwe wereldmunt (1988)

    In 1988 publiceerde de Economist een coverartikel over de komst van een nieuwe wereldmunt, die nationale valuta van alle grote economieën op een gegeven moment overbodig zal maken. Een nieuwe wereldmunt is de logische vervolgstap in een globaliserende wereld die door telecommunicatie steeds kleiner wordt, zo luidt de conclusie.

    Een nieuwe wereldmunt betekent het opgeven van monetaire soevereiniteit, die op dat moment sowieso al zeer beperkt was door de tucht van de wereldwijde financiële markten. Kapitaalstromen zijn al groter dan de goederenstromen tussen landen, wat betekent dat een ongunstig monetair beleid in het ene land razendsnel een uitstroom van kapitaal tot gevolg zal hebben. Een wereldmunt is daarom onvermijdelijk voor stabiele prijzen en economische groei, zo luidt de conclusie van het artikel.

    Bereid je voor op een nieuwe wereldmunt

    Economist, 1 september 1988, pag. 9-10

    Over dertig jaar zullen Amerikanen, Japanners, Europeanen en mensen in veel andere rijke landen en in sommige relatief arme landen hun boodschappen afrekenen met dezelfde munt. De prijzen zullen niet in dollars, yen of Duitse marken vermeld worden, maar in laten we zeggen de Phoenix. De Phoenix zal de gewenste munt worden voor bedrijven en consumenten, omdat het gemakkelijker zal zijn dan de nationale munten van vandaag de dag, die tegen die tijd gezien zullen worden als een eigenaardige bron van verstoringen in het economische leven van de afgelopen eeuw. Aan het begin van 1988 lijkt dit een uitzinnige voorspelling. Voorstellen voor een eventuele monetaire unie waren er vijf tot tien jaar geleden, maar die konden de terugval van 1987 niet voorkomen. De overheden van de grote economieën probeerden een paar centimeter dichter bij een meer gecontroleerd systeem van wisselkoersen te komen. Een logische voorbode, zo lijkt het, voor radicale monetaire hervormingen. Vanwege gebrek aan coördinatie in het onderliggende economische beleid werd het een grote mislukking, ze provoceerden de rentestijging die in oktober de crash op de aandelenmarkt veroorzaakte. Deze gebeurtenissen schrikten wisselkoers hervormingen af. De marktcrash leerde hen dat doen alsof er sprake was van samenwerking slechter kan zijn dan niet doen en dat nieuwe pogingen om valuta aan elkaar te koppelen zouden voortmodderen zo lang er niet meer daadwerkelijke samenwerking plaatsvindt (en overheden een deel van hun economische soevereiniteit opgeven).

    De nieuwe wereldeconomie

    De grootste verandering in de wereldeconomie sinds begin jaren ’70 is dat kapitaalstromen de goederenstromen hebben vervangen als drijvende kracht achter de wisselkoersen. Als gevolg van ongelimiteerde integratie van de financiële markten kunnen verschillen in nationaal economisch beleid de rente (of de verwachting daarvan) maar beperkt beïnvloeden. Echter, ze kunnen gigantische verschuivingen van financiële activa van het ene naar het andere land veroorzaken. Deze geldstromen marginaliseren de invloed van goederenstromen op vraag en aanbod van verschillende valuta. Met de verdere ontwikkeling van telecommunicatie zullen deze transacties nog goedkoper en sneller worden. Zonder een gecoördineerd economisch beleid zullen valuta alleen maar meer volatiel worden. Op alle manieren zullen landelijke economische grenzen langzaam vervagen. Als deze trend doorzet zal een muntunie tussen tenminste de grote industriële landen voor iedereen onweerstaanbaar worden, behalve dan voor overheden en valutahandelaren. In de Phoenix zone zullen economische aanpassingen op verschuivingen in de relatieve prijzen geleidelijk en automatisch verlopen, zoals dat nu gaat tussen verschillende regionen binnen grote economieën. De afwezigheid van het valutarisico zal de handel, de investeringen en de werkgelegenheid stimuleren.

    Monetair beleid

    De Phoenix zone zal strenge beperkingen opleggen aan nationale overheden. Er zal geen ruimte meer zijn voor zoiets als een nationaal monetair beleid. Het wereldwijde aanbod van de Phoenix zal bepaald worden door een nieuwe centrale bank, mogelijk voortgekomen uit het IMF. De wereldwijde inflatie – en binnen een smalle bandbreedte ook de landelijke inflatie – zal onder haar verantwoordelijkheid vallen. Ieder land zou belastingen en overheidsbestedingen kunnen gebruiken om tijdelijke dalingen in de vraag op te vangen, maar ze zou geld moeten lenen om het begrotingstekort te dichten, in plaats van het geld bij te drukken. Zonder de mogelijkheid van een inflatiebelasting worden overheden en hun schuldeisers gedwongen zorgvuldiger om te gaan met het geld dat ze uitgeven respectievelijk uitlenen. Dit betekent een groot verlies voor de monetaire soevereiniteit, maar de trend die de Phoenix zo aantrekkelijk maakt zou die soevereiniteit sowieso al wegnemen. Zelfs in een wereld van meer of minder mate van flexibele wisselkoersen zien de individuele overheden de onafhankelijkheid van hun beleid ingeperkt worden door de grote boze buitenwereld.

    Wereldmunt

    Nu de volgende eeuw nadert duwen natuurlijke krachten de wereld richting economische integratie. Dat geeft overheden wereldwijd globaal twee keuzes. Of ze gaan met de stroom mee, of ze werpen barricades op. Voorbereiden op de Phoenix betekent minder zogenaamde en meer daadwerkelijke samenwerking in het beleid. Dat betekent het toestaan en daarna actief promoten van het gebruik van de internationale munt, naast de lokale munt. Daarmee worden de mensen in staat gesteld met hun portemonnee te stemmen voor de uiteindelijk verschuiving richting een volledige muntunie. De Phoenix zal waarschijnlijk beginnen als een cocktail van nationale valuta, net als de Special Drawing Rights (SDR) vandaag de dag. Na verloop van tijd echter zal de waarde van deze nieuwe munt ten opzichte van de lokale munt irrelevant worden, omdat de mensen zullen kiezen voor het gemak en de stabiele koopkracht van die nieuwe wereldmunt. Het alternatief - het behoud van een autonoom beleid - zal gepaard gaan met een snelle toename van werkelijk draconische controles op handelsstromen en kapitaalstromen. Deze koers geeft overheden werkelijk een schitterende tijd. Ze kunnen dan de wisselkoersen manipuleren, onbeperkt fiscaal en monetair beleid uitzetten en de daarop volgende golven van inflatie bestrijden met maatregelen die de prijzen en lonen beïnvloeden. Het vooruitzicht is een verlamming van de economische groei. Noteer de Phoenix voor rond het jaar 2018 en verwelkom deze als het zover is.

    theeconomist-phoenix

    De herrijzing van de Phoenix wereldmunt uit het as van de nationale valuta, de vernietiging van nationale valuta door hyperinflatie. De Phoenix (vertaald: Feniks) is natuurlijk een verborgen metafoor. Uit de vernietiging, het as van de oude wereldorde, ontstaat volgens sommigen de Luciferiaanse wereldorde als een Phoenix.

    Lees ook:

  • SDR: Goud vervangen door papier?

    SDR: Goud vervangen door papier?

    Is de SDR de oplossing voor het vastlopende wereldwijde monetaire systeem? Of is het een zoveelste poging om de rol van goud in het monetaire systeem te marginaliseren en de onbalans in de wereld in stand te houden? We presenteren hier de visie van de in 2006 overleden econoom John Exter. De volgende passage is afkomstig van een vertaling die we eind vorig jaar al op Marketupdate publiceerden.

    SDR: Goud vervangen door papier?

    Door John Exter, november 1973

    We zijn getuige van een wereldwijde poging van centrale banken en overheden om tastbare waarde te vervangen door papier, zoals John Law dat 250 jaar geleden probeerde in Frankrijk. Hij probeerde dat alleen in Frankrijk en sindsdien zijn er meerdere pogingen gedaan in verschillende landen. Maar deze poging is internationaal, in alle valuta en via internationale instanties zoals de G20 en het IMF. Ze doen dat met een nieuw internationaal soort papiergeld genaamd de SDR.

    Maar zoals de Italaanse oud-centraal bankier Ossola heeft aangegeven is de SDR zelfs geen IOU. Het heeft geen schuldenaar. Het is een ‘who owes you?’ En daar komt nog eens bij dat de SDR een claim is op niets, in elk geval niet op goud. Het is dus een ‘who owes you nothing?’ Ook hebben SDR’s geen einddatum, dus het is een ‘who owes you nothing when?’. Het is absoluut het meest verwerpelijke kredietinstrument dat de mensheid ooit heeft voortgebracht, als we het al een kredietinstrument mogen noemen. Geen wonder dat het lastig is de rente vast te stellen en te bepalen wie die rente moet betalen.

    Dr. Ossola vroeg om een nieuwe naam te bedenken voor de SDR. Ik stel voor dat we hem de ‘who owes you nothing’ noemen. Een paar centraal bankiers zal deze who owes you nothings misschien accepteren in plaats van goud, maar de vrije markt niet. Toch spreekt Dr. Ossola hoopvol over de mogelijkheid dat banktegoeden in SDR’s worden uitgegeven. De volgende stap zou zijn om ze wettig betaalmiddel te maken.

    Je kunt je voorstellen wat de inflatoire gevolgen kunnen zijn van een systeem van nationale munten dat gedekt wordt door deze who owes you nothings. Jullie hebben gisteren vernomen van de achteloze manier waarop besloten werd de eerste 9,5 miljard van deze who owes you nothings te creëren. Ze werden van het een op het andere moment gewoon toegevoegd in de computer van het IMF.

    Er zal ongetwijfeld iemand uit de goudmijnsector aanwezig zijn geweest die toen dacht: “Hoe lang zou het duren voordat je 9,5 miljard dollar aan goud uit de grond hebt gehaald”. Volgens mij zag Milton Gilbert de nonsens van de SDR een paar jaar geleden al, toen hij zei dat hij de SDR pas zou vertrouwen als zijn vrouw om een halsketting ervan zou vragen. Maar nu ook hij overstag is gegaan en de SDR geaccepteerd heeft als aanvulling op goud zou ik haast denken dat hij inderdaad een halsketting van SDR’s voor haar gekocht heeft.

    Converteerbaarheid

    Ik wil hieraan toevoegen wat Gilbert zei over converteerbaarheid. Ik zal het proberen te definiëren: Converteerbaarheid betekent dat een monetaire autoriteit verplicht en in staat is om op verzoek en tegen de vastgestelde koers haar eigen schuldbewijs om te wisselen in iets dat gewild en schaars is. Ongeacht of het schuldbewijs op papier of in een computer staat. Schaarste en vraag zijn de essentiële onderdelen van geld dat waarde behoudt. Dus SDR’s en nationale valuta kunnen nooit op gelijke voet gesteld worden met goud als een vorm van reserve. Iedere centraal bankier die ik ken geeft liever eerst zijn dollarreserves en SDR’s uit, voordat hij zijn goudvoorraad aanspreekt. Zeker tegen een goudprijs van $42,22 per troy ounce! Zelfs de Italiaanse centrale bank van Ossola deed dat. Om een I owe you nothing te vervangen door een who owes you nothing is niets anders dan het vervangen van een stukje papier door een ander stukje papier. Als je dat verstaat onder converteerbaarheid drijf je de spot met dat woord. Converteerbaarheid in goud vereist discipline, omdat goud een schaars goed is. Papier omwisselen voor ander papier vereist geen enkele discipline. Ik heb er geen enkel vertrouwen in dat een internationale monetaire autoriteit erin slaagt de SDR schaars te houden. En hoe goed ik het persoonlijk ook met ze kan vinden, als Rinaldo Ossola en Robert Triffin de monetaire dictators zouden worden, dan zou ik er niet op vertrouwen dat zij de SDR schaars houden.

    ‘Papieren goud’

    De SDR wordt ook wel papieren goud genoemd vanwege de goudclausule die er in opgenomen is. Het is deze clausule die, zo legde Ossola gisteren uit, die ervoor zal zorgen dat de SDR net als goud uit circulatie gedreven zal worden vanwege de wet van Gresham. Als de waarde van de SDR van goud gescheiden wordt en in plaats daarvan bepaald wordt door een arbitrair gekozen mandje van papiergeld, dan verandert de SDR van papieren goud in papieren papier. De vragen die gisteren gesteld werden geven aan dat jullie niet veel raad weten met de SDR. Vergeet je zorgen, want naar mijn inzicht is het een paard dat nooit aan de race zal deelnemen. Misschien komt ze wel uit de startblokken, maar ze zal spoedig uit de race wegvallen. Dit wil niet zeggen dat we geen andere problemen hebben. We zitten in een internationaal monetair moeras. De verwarring en het gebrek aan vooruitgang tijdens de bijeenkomst in Nairobi waren het bewijs dat de economische theorieën van Keynes en Friedman in een impasse zitten. De krachten van de vrije markt hebben het overgenomen. Overheden en centrale banken vergissen zich als ze denken dat ze met meer interventies de kracht van de vrije markt kunnen breken. Waar moeten we nu naartoe? Het is geen prettig vooruitzicht. Het grote probleem waar we vandaag de dag mee worstelen zijn niet de wisselkoersen, de goudprijs, de SDR, kapitaalcontroles, handelsbeleid, converteerbaarheid en zelfs niet de inflatie, hoe slecht die ook is.

    sdr

    SDR: Goud vervangen door papier?

    Teveel schulden

    Het is de excessieve schuldenlast in het systeem, zowel binnen valuta als internationaal. We hebben veel te veel IOU’s gecreëerd. Dit betekent dat schuldenaren van over de hele wereld zich veel dieper in de schulden gestoken hebben dan wat ze zich op basis van hun productiecapaciteit kunnen veroorloven, zelfs als je daar de toename van de productiviteit en productiecapaciteit in meeneemt. Nog problematischer is dat velen kortlopende schulden aangaan voor lange termijn investeringen, wat met name problematisch is in een wereld van vlottende wisselkoersen. Mensen vragen zich af waarom overheden en centrale banken niets doen om de inflatie te stoppen. Ze zien niet dat de inflatie een eigen leven is gaan leiden. Schuldenaren kunnen hun productiviteit niet snel genoeg verhogen om hun schulden zelfstandig af te lossen en daarom moeten ze hun producten tegen een steeds hogere prijs aanbieden. In veel gevallen zal men nieuwe leningen moeten afsluiten om eerdere leningen af te lossen. Het spreekwoordelijke ‘lenen van Peter om Paul te betalen’, maar dan op wereldwijde schaal. In dit proces zijn de ‘Peters’ uiteindelijk de centrale banken als lenders of last resort. Als zij niet genoeg IOU’s creëren om de schuldexpansie gaande te houden komt dit hele proces met veel geweld tot stilstand. Veel schuldenaren zullen ontdekken dat ze niet in staat zijn hun schulden te betalen. Bedrijven zullen in het beste geval hun productie moeten terugschroeven en personeel moeten ontslaan. In het slechtste geval moeten ze hun deuren zelfs sluiten. Dat vooruitzicht wordt politiek en sociaal als zeer onwenselijk gezien. Daarom zitten centrale banken van over de hele wereld gevangen in schuldexpansie die ze niet durven te stoppen. Ze zijn gevangenen van hun eigen expansionisme en moeten zorgen voor inflatie. Samen met overheden zullen ze misschien een poging doen het proces te vertragen, maar ze zullen het nooit tot stilstand brengen. Zelfs het vertragen van de schuldexpansie is een onmogelijke onderneming. Je komt dan al snel op de rand van een economische recessie.

    Geen vaste goudprijs

    In een dergelijke wereld is het ijdele hoop om te denken dat de I owe you nothing (de SDR) weer converteerbaar gemaakt kan worden in goud. De I owe you nothings worden in een dermate hoog tempo gecreëerd dat het onmogelijk is een vaste prijs af te spreken waartegen deze weer ingewisseld kunnen worden voor fysiek goud. De goudvoorraden van centrale banken zouden dan in een hoog tempo leeglopen. Om het geld weer converteerbaar te maken moeten centrale banken stoppen met het creëren van nog meer IOU’s en het verzamelen van de IOU’s van anderen. En dat gaan ze niet doen. Vaste wisselkoersen zijn niet mogelijk zonder de discipline van converteerbaarheid, en dan bedoel ik de converteerbaarheid in goud. De SDR is in dit opzicht betekenisloos, omdat het geen enkele discipline oplegt. En omdat converteerbaarheid onmogelijk is met wereldwijde inflatie moeten we ons voorbereiden op een langdurige periode van vlottende wisselkoersen. Dit is een wereld van competitieve devaluaties, wisselkoersbeleid en competitieve monetaire expansie. En dat betekent nog meer wereldwijde inflatie.

    Twee scenario’s

    Ook in deze wereld moeten mensen hun schulden afbetalen, maar als de schulden steeds sneller toenemen wordt de druk van de totale schuldenlast steeds groter. Ook al zijn alle schulden uitgedrukt in I owe you nothings… De harde werkelijkheid van vandaag de dag is dat een aanzienlijk gedeelte van de totale schuldenlast nooit afbetaald kan worden. Deze schulden moeten afgeschreven worden, voordat het herbouwen van het internationale monetaire systeem kan beginnen. Het liquideren van deze schulden kan op één van de volgende twee manieren. In het eerste scenario neemt de vrije markt het al snel over van de autoriteiten. Op een bepaald moment zal een faillissement een sneeuwbaleffect teweeg brengen, die met name de financiële instellingen kan meesleuren die hun langlopende verplichtingen gefinancierd hebben met kortlopende kredieten. Als autoriteiten deze sneeuwbal niet kunnen stoppen krijgen we een gigantische liquidatiegolf van schulden, waardoor de economische activiteit tot stilstand komt. Centrale banken zitten dan in de positie waarin ze duwen aan een koord, in plaats van dat ze de teugels aanhalen of losser maken met hun monetaire beleid. Dit is de deflatoire manier die we kennen van de Grote Depressie van begin jaren dertig. Het andere scenario is dat de autoriteiten er wel in slagen de schulden te laten groeien en dat daarmee het sneeuwbaleffect van faillissementen voorkomen kan worden. Maar in dat scenario worden de I owe you nothings van centrale banken uiteindelijk waardeloos, in de context van het gezegde ‘not worth a continental‘. Daarmee worden alle schulden in de betreffende valuta ook waardeloos en moeten de autoriteiten nullen van hun bankbiljetten schrappen of een nieuwe munteenheid introduceren.

    Hogere goudprijs

    print-ad-80-gold-krugerrand Een van deze twee scenario’s zal in de toekomst werkelijkheid worden. En hoe graag als ik ook een terugkeer naar een goudstandaard zie, ik denk dat het nog jaren zal duren voordat we weer zoiets krijgen. We hoeven dus geen hogere, stabiele en vaste goudprijs te verwachten. Wat we wel mogen verwachten is het uiteenvallen van het de goudmarkt met twee versnellingen. Centrale banken zullen weer hun entree maken in de vrije markt. Ongeacht welk type van schuldverlichting we krijgen heeft goudprijs in de vrije markt nog een lange weg omhoog te gaan. Als centrale banken in staat zijn de inflatie intact te houden, dan zal er uiteindelijk hyperinflatie komen in bepaalde valuta. De goudprijs in die valuta zal dan naar oneindig gaan. Krijgen we het deflatoire scenario in bepaalde valuta, zoals ik verwacht voor de Amerikaanse dollar, dan zullen we in elk geval een bepaalde periode een nieuwe en aanzienlijk hogere goudprijs krijgen in dollars. Dat zal pas gebeuren nadat de deflatie haar gang heeft kunnen gaan. Dus ‘In gold we Trust’ gaat boven de IOU nothings en ver boven de who owes you nothings. Als je toch schuldpapier moet aanhouden, kies dan de meest kredietwaardige schuldenaar, ook al krijg je daar niets voor. Maar je kunt ook altijd voor goud kiezen. En jullie in Zuid-Afrika hebben maar geluk, want jullie hebben meer goud dan alle andere mensen. Of het nou in de vorm van een gouden Krugerrand is of drie kilometer onder de aardbodem ligt… Bron: American Institute for Economic Research

  • China koopt opnieuw goud, waardeert reserves in SDR

    De Chinese centrale bank heeft in maart 9 ton goud aan haar reserves toegevoegd, zo blijkt uit de nieuwste cijfers die deze week naar buiten zijn gebracht. De totale goudvoorraad van China groeide naar 1.797,5 ton, wat omgerekend naar de goudkoers van eind maart een waarde van $71,48 miljard vertegenwoordigt. Dat is meer dan een maand geleden.

    De Chinese centrale bank geeft sinds juni vorig jaar maandelijks een overzicht van alle reserves, inclusief de goudvoorraad. De waarde van de goudvoorraad verandert maandelijks door zowel de aankoop van goud als door de verandering van de goudkoers. Sinds juni 2015 steeg de waarde van het edelmetaal op de balans van de centrale bank van $62,39 naar $71,48 miljard en werd er in totaal bijna 140 ton van het gele metaal aan de reserves toegevoegd.

    Tot slot nog een opvallend detail: Sinds kort waardeert China haar reserves niet alleen in dollars, maar ook separaat in SDR’s! Zijn de Chinezen al aan het voorsorteren op een nieuw internationaal monetair systeem?

    goudvoorraad-china-maart-2016

    Centrale bank China blijft goud kopen (Via Hollandgold)

    china-marked-to-market-sdr

    China waardeert reserves nu ook in SDR! (Bron: SAFE)

  • Exter over toekomst van goud en het monetaire systeem

    In dit artikel brengen we de vertaling van een artikel dat de Amerikaanse econoom John Exter in november 1973 publiceerde in het wetenschappelijke tijdschrift Economic Education Bulletin. De Verenigde Staten hadden twee jaar eerder de koppeling van de dollar aan goud losgelaten, waardoor de prijzen van olie en goud fors waren gestegen. In 1973 leidde dat tot de oliecrisis, waarbij olieproducerende landen uit protest de olieprijs verhoogden en productie verlaagden. Dit was het eerste grote probleem dat het direct gevolg was van het loslaten van goud als het monetaire anker.

    Binnen wetenschappelijke kringen werd destijds de discussie gevoerd of de SDR van het Internationaal Monetair Fonds de rol van goud zou kunnen overnemen als het nieuwe monetair anker. In dit artikel laat Exter blijken dat hij zeer sceptisch is ten aanzien van de SDR. Anders dan goud is een SDR geen stok achter de deur, omdat het slechts een papieren claimbewijs is waarvan het aanbod altijd uitgebreid kan worden. Aan de vertaling zijn een aantal tussenkopjes toegevoegd om de leesbaarheid te verbeteren.

    Toekomst van Goud en het Internationale Monetaire Systeem

    Door John Exter, november 1973

    Ik ga een tekst gebruiken die ongeveer duizend jaar geleden werd opgeschreven door Firdausi, de nationale dichter van Perzië: “Er is heel veel wijsheid in de wereld, maar het is verdeeld over alle mensen.” Het is zeker verdeeld onder de mensen die je hier de afgelopen twee dagen hebt horen spreken. Eigenlijk is het enige waar we het allemaal over eens kunnen zijn dat we in een ernstige internationale monetaire crisis zitten. We zijn het oneens over de omvang van de crisis, over de maatregelen om deze op te lossen en over de kansen op het succes van deze maatregelen.

    Waarom zijn we het oneens? Soms, maar ook alleen soms, komt het omdat we anders redeneren. Maar veel vaker komt het doordat we starten met verschillende onderliggende premissen, aannames of principes. We hebben verschillende modellen in gedachten over hoe het economische systeem werkt en wat we ermee kunnen doen. We verschillen het meeste over de rol van de overheid. Wat ik bijvoorbeeld een realistische rol vind voor de overheid zal voor sommige andere sprekers als onrealistisch overkomen. En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde.

    Ik denk dat het voor jullie misschien behulpzaam is als ik jullie vertel hoe ik de verschillende sprekers sorteer. Grote economen uit het verleden hadden zeer uiteenlopende opvattingen over de rol van de overheid in de economie. Helemaal terug in 1776 schreef Adam Smith het beroemde boek ‘Wealth of Nations’. Hij geloofde sterk in de kracht van de vrije markt en wilde de rol van de overheid zo klein mogelijk houden. Hij staat aan het ene uiteinde van het spectrum.

    Aan het andere uiteinde zou ik John Maynard Keynes willen plaatsen, die in 1936 zijn beroemde werk ‘General Theory’ publiceerde, dat was rond de tijd dat ik economie studeerde. Keynes en zijn volgelingen gingen in hun modellen uit van een gesloten economie, zonder transacties met het buitenland. En dat blijkt uit de onschuldige wijze waarop ze de rol van de betalingsbalans in de economie over het hoofd hebben gezien.

    Keynes leerde ons dat de goudstandaard een barbaarse relikwie was. Hij beargumenteerde dat het geen enkele zin heeft om goud op te graven in Zuid-Afrika, om het vervolgens meteen weer onder de grond te stoppen in Fort Knox. Ook leerden ze ons dat publieke schulden er niet toe doen en dat deze nooit volledig terugbetaald hoeven te worden, omdat het tenslotte een schuld aan ons zelf is. Ik kan nog veel verder doorgaan, maar het belangrijkste punt dat Keynes duidelijk wil maken is dat hij pleit voor een economie met een sterke inmenging van de overheid. Keynesianen geloven dat de markteconomie verbeterd kan worden met interventies, via sturend monetair en fiscaal beleid. Er zouden geen economische depressies meer komen. Al in de jaren ’60 werd er binnen deze kring al gesproken over het ‘finetunen’ van de economie.

    Alle sprekers die voorbij zijn gekomen passen ergens aan het ene of andere uiteinde van dit spectrum. Ik zal beginnen mijzelf op dit spectrum te plaatsen, ik sta aan de kant van Adam Smith.

    Grote of kleine rol voor de overheid?

    Maar onthoud dat overheden van over de hele wereld veel meer beïnvloed zijn door Keynes dan door Adam Smith. In feite is het economische leven vandaag de dag een strijd geworden tussen overheden die de kracht van de vrije markt proberen te temmen en de mensen die proberen alle interventies van overheden te omzeilen. Velen van jullie maken iedere dag weer beslissingen op basis van wat jullie denken dat de overheid en de centrale bank gaan doen. Zal de centrale bank haar monetaire beleid verkrappen of verruimen? Zal de waarde van de munt verder appreciëren of niet? Zal de overheid dit kwartaal een begrotingsoverschot of juist een tekort hebben?

    Maar overheden controleren de economische activiteit veel minder dan je misschien zou denken. Overheden noch centrale banken bepalen wat geld is en welk geld de mensen gaan gebruiken en sparen. Dat bepalen de mensen zelf op de wereldwijde markt. Op dit onderdeel ben ik het oneens met Milton Friedman, die ook in dit spectrum geplaatst dient te worden voor zijn ideeën die vandaag de dag zeer veel invloed hebben. Hij is nog niet genoemd tijdens deze meeting.

    Milton Friedman lijkt een dubbele persoonlijkheid te hebben. Het grootste deel van zijn persoonlijkheid – wat ik erg leuk vind – ligt aan het Adam Smith uiteinde van het spectrum. Maar ten aanzien van geld – en daarin ben ik het niet met hem eens – zit hij meer aan het Keynes uiteinde van het spectrum, omdat hij groot voorstander is van een grote rol voor de overheid ten aanzien van geld. Maar hij zegt ook dat overheidsinterventie op het gebied van geld beperkt moet blijven tot het binnenlandse geld. Internationaal is hij van mening dat alle wisselkoersen vrij moeten kunnen bewegen. Doordat hij zich niet bezighoudt met een systeem van vaste wisselkoersen lijkt hij op Keynes, een ‘gesloten economie’ denker. Friedman heeft niet de wens om de vaste wisselkoersen weer te herstellen [onder het Bretton Woods systeem waren alle belangrijke valuta via de dollar tegen een vaste wisselkoers gekoppeld aan goud]. Hij noemt goud zelfs geen geld.

    Controle over geld

    Overheden zijn bijzonder gemotiveerd om te interveniëren in het geldsysteem. Ze willen maar al te graag bepalen wat de mensen in hun land wel en niet mogen gebruiken als geld. Regeringen van over de hele wereld hebben geprobeerd een monopolie te krijgen op de uitgifte van het geld, door een nationale munteenheid in te voeren en iedereen behalve de banken en het ministerie van Financiën te verbieden om zelf geld uit te geven. Maar het probleem is dat overheden teveel geld in omloop hebben gebracht. Misschien moeten we de klok terugdraaien en de private markt weer het geld laten uitgeven. dit is helemaal niet zo vergezocht. Jullie eigen centrale bank (Zuid-Afrika) is nog steeds in private handen, maar tot mijn grote ontsteltenis heeft de overheid er natuurlijk een grote controle op.

    Om hun monopolie te versterken voeren overheden wetgeving in, waarmee ze hun monopolie op geldcreatie stevig verankeren. Een voorbeeld daarvan is de legal tender wetgeving, die voorschrijft dat alleen het geld van de overheid gebruikt kan worden om alle schulden, publiek én privaat, te vereffenen. Vaak proberen ze grip te krijgen op de valutamarkt, om zo de conversie van hun eigen valuta in andere valuta te beperken. In Kenia heeft de overheid tot mijn verrassing gewaarschuwd dat het ten strengste verboden is Keniaans geld te vernietigen. Dit slaat naar mijn mening helemaal nergens op. Als jullie allemaal een claimbewijs op mij hadden, dan zou ik juist verheugd zijn als jullie je claims op mij verscheuren…

    Mijn eigen overheid [Amerikaanse overheid] heeft heel lang een tegenstrijdig beleid gevoerd. Jarenlang was ze er trots op dat de dollar tegen een vaste koers inwisselbaar was voor goud, maar dat deze regel alleen gold voor het buitenland en niet voor de Amerikaanse bevolking. Een Griekse scheepsbouwer mag goud bezitten, maar ik als Amerikaan mag dat niet. En ik mag nog steeds geen goud kopen, en dat neem ik de overheid al heel lang kwalijk. [red: pas in 1974 werd het verbod op het privaat bezit van goud opgeheven in de Verenigde Staten]

    Goudstandaard

    In de goede oude dagen van de goudstandaard begonnen overheden met de beste voornemens. Ze erkenden het feit dat de vrije markt, als die haar gang mocht gaan, bepaalde grondstoffen zoals goud en zilver hoger zou waarderen als geld dan al het andere. Goud en zilver zouden in een vrije markt zeker hoger gewaardeerd worden dan papier. Daarom gaven overheden zichzelf het monopolie om gouden munten te slaan, zoals Souvereigns, Napoleons of Eagles, waarvan men wist dat de markt die zou accepteren.

    Maar geen enkele regering bleek in staat zichzelf te beperken tot het uitgeven van dit soort munten, alhoewel de Amerikaanse overheid een goede poging heeft gedaan. Onze Amerikaanse grondwet geeft het Congres de macht om munten in omloop te brengen en de waarde daarvan te reguleren. Maar tijdens de Constitutionele Conventie werd het voorstel gedaan om het Congres de bevoegdheid te geven papiergeld in omloop te brengen. Daar hebben we een desastreuze ervaring aan overgehouden in de vorm van de continental dollar. Dit ligt nog vers in ons geheugen, want we kennen nog steeds de uitspraak “not worth a continental”.

    Geldcreatie

    Met de bevoegdheid papiergeld in omloop te brengen kwam een belangrijk gegeven uit het dagelijkse leven aan de kant van overheden te staan, namelijk dat papiergeld makkelijker is dan muntgeld. Dit gemak is van groter belang geworden, omdat het economische verkeer vandaag de dag veel complexer geworden is en dat claimbewijzen op computersystemen van banken steeds gangbaarder worden. Dus alle overheden geven vandaag de dag papiergeld uit, terwijl ze ten tijde van de goudstandaard nog accepteerden dat de uitgifte van papiergeld beperkt was door de belofte om papiergeld tegen een vaste prijs om te wisselen voor goud. De converteerbaarheid van geld was het ideaal en dat werd in 1944 ook zo opgeschreven in het handvest van het Internationaal Monetair Fonds.

    Maar in de praktijk bleken overheden niet in staat controle te houden op wat mensen gebruikten als geld. Men gebruikte ook banktegoeden als geld, terwijl dat helemaal geen wettig betaalmiddel was. Centrale banken hebben de autoriteit om de kredietcreatie door banken te beperken, maar nergens in de wereld is een centrale bank erin geslaagd dat met succes te doen. Daarom is het aantal banktegoeden enorm toegenomen, mede geholpen door computers en snellere communicatiemiddelen. Ook zijn centrale banken er nooit in geslaagd de enorme groei van de hoeveelheid ‘bijna-geld’ in de economie, zoals kortlopende staatsleningen, in te perken.

    Centrale banken stonden helemaal machteloos in het beperken van de groei van banktegoeden in Europa, waar leningen in de lokale munt gecreëerd werden onder buitenlandse wetgeving. Het is de explosieve groei van papiergeld en bijna-geld dat ons in de huidige internationale monetaire chaos heeft gestort. We moeten niet vergeten dat we het grootste deel van ons leven gewend waren aan een goudstandaard.

    Een wereld van papiergeld en elektronische banktegoeden is een IOU wereld, een wereld die bestaat uit beloftes om te betalen. Tot maart 1968, toen het goudsysteem met twee versnellingen werd geïntroduceerd, maakten de centrale banken achter alle belangrijke valuta de belofte goud uit ter keren tegen een vaste koers van $35 per troy ounce. Onder dit systeem met twee versnellingen werd de belofte om dollars in te wisselen voor goud verbroken met alle private burgers. Met uitzondering van Rusland en Zuid-Afrika weigerden alle centrale banken in de wereld hun goud – tegen welke prijs dan ook – te verkopen aan de bevolking. De belofte op goud tegen $35 per troy ounce werd alleen nog maar toegepast tussen centrale banken en overheden onderling. Maar ook dat werd steeds onduidelijker, tot president Nixon op 15 augustus 1971 het goudloket sloot en zelfs de beloften om goud te leveren tegen de vaste koers van $35 per troy ounce tussen de centrale banken verbroken werd.

    1971

    Sindsdien zeggen alle valuta in de wereld: “Ik ben je niets verschuldigd tegen een vaste prijs. Ik ben je geen enkel goed verschuldigd dat vanwege haar schaarste een goede opslag van waarde biedt.” Alle valuta zijn vandaag de dag dus ‘IOU-nothings’. De dag van 15 augustus 1971, toen de laatste schijn van inwisselbaarheid werd losgelaten, was dus een waterscheiding. Sindsdien is een systeem met vaste wisselkoersen onmogelijk geworden. We kwamen in een nieuwe wereld met vlottende wisselkoersen.

    Het probleem van vandaag de dag is dat het aanbod van ‘IOU-nothing’ geld in een explosief tempo toeneemt. Andere sprekers hebben dit punt niet ter sprake gebracht. We hebben teveel gepraat over het internationale monetaire systeem zelf en te weinig over de explosieve toename van ‘IOU-nothings’ die zich hebben opgehoopt op de balansen van centrale banken. De uitzonderlijke expansie van de geldhoeveelheid betekent dat de koopkracht van dit geld in termen van goederen en diensten daalt. Voor het eerst in eeuwen, en misschien zelfs voor het eerst in de menselijke geschiedenis, is inflatie een wereldwijd fenomeen geworden. Mensen van over de hele wereld vragen zich nu af wat ze nog kunnen vertrouwen als waarde opslag. Ze ontvluchten het IOU-nothing geld en zetten het om in goederen en edelmetalen als goud, zilver en platina, waardoor de prijzen alsmaar verder worden opgedreven.

    Ondertussen volstaat het IOU-nothing geld steeds minder als betaalmiddel, dus zoeken mensen en zelfs de monetaire autoriteiten een vorm van geld die ze met vertrouwen kunnen accepteren, gebruiken en bewaren. De olieproducenten zijn hier een goed voorbeeld van.

    SDR: Goud vervangen door papier?

    We zijn getuige van een wereldwijde poging van centrale banken en overheden om tastbare waarde te vervangen door papier, zoals John Law dat 250 jaar geleden probeerde in Frankrijk. Hij probeerde dat alleen in Frankrijk en sindsdien zijn er meerdere pogingen gedaan in verschillende landen. Maar deze poging is internationaal, in alle valuta en via internationale instanties zoals de G20 en het IMF. Ze doen dat met een nieuw internationaal soort papiergeld genaamd de SDR.

    Maar zoals Ossola heeft aangegeven is de SDR zelfs geen IOU. Het heeft geen schuldenaar. Het is een ‘who owes you?’ En daar komt nog eens bij dat de SDR een claim is op niets, in elk geval niet op goud. Het is dus een ‘who owes you nothing?’ Ook hebben SDR’s geen einddatum, dus het is een ‘who owes you nothing when?’. Het is absoluut het meest verwerpelijke kredietinstrument dat de mensheid ooit heeft voortgebracht, als we het al een kredietinstrument mogen noemen. Geen wonder dat het lastig is de rente vast te stellen en te bepalen wie die rente moet betalen.

    Dr. Ossola vroeg om een nieuwe naam te bedenken voor de SDR. Ik stel voor dat we hem de ‘who owes you nothing’ noemen. Een paar centraal bankiers zal deze who owes you nothings misschien accepteren in plaats van goud, maar de vrije markt niet. Toch spreekt Dr. Ossola hoopvol over de mogelijkheid dat banktegoeden in SDR’s worden uitgegeven. De volgende stap zou zijn om ze wettig betaalmiddel te maken.

    Je kunt je voorstellen wat de inflatoire gevolgen kunnen zijn van een systeem van nationale munten dat gedekt wordt door deze who owes you nothings. Jullie hebben gisteren vernomen van de achteloze manier waarop besloten werd de eerste 9,5 miljard van deze who owes you nothings te creëren. Ze werden van het een op het andere moment gewoon toegevoegd in de computer van het IMF.

    Er zal ongetwijfeld iemand uit de goudmijnsector aanwezig zijn geweest die toen dacht: “Hoe lang zou het duren voordat je 9,5 miljard dollar aan goud uit de grond hebt gehaald”. Volgens mij zag Milton Gilbert de nonsens van de SDR een paar jaar geleden al, toen hij zei dat hij de SDR pas zou vertrouwen als zijn vrouw om een halsketting ervan zou vragen. Maar nu ook hij overstag is gegaan en de SDR geaccepteerd heeft als aanvulling op goud zou ik haast denken dat hij inderdaad een halsketting van SDR’s voor haar gekocht heeft.

    Converteerbaarheid

    Ik wil hieraan toevoegen wat Gilbert zei over converteerbaarheid. Ik zal het proberen te definiëren: Converteerbaarheid betekent dat een monetaire autoriteit verplicht en in staat is om op verzoek en tegen de vastgestelde koers haar eigen schuldbewijs om te wisselen in iets dat gewild en schaars is. Ongeacht of het schuldbewijs op papier of in een computer staat. Schaarste en vraag zijn de essentiële onderdelen van geld dat waarde behoudt.

    Dus SDR’s en nationale valuta kunnen nooit op gelijke voet gesteld worden met goud als een vorm van reserve. Iedere centraal bankier die ik ken geeft liever eerst zijn dollarreserves en SDR’s uit, voordat hij zijn goudvoorraad aanspreekt. Zeker tegen een goudprijs van $42,22 per troy ounce! Zelfs de Italiaanse centrale bank van Ossola deed dat.

    Om een I owe you nothing te vervangen door een who owes you nothing is niets anders dan het vervangen van een stukje papier door een ander stukje papier. Als je dat verstaat onder converteerbaarheid drijf je de spot met dat woord. Converteerbaarheid in goud vereist discipline, omdat goud een schaars goed is. Papier omwisselen voor ander papier vereist geen enkele discipline. Ik heb er geen enkel vertrouwen in dat een internationale monetaire autoriteit erin slaagt de SDR schaars te houden. En hoe goed ik het persoonlijk ook met ze kan vinden, als Rinaldo Ossola en Robert Triffin de monetaire dictators zouden worden, dan zou ik er niet op vertrouwen dat zij de SDR schaars houden.

    ‘Papieren goud’

    De SDR wordt ook wel papieren goud genoemd vanwege de goudclausule die er in opgenomen is. Het is deze clausule die, zo legde Ossola gisteren uit, die ervoor zal zorgen dat de SDR net als goud uit circulatie gedreven zal worden vanwege de wet van Gresham. Als de waarde van de SDR van goud gescheiden wordt en in plaats daarvan bepaald wordt door een arbitrair gekozen mandje van papiergeld, dan verandert de SDR van papieren goud in papieren papier.

    De vragen die gisteren gesteld werden geven aan dat jullie niet veel raad weten met de SDR. Vergeet je zorgen, want naar mijn inzicht is het een paard dat nooit aan de race zal deelnemen. Misschien komt ze wel uit de startblokken, maar ze zal spoedig uit de race wegvallen.

    Dit wil niet zeggen dat we geen andere problemen hebben. We zitten in een internationaal monetair moeras. De verwarring en het gebrek aan vooruitgang tijdens de bijeenkomst in Nairobi waren het bewijs dat de economische theorieën van Keynes en Friedman in een impasse zitten. De krachten van de vrije markt hebben het overgenomen. Overheden en centrale banken vergissen zich als ze denken dat ze met meer interventies de kracht van de vrije markt kunnen breken.

    Waar moeten we nu naartoe? Het is geen prettig vooruitzicht. Het grote probleem waar we vandaag de dag mee worstelen zijn niet de wisselkoersen, de goudprijs, de SDR, kapitaalcontroles, handelsbeleid, converteerbaarheid en zelfs niet de inflatie, hoe slecht die ook is.

    Teveel schulden

    Het is de excessieve schuldenlast in het systeem, zowel binnen valuta als internationaal. We hebben veel te veel IOU’s gecreëerd. Dit betekent dat schuldenaren van over de hele wereld zich veel dieper in de schulden gestoken hebben dan wat ze zich op basis van hun productiecapaciteit kunnen veroorloven, zelfs als je daar de toename van de productiviteit en productiecapaciteit in meeneemt. Nog problematischer is dat velen kortlopende schulden aangaan voor lange termijn investeringen, wat met name problematisch is in een wereld van vlottende wisselkoersen.

    Mensen vragen zich af waarom overheden en centrale banken niets doen om de inflatie te stoppen. Ze zien niet dat de inflatie een eigen leven is gaan leiden. Schuldenaren kunnen hun productiviteit niet snel genoeg verhogen om hun schulden zelfstandig af te lossen en daarom moeten ze hun producten tegen een steeds hogere prijs aanbieden. In veel gevallen zal men nieuwe leningen moeten afsluiten om eerdere leningen af te lossen. Het spreekwoordelijke ‘lenen van Peter om Paul te betalen’, maar dan op wereldwijde schaal. In dit proces zijn de ‘Peters’ uiteindelijk de centrale banken als lenders of last resort. Als zij niet genoeg IOU’s creëren om de schuldexpansie gaande te houden komt dit hele proces met veel geweld tot stilstand.

    Veel schuldenaren zullen ontdekken dat ze niet in staat zijn hun schulden te betalen. Bedrijven zullen in het beste geval hun productie moeten terugschroeven en personeel moeten ontslaan. In het slechtste geval moeten ze hun deuren zelfs sluiten. Dat vooruitzicht wordt politiek en sociaal als zeer onwenselijk gezien. Daarom zitten centrale banken van over de hele wereld gevangen in schuldexpansie die ze niet durven te stoppen. Ze zijn gevangenen van hun eigen expansionisme en moeten zorgen voor inflatie.

    Samen met overheden zullen ze misschien een poging doen het proces te vertragen, maar ze zullen het nooit tot stilstand brengen. Zelfs het vertragen van de schuldexpansie is een onmogelijke onderneming. Je komt dan al snel op de rand van een economische recessie.

    Geen vaste goudprijs

    In een dergelijke wereld is het ijdele hoop om te denken dat de I owe you nothing (de SDR) weer converteerbaar gemaakt kan worden in goud. De I owe you nothings worden in een dermate hoog tempo gecreëerd dat het onmogelijk is een vaste prijs af te spreken waartegen deze weer ingewisseld kunnen worden voor fysiek goud. De goudvoorraden van centrale banken zouden dan in een hoog tempo leeglopen. Om het geld weer converteerbaar te maken moeten centrale banken stoppen met het creëren van nog meer IOU’s en het verzamelen van de IOU’s van anderen. En dat gaan ze niet doen.

    Vaste wisselkoersen zijn niet mogelijk zonder de discipline van converteerbaarheid, en dan bedoel ik de converteerbaarheid in goud. De SDR is in dit opzicht betekenisloos, omdat het geen enkele discipline oplegt. En omdat converteerbaarheid onmogelijk is met wereldwijde inflatie moeten we ons voorbereiden op een langdurige periode van vlottende wisselkoersen. Dit is een wereld van competitieve devaluaties, wisselkoersbeleid en competitieve monetaire expansie. En dat betekent nog meer wereldwijde inflatie.

    Twee scenario’s

    Ook in deze wereld moeten mensen hun schulden afbetalen, maar als de schulden steeds sneller toenemen wordt de druk van de totale schuldenlast steeds groter. Ook al zijn alle schulden uitgedrukt in I owe you nothings… De harde werkelijkheid van vandaag de dag is dat een aanzienlijk gedeelte van de totale schuldenlast nooit afbetaald kan worden. Deze schulden moeten afgeschreven worden, voordat het herbouwen van het internationale monetaire systeem kan beginnen. Het liquideren van deze schulden kan op één van de volgende twee manieren.

    In het eerste scenario neemt de vrije markt het al snel over van de autoriteiten. Op een bepaald moment zal een faillissement een sneeuwbaleffect teweeg brengen, die met name de financiële instellingen kan meesleuren die hun langlopende verplichtingen gefinancierd hebben met kortlopende kredieten. Als autoriteiten deze sneeuwbal niet kunnen stoppen krijgen we een gigantische liquidatiegolf van schulden, waardoor de economische activiteit tot stilstand komt. Centrale banken zitten dan in de positie waarin ze duwen aan een koord, in plaats van dat ze de teugels aanhalen of losser maken met hun monetaire beleid. Dit is de deflatoire manier die we kennen van de Grote Depressie van begin jaren dertig.

    Het andere scenario is dat de autoriteiten er wel in slagen de schulden te laten groeien en dat daarmee het sneeuwbaleffect van faillissementen voorkomen kan worden. Maar in dat scenario worden de I owe you nothings van centrale banken uiteindelijk waardeloos, in de context van het gezegde ‘not worth a continental‘. Daarmee worden alle schulden in de betreffende valuta ook waardeloos en moeten de autoriteiten nullen van hun bankbiljetten schrappen of een nieuwe munteenheid introduceren.

    Hogere goudprijs

    Een van deze twee scenario’s zal in de toekomst werkelijkheid worden. En hoe graag als ik ook een terugkeer naar een goudstandaard zie, ik denk dat het nog jaren zal duren voordat we weer zoiets krijgen. We hoeven dus geen hogere, stabiele en vaste goudprijs te verwachten. Wat we wel mogen verwachten is het uiteenvallen van het de goudmarkt met twee versnellingen. Centrale banken zullen weer hun entree maken in de vrije markt.

    Ongeacht welk type van schuldverlichting we krijgen heeft goudprijs in de vrije markt nog een lange weg omhoog te gaan. Als centrale banken in staat zijn de inflatie intact te houden, dan zal er uiteindelijk hyperinflatie komen in bepaalde valuta. De goudprijs in die valuta zal dan naar oneindig gaan. Krijgen we het deflatoire scenario in bepaalde valuta, zoals ik verwacht voor de Amerikaanse dollar, dan zullen we in elk geval een bepaalde periode een nieuwe en aanzienlijk hogere goudprijs krijgen in dollars. Dat zal pas gebeuren nadat de deflatie haar gang heeft kunnen gaan.

    Dus ‘In gold we Trust’ gaat boven de IOU nothings en ver boven de who owes you nothings. Als je toch schuldpapier moet aanhouden, kies dan de meest kredietwaardige schuldenaar, ook al krijg je daar niets voor. Maar je kunt ook altijd voor goud kiezen. En jullie in Zuid-Afrika hebben maar geluk, want jullie hebben meer goud dan alle andere mensen. Of het nou in de vorm van een gouden Krugerrand is of drie kilometer onder de aardbodem ligt…

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • China wil wereldeconomie minder afhankelijk maken van dollars

    China wil dat het wereldwijde financiële systeem minder afhankelijk wordt van de Amerikaanse dollar, dat schrijft Bloomberg. Dat is een van de doelstellingen die de opkomende wereldmacht op haar agenda heeft gezet nu ze voorzitter is van de G20. Om dat doel te bereiken heeft China samen met Zuid-Korea en Frankrijk een nieuwe werkgroep opgezet die gaat onderzoeken hoe de rol van de SDR in het internationale handelsverkeer versterkt kan worden. Ook wil China onderzoeken of bepaalde grondstoffen in de toekomst in deze rekeneenheid van het IMF afgerekend kunnen worden. Dat klinkt interessant, maar we moeten eerst verdere details afwachten.

    China omarmt SDR

    Een week geleden accepteerde het IMF de Chinese yuan als nieuwe wereldmunt. Ook krijgt de munt vanaf volgend jaar een weging in het valutamandje van de SDR, een belangrijke mijlpaal voor de opkomende wereldmacht. Nu blijkt dat China grote plannen heeft met de alternatieve valutareserve van het IMF, omdat daar minder sterk het label van de Verenigde Staten op geplakt zit. Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben de Chinese autoriteiten hun zorg uitgesproken over de wereldwijde afhankelijkheid van dollars. Zhou Xiaochuan, de gouverneur van de People's Bank of China, deed daarom in 2009 al een voorstel om de SDR te gebruiken als een soort soevereine wereldmunt boven alle andere valuta. Dit voorstel kreeg onvoldoende steun en verdween al snel weer in de la. Maar zes jaar later ziet het economische en financiële landschap er heel anders uit. China heeft zich ontwikkeld tot een volwaardige wereldmacht en heeft de afgelopen jaren veel stappen gezet om van een centraal gestuurde economie naar een meer open markteconomie te gaan. Ook is de Chinese yuan veel breder geaccepteerd, onder andere door de uitbreiding van het aantal valutaswaps en clearing banks.

    Tweede grootste economie

    China was in 2005 ook al voorzitter van de G20, toen als vijfde grootste economie van de wereld. Anno 2015 is het de tweede grootste economie en heeft ze Japan, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ingehaald. Wanneer je de omvang van de economie corrigeert voor koopkrachtpariteit is China zelfs als de grootste economie ter wereld.

    china-jinping-g20

    China wil wereldeconomie minder afhankelijk maken van dollars

  • IMF accepteert Chinese yuan

    Vanavond heeft het IMF officieel de Chinese yuan aan de SDR – het mandje van valuta dat momenteel is opgebouwd uit dollars, euro’s, Britse ponden en Japanse yen – toegevoegd. Ook mag de yuan nu formeel een wereldmunt genoemd worden. Het is vooral een symbolisch besluit, aangezien centrale banken maar een heel klein deel van hun valutareserve in deze vorm aanhouden.

    Voor China is het een kleine stap vooruit richting de internationalisering van de yuan, omdat de acceptatie door het IMF wereldwijd meer erkenning en status geeft aan een valuta die steeds vaker wordt gebruikt in het internationale betalingsverkeer. De Chinese yuan bereikte in augustus nog de vierde plaats op de ranglijst van meest gebruikte valuta in het internationale betalingssysteem en de verwachting is dat de munt de komende jaren verder aan terrein zal winnen.

    Yuan als wereldhandelsmunt

    yuan-teaserDe afgelopen jaren heeft de centrale bank van China al verschillende valutaswaps opgezet om het gebruik van haar munt te promoten. Ook heeft ze met verschillende landen afspraken gemaakt om de onderlinge handel met eigen valuta gemakkelijker te maken. Toch is de munt nog steeds niet zo gangbaar als de dollar, de munt die door het structurele handelsbalanstekort van de Verenigde Staten bij bijna alle centrale banken op de balans staat. Volgens insiders krijgt de Chinese munt een weging van slechts 10,92 procent in de SDR, terwijl de Amerikaanse dollar en de euro in de nieuwe samenstelling een gewicht hebben van respectievelijk 41,73% en 30,93%. De yuan is nu al geaccepteerd als nieuwe munt in het valutamandje, maar deze zal er effectief pas op 1 oktober 2016 in opgenomen worden.

    China moet financiële markten openstellen

    Met de acceptatie door het IMF is China er nog niet, want volgens Christine La Garde van het IMF moet het land nog een aantal financiële hervormingen doorvoeren. Zo moet de regering haar kapitaalmarkt verder openstellen voor buitenlandse investeerders en moet de centrale bank de munt meer vrij laten bewegen ten opzichte van andere valuta en moet ze de markt meer ruimte geven door minder vaak te interveniëren.

    SDR table

    De Chinese yuan is opgenomen in de SDR (Tabel via Zero Hedge)

  • Willem Middelkoop in gesprek met Maarten van Schinkel

    Willem Middelkoop sprak voor Café Weltschmerz met politicoloog en schrijver Maarten van Schinkel over hoe de wereld sinds het uitbreken van de financiële crisis veranderd is. Volgens van Schinkel zijn we in deze crisis terecht gekomen door een overmaat van schulden. Dat leidt tot allerlei problemen die we steeds voor ons uit schuiven door nog meer schulden te maken. We zijn verslaafd geraakt aan schulden en hebben daar steeds meer van nodig om ons welvaartsniveau op peil te houden.

    Dat dit een onhoudbaar groeimodel is zien we aan de noodgrepen die centrale bankiers de afgelopen jaren hebben toegepast. “We leven nu met een scenario dat vijf jaar geleden volledig ondenkbaar was. Intuïtief denk ik dat dit niet kan kloppen.” Daarmee doelt hij op het opkopen van staatsobligaties, zelfs in de Eurozone waar eerst nog zoveel weerstand was tegen deze vorm van monetaire stimulering.

    Schuldsanering

    Een schuldsanering is volgens van Schinkel een scenario dat zeker tot de mogelijkheden behoort. Een korte passage uit het interview:

    "Je zou je kunnen stellen dat we door te spelen met de gedachte van monetaire financiering in wezen al die kant op bewegen. Stel je voor dat je al die schulden op de balans van de centrale bank hebt staan, en die streep je weg... Wat je dan krijgt is een centrale bank met een gigantisch verlies, maar dat maakt niet uit... En dan heb je in feite een deel van de schulden opgelost."

    En de pensioenfondsen dan?

    "Je zou het zo kunnen regelen dat alleen de staatsobligaties op de balans van de centrale bank afgeschreven worden. De pensioenfondsen houden dan gewoon hun claim op de overheid. We zitten in een tijd voor vrij radicale gedachten en het zijn toch vrij weldenkende mensen die met deze radicale plannen komen!"

    Chinese yuan als wereldreservemunt?

    Maarten van Schinkel verwacht niet dat de wereld zal overstappen op de Chinese yuan als de nieuwe wereldreservemunt.

    "Het hebben van de wereldreservemunt heeft enorme voordelen. Ik kan me niet voorstellen dat in een multipolair systeem waar we nu naar toe gaan, dat regeringen dat privilege of het uitzicht op dat privelege zullen opgeven. Het zou kunnen werken dat je betaalt in een gemeenschappelijke munt, dat kan volatiliteit wegnemen.... Maar het is gewoon machtspolitiek. Chinezen zijn voor de SDR zo lang ze achterlopen, zodra ze voor beginnen te lopen zijn ze niet voor de SDR."

    Wordt China ooit een leidende macht?

    "Dat is zo ver vooruit gedacht... China is Amerika al voorbij in de omvang van de economie, gecorrigeerd voor koopkrachtverschil. In nominale termen gaan ze ergens in 2025 de Verenigde Staten voorbij. Maar dan verplaatst het toneel zich naar de geopolitiek, daar worden dit soort dingen ook beslist. Het is altijd een samenspel van economische macht en geopolitieke toepassing van die macht."

    Waarom koopt China goud?

    In de laatste minuten van het gesprek wordt ook het thema goud aangehaald. Op de vraag waarom China zoveel goud koopt zegt van Schinkel het volgende. Hij merkt daarbij op dat hij zich minder verdiept heeft in dit onderwerp.

    "Het zou kunnen zijn om een beleggingsmix van deviezenreserves op te bouwen, en daar zit ook goud bij. Ik dicht goud niet de rol toe die het vaak wordt toegedicht."

    Er is volgens van Schinkel al sprake van een normalisering in het financiële systeem. Goud is daarbij meer naar de achtergrond verdwenen en is zich gaan gedragen als een 'normale' asset.

    "Vanaf 1980 tot en met 2000 hadden we een alsmaar dalende inflatie, wat in een later stadium mede ondersteund werd door goedkope arbeid uit lagelonenlanden en door veranderingen in de manier waarop inflatie berekend wordt."

  • ‘Chinese yuan binnenkort opgenomen in SDR’

    De Chinese autoriteiten en het Internationaal Monetair Fonds zijn dicht bij een akkoord over de acceptatie van de Chinese yuan als nieuwe wereldmunt. Dat betekent dat de yuan meer erkenning zal krijgen als handelsmunt en dat deze samen met de dollar, de euro, het Britse pond en de Japanse yen wordt opgenomen in het mandje van valuta waar de SDR door gedekt wordt.

    IMFDe afgelopen tien jaar heeft de Chinese centrale bank stapsgewijs haar financiële markt opengesteld voor het buitenland. Sinds 2005 laat de centrale bank van China de waarde van de munt langzaam stijgen ten opzichte van de dollar en de laatste jaren stimuleert China het gebruik van de yuan in internationale handel door valutaswaps af te sluiten met andere centrale banken en door meer clearing banks te openen buiten de Aziatische regio. Ook heeft China verschillende landen al beperkte toegang gegeven tot de Chinese kapitaalmarkt en laat ze steeds meer buitenlandse banken toe op de binnenlandse markt.

  • Centrale banken bespreken goud en Chinese yuan

    Dit artikel verscheen eerder op Doijer & Kalff.

    Vandaag komen centrale bankiers en vertegenwoordigers van een aantal andere instanties bijeen in Washington om te praten over goud, de Chinese yuan en het systeem van verschillende valuta. Dat schrijft GATA consultant Ronan Manly op basis van verschillende documenten die hij wist op te sporen.

    De bijeenkomst wordt georganiseerd door de World Gold Council en het Official Monetary and Financial Institutions Forum (OMFIF) en duurt van vrijdag tot en met zondag. Het is een besloten bijeenkomst waar alleen op uitnodiging mensen bij aanwezig mogen zijn.

    Besloten bijeenkomst

    Deelnemers kunnen vrijuit spreken. Men past de zogeheten Chatham House Rule aan, wat betekent dat de aanwezigen alle informatie die ze ontvangen vrij mogen gebruiken, maar dat de identiteit van sprekers en deelnemers niet onthuld mogen worden. Daardoor kunnen centrale bankiers meer zeggen dan ze zouden doen in de aanwezigheid van camera's en pers. Door het besloten en geheimzinnige karakter van de bijeenkomst is het niet vreemd dat er zo weinig aandacht aan wordt geschonken door de reguliere media. Het is begrijpelijk dat centrale banken op discrete wijze met elkaar in gesprek willen tijdens een bijeenkomst als deze. We weten maar al te goed hoeveel invloed zij hebben op de financiële markten en op de goudkoers.

    brics-meetingBRICS

    Donderdag kwamen de ministers van Financiën en centrale bankiers van de BRICS-landen al bijeen in Washington om de laatste voorbereidingen te treffen voor de nieuwe BRICS Development Bank, een nieuw instituut dat met een reserve van $100 miljard hulp kan geven aan landen die in de problemen komen. Het zal geen toeval zijn dat deze ontmoeting zo vlak voor het topoverleg van aankomend weekend is ingepland.

    OMFIF

    Twee jaar geleden publiceerde het OMFIF een rapport over goud, de renminbi en het internationale monetaire systeem met verschillende valuta. Het rapport beschrijft de opkomst van de euro en de Chinese yuan als alternatieve wereldmunten naast de Amerikaanse dollar. Dat terwijl het wereldwijde monetaire systeem nog steeds de dollar als uitgangspunt neemt. In het voorwoord van dat rapport schrijft Meghnad Desai, voorzitter van het OMFIF, dat goud voor het eerst sinds lange tijd weer gereed is richting het midden van ons internationale monetaire systeem te bewegen. Is dat de onvermijdelijke uitkomst waar de wereld al sinds het uiteenvallen van het Bretton Woods systeem in 1971 op wacht? We blijven de ontwikkelingen in de gaten houden!

    omfif-logo

  • IMF garandeert positieve rente SDR

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft een ondergrens gesteld aan de rente die geeft op de SDR, haar eigen internationale munteenheid. De reden daarvoor is de alsmaar dalende rente sinds het begin van de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie. Het IMF baseert haar eigen rentetarief op de rente in dollars, euro’s, yen en in Britse ponden en voegt daar een correctie aan toe voor de kosten die het fonds maakt voor de noodleningen die verstrekt zijn aan probleemlanden, zoals Griekenland. Door de daling van de rente in de Eurozone en door het grootschalige monetaire stimuleringsprogramma van de Bank of Japan dreigde ook de rente op de SDR onder nul te duiken. Dat zou betekenen dat alle landen die SDR’s aanhouden als reserve daar jaarlijks rente over moeten betalen en dat het daardoor minder interessant is om deze vorm van reserves aan te houden.

    Volgens het IMF brengt een negatieve rente op de SDR ook praktische problemen met zich mee. Zo heeft het fonds helemaal geen wettelijke basis om rente te vragen aan haar crediteuren. Ook zou een negatieve rente het bestaansrecht van de valuta ondermijnen, omdat het voor landen dan helemaal niet zinvol meer is de SDR als reserve aan te houden. Een derde probleem is dat een negatieve rente geen ruimte meer laat om verliezen op te vangen wanneer een land haar lening aan het IMF niet terug kan betalen. Normaal gesproken worden dergelijke verliezen ingehouden op de rente die landen ontvangen over hun SDR’s. Bij een negatieve rente zou dat niet mogelijk zijn.

     

    Geen negatieve rente

    Volgens de meest recente berekeningen van het IMF zou de rente voor de SDR momenteel 0,031% moeten bedragen. Dat percentage komt tot stand door een euro rente van -0,02%, een rente van -0,01% in Japanse yen, een dollarrente van +0,01% en een rente van +0,05% in Britse ponden. Deze rente wordt dus vervangen door het afgesproken minimum van 0,05%. Mocht de rente in de genoemde valuta weer stijgen, dan stijgt ook de rente op de SDR natuurlijk mee. Deze nieuwe maatregel van het IMF is enkel bedoeld om te voorkomen dat de SDR rente in negatief terrein terechtkomt. Bron: Financial Times

    IMF

    IMF garandeert positieve rente voor de SDR