Willem Middelkoop hield eind vorig jaar bij RTL-Z opnieuw een pleidooi voor beleggen in zilver. Volgens hem is het nog steeds erg interessant om zilver te kopen, omdat de wereldwijde vraag naar het edelmetaal al jaren groter is dan de productie van zilvermijnen en omdat de bovengrondse publieke zilvervoorraden de afgelopen decennia steeds verder zijn afgebouwd. In de jaren zestig waarschuwde de Amerikaanse president Lyndon Johnson voor een wereldwijd tekort aan zilver, wat voor verschillende landen reden was om zilveren muntgeld uit omloop te halen en te vervangen door munten van basismetalen als koper, nikkel en zink.
Zilver kreeg steeds meer industriële toepassingen en daarom besloten verschillende overheden hun ongebruikte zilvervoorraden op de markt te brengen. Doordat er zoveel zilver op de markt kwam bleef de prijs van het edelmetaal onder druk staan, maar dat kan volgens Middelkoop niet voor altijd doorgaan. In de volgende video legt hij in een minuut uit waarom beleggen in zilver volgens hem nog steeds erg interessant is. Aansluitend gaat hij in debat met analisten Corné van Zeijl en Valentijn van Nieuwenhuizen, die minder enthousiast zijn over het edelmetaal.
In 2012 publiceerde de Federal Deposit Insurance Corporation, het Amerikaanse depositogarantiestelsel, een nieuw voorstel om fysiek goud net als staatsobligaties als risicovrij bezit op de bankbalans te plaatsen. Ook in dit document van de Bank for International Settlements lezen we dat banken het edelmetaal tegen 0% risicoweging op hun balans mogen zetten. Dat is opmerkelijk, omdat veel toezichthouders goud kopen nog steeds als een zeer risicovolle belegging zien.
In een lezing voor de Empire Club of Canada bespreekt goudkenner Nick Barisheff deze paradox en blikt hij vooruit op de nieuwste trends in de wereldwijde goudmarkt. Hij verwacht dat nieuwe grootmachten als China en Rusland meer invloed zullen krijgen op de olieprijs en de goudprijs, zeker wanneer China besluit olie in yuan af te rekenen. Dat zou een zeer negatieve impact kunnen hebben op de dollar als wereldreservemunt en een zeer positieve invloed op de goudprijs.
Het opkoopprogramma van de ECB heeft niet gezorgd voor hogere economische groei in de Eurozone of voor een hogere inflatie, maar wel voor een stijging van de koersen van obligaties en aandelen. Daarmee heeft het stimuleringsprogramma van de centrale bank per saldo weinig opgeleverd voor de reële economie, maar heeft het wel een groot effect gehad op de financiële economie. Dat zegt Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële economie, in een interview bij de Tilburg University.
Volgens hem hebben vooral de partijen die staatsobligaties kopen hier last van, omdat de prijzen van de obligaties verstoord zijn door een kapitaalmarktrente die kunstmatig verstoord is door de ECB. Nu de centrale bank heeft aangekondigd dat ze haar opkoopprogramma heel geleidelijk zal afbouwen moeten de financiële markten er ook rekening mee houden dat de prijzen van de obligaties weer terug naar de marktprijs zullen bewegen. En dat is een risico, omdat het vooruitzicht van dalende koersen beleggers ervan kan weerhouden om nu obligaties te kopen.
Stimuleringsprogramma ECB overbodig
Volgens Eijffinger had de ECB nooit moeten beginnen met dit stimuleringsprogramma, omdat de economie toch al aan een herstel bezig was en het opkopen van obligaties niet het gewenste effect heeft opgeleverd. Hij merkt op dat de verkiezing van Trump eind vorig jaar veel meer heeft gedaan voor de aandelenmarkt dan het hele opkoopprogramma.
Het ergste is nog dat de ECB haar mandaat heeft overschreden, omdat ze met het opkopen van staatsleningen in het domein van monetaire financiering van overheidstekorten terecht is gekomen. Dat is volgens het Verdrag van Maastricht ten strengste verboden. Daarmee heeft de centrale bank haar eigen geloofwaardigheid en reputatie als onafhankelijke centrale bank ondergraven, aldus de hoogleraar van de Tilburg University.
Geen haast
De ECB lijkt weinig gemotiveerd om het opkoopprogramma snel af te bouwen, zelfs nu de economie in de Eurozone indrukwekkende groeicijfers kan zien. Volgens Eijffinger is dat niet vreemd, omdat ook de centrale bank wel weet dat de prijzen van obligaties en aandelen een flinke klap naar beneden zullen maken op het moment dat ze het stimuleringsprogramma beëindigt. Dat wil niemand meemaken, inclusief de centrale bank zelf niet. Die heeft tenslotte voor een paar duizend miljard aan obligaties op haar balans staan, die ook in waarde zullen dalen bij het stopzetten van het opkoopprogramma en bij een eventuele verhoging van de rente.
Volgens de Russische president Poetin hanteert het Westen dubbele standaarden ten aanzien van Catalonië. Veel Europese landen spraken zich uit tegen de onafhankelijkheid van de Spaanse regio, terwijl ze in het verleden wel onvoorwaardelijke steun aan hun Amerikaanse bondgenoot gaven voor de afscheiding van Kosovo. En toen de bevolking van de Krim in 2014 besloot om zich via een referendum aan te sluiten bij Rusland werd dat door het Westen ook sterk veroordeeld.
Volgens Poetin hebben de dubbele standaarden van het Westen een situatie gecreëerd die gevaarlijk is voor de stabiele ontwikkeling van Europa en van het wereldwijde integratieproces. Hieronder een fragment uit de toespraak die Poetin eerder deze maand hield tijdens de jaarlijkse Valdai bijeenkomst. Maakt Poetin hier een terechte opmerking of zijn de verschillende situaties niet met elkaar te vergelijken?
Vladimir Poetin: “De situatie in Spanje laat duidelijk zien hoe kwetsbaar de stabiliteit kan zijn, zelfs in een welvarende en gevestigde staat. Wie had kunnen verwachten dat recent de discussie over de status van Catalonië, waar een lange geschiedenis aan vooraf gaat, op een acute politieke crisis zou uitlopen?
De positie van Rusland hierin is bekend. Alles wat daar gebeurt is een interne kwestie voor Spanje die moet worden opgelost op basis van de Spaanse wet en conform de democratische tradities. We zijn ons ervan bewust dat de regering van het land stappen zet in die richting. In het geval van Catalonië zagen we hoe de Europese Unie en een aantal andere staten de voorstanders van de onafhankelijkheid veroordeelden.
Weet je, ten aanzien van dit onderwerp kan ik niet anders dan constateren dat hier veel eerder over nagedacht had moeten worden. Was niemand op de hoogte van deze eeuwenoude meningsverschillen in Europa? Die waren er al, nietwaar? Natuurlijk waren die er. Echter, op een zeker moment verwelkomden ze het uiteenvallen van een aantal staten in Europa zonder hun vreugde te verbergen.
Waarom waren ze zo onbedachtzaam, zo gedreven door politieke overwegingen en hun wens om – laat ik het maar simpel zeggen – hun grote broer in Washington te plezieren, door onvoorwaardelijke steun aan te bieden voor de afscheiding van Kosovo, waarmee ze vergelijkbare ontwikkelingen in andere regio’s in Europa en in de rest van de wereld uitlokten?
Misschien kunt u zich nog herinneren dat toen de Krim ook haar onafhankelijkheid verklaarde en dat toen – na het referendum – haar besluit om bij Rusland aan te sluiten, dat om een zekere reden niet verwelkomd werd. En nu hebben we Catalonië. En er is een vergelijkbare kwestie in een andere regio, Koerdistan. Waarschijnlijk is deze lijst verre van volledig, maar we moeten onszelf de vraag stellen: Wat gaan we eraan doen? Wat moeten we ervan denken?
Nu blijkt dat een aantal van onze collega’s denkt dat er ‘goede’ onafhankelijkheidsstrijders zijn die voor vrijheid vechten en dat er ‘separatisten’ zijn die niet het recht hebben om hun belangen te verdedigen. Zelfs niet met het gebruik van democratische middelen. Zoals we altijd zeggen in vergelijkbare gevallen, zulke dubbele standaarden – en dit is daar een levend voorbeeld van – zijn gevaarlijk voor de stabiele ontwikkeling van Europa en van andere continenten en voor de ontwikkeling van het integratieproces wereldwijd.
Op een gegeven moment probeerden de apologeten van globalisering ons ervan te overtuigen dat universele economische afhankelijkheid een garantie was tegen conflicten en geopolitieke rivaliteit. Maar helaas, dat gebeurde niet. Sterker nog, de aard van de tegenstellingen werden steeds ingewikkelder, kregen meerdere lagen en werden niet-lineair. En hoewel wederzijdse verbondenheid een bedwingende en stabiliserende factor is, zien we ook een toenemend aantal voorbeelden waarbij politiek de economische marktrelaties ruw verstoort.”
Dit is een fragment uit de toespraak die Poetin eerder deze maand hield tijdens de jaarlijkse Valdai Discussion Club in Sochi. Klik hier voor de vertaling van de volledige toespraak.
Centrale banken hebben het bezit van goud weten te ontmoedigen door de volatiliteit van de financiële markten te verlagen, maar dat kunnen centrale bank niet eeuwig blijven volhouden. Daarom zal het edelmetaal op termijn terugkeren als een veilige haven en als een hedge tegen risico’s op de financiële markten. Dat zei Mohamed El-Erian, economisch adviseur van verzekeraar Allianz en voormalig beleggingsexperts bij obligatiebelegger Pimco, tijdens het CME Precious Metals Dinner.
Volgens de vermogensbeheerder hebben virtuele munten als Bitcoin een deel van de vraag naar goud uit de markt weggenomen, wat een drukkend effect kan hebben op de goudprijs. Daar staat tegenover dat goud in de toekomst waarschijnlijk weer sterker zal reageren op politieke en geopolitieke schokken dan de afgelopen jaren het geval is geweest.
We hebben het volledige interview voor u uitgeschreven, zie hieronder. Klik op onderstaande afbeelding om het interview op de website van de CME Group te bekijken.
Mohamed El-Erian: “Goud zal terugkeren als veilige haven”
De rol van goud als veilige haven
De rol van goud als veilige haven is ondermijnd door een aantal zaken. Een is tijdelijke, de andere minder. Als eerste is er de rol van centrale banken. Omdat centrale banken de volatiliteit onderdrukken hebben mensen minder behoefte aan een veilige haven. Dus ondanks het feit dat we geopolitieke schokken zien, en een nationale politieke die meer onzeker is, heeft goud niet gereageerd zoals we verwacht hadden. Ik denk dat dat op termijn zal veranderen. Centrale banken kunnen niet voor eeuwig de volatiliteit op de financiële markten blijven onderdrukken. Daarom zal goud terugkeren als een veilige haven, als een hedging instrument.
Maar er is een tweede element en dat is de introductie van cryptocurrencies als bitcoin, die een deel van de vraag naar goud heeft weggehaald. Ik denk dat dit op een langere termijn invloed zal hebben en dat het wat tijd zal kosten voordat goud zich daaraan heeft aangepast. Dus ik verwacht dat het edelmetaal meer gevoelig wordt voor geopolitieke ontwikkelingen, maar dat het minder zal zijn dan wat het in het verleden ooit geweest is.
Centrale banken en grondstoffen
Grondstoffen profiteren in het algemeen minder van de invloed van centrale banken, omdat centrale banken deze grondstoffen niet op grote schaal kopen. De beleggingscategorie die het meest profiteert zijn natuurlijk de vastrentende obligaties, omdat dat is wat centrale banken kopen. En dat is waarom mensen zeer verrast zijn dat de rente zo laag is gebleven en de obligatiekoers zo hoog, maar dat is simpelweg het gevolg van het feit dat er een betrouwbare koper in de markt is. En ze kopen heel erg veel, de ECB en de Bank of Japan kopen samen voor meer dan $100 miljard per maand.
De volgende beleggingscategorie die beïnvloedt zal worden zijn aandelen. Waarom? Omdat men de neiging heeft aandelen te zien als een substituut voor obligaties. En als de prijs van obligaties hoger wordt en de rente daalt, dan is de beloning minder en gaat men richting aandelen. Grondstoffen zitten verderop in de keten, die worden minder beïnvloed door de liquiditeit van centrale bank dan andere beleggingscategorieën.
Goud en de 10-jaars obligatierente
De relatie tussen goud en de 10-jaars obligatie is absoluut veranderd. En waarom is die veranderd? Door centrale banken. Wanneer centrale banken bepaalde activa kopen, dan hebben de financiële markten de neiging om datzelfde te doen (front-running). Daardoor is de rente extreem laag en ongelooflijk stabiel, ondanks alles wat er gaande is.
Als je de hoogte van de Amerikaanse 10-jaars rente wilt verklaren, dan moet je naar Europa kijken. Waarom Europa? Omdat de ECB iedere maand €60 miljard opkoopt. Als je belegt in Europese obligaties en je daar bijna geen rente meer over krijgt of zelfs rente moet betalen, dan ga je verder kijken. Dan ga je naar de VS. Dus Europa lijkt de rente in de VS omlaag te drukken en dat is een functie die de relatie tussen goud en de 10-jaars obligatie compleet heeft veranderd.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Er is vandaag de dag veel kritiek op de berichtgeving in de zogeheten ‘mainstream media’, de gevestigde namen in de wereld van kranten, radio en televisie. Dankzij het internet en burgerjournalistiek via social media wordt steeds duidelijker dat er ook een andere kant is van het journaal en dat de waarheid soms (of vaak) heel anders is dan wat de kranten en het journaal ons doen geloven.
Kenmerkend voor deze trend is dat er de laatste tijd veel meer boeken over dit onderwerp verschijnen. Zo bracht uitgeverij De Blauwe Tijger een Nederlandse vertaling uit van het boek ‘Gekochte Journalisten’ van Udo Ulfkotte en kwam Arnold Karskens met een boek van gelijke strekking, getiteld ‘Journalist te Koop’. Ook Janneke Monshouwer, die ruim dertig bij de publieke omroep werkte, deed letterlijk een boekje open met de publicatie van Ander Nieuws.
In deze video van Studium Generale bespreken Janneke Monshouwer en emeritus hoogleraar Internationale Communicatie Cees Hamelink aan de hand van een aantal videofragmenten hoe de media nieuwsfeiten brengen en ook wat ze niet vertellen.
Sinds het uitbreken van de crisis hebben centrale banken de rente extreem verlaagd en hebben ze voor miljarden aan nieuw geld in de economie gepompt. Door dat beleid zijn de aandelenkoersen en huizenprijzen naar recordhoogte gestegen, maar is tegelijkertijd de spaarrente naar een historisch dieptepunt gedaald.
Wat moeten spaarders doen met hun geld, nu sparen bij de bank vrijwel niets meer oplevert? Kunnen ze hun geld beter beleggen in aandelen of is dat te riskant? En is het een goed idee om je geld van de bank te halen of goud te kopen? Deutsche Welle maakte onlangs een nieuwe documentaire over de gevolgen van de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig.
De ECB maakt vanmiddag om 14:00 haar rentebesluit bekend en zal een half uur later een toelichting geven tijdens de persconferentie. De financiële markten hopen dat ECB-president Draghi meer duidelijkheid zal geven over de afbouw van het stimuleringsprogramma.
Een paar weken geleden suggereerde hij tijdens een bijeenkomst in het Portugese Sintra dat de ECB bereid is het omstreden stimuleringsprogramma af te bouwen. Daardoor groeide het vertrouwen in de euro en steeg de waarde van de gemeenschappelijke munt naar het hoogste niveau ten opzichte van de dollar in meer dan een jaar tijd.
Hogere rente
Tegelijkertijd met de euro steeg ook de rente op verschillende Europese staatsobligaties. Zo steeg de rente op Duitse staatsleningen met een looptijd van 10 jaar tot 0,60%, terwijl die een jaar eerder nog tegen een negatieve rente verhandeld werden. Een hogere rente op Europees schuldpapier maakt het voor beleggers aantrekkelijker om vermogen in de euro aan te houden, waardoor de munt in waarde stijgt tegenover de dollar.
Beleggers hebben hoge verwachtingen van het rentebesluit van Draghi. Stelt hij de afbouw van het stimuleringsprogramma toch weer uit, dan kan dat een daling van de euro en van de rente teweeg brengen. In theorie zijn deze factoren positief voor de goudprijs, al bleek de renteverhoging van de Federal Reserve begin dit jaar ook een gunstig effect te hebben op de prijs van het edelmetaal.
De migrantenstroom vanuit Afrika zal niet ophouden voordat de situatie in die landen zelf verbetert, om de simpele reden dat de bevolking daar snel groeit en de economische situatie weinig perspectief biedt op een verbetering van de levensstandaard. Die conclusie trekt onderzoeksjournalist Peter Stuivenberg in een interview met Harry van Bommel voor Café Weltschmerz.
Om die reden moeten we verder kijken dan alleen het huidige immigratiebeleid en ook nadenken over hoe we dit probleem in Europa structureel moeten aanpassen. En dan blijkt dat de Westerse landen ook de hand in eigen boezem moeten steken, omdat ook wij mede verantwoordelijk zijn voor de slechte economische omstandigheden in veel Afrikaanse landen. Stuivenberg noemt bijvoorbeeld de levering van wapens vanuit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, waardoor conflicten veel langer kunnen duren en een veel grotere impact hebben op de veiligheidssituatie.
Ontwikkelingshulp
Een ander probleem is dat de ontwikkelingshulp in veel gevallen niet helpt om landen echt zelfstandig te maken, waardoor ontwikkelingslanden eigenlijk meer een investeringsproject zijn geworden voor Westerse bedrijven. Stuivenberg merkt op dat er in ontwikkelingslanden bijvoorbeeld veel geëxperimenteerd wordt met duurzame en relatief kostbare energiebronnen als zon, wind en water, terwijl er nog niet eens een stabiel energienetwerk is waar bedrijven op kunnen vertrouwen. Daarom zijn er nog steeds op veel plaatsen vervuilende generatoren nodig om de stroomvoorziening te ondersteunen.
Zo lang er nog geen netwerk van goedkope energie is kunnen deze economieën zich niet ontwikkelen, maar dat lijkt ook niet de hoogste prioriteit te hebben bij de Westerse bedrijven die duurzame energieprojecten opstarten. Die zitten daar volgens Stuivenberg vooral om geld te verdienen, terwijl de bevolking eigenlijk meer behoefte heeft aan goedkopere alternatieven als kernenergie of steenkool. Als je op die manier gaat kijken zijn er best veel mogelijkheden om de economie van ontwikkelingslanden echt te ontwikkelen.
Zelfcensuur
Om de migratiestroom en alle problemen die daarbij komen kijken te maskeren wordt er in de Westerse wereld in toenemende mate zelfcensuur toegepast, zo concludeert Stuivenberg. Bepaalde woorden die politiek incorrect zijn verdwijnen uit de vocabulaire en worden vervangen door nieuwe woorden, vergelijkbaar met de ‘Nieuwspraak’ uit het boek 1984 van George Orwell. Ook worden misdaadcijfers sinds enige tijd niet meer volledig openbaar gemaakt, omdat daaruit zou blijken dat migranten bovengemiddeld vaak betrokken zijn bij geweldsdelicten.
Om de oppositie niet in de kaart te spelen probeert de regering dit soort problemen volgens Stuivenberg zoveel mogelijk te verhullen. Veel meer kunnen ze overigens ook niet doen, omdat er binnen de Europese Unie van bovenaf een immigratiebeleid is vastgelegd waar alle landen zich aan moeten houden. De Nederlandse politiek heeft bijna geen andere keuze dan om dit beleid te voort te zetten, ook al is het tegen de wil van een groot deel van de bevolking. Om een ander beleid te kunnen voeren zou Nederland de weg van het Verenigd Koninkrijk moeten volgen, namelijk een vertrek uit de Europese Unie.
Geopolitiek
In de laatste tien minuten van het gesprek worden ook de laatste geopolitieke ontwikkelingen besproken. Daarin zegt Stuivenberg dat de echte bedreiging voor Europa niet uit Rusland komt, maar van terreuraanslagen die van binnenuit worden gepleegd door extremisten. In plaats van Poetin als een bedreiging te zien kunnen we beter met hem samenwerken, omdat dat voor beide partijen beter is.
Ook voor wat betreft de situatie in Syrië is het heel duidelijk wat de belangen zijn, namelijk het transport van aardgas richting Europa. Qatar als Iran delen een groot gasveld en willen beide graag een pijpleiding aanleggen om via Turkije aardgas naar Europa te brengen. Daar heeft ook Turkije belang bij, omdat dat land volgens Stuivenberg een belangrijk knooppunt voor aardgas wil worden voor de hele regio. Tot ongenoegen van olieproducent Saoedi-Arabië, die samen met een aantal andere landen in het Midden-Oosten een boycot heeft opgelegd aan Qatar.
Ondertussen probeert Rusland de integriteit van Syrië te bewaken door het regeringsleger van Assad te steunen, terwijl de Amerikanen de situatie juist willen destabiliseren om te voorkomen dat die gasleiding er komt. De Verenigde Staten produceren immers zelf ook veel aardgas en willen dat graag op de Europese markt brengen.
De conclusie van dit alles is dat Europa uiteindelijk toch aardgas uit Rusland zal krijgen, maar dat er verschillende politieke belangen spelen die een vreedzame oplossing in de weg staan. Daarom zou volgens Stuivenberg niet de politiek, maar de zakenwereld de leidende rol moeten vervullen.
Volgens Draghi is het streven naar een beetje inflatie niet slecht, omdat het de schuldenaren bevoordeelt ten opzichte van de spaarders. Op die manier levert de centrale bank naar eigen zeggen een bijdrage aan het verkleinen van de vermogensongelijkheid. Hij deed deze uitspraken bij de Universiteit van Lissabon, waar hij verschillende vragen van studenten beantwoordde. Onder de video staan de belangrijkste vragen uitgewerkt.
Waarom is de ECB niet tegelijkertijd met de Fed begonnen met QE?
Dit is geen makkelijke vraag om te beantwoorden. Mijn antwoord is daarom wat langer dan we allebei zouden willen.
Er zijn veel verschillen tussen de VS en de Eurozone en in de manier waarop de crisis zich in verschillende delen van de wereld ontwikkelde. Eind 2007 begon de sub-prime crisis. De ECB en de Fed reageerden toen op dezelfde manier, namelijk met een sterke uitbreiding van de beschikbare liquiditeit. Maar we ontdekten al snel dat dat nog maar het begin van de crisis was. Een jaar lang gebeurde er niks, totdat in 2009 de grote bail-outs kwamen in de VS en we realiseerden dat de giftige leningen ook veel banken in Europa hadden besmet.
De val van Lehman Brothers was een keerpunt. De VS is anders dan de Eurozone in de zin dat de financiering grotendeels marktgebaseerd is. De Eurozone is een bank-gebaseerde economie, waar 80% van de financiering via banken gaat. In de VS is dat slechts 30%. Dit is het eerste grote verschil tussen beide situaties.
De Fed bracht de rente naar nul en begon met QE, omdat er geen andere instrumenten meer over waren. De negatieve effecten bleven zich in die tijd ontwikkelen in de VS. In de Eurozone gebeurde wat anders. De toename van onzekerheid raakte overheden die niet voorbereid waren. Die werden gekenmerkt door hoge schuldniveaus, weinig hervormingen, zwakke budgetten… zo veranderde de crisis in een crisis in staatsobligaties.
In 2010 gebeurde er iets wat alles veranderde. We waren gewend dat staatsobligaties risicovrij waren. Alle andere theorieën waren op deze aanname gebaseerd. In 2010 bleken staatsobligaties opeens niet meer risicovrij, waardoor het hele plaatje van risico’s veranderde in de Eurozone. Veel van onze banken hadden veel staatsobligaties op hun balans, waardoor de crisis evolueerde in een bankencrisis. Daarom begon de ECB in 2010 met een gereduceerde versie van QE, namelijk het SMP programma. Daarmee probeerden we de obligatiemarkt te ondersteunen om die grote veranderingen in rente en obligatiekoersen op te vangen.
In 2011 daalde de liquiditeit in het bankwezen substantieel, waardoor de ECB besloot LTRO te starten. Dat was onbeperkte liquiditeit voor banken tegen een zeer gunstige condities en voor een ongekend lange termijn van vier jaar. Iedereen dacht dat daarmee de banken voldoende ondersteund waren en dat daarmee grootschalige falen van banken voorkomen kon worden.
Dat werkte ook een paar maanden, maar toen kwam de obligatiecrisis over en begonnen we met OMT. Dat programma had in omvang veel groter kunnen zijn, maar dat was het niet omdat de markt had ingezien dat er niet langer een risico bestond dat de euro zou omvallen. Toen verbeterden de marktomstandigheden substantieel. Sindsdien zijn er 2 miljoen nieuwe banen gecreëerd in de Eurozone. Het herstel was op dat moment al begonnen, langzaam maar constant.
Toen die bankencrisis was gaan liggen en de fragmentatie in Europa verminderde zagen we een nieuw risico van deflatie. En dat is waarom de ECB net als de Fed begon met QE. De les is dat beide instituten op verschillende manieren reageerden op verschillende omstandigheden.
Bij de Federal Reserve – in een marktgebaseerde economie – greep men in via de open markt, namelijk met het opkopen van staatsobligaties en het verstrekken van liquiditeit of met het verkopen van staatsobligaties en het terughalen van liquiditeit. Bij de ECB – actief in een bankgebaseerde economie – ging dat via de banken. Beide instituten hebben gedurende de crisis hun beleid veranderd. De Fed schakelde meer over op herfinancieringen, terwijl de ECB begon met het opkopen van obligaties. De ECB introduceerde daarnaast ook een ander instrument, namelijk negatieve rente. Daar moet ik het voor dit moment bij laten…
Kan inkomensongelijkheid een bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit?
Door globalisering en wereldwijde concurrentie en verspreiding van technologie is er ongekend veel welvaart gecreëerd, maar tegelijkertijd is er ook een grote groep mensen die niet (voldoende) profiteert van deze verbeteringen. Deze mensen delen niet mee, kunnen bijvoorbeeld geen auto of huis kopen. Dat is inderdaad niet goed voor de financiële stabiliteit en de samenleving.
Wat kan de ECB daaraan doen? Volgens Draghi is het goed om een beetje inflatie na te streven, omdat dat gunstiger is voor de schuldenaren dan voor de spaarders. Daarmee wordt de ongelijkheid verzacht. Daar komt bij dat de jonge generatie vaak de schuldenaren zijn, terwijl de oudere generatie over het algemeen besparingen hebben.
De belangrijkste veroorzaker van ongelijkheid is werkloosheid. Juist dat is belangrijk om aan te pakken, bijvoorbeeld met investeringen in onderwijs en technologische kennis. Maar het is niet de taak voor mij als gouverneur van de centrale banken om te beslissen welk beleid men zou moeten voeren.
Doet de ECB voldoende om te voorkomen dat baantjes naar elkaar toegespeeld worden?
Centrale banken hebben vertrouwen nodig en om dat vertrouwen te winnen moeten ze duidelijk communiceren en verantwoording afleggen. Daar hebben alle centrale banken verbetering in aangebracht, niet alleen de ECB. Tot midden jaren negentig veranderde de Federal Reserve de rente zonder daar iemand over te informeren. Mensen moesten daar via de markt maar achter zien te komen.
De ECB is van begin af aan al opgezet vanuit het idee van transparantie. Denk aan de persconferenties na elk rentebesluit, interviews, verhoren en onderzoeken. We gaan door met deze traditie en breiden dit zelfs uit. Ook deze bijeenkomst bijvoorbeeld, alles wordt uitgezonden. Dat is allemaal heel transparant.
Voor wat betreft belangenverstrengeling. Sinds 2015 geven we inzicht in wat we bespreken. Mijn dagboeken en de ontmoetingen die wij hebben worden ook met enige regelmatig gepubliceerd. Ook wijzen we heel veel uitnodigingen af, omdat die van buitenaf gezien kunnen worden als een vorm van belangenverstrengeling of die afwijken van datgene wat mensen van een centrale bank verwachten. Ik denk dus dat we het oké doen, al kan het natuurlijk altijd beter. We leren van kritiek en passen onze procedures aan als we vinden dat de kritiek terecht is.
Maakt de lage rente het voor millennials niet onmogelijk vermogen op te bouwen?
Als eerste is het de vraag over welke millennials het gaat. Diegene die dankzij het beleid van de ECB een baan hebben kunnen vinden zullen waarschijnlijk blij zijn met dit beleid. Er zijn ook millennials die geld sparen of die ouders hebben die geld hebben.
Ik heb het al vaak gezegd en zal het nog eens herhalen, besparingen komen van groei. Als er geen groei is zijn er ook geen besparingen. De rente moet op dit moment wel laag zijn om groei te krijgen. Wanneer die groei eenmaal komt en de inflatie richting de doelstelling gaat zal de rente ook toenemen en krijgen spaarders hun rendement. Maar als we de rente op het verkeerde moment verhogen krijgen we een recessie en daar wordt niemand beter van. Spaarders en schuldenaren niet.
Millennials zijn vaak nog te jong om een huis te kopen, maar voor de iets oudere groep is de lage rente gunstig voor de hypotheek. We moeten dus geduldig zijn, de rente zal op termijn wel weer herstellen.
Zie je de lage productiviteitsgroei van de laatste jaren als een korte termijn fenomeen of een langere trend?
Dat is een lastige vraag waar veel verschillende visies op zijn. De cyclische daling van de economische productiviteit begon al ruim voor de grote financiële crisis. Tijdens de crisis daalde de kredietverlening en de investeringen en daalden ook de verwachtingen ten aanzien van de economische groei. Maar ook belangrijk voor productiviteitsgroei is een optimale verspreiding van nieuwe technologieën.
Gaat de ECB meer investeren in fintech?
De ECB ondersteunt fintech. We zijn het afgelopen anderhalf jaar met verschillende projecten begonnen. De meest recente is instant payment, een technologie waarmee iedereen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar direct betalingen kan doen. Ook ondersteunen we de distributed ledger technologie, een zeer belangrijke ontwikkeling waarmee je informatie op decentrale manier kunt opslaan.
We besteden hier om verschillende redenen veel aandacht aan. Ten eerste omdat ze het financiële systeem kunnen versterken tegen cyberaanvallen. De andere reden is dat cybermisdaad een grote dreiging is voor financiële stabiliteit en dat toezichthouders hier meer en meer op zullen gaan inspelen. Daar is tijdens de laatste G7 top ook veel over gesproken.
De afgelopen tien jaar heeft Portugal bijna €10 miljard aan bail-outs verstrekt. Wat is er de laatste jaren gedaan om te voorkomen dat er weer belastinggeld naar banken gaat?
In het verleden werd er inderdaad belastinggeld gebruikt om aandeelhouders, obligatiehouders en spaarders van banken te compenseren. In reactie op deze ontwikkeling heeft de Europese Unie de Banking Resolution aangenomen, waarmee het veel moeilijker is geworden om voor een bail-out in aanmerking te komen.
Als er weer een nieuwe bankencrisis komt zal eerst worden gekeken naar de bail-in van aandeelhouders en bepaalde categorieën van obligatiehouders. Als dat niet genoeg is zal dat worden aangevuld met een speciaal fonds. Het doel van de bail-in is dat het gebruik van belastinggeld wordt geminimaliseerd, maar dat tegelijkertijd ook wordt voorkomen dat activiteiten van banken worden stopgezet, met alle verliezen die daaruit voortkomen.
Het is nog te vroeg om te zeggen dat er niet meer belastinggeld naar het redden van banken gaat. Banken moeten nu meer middelen opzij zetten om toekomstige verliezen op te vangen.
Hoe kan de ECB beleid voeren als de lidstaten allemaal in een andere fase van de economische cyclus zitten en om die reden allemaal misschien een ander beleid nodig hebben?
We hebben niet allemaal verschillende landen, maar één Eurozone. Ons beleid is voor de hele Eurozone. Om een meer inhoudelijk antwoord te geven, laat mij eens de vergelijking maken met de Verenigde Staten. In de VS heb je verschillende staten die allemaal op verschillende snelheden werken. Dat veroorzaakt misschien onbalans, maar dat wordt verzacht via de landelijke begroting. Er zijn dus geldstromen tussen verschillende delen van de Verenigde Staten om te compenseren voor mogelijke onbalans van een verschillende snelheid.
De Eurozone is geen transferunie, dat is wat het Verdrag van Maastricht ook zegt. Wij hebben dus geen federaal budget. Wel hebben we andere manieren om te compenseren voor landen die op verschillende snelheden werken. Dat is waarom convergentie in de Eurozone essentieel is. Ik denk dat we daarin grote vooruitgang hebben geboekt sinds het verdrag van Maastricht.
Cijfers op dat gebied lieten onlangs zien dat de mate van divergentie tussen landen, gemeten als de toegevoegde waarde per land, op een historisch dieptepunt staat. Die verschillen staan op het laagste niveau sinds 1997. Dat betekent dat inspanningen richting convergentie geleverd worden.
Ook op het gebied van beleid is er convergentie, zoals het doorvoeren van hervormingen en het overeenstemmen van beleid dat bewezen heeft het beste te werken. Dat is erg belangrijk voor de weerbaarheid van de monetaire unie. Convergentie is een van de twee pilaren waarop de monetaire unie gebouwd is. De andere pilaar is vertrouwen. Wat we op dit moment doen is convergentie versterken en het vertrouwen repareren en versterken.
Karel van Wolferen was onlangs weer te gast bij Café Weltschmerz. In een gesprek met Laszlo Maracz praat hij ons bij over de laatste politieke en geopolitieke ontwikkelingen in de wereld. Hieronder de hoofdlijnen, scroll verder naar beneden voor het hele interview.
Over Trump
Van Wolferen merkt in het gesprek op dat het niet de bewijzen tegen Trump zijn die zich opstapelen, maar de voortdurende verdachtmaking en herhaling van vermeende banden die hij zou hebben met Rusland. Door voortdurend deze onbewezen verdachtmaking te herhalen ga je vanzelf denken dat Trump werkelijk iets misdaan heeft, terwijl daar helemaal geen bewijs voor geleverd is.
Over de rol van Europa
In het gesprek praten Karel van Wolferen en interview Laszlo Maracz ook over de evoluerende rol van Europa, dat langzaam maar zeker probeert los te komen van de Amerikaanse invloedssfeer. Van Wolferen haalt recente uitspraken van de Duitse bondskanselier Merkel aan, die gezegd heeft dat Europa op eigen benen moet staan en minder afhankelijk moet worden van de Verenigde Staten.
Over Hongarije
Laszlo Maracz vertelt in het interview over alle ontwikkelingen in Hongarije sinds het aantreden van president Orban, een man die zich sterk verzet tegen de neoliberale invloeden uit het Westen. Een man die onder de eigen bevolking veel steun geniet, maar die in de Westerse media juist zeer bekritiseerd wordt. Maracz wijst daarbij op een recent artikel in de Washington Post, waarin werd opgeroepen tot een kleurenrevolutie in Hongarije.
Over de media
Beide heren praten ook over de verschraling van het medialandschap, waarin er steeds minder redacties zijn die zelf het controlerende werk kunnen doen. Ook zijn het vaak jonge mensen die minder kennis hebben van de geschiedenis.
Doordat er steeds minder verdiend kan worden in de journalistiek worden journalisten volgens Van Wolferen vatbaar voor extra bijverdiensten via de Atlantische Commissie, waar ze opdracht krijgen om op een bepaalde manier over zaken te gaan schrijven. Dat verklaart waarom sommige protesten breed worden uitgemeten in de media, terwijl beelden die het tegendeel bewijzen niet getoond worden. Daardoor krijgen we volgens hem geen goed beeld van de realiteit.
Over de MH17
Volgens Karel van Wolferen is het heel duidelijk dat de MH17 is neergehaald door de Oekraïense regering en dat het duidelijk is dat dat door een gevechtsvliegtuig is gedaan. Daarom is het erg opvallend dat onlangs bekend is geworden dat de Oekraïense geheime dienst bewijsmateriaal met betrekking tot het ongeluk met de MH17 heeft uitgewist.
Van Wolferen denkt dat het slechts een kwestie van tijd is voordat deze doofpotaffaire uitkomt, maar dat dergelijke berichtgeving toch niet snel zijn weg naar de mainstream media zal vinden. De reden daarvoor is dat zelfs de Nederlandse inlichtingendienst volgens Van Wolferen niet geheel onafhankelijk kan opereren.