Auteur: Cor Wijtvliet

  • Internationale handelsverdragen schaden de welvaart

    In 2013 startten vertegenwoordigers van de EU en de VS gesprekken over een Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Het verdrag moest uitdrukking geven aan de werkelijkheid van een wereldeconomie die steeds meer gebaseerd is op wereldwijde dienstverlening. TTIP zou voor miljoenen nieuwe banen zorgen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Het verdrag zou de economie in beide werelddelen een impuls geven en dat zou goed van pas komen. De economische groei stagneert alweer een reeks van jaren en kan goed een impuls gebruiken. Voor beleidsmakers aan beide zijden van de Oceaan was het TTIP bijna een visioen.

    Na drie jaar van heimelijk onderhandelen achter gesloten deuren, lijkt het erop dat het TTIP gewoon bij het oud vuil zal belanden. Het TTIP lijkt slachtoffer te worden van de groeiende politieke onrust, wantrouwen en woede in zowel de VS als de EU, die zich vooral richt op de zittende politieke en economische elite. Die zijn de hoofdschuldigen van de groeiende ongelijkheid in westerse landen als gevolg van het proces van globalisering.

    Het zou zomaar kunnen dat die woede minder is gebaseerd is op onderbuikgevoelens, zoals de meeste media suggereren, maar op harde feiten. Het zou zo maar kunnen dat het proces van globalisering veel meer schade heeft aangericht, dan beleidsbepalers steeds maar weer beweerd hebben. De teloorgang van de Amerikaanse industrie kan daarbij als voorbeeld dienen.

    ttip

    “Internationale handelsverdragen schaden de welvaart”

    Globalisering

    Het proces van globalisering begon op gang te komen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Tot dan toe verhoogde de industrie op de gebruikelijke manier de winstgevendheid door kapitaalsinvesteringen. Vanaf dat decennium startte echter een proces waarbij de productie volledig naar het buitenland verplaatst werd. Dat was de kortste weg naar winstmaximalisatie. De cijfers zijn onthutsend. In 1970 droeg de industrie 20% bij aan de werkgelegenheid. Vandaag de dag is dat nog amper 8%. Alleen al sinds 2000 zijn er in de VS vijf miljoen banen in de industrie verloren gegaan en dat is niet alleen te wijten aan de voortschrijdende automatisering en robotisering. Ondanks dat is de industrie in landen als Duitsland en Japan nog steeds goed voor respectievelijk 20% en 17% van de werkgelegenheid.

    De versmalling van de industriële basis in de VS gaat gepaard met een daling van de productiviteit. In de jaren zeventig groeiden de unit labour costs met maar liefst 6,8% om in het daarop volgend decennium terug te zakken naar 3,6%. Aan het begin van deze week beliep de groei een magere 1,2%. De dalende productiviteit ging gepaard met een explosie van investeringen buiten de VS. Die bedragen nu een verbluffende $4 biljoen tegen amper
    $100 miljoen in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

    Het gaat echter te ver om die explosie aan buitenlandse investeringen puur en alleen toe te schrijven aan het proces van industriële offshoring. Wel kan aangetoond worden, dat de val in industriële werkgelegenheid, daling van de productiviteit en stagnerende economische groei en loonontwikkeling mede het gevolg zijn van krakkemikkige handelsverdragen en een onmogelijkheid van valutaire aanpassingen waardoor scheve handelsverhoudingen weer in evenwicht konden komen.




    Handelsverdragen

    Recente studies van bijvoorbeeld de Fed en Yale School of Management tonen aan dat het verlies van 18% van de industriële banen tussen 2001 en 2018 grotendeels is toe te schrijven aan de beslissing van president Clinton om de handelsrelaties met China te normaliseren. Dat mondde uit in wat heet the 'China Trade Shock'. Het waren de Amerikaanse werknemers en meer in het algemeen de Amerikaanse economie die de rekening betaalden van deze fatale beslissing. De les luidt dat exporten banen creëren, maar op de wat langere termijn gaat het om de netto-exporten. Landen als de VS en het Europese continent hebben sinds jaar en dag een handelstekort ten opzichte van China. Dat laatste land weigert echter zijn valuta te laten zweven, waardoor aanpassingen in de handel slechts beperkt mogelijk zijn. Die aanpassingen gebeuren dus niet en dat vertaalt zich uiteindelijk dat in een versnelde offshoring, stagnerende economische groei en stagnerende economie. Nu deze feiten meer en meer naar buiten komen, is de groeiende weerzin tegen handelsverdragen goed te begrijpen en goed te duiden. Het maakt ook duidelijk waarom Donald Trump zo populair is. Zowel het Democratische als het Republikeinse establishment hebben zich steeds vierkant geschaard achter deze allesomvattende handelsverdragen en hebben de bevolking de rekening laten betalen. Donald Trump ageert hier tegen. Evenals Ronald Reagan lijkt hij beter de vox populi te verstaan dan zijn tegenstrever Hillary Clinton, de vrouw van…….. juist! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Is deflatie wel zo noodlottig voor onze economie?

    Het is al vaker gezegd en geschreven. Europa is deel van een van de grootste monetaire experimenten uit de geschiedenis, want sinds 2015 koopt ook de ECB staatsobligaties op. Er kleeft duidelijk een nadeel aan dit grootschalig experiment van monetaire verruiming. De reële wereld reageert niet zoals de theorie en de handboeken van centrale bankiers voorschrijven. Het blijkt ook keer op keer in de praktijk dat de paniek over bijvoorbeeld de negatieve rente een tikkeltje overdreven aandoet, althans tot op de dag van vandaag.

    De verlegenheid van economen laat zich steeds beter voelen! Volgen centrale bankiers moet de inflatie naar een niveau in de buurt van 2%. Daar is het beleid van verruiming op gericht. In de praktijk blijkt dat zomaar een moeizame exercitie en het lijkt alsof de doelstelling steeds verder buiten bereik raakt. In nagenoeg alle belangrijke economieën lijkt de inflatie eerder te vertragen dan te versnellen naar een niveau van 2%.




    Deflatie

    Zoals uit onderstaande figuur spreekt, is er in Spanje geen sprake meer van inflatie, maar van deflatie. In juli daalden de prijzen met 0,6% en dat was alweer de twaalfde maand op rij dat er van inflatie geen of amper sprake was. De leerboeken economie schrijven voor, dat in geval van een lange periode van dalende prijzen – de definitie van deflatie – de economie dreigt te ontsporen. Bedrijven en consumenten houden de hand op de knip in afwachting van nog lagere prijzen voor goederen en diensten.

    inflation-bbg

    Inflatie in de maand juli (Grafiek van Bloomberg)

    Wat leert de Spaanse praktijk? Sinds het einde van 2013 bedraagt de inflatie gemiddeld -0,4%. In 23 van de afgelopen 30 maanden daalden de prijzen. Volgens de leerboeken moeten consumenten hun uitgaven beperken. Maar de praktijk laat juist het tegenovergestelde zien...

    spain-inflation-bbg

    Inflatie versus winkelverkopen (Grafiek via Bloomberg)

    Consumentenbestedingen stijgen

    In de afgelopen drie jaren zijn de detailhandelsverkopen in Spanje jaarlijks met 1,7% gestegen. Consumentenbestedingen groeiden in juni met 5,8% ondanks een gemiddelde prijsdaling van 0,8%. Het idee dat morgen de prijzen voor producten weer lager zijn weerhoudt de gemiddelde Spanjaard er niet van om eens lekker te gaan shoppen. spain-flag-pixabayWaarom doen de Spanjaarden wat ze doen en niet wat de leerboeken voorschrijven? Je kunt je overigens afvragen waarom het vreemd is om vandaag gewoon profijt te trekken van lage prijzen. Dat lijkt voor niet-economen een normaal gedrag, maar dat terzijde. Een belangrijke verklaring schuilt in de daling van de werkloosheid. Aan het begin van 2013 steeg de werkloosheid tot maar liefst 26,6% van de beroepsbevolking. In juni van dit jaar was die gedaald naar 19,9%. Dat is nog steeds heel erg hoog, maar de daling is aanzienlijk. Zet je de daling van de werkloosheid af tegen de trend in de binnenlandse consumptie, zoals Bloomberg gedaan heeft, dan ontstaat een interessant patroon...

    spain-employment-bbg

    Werkloosheid versus consumptie (Bron: Bloomberg)

    Spanje

    De Spaanse werkloze die weer aan de slag kan, heeft een inhaalslag te maken als het om zijn bestedingen gaat. Die heeft hij/zij in zijn periode van werkloosheid flink moeten inperken. Dankzij zijn nieuwe baan is dat euvel (deels) verholpen. De lage prijzen functioneren als uitnodiging de daad bij het woord te voegen en te gaan spenderen. Natuurlijk mag je aan dit Spaanse voorbeeld geen algemeen geldende waarheden ontlenen. Wat in Spanje gebeurt, is het gevolg van bijzondere omstandigheden die elders niet hoeven te spelen. Daar staat tegenover dat het Spaanse voorbeeld leert, dat ook economen en beleidsmakers iets minder krampachtig met het fenomeen deflatie moeten omgaan. Soms is het gewoon een zegen! Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid centrale banken leidt tot stagnatie en achteruitgang

    Ooit was het een historische wetmatigheid. Een lager rendement op obligaties zou uiteindelijk uitmonden in hogere prijzen voor obligaties en aandelen. Vermogenswinsten en een lage rentevoet zouden meer investeringen en consumptie uitlokken met als resultaat meer banen, oplopende inflatie en hogere bedrijfswinsten.

    In 2010 startte de Fed met haar programma van kwantitatieve verruiming. Dat is het begin geweest van een wereldwijde daling van de rente. In veel landen van de westerse wereld, ook in Europa, is de groei terug, zij het bescheiden en zij het dat de werkloosheid hoog blijft.

    Het lijkt er dus op dat het medicijn van centrale bankiers werkt. Toch is het nog maar de vraag of een rente van bijna 0% daadwerkelijk goed is voor de reële economie. Er zijn aanwijzingen dat dit niet het geval is. Zo stagneert de productiviteitsgroei, een serieuze indicator van de vitaliteit van een economie, in talloze westerse landen. Zou het toeval zijn dat die stagnatie samenvalt met de invoering van de verruimingsprogramma’s en de ultra lage rente.

    Stagnatie

    Volgens de meeste centrale bankiers is de stagnatie een probleem voor de korte termijn. Het Japanse voorbeeld laat echter duidelijk zien wat een extreem lage rent betekent voor grote, ontwikkelde economie. Het laat zien dat die lage rente weinig teweeg brengt. Er is in Japan weinig reële groei en geen inflatie, eerder deflatie. Mocht het rendement op de overheidsschuld naar een meer normaal niveau terugkeren, dan is de huidige nominale groei van het bruto binnenlands product volstrekt onvoldoende om de enorme schuldenlast af te betalen. central-bankers-maze-currencies-teaserEr zijn nog meer nadelen. De investeringen, een belangrijke bron voor productiviteitsverbetering, hebben nog steeds niet het niveau van voor 2008 bereikt. Bedrijven zetten hun liquiditeiten steeds vaker in om eigen aandelen in te kopen en niet voor op de toekomst gerichte investeringen. Het gaat jaarlijks om vele honderden miljarden dollars en euro's. Al dat geld gaat in de zakken van beleggers en is niet bedoeld om toekomstige winstgevendheid veilig te stellen. In plaats van naar de reële economie stroomt al dat geld naar houders van vermogenstitels, die er weinig mee doen. Beleggen in overheidspapier rendeert immers amper of niet.

    Investeren

    Waarom maken overheden en bedrijven geen gebruik van de huidige extreem lage rente om te investeren in de reële economie? Deze manier van werken heeft zijn nut door de tijd heen bewezen. Het antwoord moet luiden, dat internationale instituties als het IMF en overheden als die in Nederland en Duitsland zweren bij evenwichtig budget. Schulden aangaan voor het goed van morgen, zoals Keynes dat voorschreef is voor die partijen vloeken in de kerk. De particulier sector heeft ook zo zijn bedenkingen. Er zijn trends die risico’s alleen meer groter maken. De wereldwijde vergrijzing is beslist geen voorbode van een groei van de consumptie. Het tegendeel is het geval. Bovendien steekt er een sterke anti-globaliseringswind op. De Brexit is daar tot nu toe het meest sprekende bewijs voor. Dat maakt bedrijven nerveus en ze verkiezen een pas op de plaats.

    Lage rente

    Er zijn nog meer evidente nadelen. Pensioenfondsen en verzekeraars werken met langlopende verplichtingen. Hun voortbestaan komt steeds meer onder druk nu hun toekomstige rendementen lager lijken uit te pakken dan voorzien. Als de rente niet normaliseert dan kunnen we wel eens aan het kortste einde trekken. Hun winstgevendheid komt steeds meer onder druk en daar zal ook de reële economie last van krijgen. Er zullen banen geschrapt worden en premies gaan omhoog, pensioenen komen in gevaar. Kortom, de wetmatigheid lijkt niet meer te werken en eerder stagnatie en verval uit te lokken. Centrale bankiers zijn echter nog steeds niet overtuigd en intensiveren hun verruimingsbeleid om de rente nog verder omlaag te duwen. Het waarschijnlijke resultaat staat haaks op wat ze voor ogen hebben: geen of weinig groei en geen inflatie maar eerder deflatie. Cor Wijtvliet Bron: Bill Gross, Central bankers are threatening the engine of the economy. The Financial Times, 18 augustus 2016 Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid centrale bankiers stimuleert de goudprijs

    Sinds de eerste renteverhoging in de VS in december van 2015 is de goudprijs met meer dan 30% gestegen. Volgens Goldman Sachs is deze stijging slechts tijdelijk, wat ook blijkt uit hun relatief lage koersdoel van mei. Een aantrekkende economie, nieuwe renteverhogingen en een sterke dollar zullen die stijging omkeren in een daling van de prijs, aldus de analisten van de bank.

    goldprice-afbeeldingHet kamp van de goud bulls denkt daar heel anders over. Zij geloven niet in een substantiële verbetering van de wereldeconomie en ze wijzen op de onvermoede gevolgen van het huidige ongelimiteerde monetaire beleid van centrale bankier. Daarom denken ze dat de prijsstijging in 2016 slechts een begin is.

    Ze bouwen hun overtuiging op een drietal onderling verbonden factoren. De eerste factor is die van de grenzen van het monetair beleid zoals dat vorm heeft gekregen sinds het begin van 2008. Kwantitatieve verruiming en negatieve rentes zijn heuse game changers. Ze hebben de waardering van staatsobligaties nagenoeg onmogelijk gemaakt. Er lijkt geen plafond meer in de prijsvorming en dit kan uitmonden in een van de grootste financiële bubbels in de geschiedenis. Het zijn de centrale bankiers die hier verantwoordelijk voor zijn. Hun monetair beleid dwingt beleggers en spaarders risico’s te nemen die ze onder normale omstandigheden nooit zouden willen of te durven nemen. Toename van de risico’s impliceert een vergrote kans op vermogens.




    Bubbel in staatsobligaties

    De huidige bubbel op de markt voor staatsobligaties en het verlengen van de looptijd van de gemiddelde beleggingsportefeuille heeft ook gevolgen voor de kredietmarkten. Er gaat steeds meer geld naar steeds zwakkere partijen zoals de opkomende markten en high yield obligaties. Beleggers handelen zo, omdat er steeds minder veilige assets zijn die nog rendement opleveren. En ook hier zijn ze geneigd meer risico te nemen dan goed en verstandig is. Dat kan zelfs uitmonden in speculatief gedrag met alle consequenties van dien zoals de eerder gemelde financiële bubbels. De kans daarop wordt alleen maar groter als China blijft volharden in zijn strategie om crises te bestrijden met het opblazen van de kredietverlening. Volgens de goud bulls is de huidige combinatie van monetaire en kredietverruiming een onhoudbaar traject dat vroeg of laat wel moet mislopen. Beleggers zullen in dat geval hun uiterste best moeten doen om hun vermogen in stand te houden en goud lijkt dan de beste en veiligste optie.

    goudprijs-aug-2016

    Goudprijs profiteert van monetair beleid centrale banken

    Centrale banken verliezen controle?

    Als er daadwerkelijk een nieuwe crisis komt, dan zullen centrale bankiers machteloos staan. Hun arsenaal is nu al nagenoeg uitgeput. De rente is al extreem laag, vermogenstitels renderen amper of niet en het beleid om de waarde van de diverse valuta’s om de beurt omlaag te brengen verergeren de bestaande problemen alleen maar. Meer en meer beleggers zullen hun vertrouwen in de eigen valuta opzeggen en op zoek gaan naar veilige alternatieven. Dit is de derde factor van belang. Burgers en beleggers verliezen hun vertrouwen in het zogeheten fiat geld (fiduciair geld of fiat geld is geld dat zijn waarde niet ontleent aan de materie waaruit het gemaakt is). Dat zou, zo denken de bulls, de dollar kunnen zijn, ware het niet dat de VS met schijnbare tegenzin het monetaire beleid willen normaliseren. Dan blijft alleen goud over. Dit edelmetaal zal aldus weer de rol van betrouwbare reservemunt terugkrijgen zoals het die had voor 1971. In dat jaar kwam er een einde aan de ordening van Bretton Woods en startte een monetaire supercyclus. De geldhoeveelheid nam sindsdien disproportioneel toe ten opzichte van het goud dat ooit als dekking gold voor fiat geld. Goud bulls denken dat centrale bankiers niet in staat zullen blijken om bovenstaande problemen - die deels van eigen makelij zijn - te beteugelen, laat staan op te lossen. Het resultaat zal zijn dat er een crisis uitbreekt die erger is dan de crisis van 2008 die centrale bankiers poogden op te lossen. Voor de belegger is er dan nog maar een optie en dat is fysiek goud. Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Komt na het zuur eindelijk het zoet?

    Ooit zong Bob Dylan ’the times they are a changing’. Het zou zo maar kunnen dat we aan de vooravond staan van een belangrijke verandering in het economisch beleid in de Westerse landen. Tot dusverre waren overheden ervan overtuigd dat de financiële crisis, die de wereld al bijna acht jaar in haar greep houdt, alleen op te lossen was door fors te bezuinigen om zo hervormingen te kunnen doorvoeren. Als er al gestimuleerd moest worden dan was dat een taak van centrale bankiers. Economen als Larry Summers, die een meer Keynesiaanse aanpak van overheidsstimuleringen bepleitten, kregen geen voet aan de grond!

    Na jaren van bezuinigen, lastenverhogingen voor de burger en monetaire verruiming moeten we vaststellen dat dit beleid grotendeels gefaald heeft. Er is weer wel economische groei, maar daar is alles mee gezegd. Daar staan ontegenzeggelijk grote nadelen tegenover. De inkomensongelijkheid is in veel westerse landen tijdens de crisisjaren versneld toegenomen. De positie van de middenklasse staat zwaar onder druk met als gevolg dat de politieke instabiliteit in het Westen snel toeneemt.

    Overheidstekorten weer omhoog

    Onder druk wordt alles vloeibaar en dat gebeurt nu. In veel Westerse landen groeit de neiging en de bereidheid om de huidige overheersende economische doctrine van eindeloos bezuinigen los te laten. Het eerste land dat niet langer twijfelt om de overheid weer een dominante rol te laten in het economisch leven is Canada. De huidige premier Justin Trudeau gaat de komende zes jaren bewust de overheidstekorten laten oplopen om de economie nieuw elan te geven.

    shinzo-abe-wikipediaBij het buurland, de Verenigde Staten, is het sinds de pijlsnelle opkomst van Donald Trump niet langer uit den boze om over het opvoeren van de overheidsbestedingen te filosoferen en ook daadwerkelijk reële plannen op te stellen. De dreiging van een presidentschap van Donald Trump dwingt ook Hillary Clinton daadwerkelijk aandacht te besteden aan de klachten van de doorsnee Amerikaanse burger. Het kan bijna niet anders of dat betekent dat ook de Amerikaanse overheid meer zal doen om de ontevreden en verarmde burger tegemoet te komen.

    De grootste stappen voorwaarts worden echter in het Verre Oosten gezet. Aan kop gaat Japan, dat een ongekend groot bedrag van ongerekend $270 miljard gaat vrijmaken voor leningen en projecten voor de langere termijn en voor stimuleringsmaatregelen op de korte termijn. Er zijn plannen om de salarissen in de publieke sector te verhogen en er zijn voorstellen gedaan die het mogelijk en aantrekkelijk moeten maken dat meer vrouwen in Japan de arbeidsmarkt op gaan. Ook China doet van zich spreken met goedkope leningen aan banken, bedrijven en lokale overheden in een poging de groei te stimuleren.




    Europa

    De regio die het minst warm loopt voor veranderingen is Europa. Hoewel zelfs het Internationaal Monetair Fonds zich meer en meer opwerpt als pleitbezorger van een grotere rol voor de overheid om de economie te stimuleren, is zeker in noordwest Europa de bereidheid daartoe gering. Landen als Duitsland en Nederland zijn er nog steeds van overtuigd dat de huidige economische gang van zaken juist te wijten is aan een teveel aan schulden en overheidsuitgaven. Het helpt dus niet om die weg opnieuw in te slaan als de groei nog steeds heel zwak is. Het helpt zeker niet als er schulden genaakt gaan worden om bodemloze putten mee te financieren! schauble-wikipediaMisschien dat de Brexit aanleiding kan zijn om die mening toch te herzien. Sinds de memorabele dag van 24 juni is de bereidheid om het fiscale beleid te herzien over de volle breedte van het politieke spectrum sterk gegroeid. Symbolisch daarvoor is het ontslag van de Britse minister van Financiën, George Osborne. Hij was als minister pleitbezorger voor een streng bezuinigingsbeleid door de overheid. Zijn opvolger, Philip Hammond, heeft al gezegd dat het tijd is voor een 'fiscale reset', mocht dat nodig zijn om een recessie te voorkomen of te bestrijden. Misschien de grootste stimulans om het huidig strenge bezuinigingsbeleid te herzien komt waarschijnlijk uit het stemhokje. Ook in Duitsland en Nederland zijn er binnen een jaar belangrijke verkiezingen. Een grote winst lijkt weggelegd voor meer extreme partijen, terwijl het midden weggevaagd dreigt te worden. Dat kan het midden ertoe brengen de burger meer zoet in plaats van alsmaar meer zuur te bieden! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Problemen blijven voor de oliemaatschappijen

    Op het moment van schrijven was BP Group nog de enige grote oliemaatschappij die haar resultaten over het tweede kwartaal had gepubliceerd. Als de resultaten van dit Britse bedrijf indicatief zijn voor wat nog komen gaat, dan blijft de nabije toekomst van Big Oil er moeizaam uitzien. Het belangrijkste nieuws was niet dat de winst harder gedaald was dan verwacht, maar dat BP er een nieuw probleem bij heeft.

    In de afgelopen jaren hielpen de zogeheten downstream activiteiten, zoals raffinage en petrochemie de harde financiële klappen op te vangen die het gevolg waren van de alsmaar dalende olieprijzen. Afgaande op de commentaren van de leiding van BP is dat niet langer het geval…

    profits-bp-marketupdate

    Winstgevendheid oliemaatschappij BP onder druk (Grafiek van Bloomberg)

    Marges oliemaatschappijen dalen

    De raffinagemarges in het tweede kwartaal waren de laagste sinds 2010. BP verwacht niet dat hier op korte termijn verbetering in komt. Een ongeluk komt nooit alleen. Niet alleen downstream staan de marges onder druk, maar aan het prijsherstel van olie sinds het begin van het jaar lijkt ook alweer een einde gekomen. Prijzen voor een vat olie zijn weer aan het dalen. Dat is het gevolg van het herstel van de productie in landen als Nigeria en Canada. Om verschillende redenen was in die landen de productie ernstig ingezakt. Ook de producenten van schalie-olie beginnen weer meer tekenen van leven te tonen. Ze slagen erin om meer olie uit bestaande putten te halen en sommige producenten brengen afgesloten putten weer in productie.

    oil-companiesHet resultaat is dat het aanbod weer groter wordt in plaats van geleidelijk af te nemen. In de VS belopen de olievoorraden bijna 520 miljoen vaten. Dat zijn er maar liefst 100 miljoen dan het gemiddelde over de laatste vijf jaar. Niet alleen olievoorraden hebben de neiging op te lopen, dat doen bijvoorbeeld ook de benzinevoorraden. Die zijn nu de hoogste in meer dan 20 jaar en dan te bedenken dat het zogeheten drivers season alweer voorbij. Amerikanen hebben hun vakantie weer achter de rug en ondernemen geen lange ritten meer. Uit die hoek verwachten we geen toenemende vraag naar olie.




    Dividend in gevaar

    Als BP maatgevend is dan zullen de oil majors de komende tijd nog verder in hun kosten moeten snijden om zo de dividenduitkering op peil te houden. Oliemaatschappijen hebben hun beleggers bezworen de uitkering niet te verlagen! Al dat snijden in de kosten en in de capaciteit zal zich aan het einde van dit decennium gaan wreken, zo denken ze bij Goldman Sachs. De bankiers gaan ervan uit dat over enkele jaren de vraag definitief gaat aantrekken. De Majors zullen niet instaat zijn hier aan te voldoen. Dat zal de Russische olie-industrie een gouden kans bieden. De Amerikaanse zakenbank verwacht dat de Russen in 2018 hun productie hebben opgevoerd naar 11,7 miljoen vaten per dag. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor Rosneft, aldus Goldman. Die maatschappij produceert nu ongeveer een derde van de Russische olie. Rosneft heeft de laatste jaren problemen om zijn productie op peil te houden, omdat veel productievelden hun beste tijd gehad hebben. Goldman toont zich echter optimistisch over het vermogen van Rosneft om de komende jaren nieuwe velden in productie te nemen en allerlei technische problemen, zoals een beperkte capaciteit van de pijpleidingen om de olie af te voeren. De bankiers zijn er ook van overtuigd dat de Russen in staat zullen zijn om het productieverlies van de oude velden te beperken. Ze tonen zich hierin overigens een stuk optimistischer dan het Internationaal Energie Agentschap! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Europa strompelt naar nieuwe (Italiaanse) bankencrisis

    Het houdt maar niet op voor Europa. De ene crisis is nog niet afgewend of de volgende dient zich weer aan. Europa moet nog beginnen aan het oplossen van de crisissituatie als gevolg van de Brexit, maar de volgende crisis doemt alweer op. Door de Brexit zijn ongeruste beleggers op grote schaal afscheid gaan nemen van onzekere beleggingen. Vooral de financiële sector moest het daarbij ontgelden. Er leven grote twijfels over de gezondheid van deze Europese sector. De Bloomberg ‘Europe 500 Banks and Financial Services Index’ is gedaald naar het laagste niveau sinds november 2011. Dat was ook een tijd dat Europa dreigde weg te zinken in de financiële crisis.

    monte-paschi1

    Italiaanse banken

    Beleggers zijn vooral ongerust over de bancaire sector in Italië. Nagenoeg alle grote banken in dat land kampen met zeer forse financiële problemen. UniCredit, de grootste bank van het land, heeft nog een marktkapitalisatie van amper €12 miljard. De bank dreigt te bezwijken onder dubieuze leningen met een waarde van $51 miljard. Alle Italiaanse banken torsen een last van €198 miljard aan slechte leningen. Als we daar nog de leningen bij tellen waarover twijfels bestaan, dan hebben de probleemgevallen een waarde op papier van €360 miljard. Die last is in de crisisjaren alleen maar gegroeid en dat onderstreept dat het nu hoogste tijd is om krachtdadig in te grijpen.

    Banca Monte dei Paschi di Siena, de oudste bank van het land, staat symbool voor de problemen in de sector. De bank heeft voor de derde keer sinds het uitbreken van de financiële crisis bij de overheid aangeklopt voor steun. Twee steunrondes hebben baat gebracht. Op de balans staat nog steeds een bedrag van € 47 miljard aan dubieuze leningen. Dat is ongeveer een derde van de totale leningenportefeuille. Ondanks alle steun is de bank niet in staat gebleken de leningenportefeuille substantieel te saneren.




    Herkapitaliseren

    De Italiaanse overheid heeft nu plannen om de sector op grote schaal te herkapitaliseren. Dat is echter een vorm van staatssteun en daar zijn Brusselse technocraten fel tegen gekant. Ze willen niet opnieuw de belastingbetaler laten opdraaien voor problemen die door de banken zelf zijn veroorzaakt. Sinds 2015 is er dan ook een wet van kracht die voorschrijft dat vooral de aandeelhouders en obligatiehouders de zwaarste financiële klappen moeten dragen. Volgens de Italiaanse overheid is staatssteun echter geoorloofd als er sprake is van een heuse noodsituatie en die is er sinds de Britten voor uitreden hebben gestemd. Dat denkt bijvoorbeeld ook de voorzitter van de Franse Bank Société Generale, Lorenzo Bini Smaghi. Hij vroeg zich recentelijk hardop af waar voor Europa de wijsheid in school om zich rigide aan de regels te houden als daardoor de crisis vanuit Italië kan overslaan naar de rest van Europa. Dat is heel goed mogelijk, want niet alleen de Italiaanse banken zijn zwak gekapitaliseerd, maar bijvoorbeeld ook heel veel Duitse banken staan er slecht voor.

    paschi-stock-low

    Monte dei Paschi doet het veel slechter dan andere Italiaanse banken

    Natuurlijk is de Europese Commissie niet blind voor de problemen. Nog onlangs gaf de Europese Commissie Italië toestemming garant te staan voor een bedrag van €150 miljard aan liquiditeiten voor de bancaire sector. Een dergelijke steun is geoorloofd binnen de huidige regelgeving. Het zijn uiteraard de noordelijke lidstaten die erop hameren dat van staatssteun geen sprake kan zijn. Het is echter deze starre opstelling die er voor gezorgd heeft, dat bijvoorbeeld de Griekse crisis veel langer duurde dan nodig was. De uiteindelijke kosten voor het redden vielen ook veel hoger uit dan nodig was. Brussel is echter niet gespecialiseerd in krachtdadig beslissingen nemen, liever moddert het rechtlijnig eindeloos voort. De Italiaanse bankencrisis kan wel eens heel lang gaan duren en heel kostbaar worden. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Kunnen de bedrijfswinsten eindelijk omhoog?

    Het gaat al enkele jaren niet goed met de bedrijfswinsten. Die stagneren of dalen zelfs. Daar zijn reeksen van factoren voor aan te wijzen. Zo heeft de wereld de afgelopen jaren met periodes van deflatie te maken gehad. In 2015 gingen de opkomende markten gebukt onder de negatieve gevolgen van de duurdere dollar. Daardoor kwam de wereldwijde industrie in een recessie terecht wat de inflatieverwachtingen nog verder omlaag duwde. Het zag er tot voor kort naar uit dat al dat leed geleidelijk naar de achtergrond verdween, want de opkomende markten lijken zich weer wat te herstellen.

    De westerse economieën verbeteren traag, maar gestaag. Na de schok van 2015 gaat het beter met de industriële productie in de VS en in China, maar die in Europa ontwikkelt zich verrassend goed. In Japan laat het herstel nog duidelijk te wensen over. Het herstel kan in de tweede helft alleen maar meer handen en voeten krijgen, omdat de vergelijking met 2015 steeds gemakkelijker wordt. De wereldeconomie liet in de tweede helft van 2015 steeds meer te wensen over.

    Consumentenvertrouwen neemt toe

    Niet alleen doet de industrie het steeds beter in verschillende delen van de westerse wereld, ook de consument laat eindelijk meer van zich horen. Het ziet er naar uit dat de Amerikaanse consument meer vertrouwen in de toekomst krijgt. De verhoging van het minimumloon in verschillende staten speelt daarbij een belangrijke rol. Een groter vertrouwen in de toekomst kan betekenen dat de Amerikaanse consument eindelijk wat minder gaat sparen. Het voordeel van de lagere benzineprijzen heeft zich nog niet vertaald in hogere consumentenbestedingen. Meer vertrouwen kan op termijn voor meer bestedingen zorgen!
    Ook in Europa is er goed nieuws te melden. Eindelijk begint de werkloosheid te dalen en dat betekent meer koopkracht voor meer werkenden.

    Met een beetje goede wil kun je stellen, dat in ieder geval in de Westerse wereld het ergste achter de rug is en dat de economische groei weer gaat aantrekken. Die groei zal waarschijnlijk niet van dien aard zijn, dat de financiële markten zich al bang moeten gaan maken voor een opflakkerende inflatie. Ondanks het herstel laat de benutting van de huidige capaciteit nog steeds te wensen over. Er zijn nog maar weinig sectoren en bedrijven aan te wijzen die de prijzen kunnen verhogen. De benuttingsgraad van de industrie in de VS blijft steken op 75%. Hetzelfde geldt voor de arbeidsmarkt. Die is zelfs in de VS nog royaal en groeit jaarlijks met 3%.

    Voorlopig geen renteverhoging

    Tegen deze geschetste achtergrond is het begrijpelijk dat de Federal Reserve geen haast hoeft te hebben om de rente te verhogen. Er is immers geen inflatiedreiging. Door de rente slechts geleidelijk te verhogen blijft het rustig op de financiële markten. Dat is bijvoorbeeld goed voor de aandelenkoersen. Die koersen kunnen echter alleen substantieel stijgen als de winsten van bedrijven weer toenemen.

    De Brexit met de daarmee gepaard gaande onrust maakt het onwaarschijnlijk dat bedrijfswinsten nog dit jaar sterk gaan verbeteren. Onzekerheid is immers troef. Dat zegt echter niets over 2017. Als de Brexitstormen eenmaal zijn gaan liggen en boven beschreven trends weer doorzetten, dan kan 2017 alsnog een mooi jaar voor beleggers worden. Anderzijds, met de Brexit is in Europa de doos van Pandora geopend. Niemand weet welke onaangename verrassingen Europa nog wachten in 2017 of de jaren daarna.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Gaat euro door Brexit kopje onder?

    Zoals het er nu naar uitziet, gaan Europa en het Verenigd Koninkrijk scheiden. De Brexit is een feit en het is nu wachten op de scheidingspapieren. Die zullen waarschijnlijk nog een tijdje op zich laten wachten. Dat betekent dat Europa nog lang te kampen zal hebben met problemen, veroorzaakt door de Brexit.

    Als de dag na het referendum een voorafschaduwing is van wat nog staat te gebeuren, dan gaat de euro moeilijke tijden tegemoet. Natuurlijk was de tuimeling van het Britse pond met meer dan 11% de blikvanger van die vrijdag. Maar vergeten wordt misschien dat in het kielzog van het pond ook de euro bijna 5% aan waarde inboette. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat bij een vechtscheiding niet alleen het pond onder druk blijft, maar ook de euro. Voor het Britse pond voorziet de markt een daling naar $1,20 – $1,25. Voor de euro begint her en der het verhaal van pariteit te maken. Dat is misschien wat overdreven maar sommige vrezen met grote vreze een daling naar $1,05 – $1,08.




    Is de euro nog wel een veilige haven?

    Met andere woorden, door de Brexit heeft de euro zijn status als veilige haven verloren. En dan te bedenken dat de euro de afgelopen jaren enkele crises heeft overleefd en de eurozone een groot overschot op de betalingsbalans heeft. Dat zou toch moeten betekenen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Het is ook een feit, dat het Verenigd Koninkrijk geen lid was van de eurozone maar slechts van de EU. Ten slotte spelen er op korte termijn geen gevoelige thema’s. Er speelt bijvoorbeeld niet de dreiging van nog een referendum.

    brexit-market-impact

    Brexit heeft grote gevolgen gehad voor Europese aandelenmarkt (Bron: Financial Times)

    Brexit kan onvrede in Europa versterken

    Desondanks heeft de Brexit een gevoelige snaar geraakt. Het wekt bij beleggers de vrees dat de Europese Unie te nadrukkelijk gedomineerd gaat worden door de as Berlijn – Parijs. Het Verenigd Koninkrijk vervulde de nuttige functie van tegenwicht tegen dit dreigende overwicht. Het valt evenmin moeilijk te ontkennen dat het broeit in Europa. De Brexit zal de sluimerende onlustgevoelens alleen maar versterken, zoveel lijkt zeker. Wat dat betreft ziet de toekomst van de eurozone er niet erg florissant uit. In Spanje dreigt langdurige politieke stagnatie en in Italië neemt de politieke onrust met de dag toe. In het najaar is er immers een referendum over de belangrijke hervormingen in dit land. En zo zijn er meer problemen die waarschijnlijk niet weg zullen gaan op korte termijn. Wat te denken bijvoorbeeld van de groeiende machtsbasis van mevrouw Le Pen in Frankrijk? Die is nu zo groot dat Francois Hollande haar niet langer kan negeren. In Italië wint de 5-sterren beweging van Beppe Grillo aan populariteit.

    italy-5star-movement

    Italiaanse 5-sterren beweging wint aan populariteit

    Gevolgen Brexit

    Het huidige tumult op de financiële markten kent nog een aspect. Het Britse pond functioneert in de huidige omstandigheden in het Verenigd Koninkrijk als een veiligheidsklep. Op het vasteland bestaat die mogelijkheid niet. Lokale markten kunnen niet profiteren van een munt die tijdelijk aan waarde inboet. Zo kon het gebeuren, dat diverse aandelenindices op het continent een stevigere val moesten incasseren dan de Britse FTSE 100. Om het tij te keren moeten Europese leiders een stevige houding aannemen tegenover de Britten. Dat lijkt op korte termijn de enige manier om de euro te beschermen. Uiteindelijk draait alles om het verbeteren van de economische groei in de eurozone. Een te soepele houding ten opzichte van de Britten kan het idee bevestigen, dat Europa zelfs bij de Brexit maar wat aanmoddert. Een te soepele opstelling kan, zoals gezegd, de onlustgevoelens in landen met een hoge werkloosheid en/of veel eurosceptici verder versterken. Waarschijnlijk leunen beleggers nu in meerderheid achterover en wachten ze af wat de politici gaan doen. Wat dat betreft zijn de voortekenen ongunstig. Europa heeft de verschillende crises in de afgelopen jaren overleefd door de problemen eindeloos lang voor zich uit te schuiven. Een veilige toekomst voor een stevige euro is allesbehalve gegarandeerd. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Defensief beleggen blijft voorlopig troef

    Het zal u misschien niet opgevallen zijn, maar in de afgelopen veertig jaar zijn er maar twee verdedigers uitgeroepen als wereldvoetballer van het jaar. Niemand zal ontkennen dat goed verdedigen een vaardigheid is, maar we kijken allemaal liever naar Lionel Messi dan naar Bruma of Ramos. Voor de wereld van het beleggen geldt min of meer hetzelfde. Beleggers kijken liever naar creatieve bedrijven die sectoren opschudden en die heel veel potentieel in zich bergen. Een bedrijf als Amazon.com of Apple spreken meer tot de verbeelding dan Deutsche Post of General Electric.

    Het kan zomaar, dat het lopende jaar de uitzondering op de regel wordt. Het zijn bedrijven die een mooi dividend bieden die de meeste aandacht van beleggers trekken. In de VS doen de sectoren ‘Utilities’ en ‘Telecom’ het uitstekend met groeicijfers van respectievelijk 15% en 11,5%. De S&P 500 Dividends Aristocrats, een index van 50 namen, is bijna 10% gestegen in dit jaar, terwijl de brede index beneden de 4% blijft. In Europa zien we hetzelfde beeld. Defensieve aandelen doen een premie ten opzichte van cyclische.




    Defensief beleggen

    Het nut van defensief beleggen bleek onomstotelijk tijdens de heftige beursschokken aan het begin van het jaar. Ze zijn echter sindsdien blijven schitteren, ondanks het herstel op de internationale aandelenbeurzen. Hoe lang defensieve aandelen nog blijven schitteren, hangt van enkele factoren af. Zal de Federal Reserve dit jaar alsnog de rente een of twee keer verhogen? En zal de Europese economie eindelijk meer vaart krijgen? defensive-stocksDe recente geschiedenis bewijst dat obligatie-achtige aandelen zoals 'Utilities' erg kwetsbaar zijn voor renteverhogingen. Toen Ben Bernanke in 2013 het stopzetten van het QE programma aankondigde, moesten de defensieve 'Utilities' een flinke veer laten. De kans op een renteverhoging in 2016 lijkt op dit moment niet erg groot. Sterker nog, deze week verwachten voor het eerst meer beleggers een renteverlaging door de Federal Reserve. De economie en de arbeidsmarkt daar kwakkelen en de centrale bank zal niet nog meer zand willen strooien in de motor van economische groei. In Europa hangt een versnelling van de economische groei toch ten dele af van het gezond worden van de bancaire sector en daar gaat het niet echt vlot mee. Daar staat tegenover dat de extreem lage en steeds vaker negatieve rente een ferme steun in de rug van defensieve aandelen vormt. Steeds meer staatsobligaties worden onaantrekkelijker voor zelfs de meest verstokte obligatiebeleggers. In hun zoektocht naar veilige alternatieven komen ze terecht bij de defensieve aandelen.

    Monetair beleid stimuleert defensief beleggen

    Het ziet er niet naar uit, dat de Bank van Japan en de ECB snel hun programma’s voor kwantitatieve verruiming gaan stoppen. Sterker nog, de ECB heeft nog onlangs het programma uitgebreid met het opkopen van bedrijfsobligaties. Het aantal 'obligatievluchtelingen' zal zodoende alleen maar blijven groeien. Er is op papier altijd nog kans, dat de inflatie gaat aantrekken doordat olieprijzen snel gaan stijgen. Een stijgende inflatie of inflatieverwachting kan het rendement op obligaties omhoog jagen. Maar hoe groot is de kans op een sterke stijging van bijvoorbeeld de olieprijzen als de economie in de wereld eerder dreigt af te koelen dan te versnellen? Voorlopig is op de beurs verdedigen vooralsnog populairder dan aanvallen. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Brexit: Gaat Verenigd Koninkrijk in de uitverkoop?

    Vandaag gaan de Britten naar de stembus om aan te geven of ze wel of niet lid willen blijven van de Europese Unie. Steeds meer enquêtes geven aan, dat het leave kamp op kop ligt en steeds verder uitloopt. Op de wedkantoren is het beeld 180 graden omgekeerd. Daar ligt het blijven-kamp nog steeds op kop.

    In de slag om de gunst van de kiezer valt het op dat het blijven-kamp de kiezer probeert te paaien met louter economische argumenten. Die argumenten bevatten nauwelijks verhulde dreigementen. Als de Britten Europa de rug toekeren, dan zal groot economisch onheil het eiland treffen. Nog deze week dreigde de minister van financiën, George Osborne, met extra bezuinigingsplannen, omdat een Brexit een gat van £30 miljard in de Britse overheidsfinanciën zou slaan. Het probleem is echter dat steeds minder Britten dit soort dreigementen en onheilsboodschappen nog serieus nemen. Men gelooft de gevestigde orde simpelweg niet meer. Veel politici, beleidsmakers en ‘pratende hoofden’ lijken dit maar niet te beseffen.

    brexit-stay-leaveDat wil weer niet zeggen, dat het blijven-kamp volledig ongelijk heeft. Er zitten beslist risico’s aan een Brexit. Of die risico’s ook werkelijkheid worden, is natuurlijk vraag twee. Zo kan het Britse bedrijfsleven een hoge prijs gaan betalen bij een Brexit. In de aanloop naar de 23ste reageert het Britse pond ongunstig op enquêtes die het leave-kamp op voorsprong zetten. Mocht het tot een Brexit komen, dan is het niet ondenkbaar dat het pond meer dan een flinke veer moet laten ten opzichte van concurrerende valuta’s als de euro, de doller en de yen.

    Fusies en overnames

    Dat zou betekenen dat aandelen genoteerd in ponden er een stuk aantrekkelijker gaan uitzien voor geïnteresseerde kopers wier zakken gevuld zijn met dollars of euro’s. Bedrijven, die hun inkomsten vooral buiten het Verenigd Koninkrijk genereren, gaan er bij een eventuele val van het Pond zeer aantrekkelijk uitzien als overnamekandidaat.

    britsepond-dollarHet is goed denkbaar dat menig bankier, gespecialiseerd in Fusies & Overnames, al lijstjes met bedrijven aan het opstellen is die in aanmerking komen om overgenomen te worden. Op die lijstjes kunnen namen figureren die tot de kroonjuwelen van het Britse bedrijfsleven behoren. Denk bijvoorbeeld aan ARM Holding, producent van halfgeleiders. ARM genereert 93% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. Denk aan bedrijven als Weir en Tullow, die actief zijn in de energiesector. Er is een heel leger aan Britse beursgenoteerde bedrijven die internationaal opereren en die een marktkapitalisatie van minder dan £20 miljard hebben.

    britsepond-euroMocht het tot een Brexit komen en mocht het Britse Pond fors aan waarde verliezen, dan zijn al deze bedrijven in principe overnamekandidaat. Dat dit een serieus te nemen scenario is, bewijst de recente overname van het Britse Premier Farnell door het Zwitserse Daetwyler. Premier Farnell genereert 68% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. De ceo van Daetwyler verklaarde bij de overname dat het Britse bedrijf al langer binnen zijn schootsveld lag, maar dat de waardedaling van het pond toch wel een doorslaggevende factor was bij het besluit om te gaan overnemen. De uitlatingen van de ceo geven echter ook aan, dat een goedkoop pond niet de enige factor is die doet besluiten om over te nemen. Er moeten in de eerste plaats duidelijke bedrijfstechnische argumenten zijn om te gaan overnemen. Laat dat min of meer een geruststelling zijn.

    Kanttekeningen Brexit

    Natuurlijk komt niet elk Brits beursgenoteerd bedrijf voor een overname in aanmerking. Zo zal de belangstelling voor bedrijven die voor de Britse markt werken niet erg groot zijn. Ook die zullen een stuk goedkoper worden na een Brexit. Beleggers zullen immers een afwachtende houding aannemen om te bezien hoe het met de Britse economie gaat! Als er een recessie komt, dan zijn deze bedrijven ondanks hun lage waarderingen geen aantrekkelijke overnamekandidaten.

    Mocht dit scenario werkelijkheid worden, dan is het nog maar de vraag hoelang de nieuwe Britse regering voorstander zal blijven van open markten. Geen enkele politicus zal het voor zijn rekening willen nemen, dat het Britse bedrijfsleven in de uitverkoop gaat. Dat zou een te hoge rekening zijn voor het Britse verlangen zijn onafhankelijkheid terug te winnen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.