Auteur: Redactie

  • Economie Eurozone krimpt dit jaar met 0,3%

    De financiële crisis hakt er zwaar in bij de zogeheten PIIGS-landen, zo blijkt uit de winterprognose van de Europese Commissie. In de Spaanse rijksbegroting van 2012 kwam het tekort uit op 10,2% van het BBP, veel hoger dan de afgesproken 6,3%. Ook dit jaar en in 2014 zal Spanje er waarschijnlijk niet in slagen het begrotingstekort voldoende terug te brengen. In Portugal slaat de deflatoire crisis ook hard toe, want de Europese Commissie verwacht dat de Portugese economie dit jaar met 1,9% zal krimpen. Vorig jaar kromp de Portugese economie al met 3,2%. De crisis breidt zich nu ook langzaam uit naar Frankrijk, want ook dit land zal waarschijnlijk onvoldoende groei bewerkstelligen om het begrotingstekort onder de 3% te krijgen.

    'Milde recessie'

    De negatieve groeicijfers van de Europese Commissie zijn in overeenstemming met de bevindingen van het IMF, dat rekent op een milde recessie in de Eurozone in 2013. Wereldwijd staat de economische groei onder druk, want de Amerikaanse economie kromp in het vier kwartaal onverwacht met 0,1% en in Groot-Brittannie heeft men de groeiverwachting voor 2013 naar beneden bijgesteld (van 1,1% naar 1%). De Wereldbank heeft in januari haar groeiverwachting voor de wereldeconomie ook naar beneden bijgesteld.

    De grote publieke en private schulden in veel Westerse landen blijft drukken op de economische activiteit. Overheden in Europa kiezen het pad van bezuinigen, maar willen dat zeker niet te ingrijpend doen. Consumenten en bedrijven worden ondertussen terughoudender met het lenen van geld en kiezen ook steeds vaker voor bezuinigingen.

    Optimisme

    De ECB en de Duitse Bundesbank houden de moed erin. Mario Draghi verwacht dat de Eurozone in de tweede helft van dit jaar herstel zal laten zien en de Bundesbank denkt dat Duitsland zal ontsnappen aan een recessie. De Duitse economie kromp in het laatste kwartaal van vorig jaar met 0,6%, maar zou dit jaar weer groei moeten laten zien.

  • Infographic: Dertig feiten over goudproductie Ghana

    Sinds 2005 is de goudmijnproductie met 75% gestegen en in 2012 was het land goed voor 4% van de wereldwijde productie van goudmijnen. In de afgelopen twintig jaar heeft Ghana meer dan 250 ton goud geproduceerd. Volgens schattingen van de US Geological Survey (PDF) is er in Ghana het afgelopen jaar ongeveer 90 ton goud gewonnen. De goudmijnproductie piekte al in het jaar 1955, toen werd er ruim 213 ton goud uit de grond gehaald in een jaar tijd. Onderstaande infographic kwam ik tegen op Mining.com.

    Infographic afkomstig van 922 Metallurgist

  • Is het tijd om goudmijnaandelen te kopen?

    Als we Hugh Hendry moeten geloven hebben beleggers niets te zoeken in mijnbouwaandelen. Vorig jaar zei deze Schotse hedgefondsmanager dat het kopen van goudmijnaandelen “tegen waanzin aan schurkt”, terwijl hij wel heel positief was over het beleggen in  fysiek goud. Sinds hij deze woorden in oktober vorig jaar uitsprak is de index van goudmijnaandelen (GDX) met ruim 20% gezakt. De goudprijs in euro's zakte in die periode met ongeveer 10%. Totnogtoe kunnen we Hugh Hendry gelijk geven, want met een positie in goud was men de afgelopen vier maanden een stuk beter uit dan met een mandje goudmijnaandelen.

    Onderstaande grafiek geeft het koersverloop weer van goud en van de GDX index van goudmijnaandelen. De grafiek laat zien dat die laatste categorie bijna 3x zoveel verlies geleden heeft als goud (40% versus 14%). Men zou dus geneigd zijn om de mijnaandelen links te laten liggen, totdat er enig teken van herstel zichtbaar is in de koersen…

    Index goudmijnaandelen verloor 40% sinds september 2011, goudprijs slechts 14%

    Goudmijnaandelen koopwaardig?

    Daar denkt John Goltermann van Obermeyer Asset Management schijnbaar anders over, want in een recent rapport (waar Zero Hedge gisteren aandacht aan besteedde) beargumenteert hij dat goudmijnaandelen juist interessant zijn geworden door het pessimisme in de markt. Hij verwijst naar de klassieke cyclus van bull markets en bear markets, die gedomineerd worden door sentimenten uiteenlopend van euforie tot angst. Op dit moment bespeurt Goltermann een pessimisme in de markt voor mijnaandelen die hem juist nieuwsgierig maakt. Door emoties uit te schakelen en alleen te kijken naar de koers ziet hij juist steeds minder risico's in mijnbouwaandelen.

    Goltermann vergelijkt de huidige situatie met die van 1999, toen de NASDAQ index het vele malen beter deed door de hausse in technologie-aandelen. Beleggers boden samen de aandelen van tal van technologiebedrijven op tot ongekende hoogte, terwijl de handel in meer 'traditionele' aandelen juist opdroogde en de waarde daarvan onder druk zette. In dat jaar verloor Berkshire Hathaway, het beleggingsfonds van Warren Buffet, maar liefst 20% van haar waarde. De NASDAQ steeg in dat jaar met meer dan 80%. We weten allemaal hoe dat toen is afgelopen voor de beleggers die vol in technologie-aandelen gingen.

    Warren Buffett kon zich niet in positieve zin onderscheiden tijdens de tech bubble

    Stilte voor de storm

    De analist van Obermeyer Asset Management wijst op het feit dat de S&P 500 nu al acht weken lang niet 2,5% hoger of lager gesloten is dan de dag ervoor en dat er gedurende die periode maar vijf handelsdagen een winst of verlies van meer dan 1% lieten zien. Zo weinig volatiliteit over zo'n lange periode is volgens Goltermann zeldzaam. Tegelijkertijd groeide de divergentie tussen aandelen, goud en goudmijnaandelen. Van 31 december t/m 20 februari steeg de S&P 500 met 6,3%, verloor goud in dollars 6,5% en gingen de goudmijnaandelen (GDX) zelfs met 19,3% onderuit. Het sentiment op de reguliere aandelenmarkt is navenant ook veel positiever dan dat van de markt voor goudmijnaandelen.

    Dit biedt volgens Goltermann juist kansen, omdat de fundamentals nog steeds positief zijn voor de goudprijs (en daarmee volgens velen ook voor de mijnbouwbedrijven die goud uit de grond halen). Het opkopen van schulden door centrale banken, de zwakke economische groei in belangrijke economieen en de dreiging van een oplopende inflatie zouden juist een klimaat scheppen waarin de goudprijs kan stijgen.

    Om die reden verwacht Goltermann vroeg of laat een kanteling, waarin de S&P 500 terrein zal prijsgeven en goud en goudmijnaandelen een krachtige rally laten zien. Daarbij zullen de goudmijnaandelen, die het afgelopen anderhalf jaar het hardst zijn afgestraft, mogelijk nog meer in prijs stijgen dan fysiek goud.

    Goud of goudmijnaandelen?

    Vorig jaar schreef ik al een artikel over enkele fundamentele verschillen tussen beleggen in goudmijnaandelen en het kopen van fysiek goud. Goudmijnaandelen bieden in potentie een hoog rendement, want als de goudprijs sterk stijgt neemt de winstmarge op elke verkochte troy ounce goud met een vermenigvuldigingsfactor toe. Maar er zijn ook bedreigingen, want niet iedere goudmijn wordt even goed gemanaged. Ook zijn er verschillende risico's, zoals politieke instabiliteit in het land waar de goudmijn zich bevindt, mogelijke stakingen en een overheid die ook een graantje mee wil pikken van een extreem winstgevende goudmijn. In het meest extreme geval worden goudmijnen genationaliseerd en hebben beleggers het nakijken. Dit zijn risico's die fysiek goud in eigen bezit niet heeft.

    Ook moeten we niet vergeten dat er momenteel helemaal geen winstgevendheid in goudmijnaandelen zit. Als we de GDX erbij pakken zien we dat er over de hele breedte gemiddeld verliezen worden geleden. Bij het gebrek aan winstgevendheid is er ook geen koers/winst verhouding waar beleggers op aan kunnen sturen. In die zin is het momenteel nog zeer risicovol om te beleggen in goudmijnen, ongeacht de prijs. Zo lang de beloofde winstgevendheid uitblijft zijn de goudmijnaandelen vooral een put waar steeds meer geld in moet.

    Sentiment in de mijnbouwaandelen is erg negatief

    Voetnoot: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies. Ik wijs hier alleen op bepaalde ontwikkelingen in de markt die naar mijn mening interessant zijn. De lezer moet zelf onderzoek doen alvorens een (significante) beleggingsbeslissing te nemen. Ik heb geen enkele positie in goudmijnen of andere aandelen, alleen een positie in fysiek goud en zilver.

    Gold vs Gold Stocks by

  • Werkloosheid Nederland steeg in januari naar 7,5%

    In januari steeg het aantal werklozen in januari met 21.000, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het UWV maakte bekend dat het aantal WW-uitkeringen in januari met 29.000 is gestegen naar een totaal van 369.000. De stijging van januari was vergelijkbaar met die van december en november vorig jaar, want over de afgelopen drie maanden kwamen er maandelijks gemiddeld 19.000 werklozen bij. Daarvan waren ongeveer 11.000 man en 8.000 vrouw.

    Al alle leeftijdscategorieen van het CBS was een stijging van de werkloosheid zichtbaar. Bij jongeren onder de 25 jaar kwam het werkloosheidspercentage uit op 15%, drie maanden geleden was dat nog ruim 13%. Onder de 25- tot 45-jarigen steeg de werkloosheid in januari 2013 naar 6,7%. Bij de categorie 45- tot 65-jarigen nam de werkloosheid toe tot 6,4%.

    Meer WW-uitkeringen jongeren en bouwnijverheid

    De economische tegenslag raakt vooral de jongeren en de mensen die werkzaam zijn in de bouwsector. Voor die laatste groep zit ook de malaise op de huizenmarkt natuurlijk ook bijzonder tegen. Het aantal lopende WW-uitkeringen steeg in januari met 8,6%, maar in de noordelijke provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel was de toename zelfs nog wat hoger. Onder jongeren in bij mensen die werkzaam waren in de bouwnijverheid is het aantal WW-uitkeringen relatief sterk gestegen.

    In januari werden er 74.000 nieuwe WW-uitkeringen verstrekt en 45.000 beeindigd. Van die 45.000 werd minder dan de helft (47%) beeindigd vanwege werkhervatting, dat percentage lag een jaar geleden nog op 51%. Een dalend percentage geeft aan dat mensen meer moeite hebben om na werkloosheid weer terug te keren op de arbeidsmarkt dan een jaar geleden. Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van het aantal werklozen weer, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. De tabel laat zien hoe de werkloosheid verdeeld is onder leeftijdscategorieen en naar geslacht.

    Werkloosheid in Nederland is de laatste maanden sterk toegenomen (Bron: CBS)

    Werkloosheid Nederland verdeeld naar leeftijd en geslacht (Bron: CBS)

  • Verhandeld volume zilvermarkt wijst mogelijk op bodemvorming?

    Gisteren werd een recordvolume aan zilvercontracten verhandeld en zakte de prijs van het edelmetaal weg tot het laagste punt sinds juli vorig jaar. Als we er een grafiek van de afgelopen twee jaar bij pakken zien we dat er in augustus vorig jaar voor het laatst een dergelijk hoog volume aan zilvercontracten verhandeld werd. Kort daaa volgde een krachtige rally, die de zilverprijs in iets meer dan een maand tijd van $28 naar $35 per troy ounce bracht. als de geschiedenis zich herhaalt en de 'spike' in het aantal verhandelde contracten een indicator is voor de zilvermarkt, dan zouden we opnieuw een rally kunnen zien.

    Uiteraard kunnen we vandaag de dag nog niets met deze informatie, maar het is interessant om te zien hoe de zilverprijs zich de komende weken zal ontwikkelen. Men kan een verklaring vinden bij een dergelijk patroon, want er zijn verschillende aanwijzingen van manipulatie in de zilvermarkt. In het verleden hebben we meerdere malen geschreven over de manier waarop sommige handelaren op gezette tijden de markt overspoelen met nieuwe contracten zilver, waardoor de prijs onderuit gaat. Het massaal 'dumpen' van zilvercontracten is geen logische actie, omdat het de waarde van de onderliggende waarde sterk onderuit haalt. Een meer gedoseerde verkoopgolf kan door de markt beter opgevangen worden en levert de verkopende partij meer op.

    Men kan tot de conclusie komen dat de zilverprijs zo ver omlaag gebracht wordt met deze 'interventies' dat nieuwe kopers zich weer melden op de markt. We blijven de ontwikkeling in de gaten houden. Enige voorzichtigheid is geboden, want aankomende maandag lopen er veel opties op zowel goud- en zilvercontracten af op de COMEX. Vaak worden de prijzen van goud en zilver vlak voor deze datum even sterk omlaag gedrukt, zodat veel optiehouders hun winst zien verdampen.

    Onderstaande afbeeldingen zijn afkomstig van SilverDoctors.

    Zilverprijs is de afgelopen weken sterk gedaald, geeft het recordvolume van gisteren een bodem aan?

    In de zomer van vorig jaar zagen we ook een piek in volume zilvercontracten, daaa steeg de prijs met meer dan 20%

  • Tien regels voor beleggers van Bob Farrell

    1. Markten hebben de neiging terug te keren naar een gemiddelde

    Farrell vergelijkt de aandelenmarkt met een elastiek. Als de prijs te ver opgerekt is bereikt deze op een gegeven moment haar limiet. De spanning moet dan weer van het elastiek af voordat het weer opnieuw opgerekt kan worden. Deze cyclus ziet Farrell ook terug op de aandelenmarkt. Trends die te land doorgaan in een bepaalde richting zullen op een gegeven moment vanzelf afgebroken worden. Zelfs na een sterke opwaartse trend volgt er onherroepelijk een correctie, waardoor de aandelenkoersen terugkeren naar hun lange-termijn gemiddelde. 

    Onderstaande grafiek illustreert die ontwikkeling. In het rood is de standaarddeviatie van het 52-weeks gemiddelde weergegeven. Deze grafiek laat zien dat de aandelenmarkt blijft fluctueren tussen hoge en lage koersen. De stippellijn in de bovenste grafiek geeft de wisselende trend van 'bull market' naar 'bear market' weer. Het anticiperen op deze trends is volgens Bob Farrell de essentie van het 'risicomanagement' van de portfolio.

    2. Een extreme beweging in één richting leidt tot een extreme beweging in de andere richting

    Markten de te sterk zijn gestegen hebben de neiging om ook sterk te dalen, net als een pendule. Hoe groter de overwaardering op het ene moment, hoe groter de onderwaardering bij een correctie. Daarop is ook een wet van Newton van toepassing, die stelt dat er voor elke reactie een soortgelijke tegenractie is. Een extreme waardering op de aandelenmarkt is volgens Bob Farrell te omschrijven als een afwijking van meer dan drie standaarddeviaties van het 50-weeks gemiddelde. Die afwijking wordt nooit afgeremd door een lange consolidatiefase, maar door een scherpe correctie, zo merkt de Wall Street veteraan op.

    Onderstaande grafiek laat deze ontwikkeling zien over de afgelopen twaalf jaar. De grafiek die daar onder staat laat zien dat de afwisseling van bull markets en bear markets over de langere termijn een soortgelijk patroon kent. Telkens doorkruisde de S&P 500 index de trend over de lange termijn (zwarte stippellijn). Begin 2009 zakten we even door deze trend heen, maar als we er met iets meer afstand naar kijken zouden we tot de conclusie kunnen komen dat de huidige bear market nog niet voltooid is. Daarvoor is de correctie, vergeleken met de bull market die eraan vooraf ging, nog veel te klein geweest.

    3. Excessen zijn nooit permanent

    Er bestaat volgens Bob Farrell niet zoiets als een 'Nieuw Tijdperk' voor beleggingscategorieen. Of het nou gaat om aandelen, vastgoed, opkomende markten, grondstoffen, technologiebedrijven, spoorwegen of tulpenbollen, iedere keer bleek het credo “this time is different” niet geheel op zijn plaats.

    4. Exponentieel stijgende prijzen en sterk dalende koersen houden soms lang aan, maar corrigeren nooit zijwaarts

    Excessen kunnen langer stand houden dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen. Toch komen dit soort excessen, positief of negatief, nooit aan hun einde met een consolidatiefase. De correcties zijn doorgaans minstens zo krachtig als het exces dat eraan vooraf ging en komen vrij plotseling. Onderstaande grafiek laat zien hoe de S&P 500 aandelenmarkt reageerde op afwijkingen van het trendkanaal.

    5. Het publiek koop het meest op de top en het minst op de bodem

    Een pijnlijke constatering voor de doorsnee belegger is dat het sentiment vaak sterker aanwezig is dan ze zelf willen toegeven. De gemiddelde belegger is het meest optimistisch op de top van de markt en het meest negatief op de bodem. Navenant kopen ze vooral als de koers hoog staat en blijven ze weg als er een correctie heeft plaatsgevonden. De logica dicteert dat beleggers het beste kunnen wachten met kopen tot na een grote verkoopgolf. Helaas blijkt dat het tegenovergestelde te zijn van wat de meeste beleggers doen.

    Onderstaande grafiek illustreert dit gedrag. Beleggers storten meer geld in aandelenfondsen als de koersen zijn gestegen en halen geld weg als de koers gezakt is.

    6. Angst en hebzucht kunnen een langetermijn visie verstoren

    Bob Farrell merkt op dat optimisme, hebzucht en angst een negatief effect kunnen hebben op de lange termijn strategie van een belegger. Winst zorgt voor optimisme en zelfvertrouwen, terwijl verliezen juist gevoelens van spijt en angst opwekken. Beleggers kopen als gevolg van deze sentimenten op het verkeerde moment en ondermijnen hun lange termijn plan. Onderstaande grafiek laat zien dat er een sterke relatie is tussen pieken in het marktsentiment en in de aandelenkoersen. Momenteel bevinden we ons in terrein dat als extreem bullish kan worden aangemerkt. Als we Warren Buffett mogen geloven is dit een uitgelezen moment om te verkopen.

    7. Bull markets zijn het sterkst als ze over de hele linie stijgen

    Bob Farrell merkt op dat een rally het sterkst is als deze breed gedragen wordt door een groot aantal fondsen uit de aandelenindex. Een index die stijgt omdat een paar grote aandelen het bijzonder goed doen is geen degelijk fundament voor een rally. Ook de kleinere en minder bekende bedrijven moeten aan populariteit winnen op de beurs, wil de rally aanhouden. De ARMS-index is een volume-gebaseerde indicator die aangeeft hoe breed de beweging van de aandelenmarkt gedragen wordt. Onderstaande grafiek laat zien dat deze index correspondeert met correcties op de aandelenmarkt.

    8. De bear market kent drie fasen

    Een bear market kent doorgaans drie fasen. Eerst is er een plotselinge krachtige verkoopgolf, dan volgt een korte herstelfase die gevormd wordt door beleggers die gewacht hebben op een correctie en die willen instappen. Daaa zakt de markt verder weg op basis van een fundamentele overwaardering. Het is de kunst om als belegger een inschatting te kunnen maken van de markt, want de drie fasen van de bear market laten zien dat er genoeg tijd is om met een beperkt verlies uit te stappen.

    9. Als alle experts het met elkaar eens zijn, dan zal er iets gebeuren

    Sam Stovall, beleggingsstrateeg voor Standard & Poor's, zei eens: “Als iedereen optimistisch is, wie wil er dan nog kopen? En als iedereen negatief is, wie wil er dan nog verkopen?” Excessen worden opgebouwd als iedereen aan dezelfde kant van de handel zit. Zodra het sentiment omslaat wordt de beweging versterkt door een massale vlucht in de andere richting. Het vasthouden van een contraire strategie kan moeilijk zijn in tijden dat optimisme de boventoon voert. Tegelijkertijd is dat ook het geheim van het beperken van verliezen en het behalen van succes op de lange termijn. Howard Marks zei ooit het volgende:

    “Jezelf tegenhouden – en daarmee succesvol zijn als contraire belegger – is niet makkelijk. De zaken gecombineerd maken het moeilijk, zoals het natuurlijk kuddegedrag en de pijn van het niet meelopen met de trend. Door het momentum lijkt het enige tijd alsof de kudde gelijk heeft. (Daarom is het essentieel om het onderscheid te zien tussen te ver vooruit zijn op de tijd en het verkeerd hebben). Gegeven de onzekere aard van de toekomst, en daarmee de onzerkerheid over je beleggingsstrategie, is de uitdaging die je als eenzame contrarian aangaat.”

    10. Bull markets zijn leuker dan bear markets

    Het psychologische effect van stijgende koersen mag niet onderschat worden. Zo lang de aandelenmarkt blijft stijgen denken beleggers dat ze slim zijn, omdat hun portefeuille meer waard geworden is. Maar in werkelijkheid kan de waardestijging van hun portfolio vaak worden toegeschreven aan 'geluk' dan aan intelligentie. Ze nemen aan dat de stijging van de waarde van hun aandelenportefeuille toe te schrijven is aan hun eigen kunde, terwijl ze vaak niet de verantwoordelijkheid durven te nemen voor verliezen. Het is vergelijkbaar met het sentiment van een gokker, die in slechte tijden blijft hopen op dat ene moment van geluk.

    Bull markten zijn daarom ook leuker dan bear markten, maar toch dringt het niet bij alle beleggers door dat elke bull market gevolgd wordt door een bear market. Het is dus neit de vraag of er een correctie komt, maar wanneer deze zal plaatsvinden.

  • Bank of England dichter bij extra monetaire verruiming

    Het comité van de Bank of England bestaat uit negen personen, dus waren de drie stemmen voor uitbreiding van het stimuleringsprogramma van £375 naar £400 onvoldoende. Het standpunt van de gouveeur van de Britse centrale bank is dus veranderd, maar hij wist de rest van het comité niet te overtuigen dat meer stimulering nodig was. Wel bereikten de negen leden van de Bank of England overeenstemming over het opnieuw beleggen van obligaties die in maart aflopen. Daarbij komt in één keer £6,6 miljard vrij.

    Uit de notulen van de Bank of England valt op te maken dat de centrale bank verwacht dat de rente nog enige tijd boven de 2% zal blijven. Dat moet eigenlijk reden zijn om de rente te verhogen, maar de leden van het comité waren het erover eens dat die op 0,5% moest blijven om de economie te ondersteunen. Later dit jaar kan de inflatie volgens de centrale bank zelfs oplopen naar 3%. George Buckley, Brits econoom van de Deutsche Bank, zei het volgende over de notulen van de Bank of England: “Het lijkt erop dat de lat voor een soepel monetair beleid lager ligt dan we aanvankelijk dachten”.

    Meer stimuleren

    Net als de Federal Reserve spreekt ook de Bank of England haar zorgen uit over de stand van de economie. De Britse economie doet het op papier nog slechter dan die van de VS, want de groei is lager en de inflatie ligt op een hoger niveau. Pier Carlo Padoan, hoofdeconoom bij de OESO, zei tegenover de Telegraph dat een krachtig herstel van de Britse economie niet voor de hand ligt. Hij voegde eraan toe dat meer monetaire stimulering nodig is als de groei van de economie aan momentum verliest. Volgens Padoan moet de Britse overheid meer investeren in infrastructuur en woningen en moet ze haar belastingwet aanpassen om te voorkomen dat bedrijven hun winsten naar het buitenland exporteren. Ook zou hij gezegd hebben dat de Britse bedrijven – met hulp van de overheid – meer ambitie moeten laten zien in het buitenland, vooral in de emerging markets.

    Ook de Bank of England zelf is van mening dat de Britse overheid meer moet stimuleren. Door gericht te interveniëren kan ze de economische activiteit stimuleren. De volledige notulen van de bijeenkomst van 6 en 7 februari zijn hier te vinden.

    Britse pond zakt weg

    Door de zwakke economische groei van het Verenigd Koninkrijk, de relatief hoge inflatie en het soepele monetaire beleid van de centrale bank is de waarde van het Britse pond sterk onder druk komen te staan. De munt heeft sinds het begin van dit jaar al 6,5% van haar waarde verloren ten opzichte van de dollar, de wisselkoers staat op het laagste munt sinds juni vorig jaar. Gisteren bereikte het pond ook het laagste  koers tegenover de euro in 15 maanden tijd.

    John Stopford van Investec Asset Management zei tegenover de Telegraph dat het Britse pond haar status als veilige haven verloren heeft. “Het tekort op de betalingsbalans is groter, het begrotingstekort wordt niet veel kleiner, de coalitie verzwakt, de inflatie is nog steeds problematisch en waarschijnlijk wordt het Verenigd Koninkrijk binnenkort afgewaardeerd”. Afgelopen maand sprak de Telegraph Money met experts die waarschuwden dat het Britse pond dit jaar 20% van haar waarde zou kunnen verliezen.

    Mervyn King stemde voor uitbreiding van het QE-programma naar £400 miljard, maar hij kreeg de meerderheid niet mee

  • Handelstekort Japan stijgt naar nieuw record

    In januari vorig jaar was het tekort op de handelsbalans van Japan ook al bijzonder groot, dus het kan ten maken hebben met bepaalde seizoensinvloeden. Toch is de ontwikkeling zorgelijk, want het onderuit manipuleren van de Japanse yen heeft blijkbaar nog niet het gewenste effect opgeleverd. Weliswaar steeg de export in januari met 6,4% in vergelijking met een jaar geleden en was het de eerste keer in acht maanden tijd dat de export uberhaupt een positieve maand-op-maand ontwikkeling liet zien. De toename van de export vergeleken met een maand eerder was ook hoger dan de 2,6% waar analisten op rekenden.

    In januari 2013 kwam de totale export uit op ¥4.799 miljard, gestimuleerd door een toename van 10,9% in de export naar de VS. Helaas zag Japan haar afzetmarkt in Europa juist dalen, want hier werden 4,5% minder Japanse goederen en diensten verkocht dan een jaar geleden. De zwakke vraag vanuit Europa kan worden toegeschreven aan de Europese schuldencrisis, waardoor er minder geconsumeerd wordt. Door de relatief sterke euro zouden Japanse producten met name in de Eurozone aantrekkelijker moeten worden. Toch wist de Japan export daar nog niet echt van te profiteren.

    Econoom Taro Saito van het NLI Rsearch Institute vertelde de Wall Street Joual dat de export naar Europa en de VS in januari zwakker was dan verwacht. De export naar China groeide overigens met 3% ten opzichte van januari 2012, alhoewel economen opmerken dat dit cijfer beïnvloedt wordt door de timing van het Chinese Nieuwjaar. Die werd vorig jaar gevierd in januari en dit jaar in februari. Een eventuele impuls in de aankopen van Japanse goederen zit dit jaar dus nog niet in de cijfers van januari verwerkt. Het is moeilijk hard te maken hoe groot de impact van dit verschil is op de totale export van Japan naar China. China is de belangrijke handeslpartners voor Japan, want men verwacht dat China voor het zevende jaar op rij de grootste exportmarkt zal worden voor Japan.

     

    Handelsbalans Japan laat grootste tekort ooit zien

    Import duurder

    Het goedkoper maken van de eigen munt is als een mes dat snijdt aan twee kanten. De exportpositie wordt sterker, maar import van goederen die afgerekend moeten worden in een andere valuta worden juist duurder. Een economie die sterk afhankelijk is van de import van bepaalde goederen kan dus minder profijt halen uit het goedkoper maken van de munt. De totale kosten die de Japanse economie in januari maakte voor de import van energie vielen 7,3% hoger uit dan een jaar geleden. De cijfers laten zien dat de totale importkosten van olie 33,7% hoger uitvielen. Voor de import van LPG rekende Japan 11,4% meer af dan een jaar geleden.

    De importkosten van energie zijn sinds de aardbeving van maart 2011 omhoog geschoten, omdat er onder publieke druk veel nucleaire energiecentrales zijn gesloten. Om het verlies aan energie-opwekking op te vangen importeert Japan sindsdien veel meer olie en gas.

     

    Japanse handelsbalans is structureel uit het lood geslagen

  • Goudprijs opnieuw in een death-cross formatie

    De Financial Times meldt vandaag op twitter dat de goudprijs officieel een death-cross formatie heeft gevormd, een bijzonder negatief signaal volgens de technisch analisten. De daling van de goudprijs van de afgelopen maanden kan aan verschillende ontwikkelingen toegeschreven worden. De stijging van de aandelenkoersen, gecombineerd met een lage volatiliteit, neemt angst weg en lokt meer beleggers naar de beurs. Daaaast is de rente op Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties weer aan het stijgen, waardoor de reële rente minder negatief wordt. wie de goudprijs van een langere periode erbij pakt zal zien dat het edelmetaal vooral snel in prijs stijgt bij een negatieve reële rente.

     

     

    Death-cross formaties

    Bij de huidige consolidatiefase in goud hebben de lijnen van het 50-daags en het 200-daags gemiddelde elkaar wel vaker gekruisd. Onderstaande grafiek van Netdania (h/t: geel ijzer van Goudstudieforum) laat zien dat we over een periode van iets meer dan een jaar drie death-cross formaties hebben gezien, inclusief die van vandaag. Eind 2011 zagen we de eerste death-cross, maar die had geen verdere koersdaling tot gevolg. Integendeel, de goudprijs steeg vrijwel direct daaa in een maand tijd met ongeveer $200 per troy ounce! Beleggers die op basis van het death-cross signaal uitstapten liepen een krachtige herstelfase mis waarin de goudprijs met meer dan 10% omhoog schoot.

    De tweede death-cross formatie vond plaats in april 2012, toen de goudprijs net was teruggekomen van de prijs van bijna $1.800 per troy ounce die de maand daarvoor bereikt werd. Pas in augustus, vier maanden later, begon de goudprijs weer te stijgen richting de oude top van bijna $1.800 in maart. Echt teleurstellend konden we de prijsontwikkeling na deze twee death-cross formaties niet noemen. Vandaag zakte de goudprijs onder de $1.600 en onder de €1.200 per troy ounce, niveaus die we al lang niet meer gezien hebben. De goudprijs staat in € zelfs op het laagste punt sinds begin augustus 2011. In dollars staat de goudprijs op het moment van schrijven op de laagste koers sinds juli vorig jaar.

    De derde death-cross formatie in iets meer dan een jaar tijd (via Goudstudieforum, data van Netdania)

  • Recordvolume zilver verhandeld op de COMEX

    Een geschat volume van 376.301 zilvercontracten correspondeert met een belofte op levering van in totaal 1,88 miljard troy ounce zilver. SilverDoctors merkt op dat een dergelijk volume correspondeert met een wereldwijde mijnproductie van 902 dagen of 2,5 jaar. Het blijft verbazingwekkend dat men nog steeds de papieren termijnmarkt voor zowel goud als zilver gebruikt om de prijs van het feitelijke metaal te bepalen. Er wordt namelijk een veelvoud aan beloftes op zilver en goud verhandeld op de COMEX, beloftes die niet allemaal nagekomen kunnen worden met levering van fysiek edelmetaal.

    Hedgen op de termijnmarkt

    Op de termijnmarkt zijn producenten, afnemers en speculanten actief. De eerste twee gebruiken de termijnmarkt om hun fysieke zilvervoorraad af te dekken tegen prijsschommelingen. De waarde van een voorraad zilverbaren kan gestabiliseerd worden door een shortpositie van gelijke omvang in te nemen op de termijnmarkt. Daaaast zijn er speculanten actief op de markt, die door middel van arbitrage proberen geld te verdienen aan een stijging of daling van de zilverprijs. De extreme volatiliteit van zilver maakt de handel in dit metaal lucratief voor professionele ’traders’.

    Een prijsdaling die volgt uit een groeiend aanbod van zilver op de termijnmarkt is gunstig voor beleggers die fysiek zilver willen kopen. Het stelt ze in staat het edelmetaal tegen een onderdrukte prijs in te kopen. De termijnmarkt wordt gedomineerd door verkopende partijen die nooit al het edelmetaal kunnen uitleveren dat ze aanbieden en kopers die vooral belangstelling hebben voor een blootstelling aan de prijs (en maar zelden voor fysieke uitlevering van edelmetaal). Deze overeenkomst tussen kopers en verkopers op de termijnmarkt houdt de handel in papieren contracten op goud en zilver levendig.

    Short squeeze?

    Wanneer een grote hoeveelheid contracten long omgezet moet worden in fysiek zilver zal er een zogeheten ‘short squeeze’ ontstaan in de termijnmarkt voor zilver. Op dat moment zal men ontdekken wat de werkelijke waarde van zilver is, zonder de invloed die de termijnmarkt heeft op de prijsvorming. Tot die tijd blijven beloftes op levering van zilver de prijs van het metaal zelf dicteren.

    Gisteren zakte de zilverprijs in een zeer kort tijdsbestek van enkele uren weg van meer dan $30 naar bijna $29,50 per troy ounce. Vandaag zakte de zilverprijs nog wat verder weg tot minder dan $29 per troy ounce. Onderstaande grafiek laat de koersdaling zien.

    De zilverprijs zakte in korte tijd weg tot bijna $29,50 per troy ounce (Bron: Kitco)

  • Grafiek: Nieuwbouw woningen VS (voor en na correctie)

    In plaats van de te corrigeren voor mogelijke seizoensinvloeden rapporteert het Census Bureau juist steeds hogere cijfers. In januari 2013 kwam het aantal Housing Starts gecorrigeerd voor seizoensinvloeden uit op een geannualiseerd cijfer van 925.000, een stijging van 1,8% ten opzichte van december en zelfs 35,2% meer dan de eerste maand van vorig jaar.

    Zero Hedge zet vraagtekens bij de integriteit van de seizoenscorrecties die het Census Bureau maakt, want de marge tussen de feitelijke 'Housing Starts' en datgene wat er na correctie voor seizoensinvloeden overblijft wordt steeds groter. Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van beide cijfers (de gecorrigeerde en de niet-gecorrigeerde) weer vanaf december 2010. Wat opvalt is dat het Census Bureau de seizoenscorrectie de laatste twee jaar steeds verder heeft opgerekt. In de eerste maand van 2013 waren er feitelijk maar 58.500 “housing starts”, het laagste aantal sinds maart 2012. Destijds werd het voor seizoensinvloeden gecorrigeerde cijfer gepresenteerd als 706.000 housing starts op jaarbassis, oftewel 184.000 minder dan de gecorrigeerde cijfers over januari 2013 laten zien.

    Kort gezegd werden er in januari 2013 feitelijk ongeveer evenveel housing starts geregistreerd als in maart 2012, maar door de cijfers steeds verder te verhogen onder het mom van “seizoenscorrectie” zijn er nu op jaarbasis opeens 184.000 meer housing starts dan in maart vorig jaar. Door deze cijfers steeds rooskleuriger te presenteren wekt het Census Bureau de indruk dat het herstel op de Amerikaanse huizenmarkt veel sterker is dan feitelijk het geval is.

    De tweede grafiek laat zien dat de seizoenscorrectie in 2010 en 2011 nog relatief beperkt was, maar dat deze aanpassing in 2012 opeens een eigen leven ging leiden. Het is de vraag hoe het Census Bureau invulling geeft aan die seizoenscorrectie, die tot een steeds grotere discrepantie heeft geleidt tussen werkelijke en gerapporteerde housing starts.

    Steeds grotere kloof tussen feitelijke en gecorrigeerde housing starts (Bron: Zero Hedge)

    In 2012 was het voor seizoensinvloeden aangepaste cijfer veel beter dan het feitelijke cijfer (Bron: Zero Hedge)