Categorie: Columns

  • Internationale handelsverdragen schaden de welvaart

    In 2013 startten vertegenwoordigers van de EU en de VS gesprekken over een Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Het verdrag moest uitdrukking geven aan de werkelijkheid van een wereldeconomie die steeds meer gebaseerd is op wereldwijde dienstverlening. TTIP zou voor miljoenen nieuwe banen zorgen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Het verdrag zou de economie in beide werelddelen een impuls geven en dat zou goed van pas komen. De economische groei stagneert alweer een reeks van jaren en kan goed een impuls gebruiken. Voor beleidsmakers aan beide zijden van de Oceaan was het TTIP bijna een visioen.

    Na drie jaar van heimelijk onderhandelen achter gesloten deuren, lijkt het erop dat het TTIP gewoon bij het oud vuil zal belanden. Het TTIP lijkt slachtoffer te worden van de groeiende politieke onrust, wantrouwen en woede in zowel de VS als de EU, die zich vooral richt op de zittende politieke en economische elite. Die zijn de hoofdschuldigen van de groeiende ongelijkheid in westerse landen als gevolg van het proces van globalisering.

    Het zou zomaar kunnen dat die woede minder is gebaseerd is op onderbuikgevoelens, zoals de meeste media suggereren, maar op harde feiten. Het zou zo maar kunnen dat het proces van globalisering veel meer schade heeft aangericht, dan beleidsbepalers steeds maar weer beweerd hebben. De teloorgang van de Amerikaanse industrie kan daarbij als voorbeeld dienen.

    ttip

    “Internationale handelsverdragen schaden de welvaart”

    Globalisering

    Het proces van globalisering begon op gang te komen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Tot dan toe verhoogde de industrie op de gebruikelijke manier de winstgevendheid door kapitaalsinvesteringen. Vanaf dat decennium startte echter een proces waarbij de productie volledig naar het buitenland verplaatst werd. Dat was de kortste weg naar winstmaximalisatie. De cijfers zijn onthutsend. In 1970 droeg de industrie 20% bij aan de werkgelegenheid. Vandaag de dag is dat nog amper 8%. Alleen al sinds 2000 zijn er in de VS vijf miljoen banen in de industrie verloren gegaan en dat is niet alleen te wijten aan de voortschrijdende automatisering en robotisering. Ondanks dat is de industrie in landen als Duitsland en Japan nog steeds goed voor respectievelijk 20% en 17% van de werkgelegenheid.

    De versmalling van de industriële basis in de VS gaat gepaard met een daling van de productiviteit. In de jaren zeventig groeiden de unit labour costs met maar liefst 6,8% om in het daarop volgend decennium terug te zakken naar 3,6%. Aan het begin van deze week beliep de groei een magere 1,2%. De dalende productiviteit ging gepaard met een explosie van investeringen buiten de VS. Die bedragen nu een verbluffende $4 biljoen tegen amper
    $100 miljoen in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

    Het gaat echter te ver om die explosie aan buitenlandse investeringen puur en alleen toe te schrijven aan het proces van industriële offshoring. Wel kan aangetoond worden, dat de val in industriële werkgelegenheid, daling van de productiviteit en stagnerende economische groei en loonontwikkeling mede het gevolg zijn van krakkemikkige handelsverdragen en een onmogelijkheid van valutaire aanpassingen waardoor scheve handelsverhoudingen weer in evenwicht konden komen.




    Handelsverdragen

    Recente studies van bijvoorbeeld de Fed en Yale School of Management tonen aan dat het verlies van 18% van de industriële banen tussen 2001 en 2018 grotendeels is toe te schrijven aan de beslissing van president Clinton om de handelsrelaties met China te normaliseren. Dat mondde uit in wat heet the 'China Trade Shock'. Het waren de Amerikaanse werknemers en meer in het algemeen de Amerikaanse economie die de rekening betaalden van deze fatale beslissing. De les luidt dat exporten banen creëren, maar op de wat langere termijn gaat het om de netto-exporten. Landen als de VS en het Europese continent hebben sinds jaar en dag een handelstekort ten opzichte van China. Dat laatste land weigert echter zijn valuta te laten zweven, waardoor aanpassingen in de handel slechts beperkt mogelijk zijn. Die aanpassingen gebeuren dus niet en dat vertaalt zich uiteindelijk dat in een versnelde offshoring, stagnerende economische groei en stagnerende economie. Nu deze feiten meer en meer naar buiten komen, is de groeiende weerzin tegen handelsverdragen goed te begrijpen en goed te duiden. Het maakt ook duidelijk waarom Donald Trump zo populair is. Zowel het Democratische als het Republikeinse establishment hebben zich steeds vierkant geschaard achter deze allesomvattende handelsverdragen en hebben de bevolking de rekening laten betalen. Donald Trump ageert hier tegen. Evenals Ronald Reagan lijkt hij beter de vox populi te verstaan dan zijn tegenstrever Hillary Clinton, de vrouw van…….. juist! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • War on cash: Langetermijnplanning voor meer staatscontrole

    War on cash: Langetermijnplanning voor meer staatscontrole

    In verschillende landen heeft men wetten uitgevaardigd om cashtransacties boven een bepaald bedrag te verbieden. De Belgische overheid verbiedt de cashbetaling van facturen boven 3.000 €. In Frankrijk mag er bijvoorbeeld geen cash meer verhandeld worden boven een bedrag van 1.000 €. Uruguay hanteert een bovengrens van 5.000 dollar. Larry Summers, gedurende 2 jaar de belangrijkste financieel adviseur van Barack Obama, wil het 100 dollarbiljet afschaffen. De Europese Centrale Bank heeft reeds besloten de biljetten van €500 uit productie te nemen. In landen zoals Zweden, Noorwegen, Denemarken, Israël en zelfs India wordt er gepleit om cashgeld volledig af te schaffen.

    Officiële uitleg

    Het gebruik van cash wordt door autoriteiten meer en meer beschouwd als een verdachte activiteit. De officiële uitleg voor deze ontwikkeling is om belastingontduikers beter te kunnen opsporen, maar ook om drugskartels, terroristische organisaties en andere criminelen de mogelijkheid te ontnemen om hun zwart geld wit te wassen. Die criminele activiteiten gebeuren echter ook met aandelen en andere goederen of diensten. Het is weinig waarschijnlijk dat een cashverbod illegale transacties zullen doen ophouden.



    Geheime agenda

    Wie publiceerde op 23 augustus 2015 het anonieme stuk "The case for retiring another barbarous relic" in de invloedrijke Britse zakenkrant "The Financial Times"? In dit artikel wordt er gepleit om cash goeddeels af te schaffen en om centrale banken en regeringen meer macht te schenken. Dit is maar een enkel voorbeeld van de discussie die omtrent dit thema gevoerd wordt. De bekende en goed geïntroduceerde Amerikaanse econoom Martin Armstrong is een van de weinigen die melding heeft gemaakt van een op 18 mei 2015 in Londen georganiseerde geheime ontmoeting in het Mandarin Oriental Hyde Park-hotel. Gespreksonderwerp: het beëindigen van het gebruik van cash. Waren aanwezig: twee wereldwijd bekende economen, Kenneth Rogoff van Harvard University en Willem Buiter van de Amerikaanse megabank Citigroup, maar ook vertegenwoordigers van de Amerikaanse, Europese, Zwitserse en Deense centrale bank. Wat wordt ons niet verteld?

    cash-euros

    War on cash betekent meer staatscontrole

    Echte motieven voor eliminatie cash

    Vele overheden hebben torenhoge schulden opgebouwd en met het terugvallen van de wereldeconomie moeten die steeds meer op zoek naar extra belastinginkomsten. Het zichtbaar maken van inkomsten- en vermogensstromen lijkt op het eerste gezicht een valide argument te zijn om cashgeld te verbannen. Enige research leert echter dat er verborgen redenen spelen die veel belangrijker zijn. Een van de basisstrategieën van de centrale banken om de economie drijvend te houden is de zogenaamde nulrentepolitiek. Een van de gevolgen van dit beleid is dat momenteel 75% van alle obligaties in de eurozone en in Japan een negatief rendement vertonen. Een structurele trend die uiteindelijk ook het spaargeld aantast: in Zwitserland is de Alternative Bank Schweiz de eerste Europese bank die depositohouders een negatieve rente aanrekent. De spaarder die tegenwoordig enig rendement wil behalen, heeft geen andere keuze dan om z'n geld te beleggen in aandelen, obligaties, kunst en vastgoed. Met speculatiebubbels in die markten als gevolg. Teneinde gezinnen en bedrijven de mogelijkheid te ontnemen aan negatieve rentestanden te ontsnappen, is het uitschakelen van cash een noodzakelijke beleidsmaatregel. Dergelijke ingreep zet bedrijven immers ertoe aan te investeren en gezinnen om te consumeren. Bovendien, zo redeneert men van hogerhand, beschermt een cashloze samenleving kwetsbare - Europese - banken tegen bankruns en dus tegen hun ineenstorting.

    Toenemende staatscontrole

    Wat zijn de gevolgen van deze oprukkende jacht op cash? Door het uitsluitend elektronisch maken van geld kan de fiscus precies zien wie, wat, waar en hoe bedrijven en gezinnen kunnen worden belast. Geld vertegenwoordigt vrijheid en onafhankelijkheid voor het individu. Met deze 'war on cash' - trend wordt privacy een dood concept. Martin Armstrong ziet het grote gevaar van overheden die steeds meer evolueren in de richting van economisch totalitarisme, maar hij is zeker niet de enige...
    "Het elimineren van cash is bijzonder gevaarlijk. Reeds jaren waarschuw ik dat we nooit meer zullen terugkeren naar een goudstandaard - we zijn helemaal op weg naar elektronisch geld. Op dit punt wordt de regering een economische dictator die controle tracht te behouden over haar imploderende - corrupte - systeem. Ze zullen de ondergrondse economie samen met de drugshandel trachten uit te schakelen. Ze proberen opzettelijk iedereen te beletten financiële activa te kopen of verkopen zonder toestemming van de regering. Om dat te bewerkstelligen dient cash te worden afgeschaft en kan een maximale belasting van 100% worden opgelegd. Het is op deze manier dat het Westen bezig is zelfmoord te plegen - door het vernietigen van de globale economie."

    Conclusies

    De opmars naar een cashloze samenleving lijkt niet te stuiten. We zijn op weg naar het einde van geld en privacy zoals we dat vandaag kennen. Wat is de basis van welvaart ? Niet consumptie en de daaraan gerelateerde schuldenopbouw zoals vele neo-Keynesianen menen. De geschiedenis bewijst dat slechts een vrije, evenwichtige productie en kapitaalopbouw een economie duurzaam aandrijven. In die zin is de tendens van overheden die steeds meer greep willen krijgen op geld en economie bijzonder verontrustend. Hebben de beleidsmakers dan niets geleerd van de implosie van de zwaar gestuurde Sovjet-economie in 1991?

    Dirk Bauwens

    (Dit artikel verscheen eerder op mijn blog systeemcrisis.blogspot.nl)

  • Papiergoud is geen goud

    Afgelopen week dook er een verhaal op over Xetra-Gold, een beleggingsobject dat op de Duitse beurs verhandeld wordt en dat de mogelijkheid biedt tot fysieke uitlevering van goud. Deze belofte werd onlangs gebroken, toen een klant van Deutsche Bank erachter kwam dat hij zijn Xetra-Gold belegging niet kon omzetten in fysiek goud.

    Zonder een duidelijke verklaring werd hem duidelijk gemaakt dat hij het beste zijn positie in Xetra-Gold kon verkopen, om vervolgens met de opbrengst bij een ander adres goud te kopen. Dat nieuws kwam op een Duitse website en bereikte vervolgens al snel Zero Hedge. Zelfs Deutsche Bank voelde zich genoodzaakt te reageren en plaatste op vrijdag een verklaring op haar website.

    Fysieke uitlevering

    Volgens de aanbieders van Xetra-Gold vertegenwoordigt ieder aandeel 1 gram goud, dat grotendeels gedekt wordt door goudstaven in een kluis in Frankfurt. De rest van het goud staat op een gewichtsrekening bij de smelterij, om de fysieke uitlevering van goudbaren gemakkelijker te maken.

    Maar wat er niet bij verteld werd is dat je voor de fysieke uitlevering niet alleen afhankelijk bent van Xetra-Gold, maar ook van de bank of broker waar je het product hebt aangekocht. En dat betekent dat het blijkbaar lang niet altijd zeker is of je als belegger fysiek goud kunt krijgen.

    Papiergoud is geen fysiek goud

    Een papieren claim op goud is niet hetzelfde als fysiek goud in eigen bezit. Dat heb ik eerder ook al eens geschreven, maar ik kan het niet vaak genoeg benadrukken. Onder normale omstandigheden zal het geen probleem zijn om je papieren claim om te zetten in fysiek goud, maar dat wordt anders als er krapte in de goudmarkt ontstaat. goldprice-afbeeldingVeel afgeleide beleggingsproducten die zich voordoen als goud (papiergoud) worden gedekt door een goudvoorraad die slechts in bruikleen is gegeven door een zogeheten bullion bank. Moeten zij aan een leveringsverplichting voldoen, dan is het al snel gedaan met de inwisselbaarheid voor fysiek goud... Dat is de reden waarom ik de voorkeur geef aan het privé bezit van gouden munten en goudbaren. Wilt u om veiligheidsreden toch geen goud in huis hebben? Dan informeren we u graag naar de mogelijkheden om het goud zo veilig mogelijk voor u op te slaan. U kunt contact met ons opnemen via [email protected] en +31(0)88 46 88 488. Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

  • Als je voor een dubbeltje geboren bent…

    Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben aardig wat omwentelingen plaatsgevonden. Bijvoorbeeld de technologische revolutie, vele nationale onafhankelijkheidsbewegingen en revoluties, de tweede feministische golf, de globalisering, de bevolkingsexplosie, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, de digitale revolutie, om maar enkele te noemen.

    Wat onderschat wordt is het belang van de enorme toename van en veranderingen in het onderwijs. Het analfabetisme is in de meeste landen grotendeels uitgeroeid, alhoewel er nog steeds sprake is van teveel laaggeletterdheid. De deelname aan basis- en vervolgonderwijs en ook aan hoger onderwijs is sterk gegroeid, en vele beroepen zijn verwetenschappelijkt.

    Deze ontwikkelingen zijn zeer bewust nagestreefd vanuit regeringen en internationale organisaties. Het verhogen van het onderwijsniveau van de bevolking werd zeker sinds de jaren veertig als een van de belangrijkste maatschappelijke doelstellingen vastgesteld. Het recht op onderwijs, tot op het niveau van het academisch onderwijs, werd verankerd in vele documenten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

    Deze vooruitgang werd zeker in Nederland breed gedragen, door alle belangrijke politieke en religieuze stromingen. De uitdrukking ‘verheffing van het volk’ werd ook op onderwijsgebied gebruikt als belangrijke motivatie. Daarbij kan de ontwikkeling sinds 1945 van de welvaartsstaat als richtinggevend sociaaleconomisch model genoemd worden, waardoor het ook als een belangrijke overheidstaak werd gezien om initiatieven te nemen tot verruiming van de onderwijsmogelijkheden inclusief de financiering daarvan.

    Merit = IQ + effort

    Daar kwam nog iets bij. Veel van de sociale en politieke bewegingen die in Nederland dragers waren van het welvaartsmodel zagen in onderwijs ook een mogelijkheid om de sociale verhoudingen te veranderen. Was tot dan sociale afkomst een belangrijke zo niet beslissende factor om in de samenleving leidende posities in te nemen, nu werd gehoopt en verwacht dat dankzij al die onderwijsmogelijkheden voor iedereen persoonlijke kwaliteiten doorslaggevend zouden worden. En de meest genoemde persoonlijke kwaliteiten waren: intelligentie, en iemands eigen inspanningen om vooruit te komen. Voor iedereen zou het mogelijk worden om iets te bereiken in de samenleving overeenkomstig die kwaliteiten. Niet meer zou gelden: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje’, zoals cabaretier Louis Davids vóór de oorlog zong. En daarmee werd het democratisch ideaal nog dichterbij gebracht. Iedereen gelijke kansen. Michael Young vatte dat als volgt samen: ‘Merit = IQ + effort’. Vandaar de uitdrukking ‘meritocratie’. Meritocratie-boekWat is daarvan terecht gekomen? Is de Nederlandse samenleving nu echt meritocratischer geworden? Om die vraag te beantwoorden is dit jaar bij de Amsterdam University Press een belangwekkende studie verschenen onder de titel Meritocratie – Op weg naar een nieuwe klassensamenleving?, samengesteld door Paul de Beer en Maisha van Pinxteren. Met een grote hoeveelheid van gegevens wordt aangetoond dat vanuit meritocratisch oogpunt gezien veel bereikt is. De deelname aan het vervolg- en hoger onderwijs is enorm gegroeid, in velerlei opzichten. En dan hebben wij het over de deelname uit alle sociale klassen. Dat zijn resultaten die slechts mogelijk waren dankzij de omvangrijke inzet van financiële middelen door de overheden. En natuurlijk ook door de sterk toegenomen welvaart en sociale zekerheid die het ook voor gezinnen met lage inkomens gemakkelijker maakten dat hun kinderen konden gaan doorleren. En daarmee zijn er meer mogelijkheden ontwikkeld om door te stromen vanuit lagere sociale posities naar hogere.

    De nieuwe politicus

    Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in de landelijke politiek. Om minister of Kamerlid te worden speelt afkomst nauwelijks nog een rol. Het zijn allemaal mensen met de hoogste diploma’s. Afkomst is vervangen door opleiding. Het is niet meer een aristocratische elite die regeert maar een meritocratische. En deze mensen zijn afkomstig uit alle lagen van de bevolking. Dat zien wij in alle beroepen. Dat is op zich een positieve ontwikkeling.

    Nature and nurture

    Maar als wat nauwkeuriger gekeken wordt naar de beschikbare gegevens, dan geeft dat mij aanleiding tot minder positieve bespiegelingen. Blijkt bijvoorbeeld dat afkomst wel degelijk een belangrijke rol blijft spelen. Maar dan een afkomst die verschilt van de oorspronkelijke aristocratische bronnen van macht. Intelligentie blijkt tot op zekere hoogte erfelijk. Bovendien zijn de omstandigheden waaronder kinderen van hoogopgeleiden opgroeien, voor hun verdere ontwikkeling veel beter dan die van laagopgeleiden. In de gezinnen van de hoogopgeleiden is een grotere deelname aan allerlei culturele terreinen. Ook zijn hoogopgeleide ouders op onderwijsgebied meestal actievere en bekwamere begeleiders van hun kinderen dan laagopgeleiden. De milieus van die gezinnen verschillen dikwijls ook sterk in taalvaardigheid, zeker de taalvaardigheid die er toe doet, bijvoorbeeld ‘correct’ Nederlands spreken en de omvang van de woordenschat. Veel van de hoogopgeleiden hebben een grote spreekvaardigheid mede dankzij hun eigen milieus van afkomst en de activering die uitgaat van manieren van omgang met elkaar tijdens de universitaire studie. En van niet te onderschatten betekenis zijn activiteiten als voorlezen en lezen. Kortom, nature en nurture vervullen beide belangrijke functies voor de ontwikkeling van kinderen.

    Belangentegenstellingen

    Daar komt bij dat er aanwijzingen zijn dat de hoogopgeleiden goed voor zich zelf weten te zorgen. Zij behoren meestal tot de hogere inkomensgroepen, wonen in de ‘betere’ buurten, hebben betere arbeidsvoorwaarden als een vaste baan, hebben het meeste bezit, domineren in de politiek, hebben minder kans op werkloosheid, worden ouder en genieten langer van hun pensioen, en maken overmatiger dan andere sociale groepen gebruik van publieke en publiek gefinancierde voorzieningen als theaters en musea. En dat versterkt in hoge mate de mogelijkheden voor creatie van de noodzakelijke voorwaarden voor de ontwikkeling van hun kinderen. Hoogopgeleiden zijn ook veel meer kosmopolitisch georiënteerd, de wereld is hun referentiekader en markt van kansen. Dit in tegenstelling tot laagopgeleiden die veel kwetsbaarder zijn voor de gevolgen van de globalisering, bijvoorbeeld de toegenomen concurrentie op de lokale arbeidsmarkten, de verplaatsing van producties naar lagelonenlanden, en de komst van migrantengroepen in volkswijken. Daar komt bij dat steeds meer sprake is van verdringing op de arbeidsmarkten, verdringing van lager opgeleiden door hoger opgeleiden: 30 % van de academici werkt op een te laag niveau, 80 % van de werkenden in de elementaire beroepen zijn te hoog opgeleid. Hoog en laag hebben niet alleen verschillende belangen maar spreken ook een andere taal. En als iemand ‘faalt’ in zijn meritocratische ontwikkeling dan loopt hij kans het stempel van ‘eigen schuld’ opgedrukt te krijgen. Er is een groot wantrouwen gegroeid ten aanzien van hoogopgeleiden. Dat alles zou wel eens een doorslaggevende betekenis kunnen hebben voor de opkomst en stabilisatie van het populisme.

    Diploma-democratie

    Kortom, er zijn duidelijke belangentegenstellingen tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden. En ook culturele verschillen. Wie beschikt wel of niet over de taalvaardigheid en presentatiekwaliteiten die tegenwoordig worden verondersteld voor het vervullen van politieke ambten? Niet voor niets heeft de uitdrukking ‘diploma-democratie’ opgang gemaakt. De samenstelling van de Kamers en van andere vertegenwoordigende instellingen is opnieuw geen afspiegeling van de samenstelling van de bevolking. Misschien moeten wij concluderen dat nog steeds sprake is van een klassensamenleving, maar dan sociale klassen waarbij opleiding een doorslaggevender rol vervult. Dat geldt eens te meer als hoogopgeleiden niet alleen in de politiek maar ook in het bedrijfsleven beslissende posities gaan innemen. Er heeft zich terecht een intensief debat ontwikkeld over de grote en sinds de Tweede Wereldoorlog toegenomen ongelijkheid in inkomen en vermogen. In dat debat zou meer aandacht gegeven moeten worden aan de rol die opleiding en daaraan verbonden en betrekkelijk nieuwe afkomstkenmerken daarbij vervullen. De samenleving is inderdaad meritocratischer geworden. Maar daarmee is zij ook weer aristocratischer geworden. Natuurlijk een andere aristocratie dan voorheen, maar toch.

    Wat te doen?

    Valt daar iets aan te doen? Uiteraard, en er wordt zeker in Nederland veel gedaan aan het verbeteren van de omstandigheden en daarmee de vooruitzichten van kinderen van laagopgeleiden. De woningen in volkswijken zijn flink verbeterd. Er zijn speciale vormen van onderwijs om de taalvaardigheid van kinderen te verbeteren. Het probleem van laaggeletterdheid, in Nederland volgens schattingen van de Algemene Rekenkamer 2,5 miljoen mensen, is eindelijk erkend en wordt aangepakt. Maar ja, het helpt dan niet als, zoals sinds de Lehman crisis van 2008, de inkomens van de lagere inkomensgroepen waaronder de uitkeringsgerechtigden in reële termen zijn gedaald. Het helpt evenmin als de voorraad aan huurwoningen kleiner wordt en bovendien de huren bovenmatig stijgen, en koopwoningen duurder, mede dankzij de zogenoemde liberalisatie van de woningmarkt. Het helpt evenmin als de toegang tot allerlei voorzieningen als de gezondheidszorg meer afhankelijk wordt van de financiële mogelijkheden van de zorggebruikers. Het helpt zeker niet als ook in het onderwijs de deelname afhankelijker wordt van inkomen, en bovendien de voorzieningen afnemen. Kortom, ondanks maar ook dankzij de enorme verbeteringen in de toegankelijkheid van het onderwijs zijn nieuwe tegenstellingen ontstaan, en dus ook conflicten. Die komen bovenop verscherpte tegenstellingen en conflicten op gronden als etniciteit, leeftijd, bezit, inkomen, gender, en godsdienst. Wie echt op zoek is naar vijanden en vijandbeelden kan kiezen uit een breed aanbod. Waar draait dit op uit? Lou Keune Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.

  • Is deflatie wel zo noodlottig voor onze economie?

    Het is al vaker gezegd en geschreven. Europa is deel van een van de grootste monetaire experimenten uit de geschiedenis, want sinds 2015 koopt ook de ECB staatsobligaties op. Er kleeft duidelijk een nadeel aan dit grootschalig experiment van monetaire verruiming. De reële wereld reageert niet zoals de theorie en de handboeken van centrale bankiers voorschrijven. Het blijkt ook keer op keer in de praktijk dat de paniek over bijvoorbeeld de negatieve rente een tikkeltje overdreven aandoet, althans tot op de dag van vandaag.

    De verlegenheid van economen laat zich steeds beter voelen! Volgen centrale bankiers moet de inflatie naar een niveau in de buurt van 2%. Daar is het beleid van verruiming op gericht. In de praktijk blijkt dat zomaar een moeizame exercitie en het lijkt alsof de doelstelling steeds verder buiten bereik raakt. In nagenoeg alle belangrijke economieën lijkt de inflatie eerder te vertragen dan te versnellen naar een niveau van 2%.




    Deflatie

    Zoals uit onderstaande figuur spreekt, is er in Spanje geen sprake meer van inflatie, maar van deflatie. In juli daalden de prijzen met 0,6% en dat was alweer de twaalfde maand op rij dat er van inflatie geen of amper sprake was. De leerboeken economie schrijven voor, dat in geval van een lange periode van dalende prijzen – de definitie van deflatie – de economie dreigt te ontsporen. Bedrijven en consumenten houden de hand op de knip in afwachting van nog lagere prijzen voor goederen en diensten.

    inflation-bbg

    Inflatie in de maand juli (Grafiek van Bloomberg)

    Wat leert de Spaanse praktijk? Sinds het einde van 2013 bedraagt de inflatie gemiddeld -0,4%. In 23 van de afgelopen 30 maanden daalden de prijzen. Volgens de leerboeken moeten consumenten hun uitgaven beperken. Maar de praktijk laat juist het tegenovergestelde zien...

    spain-inflation-bbg

    Inflatie versus winkelverkopen (Grafiek via Bloomberg)

    Consumentenbestedingen stijgen

    In de afgelopen drie jaren zijn de detailhandelsverkopen in Spanje jaarlijks met 1,7% gestegen. Consumentenbestedingen groeiden in juni met 5,8% ondanks een gemiddelde prijsdaling van 0,8%. Het idee dat morgen de prijzen voor producten weer lager zijn weerhoudt de gemiddelde Spanjaard er niet van om eens lekker te gaan shoppen. spain-flag-pixabayWaarom doen de Spanjaarden wat ze doen en niet wat de leerboeken voorschrijven? Je kunt je overigens afvragen waarom het vreemd is om vandaag gewoon profijt te trekken van lage prijzen. Dat lijkt voor niet-economen een normaal gedrag, maar dat terzijde. Een belangrijke verklaring schuilt in de daling van de werkloosheid. Aan het begin van 2013 steeg de werkloosheid tot maar liefst 26,6% van de beroepsbevolking. In juni van dit jaar was die gedaald naar 19,9%. Dat is nog steeds heel erg hoog, maar de daling is aanzienlijk. Zet je de daling van de werkloosheid af tegen de trend in de binnenlandse consumptie, zoals Bloomberg gedaan heeft, dan ontstaat een interessant patroon...

    spain-employment-bbg

    Werkloosheid versus consumptie (Bron: Bloomberg)

    Spanje

    De Spaanse werkloze die weer aan de slag kan, heeft een inhaalslag te maken als het om zijn bestedingen gaat. Die heeft hij/zij in zijn periode van werkloosheid flink moeten inperken. Dankzij zijn nieuwe baan is dat euvel (deels) verholpen. De lage prijzen functioneren als uitnodiging de daad bij het woord te voegen en te gaan spenderen. Natuurlijk mag je aan dit Spaanse voorbeeld geen algemeen geldende waarheden ontlenen. Wat in Spanje gebeurt, is het gevolg van bijzondere omstandigheden die elders niet hoeven te spelen. Daar staat tegenover dat het Spaanse voorbeeld leert, dat ook economen en beleidsmakers iets minder krampachtig met het fenomeen deflatie moeten omgaan. Soms is het gewoon een zegen! Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid centrale banken leidt tot stagnatie en achteruitgang

    Ooit was het een historische wetmatigheid. Een lager rendement op obligaties zou uiteindelijk uitmonden in hogere prijzen voor obligaties en aandelen. Vermogenswinsten en een lage rentevoet zouden meer investeringen en consumptie uitlokken met als resultaat meer banen, oplopende inflatie en hogere bedrijfswinsten.

    In 2010 startte de Fed met haar programma van kwantitatieve verruiming. Dat is het begin geweest van een wereldwijde daling van de rente. In veel landen van de westerse wereld, ook in Europa, is de groei terug, zij het bescheiden en zij het dat de werkloosheid hoog blijft.

    Het lijkt er dus op dat het medicijn van centrale bankiers werkt. Toch is het nog maar de vraag of een rente van bijna 0% daadwerkelijk goed is voor de reële economie. Er zijn aanwijzingen dat dit niet het geval is. Zo stagneert de productiviteitsgroei, een serieuze indicator van de vitaliteit van een economie, in talloze westerse landen. Zou het toeval zijn dat die stagnatie samenvalt met de invoering van de verruimingsprogramma’s en de ultra lage rente.

    Stagnatie

    Volgens de meeste centrale bankiers is de stagnatie een probleem voor de korte termijn. Het Japanse voorbeeld laat echter duidelijk zien wat een extreem lage rent betekent voor grote, ontwikkelde economie. Het laat zien dat die lage rente weinig teweeg brengt. Er is in Japan weinig reële groei en geen inflatie, eerder deflatie. Mocht het rendement op de overheidsschuld naar een meer normaal niveau terugkeren, dan is de huidige nominale groei van het bruto binnenlands product volstrekt onvoldoende om de enorme schuldenlast af te betalen. central-bankers-maze-currencies-teaserEr zijn nog meer nadelen. De investeringen, een belangrijke bron voor productiviteitsverbetering, hebben nog steeds niet het niveau van voor 2008 bereikt. Bedrijven zetten hun liquiditeiten steeds vaker in om eigen aandelen in te kopen en niet voor op de toekomst gerichte investeringen. Het gaat jaarlijks om vele honderden miljarden dollars en euro's. Al dat geld gaat in de zakken van beleggers en is niet bedoeld om toekomstige winstgevendheid veilig te stellen. In plaats van naar de reële economie stroomt al dat geld naar houders van vermogenstitels, die er weinig mee doen. Beleggen in overheidspapier rendeert immers amper of niet.

    Investeren

    Waarom maken overheden en bedrijven geen gebruik van de huidige extreem lage rente om te investeren in de reële economie? Deze manier van werken heeft zijn nut door de tijd heen bewezen. Het antwoord moet luiden, dat internationale instituties als het IMF en overheden als die in Nederland en Duitsland zweren bij evenwichtig budget. Schulden aangaan voor het goed van morgen, zoals Keynes dat voorschreef is voor die partijen vloeken in de kerk. De particulier sector heeft ook zo zijn bedenkingen. Er zijn trends die risico’s alleen meer groter maken. De wereldwijde vergrijzing is beslist geen voorbode van een groei van de consumptie. Het tegendeel is het geval. Bovendien steekt er een sterke anti-globaliseringswind op. De Brexit is daar tot nu toe het meest sprekende bewijs voor. Dat maakt bedrijven nerveus en ze verkiezen een pas op de plaats.

    Lage rente

    Er zijn nog meer evidente nadelen. Pensioenfondsen en verzekeraars werken met langlopende verplichtingen. Hun voortbestaan komt steeds meer onder druk nu hun toekomstige rendementen lager lijken uit te pakken dan voorzien. Als de rente niet normaliseert dan kunnen we wel eens aan het kortste einde trekken. Hun winstgevendheid komt steeds meer onder druk en daar zal ook de reële economie last van krijgen. Er zullen banen geschrapt worden en premies gaan omhoog, pensioenen komen in gevaar. Kortom, de wetmatigheid lijkt niet meer te werken en eerder stagnatie en verval uit te lokken. Centrale bankiers zijn echter nog steeds niet overtuigd en intensiveren hun verruimingsbeleid om de rente nog verder omlaag te duwen. Het waarschijnlijke resultaat staat haaks op wat ze voor ogen hebben: geen of weinig groei en geen inflatie maar eerder deflatie. Cor Wijtvliet Bron: Bill Gross, Central bankers are threatening the engine of the economy. The Financial Times, 18 augustus 2016 Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Financiële macht VS tanende?

    In juli 1944, enkele weken na de succesvolle invasie in Normandië, kwamen in Bretton Woods in New Hampshire honderden gedelegeerden uit de gehele wereld samen om de toekomst van het monetaire systeem te bepalen. Verschillende voorstellen kwamen op tafel, maar uiteindelijk werd besloten dat de Amerikaanse dollar (USD) dé spil zou worden van dit financiële systeem. De VS leverden een bijdrage aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en werden door deze regeling rijkelijk beloond. De USD werd de reserve valuta van de wereld.

    Wanneer een Braziliaans bedrijf zaken doet met een Koreaans bedrijf betekent dit dus dat er in USD gesetteld wordt. Zo gaat het met vele producten en grondstoffen (waaronder edelmetaal en olie), allemaal dienen ze afgerekend te worden in dollars. Dit betekent dus dat elke commerciële bank, centrale bank, multinational en elk land mogelijkheden moet hebben om in dollars transacties te kunnen verrichten.

    Dollar als middelpunt

    Dit systeem zorgt ervoor dat de rest van de wereld vele dollars dient aan te houden, via staatsobligaties of via Amerikaanse banken. Schuldpapier van de VS werd dus op deze manier de populairste investering ter wereld. Dit zorgde ervoor dat de VS steeds meer schulden kon maken zonder dat hier enige consequenties aan vastzaten. Nog steeds, ondanks de enorme schulden van de VS, wordt de dollar gezien als de veiligste van alle valuta. dollars-pixabay-teaserDit nieuwe systeem zorgde dus voor een enorme afhankelijkheid van de financiële wereld van het Amerikaanse bankensysteem. De Franse bank BNP Paribas kreeg niet lang geleden een megaboete van $9 miljard van de Amerikaanse overheid omdat ze zich niet hadden gehouden aan hun regels. Morrend hebben ze deze boete betaald omdat ze anders waren afgesloten van het Amerikaanse bankensysteem, de schade was dan vele malen hoger geweest. Het is duidelijk dat dit systeem de VS enorme (financiële) macht geeft en dus de hegemonie van de Dollar in stand houdt. Door de blockchain technologie (de technologie waar de Bitcoin ook gebruik van maakt) zijn er inmiddels mogelijkheden om het afwikkelen van transacties in USD te omzeilen. Er is in deze technologie door allerlei financiële partijen extreem geïnvesteerd de laatste jaren. De precieze details van deze technologie zijn voor een andere keer maar zeker is dat dit het financiële landschap de komende jaren erg kan veranderen, sneller dan u wellicht denkt! We gaan dit de komende tijd met bovengemiddelde aandacht volgen. Dit zal voor een ieder consequenties hebben en deze consequenties zullen zeer waarschijnlijk niet positief zijn voor de dollar.

    Rentebesluit

    Afgelopen vrijdag hield Fed-voorzitter Janet Yellen een belangrijke toespraak. Nu zijn haar woorden nog zeer belangrijk voor de rest van de wereld. In de nabije toekomst kan dit dus weleens flink gaan veranderen. Iets waar vele landen op hopen, aangezien ze de hegemonie op dit gebied van de VS meer dan zat zijn. Net als een week geleden verwacht ik nog steeds geen renteverhoging zo vlak voor de verkiezingen. Zoals eerder geschreven zal een renteverhoging dusdanige gevolgen hebben dat ze het nog steeds niet aandurven. Een bal onder water houden (de rente) lukt ze heel erg lang, maar er komt een moment dat deze bal omhoog schiet. Want uiteindelijk bepaalt de markt toch echt de rente en niet centrale banken... Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

  • It’s Jackson Holetime again!

    Elk jaar in augustus trekken ’s werelds belangrijkste centrale bankiers zich voor enkele dagen terug in het Amerikaanse stadje Jackson Hole, in de staat Wyoming. Het populaire stadje – er wonen minder dan 10.000 mensen in Jackson Hole – is populair onder  toeristen vanwege zijn prachtige ligging in de natuur.

    Sinds 1978 organiseert de regionale centrale bank van Kansas City elk jaar dus een conferentie waar de belangrijkste centrale bankiers van de wereld elkaar ontmoeten en praten over het monetaire beleid. Gedurende die paar dagen kan het stadje daarom rekenen op behoorlijke belangstelling van de media wereldwijd.

    Jackson Hole

    De ervaring leert dat de presentaties en lezingen van de aanwezigen veel zeggen over wat voor monetair beleid we kunnen verwachten. Niet alleen van de Fed maar ook van de andere centrale banken zoals de Europese Centrale Bank.

    Zo is het opkopen van staatsobligaties, ook bekend als quantitative easing of QE, ooit in Jackson Hole aangekondigd. En in de jaren voordat de huidige crisis zou beginnen in de herfst van 2008, werden in de presentaties in Jackson Hole de problemen die de crisis veroorzaakt hebben, duidelijk aangegeven door de aanwezige economische wetenschappers. Die waarschuwingen werden, leert de ervaring ook, op dat moment niet serieus genomen door de aanwezige presidenten en voorzitters van de Fed, de ECB en andere centrale banken. Later bleek dat de economen het heel goed door hadden.

    Alle ogen gericht op Yellen

    De Jackson Hole bijeenkomst van dit jaar is gisteren begonnen en het hoogtepunt komt vandaag, wanneer Fed-voorzitter Janet Yellen achter het spreekgestoelte plaats neemt. Beleggers uit de hele wereld zullen elke komma van die toespraak analyseren om te proberen in te schatten of en wanneer de Fed de rente weer gaat verhogen.

    Die toch al lastige opgave is in de afgelopen weken nog lastiger gemaakt. Enerzijds hebben enkele leden van het rentecomité namelijk erop gehint dat de centrale bank de rente misschien al in september zal verhogen. Anderzijds is uit de onlangs gepubliceerde notulen van de laatste rentevergadering juist af te leiden dat het comité niet bepaald van plan is haast te maken met het duurder maken van geldlenen in de VS.

    Het economisch nieuws zorgt ook niet voor meer duidelijkheid, met een sterk aantrekkende Amerikaanse arbeidsmarkt maar economische groei, en vooruitzichten daarover, die juist teleurstellend zijn.

    Renteverhoging

    In mijn ogen is de kans dat de rente de rente zal verhogen in september heel klein. Over de renteverhogingen erna kunnen we in mijn ogen alleen zeggen dat het heel, heel lastig gaat worden als is het maar om het volgende.

    Als de Fed de rente zou verhogen, dan zouden de Amerikaanse rentes van alle looptijden waarschijnlijk ook gaan stijgen.  De Amerikaanse staatsschuld bedraagt inmiddels 104 procent van het Amerikaanse bruto binnenlands product en staat daarmee op het hoogste niveau in vijftig jaar (ter vergelijking: met uitzondering van de Tweede Wereldoorlog, bedroeg de Amerikaanse staatsschuld tussen 1790 en 1980 zo’n 30 procent van het Amerikaanse bbp).

    Door de rentedaling van de afgelopen jaren en uitgifte van veel nieuwe staatsobligaties, is de gemiddelde rente die Washington betaalt over zijn schuld lag vergeleken met de jaren voor de crisis. Betaalde de Amerikaanse regering begin 2008, gemiddeld, 4,8 procent rente over de totale schuld, tegenwoordig is dat ongeveer de helft ervan.

    Die halvering van de gemiddelde rente is dé reden waarom de rentelasten van de Amerikaanse overheid min of meer gelijk zijn aan die uit 2008, hoewel de staatsschuld ruim verdubbeld is, van 9.300 miljard dollar begin 2008 naar bijna 19.500 miljard dollar dit jaar.

    Rentelasten

    Als de langetermijnrentes, mede door een serie renteverhogingen van de Fed – of alleen de verwachting daarop – zouden stijgen, dan zou dat betekenen dat de rentelasten behoorlijk kunnen stijgen, wat op zijn beurt de kans op faillissement van de VS of op zijn minst de kans op nieuwe en hogere belastingen en politieke ruzie zou vergroten. En dát zou zeer slecht nieuws voor het economisch herstel zijn, wat voor de Fed juist de reden zou zijn de rente weer te gaan verlagen. Alleen zouden beleggers dan wel eens kunnen concluderen dat de centrale bank blijkbaar ook niet weet wat ze doet, wat tot nog meer paniek zou leiden.

    Daar komt nog bij dat tussen nu en 2020 elk jaar tussen 1.500 miljard en 2.100 miljard dollar van die schuld afloopt en dus afgelost moet worden. Aangezien Washington geen cent achter de hand heeft, zal het ministerie van Financiën dus elk jaar tussen 1.500 en 2.100 miljard dollar aan nieuwe leningen, ruwweg 10.000 miljard dollar in die periode, moeten opnemen om oude leningen af te betalen. Met andere woorden: Washington moet tussen nu en 2019 een slordige 10.000 miljard dollar lenen om niet failliet te gaan, wat het geval zou zijn als het niet in staat zou zijn oude schulden af te betalen. Daarboven op komen de leningen om het verwachte begrotingstekort elk jaar te financieren. Volgens de schattingen van het Amerikaanse ministerie van Financiën zelf hebben we het dan over gemiddeld 500 miljard dollar elk jaar.

    Zou de Fed dus een serie renteverhogingen in gang zetten, dan zou de bank spelen met economische, politieke en financiële stabiliteit in de VS.

  • De gemiddelde belegger

    De gemiddelde belegger is een slechte belegger. Dat blijkt uit de jaarlijkse studie ‘Quantitative Analysis of Investor Behaviour’* van het Amerikaanse onderzoeksbureau Dalbar. Afgelopen jaar behaalde de gemiddelde belegger actief in aandelenfondsen een rendement van minus 2,28%. De Amerikaanse beursindex S&P 500 daarentegen steeg in 2015 met 1,38%. Obligatiefondsen rendeerden afgelopen jaar 0,55%. Maar beleggers actief in obligatiefondsen verloren juist 3,11%.

    De afgelopen 30 jaar leverden aandelen en obligaties een gemiddeld rendement op van respectievelijk 10,35% en 6,73% per jaar. De gemiddelde belegger daarentegen behaalde in dezelfde periode gemiddeld 3,66% per jaar met aandelenfondsen en 0,59% per jaar met obligatiefondsen.

    Gemiddelde belegger presteert slecht

    De gemiddelde belegger presteerde de afgelopen 30 jaar ongeveer 6,5% per jaar slechter dan de S&P 500. Over een periode van 30 jaar leidt dit tot ongeveer een factor 7 aan verschil. Een bedrag van €100.000,- groeit met 3,66% per jaar in drie decennia uit tot €293.992,-. Bij een rendement van 10,35% groeit hetzelfde bedrag uit tot bijna €2 miljoen. Bijna het zevenvoudige dus!

    Hoge kosten

    De oorzaak van de matige resultaten van de gemiddelde belegger heeft voor een deel te maken met de hoge kosten van actief beheerde fondsen. Maar de allerbelangrijkste oorzaak is de belegger zelf…

    Warren Buffett geeft beleggers het advies angstig te zijn wanneer anderen hebzuchtig zijn en hebzuchtig wanneer anderen angstig zijn. Maar in de praktijk doen beleggers exact het omgekeerde. Emoties – in de kern angst en hebzucht – zetten beleggers voortdurend op het verkeerde been.

    Zijn aandelen jarenlang gestegen en intussen fors gewaardeerd zoals rond de eeuwwisseling het geval dan kopen beleggers massaal aandelen. Zijn aandelen sterk gedaald en opvallend goedkoop zoals tijdens de kredietcrisis dan besluit menig belegger ‘voorgoed’ uit aandelen te gaan…

    De principes van het value beleggen

    Om de kans te verkleinen zelf in de psychologische valkuilen op de beurs te vallen en irrationele beslissingen te nemen is het nuttig bekend te zijn met de eigen, menselijke tekortkomingen. Het kennen van de vier principes van het value-beleggen kan eveneens geen kwaad:

    • Principe 1: Zie een aandeel als wat het in feite is: een belang in een bedrijf.
    • Principe 2: Koop enkel wanneer sprake is van een stevige korting op de intrinsieke waarde zodat sprake is van een veiligheidsmarge.
    • Principe 3: Profiteer van ‘Mr. Market’, het fictieve manisch-depressieve karakter dat symbool staat voor de fluctuaties op de aandelenmarkt.
    • Principe 4: Probeer zo rationeel en objectief mogelijk te zijn – het zijn juist uw eigen emoties die u voortdurend op het verkeerde been kunnen zetten.

    Hendrik Oude Nijhuis

    hendrik-oude-nijhuisOver de auteur: Hendrik Oude Nijhuis is een expert op het gebied van value investing en medeoprichter van Kingfisher Capital, een op value investing principes gebaseerde business model & investment research boutique. Hij heeft uitgebreid onderzoek verricht naar de investeringsstrategieën van value investors als Warren Buffett.

    Lees meer over value-investing op www.beterinbeleggen.nl.

  • Verkiezingen in aantocht…

    Ik heb afgelopen week weer met een glimlach gelezen over en geluisterd naar Donald Trump. Wat kan deze man zich slecht beheersen en impulsief reageren op aan hem gestelde vragen. Zelfbeheersing is natuurlijk de allerbelangrijkste eigenschap die een politicus vandaag de dag wél dient te hebben! Toch vind ik het een verademing; zeker in een wereld waarin iedereen maar politiek correct gedrag vertoont, want tegenwoordig is er altijd wel iemand op z’n teentjes getrapt. Zelfs bij attracties van de Efteling

    Om Trump te horen zeggen dat Clinton en Obama de oprichters van ISIS zijn was bizar. Velen weten dat hier natuurlijk een flinke kern van waarheid in zit, maar om dit dan net voor de verkiezingen hardop te zeggen is op z’n zachtst gezegd onverstandig, maar wel eerlijk. Ondertussen merk je natuurlijk dat iedereen die in Washington ook maar iets te zeggen heeft bang is voor verandering, mocht Trump president worden.

    Het politieke establishment en de grote media proberen proberen Trump op alle mogelijke manieren zwart te maken. Van Clinton weet natuurlijk iedereen dat ze werkt voor de hoogste bieder en Wall Street in het algemeen. De geopenbaarde e-mails laten duidelijk zien dat een contributie aan de Clinton Foundation ervoor zorgt dat er deuren voor je opengaan. George Soros geeft in een e-mail duidelijke instructies aan haar toen ze Secretary of State was, een paar weken later voert ze zijn bevelen één op één uit.

    trump_clinton

    Wantrouwen

    Toch denk ik dat de populariteit van Trump niet aan hemzelf ligt, maar meer aan het wantrouwen van de bevolking tegen de gevestigde orde. Nadat Obama in 2008 gekozen werd hadden de mensen nog de hoop dat er écht wat zou gaan veranderen. Maar na acht jaar is duidelijk gebleken dat hij het beleid van Bush gewoon heeft voortgezet. Kijk alleen al naar zijn belofte om Guantánamo Bay meteen na zijn aanstelling te gaan sluiten…

    Mensen stemmen dus alleen tegen de gevestigde orde. Dit zagen we in Nederland bij het referendum over het associatieverdrag met de Oekraïne, in Groot-Brittannië bij de Brexit en dit zullen we naar mijn mening ook gaan zien bij de drie belangrijke verkiezingen die eraan zitten te komen: eind dit jaar in de VS, volgend jaar in Frankrijk en Duitsland. We zullen deze ontwikkelingen de komende tijd op de voet gaan volgen. We zien allemaal dat de situatie in het Westen steeds explosiever wordt.




    Federal Reserve

    Dat politiek en de financiële markten met elkaar verwikkeld zijn moge duidelijk zijn. Vele ‘marktkenners’ verwachten dat de Federal Reserve de rente in september zal verhogen. Dit is volgens hen duidelijk te herleiden uit de samenvatting van de laatste bijeenkomst van de Fed. Naar mijn mening is dit totale onzin! Trump heeft duidelijk gezegd dat één van zijn eerste besluiten als president zal zijn om de voorzitter van de Fed-voorzitter Yellen en de rest van het bestuur eruit te gooien. Waarom zou de Amerikaanse centrale bank dan twee maanden vóór de presidentsverkiezingen een renteverhoging doorvoeren? Deze renteverhoging kan immers zorgen voor een flinke correctie op de financiële markten (dat gebeurde begin dit jaar ook nadat de Fed de rente verhoogd had) of voor een flinke stijging van de dollar, wat nadelig is voor de Amerikaanse economie en de werkgelegenheid. Op deze manier zou de centrale bank de overwinning in de schoot van Trump werpen. Ik besef me dat ik nu mijn nek uitsteek, maar mijn mening is dat het in september niet tot een renteverhoging gaat komen. Alleen al om bovenstaande (politieke) reden. Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal.

  • Beleid centrale bankiers stimuleert de goudprijs

    Sinds de eerste renteverhoging in de VS in december van 2015 is de goudprijs met meer dan 30% gestegen. Volgens Goldman Sachs is deze stijging slechts tijdelijk, wat ook blijkt uit hun relatief lage koersdoel van mei. Een aantrekkende economie, nieuwe renteverhogingen en een sterke dollar zullen die stijging omkeren in een daling van de prijs, aldus de analisten van de bank.

    goldprice-afbeeldingHet kamp van de goud bulls denkt daar heel anders over. Zij geloven niet in een substantiële verbetering van de wereldeconomie en ze wijzen op de onvermoede gevolgen van het huidige ongelimiteerde monetaire beleid van centrale bankier. Daarom denken ze dat de prijsstijging in 2016 slechts een begin is.

    Ze bouwen hun overtuiging op een drietal onderling verbonden factoren. De eerste factor is die van de grenzen van het monetair beleid zoals dat vorm heeft gekregen sinds het begin van 2008. Kwantitatieve verruiming en negatieve rentes zijn heuse game changers. Ze hebben de waardering van staatsobligaties nagenoeg onmogelijk gemaakt. Er lijkt geen plafond meer in de prijsvorming en dit kan uitmonden in een van de grootste financiële bubbels in de geschiedenis. Het zijn de centrale bankiers die hier verantwoordelijk voor zijn. Hun monetair beleid dwingt beleggers en spaarders risico’s te nemen die ze onder normale omstandigheden nooit zouden willen of te durven nemen. Toename van de risico’s impliceert een vergrote kans op vermogens.




    Bubbel in staatsobligaties

    De huidige bubbel op de markt voor staatsobligaties en het verlengen van de looptijd van de gemiddelde beleggingsportefeuille heeft ook gevolgen voor de kredietmarkten. Er gaat steeds meer geld naar steeds zwakkere partijen zoals de opkomende markten en high yield obligaties. Beleggers handelen zo, omdat er steeds minder veilige assets zijn die nog rendement opleveren. En ook hier zijn ze geneigd meer risico te nemen dan goed en verstandig is. Dat kan zelfs uitmonden in speculatief gedrag met alle consequenties van dien zoals de eerder gemelde financiële bubbels. De kans daarop wordt alleen maar groter als China blijft volharden in zijn strategie om crises te bestrijden met het opblazen van de kredietverlening. Volgens de goud bulls is de huidige combinatie van monetaire en kredietverruiming een onhoudbaar traject dat vroeg of laat wel moet mislopen. Beleggers zullen in dat geval hun uiterste best moeten doen om hun vermogen in stand te houden en goud lijkt dan de beste en veiligste optie.

    goudprijs-aug-2016

    Goudprijs profiteert van monetair beleid centrale banken

    Centrale banken verliezen controle?

    Als er daadwerkelijk een nieuwe crisis komt, dan zullen centrale bankiers machteloos staan. Hun arsenaal is nu al nagenoeg uitgeput. De rente is al extreem laag, vermogenstitels renderen amper of niet en het beleid om de waarde van de diverse valuta’s om de beurt omlaag te brengen verergeren de bestaande problemen alleen maar. Meer en meer beleggers zullen hun vertrouwen in de eigen valuta opzeggen en op zoek gaan naar veilige alternatieven. Dit is de derde factor van belang. Burgers en beleggers verliezen hun vertrouwen in het zogeheten fiat geld (fiduciair geld of fiat geld is geld dat zijn waarde niet ontleent aan de materie waaruit het gemaakt is). Dat zou, zo denken de bulls, de dollar kunnen zijn, ware het niet dat de VS met schijnbare tegenzin het monetaire beleid willen normaliseren. Dan blijft alleen goud over. Dit edelmetaal zal aldus weer de rol van betrouwbare reservemunt terugkrijgen zoals het die had voor 1971. In dat jaar kwam er een einde aan de ordening van Bretton Woods en startte een monetaire supercyclus. De geldhoeveelheid nam sindsdien disproportioneel toe ten opzichte van het goud dat ooit als dekking gold voor fiat geld. Goud bulls denken dat centrale bankiers niet in staat zullen blijken om bovenstaande problemen - die deels van eigen makelij zijn - te beteugelen, laat staan op te lossen. Het resultaat zal zijn dat er een crisis uitbreekt die erger is dan de crisis van 2008 die centrale bankiers poogden op te lossen. Voor de belegger is er dan nog maar een optie en dat is fysiek goud. Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.