Categorie: Columns

  • Column: Meer schulden, meer problemen…

    De kans dat de Federal Reserve in december de rente verhoogt wordt door experts ingeschat op meer dan 70%, maar het is natuurlijk ‘eerst zien, dan geloven’. Maar volgens verschillende economen maakt het eigenlijk niet zoveel meer uit. De Federal Reserve is hoe dan ook te laat. De centrale bank heeft al een nieuw kredietmonster tot leven gewekt. Bedrijven wereldwijd hebben zich fors in de schulden gestoken om o.a. eigen aandelen terug te kopen. En dat zal volgens verschillende economen de wereldeconomie opnieuw in een chaos storten…

    Centrale bankiers hebben na de crisis van 2008 iedereen succesvol wijsgemaakt dat de schuld bij iedereen lag behalve bij henzelf. Nu de banken meer gereguleerd worden en kapitaalbuffers verhoogd zijn lijkt de markt zich comfortabel te voelen. Maar het soepele monetaire beleid, waardoor de bubbel in de Amerikaanse huizenmarkt kon ontstaan, lag natuurlijk juist ten grondslag aan de crisis.

    Meer schulden op balans

    Sinds 2013 loopt de netto schuld van bedrijven, ofwel de schuld minus kas op de balans, sterk op. En dat terwijl de winst, gemeten met EBITDA, zelfs iets daalt. De hefboom neemt dus sterk toe. Dat betekent automatisch dat de nettowinsten veel volatieler worden en de risico’s bij een neergang flink toenemen. De winstmarge van een bedrijf hangt natuurlijk onder meer af van de loonkosten. De salarissen stijgen sinds de crisis jaarlijks met zo’n 2%. Maar doordat de inflatie de laatste tijd volledig is weggezakt, zijn de reële lonen (gecorrigeerd na inflatie) fors gestegen.

    Winstmarges onder druk

    Tegelijkertijd steeg de productiviteit van Amerikaanse bedrijven in het laatste kwartaal met slechts 0,4% op jaarbasis tegen +1,4% vorig jaar. Combineer dat met de loonstijgingen en de winstmarges van bedrijven komen onder zware druk te staan. Al helemaal als je je bedenkt dat bedrijven elkaar op dit moment zwaar beconcurreren op prijs, zoals blijkt uit de druk op de verkoopprijzen (deflatoir). Deze schulden zullen ooit terugbetaald moeten worden. De afloop van dit gecreëerde schuldenmonster zal interessant worden, maar helaas zullen de gevolgen ervan iedereen hard gaan raken. Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

    US-Economy-News

    Meer schulden, meer problemen...

  • De rente kan nog verder omlaag…

    Een negatieve rente is en blijft een merkwaardige gewaarwording. Even merkwaardig is dat van de dertien landen met een negatieve rente er twaalf op het Europese continent zijn gelegen. Koploper is Zwitserland, waar de rente op de 2-jaars lening -1% bedraagt. Een land als Italië, dat een massieve staatsschuld met zich mee torst, bivakkeert met zijn rente op nagenoeg 0%. Soms is ook voor een land als Italië de rente op staatsleningen negatief. Wie echter denkt dat de rente in Europa niet nog lager kan, die kan wel eens bedrogen uitkomen.

    In de maand oktober daalde in Duitsland de rente op de 2-jaars lening van -0,26% naar -0,35%. Voor marktvorsers is deze Duitse 2-jaars lening het spiegelbeeld van de renteverwachtingen binnen de Eurozone. Waarom accepteren beleggers een negatief rendement dat nog lager ligt dan de -0,2% die de ECB in rekening brengt voor banken die deposito’s bij haar aanhouden? Voor de kenners is het duidelijk dat de rente nog eens met 10 basispunten omlaag kan. De markt houdt er serieus rekening mee, dat de korte rente over pakweg zes maanden -0,28% bedraagt.

    draghi-happy

    ECB veroorzaakt meer negatieve rente

    Meer monetaire verruiming

    De overtuiging groeit dat de ECB niet alleen de rente gaat verlagen, maar ook het programma voor kwantitatieve verruiming verder gaat uitbouwen. Op zich is dat een vreemde combinatie. Ooit startten centrale banken met het experiment van kwantitatieve verruiming juist omdat de rente al zo laag was en naar de toenmalige opvattingen eigenlijk niet lager kon. Uiteindelijk is de rente tot onder 0% geduwd met de bedoeling banken aan te zetten om hun liquiditeiten niet op de bank te zetten maar productiever te gebruiken. Daardoor zouden de leenkosten voor burgers en bedrijven omlaag zouden kunnen. Volgens de ECB heeft de gecombineerde aanpak succes en beginnen kredietmarkten weer meer tekenen van leven te vertonen en willen beleggers weer meer risico nemen. Als er al sprake is van succes dan is het vooralsnog zeer beperkt. Van inflatie is hoegenaamd geen sprake, laat staan dat de norm van 2% in het vizier is. Ook de groei binnen en buiten Europa laat zeer te wensen over ondanks alle juichverhalen. En dus lijkt verdere verruiming in welke vorm dan ook het enige antwoord van centrale banken op deze weinig hoopvolle ontwikkelingen. De People’s Bank of China heeft recent al enkele malen de rente verlaagd. De ECB, maar ook de Bank van Japan, heeft nadrukkelijk op een verdere verruiming gezinspeeld. De enige uitzondering op de regel is eigenlijk de VS. Daar heeft Janet Yellen de mogelijkheid van een renteverhoging in december zeer nadrukkelijk open gehouden. Mocht de ECB de rente gaan verlagen, dan kan dat het begin zijn van een reeks verlagingen in Europa en elders is de wereld. Als de belegger zonder morren een rente van -0,3% accepteert, waarom zou hij dan gaan steigeren bij een rente van -0,4%?

    ecb-gov-bond-purchases

    Zoveel staatsobligaties heeft de ECB al gekocht onder het QE-programma

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Column: Leugens, grove leugens en banencijfers‏

    Een beter dan verwacht banencijfer stuwde de Europese en Amerikaanse beurzen vrijdag omhoog. De banengroei van 271.000 in oktober sterkte het vertrouwen in de Amerikaanse economie en zorgde voor een vlucht naar de dollar. De officiële werkloosheid daalde naar 5%, waardoor meer beleggers zijn gaan geloven dat de Federal Reserve nog in december de rente kan verhogen.

    Euforie alom, maar is dat eigenlijk wel terecht? Wat de reguliere media vaak verzwijgen is dat de werkloosheid in de VS in werkelijkheid veel hoger is dan wat men wil laten zien. Als Amerikanen langdurig werkloos zijn worden ze niet meer als werkzoekend aangemerkt en vallen ze weg uit de berekening van het werkloosheidspercentage.

    Het gaat hier niet om kleine verschillen, want het aantal Amerikanen dat niet meer wordt meegenomen in de berekening van de officiële werkloosheid is inmiddels opgelopen tot meer dan 94 miljoen mensen! Als u dat niet gelooft moet u eens zoeken op ‘Not in Labor Force’. U ziet dan een schrikbarende grafiek van de steeds grotere groep werklozen die niet meer meetellen in de statistieken….

    Not in Labor Force (Bron: St. Louis Fed)

    Shadowstats

    John Williams van Shadowstats berekent de werkloosheid in de VS nog op de oude manier, zoals dat tot en met 1994 gebeurde. Hij pakt een ruimere definitie van de werkloosheid, die een betere weerspiegeling geeft van de werkelijke situatie.

    En wat blijkt? De Amerikaanse arbeidsmarkt is helemaal niet hersteld van de crisis… De werkloosheid schommelt al sinds 2009 tussen de 20 en 25 procent! Ook bij de Federal Reserve weten ze dat het helemaal niet zo goed gaat met de Amerikaanse economie, anders was de rente toch al lang verhoogd?

    Officiële versus werkelijke werkloosheid (Bron: Shadowstats)

  • “Burgerinitiatief Ons Geld verdient eerlijke discussie”

    Marketupdate promoot de discussie over ons geldsysteem en moedigt daarom het initiatief van Burgerinitiatief Ons Geld aan. De volgende bijdrage is van Niels Verduijn, sympathisant van het Burgerinitiatief. Hij roept betrokken partijen op de discussie op een open manier te voeren, vrij van economische dogma’s en ongefundeerde kritiek.

    “Burgerinitiatief Ons Geld verdient eerlijke discussie”

    Door: Niels Verduijn

    Op 14 oktober 2015 was het zover. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis werd binnen de muren van het Parlement het geldscheppende privilege van commerciële banken ter discussie gesteld. Dit alles naar aanleiding van het Burgerinitiatief Ons Geld.

    In het eerste blok was het woord aan de initiatiefnemers van het burgerinitiatief, bestaande uit Luuk de Waal Malefijt, Martijn Jeroen van der Linden en Edgar Wortmann van de stichting Ons Geld én George van Houts, namens de theatergroep De Verleiders. In het tweede blok was het woord aan de ‘experts’. Opmerkelijk daarbij was de boeiende discussie die ontstond tussen Klaas van Egmond (Hoogleraar Geowetenschappen en SER-lid), die het volmondig opnam voor het burgerinitiatief, en een aantal overige deelnemers, die kritischer waren over de voorstellen van de initiatiefnemers.

    De initiatiefnemers kregen helaas niet de gelegenheid om te reageren op de geventileerde kritiekpunten. En dat is jammer. Er werden door een aantal critici namelijk behoorlijk wat twijfelachtige opmerkingen gemaakt:

    Financiële ongeletterdheid

    ‘’De huidige schuldenproblematiek is iets wat we met z’n allen hebben gebouwd, niet alleen de banken.’’ (Reinier Pollman, AFM) Het spits werd afgebeten door dhr. Pollman van de AFM, die stelt dat we de overmatige schuldenproblematiek met elkaar gecreëerd hebben, niet alleen de banken. Deels een terecht punt. Alhoewel je je daarbij kunt afvragen in hoeverre de gemiddelde burger zich realiseert wat er op macro-economisch niveau gebeurt wanneer men collectief geld leent bij de bank. Zo werd bijvoorbeeld het rendement in de huizensector voor het uitbreken van de kredietcrisis in stand gehouden door de instroom van nieuwe leningen. Oftewel, de instroom van nieuw geld hield het rendement in stand en er was dus een steeds bredere basis geld nodig om de boel gaande te houden. Banken creëerden dan ook maar al te graag al dit nieuwe geld. Banken verdienen inherent aan het creëren van geld. In Engeland bijvoorbeeld strijken de banken op deze manier op jaarbasis een totaalbedrag van £ 213.000.000.000 aan rente op. Tevens zijn het niet alleen de burgers die financieel ongeletterd zijn. Ook veel politici en economen ontbreekt het vaak aan feitelijke kennis over de werking van ons geldstelsel. Het Burgerinitiatief Ons Geld is er dan ook in geslaagd om een maatschappelijke, politieke en academische discussie rondom dit onderwerp van de grond te krijgen en is alleen daarom al een groot succes te noemen!

    Duurzaamheid

    Daarna was het woord aan dhr. Bezemer, die stelt dat ‘’zolang schuld en inkomen in balans zijn we decennia lang financieel duurzaam kunnen groeien’’. Een valide punt, want zolang de schulden de fysieke economie ondersteunen in de vorm van investeringen in productiecapaciteit en toekomstige innovatie, kan de fysieke economie de toenemende schuldenlast redelijk accommoderen. Ray Dalio (oprichter van s ’werelds grootste hedgefund bedrijf Bridgewater Associaties) maakte hier een briljante animatie over, genaamd ‘How Does The Economic Machine Works’ (zeker kijken!). In deze animatie laat Dalio zien dat we door het gebruik van ons kredietgeldsysteem per definitie opgaande en neergaande schuldencycli creëren. Wanneer we collectief meer gaan lenen en uitgeven dan we schulden afbetalen kan dit echter uit de hand lopen, waardoor de economie zich als geheel zal moeten deleveragen [1]. Dat betekent het afbouwen van overtollige schulden. Toch vraag ik me af wat Bezemer onder ‘financiële duurzame groei’ verstaat. Het huidige geldsysteem is namelijk alles behalve duurzaam te noemen. Met een Soeverein Geldsysteem daarentegen zouden we een steady state economy kunnen creëren. Een economie waarin groei mogelijk is, maar niet noodzakelijk.

    Geld als een sociaal construct

    ‘’Geld is een claim.’’ (Dirk Bezemer, Universitair Hoofddocent RUG) Vervolgens ontstond er een discussie tussen Bezemer en Van Egmond over de vraag wat geld nu in essentie is. Net als de meeste mainstream economen is Bezemer namelijk van mening dat geld een claim is en dit daarom alleen als zodanig in omloop kan worden gebracht. In tegenstelling tot Van Egmond, die claimt dat geld niks meer is als een sociaal construct, een middel om waarde mee uit te wisselen. Een definitie die op gelijke voet staat met die van Stephen Zarlenga (oprichter American Monetary Institute), die hier het volgende over zegt:

    ‘’Money is an instrument, a tool for handling claims and debts. The claims and debts, however, are not ‘in’ the money, but are constituted in a mutual relation between a claimant and a debtor. Money thus is not identical with claims and charges. Money is a social medium indeed. Language, for example, ‘is’ not communication, but is a tool for verbal communication. Money need not be something owed and due, it’s what we use to pay something owed and due. Money and debt are two different things, that is why we have different words for them. We pay our debt with money.”

    ‘’Ik zie er historisch geen precedent voor om geld en kredietverstrekking te scheiden.’’ clay-tabletBezemer komt echter met het tegenargument dat het fenomeen ‘geld als schuld’ al zo oud is als de Sumerische kleitabletten én dat hij er historisch gezien geen precedent voor ziet om geld en kredietverstrekking van elkaar te scheiden. Dit is simpelweg niet waar [2]. Wellicht zou Bezemer dan ook eens het historisch en antropologisch werk van Stephen Zarlenga moeten bestuderen. In zijn meer als 700 pagina’s tellende boek ‘The Lost Science Of Money’ beschrijft Zarlenga namelijk alle geldsystemen die in het verleden hebben bestaan. Wat blijkt: niet alleen hebben er in het verleden wel degelijk publieke schuldvrije geldsystemen bestaan, maar deden deze ook zeer zeker niet onder voor geldsystemen waarin de geldschepping in private handen lag. Tevens zijn argumenten zoals ‘het is altijd al zo geweest’ van weinig meerwaarde (wat voor zich spreekt).

    Economische groei

    Ook ontstond er een discussie over een uitspraak die Van Egmond maakte. Van Egmond stelt namelijk dat, wanneer je een geldsysteem hebt waarin de overheid verantwoordelijk is voor de geldschepping en waarin geld en kredietverlening van elkaar gescheiden zijn, de overheid zelfs verplicht is om geld bij te maken om op die manier de prijs constant te houden. Volgens Bezemer is dit de omgekeerde wereld. Bezemer claimt namelijk dat je éérst krediet nodig hebt wil je de productieve capaciteit van de economie vergroten. contant-geldWat hij hiermee bedoelt is dat het dus niet zo is dat economische groei een gegeven is en je daar met monetair beleid ‘achteraan kunt hollen’ door vervolgens de geldhoeveelheid te vergroten. Toch is dit niet wat de stichting Ons Geld voorstelt. Wat de leden van de stichting wel voorstellen is een hybride geldsysteem, waarin een aanzienlijk deel van de economie draait op schuldvrije tokens, maar waarin ook ruimte is voor kredietgeld, mits dit geld aangewend wordt voor productieve doeleinden. Op deze manier kan geldcreatie ingezet worden om gericht doelen in de productieve economie na te streven (in tegenstelling tot het huidige geldstelsel, waarin banken de spreekwoordelijke geldpers aanwenden voor hun eigen commerciële gewin). We kunnen op die manier een stabielere economie creëren (minder opgaande en neergaande schuldencycli), hebben lagere publieke en private schulden én de economische groei waar Bezemer naar refereert kan nog steeds ‘on-demand’ gecreëerd worden.

    Financiële bubbels

    Wat mij ook opviel gedurende de hoorzitting was de onwetendheid (of desinteresse?) rondom de voorstellen van stichting Ons Geld bij de meeste deelnemers aan het tweede blok, zowel van de kant van de banken en de wetenschap, als van de politiek. Zo bleef Bezemer vasthouden aan het idee dat in het alternatieve geldsysteem dat stichting Ons Geld voorstelt, geld nog steeds als krediet geschapen wordt, met als enig verschil dat de overheid dan de geldpers in handen heeft in plaats van de banken. Zo zegt hij dat wanneer er een volgende huizenbubbel zich voordoet, mensen zich evengoed in de schulden steken door geld te lenen bij de banken, dat de banken op hun beurt weer lenen bij de overheid. De visie hierop van stichting Ons Geld staat uitgebreid beschreven op de website. Deze visie wijkt af van het verwrongen beeld dat Bezemer hierover creëert. Dit neemt echter niet weg dat financiële bubbels onder het voorgestelde alternatieve geldsysteem nog steeds voor kunnen komen. Verschil hierbij is alleen dat mocht het mis gaan banken dan gewoon om kunnen vallen omdat risico en beloning op één lijn komen te liggen. Tevens is de kans op long term debt cycles minimaal, omdat er dan effectief anticiperend beleid kan worden gevoerd met betrekking tot een belangrijke bron van conjunctuurschommelingen, te weten de perceptie van risico bij de commerciële banken zelf met als gevolg verruiming en inkrimp van bankkrediet ‘at will’.

    Monetarisme

    ‘’Centrale banken hebben dit in de jaren 70/80 al geprobeerd, zonder succes.’’ (Jan Marc Berk, hoogleraar, divisie directeur DNB, SER-lid) Naast Bezemer bleek ook dhr. Berk van de DNB de voorstellen van stichting Ons Geld niet serieus te hebben bestudeerd. Zo stelt hij dat soortgelijke monetaire experimenten ook al in de jaren 70/80 zijn geprobeerd, zonder succes. Berk gaat er namelijk vanuit dat wat stichting Ons Geld beoogt hetzelfde is als monetarisme, wat niet het geval is.

    Hardnekkige mythes

    ‘’Historie heeft aangetoond dat het niet verstandig is om de overheid aan de geldpers te laten zitten.’’ ‘’Banken kunnen niet tot in het oneindig geld creëren.’’ Ook kwam Berk met een aantal mythes die keer op keer weer de revue passeren tijdens discussies over het geldstelsel. Bijvoorbeeld de claim dat de monetaire geschiedenis ons leert dat het niet verstandig is om de overheid aan de geldpers te laten zitten én dat in het huidige geldsysteem de centrale banken de geldhoeveelheid kunnen managen. Op de website van stichting Ons Geld zijn echter diverse publicaties te vinden die dit soort mythes met de grond gelijk maken.[3][4]

    Regulering

    Desondanks blijven veel economen hun heil zoeken in ‘betere regelgeving en meer buffers. Ondanks talloze publicaties waaruit blijkt dat het indirect aansturen van de geldhoeveelheid door monetaire instrumenten, zoals bijvoorbeeld reserve-eisen, kapitaaleisen, de rentestand of QE in veel gevallen niet werkt. Maar ook bij nieuwe beleidsmechanismes zoals bijvoorbeeld macroprudentieel toezicht is het nog maar afwachten of deze de gewenste effecten zullen vertonen. Daarnaast kun je je afvragen of nog meer regelgeving het toezicht niet complexer maakt dan het al is. Wat is bovendien nog de waarde van meer regulering in een digitaal tijdperk, waarin banken zich in toenemende mate bezighouden met schaduwbankieren en zich op die manier dus weten te onttrekken aan iedere vorm van regelgeving?

    Digitalisering van geld

    Tegelijkertijd bieden ICT en digitalisering ook de mogelijkheid om ons geldstelsel te updaten naar de 21ste eeuw. Bijvoorbeeld door een staatsmunt te introduceren die gebruikt maakt van de blockchain-technologie. Op die manier wordt monetair beleid niet alleen volledig transparant, maar kan technologie ook misbruik van de geldpers voorkomen.

    Tot slot

    onsgeld-teaserIn het huidige systeem geldsysteem creëren banken het merendeel van ons geld ‘uit het niets’. Iets wat veel mensen merkwaardig vinden. Toch heeft dit ook een functie. Namelijk het overbruggen van mismatches tussen spaarders en leners. Ik zie het huidige geldsysteem dan ook niet als iets wat inherent slecht is. Wel ben ik van mening dat het vigerende geldsysteem in zijn huidige vorm onhoudbaar is en dat een fundamenteel debat over ons geldstelsel meer dan nodig is. Het liefst ééntje zonder economische dogma’s, ongefundeerde kritiek en misinterpretaties van elkaars ideeën. Die dragen namelijk niet bij aan een zinvolle gedachtewisseling. En zonder partij te trekken voor banken die vrijspel krijgen in reguliere kranten als Volkskrant en FD. Niels Verduijn Sympathisant stichting Ons Geld Leestips:

    Verwijzingen

    1. Dalio noemt een aantal middelen die volgens hem ingezet kunnen worden om een neergaande schuldencyclus in goede banen te leiden, namelijk bezuinigingen, herstructureren van schulden, herverdeling van rijkdom en kwantitatieve verruiming. Wat hij helaas niet noemt is ‘kwantitatieve verruiming voor de mensen’, ook wel ‘helikoptergeld genoemd (= geld geproduceerd door de centrale bank dat op één of andere manier aan de bevolking ten goede komt).
    2. Bank of England (2015). Old Money, New Money. Powerpoint, CCBS Chief Economists’ Workshop. Beschikbaar op: http://www.bankofengland.co.uk/research/Documents/conferences/ah0515.pdf
    3. Berk haalt als voorbeeld de hyperinflatie in Zimbabwe en de Weimarrepubliek aan. Hier speelden echter tal van andere factoren een rol: https://biflatie.nl/artikelen/economisch/hitler-en-de-hyperinflatie-duitsland/ http://onsgeld.nu/de-echte-waarheid-over-zimbabwes-hyperinflatie/
    4. De received wisdom onder veel economen is dat commerciële banken beperkt zijn in hun geldscheppend vermogen. De minicursus Banking 101 van Positive Money toont echter aan dat dit niet op waarheid is berust.

  • Apple daagt auto-industrie uit

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    timcook-appleHet is nu nagenoeg zeker. Apple gaat in auto’s. De geruchten waren er al. Kranten als the Wall Street Journal en bladen als the Atlantic hebben in september uitvoerig bericht over de stappen die Apple aan het zetten was in de richting van de auto. Zo zou het bedrijf veel ingenieurs van Tesla hebben overgenomen, juristen van het bedrijf zouden overleg gepleegd hebben met officials van het departement voor motorvoertuigen in Californië. Volgens the Guardian zou Apple ook al een testcircuit hebben gekocht. Het hele project zou de naam Titaan hebben gekregen!

    In een toespraak tijdens een hightech conferentie heeft Tim Cook weliswaar niet met zoveel woorden beaamd dat zijn bedrijf aan een auto werkt, maar c’est le ton qui fait la musique. Cook hamerde er tijdens zijn toespraak op, dat de auto-industrie aan de vooravond staat van ontwrichtende technologische ontwikkelingen. Er staan ingrijpende veranderingen op stapel in de sector, aldus Cook. De snelle technologische veranderingen maken het volgens hem voor buitenstaanders mogelijk om in te breken in een tot dusverre onneembare veste! De Ceo doelde daarmee op de groeiende rol van software in de hedendaagse auto. Software beheert en controleert de auto en vervult steeds meer rol van communicator met de automobilist. Software heeft bijvoorbeeld een doorslaggevende rol gespeeld om Tesla Motors, de elektrische auto, tot de belangrijkste uitdager van de gevestigde namen te maken.

    Van elektrische naar zelfsturende auto

    car-futureDe snelle opmars van de elektrische auto heeft volgens Cook de industrie in het defensief gedrukt. De nieuwe technologieën hebben niets meer van doen met de benzinemotor. In de slipstream van de Tesla’s van deze wereld ziet Cook de snelle opmars van de zelfsturende auto, iets wat zonder software ook al niet haalbaar is. Cook ging echter niet in op de vraag of er snel Apple auto’s op de weg zullen verschijnen. De Ceo benadrukte dat Apple op dit moment vooral drukdoende is om zijn Carplaysytem in de sector ingang te doen vinden. De iPhone moet voor de auto van morgen de bron van entertainment, informatie en communicatie worden. De terughoudendheid past volgens het blad the Atlantic wel in de werkwijze van Apple. Volgens het blad zou Cook in eerste instantie mikken op de bouw van een elektrische auto. Het is waarschijnlijker gemakkelijker die te bouwen rondom de huidige operationele systemen van de technologiereus. Bovendien kan hij leunen op de technologie van Tesla. In een recent interview haalde de hoogste baas van Tesla uit naar Apple, dat winkelde onder zijn ingenieurs. Pas in tweede instantie zou Apple zich gaan toeleggen op het bouwen van een zelfsturende auto. Het zou verstandiger zijn om Google of Uber de kastanjes uit het vuur te laten halen als er een eerste ongeluk gebeurt met een zelfsturende auto.

    apple-carplay

    Apple Carplay als middelpunt van entertainment, informatie en communicatie in de auto

    The Atlantic wijst er ook op, dat een jaar voordat Steve Jobs de iPhone introduceerde, Apple samen met Motorola en Cingular Wireless Rokr is de markt zette. Het was een telefoon dat iTunes kon laten horen. Blijkbaar moest er eerst toch proefgedraaid worden voordat Jobs het aandurfde om zijn revolutionaire iPhone te introduceren. Misschien moet de elektrische auto wel fungeren als een springplank om een revolutionaire zelfsturende auto in de markt te zetten. Volgens the Wall Street Journal moet dat gebeuren in 2019. Cor Wijtvliet Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Interview Mecking en Hogervorst: “Crisis is nog niet voorbij”

    Deflatie-in-aantoch-coverBegin deze maand verscheen alweer de negende druk van het boek ‘Deflatie in Aantocht’, geschreven door Eric Mecking en Elmer Hogervorst. Toen in 2005 de eerste druk van dit boek verscheen was men blijkbaar nog niet klaar voor een kritisch geluid, want het boek kreeg gemengde recensies.

    Maar het duurde niet lang voordat de historicus Eric Mecking gelijk kreeg. In 2008 brak de grootste financiële crisis uit sinds de Grote Depressie. Financiële instellingen stonden op omvallen en werden met noodgrepen van centrale banken en overheden overeind gehouden of genationaliseerd. De aandelenmarkt stortte in elkaar en de huizenprijzen begonnen te dalen. Eerst alleen in de Verenigde Staten, maar later ook in verschillende Europese landen.

    We spraken in Amsterdam met Eric Mecking en Elmer Hogervorst over de nieuwste editie van het boek Deflatie in Aantocht. Hoe komen we deze crisis weer te boven? En wat staat ons nog te wachten? En kunnen we lessen trekken uit het verleden?

    Het is alweer zeven jaar geleden dat de financiële crisis uitbrak. Waar staan we nu?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 zijn de wereldwijde schulden met 40% gestegen, zo merkt Eric Mecking op. We hebben de kredietcrisis dus helemaal niet opgelost, we hebben alleen maar tijd gekocht en het probleem nog groter gemaakt. Veel van de economische groei die we nu zien is mogelijk gemaakt door goedkoop krediet en door ingrijpen van overheden en centrale banken. Centrale banken hebben banken nieuw geld gegeven in ruil voor slechte leningen en aandelenkoersen stijgen omdat spaarders door de lage rente de beurs op gaan. De huizenmarkt trekt ook weer aan, maar dat is alleen maar omdat de rente zo extreem laag is en omdat de overheid verschillende maatregelen heeft toegepast om het kopen van een huis te stimuleren.

    Dat alles heeft gezorgd voor stijgende aandelenkoersen en een herstel van de huizenprijzen in de populairste gebieden. Maar van een fundamenteel herstel van de economie is nog steeds geen sprake. De werkloosheid ligt nog steeds hoger dan voor de crisis en veel mensen zitten in deeltijdbanen, hebben nulurencontracten of werken als ZZP’er. Voor deze grote groep mensen is de economische situatie veel onzekerder geworden sinds het uitbreken van de crisis.

    Centrale banken en overheden hebben een complete ineenstorting van het financiële systeem vooralsnog weten te voorkomen. Hadden jullie dat verwacht?

    Enerzijds verbaast het ons wel, maar aan de andere kant ook niet. Centrale banken en overheden hebben ongekende maatregelen gebruikt om de bankensector overeind te houden. Zij willen natuurlijk voorkomen dat het huidige financiële systeem uit elkaar valt. Alles was er dus op ingesteld om het huidige falende systeem in stand te houden en daarvoor werden de zwaarste middelen ingezet.

    Al in 2005 voorzagen jullie dat er een grote crash zou komen. Waarop was deze verwachting gebaseerd?

    Als je goed kijkt naar het verleden zie je steeds terugkerende patronen. De aanloop naar de crisis van 2008 was voor een groot deel vergelijkbaar met de ‘Roaring Twenties’ in de Verenigde Staten, de periode waarin de economie opbloeide door een ongekend optimisme over de toekomst. In beide gevallen werd er volop met geleend geld gespeculeerd. In de jaren twintig gebeurde dat vooral met aandelen, in de aanloop naar de crisis van 2008 vooral met vastgoed.

    roaring-twentiesEn net als in de jaren twintig van de vorige eeuw was er ook aan het begin van de 21e eeuw sprake van een ongekend optimisme. Op een gegeven moment kon je in Nederland bij de bank een hypotheek krijgen van 130% ten opzichte van de waarde van het huis. En dat kon ook nog eens aflossingsvrij! De Nederlandsche Bank en de AFM stonden erbij en lieten het allemaal maar gebeuren.

    Men dacht dat de huizenprijzen alleen maar verder konden stijgen en daarom namen huiseigenaren zonder problemen een extra lening op hun huis om die nieuwe keuken, een verbouwing of zelfs een vakantie of nieuwe auto te financieren. Toen ik dat allemaal zag ben ik me pas echt zorgen gaan maken. Ik heb toen het boek ‘Deflatie in Aantocht’ geschreven om mensen te waarschuwen voor de gevolgen van dat roekeloze leengedrag.

    In het boek besteden jullie veel aandacht aan de Kondratieff cyclus...

    Als je naar de geschiedenis kijkt zie je steeds langdurige golfbewegingen in de economie. De Russische econoom Nikolai Kondratieff (1892-1946) was een van de eerste die over deze golfbeweging publiceerde. Veel later werden zijn ideeën opgepikt door de Oostenrijkse econoom Schumpeter, die de verschillende fasen van deze cyclus vergeleek met de vier seizoenen. Net zoals de natuur vier jaargetijden kent, zo kent ook de economie volgens Schumpeter verschillende fasen. Net als in de natuur kunnen die jaargetijden van de economische cyclus korter of langer duren en in kracht verschillen. Sommige jaren hebben we een strenge winter, andere jaren juist een zachte. Dat betekent ook dat de winterperiode van de Kondratieff cyclus de ene keer veel strenger is dan de andere keer. We zijn ervan overtuigd dat deze terugkerende patronen in de economie te maken hebben met het natuurlijke gedrag van mensen. Menselijke kenmerken als hebzucht en angst waren in het verleden niet anders dan nu. Daarom blijkt steeds weer dat we als collectief niet in staat te zijn van de geschiedenis te leren en daarom is er eens in de zoveel tijd sprake van een grote crisis. Vroeger had de economische cyclus een lengte van ongeveer vijftig jaar, maar omdat de gemiddelde levensverwachting is toegenomen is deze cyclus nu een paar jaar langer geworden.

    Kondratieff cycles

    Kondratieff cycli en de aandelenmarkt (1814-2009)

    Vergelijken we de Chinese beurscrash van afgelopen zomer met de beurscrash in de Verenigde Staten van 1929, dan zien we ook veel overeenkomsten. Zowel de duur als de omvang van de correctie was vergelijkbaar en ook was er in de aanloop naar beide beurscrashes het gedrag van beleggers vergelijkbaar. Net als in de jaren ’20 van de vorige eeuw werd beleggen speculeren en was het opeens hip om in aandelen te zitten. Door met geleend geld te beleggen konden de koersen naar een onhoudbaar hoog niveau stijgen en was een crash onafwendbaar. Vlak voor de beurscrash van 1929 wisten ook schoenenpoetsers welke aandelen je moest kopen. En afgelopen zomer was het in China voor heel veel mensen opeens hip om in aandelen te beleggen. Iedereen die maar een beetje geld had zat met zijn of haar telefoontje de aandelenkoersen te bekijken en te handelen. Als we iets van de geschiedenis kunnen leren is het wel dat je niet moet beleggen in iets waar de massa al in zit. De geschiedenis herhaalt zich omdat het gedrag van mensen niet verandert. Men is gedoemd fouten uit het verleden te herhalen. Dat heeft de Duitse filosoof Georg W.F. Hegel (1770-1831) al eens mooi verwoord. Hij zei ooit dat de geschiedenis ons uiteindelijk alleen maar leert dat mensen er niets van willen leren. We kunnen hem niet meer gelijk geven…

    image001

    De beurscrash in China vergeleken met de Dow Jones in 1929 en 1930

    Hebben we het dieptepunt van de crisis al bereikt?

    Sinds het voorjaar van 2009 zit de aandelenmarkt in een opwaartse trend. En zelfs over de huizenmarkt horen we de laatste tijd steeds meer positieve geluiden. Maar als we er kritisch naar kijken zien we eigenlijk maar weinig lichtpuntjes. Zoals gezegd ligt de werkloosheid nog steeds hoger dan voor de crisis en is er voor heel veel mensen minder baanzekerheid. Het herstel van de aandelenmarkt en het aantrekken van de huizenmarkt is grotendeels te verklaren door de extreem lage rente, waardoor men meer kan lenen. Volgens sommige economen klimmen we alweer uit het dal en zitten we alweer in een opgaande fase van de economie. Jaap van Duijn, een econoom die zich gespecialiseerd heeft in conjunctuur en cycli, is bijvoorbeeld van mening dat we aan de vooravond staan van een volgende opwaartse innovatiecyclus. Een innovatiecyclus waarin technologiebedrijven als Facebook, Apple, Tesla en dergelijke een belangrijke rol spelen. Dat zijn weliswaar interessante ontwikkelingen, maar desondanks blijven wij van mening dat de grote economische trend nog steeds neerwaarts is. De wereldwijde schulden nemen onhoudbare proporties aan en dat is ook de reden dat centrale banken de rente nog niet durven te verhogen. Voordat we aan de volgende bloeifase van de economie komt moeten we eerst wat doen aan die onhoudbare schulden. Lees ook:

    Wat moeten we met al die schulden doen?

    We kunnen pas uit de crisis komen als we de schuldenlast terugbrengen naar een aanvaardbaar niveau. Dat betekent dat er linksom of rechtsom verliezen geleden moeten worden. Laten we de schulddeflatie zijn gang gaan, dan wacht ons in het beste geval een lange periode van economische krimp, dalende consumentenbestedingen en een dalend welvaartsniveau. Besluiten we schulden kwijt te schelden, dan moeten spaarders direct grote verliezen incasseren. In plaats daarvan kiest men voor de route die op korte termijn de minst dramatische gevolgen heeft, namelijk die van financiële repressie. Denk aan een extreem lage of zelfs negatieve rente, het uitbannen van contant geld, bail-ins en de eventuele invoering van een spaardersheffing. Tot een bepaald niveau zullen mensen dat accepteren, maar als overheden en centrale banken daar te ver in gaan zal men vanzelf uit dit financiële systeem vluchten. Stel je eens voor dat de rente op spaargeld negatief wordt, dan haal je je geld toch weg bij de bank? De stap naar goud en zilver kopen ligt dan opeens veel meer voor de hand voor een grote groep mensen.

    Komt er een revolutie?

    Het is naïef te denken dat zoiets ons niet zal overkomen, omdat we in een Westerse beschaving leven. De geschiedenis leert ons dat het eerst heel erg slecht moet gaan, voordat er grote veranderingen komen. We zijn vandaag de dag getuige van het falen van onze verzorgingsstaat en welvaartsstaat. Politici hebben heel veel beloftes gedaan aan het volk, maar nu wordt het voor steeds meer mensen zichtbaar dat deze niet waargemaakt kunnen worden. Neem als voorbeeld ons pensioenstelsel. We dachten dat we genoeg gespaard hadden voor de oude dag, maar nu de rente zo laag is komen we opeens in de problemen. Het benodigde rendement wordt niet meer gehaald, wat betekent dat er in de toekomst minder pensioen uitgekeerd kan worden. De jongere generatie heeft al geen hoge verwachtingen meer dat er nog genoeg pensioengeld over is op het moment dat zij het nodig hebben. Ondertussen worden de rekenregels aangepast en de premies verhoogd, waarmee de indruk wordt gewekt dat de pensioenproblemen niet van structurele aard zijn en dat deze met wat kleine aanpassingen verholpen kunnen worden.

    Kan de Federal Reserve de rente verhogen?

    In 1927 moest de Fed de rente verlagen om een kapitaalvlucht uit Europa richting de Verenigde Staten af te remmen. Nu hebben we een vergelijkbare situatie met de Federal Reserve en de dollarschulden in emerging markets. Dat de Federal Reserve de rente in september niet durfde te verhogen geeft al aan dat de centrale bank machteloos staat. Eigenlijk zou ze de rente juist moeten verlagen, maar die ruimte heeft de centrale bank niet meer. Het verder verlagen van de rente is eigenlijk geen optie. Het verder uitbreiden van QE is nog wel mogelijk, maar we hebben de afgelopen jaren gezien dat deze vorm van stimulering slechts een zeer beperkte impact heeft op de reële economie. Deflatie blijft de boventoon voeren en zal volgens onze analyse ook de komende jaren een drukkend effect hebben op de prijzen.

    Fed1920

    In 1927 verlaagde de Fed juist de rente om een kapitaalstroom richting de VS af te remmen

    Biedt goud een uitweg?

    Sinds 1971 is er geen monetair anker meer. Sindsdien begon alles te ontsporen. We kregen de oliecrisis, gevolgd door een periode van zeer hoge inflatie en geldontwaarding. Het geld verliest aan waarde en het is slechts een kwestie van tijd voordat men het vertrouwen verliest in overheden en centrale banken. Het wordt steeds duidelijker dat ook zij het antwoord niet meer weten en ons niet de weg naar economische groei en voorspoed kunnen brengen. Men voelt dat er iets niet goed zit en daarom begint er al een vlucht richting tastbare zaken. Dat komt in een stroomversnelling als de financiële repressie toeneemt. De massa schuilt nog steeds in staatsobligaties, maar wat als deze niet meer veilig zijn? Dan moet men op zoek naar een andere vluchthaven. Historisch gezien kom je dan steeds weer uit bij edelmetalen. Toch verwachten wij geen terugkeer naar een goudstandaard, omdat een koppeling van geld aan goud niet vol te houden is. Dat hebben de Amerikanen in het verleden al eens geprobeerd, totdat het buitenland op een gegeven moment het vertrouwen opzegde en massaal goud begon op te vragen in ruil voor hun dollarreserves. Het buitenland was er niet gerust op dat ze ooit nog goud zouden zien, omdat de Amerikaanse overheid tegelijkertijd een kostbare oorlog in Vietnam en een uitbreiding van de verzorgingsstaat probeerde te financieren. De goudvoorraad van de VS daalde eind jaren ’60 zo snel dat de toenmalige Amerikaanse president Nixon een einde maakte aan de inwisselbaarheid van goud. Hieruit kunnen we concluderen dat er met een goudkoppeling altijd gefraudeerd en geknoeid kan worden. Dat is ook wat er door de geschiedenis heen steeds weer gebeurde, zo merkt Mecking op. Dat gebeurde met papiergeld en met het verlagen van de hoeveelheid goud en zilver in muntstukken. Er zijn meer voorbeelden van te vinden in de geschiedenis. Iedere keer als de twijfel over de waarde van het geld toeneemt, wil men het papiergeld en de tegoedbonnen inwisselen voor fysiek goud of zilver. Dat gebeurde in Frankrijk in het tijdperk van John Law en dat gebeurde in Nederland met de zilverbonnen.

    Wat is jullie verwachting voor de goudprijs?

    Elmer Hogervorst ontwikkelde een cyclisch model om de ontwikkeling van de goudprijs te simuleren. Volgens dat model zou de goudprijs in juli dit jaar een bodem bereiken, om vervolgens weer in een opwaartse cyclus te komen. Deze opwaartse beweging zal volgens hem aanhouden tot 2018, waarbij de prijs van goud meerdere keren over de kop gaan. Hogervorst merkt op dat het een parabolische beweging zal zijn, waarbij de grootste stijging gerealiseerd wordt in de allerlaatste fase van de cyclus. Ook de zilverprijs zal volgens dit model de komende jaren weer in een opwaartse trend komen.

    Kan Bitcoin vandaag de dag een rol van betekenis spelen?

    De opkomst en de populariteit van virtuele munten als Bitcoin maakt duidelijk dat er iets broeit en dat men zoekt naar alternatieven voor een falend geldsysteem. Maar we geloven niet dat men massaal zal overstappen op virtuele munten. Men zal in het extreme geval eerder kiezen voor iets dat zich in het verleden bewezen heeft, namelijk goud en zilver. Bitcoin is interessant, maar we verwachten er eerlijk gezegd niet teveel van.

    Machtsverschuiving richting Azië

    Als je verder terugkijkt in de geschiedenis zie je dat de Westerse wereld niet altijd de meest dominante wereldmacht was. Voor 1800 lag het zwaartepunt van de wereldeconomie namelijk ook al in Azië, zoals de volgende historische grafiek laat zien. China en India waren toen de grootmachten, met een gezamenlijke economie die groter was dan de helft van de wereldeconomie.

    economic-power-asia

    Economische macht verschuift terug naar Azië

    Volgens Mecking en Hogervorst is het slechts een kwestie van tijd voordat China de rol van wereldleider weer zal overnemen van de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin en had de VS de grootste industriële basis. De afgelopen decennia is die onder het mom van globalisering verschoven richting Azië. Dat is nu de regio waar het meeste groeipotentieel zit. Regelmatig lezen we berichten dat China haar kapitaalmarkt verder wil openstellen en dat ze haar munt wil laten opnemen in de SDR. Deze ontwikkelingen zijn niet meer tegen te houden. We gaan van een falend Bretton Woods systeem naar een systeem dat bepaald zal worden door Beijing. China heeft een beslissende rol gekregen in de hervorming van het wereldwijde monetair systeem, net zoals de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog de rol van wereldleider op zich nam.

    En hoe zien jullie de toekomst voor Europa?

    Wat ons betreft zijn er in een te korte tijd teveel landen toegevoegd aan de muntunie. Daardoor is er momenteel onvoldoende politieke en fiscale eenheid in het beleid. Historisch gezien is dat geen succesvolle combinatie gebleken. We zien nu al dat de sterke eurolanden moeten opdraaien voor de problemen van de zwakkere lidstaten van de muntunie. Deze vorm van solidariteit kent zijn grenzen. We kunnen de schulden van een land als Griekenland wel op de lange baan schuiven en een soepele terugbetalingsregeling treffen, maar we zijn het er denk ik wel over eens dat er een grote kans is dat het geld dat we aan de Grieken hebben uitgeleend helemaal niet meer terug komt. Wil het Europese project met een gemeenschappelijke munt een succes worden, dan moet er op Europees niveau een centralisering van de macht plaatsvinden. Het is nog maar de vraag of daar onder de Europese bevolking genoeg draagvlak voor te vinden is. Kijk naar de populariteit van politici die zich sterk tegen Europa keren (Wilders in Nederland, Marine Le Pen in Frankrijk). Komt er ergens in Europa een populist aan de macht, dan bestaat de kans dat het betreffende land uit de muntunie zal stappen. Erik Mecking ziet in het Europese eenwordingsproject een parallel met de geschiedenis van Nederland, namelijk met de Patriottentijd. Nadat Frankrijk in 1795 de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had veroverd ontstond er een discussie over hoe deze nieuwe Republiek bestuurd moest worden. Het land werd verdeeld in twee groepen: De Unitariërs die vonden dat de macht gecentraliseerd moest worden, terwijl de Federalisten aan de andere kant de oude machtsstructuren (van de provinciën en de steden) in stand wilden houden. Het land dreigde daardoor onbestuurbaar te worden, totdat in 1798 de knoop werd doorgehakt met een staatsgreep van achtereenvolgens de radicale en de gematigde Unitariërs. Een jaar later, in 1799, werd het oude systeem van de Zeven Provinciën opgeheven en werd de macht gecentraliseerd. De nieuwe eenheidsstaat kreeg één wet, één begroting en gelijke belastingen voor iedereen. Europa staat nu voor een soortgelijke uitdaging als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Europa mist niet alleen een fiscale, maar ook een politieke eenheid. Kijk hoe Europa worstelt met de vluchtelingencrisis. Dit probleem dreigt Europa plat te leggen, want de verwachting is dat er nog veel meer vluchtelingen naar Europa toe komen. Al deze mensen hebben onderdak nodig en op termijn moet er ook werkgelegenheid voor ze zijn. Dat verhoogt de druk op de samenleving.

    Tot slot: Wat moet je nu doen als je vermogen hebt?

    In de nieuwste druk van ons boek Deflatie in Aantocht bespreken we ons HAAST model. Dit is een soort stappenplan dat je kunt doorlopen om je financieel voor te bereiden op de economische onzekerheden die de toekomst kan brengen. De letters staan voor hypotheek, aflossen, alternatieven, sparen en troy ounce. We hoeven denk ik niet uit te leggen waar dat laatste voor staat. We hebben het model zo genoemd omdat we van mening zijn dat je als burger snel moet handelen. Belangrijk is dat je je vermogen niet alleen op papier bezit, maar dat je ook een deel moet omzetten in tastbare bezittingen. Ook is het in het deflatiescenario dat wij verwachten verstandig om je schulden af te bouwen. Wil je meer weten over ons model, lees dan de nieuwste druk van ons boek. eric-mecking Eric Mecking (1959) is historicus, schrijver, financieel economisch analist en spreker. Eric studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en schreef onder andere de boeken Het drama van 1918, Neutraal Nederland in Oorlogstijd en in samenwerking met Hogervorst het boek Goud, geld en zilver. Zie ook Alsgeldjeliefis.nl         elmer-hogervorstElmer Hogervorst (1965) adviseert vermogende particulieren, is auteur, spreker, columnist en analist. Hogervorst studeerde Nederlands recht en fiscaal recht in Amsterdam en Leiden. Hij heeft gewerkt bij belastingadvieskantoren en begeleide prijswinnaars van de Staatsloterij. Zie ook Hogervorstadvies.nl

  • Column: Overlevingseconomie?

    Het heuvelland van Valkenburg was op deze zomerse dag in topvorm. Prachtig weer, veel groen, mooie doorkijkjes op de Geul en op kastelen, en alleen maar tevreden mensen die al wandelend genoten van deze mooie ervaringen. Vrienden die de streek niet kenden vergeleken het met het stroomgebied van de Loire. Mooier compliment is er niet, dacht ik zo.

    En het was nog voor niks ook, je hoefde voor al dat prachtigs niet te betalen. Dat wil zeggen, je moest er wel naar toe reizen, dat kost wat, zeker als je uit Holland komt. De koffie en vlaai waren ook niet gratis. En al dat moois was ook te danken aan de gemeentelijke en provinciale overheden die er zorg voor dragen. En aan private instellingen als de Vereniging Natuurmonumenten die in dit gebied een van de kastelen, Genhoes, onder haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Die moeten ook aan hun geld komen, vandaar het betalen van belastingen en het jaarlijks doneren. Kortom, voor niets gaat de zon op, ook op deze mooie dag. Maar eventjes toch dat geluksgevoelletje dat je ervan kon genieten zonder entree, het ging niet om geld maar om mens en natuur.

    Oorlogstijd

    Vanaf de Betsy Perk bank (wie kent haar niet, deze 19de-eeuwse voorvechtster van vrouwenrechten) daalden wij af naar Valkenburg. Wij passeerden het gehucht Euverem. Uit de verte zag ik de boerderij waar ik als kind ben geweest. Het was 1943, denk ik, midden in oorlogstijd. Mijn vader was door de Duitsers gevangen gezet. Ik mocht mee met oudere broer en zussen om bij die boerderij melk te halen. Moest er voor betaald worden?, ik heb geen idee. Duidelijk was dat wij melk kregen. En dat was natuurlijk van levensbelang, kan ik achteraf zeggen. Want hoe konden wij die moeilijke tijd overleven? Natuurlijk, wij woonden niet in Holland waar later de mensen die verschrikkelijke Hongerwinter ondergingen. Maar toch, mijn moeder stond er alleen voor, hoe deed zij dat? Ik herinner mij nog haarfijn beelden van dat in die tijd mensen vanuit de parochie ons hielpen. En ongetwijfeld zullen er buren en vrienden zijn geweest die ook hun steentje bijdroegen. Ik vermoed dat dat gebeurde in natura, dat mijn moeder geen geld kreeg. Trouwens, misschien hadden mijn ouders ergens nog wat geld liggen en dat wij daarmee bijvoorbeeld de melk van die boeren in Euverem betaalden.

    Hoe dan ook, al wandelend kwamen allerlei herinneringen uit die oorlogstijd weer boven. En daarmee ook vragen over hoe Nederland economisch gezien bleef draaien. Met de komst van de Duitsers veranderde de Nederlandse economie niet drastisch. Veranderingen werden geleidelijk aan doorgevoerd. Zo werden steeds meer mannen gedwongen in Duitsland te werk gesteld. Binnen Nederland moest voor Duitsland worden geproduceerd. Steeds meer ook werden voorraden voedsel in beslag genomen om daarmee Duitse soldaten en de Duitse bevolking te voeden. Die maatregelen hadden allerlei gevolgen. Een daarvan was dat er systemen van distributie werden opgezet om het schaarse voedsel te verdelen. Ik herinner mij nog goed dat ik meeging naar de bakker en dat daar, voor mijn gevoel, met bonnen werd betaald in plaats van met geld. Natuurlijk, er werd ook met geld betaald. Maar zonder bonnen geen brood. Niet voor niets pleegde het Nederlandse verzet meerdere malen overvallen op distributiekantoren, of werden valse bonnen gedrukt. Al die concrete veranderingen in ons bestaan betekenden onder meer dat geld minder belangrijk werd. Het ging allereerst om de basale vraag hoe aan brood en melk te komen. Dat je daarbij geholpen werd vanuit netwerken als parochie en buurt. En dat je recht op voedsel minder afhing van geld dan van je evenredig recht op je aandeel in het beschikbare voedsel, vertegenwoordigd door die bonnen. Iets wat tegenwoordig ook wel Aarde-dividend wordt genoemd.

    Er is meer. Dat wij thuis die oorlogsjaren betrekkelijk redelijk zijn doorgekomen heeft ook te maken met een ander verschilpunt met de economie die wij nu kennen. Dat is dat veel meer aan zelfvoorziening werd gedaan. Bijvoorbeeld was het gebruikelijk dat wij een eigen moestuin hadden. Dat was niet uit liefhebberij of zo, het was in de streek waar wij woonden heel normaal. Mede daardoor hadden wij, denk ik, altijd wat te eten. Trouwens, wij hadden ook fruitbomen en bessenstruiken. Achter ons huis had een boer een grote fruitweide waar wij natuurlijk ook van profiteerden. Kleren werden versteld door mijn moeder zelf, er werd zelf gebreid en genaaid. Niet alle kleren natuurlijk. Maar toch, zelfvoorziening behoorde tot ons leven.

    Wat was dat voor soort economie? Het was natuurlijk ook een geldeconomie. Maar dat werd steeds minder relevant naar gelang de oorlog voortduurde. Het werd steeds meer een wat ik gebruikswaarde-economie noem, in navolging van economen als Paul Sweezy. Het ging er allereerst om hoe aan brood en melk te komen, aan groenten, fruit en kleren. Want daarvan kon je leven, niet van geld.

    Ondergang Tilburgse textielindustrie

    Ik heb op verschillende plekken onderzoek gedaan naar overlevingseconomie. Een daarvan ging over overlevingsstrategieën van Tilburgse textielarbeiders en hun gezinnen tijdens de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zoals bekend was Tilburg eeuwenlang een textielstad. Je kon, met enige mitsen en maren, spreken van een monocultuur. Die industrie is praktisch helemaal verdwenen, in betrekkelijk korte tijd, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Die ondergang had allerlei oorzaken, en velerlei gevolgen. Tot die laatste behoorde dat duizenden mensen opeens op straat kwamen te staan. En dat terwijl er bijna geen vervangende werkgelegenheid was. Veel van deze gezinnen kwamen in grote armoede terecht, of ondergingen op zijn minst een flinke inkomensval, ondanks het bestaan van allerlei regelingen van sociale uitkeringen. Ik wilde weten hoe deze gezinnen die moeilijke periode doorkwamen.

    Natuurlijk, op allerlei manieren werd geprobeerd om aan geld te komen. Nieuwe banen waren er meestal niet, gelukkig had je nog de sociale werkplaatsen, en andere regelingen van gesubsidieerde arbeid. Die leidden meestal ook tot inkomensdalingen maar beter iets dan niets. Veel mensen, vooral vrouwen, verdienden bij door thuisarbeid, bijvoorbeeld inpakwerk, desnoods zwart.

    Ook andere vormen van overleving deden zich voor. Er werd veel meer dan vóór deze crisis aan zelfvoorziening gedaan. Het hebben van een volkstuintje werd nu noodzaak in plaats van liefhebberij. Zelf taarten bakken werd meer dan dat je ermee kon pronken bij feesten, want gebak kopen werd te duur. Dat je van je moeder kon leren hoe kleren te naaien en te breien werd meer dan een aardige tijdsbesteding. Het hebben van een buurman die handig was met auto’s repareren kon je veel kosten besparen, zeker ook als jij zelf handig was in timmeren en metselen en daarmee de buurman kon helpen. Terzijde, Tilburg beleefde in die jaren een hausse van zelfbouw of zelfverbouw. Er was een opmerkelijke stijging van de verkoop van brei- en naaimachines.

    Ruileconomie

    Mensen gingen niet alleen meer zelf doen. Er werd ook meer geruild. Kleren werden als ze te klein werden niet weggegooid maar doorgegeven aan anderen. Dat gold zeker voor babykleren en bruidsjurken maar die niet alleen. Tegenwoordig vinden wij kringloop winkels heel normaal. Maar dat kwam pas goed van de grond in die jaren. En uit pure noodzaak, je kon nog een beetje geld maken van je spullen, en voor een zacht prijsje dingen kopen die je hard nodig had. Op kleinere schaal, bijvoorbeeld tussen buren en familieleden, werd geruild. Tegenwoordig spreken wij van deeleconomie als nieuwigheid. Maar in die jaren en trouwens waarschijnlijk altijd wel was delen en ruilen in veel arbeidersfamilies en buurten heel normaal.

    Sociale verbanden waren hierbij dikwijls van strategische betekenis. Het scheelde nogal als je een schoonzoon had die ergens een koelkast voor niets of een zacht prijsje had weten te vinden, want die van jou was nu echt op. Of een moeder die je breien leerde. Familieverbanden werden nu opnieuw van groot belang voor veel praktische en minder praktische zaken des levens. Dat gold ook het hebben van goede vrienden en buren. Het gezegde “liever een goede buur dan een verre vriend” werd nog meer werkelijkheid. En als je je sociale verbanden verwaarloosde dan kon dat gevolgen hebben voor je bestaan.

    Oorlog in El Salvador

    Zelfvoorziening, ruil- en deeleconomie, en de kwaliteit van sociale verbanden kregen bij mij een nog grotere betekenis door een onderzoek in El Salvador. Daar heeft in de jaren tachtig en begin jaren negentig van de vorige eeuw een burgeroorlog gewoed die leidde tot grote ontberingen voor veel mensen. Mijn onderzoek ging over de manier waarop de inwoners van twee dorpen die tijd hadden overleefd. Dat waren dorpen die midden in oorlogsgebied lagen. Alle families die ik heb gesproken, tientallen, hadden mensen verloren in die strijd. Regelmatig moesten zij huis en haard verlaten om iets van veiligheid te hebben, bijvoorbeeld door zich te verstoppen in bossen en grotten of in vluchtelingenkampen. En als zij weer terug konden naar hun dorpen bleek veel vernield of gestolen, en moesten zij weer van voren af aan beginnen. Dat was voor mij de meest intensieve ervaring van wat overleving inhield. Het ging echt om je bestaan. Niet alleen om voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg maar zelfs om de fysieke verdediging met wapens en alles wat daar bij hoort. Het was oorlog in de meest letterlijke betekenis van het woord.

    En dan was opnieuw mijn vraag hoe zij, die boeren en boerinnen, dat hadden gedaan, hoe zij die verschrikkingen hadden overleefd. Uiteraard kwamen de eerder genoemde thema’s boven, maar dan echt existentieel. Je moest voor jezelf zorgen, en ook ruilen en delen met anderen. Dat waren situaties waarin je aan geld weinig tot niets had. Geld kun je niet eten. Dat wil niet zeggen dat geld geen enkele rol speelde. Er bleven verbanden met andere streken en steden, hoe moeizaam ook. En vandaaruit werd er ook gehandeld. Maar hoe langer de oorlog duurde hoe minder dat dat werd. En dan blijkt nog scherper dat het aankomt op vermogens die wij in onze cultuur nauwelijks meer kennen. Wij zijn kwetsbaarder. Bijvoorbeeld was van strategische betekenis dat er mensen waren, meestal ouderen, die wisten welke wortels in het bos je wel kon eten en welke niet, en hoe medicinale planten en kruiden te vinden. En ook hoe je weg te vinden in bossen en grotten. Delen was van absolute betekenis in die omstandigheid. Weinig kon meer voor jezelf blijven, alles werd van iedereen. En als het gaat om sociale verbanden, onder deze omstandigheden moesten die van topkwaliteit zijn, hecht georganiseerd, ook in de formele betekenis van het woord organisatie, dikwijls ook met strakke richtlijnen en gezagsverhoudingen.

    Mad Max en The Hunger Games

    Ik ben een liefhebber van films als Mad Max en The Hunger Games. Ik houd van films, zeker ook van spektakelfilms, als zij goed gemaakt zijn. Maar juist deze twee filmcycli hebben iets wat mij zeer interesseert. Eigenlijk gaan zij over overleving. En dan ook overleving in de meest pure betekenis van het woord. Waarom hebben deze films zo’n grote aantrekkingskracht op zoveel mensen, vooral jongeren? Misschien ook op dezelfde gronden als bij mij. Een van de onderliggende thema’s in deze films is hoe te overleven nadat zich apocalyptische gebeurtenissen hebben afgespeeld. In The Hunger Games gaat het dan om het overleven ondanks de tirannie van totalitaire regimes die in de menselijke geschiedenis hun weerga niet kennen. En bij Mad Max gaat het om overleven nadat grote delen van de aarde verwoest zijn, en groot deel van de mensheid verdwenen. Daarbij wordt gesuggereerd dat dat veroorzaakt is door uitputting van de aarde en daarmee verbonden oorlogen gevoerd met massavernietigingswapens.

    Hoe dan ook, ik zie in deze films geen geld. Ik zie wel de strijd om het naakte bestaan, in de meest brede zin van het woord. En economisch gezien gaat het daarbij om overlevingseconomie. Het gaat in de verste verte niet om vooruitgang zoals wij die onderdeel van ons bestaan hebben gemaakt. Economische groei is een begrip dat onder die omstandigheden ondenkbaar is. Overleving is het enige devies dat het leven leidt. Overigens, ik moet niet overdrijven, de liefde speelt onder alle omstandigheden een rol, mensen blijven verliefd worden. En er valt nog wat te lachen ook. Maar toch, alles onder het banier van hoe te overleven. En dan heb je het over een ander soort van definitie van economie dan wat nu onder de tirannie van het neoliberale denken als economisch gezien wordt.

    Wat dan nog?

    Interessant allemaal, zou je kunnen denken. Maar wat hebben wij, levend in overdaad, daarmee te maken? Hoe zo overleven? Het gaat toch goed? Natuurlijk zijn er veel problemen. Maar die lossen wij wel op met de nodige nieuwe technologie en zo, de markt doet haar werk, toch? Ik vraag mij dat af, in alle ernst. Daarover een volgende keer.

    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.

  • Reactie Ons Geld op “Afdeling ‘geldschepping’ bestaat niet bij bank”

    Door: Martijn Jeroen van der Linden, 21 oktober 2015

    In een recent artikel bij FD stelt de heer Boonstra terecht dat commerciële banken geldscheppende instellingen zijn. Als een bank krediet verleent komt daardoor meer giraal geld in omloop. Ook merkt Boonstra op dat dit geen nieuw inzicht is. Dit klopt.

    Echter, diverse economen beweren dat veel economieboeken geld(creatie) en bankieren vaak onnauwkeurig, en zelfs onjuist beschrijven (o.a. Goodhart (1984), Turner (2013), Coe & Pettifor (2014), Werner (2014) en Turner (2015).

    Vorig jaar bevestigde ook de Bank of England dit:

    “rather than banks lending out deposits that are placed with them, the act of lending creates deposits — the reverse of the sequence typically described in textbooks” (McLeay e.a. 2014).

    Misverstanden

    Vervolgens stelt de heer Boonstra dat er veel misverstanden zijn. Ook dit klopt. Verschillende onderzoek (Cobden 2010, Dods 2014, Nietlisbach 2015) tonen aan dat financiële geletterdheid laag is in Europese landen. Zo denkt 73% van de Zwitsers ten onrechte dat de Zwitserse staat en/of centrale bank al het geld creëert en weet slechts 12% van de Britse parlementsleden dat bankleningen nieuw geld creëren, 71% denkt ten onrechte dat de overheid al het geld schept. Er zijn geen aanwijzingen dat financiële geletterdheid in Nederland en andere Europese landen hoger is.

    Dan stelt de heer Boonstra dat banken een passieve rol spelen in het geldscheppingsproces. Dit is twijfelachtig. Het klopt dat het geldschepping begint met vraag naar geld. Maar in welke mate wordt deze vraag gestimuleerd door winst maximaliserende banken? Accountmanagers bij banken worden bijvoorbeeld vaak beloond op basis van verkochte kredieten. Er is dus wel degelijk een drang om (te veel) kredieten te verstrekken.

    geld-euro

    Uit onderzoek blijkt dat er de afgelopen decennia met name geld gecreëerd is uit krediet voor niet-productieve investeringen, zoals huizen en financiële activa. De geldhoeveelheid ademde dus niet mee met de economie, zoals de heer Boonstra stelt. Inflatie in huizenprijzen en aandelenkoersen is de norm geworden. In de 21ste eeuw dwingt digitalisering ons geld, krediet en bankieren opnieuw te overdenken. In het industriële tijdperk was bankieren vrij simpel. Banken financierden kapitaalintensieve lange termijn projecten en overbrugden mismatches tussen spaarders en leners. Overheden zorgden voor regelgeving en implementeerden depositogarantiestelsels om bank runs te voorkomen. Krediet was immobiel, geld was grotendeels chartaal (cash) en bankbalansen waren simpel. De digitale revolutie heeft dit veranderd. Kredieten worden tegenwoordig op grote schaal verknipt, verpakt en verhandeld en zijn daardoor zeer mobiel. Geld is grotendeels giraal. En bankbalansen zijn complex. Bankieren is losgemaakt van afzonderlijke bankbalansen. Hierdoor wordt toezicht steeds complexer en is toezicht op bijvoorbeeld kapitaalratio’s niet langer zinvol.

    Burgerinitiatief Ons Geld

    onsgeld-teaserBurgerinitiatief Ons Geld stelt voor gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT en digitalisering bieden en het geldsysteem en kredietsysteem van elkaar te splitsen. In het verleden hebben zowel vrije-markteconomen als meer staat-georiënteerde economen op basis van economische argumenten hetzelfde voorgesteld (o.a. Irving Fischer en Milton Friedman; zie Lainà (2015) voor historisch overzicht). In de jaren na de beurscrash van 1929 stond monetaire hervorming zelfs hoog op de politieke agenda in de Verenigde Staten. Onder andere door bestuurlijke blunders, een slecht geïnformeerd publiek en bankenlobby werd in 1933 echter gekozen voor de Glass-Steagall Act (Phillips, 1992). Wij denken dat in de 21ste eeuw door een vierde macht uitgegeven digitaal chartaal geld kansen biedt en wij zijn hierin niet alleen. De Bank of England onderzoekt momenteel central-bank issued digital currency en een mogelijke transitie van credit-based money naar token-based money. Burgerinitiatief Ons Geld pleit voor actie en stelt voor schuldvrij geld te introduceren en banken een intermediërende rol te geven. Onderzoek van onder andere Yamaguchi (2011), Benes & Kumhof (2012, 2013) en de Vries & van Egmond (2014) laat zien dat dergelijke hervorming niet alleen leidt tot grotere stabiliteit, maar ook tot een afname van publieke en private schulden en productiviteitsgroei. Bovendien kan het depositogarantiestelsel worden afgeschaft. Tot slot, de heer Boonstra merkt terecht op dat de afdeling geldschepping niet bestaat bij banken. Hierdoor is er momenteel geen coördinatie. Burgerinitiatief Ons Geld vindt dit problematisch en stelt dat coördinatie juist nodig is om prijsstabiliteit, in onze ogen een publiek goed, te realiseren. Martijn Jeroen van der Linden Onderzoeker en promovendus TU Delft/ Economie van Technologie & Informatie, mede-initiatiefnemer burgerinitiatief Ons Geld. Bron: Ons Geld

    Referenties

  • Bereid je voor op negatieve rente!

    De edelmetalen kunnen deze week de rally voortzetten die op 2 oktober begonnen is. Sindsdien is de zilverprijs bijna 10% gestegen en is goud bijna 3,5% omhoog gegaan. De constatering dat het bestuur van de Federal Reserve haar kans gemist heeft de rente te verhogen begint langzaam door te dringen bij beleggers. Sterker nog, als de Amerikaanse economie opnieuw in een recessie belandt, dan gaan we misschien nog wel meemaken dat de centrale planners verschuiven van een zero interest rate policy (ZIRP) naar een negative interest rate policy (NIRP). Dat betekent de introductie van negatieve rente!

    negative-interest-ratesDe notulen van de laatste FOMC vergadering onthullen dat de Janet Yellen en haar gezelschap naar het socialistische Europa kijken voor ideeën, waar verschillende centrale banken nu al experimenteren met een negatieve rente. De voetnoot: Binnenkort moet je er rekening mee houden dat je rente gaat betalen voor het ‘privilege’ om je geld uit te mogen lenen aan de bank!

    Deze week zullen beleggers kijken naar inflatiecijfers, winkelverkopen en cijfers over de industriële productie. Het vooruitzicht van een recessie komt steeds groter in beeld, ondanks de kleine herstelrally op de aandelenmarkt. Het lijkt erop alsof beleggers momenteel meer aandacht schenken aan de uitgestelde renteverhoging dan aan de verslechterende economische fundamenten.

    Edelmetalen: Belangrijker dan ooit in uw portefeuille

    Niemand lijkt er dezer dagen over te praten, maar we leven nog altijd in een inflatoir tijdperk. Wall Street is gefixeerd op de mogelijkheid van deflatie, nu de olieprijs gedaald is en de consumentenprijsindex rond de nul blijft schommelen. Maar de wielen van inflatie blijven draaien. De afgelopen tien jaar stond het beleid van centrale banken in het teken van nul procent rente en het opkopen van obligaties. Centrale banken hebben deze uitzonderlijke maatregelen aan het publiek verkocht als economische stimulering. Maar nu blijkt dat deze grootschalige stimulering weinig effect heeft gehad op de reële economie. Het is duidelijk geworden dat het werkelijke doel van dit beleid geweest is de banken te ondersteunen en aandelenkoersen op te drijven. Ondertussen zijn de staatsschulden en de ongedekte verplichtingen alleen maar groter geworden. Dat epische probleem stond volop in de belangstelling bij beleggers, toen de prijzen van goud en zilver in 2011 hun piek bereikten. Headlines gingen toen over de impasse over het schuldenplafond en de angst voor inflatie. inflation-dollarHelaas voor de liefhebbers van edelmetalen hebben centrale planners van de Federal Reserve en Wall Street de aandacht van beleggers weten af te leiden van deze problemen. Hogere aandelenkoersen, gemasseerde economische statistieken ten aanzien van de werkgelegenheid en de inflatie en het omlaag drukken van de goud- en zilverprijzen met het aanbieden van nog meer papier hebben allemaal een bijdrage geleverd aan het maskeren van de fundamentele problemen waarvoor je graag edelmetalen in je portefeuille wilt hebben. Momenteel lijken beleggers zich weinig zorgen te maken over het inflatoire potentieel van de miljarden dollars die de Federal Reserve gecreëerd heeft om Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekleningen op te kopen. Velen ontkennen dat er überhaupt sprake is van inflatie en denken dat een beleid van nul rente of zelfs negatieve rente maar weinig impact zullen hebben op de koopkracht van de dollar. Maar het belonen van schuldenaren, terwijl er tegelijkertijd een soort jihad gevoerd wordt tegen de spaarders, zal niet zonder gevolgen blijven. Al die extra dollars die gecreëerd zijn in de verschillende rondes van monetaire verruiming klotsen nog rond in het financiële systeem - in de aandelenmarkt, geparkeerd als overtollige reserves en op allerlei andere plaatsen - maar niet in de reële economie. We hebben de risico's van de financiële sector en de dreiging van inflatie nog niet overwonnen. Deze risico's zijn er nog steeds, ze worden zelfs steeds groter. In de geesten van veel beleggers wordt hier nog niet veel gewicht aan toegekend, maar de verandering zit in de lucht. Angst zal weer de boventoon gaan voeren in de besluitvorming van beleggers - misschien al heel snel. De Federal Reserve is niet in de positie de rente substantieel te verhogen. De Republikeinen in het Amerikaanse Congres zullen spoedig laten zien hoe incapabel ze zijn ten aanzien van de bewaking van het schuldenplafond, dat momenteel op een hoogte van $18,1 biljoen ligt. En mensen zullen weer praten over de kans op een recessie. Beleggers beginnen zich zorgen te maken over de uitzonderlijk hoge koers/winst verhoudingen, dalende bedrijfswinsten en een potentiële obligatiebubbel. Sommige bedrijfsobligaties en leningen die zijn uitgegeven door lokale overheden zijn gewaardeerd alsof ze zo kredietwaardig zijn als Apple, terwijl de cijfers suggereren dat ze meer gemeenschappelijk hebben met Enron. Ondanks alle negatieve woorden over edelmetalen zal er altijd vraag zijn naar een inflatie hedge die privacy en diversificatie biedt en die geen tegenpartij risico kent. We verwachten dat de vraag van beleggers naar goud en zilver de komende jaren dramatisch zal toenemen, ondanks de bias van Wall Street tegen goud. De prijzen van edelmetalen zijn dan misschien wel gedaald in de voorbije jaren, na duizenden jaren van geschiedenis als betrouwbare opslag van waarde is goud nog steeds niet overbodig geworden.

    clint-siegnerMoney Metals Exchange

    Clint Siegner is de directeur van Money Metals Exchange, de goudhandelaar die dit jaar in de Verenigde Staten door een onafhankelijk wereldwijd ratingbureau gekozen is tot "Dealer van het jaar". Siegner studeerde af aan het Linfield College in Oregon en zet zijn managementervaring en passie voor persoonlijke vrijheid, een kleine overheid en eerlijk geld in om de bekendheid en het bereik van Money Metals Exchange te vergroten. Hij schrijft ook uitvoerig over de edelmetaalmarkt en hoe die markt samenhangt met politiek en wereldzaken.

  • Column: Van wie is ons geld?

    Lou Keune

    Burgerinitiatief Ons Geld

    14 oktober is het zover. Dan zal er een eerste parlementaire behandeling plaatsvinden van het Burgerinitiatief Ons Geld. Leden van de Commissie Financiën van de Tweede Kamer gaan in een hoorzitting een gesprek aan met vertegenwoordigers van de Stichting Ons Geld, met enkele andere deskundigen, en met theatermaker George van Houts die samen met Pierre Bokma en andere acteurs en met groot succes het stuk De Verleiders op de plank wist te krijgen. Dit oriënterend gesprek kan uitmonden in een besluit van de Commissie om daadwerkelijk het voorstel van Ons Geld in behandeling te nemen.

    Dit initiatief wordt door ruim 120.000 mensen ondersteund. Dat zijn mensen die zich ernstig zorgen maken over het huidige geldstelsel. Die zorgen worden geïntensiveerd door de gang van zaken bij de financiële crisis die zich openbaarde na de val van Lehman Brothers in 2008. Vele banken, dikwijls systeembanken, en andere financiële instellingen, kwamen in grote problemen. Dat gaf aanleiding tot grootschalige financiële interventies van overheden om de banken te ondersteunen. De gevolgen daarvan laten zich dagelijks voelen, zie bijvoorbeeld de bezuinigingen in de zorg en bij de politie en de problemen die dat veroorzaakt in het dagelijkse leven van veel Nederlanders.

    Geldschepping

    De steen des aanstoots is het systeem van geldschepping. De meeste mensen denken nog steeds dat geld geschapen wordt door alleen de centrale banken. Dat is al lang niet zo. Het overgrote deel van het geld is gecreëerd door de particuliere banken. Dat wordt geïllustreerd door bijgaande grafiek. Nu denken mensen bij geld aan die papiertjes en munten waarmee veel dagelijkse betalingen worden gedaan. Dat ‘chartaal’ geld wordt alleen door de centrale banken voortgebracht. Bij particuliere geldcreatie gaat het om ‘giraal’ geld, dat eigenlijk niet meer is dan boekhoudkundige aantekeningen op rekeningen van banken over uitstaande leningen en tegoeden. Als ik een hypotheek wil afsluiten en de bank is het daar mee eens, dan opent de bank voor mij een tegoed voor het benodigde bedrag. Tegelijkertijd opent de bank een rekening waarop haar vordering op mij te boek staat. Zo blijven bij de bank debet en credit in evenwicht. Het essentiële punt is dat de bank zelf beslist of zij dit geld in omloop brengt. En dat geld komt in feite uit het niets, een wonder waarover mensen als Galilei en Newton en Einstein waarschijnlijk niet uitgestudeerd zouden raken.

    aa.jpg

    Ontwikkeling geldhoeveelheid in Nederland (Bron: RABO Bank)

    Liberalisering

    De liberalisering van de economie zoals die begon in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw (Thatcher, Reagan) had vele vormen. Privatisering, deregulering, bezuinigingen, vermarkting van publieke diensten als zorg en vervoer, flexibilisering, vrijhandel, en de verdere monetarisering van de economie, dat zijn wel de bekendste. Dat proces gaat nog steeds door, is staand beleid, zeker ook binnen transnationale instellingen als de EU, de ECB en het IMF. Zie bijvoorbeeld het herstructureringsprogramma dat de Trojka heeft opgelegd aan Griekenland.

    In de begintijd van die liberalisering ging het vooral om structurele aanpassing van de economieën in vele ontwikkelingslanden. Deze landen konden een schuldenregeling krijgen onder voorwaarde van de doorvoering van een structureel aanpassingsprogramma dat ontworpen zo niet gedicteerd werd door de Wereldbank en het IMF. De gevolgen daarvan zijn in veel landen negatief geweest. Bijvoorbeeld waarschuwde UNICEF in die tijd voor stijgende kindersterfte, zie het befaamde rapport uit de jaren tachtig Adjustment with a Human Face. Lokale economieën werden nog kwetsbaarder dan zij al waren. Zo werden lokale bedrijvigheden weggeconcurreerd door buitenlandse ondernemingen of door goedkope importen. En ook zijn er vele en tragische voorbeelden van ‘landroof’ als gevolg van opkopingen door buitenlandse ondernemingen van grote lappen grond. Met name binnen IMF en Wereldbank is sinds de eeuwwisseling veel zelfkritiek bovengekomen. Dat weerspiegelt zich o.a. in de actuele politiek t.a.v. Griekenland: waar de EU en de ECB het accent leggen op bezuinigingen en privatiseringen, bepleit het IMF allereerst het kwijtschelden van schulden. Hoe dan ook, liberalisering is staand beleid geworden, zeker binnen de EU. De gevolgen van het Trojka beleid in Griekenland doen zeer denken aan wat in de vorige eeuw zich afspeelde in veel ontwikkelingslanden: toenemende armoede, uitholling van publieke diensten, verlies van zeggenschap en autonomie.

    Financialisering

    Financieringscriteria vormen de leidraad in dat beleid. Deze financialisering van de economie (dus dat financiële maatstaven dominant worden bij economische beslissingen, alsook dat financiële instellingen ‘institutioneel’ dominant zijn) kenmerkt de huidige wereldeconomie. Dit ondanks initiatieven om andere maatstaven en belangen meer gewicht te doen krijgen, zie bijvoorbeeld de nieuwe 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkelingsdoeleinden van het UNDP, bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van dit jaar. Vergelijkbare initiatieven om andere dan financiële criteria dominant te laten worden zie je ook bij de formulering van ambitieuze programma’s op gebied van klimaat en biodiversiteit. Helaas gaat dat nog steeds niet gepaard met inperking van de marktgerichte economie. Integendeel, velen zijn van opvatting dat zo’n probleem als de stijging van de CO2 in de atmosfeer veronderstelt dat er economische groei, gedefinieerd als BBP groei (een van die door monetarisering geleide maatstaven) moet plaatsvinden. En dat terwijl die BBP groei juist de voortgaande uitstoot van CO2 impliceert, zie mijn vorige column. Bovendien is de bijdrage van die groei aan het welzijn van mensen boven de armoedegrens afnemend (afnemend grensnut), zo niet negatief.

    De liberalisering bracht grotere vrijheden voor banken en andere financiële instellingen om geld te creëren. Dat heeft geleid tot een wereldwijde explosie van geld in omloop. Als gezegd wordt op dit moment het overgrote deel van het geld gecreëerd door private marktpartijen. Daarover wordt verschillend geoordeeld. Een belangrijk onderwerp in de discussies betreft de crisis van 2008. Die crisis wordt door velen terecht (maar niet alleen) geweten aan het ongebreidelde zoeken van sommige instellingen en personen naar maximalisering van private winsten op de korte termijn. Dat heeft geleid tot discussies over de noodzaak de bewegingsvrijheid van banken en andere financiële instellingen aan banden te leggen. Zo is het toezicht verscherpt en zijn richtlijnen aangescherpt, bijvoorbeeld over de aan te houden buffers. Zie voor Nederland de aanbevelingen van de Commissie Wijffels.

    Business as usual

    Maar in essentie is er niet veel veranderd, de financiële instellingen genieten nog steeds grote vrijheden, maken flinke winsten en plezieren hun bankiers met exorbitante beloningen. Wel is het prestige van bankiers enorm gedaald, mede dankzij studies als die van Joris Luijendijk over de Londense City. Maar principiële vragen en fundamentele maatregelen worden niet te berde gebracht. En de financialisering van de economie wordt steeds verder doorgevoerd ondanks wereldwijde vraagstukken van armoede en ongelijkheid en van milieu die eisen stellen waarbij juist niet de financiële oogmerken domineren.

    Transition with a human face

    Het Burgerinitiatief stelt wel principiële vragen en formuleert fundamentele maatregelen. De kern van het voorstel is dat aan de private banken de bevoegdheid tot geldcreatie onttrokken wordt. Die bevoegdheid wordt dan uitsluitend overgelaten aan de publieke overheid, bijvoorbeeld de centrale bank. En de uitoefening van die bevoegdheid wordt geleid door de mogelijkheden en beperkingen van mens en natuur, niet door winstmaximalisatie.

    Ik ondersteun dit voorstel van harte, ondanks de risico’s die daaraan zijn verbonden. Tegelijkertijd maak ik mij zorgen over de gevolgen daarvan voor al die 250.000 mensen die alleen al in Nederland hun brood verdienen in de financiële sector. Want velen van hen zullen als de plannen van het Burgerinitiatief werkelijkheid worden hun baan verliezen. Daarom bepleit ik dat programma’s voor deze ingrijpende transitie van ons geldstelsel ook voorstellen moeten inhouden op gebied van werkgelegenheid, zoals  een betere herverdeling van het werk gepaard gaande met een verkorting van de gemiddelde werkweek.

    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.

  • Beleggers zouden de markt moeten wantrouwen

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Vandaag komt de Amerikaanse aluminiumgigant Alcoa met de cijfers over het derde kwartaal van dit jaar. Daarmee komt de regen van de bedrijfsresultaten officieel op gang. De verwachtingen zijn bepaald niet hooggespannen, maar eigenlijk zijn die dat zelden. Bedrijven hebben de tactische neiging om de verwachtingen stelselmatig omlaag te praten. Dat maakt het gemakkelijker om ze in tweede instantie te overtreffen. Dat gebeurde zowel in het eerste als in het tweede kwartaal van dit jaar. Uiteindelijk bleef er onder aan de streep een kleine plus.

    Voor het derde kwartaal voorziet Thomson Reuters een daling van de winst van de bedrijven in de S&P 500 van 4,8%. De omzet zal naar verwachting tussen 3% – 4% omlaag gaan. Dat zou dan voor de derde keer op rij zijn, dat omzetten krimpen. Die uitkomsten zullen definitief een streep zetten door de overtuiging van veel beleggers dat de grote corporates steeds maar weer in staat blijken om de winst verder op te voeren door een meedogenloze kostenreductie in combinatie met het grootschalig inkopen van eigen aandelen. Dat laatste was weer mogelijk dankzij het gratis geld beleid van centrale banken. Het lijkt er echter steeds meer op, dat het geneesmiddel van het gratis geld uitgewerkt is. Ondanks alles wordt het steeds moeilijker voor bedrijven om de prijzen te verhogen in een disinflatoire omgeving, waardoor marges op peil kunnen blijven.

    Vertrouwen neemt af

    fed-building-evening-lightTrouwens, wie goed kijkt ziet al voldoende tekenen, dat beleggers het vertrouwen in de huidige marktomstandigheden aan het verliezen zijn. Tot voor kort gold het mantra, dat het goedkoop geld beleid borg stond voor alsmaar stijgende koersen. Die overtuiging is behoorlijk aan het tanen, zo blijkt uit de recente weken. Toen de Federal Reserve onlangs besloot de rente niet te verhogen reageerden beleggers door aandelen van de hand te doen en in obligaties te gaan. Het idee dat geld goedkoop zou blijven had zijn glans verloren. Ongerustheid over de staat van de economie binnen en buiten de VS was immers de oorzaak van het besluit. De laatste data over de groei van de werkgelegenheid bevestigen die ongerustheid. Al twee kwartalen op rij groeit die in de Verenigde Staten met minder dan 150.000 banen per maand. Dat was niet meer gebeurd sinds 2012. De markt kwam daarom al snel tot de conclusie dat een renteverlaging pas in 2016 weer ter sprake zal komen. Opnieuw stemden beleggers met hun voeten.

    Lagere groei

    Beleggers worden steeds meer in hun overtuiging gestaafd, dat het huidige beleid van centrale banken uitgewerkt is. Het einde van het Chinese groeiwonder speelt daar uiteraard ook een belangrijke rol bij. Niet alleen daalt de groei in dat land gestaag, maar beleidsmakers lijken niet in staat een consistent beleid te entameren. Dat is allemaal niet goed voor het vertrouwen. Een vertragend China is weer slecht nieuw voor veel opkomende landen in Azië, waar de groei toch al langere tijd aan het vertragen is. Een traag Azië kan zomaar deflatie exporteren naar Europa en de Verenigde Staten, zo is de vrees. In die regio’s houdt de groei trouwens ook niet over. En zo zijn we weer terug bij de grote corporates die steeds meer moeite hebben de prijzen te verhogen om de marges te verbeteren. Een reële deflatie zal dat er niet gemakkelijker op maken. Het voorspelt allemaal weinig goeds voor de toekomst en zeker niet voor de aandelenkoersen. Misschien is het tijd om tijdelijk de handdoek in de ring te gooien. Cor Wijtvliet Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!