Categorie: Nieuws

  • De beren weten het even niet meer

    Nog maar drie jaar geleden werd je nagenoeg voor gek verklaard als je van mening was dat de markt niet overgewaardeerd was en dat er derhalve geen crash op handen was. Zeer uiteenlopende persoonlijkheden als Donald Trump en Robert Shiller werden niet moe erop t hameren dat er zich bubbels vormden op de financiële markten. Het heette daarom verstandig voor beleggers om het posities eens grondig te herwaarderen.

    Zoveel jaren verder moeten we echter vaststellen, dat de sombermannen er gewoon naast zaten of in ieder geval te vroeg waren met hun waarschuwingen. Sinds het begin van 2015 zijn de koersen van de S&P 500 met 34% verder gestegen. Ook de tweets van president Trump hebben de aanhoudende stijging niet kunnen blokkeren.

    De aanhoudende koersstijgingen hebben op verschillende terreinen hun uitwerking niet gemist. Neem de financiële pratende hoofden. Nog niet zo lang geleden was een royale meerderheid de mening toegedaan dat het wel mis moest gaan, maar die stemmen zijn nu nagenoeg verstomd. Maar juist het verstommen van waarschuwende stemmen zou misschien tot nadenken moeten stemmen en beleggers tot voorzichtigheid moeten aanzetten.

    Positief sentiment

    De toon in de media wordt vaak gezet door gezaghebbende marktparticipanten, maar juist die toon wordt steeds minder ‘bearish’ naarmate de crisis verder achter ons komt te liggen. Het aantal artikelen in een krant als the Financial Times, waarin gesproken wordt over bubbels op de beurzen is sinds 2013 stelselmatig gedaald. Het aantal is ook lager dan in de periode 2002 – 2008.

    Het zijn overigens niet alleen de pratende hoofden die het vermoeide hoofd in de schoot hebben gelegd, ook de professionele belegger lijkt zijn kritisch vermogen afgelegd te hebben. Een zeer recent onderzoek van Bank of America Merrill Lynch leert dat professionele partijen in de VS voor het eerst in meer dan een jaar weer overwogen zijn in Amerikaanse aandelen. Zulk gedrag moet verbazing wekken bij wie beseft dat Amerikaanse aandelen de hoogste waardering kennen van het westelijk halfrond. De professionele beleggers bleken ook nog eens overwogen in technologieaandelen. Ze handelen zo, terwijl ze weten dat juist Aziatische en Amerikaanse techaandelen razend populair zijn en juist daarom een risico in zich dragen.

    Overwaardering?

    Of het nu commentatoren zijn of professionele handelaars, ze spreken al niet meer van overwaardering. Markten zijn duur en daarmee basta. Ze moedigen hun klanten en toehoorders aan om belegd te blijven om vervolgens uit te stappen voordat zaken misgaan. Een mooi voorbeeld van deze manier van denken geeft de traditionele en erkende beer Jeremy Grantham van het fondsenhuis GMO. Aan het begin van 2018 noemde hij de markt buitengewoon duur. Hij voorzag, dat de kans dat de markt in een periode van zes tot twee maanden zou instorten, groter was dan 50%. Je zou zeggend dat die insteek tot het logische advies moet leiden om zo snel mogelijk liquide te gaan. Maar nee, Grantham komt niet verder dan wat te mompelen over psychologische voortekenen waar de belegger op moet letten om vervolgens in sneltreinvaart te gaan afbouwen. Je schiet als belegger weinig op met dit vage gebrabbel.

    Wat is er eigenlijk mis met het aloude gezonde verstand? Als iets (te) duur is, dan blijf je ervan af. Als dure aandelen in je portefeuille zitten, dan is er niets op tegen er afscheid van te nemen. Het ‘timen’ van de markt is een zeer hachelijke aangelegenheid die wel tot ongelukken moet leiden. Maar de aanhoudende beursrally heeft de beren uitgeput en hun gezonden verstand doet er het zwijgen toe. Juist dat gezonde verstand heeft er immers voor gezorgd dat hun beleggingsresultaten de afgelopen jaren vaak ondermaats waren. Ze gooien de handdoek in de ring op een moment dat de gekte op de financiële marken de overhad lijkt te krijgen. Steeds meer signalen staan op rood. Het idee is te gek voor woorden, maar veel beren zijn naar eigen zeggen vol belegd op een moment dat ze zouden moeten afbouwen en afscheid nemen van hun overgewaardeerde assets. Het is de wereld op zijn kop en dat voorspelt weinig goeds!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Goudprijs naar laagste niveau sinds begin 2016

    De goudprijs zakte begin maandag onder de €34.000 per kilo en bereikte daarmee in euro’s gemeten het laagste niveau sinds het begin van 2016. In dollars zakte de prijs naar ongeveer $1.220 per troy ounce, een koers die we sinds juli vorig jaar niet meer gezien hebben. Ook de prijzen van andere edelmetalen als zilver en platina gingen verder omlaag, waarbij laatstgenoemde het laagste niveau in meer dan tien jaar tijd bereikte.

    De belangrijkste aanwijzing voor deze plotselinge prijsdaling is een toespraak van Federal Reserve topman Jerome Powell. Volgens de president van de centrale bank draait de Amerikaanse economie uitstekend en zal deze de komende jaren goed blijven presteren. Deze trend zal volgens hem gepaard gaan met een lage werkloosheid en een inflatie rond de doelstelling van circa 2% op jaarbasis.

    Op basis van deze verwachtingen zal de Federal Reserve haar strategie van renteverhogingen voortzetten, zo verzekerde Powell. Hij voegde eraan toe dat het op dit moment nog lastig in te schatten valt hoe groot de impact zal zijn van de handelsbeperkingen die de Amerikaanse regering heeft doorgevoerd.

    Goudprijs naar laagste niveau sinds begin 2016

    Goudprijs lager

    De positieve berichten over de economie gaven beleggers meer vertrouwen en dat zorgden voor een positief sentiment op de aandelenmarkt. Edelmetalen als goud en zilver werden in de verkoop gedaan, omdat het vooruitzicht van een stijgende rente wordt uitgelegd als een negatief signaal.

    De theorie is dat goud, zilver en platina als belegging geen cashflow opleveren, wat betekent dat je meer rendement misloopt bij een hogere rente. Vanuit deze redenering is de daling van de goudprijs te verklaren, maar je zou ook kunnen redeneren dat een stijgende rente zich op termijn vertaalt naar hogere prijzen en op die manier tot meer inflatie kan leiden.

    Hoe dan ook, vooralsnog zijn veel beleggers ervan overtuigd dat het weer goed gaat met de economie en dat centrale banken de geldgroei, de inflatie en de rente nog steeds onder controle hebben. Dat zet de prijs van edelmetalen onder druk.




  • Waarom moeten bankiers zoveel verdienen

    Bankiers zullen er wel van balen, maar hun financieel doen en laten blijft de aandacht van het grote publiek vasthouden. Zo wijdde the Financial Times onlangs nog meerdere artikelen aan de wel zeer goed betaalde rol van bankiers bij Mergers & Acquisitions. De krant wist te melden dat Goldman Sachs maar liefst $105 miljoen incasseert voor zijn adviezen aan 21st Century Fox dat assets ter waarde van $71 miljard aan Walt Disney gaat verkopen. Dat is een ongehoord fors bedrag, maar nog altijd minder dan de $120 miljoen die Morgan Stanley incasseerde voor zijn adviezen aan Monsanto hoe zich het best te verkopen aan Bayer.

    Het lopende jaar is een topjaar voor fusies en overnames en daarmee zijn het topdagen voor dealmakers als Goldman en Morgan Stanley. Maar wat leveren die topbankiers eigenlijk voor al dat geld? Het antwoord op die vraag luidt niet dat ze een treffende en juiste waardering voor de ceo ’s oplepelen. Veeleer volgen wat vage antwoorden over de kunst van het overtuigen. Het komt er feitelijk op neer dat ze het management laten geloven dat hun oplossing de beste mogelijke is. Of dat ook zo is, dat is een heel ander verhaal.

    Fusies en overnames

    Een goede adviseur moet over drie kwaliteiten beschikken waardoor hij min of meer zijn eigen fee kan bepalen. Hij moet duidelijk kunnen maken dat de belangen zeer hoog zijn en hij moet dat op het juiste moment doen. Het proces van M&A is een zenuwslopend proces, zeker voor ceo ’s en raden van bestuur die daar niet in getraind zijn en dat zijn de meesten. M&A’s trekken de aandacht van beleggers en de media en meestentijds volgen ze de onderhandelingen met geslepen messen. Een adviseur die claimt hen te kunnen behoeden voor de talloze valkuilen in de vaak lange onderhandelingen, is in hun ogen goud waard.

    Ceo ’s kunnen ook gemakkelijk hoge beloningen voorspiegelen als ze adequaat bijgestaan worden. Het is immers niet hun eigen geld. Dat is beslist het geval, wanneer het eigen bedrijf in de aanbieding is. In dat geval gaat de rekening naar de overnemende partij. Als de ceo zelf overneemt, dan staat zijn reputatie op het spel en dat mag wat kosten. Het is uiteindelijk opnieuw het bedrijf dat voor de rekening opdraait. De truc van de adviseur is om aan te tonen dat zijn fee helemaal niet zo bijzonder is. De gemiddelde fee bedraagt 0,3% bij M&A’s met een waarde tussen $10 – $25 miljard. Een beetje makelaar bedingt een hoger percentage bij de verkoop van een huis. De vlijtige adviseur heeft bovendien jaren moeten investeren in het opbouwen van een duurzame relatie met de ceo of het topmanagement. Het is maar hoe je het weet te brengen.

    De derde kwaliteit is misschien wel de belangrijkste. Welbeschouwd kan het proces van M&A in verschillende onderdelen opgeknipt worden. Het structureren van een transactie kan geheel los gezien worden van het zoeken van geschikte kandidaten in verschillende landen. De slimme adviseur presenteert alle onderdelen van het proces echter als één pakket, als een mengeling van financieel, menselijk beoordelingsvermogen en ook nog eens als gemak voor het bedrijf, ergo voor de ceo of de raad van bestuur. Die raden van bestuur deinzen er echter niet voor terug om verschillende adviseurs geruststellende pakketten te laten aanbieden voor zeg $20 miljoen per pakket. Adviseurs die ook nog eens daadwerkelijk aanwezig zijn bij de finale ondertekening van de deal blijken in de praktijk helemaal spekkoper.

    Aan de huidige manier van werken zitten talloze nadelen, zo leert onderzoek. Zo blijken veel oplossingen niet erg duurzaam te zijn en slechts briljant voor de korte termijn. Er wordt op de langere termijn te weinig waarde toegevoegd, waardoor veel fusies en overnames na verloop van tijd weer ontbonden worden. Vaak helpen dezelfde adviseurs bij het proces van ontbinding. Er is veel voor te zeggen om de hoogte van de fee te verbinden aan de duurzaamheid van de M&A. Of de bankiers van deze aanpak gecharmeerd zullen zijn, valt ten zeerste te betwijfelen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Handelsoorlog maakt nerveus: dollar leeft op

    De handel was nogal diffuus, maar de dollar herstelde zich van zijn verliezen van de voorgaande weken. Deze beweging is te verklaren – weliswaar achteraf – door het onberekenbare gedrag van Trump tijdens zijn gesprekken met Europese leiders en zijn constante dreigingen om handelsbetrekkingen op een min of meer willekeurige manier onderuit te halen. Toch wist de greenback een stijging te realiseren ten opzichte van elke belangrijke wereldvaluta, met uitzondering van een handjevol Latijns-Amerikaanse munten.

    De valutamarkt zal zich deze week laten leiden door de halfjaarlijkse verklaring voor het Amerikaanse Congres die Powell, de voorzitter van de Federal Reserve, dinsdag en woensdag geeft. Wij zullen daarbij alert zijn op signalen dat de Fed zich zorgen begint te maken over de kans op een serieuze handelsoorlog tussen de VS en haar belangrijkste handelspartners. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Het was een uitzonderlijk stille week wat economische gegevens betreft. Handelaren hadden daardoor niet veel anders te doen dan te reageren op de capriolen van Trump. De gemeenschappelijke munt raakte zijn winst van de voorgaande week grotendeels kwijt tijdens diffuse handel. Deze week wordt waarschijnlijk net zo mager, verveelde handelaren zullen uitkijken naar de bijeenkomst van de Raad Algemene Zaken vrijdag, om van de kant van de Europese Unie wat duidelijkheid te krijgen over de stand van de Brexit-onderhandelingen.

    Britse pond

    Het nieuws dat twee belangrijke leden van het kabinet van premier May ontslag namen, had vorige week verbazingwekkend weinig effect op de handel in het Britse pond. De markten werden enigszins gerustgesteld door de publicatie van de white paper over de Brexit, die in ieder geval een basis voor onderhandelingen biedt, en door de indruk dat May een zachtere Brexit nastreeft dan gevreesd werd.

    Deze week is er belangrijk macro-economisch nieuws, waardoor de markten even wat minder zouden kunnen reageren op politieke krantenkoppen. De arbeidsmarktcijfers (dinsdag) en de inflatiecijfers (woensdag) zouden duidelijkheid moeten geven over de verwachte renteverhoging door de Bank of England in augustus. Dit zou het pond wat ondersteuning moeten bieden.

    Amerikaanse dollar

    De belangrijkste nieuwe cijfers vorige week waren die van de Amerikaanse inflatie – en ze waren bijna exact zoals verwacht. Deze week zullen de markten – naast de altijd onvoorspelbare aankondigingen van de regering-Trump – de verklaring van voorzitter Powell in het Congres nauwlettend volgen.

    Op twee punten hopen wij meer te weten te komen over de redenering van de Fed. Enerzijds het mogelijke effect van een handelsoorlog op het Amerikaanse monetaire beleid en anderzijds de visie van de centrale bank op het ontbreken van significante loondruk ondanks het lage werkloosheidsniveau. Wij denken dat als er op minstens één van deze punten nieuwe informatie komt, dit de valutahandel meer volatiel kan maken dan de meesten verwachten.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Zijn aandelen overgewaardeerd?

    De aandelenmarkt lijkt weinig vatbaar voor de toenemende geopolitieke spanningen en de dreiging van een wereldwijde handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Weliswaar hebben de aandelen in opkomende markten een kleine correctie laten zien, maar over de hele linie staan de waarderingen van aandelen hoger dan ze de afgelopen vijftien jaar gestaan hebben.

    De grote vraag is nu of de huidige aandelenkoersen gerechtvaardigd zijn of dat er sprake is van overwaardering. Op basis van de extreem lage rente kunnen we de hogere waardering voor aandelen verklaren. De laatste jaren was het gemiddelde dividendrendement van de S&P 500 index bijvoorbeeld hoger dan het rendement op veel langlopende Amerikaanse staatsobligaties.

    Aandelen versus grondstoffen

    Toch zijn er ook indicatoren die erop wijzen dat aandelen nu relatief duur zijn geworden. Vergelijken we de waarde van financiële activa als aandelen en staatsobligaties met die van tastbare bezittingen als grondstoffen, vastgoed en kunst, dan zien we dat laatstgenoemde momenteel uitzonderlijk laag gewaardeerd is.

    Onderstaande grafiek van Bank of America Merrill Lynch laat zien dat tastbare bezittingen ten opzichte van financiële activa als aandelen en obligaties sinds 1925 nog nooit zo laag hebben gestaan als nu. De laatste keer dat tastbare bezittingen relatief gezien zo goedkoop waren was eind jaren ’90. De prijzen van goud en zilver stonden samen met die van veel andere grondstoffen op een dieptepunt, terwijl aandelen van technologiebedrijven in die tijd juist extreem populair waren.

    Grondstoffen historisch goedkoop tegenover aandelen (Bron: Bank of America)

    Zijn aandelen overgewaarderd?

    Dat de ratio tussen beide zo laag is kan betekenen dat grondstoffen momenteel te laag gewaardeerd staat, maar het kan ook betekenen dan aandelen overgewaardeerd zijn. In dat perspectief is de volgende grafiek interessant, waarin de waarde van de 5.000 grootste beursgenoteerde bedrijven in de Verenigde Staten wordt afgezet tegen het bruto binnenlands product. Deze index wordt ook wel de Buffett indicator genoemd.

    Deze grafiek leert ons dat de aandelenmarkt in de Verenigde Staten zelfs op het hoogtepunt van de dotcom bubbel niet zo hoog gewaardeerd was als op dit moment. Ook zien we – met de kennis van nu – hoe goedkoop de aandelenmarkt op het dieptepunt van de crisis in 2009 was.

    Aandelen zijn nu nog hoger gewaardeerd dan in 2000 (Bron: Advisor Perspectives, dshort.com)

    Inhaalslag voor grondstoffen?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben centrale banken met hun ruime monetaire beleid bijgedragen aan een sterke inflatie in de waarde van financiële activa als aandelen en obligaties, terwijl grondstoffen naar verhouding veel minder in prijs gestegen zijn. Dat zien we ook terug in de volgende grafiek van Goldman Sachs.

    Prijzen financiële activa hardst gestegen

    Zetten we al deze ontwikkelingen op een rij, dan lijken grondstoffen op dit moment aantrekkelijk gewaardeerd. Ook zien we vergelijkingen met de situatie aan de vooravond van de dotcom crisis, zoals het zeer positieve sentiment ten aanzien van technologiebedrijven en de minimale aandacht voor beleggen in bijvoorbeeld grondstoffen en edelmetalen.

    Toch moet je als belegger ook vooral geduld hebben, want vorig jaar constateerden we ook al dat tastbare bezittingen relatief goedkoop waren geworden. Hoe lang zal het nog duren voordat de volgende opwaartse cyclus in grondstoffen begint?

  • China verwelkomt yuan in Europese valutareserves

    De Chinese centrale bank heeft gezegd dat ze positief staan tegenover een toevoeging van de Chinese yuan in de valutareserves van oost-Europese landen. Dit statement verscheen woensdag op de website van de centrale bank, na afloop van een ontmoeting tussen vertegenwoordigers van China en zestien verschillende centraal-Europese en oost-Europese landen. Ook zouden de zestien Europese landen met China overeenstemming hebben bereikt over meer financiële samenwerking, waaronder het afsluiten van leningen in de Chinese yuan.

    China wil minder afhankelijk worden van de dollar en promoot daarom steeds vaker haar eigen valuta in het internationale handelsverkeer. Verschillende landen hebben de yuan al opgenomen in hun valutareserves en met de zijderoute probeert China handelspartners te verleiden om projecten te financieren met leningen in yuan. Op die manier weet China als nieuwe economische grootmacht andere landen financieel aan zich te binden, vergelijkbaar met de manier waarop het IMF landen destijds meer afhankelijk maakte van de dollar.

    Chinese Zijderoute

    De oost-Europese landen zijn voor China een belangrijke schakel in de Zijderoute, omdat goederentreinen door deze landen heen moeten om de West-Europese markt te bereiken. Dat betekent dat er de komende jaren veel geïnvesteerd zal worden in nieuwe spoorlijnen en snelwegen. Enige tijd geleden namen Chinese investeerders de haven van Pireaus in Griekenland over. Goederen die in deze haven worden uitgeladen kunnen per spoor verder getransporteerd worden naar andere Europese landen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Iran wil €300 miljoen aan contanten uit Duitsland halen

    Iran heeft plannen om voor €300 miljoen aan contant geld in te vliegen vanuit Duitsland, zo meldt de Duitse krant Bild. Het gaat om tegoeden die Iran momenteel geparkeerd heeft bij de Europaeisch-Iranische Handelsbank AG in Hamburg en die ze uit vrees voor nieuwe Amerikaanse sancties in veiligheid wil brengen.

    De financiële toezichthouder van Duitsland onderzoekt momenteel of deze operatie, vanwege wetgeving omtrent het tegengaan van witwassen. Als deze horde genomen is kan de bank het bedrag in de vorm van bankbiljetten opvragen bij de Bundesbank.

    Het zou niet de eerste keer zijn dat Iran een grote hoeveelheid contant geld per vliegtuig laat invliegen. In 2016 werd bekend dat de Amerikaanse regering voor omgerekend $400 miljoen aan contanten in de vorm van euro’s en Zwitserse franken naar Teheran had gestuurd. De biljetten voor dit transport werden toen geleverd door de Nederlandse en Zwitserse centrale bank.

    Sancties

    In de Verenigde Staten en Israel worden de geldtransporten naar Iran met enige argwaan bekeken. Zij vrezen dat Iran het geld mogelijk gebruikt voor financiering van de Hezbollah en strijdgroepen in Syrië. Volgens Iran zijn die zorgen onterecht en is het geld bestemd voor Iraniërs die naar het buitenland reizen en vanwege de financiële sancties geen bankpasjes en creditcards kunnen gebruiken om mee te betalen.

    Met deze operatie komt de Duitse centrale bank voor een lastig dilemma te staan. Geeft ze het tegoed van €300 miljoen aan contant geld vrij, dan handelt ze in feite tegen de Amerikaanse belangen. De nieuwe sancties tegen Iran zijn er namelijk op gericht het land economisch te isoleren en haar tegoeden in het buitenland te blokkeren.

    Iran probeert op verschillende manieren de impact van de Amerikaanse sancties te verkleinen. Zo heeft het land twee jaar geleden besloten olie niet langer in dollars, maar in euro’s af te rekenen. Ook kiest het land nu bewust voor contant geld in andere valuta dan de dollar. Met contant geld kan Iran financiële sancties ontwijken, omdat bankbiljetten buiten het banksysteem verhandeld kunnen worden.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Hoe goed is ons economieonderwijs?

    Economie is een belangrijk vak in het Nederlandse onderwijs, maar in hoeverre sluit het lesmateriaal dat op scholen en universiteiten gebruikt wordt nog aan bij de actualiteit? Zijn de theorieën en modellen die we moeten leren nog wel relevant en betrouwbaar? Volgens Rethinking Economics NL, een netwerk van studenten, academici en gepassioneerde denkers, is het economieonderwijs in Nederland te eentoning, te wiskundig en te theoretisch.

    Rethinking Economics NL probeert via de website Economie Onderwijs de discussie over het lesmateriaal op gang te brengen en bracht in kaart wat de stand van het huidige onderwijs is. Uit dat onderzoek blijkt dat de neoklassieke theorie over economie nog altijd de dominante stroming is. Veel alternatieve benaderingen van de economie, zoals de Oostenrijkse school, blijken nauwelijks aan bod te komen.

    Sam de Muijnck van Rethinking Economics NL ging bij Café Weltschmerz in gesprek met econoom Martijn Jeroen van der Linden om de staat van het economieonderwijs te analyseren. Een boeiend gesprek over de evolutie van het lesmateriaal op onze scholen en universiteiten.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • ‘Risk on’ op de markten leidt tot uitverkoop dollar

    Wereldwijd besloten de markten opgewekter te reageren op de dreiging van een handelsoorlog tussen belangrijke handelspartners. De aandelenkoersen stegen wereldwijd, maar de Amerikaanse rendementen daalden juist licht. De combinatie van lagere Amerikaanse rendementen en een grotere risicobereidheid leidde tot een rally van elke belangrijke valuta ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De best presterende munt was de Mexicaanse peso, die meer dan 6% steeg. De markten vertoonden een ‘verkoop het gerucht, koop het nieuws’-reactie op de overtuigende winst van links bij de Mexicaanse verkiezingen afgelopen zondag.

    Alle ogen zijn nu gericht op het Amerikaanse inflatierapport van juni, dat donderdag verschijnt. In het banencijfer van juni was de loonstijging minder dan verwacht; dit betekent dat de kans op een afwijking bij deze cijfers waarschijnlijk ook groter is geworden. Ook de publicatie van de notulen van de laatste ECB-bijeenkomst donderdag zal deze week een doorslaggevende gebeurtenis zijn. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Hoewel er in de eurozone verder weinig gebeurde, waren de Duitse fabrieksorders en de industriële productie toch belangrijke positieve verrassingen. Ook deze gegevenspunten bevestigen dat de vertraging in activiteit in de eurozone voor de zomer een incident was en geen trendwijziging. De ECB-notulen die donderdag verschijnen zullen wat meer duidelijkheid geven over de planning die de Raad van Bestuur heeft voor het verhogen van de rente. De markten verwachten een eerste verhoging in september 2019. Wij beginnen te verwachten dat het wel eens wat eerder zou kunnen gebeuren.

    Britse pond

    De markten negeerden zowel het positieve nieuws uit de PMI-rapporten over zakelijke activiteit als het opgewekte bericht van Carney, en bleven zich richten op het gebrek aan voortgang bij de Brexit-onderhandelingen. Het Britse pond volgde bijna elke tick van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar, wat deze week een mooie rally van meer dan 1% opleverde.

    Voor het pond wordt het een drukke week. De cijfers van de industriële productie en de maakindustrie die dinsdag verschijnen zouden het pond kunnen steunen als ze de sterke opleving in de economische cijfers van het Verenigd Koninkrijk bevestigen.

    Amerikaanse dollar

    Het banencijfer van juni gaf een wisselend beeld. Het headline cijfer voor banengroei was met 213.000 hoger dan de consensus van 195.000. Hierbij moet toegevoegd worden dat ook het cijfer voor mei opwaarts werd bijgesteld. De werkloosheid steeg echter onverwacht van 3,8% in mei naar 4% in juni – maar dit werd volledig veroorzaakt door het feit dat meer mensen zich weer als werkzoekenden meldden. De loongroei vertraagde licht, van 0,3% naar 0,2% op maandbasis, en steeg met 2,7% jaar op jaar; hiermee ligt hij nu voor het eerst sinds vele jaren net iets onder de inflatie.

    Na deze afwijking zouden teleurstellende CPI-cijfers over de inflatie donderdag er wel eens toe kunnen leiden dat de markten hun verwachtingen ten aanzien van toekomstige renteverhogingen door de Fed bijstellen en de recente sell-off van de dollar aangewakkerd wordt.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Grote vermogensongelijkheid in Nederland

    De vermogensongelijkheid in Nederland is relatief groot in vergelijking met andere Westerse landen, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Van alle 28 landen waar de gegevens van verzameld werden kwam ons land op de tweede plaats, wanneer je kijkt naar de vermogensconcentratie onder de bevolking. Alleen in de Verenigde Staten zijn de verschillen in rijkdom nog groter.

    Van alle onderzochte landen bleek de rijkste 10% gemiddeld goed te zijn voor 52% van het totale vermogen. Ter vergelijking, in Nederland ligt dat aandeel met 68% aanzienlijk hoger. Toch is de situatie nog niet zo extreem als in de Verenigde Staten, waar de top 10% van de bevolking maar liefst 79% van het vermogen in handen heeft. Om dat in perspectief te plaatsen, de ‘armste’ 60% van de Amerikaanse bevolking heeft slechts 2,4% van al het vermogen.

    Vermogensongelijkheid is groot in Nederland (Bron: OESO, grafiek van Statista)

    Geen vermogen maar schuld

    Dat een groot deel van de bevolking geen vermogen heeft wil niet zeggen dat ze geen bezittingen hebben. We moeten er ook rekening mee houden dat er veel huishoudens zijn die hun vermogen met schulden gefinancierd hebben, waardoor hun netto vermogenspositie gering of zelfs negatief is.

    Volgens cijfers van de OESO is dit bijvoorbeeld het geval in Nederland en Denemarken. In deze landen is het vermogen van de ‘onderste ‘60% van de bevolking zelfs negatief. Dat betekent dat de schulden van deze huishoudens gemiddeld groter zijn dan hun bezittingen.

    Lees ook:

  • De oliemaatschappijen zijn de weg kwijt

    Het doet een beetje vreemd aan op een moment dat olieprijzen gestaag omhoog kruipen, maar oliemaatschappijen weten het even niet meer. Moeten ze nu wel of niet blijven investeren in langlopende projecten of is het beter meer op de korte termijn te werken? De wijsheid van het moment is immers dat de vraag naar olie in het komend decennium gaat pieken. En dan te bedenken dat de sector zijn investeringen in het afgelopen decennium al gehalveerd heeft.

    In de jaren 2010 – 2015 beliepen de investeringen in nieuwe projecten een bedrag van $875,1 miljard. In de tweede helft van dit decennium bedragen de investeringen $443,5 miljard. De daling was de uitkomst van druk door beleggers en de noodzaak stevig in de kosten te snijden.

    Productietekort in oliesector?

    Maar langzamerhand begint het gevoel te ontstaan dat de sector op het verkeerde pad is beland is. Het huidige beleid kan er immers ook in uitmonden dat er op den duur een tekort aan olie groeit. Natuurlijk groeit de productie van schalie-olie in de VS nog gestaag, maar het is maar de vraag of die stijgende productie wel voldoende is.

    Kenners wijzen erop dat de kwaliteit van de bewezen reserves er niet op vooruit is gegaan. Diezelfde kenners wijzen er ook op dat de verwachtingen over het pieken van de vraag naar olie op zijn best vaag zijn. De bandbreedte is immers extreem. Sommige partijen zijn van mening dat de vraag naar olie al in 2030 zal gaan dalen, andere denken echter eerder aan 2070.

    Twijfelaars vragen zich af welke wijsheid schuilgaat achter een beleid om langlopende investeringen te schrappen op een moment dat de vraag uit Afrika en Azië alleen maar groeit. Ze wijzen er daarbij op dat de vraag naar olie sinds 2014 ieder jaar met 1,7 miljoen vaten per dag is gegroeid.

    Critici wijzen daarbij op het gedrag van beleggers. Die tonen zich steeds meer en steeds vaker beducht voor de mogelijk financiële gevolgen van ‘global warming’, maar ook zijn ze bang voor de negatieve uitkomsten van de opmars van de elektrische auto en de groeiende aversie tegen bijvoorbeeld plastic. In dit wereldbeeld passen geen investeringen met een looptijd van meer dan tien jaar.

    Oliemaatschappijen moeten in hun ogen meer en meer het accent gaan leggen op het maximeren van de uitkering aan de belegger. In hun ogen is dat zinvoller dan het pogen van sommige oliemaatschappijen om zich om te vormen tot producenten van renewable energy. Daar missen ze immers de kennis voor.

    Welke strategie is succesvol?

    Het is niet alleen de vrees van beleggers die de huidige handelswijze van de oliemaatschappijen stuurt. Ook binnen de sector is daar brede steun voor. Menigeen wijst tevreden naar de hogere kosten-efficiëntie. Middelen worden niet zomaar meer ingezet, zoals in een niet al te ver verleden. De inzet van nieuwe technologieën maakt het bovendien mogelijk meer op te pompen uit bestaande velden.

    De prangende vraag is echter hoe lang dit beleid goed uitpakt. Het is niet ondenkbaar dat over pakweg zeven jaar de oliemaatschappijen niet langer in staat zijn om voldoende olie op te pompen met alle gevolgen van dien voor de prijs en in het verlengde daarvan voor de economie.

    Voor het moment pakt de huidige strategie goed uit. Volgens Wood MacKenzie zullen de grote oliemaatschappijen hun productie tot 2020 jaarlijks met 3,5% opvoeren. De huidige stijging van de olieprijs is dan ook niet het gevolg van een achterblijvende productie. Die is toe te schrijven aan factoren waar de sector geen greep op heeft. Zo is daar het beleid van OPEC en Rusland om de productie voorlopig te blijven beperken.

    Ook de crisis in Venezuela speelt een rol, evenals de beslissing van president Trump om uit de Iran-deal te stappen. Gecorrigeerd door al die factoren zou de prijs amper stijgen, ondanks de groeiende vraag. Dat neemt niet weg dat de twijfel over de wijsheid van de huidige korte termijnaanpak groeit.

    De bekende hedgefondsmanger Pierre Andurand voorziet een olieprijs van $150 in minder dan twee jaar. Hij wijst erop dat de doorbraak van de elektrische auto nog steeds op zich laat wachten. Het zal in zijn ogen ook nog wel een tijd kunnen duren voordat het zover is. Hij vraagt zich dan ook hardop af waar de olie vandaan moet komen als de oliemaatschappijen volharden in hun huidige aanpak, terwijl de vraag alleen maar blijft toenemen. Voorlopig is hij een roepende in de woestijn, wat niet automatisch wil zeggen dat hij ongelijk heeft.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.