Vanavond staat in Radar Extra de vraag centraal of ons banksysteem nog wel zo betrouwbaar is. Tijdens de crisis was iedereen het er wel over eens dat banken too big to fail waren (waarop grappige en treffende varianten bedacht werden als ’too big to jail’ en ’too big to bail’), maar de praktijk leerde dat banken sinds de crisis eigenlijk alleen nog maar groter zijn geworden. In plaats van de gewenste diversiteit kwam er juist meer eentonigheid in het bankenlandschap, ook in ons land. De vier grootste Nederlandse banken hebben bijvoorbeeld 90% van de markt in handen.
Is dat een risico? En in hoeverre zijn banken nu echt bestand tegen een nieuwe schok in het financiële systeem? En hebben de banken wel genoeg eigen vermogen in kas? Dat zijn de vragen die Antoinette Hertsenberg zal stellen aan deskundigen als Arnoud Boot, Dirk Bezemer en Joris Luyendijk.
De uitzending wordt vanavond uitgezonden op NPO1 om 20:25
Sommige speculanten verwachten dat de olieprijs volgend jaar verder zal dalen tot $15 per vat, zo schrijft Bloomberg. Het besluit van de OPEC-landen om de productie te maximaliseren, gecombineerd met het reeds aanwezige overschot in de markt en de verwachting dat Rusland en Iran hun olieproductie volgend jaar verder zullen opschroeven, zijn de redenen die genoemd worden voor een verdere daling van de olieprijs.
Het scenario dat sommige speculanten voorzien wordt bevestigd door grondstoffenanalist Jeffrey Currie van Goldman Sachs. Hij voorziet al enige tijd een daling van de olieprijs die zal aanhouden tot een niveau van $20 per vat bereikt is. Ook voor volgend jaar voorziet Currie een overaanbod van olie op de wereldwijde oliemarkt. Dat scenario wordt nog waarschijnlijker bij een zachte winterperiode.
Olieprijs naar $15
Op de New York Mercantile Exchange worden al opties verhandeld voor levering van olie tegen prijzen van $30, $25, $20 en zelfs $15 per vat. De 'open interest' is het grootst voor levering van olie in december 2016 tegen een prijs van $30 per vat, maar de afgelopen week verdubbelde ook het aantal optiecontracten voor levering van olie in juni 2016 tegen een prijs van $25 per vat. Het totale aanbod van opties op $15 olie is met 640.000 vaten minimaal, maar het feit dat deze opties aangeboden worden geeft al aan dat een halvering van de olieprijs vanaf het huidige niveau een niet uit te sluiten scenario is.
Het zijn niet alleen speculanten die dergelijke opties schrijven, maar ook vermogensbeheerders en handelaren met een long positie in oliebedrijven als Shell en Exxon Mobil. Zij kopen put opties op olie die in waarde stijgen bij een daling van de olieprijs, zodat ze een deel van het koersverlies van de oliebedrijven compenseren. Vorige week zakte de olieprijs naar $34, het laagste niveau sinds 2004.
Aantal opties voor $25 olie is in een week tijd verdubbeld (Bron: Bloomberg)
De Verenigde Arabische Emiraten moet in de toekomst ook rechtstreeks in Chinese yuan kunnen betalen, zo maakte de centrale bank afgelopen zaterdag bekend. In een persbericht schrijft de centrale bank dat er eerder deze maand al overeenstemming bereikt is over de oprichting van een zogeheten ‘clearing bank’, waarmee rechtstreekse betalingen in yuan mogelijk worden.
De kroonprins van Abu Dhabi, Mohammed bin Zayed al-Nahayan, bracht deze maand al een bezoek aan China. Tijdens dat bezoek werd ook besloten de bestaande valutaswap tussen beide landen ter waarde van $5,42 miljard met drie jaar te verlengen. De Verenigde Arabische Emiraten handelen steeds meer met China en zien in de Chinese munt een alternatief voor de Amerikaanse dollar. De afgelopen tien jaar is de handel tussen beide landen jaarlijks met gemiddeld 35% gestegen, tot een recordhoeveelheid van $16 miljard dit jaar.
Chinese yuan
De yuan speelt een steeds grotere rol in wereldwijde handel, investering en financiering. Vergeleken met de Amerikaanse dollar is de munt nog weinig significant, maar dat neemt niet weg dat er een duidelijke trend in gang is gezet richting de internationalisering van de yuan. Onlangs werd de munt opgenomen in de SDR, een belangrijke mijlpaal in de erkenning van de renminbi als wereldmunt. Een andere interessante ontwikkeling is de lancering van een nieuw goudcontract in Chinese yuan aan de grondstoffenbeurs van Dubai.
Net als Saoedi-Arabië heeft ook de Verenigde Arabische Emiraten haar eigen munteenheid gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Deze muntkoppelingen staan onder druk door de lage olieprijs, die een gat geslagen heeft in de begroting van deze olieproducerende landen. Om de koppeling van de munt te verdedigen moeten de olieproducerende landen een groot deel van hun valutareserves aanspreken. Zijn de Verenigde Arabische Emiraten met deze stap richting de yuan aan het voorsorteren op een tijdperk waarin olie niet alleen meer in dollars verhandeld wordt?
Centrale bank van de Verenigde Arabische Emiraten wil handel in yuan mogelijk maken
Begin dit jaar plaatsten we op Marketupdate een grafiek van de AEX index, uitgedrukt in dollars, olie en goud. We kwamen toen al tot de conclusie dat goud sinds 1999 een veel beter rendement heeft behaald dan de aandelenmarkt, maar dat de twee sinds het uitbreken van de financiële crisis het netto ongeveer even goed gedaan hebben.
Het jaar loopt bijna ten einde en dat betekent dat we opnieuw de balans op kunnen maken. Het afgelopen jaar kwam de AEX index nauwelijks van haar plaats, maar tegelijkertijd zagen we grote verschuivingen in onder meer de waarde van de dollar en de olieprijs. Met de nieuwste cijfers van Quandl levert dat het volgende plaatje op.
AEX index in olie, dollars en goud
De conclusies zijn in feite niet veel anders dan begin dit jaar. Na een korte opleving is de AEX-index in dollars toch verder gedaald. Gemeten naar grammen goud is de beursgraadmeter het afgelopen jaar opnieuw opvallend stabiel gebleven. De olieprijs, die tot en met vorig jaar redelijk gelijk op ging met goud, is in een vrije val terechtgekomen.
Het jaar 2015 was ook voor de aandelenmarkt een bewogen jaar. De eerste zes maanden zagen we een geleidelijke opwaartse trend, mede geholpen door dalende rentes, verdere monetaire verruiming door centrale banken en een positiever sentiment onder beleggers. Aan het begin van de zomer bereikte verschillende aandelenindices zelfs het hoogste niveau sinds het uitbreken van de crisis.
In maart sloot de AEX index voor het eerst in zeven jaar tijd boven de 500 punten, terwijl de Duitse aandelenmarkt voor het eerst de barrière van 12.000 punten wist te doorbreken. Twee maanden later was het ook zo ver in de Verenigde Staten, toen de S&P 500 een nieuw record van 2.121 punten aantikte en de Dow Jones index een all-time high bereikte van 18.351 punten.
Beurscrash in China
Bijna niemand had toen het vermoeden dat het feestje op de beurs zou eindigen in China, waar de aandelenkoersen begin juni waren opgelopen tot het hoogste niveau sinds 2008. De stijging werd gedreven door vele miljoenen particuliere beleggers, die aangetrokken werden door waanzinnige rendementen op de Shanghai Stock Exchange.
Een speculatieve bubbel eindigt doorgaans als de massa zich ermee gaat bemoeien en dat was ook in China het geval. De koersen gingen steeds hoger, maar het handelsvolume daalde. Eind juni klapte de Chinese aandelenbubbel uiteen, toen de index in één dag met 7,4% onderuit ging. Dat was het begin van een flinke correctie, want drie maanden later stond de beurs bijna 40% lager!
Chinese aandelen gingen hard onderuit en sleurden aandelenmarkten elders in de wereld mee
AEX naar dieptepunt
Het duurde een paar weken voordat beleggers elders in de wereld gegrepen werden door het 'China virus', maar de klap kwam desondanks niet minder hard aan. Op 24 augustus 2015 was het 'zwarte maandag', toen de AEX index op een gegeven moment meer dan tien procent lager stond. Uiteindelijk bleef het verlies die dag beperkt tot ruim zeven procent, waarmee deze dag de top tien haalde van slechtste beursdagen. Eind september bereikte de AEX index een dieptepunt van 408 punten en was het positieve rendement omgezet in een verlies.
De afgelopen maanden wist de AEX het verlies goed te maken. Op het moment van schrijven staat de index op 441,44 punten, goed voor een koersrendement van 4% sinds het begin van dit jaar. Een relatief mager rendement in vergelijking met de beurzen in Frankrijk en Duitsland, die year-to-date ongeveer acht procent hoger staan.
Toch deden de aandelenmarkten het in Europa beter dan in de Verenigde Staten. De Dow Jones index staat op het moment van schrijven op een year-to-date verlies van 1,5%, terwijl de meer representatieve S&P 500 index weer terug is op het niveau van begin dit jaar. Technologieaandelen wisten zich deels aan het negatieve sentiment te onttrekken, want de NASDAQ lijkt het jaar met een koerswinst van 6,6% af te sluiten.
Vooruitblik 2016
Zorgen over de wereldeconomie hebben het afgelopen jaar een negatieve impact gehad op de aandelenmarkt. De vraag is of die trend zich in 2016 verder zal voortzetten. De verwachting is dat de rente ook volgend jaar laag zal blijven, ondanks een kleine renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank. Een lage rente is in de regel positief voor aandelen, omdat geld op een spaarrekening of in obligaties maar weinig oplevert. Alleen voor het dividend kan het dan al gunstig zijn om in aandelen te stappen. Ook is een lage rente gunstig voor de winstgevendheid van bedrijven, omdat daardoor de financieringskosten dalen.
Sinds 2009 hebben de aandelenmarkten wereldwijd een uitstekend rendement weten te behalen, geholpen door het soepele beleid van centrale banken. Dat zou ook in 2016 een drijfveer kunnen zijn voor hogere koersen. Maar andere berichten wekken juist de indruk dat de aandelenmarkt aan de vooravond staat van een nieuwe crash. Onlangs schreven we op Marketupdate dat meer dan honderd procent van het rendement van de S&P 500 index voor rekening komt van slechts vijf bedrijven uit de index. In het verleden was dat regelmatig (maar zeker niet altijd) een aankondiging van een beurscrash.
In Zwitserland wordt binnenkort een referendum gehouden over het aan banden leggen van geldcreatie door banken, zo schrijft de Telegraph. Een petitie over dit onderwerp kreeg meer dan 100.000 handtekeningen, waarmee het onderwerp op de politieke agenda is gekomen. De campagne werd georganiseerd door het Zwitserse ‘Vollgeld‘ initiatief en heeft als doel een einde te maken aan het fractioneel bankieren.
Voorstanders van deze campagne zijn van mening dat speculatieve bubbels in de economie veroorzaakt worden door een fractioneel geldsysteem, waarin banken veel meer geld kunnen uitlenen dan wat ze aan spaartegoeden beheren. Van al het geld dat in Zwitserland in omloop is bestaat meer dan 90% uit digitale banktegoeden, geld dat gecreëerd is door commerciële banken. Fysiek geld in de vorm van munten en bankbiljetten, dat alleen door de centrale bank in omloop kan worden gebracht, vertegenwoordigt minder dan 10% van al het geld.
Banken hebben dus een zeer grote invloed op de totale geldhoeveelheid in de economie. Geven ze veel krediet, dan kan dat speculatieve bubbels in de hand werken. Draaien ze de kredietkraan dicht, dan kan dat een deflatoire crisis teweeg brengen. Om deze grote schommelingen in de economie tegen te gaan moet de kredietcreatie door banken aan banden gelegd worden, zo menen de voorstanders van het referendum.
100% reserve
Het Zwitserse ‘Vollgeld’ initiatief streeft met dit referendum naar een geldsysteem waarbij banken niet meer geld kunnen uitlenen dan de totale spaartegoeden. “Banken zullen niet meer in staat zijn eigenhandig geld te creëren, ze kunnen alleen nog maar het geld uitlenen dat ze hebben gekregen van spaarders”, zo verklaarde een woordvoerder van de campagne.
Als het referendum wordt aangenomen krijgt de Zwitserse centrale bank niet alleen het monopolie op de creatie van munten en bankbiljetten, maar ook op de creatie van digitale banktegoeden. “Het besluit om meer geld in omloop te brengen komt dan in handen te liggen van de overheid”, zo stelt de campagne ‘Vollgeld’.
In het huidige financiële systeem wordt de geldcreatie slechts beperkt door reserveverplichtingen die van bovenaf op commerciële banken worden opgelegd, zoals de eisen van Basel III. Maar ook deze eisen blijken onderhevig aan veranderingen. In een opwaartse economische cyclus zal men geneigd zijn de teugels los te laten en weinig beperkingen op te leggen aan de kredietverlening door banken. Keert de economische cyclus weer, dan worden de reserveverplichtingen opeens aangescherpt, waardoor de recessie langer kan voortduren.
Grote Depressie
De discussie over geldcreatie is niet nieuw, want begin jaren dertig van de vorige eeuw gingen er ook al stemmen op om de kredietcreatie door banken te beperken. De Amerikaanse econoom Irving Fisher wees toen ook al naar het fractioneel banksysteem als bron van speculatie en als oorzaak voor roekeloos leengedrag. In 2008 stond ook in IJsland het fractioneel banksysteem ter discussie en in Nederland probeert Burgerinitiatief Ons Geld hetzelfde doel te bereiken als de Zwitserse ‘Vollgeld’ beweging.
Het is nog niet bekend op welke datum Zwitserland dit referendum zal houden.
Wat heeft de goudprijs het afgelopen jaar gedaan? Het jaar loopt bijna ten einde, dus is het tijd de balans op te maken. We weten dat de prijs van goud in dollars het afgelopen jaar gedaald is, een daling die voornamelijk toegeschreven kan worden aan de waardestijging van deze munt. Ook in andere valuta die gekoppeld zijn aan de dollar, zoals de Saudische rial en de dirham uit de Verenigde Arabische Emiraten, ging de goudprijs het afgelopen jaar met bijna 12% omlaag.
Ook in de Zwitserse franc en in Japanse yen ging de goudprijs het afgelopen jaar omlaag, met respectievelijk met 11,8% en 10,7%. Ook in euro’s ging de prijs van het edelmetaal iets omlaag, maar de daling was met 1,69% aanzienlijk kleiner. Het grootste deel van het jaar stond goud in euro nog in de plus door de waardedaling van de euro.
Belangrijke grondstof producerende landen als Rusland, Canada en Zuid-Afrika zagen de waarde van hun munt dalen, met als gevolg dat de goudprijs in deze valuta tegen het einde van dit jaar hoger staat dan aan het begin van dit jaar.
Ontwikkeling goudprijs in 19 verschillende valuta
Ontwikkeling goudprijs in 19 verschillende valuta in een grafiek
Arnoud Boot is somber over de economische vooruitzichten van Europa en verwacht dat het continent ook de komende jaren zal achterblijven bij de Verenigde Staten. Dat zegt hij in gesprek met Willem Middelkoop bij Café Weltschmerz. De heren praten uitvoerig over de complexiteit en dynamiek van de financiële markten en behandelen onder andere Bretton Woods, Keynes en de gekte op de aandelenmarkt van eind jaren negentig. Een uitermate interessant en openhartig interview!
Over Arnoud Boot
Arnoud Boot is hoogleraar Corporate Finance en Financiële Markten en co-director van het Amsterdam Center for Law & Economics aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is tevens voorzitter van de Bankraad (DNB) en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Als hoofdredacteur van Marketupdate wens ik alle lezers fijne feestdagen en een voorspoedig 2016 toe!
Het jaar loopt langzaam ten einde en dat betekent dat het tijd is om terug te blikken op alle belangrijke ontwikkelingen van het afgelopen jaar, zowel in economisch als in geopolitiek opzicht. Houdt onze site in de gaten, want volgende week zal ik de belangrijkste trends van dit jaar aan de hand van een aantal jaaroverzichten voor u samenvatten!
Marketupdate wenst u fijne feestdagen en een voorspoedig 2016!
De goudmijnsector van Rusland kan een nieuwe impuls krijgen met investeringen uit China. Dat zegt Sergey Kashuba, directeur van de Unie van Russische Goudproducenten, in een gesprek met Bloomberg. Chinese investeerders zouden interesse hebben in de hoogwaardige goudreserves in de Russische bodem, die door het gebrek aan investeringen nog niet geëxploiteerd worden.
“Chinees geld kan binnenkort opduiken in de Russische goudmijnsector. Chinese goudmijnen hebben in eigen land de meest hoogwaardige goudreserves al opgegraven en daarom kijken ze nu met belangstelling naar Rusland. De waardedaling van de roebel maakt de goudwinning in Rusland nog interessanter”, zo verklaarde Kashuba tegenover Bloomberg.
‘De nieuwe euro: is er een oplossing, of spat de EU uiteen?’ Onder deze titel was er begin oktober een interessante bijeenkomst in Felix Meritis over The Matheo Solution (TMS), georganiseerd door Follow the Money (FTM), waar de vaak door ons aangehaalde Jean Wanningen zijn zeer gewaardeerde blogs schrijft over met name de euro en de EU.
Gespreksleider was Eric Smit van FTM die eerst op ontspannen manier ingenieur, jurist en euro-researcher André ten Dam interviewde, de bedenker van TMS. Daarna volgde een zeer levendige forumdiscussie over TMS met beide heren en de vooraanstaande economie-professoren Arnoud Boot en Lex Hoogduin. In de zaal zaten bekende gezichten, zoals Arend Jan Boekestijn, Ewald Engelen, Jean Wanningen, Marcel van Silfhout en Kees de Lange. Maar ook de rest van het publiek leek te beschikken over een bovengemiddelde kennis van zaken, waardoor ook door de vele vragen uit de zaal de discussie op niveau bleef.
Ten Dam was goed op dreef en sprak opvallend ontspannen en bij tijden humoristisch. Smit slaagde er lange tijd in om het allemaal ook voor minder deskundig publiek begrijpelijk te houden en de discussie tot de hoofdlijnen te beperken, maar de heren professoren waren uiteindelijk toch te moeilijk in toom te houden, waardoor de avond niet tot een heldere uitkomst leidde. Het was jammer dat beiden vooralsnog weinig leken te zien in TMS maar dit slecht beargumenteerden. Daarom probeerde het publiek hen met goede vragen tot een helderder stellingname te bewegen. Helaas tevergeefs, pas in de gesprekken na afloop werd mij een en ander duidelijk.
Wat is The Matheo Solution?
Door: Theo Wolters
Om landen met enorme verschillen in cultuur en productiviteit binnen één muntunie te kunnen handhaven, moet er flexibiliteit ingebouwd worden in de vorm van de mogelijkheid van onderlinge monetaire (externe) devaluatie en revaluatie. Dit in tegenstelling tot de interne devaluatie (die neerkomt op continue loonsverlaging) die sinds 2010 enorme economische en sociale ellende veroorzaakt in Zuid Europa.
Bij TMS komt er in elk soeverein euroland weer een eigen munt voor alle contracten, lonen en prijzen, maar wordt er nog steeds betaald met de euro, via een wisselkoers. Zoals u ook in London of Oost-Europa overal met euro’s kunt betalen terwijl de prijzen in ponden, zloty’s en litas etc. worden/werden berekend. In TMS is de nieuwe gulden dus alleen nog maar een rekeneenheid, betalen blijft in alle eurolanden gebeuren met één en dezelfde euro.
Bij TMS blijven dus de voordelen van de huidige euro bestaan, zoals overal kunnen betalen met één munt en het voortbestaan van de gemeenschappelijke Europese markt. Maar daarnaast biedt TMS het voordeel dat onder bepaalde voorwaarden landen met een onhoudbare economische achterstand, zoals op dit moment Griekenland, Italië en Portugal, hun ‘valuta’ kunnen devalueren. Die landen worden daardoor in één klap weer concurrerend en kunnen daardoor snel en op eigen kracht economisch herstellen. Terwijl toch één munt (de euro als enig gemeenschappelijk betaalmiddel) en één gemeenschappelijke markt blijven bestaan en geen enorm politiek gezichtsverlies wordt geleden. Ook betekent TMS het einde van de enorme transferbedragen van noord naar zuid.
Dat TMS in financieel-economische kringen inmiddels een eigen plaats verworven heeft blijkt uit het feit dat hij is opgenomen in de De Financiële Begrippenlijst.
Arnoud Boot: de euro is geen bindmiddel maar splijtzwam
Boot had bij alle issues eigenlijk een tweeslachtige benadering. Hij beaamde de analyse van Ten Dam over het failliet van de euro, vond dat die op onvoorstelbaar naïeve manier ingevoerd is, en stelde dat die de gemeenschappelijke markt steeds meer bedreigt. Ook acht hij deelname aan de euro beslist niet onomkeerbaar, en ziet hij het aantal deelnemende landen over langere tijd zeker niet als constant.
Hij zag geen toekomst voor een politieke unie met structurele transferbetalingen van de sterkere naar de zwakkere landen, omdat daar geen democratisch draagvlak voor is. Maar ook een terugkeer naar eigen munten achtte hij te riskant, met een veel te groot risico op chaos met onvoorspelbare gevolgen. Hij pleitte voor een veel meer gedisciplineerde houding van de regeringen van de zwakke landen, maar snapte ook dat dat cultureel eigenlijk niet binnen een generatie mogelijk is. Toch pleitte hij voor het verlichten van de lasten voor Griekenland om de bevolking mee te krijgen in de noodzakelijke hervormingen.
Allemaal erg tegenstrijdig en onduidelijk dus. Eigenlijk hoopte hij op een pappen en nathouden situatie waarbij we het redden tot de volgende generatie wél voldoende Europees denkt om in een groter verband op te kunnen gaan. Maar hij omarmde The Matheo Solution nog niet. Hij vond dat de euro in TMS alleen nog maar een symbolische rol speelt, en zag er daarom het nut niet van in. Boot is verder beducht voor het effect op kapitaalstromen.
TMS als gereedschap
Hieruit blijkt een tekort aan inzicht in The Matheo Solution. Die moet je namelijk niet zien als een star principe, maar meer als een gereedschap. Hij maakt flexibiliteit mogelijk maar schrijft niet voor hoe die moet worden ingevuld.
Beide professoren deden het voorkomen alsof na invoering van TMS elk land zelf zomaar naar eigen inzicht kan gaan devalueren. Dan is er inderdaad geen principieel verschil meer met het opheffen van de muntunie.
Maar de voorkeursversie van TMS die Ten Dam heeft uitgewerkt maakt een devaluatie volledig afhankelijk van toestemming van een centraal Europees orgaan, en dat zal een devaluatie alleen maar toestaan onder bepaalde voorwaarden en op basis van objectieve economische fundamentals. Net zoals er op dit moment voorwaarden zitten aan hulpprogramma’s. Zie hier voor een grondige uitleg over TMS in de voorkeursversie van Ten Dam.
Er is ook een andere invulling mogelijk: wanneer bijvoorbeeld Frankrijk in ernstige problemen komt (en dat is mijns inziens niet óf maar wanneer) en bij Duitsland aanklopt voor enorme bedragen, wordt (volgens Arjo Klamer) een Duitse exit waarschijnlijk en ontploft de muntunie. Om dat te voorkomen zou in één weekend TMS kunnen worden ingevoerd, waarna de zwakke landen een eenmalige devaluatie mogen uitvoeren, om de acute crisis te bezweren. Dat is ook een vorm van TMS, maar onder andere voorwaarden.
Hoe TMS na deze invoering verder wordt ingevuld hangt af van de dynamiek die vervolgens in Europa ontstaat: die kan leiden tot méér Europa, dus strakkere economische, sociale en financiële discipline, of tot minder Europa, met steeds meer soevereine vrijheid om een eigen monetair beleid te voeren met door elk land zelf gekozen wisselkoers- en rentebeleid. TMS kan dus zowel uitmonden in een federale staat als in een volledige terugkeer naar de eigen munten en het opheffen van de euro. Als het aan Ten Dam ligt wordt het een stapje terug naar boven beschreven voorkeursversie, dus met ook in de toekomst wanneer noodzakelijk een devaluatie of revaluatie. Alles is mogelijk binnen TMS. Dit bracht Ten Dam wel naar voren maar kwam helaas niet genoeg uit de verf.
TMS met gereguleerde devaluaties
Ik zelf zie wel wat in een vorm van TMS waarbij de onderlinge verschillen in productiviteit, groei en gedisciplineerd overheidsbeleid per land voor meerdere jaren vastgelegd worden in jaarlijkse devaluatiepercentages. Dit stabiliseert het aanpassingsproces en voorkomt de nadelen van te grote uitslagen met telkens crisissituaties rond devaluaties.
Bij een dergelijke per land te bepalen devaluatie- of revaluatievoet weten de bedrijven waar ze aan toe zijn bij hun export en investeringsbeslissingen. Maar ook ziet de bevolking duidelijker wat de gevolgen zijn van het te slappe overheidsbeleid, en zal men meer geneigd zijn om mee te gaan in hervormingen om daarmee van de devaluaties af te komen. Het verlagen van dit jaarlijkse percentage is natuurlijk een erg goed signaal over de groei van de economie en zal meteen de aan dat land berekende rente op de kapitaalmarkt verlagen. Ook dit is een incentive voor gezond overheidsbeleid.
Uiteraard heeft ook deze versie nadelen, onder andere in de vorm van kapitaalvlucht, maar een pijnloze oplossing is er nu eenmaal niet. Daarbij: die kapitaalvlucht is er nu natuurlijk ook als je niks aan de crisis doet: geen enkele Griek, Spanjaard of Portugees met wat kapitaal heeft dat nog in het eigen land staan.
Arnoud Boot, Lex Hoogduin en André ten Dam in debat over de eurocrisis
Lex Hoogduin: er zit geen weeffout in de euro
Er is verder ook geen politieke unie nodig om de euro te stabiliseren, en ook de permanente noord-zuid transferunie, die volgens velen onvermijdelijk is bij een muntunie met daarin landen met verschillende productiviteit, is nergens voor nodig. De professor leek in een totale staat van denial te verkeren: er is op zich helemaal geen probleem met de euro!
Dat zelfs in de VS met een politieke unie en een bijna volmaakte optimal currency area nog steeds zeer grote en permanente transfers noodzakelijk zijn is hem blijkbaar ontgaan.
Hij bleef hameren op economische discipline van de overheden als de panacee voor alles, wat Smit terecht samenvatte als “alle Europeanen moeten volgens u dus gewoon Duitsers worden!”. Als er iemand onder de “B” van Arjo Klamer valt is het Hoogduin wel… Had Boot nog enig besef van het doorslaggevende belang van de bestaande cultuurverschillen, Hoogduin zag er geen been in die per direct radicaal uit te roeien.
TMS als oplossing is volgens Hoogduin erger dan de kwaal: die neemt de druk weg voor de zwakke landen om te hervormen. Ten Dam repliceerde hierop dat praktijkvoorbeelden uit de jaren 90 van monetaire devaluaties in Zuid-Amerika en Azië deze stelling van Hoogduin weerleggen. Die tonen aan dat de devaluaties van de desbetreffende nationale munten resulteerden in duurzaam herstel van economie, werkgelegenheid en overheidsfinanciën.
Bij lang doorvragen bleek na afloop dat Hoogduin wel degelijk een zeer duidelijk standpunt had: hij wil gewoon terug naar het Verdrag van Maastricht, met harde (Duitse!) afspraken over economisch beleid, een terugkeer naar de knetterharde no bail-out regels, en afschaffing van de Quantitative Easing maatregelen die inmiddels ingevoerd zijn om de euro te redden. Hij verafschuwde de “We’ll do everyting necessary to save the euro” (de ultieme bail-out garantie) van Draghi.
Vreemd genoeg noemde Hoogduin zijn voorkeur het voortzetten van de status quo, alsof het Verdrag van Maastricht nog in werking is. Maar de status quo is niet dat men zich niet goed aan de regels van Maastricht houdt, zoals Hoogduin suggereert: de huidige EU heeft onder Draghi een volstrekt tegengesteld regelmechnisme ingevoerd van juist gegarandeerde bail-out, en is druk bezig daar een federaal financieel stelsel omheen te bouwen. Maastricht bestaat allang niet meer.
Hoe ver moet je van de Europese werkelijkheid af staan om ook met droge ogen de mogelijkheid te opperen dat de Brusselse elite de in 15 jaar kleine stiekeme stapjes veroverde voortgang richting de door hen gewenste federale Europese staat ooit terug zou draaien? Dat gaat never nooit gebeuren.
The Matheo Solution heeft ook pijnpunten en ontmoet ook weerstand, maar vergeleken bij de Maastrichtse utopie van Hoogduin is dat echt peanuts. Op het moment wil geen enkele Brusselse politicus over TMS of andere alternatieven van de euro praten, ook praktisch geen enkele Nederlandse partij (behalve de PVV en SP), maar wanneer de zaak op ploffen staat (en wederom: dat is geen kwestie van óf maar wanneer!) is TMS de enige uitweg voor de politici die én hun gezicht redt én de weg naar een federale staat open laat.
Conclusie
Tot mijn verbazing kwam het pleidooi van beide professoren erop neer dat ze niet vooruit (federale staat) en niet achteruit (terug naar eigen munten) wilden of konden en daarmee kozen voor volhouden van de huidige situatie. Terwijl ik dacht dat we inmiddels wel kunnen vaststellen dat die echt volstrekt onhoudbaar is. Wat Boot eigenlijk ook met zoveel woorden toegaf.
Zie hieromtrent ook De Euro-Solution-Matrix van economisch researcher Harry Geels, het dit aanmodder-scenario als allerslechtse optie..
De Euro Solution Matrix
En juist omdat ik het met Boot en Hoogduin eens ben dat de federale staat de komende decennia geen haalbare kaart is, en een opbreken van de euro leidt tot een chaos die zo onvoorspelbaar is dat niemand die op zijn geweten wil hebben, is een ordentelijke invoer van The Matheo Solution in mijn ogen overduidelijk de enige nu bekende oplossing. Ook al zijn er daarbij kanttekeningen te plaatsen, TMS biedt in de kern een goede economische oplossing, en is ook politiek acceptabel omdat hij een complete afgang van de EUlite en een ontploffen van de eurozone kan voorkomen.
Jammer dat we van de professoren niet gehoord hebben wat ze hierop te zeggen hebben. Het zou een uitstekend resultaat van deze boeiende avond zijn als de heren professoren hierdoor toch nog eens goed over een realistische uitweg uit de euro-crisis gaan nadenken.
Dit artikel verscheen op 3 oktober 2015 op Climategate.