Tag: afrika

  • Wordt Chinese yuan nieuwe handelsmunt van Afrika?

    Centraal bankiers van verschillende Afrikaanse landen overwegen de Chinese yuan te gebruiken als handelsmunt voor de regio, zo meldt het Chinese persbureau Xinhua. Binnenkort zullen vertegenwoordigers van centrale banken uit in totaal veertien verschillende Afrikaanse landen in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare bijeenkomen om deze plannen verder te bespreken. Ook zullen vertegenwoordigers van de African Development Bank bij dit Afrikaanse topoverleg aanwezig zijn.

    Volgens Gladys Siwela-Jadagu, woordvoerster van het Macroeconomic and Financial Management Institute of Eastern and Southern Africa (MEFMI), is het voor veel Afrikaanse landen een logische stap om de yuan te gebruiken als munt voor internationale transacties. Daarover zegt ze het volgende in een interview met Reuters.

    “De meeste landen in de regio hebben leningen gekregen uit China en daarom is het alleen zinvol deze in renminbi te betalen. Dit is de reden waarom het van belang is een strategie te formuleren voor de vooruitgang die het continent heeft gemaakt in de omarming van de Chinese yuan, de munt die ook wel de gemeenschappelijke munt genoemd zou kunnen worden in de handel met Afrika. Met China als grootste handelspartner voor meer dan 130 landen is het voor Afrikaanse landen nu een uitdaging om te kijken hoe we kunnen profiteren van dit nieuwe patroon van internationale handel.”

    Chinese yuan als handelsmunt voor Afrika

    Het MEFMI is een regionaal instituut waar veertien landen bij aangesloten zijn, namelijk Angola, Botswana, Burundi, Kenia, Lesotho, Malawi, Mozambique, Namibië, Rwanda, Swaziland, Tanzania, Uganda, Zambia en Zimbabwe. Deze landen doen steeds meer zaken met China, bijvoorbeeld via de export van grondstoffen.

    Momenteel hebben deze landen overwegend Amerikaanse dollars in hun reserves, maar door de toenemende handel met China en de leningen in yuan voor investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur is het voor de landen in deze regio niet meer vanzelfsprekendheid om voornamelijk dollarreserves aan te houden. Sterker nog, volgens de woordvoerster van het MEFMI ziet het er niet naar uit dat Westerse landen de komende jaren veel meer in Afrika zullen investeren.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Amerika wil meer militaire bases om ISIS te bestrijden

    Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft een voorstel ingediend om in verschillende landen in Afrika, Zuidwest Azië en het Midden-Oosten nieuwe militaire bases te bouwen. Volgens het Pentagon, het hoofdkwartier van de Amerikaanse defensie, is dat nodig om terreurbeweging ISIS effectiever te kunnen bestrijden. Met deze nieuwe bases verspreid over de regio kan het Amerikaanse leger effectiever informatie verzamelen over de vijand en gerichte bombardementen uitvoeren.

    Verschillende hoge ambtenaren van het Amerikaanse ministerie van Defensie zeggen dat het bouwen van een nieuw netwerk van militaire bases in de genoemde gebieden niet alleen bedoeld is om ISIS te bestrijden, maar ook om aanvallen uit te voeren op toekomstige bedreigingen. Denk aan verschillende terreurbewegingen die sympathiseren of zelfs samenwerken met ISIS en die mogelijk een bedreiging vormen voor de stabiliteit in de regio.

    Meer militaire bases

    "We kunnen de toekomst niet voorspellen, daarom willen we alvast aanwezig zijn met bases - van Morón in Spanje tot Jalalabad in Afghanistan - zodat we kunnen reageren op een reeks van crises, terrorisme en andere dreigingen," zo verklaarde Ashton Carter van het Amerikaanse ministerie van Defensie tegenover de New York Times. Hij benadrukt dat terrorisme niet stopt bij de grens en dat het daarom van belang is om op regionaal niveau commandanten, spionnen en diplomaten te hebben die informatie kunnen doorgeven aan Washington. Een grotere militaire aanwezigheid in Afrika en Azië hoeft volgens het Pentagon niet veel te kosten. De schattingen beginnen bij 'enkele miljoenen dollars', voornamelijk kosten van personeel en materieel. Verspreid over een groot gebied wil het Amerikaanse leger een aantal kleine militaire bases van 500 tot maximaal 5.000 militairen bouwen.

    'Globale dynamiek'

    Volgens woordvoerders van het Amerikaanse leger wil het Pentagon een nieuwe strategie met vier knooppunten uitrollen, waaronder de bestaande militaire bases in Djibouti en Afghanistan. Daar worden vervolgens kleinere bases in landen als Nigeria en Kameroen aan toegevoegd, landen waar de VS nu al missies met ongewapende drones uitvoert om 'militante groeperingen' in de gaten te houden. Ook moet de militaire basis in Erbil, gelegen in het noorden van Irak, een grotere rol gaan spelen. Daar zijn momenteel 3.500 Amerikaanse troepen gestationeerd. Vanuit een nieuwe militaire basis in Zuidwest Europa wil de VS de landen in het westelijke deel van Afrika in de gaten houden. Deze hoofdbasis op Europees grondgebied zal direct communiceren met verschillende kleinere bases in Afrikaanse landen. In Afrika zorgt de aanwezigheid van ISIS op het Sinaï schiereiland en de terreurbeweging Boko Haram voor veel problemen. Daardoor heeft de strijd tegen terreur volgens de Amerikaanse generaal Joseph E. Dunford een 'globale dynamiek' gekregen. Update (11 dec 2015): Meer over dit onderwerp op The Intercept

    bases444

    Pentagon wil militaire aanwezigheid in Midden-Oosten en Afrika uitbreiden

  • China gaat infrastructuur Afrika verbeteren

    De Afrikaanse Unie heeft met China overeenkomst bereikt over de bouw van nieuwe wegen, spoorwegen en vliegvelden die de grootste Afrikaanse steden beter met elkaar moeten verbinden, zo schrijft The Africa Report. De Chinezen gaan de infrastructuur aanleggen, een project dat ook veel werkgelegenheid zal brengen voor diverse Afrikaanse landen.

    De Afrikaanse Unie bestaat sinds juli 2002 en vertegenwoordigt 54 Afrikaanse landen. Deze overeenkomst met China is het meest omvangrijke project waar de unie goedkeuring voor gegeven heeft. De overeenkomst tussen de China en de Afrikaanse landen werd onlangs ondertekend in het hoofdkantoor van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië.

    Dit is het document van de eeuw… de luchtvaartovereenkomsten symboliseren een nieuw tijdperk van samenwerking tussen de Afrikaanse Unie en Afrika”, zo verklaarde de Chinese vice-minister voor Buitenlandse Zaken Zhang Ming nadat hij zijn handtekening onder de overeenkomst had gezet.

    Betere infrastructuur

    De Chinezen hebben al veel infrastructuur aangelegd in diverse Afrikaanse landen, voornamelijk ten behoeve van de export van grondstoffen. Met dit nieuwe project richten Afrikaanse landen en China zich op de reizigers die tussen Afrikaanse steden heen en weer bewegen. Het vliegverkeer in Afrika is sterk onderontwikkeld vergeleken met dat van andere continenten. Zo komt het wel eens voor dat men voor een reis tussen twee Afrikaanse steden een tussenstop moet maken op een Europese luchthaven. Als het nieuwe Afrikaans-Chinese project voltooid is zijn de grote Afrikaanse steden van Addis Abeba en Nairobi in het oosten, Johannesburg in het zuiden en Abuja in het westen van Afrika verbonden met snelwegen, spoorlijnen en nieuwe internationale vliegvelden die de reistijd aanzienlijk zullen verkorten. "Afrika is een uitgestrekt continent waar het mogelijk moet zijn om te reizen zonder een tussenstop te moeten maken in Parijs of Londen", aldus vice-minister Zhang Ming.

    dlaminizumaspeaksreuters

    Nkosazana Dlamini-Zuma, voorzitster van de Afrikaanse Unie prijst het gezamenlijke doel dat China en Afrika bereikt hebben (Foto van Reuters)

  • VS wil handelsrelatie met Afrika verbeteren

    Vorige week organiseerde de VS de US-Africa Leaders Summit, waarbij tientallen Afrikaanse leiders bijeen kwamen in Washington. Het doel van dit overleg was het versterken van de handelsrelaties tussen de Verenigde Staten en het Afrikaanse continent. Van de twintig snelst groeiende economieën komen er twaalf uit Afrika, zo blijkt uit cijfers van het IMF. De Afrikaanse economieën ontwikkelen zich snel en zijn potentieel interessante handelspartners.

    Ondanks het feit dat de VS verreweg het meeste heeft geïnvesteerd in ontwikkelingshulp zijn het de Chinezen die met afstand de meeste handel drijven met Afrikaanse landen. In 2013 handelde Afrika in totaal voor $160 miljard met China en ‘slechts’ voor $60 miljard met de Verenigde Staten. Met dit topoverleg in Washington denkt de Amerikaanse regering de handelsband met Afrika te kunnen versterken.

    Handel met Afrika

    De Economist maakte een overzicht van de grootste handelspartners van Afrika en van de landen die het meeste ontwikkelingshulp geven en die de meeste investeringen doen. Dat levert een opvallend beeld op. Waar Westerse economieën groot zijn in het geven van ontwikkelingshulp en met investeringen in het continent is het China die er verreweg de meeste vruchten van plukt. China heeft vooral interesse in de bodemschatten van Afrika en doet investeringen om die uit de grond te halen.

    De belangrijkste handelspartners van Afrika

    De belangrijkste handelspartners van Afrika (Grafiek via de Economist)

  • Afrika wordt de nieuwe agrarische grootmacht

    Het lopende jaar 2014 is voor Afrika het Jaar van de Landbouw en de Voedselveiligheid. Het is het jaar dat beleidsmakers meer aandacht zullen hebben voor investeringen en nieuwe technologie in de landbouw, zodat Afrikaanse boeren hun productie over een periode van vijf jaar kunnen verdubbelen.

    afrika-landbouwExtra aandacht voor de landbouw in dit deel van de wereld is hard nodig. Het is sowieso moeilijk om in Afrika iets gedaan te krijgen, maar voor de landbouw lijkt het nog dubbel zo moeilijk. Daarmee is extra aandacht meer dan gerechtvaardigd en de winst lijkt voor het oprapen op economisch en sociaal vlak. Hoewel het zwarte continent zeer vruchtbare gronden telt, moet het toch jaarlijks voor $ 35 miljard aan voedsel importeren. Voor het zogeheten Africa Progress Panel is de oorzaak duidelijk. De boeren hebben het tij niet mee, maar krachtig tegen.

    Er is veel wat niet klopt in Afrika. Zo zijn er veel teveel keuterboeren, vaak vrouwen, die maar een of twee hectares hebben om te bewerken. Dat is veel te weinig om bijvoorbeeld voor adequate irrigatie te zorgen, of om kunstmest te kunnen aankopen of kwalitatief goed zaaigoed. Laat staan dat ze genoeg verdienen om zelfs maar een begin te maken met mechanisering of om bij de bank een krediet voor innovatie los te krijgen. Of dat allemaal nog niet genoeg ellende is, krijgen deze kleinenboeren ook nog eens te maken met een volatiele weersomstandigheden. Nu al voelen boeren de eerste negatieve effecten daarvan. De opbrengst van de maisoogst gaat de komende jaren bij ongewijzigd beleid zeker 25% dalen. Tenslotte is de krakkemikkige infrastructuur geen pre voor boertjes die hun oogst op de markt willen verkopen.

    Al die tegenslag neemt niet weg, dat de Afrikaanse boer koppig zijn best blijft doen om zijn oogstopbrengst te verhogen. De keuterboer doet daarin niet onder voor de grootgrondbezitter. Het is echter bij uitstek de afrika-landbouw2overheid die al zijn inspanningen teniet doet door te hoge belastingen en door amper in de landbouwstructuur te investeren. Het goede nieuws is, dat er eindelijk ook positieve trends te ontwaren zijn, die de positieve belangstelling trekken van zowel private als publieke sectoren. Dat is te danken aan de snelle groei van de Afrikaanse steden, maar ook aan de aanhoudende stijging van de voedselprijzen in de wereld. Vooral de private sector begint in de landbouwsector te investeren. Die investeringen zijn vooral bedoeld om de productiviteit te verbeteren en de opbrengsten te verhogen. Afrikaanse overheden raken er op hun beurt van overtuigd, dat een gezonde landbouw wel eens de sleutel kan zijn voor economische ontwikkeling. Sterker nog, dankzij een gezonde landbouw kan de armoede het snelst verminderen. En dus, na decennia van verwaarlozing raken individuele overheden weer overtuigd, dat investeren in landbouw zo verkeerd nog niet is. Het brengt welvaart en banen op het arme platteland!

    afrika-landbouw3

    Dat klinkt allemaal erg opwekkend, maar alle vooruitgang is nog steeds heel erg fragiel en kwetsbaar! De aanzetten tot beter beleid moeten echt nadrukkelijk verankerd worden, zodat ze duurzamer worden. Overheden moeten zich verplicht voelende declaratie van de Afrikaanse Unie voor Landbouw en Voedselveiligheid in de praktijk te brengen. Dat betekent dat jaarlijks 10% van het overheidsbudget naar de landbouw gaat en dat er metterdaad meer aandacht komt voor een betere infrastructuur, energie en alles wat boeren in staat stelt een betere oogst naar de markt te brengen. Dat betekent ook financiële steun in de vorm van betere toegang tot krediet en soms regelrechte subsidie om boeren in staat te stellen goed zaaigoed aan te kopen, zaaigoed dat beter bestand is bijvoorbeeld tegen de nukken van het klimaat. Als in ieder geval aan een deel van die voorwaarden voldaan wordt, dan heeft Afrika alles in zich om de nieuwe graanschuur van de wereld te worden. Dat moet een prettige zekerheid zijn in een tijd dat wereldwijd de beschikbare landbouwgrond en de opbrengt per hectare drastisch beginnen terug te lopen.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Strive Masiyiwa, Africa’s farms of the future. Project syndicate, June 23 2014

    afrika-landbouw4

    BELANGRIJK:

    – Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    – Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen
    – U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    – U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    nog niet automatisch ontvangt.
    – Maak ook kennis met de nieuwsbrief Crash Investor, een vrijwel onmisbaar document voor de actieve belegger!

  • China bouwt spoorlijnen in Afrika

    De Chinese premier Li Keqiang zette samen met de presidenten van Kenia, Oeganda, Rwanda en Zuid-Soedan de handtekening onder een groot project dat de infrastructuur tussen de landen moet verbeteren. Hierbij waren ook vertegenwoordigers uit Tanzania, Burundi en van de Afrikaanse ontwikkelingsbank aanwezig.

    Het project omvat de bouw van een nieuwe spoorlijn die Nairobi en Mombasa met elkaar verbindt. Deze hogesnelheidslijn, die zowel voor passagiers- als voor goederenvervoer ingezet kan worden, zou een sterke impuls moeten geven aan de regionale handel.

    Gezamenlijke wens

    Volgens de Chinese premier liet de aanwezigheid van zoveel Afrikaanse leiders zien dat de betrokken landen de gezamenlijke wens koesteren om het spoorwegennet in het oosten van Afrika te ontwikkelen. "Dit project laat zien dat er een gelijke samenwerking is die wederzijdse voordelen brengt voor China en de oost-Afrikaanse landen. Het spoorwegennet is een zeer belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van de infrastructuur", zo voegde de Chinese leider premier eraan toe. Volgens Keqiang moet ieder land eerst haar infrastructuur ontwikkelen, voordat er economische ontwikkeling kan plaatsvinden. De spoorwegverbinding tussen Mombasa en Nairobi is een belangrijk onderdeel van de infrastructuur van Afrika. Het traject is 609 kilometer lang en zal later worden uitgebreid naar Uganda, Rwanda en Zuid-Soedan. Nu de handtekeningen gezet zijn kan de voorbereiding voor de bouw van de spoorlijn beginnen. Naar verwachting zal de eerste rails in oktober aangelegd worden. Over 3,5 jaar moet het volledige traject van ruim 600 kilometer operationeel zijn. De president van Kenia sprak zijn vertrouwen uit in de samenwerking met China: "In tegenstelling tot de ongelijke behandeling en het wantrouwen van de koloniale machthebbers uit het verleden is de relatie tussen Afrika en China gebouwd op wederzijds vertrouwen" Li Keqiang zei dat de Chinese bedrijven die aan de bouw van de spoorlijn meewerken werk én opleiding zullen verschaffen aan de lokale bevolking. De totale kosten van het project zijn geraamd op $3,8 miljard, waarvan China 90% financiert. De resterende 10% wordt ingelegd door de regering van Kenia. De Chinese premier bracht de afgelopen dagen ook al een bezoek aan Ethiopië, Nigeria en Angola. Kenia was de laatste stop van de rondreis van Keqiang door Afrika.

    china-africa-railway

  • China tekent zestig handelsakkoorden in Afrika

    De Chinese premier Li Keqiang brengt deze week een bezoek aan vier Afrikaanse landen, zo schrijft de BRICS Post. Tijdens zijn reis, die een week duurt, brengt hij samen met zijn vrouw een bezoek aan de landen Ethiopië, Nigeria, Angola en Kenia. De staatsbezoeken hebben als doel de handelsrelatie te versterken. In totaal zullen er tijdens het bezoek aan deze vier landen zestig handelsovereenkomsten gesloten worden.

    In 2013 investeerde China in totaal $25 miljard in het Afrikaanse continent, een stijging van 44% in vergelijking met 2008. Dit zijn overwegend investeringen in de infrastructuur en de mijnbouw, want het is geen geheim dat de tweede grootste economie ter wereld vooral in Afrika is voor de grondstoffen. Cijfers van de African Development Bank laten zien dat 85% van de totale export van Afrika naar China bestaat uit grondstoffen en mineralen.

    China op jacht naar grondstoffen

    China wordt vaak verweten dat het alleen uit is op de grondstoffen van Afrika en dat ze onvoldoende oog heeft voor de ontwikkeling van haar handelspartner. De president van China, Xi Jinping gaf in februari gehoor aan deze sentimenten, door kenbaar te maken dat ook China streeft naar een meer zelfvoorzienend Afrikaans continent. Xi Jinping merkte op dat de handel tussen Afrika en China het afgelopen jaar een omvang bereikte van meer dan $200 miljard, een verdubbeling ten opzichte van 2008.

    Chinese premier Li Keqiang brengt bezoek aan vier Afrikaanse landen

    Chinese premier Li Keqiang brengt bezoek aan vier Afrikaanse landen (Afbeelding via BRICS Post)

  • Brazilië streept Afrikaanse schulden weg

    Bijna $1 miljard aan schulden lijkt misschien veel geld, maar voor een land als Brazilië ligt de afweging iets anders. In de afgelopen twaalf jaar groeide de handel met Afrika van $5 naar $26,5 miljard en de verwachting is dat het volume in de toekomst verder zal toenemen. Dat biedt kansen voor het Braziliaanse bedrijfsleven en de economie.

    Braziliaanse bedrijven hebben in diverse Afrikaanse landen al grote belangen genomen in de oliewinning en de mijnbouwsector, maar willen nu ook gaan investeren in de Afrikaanse landbouw. “Brazilië heeft veel expertise in het ’tropicaliseren’ van Europese gewassen. Het plan is om deze technologie van Brazilië over te brengen naar andere Afrikaanse landen”, zo verklaarde woordvoerder Traumann tegenover de Financial Times.

    Imago verbeteren

    Door bijna $1 miljard aan schulden kwijt te schelden denkt Brazilië haar imago op het Afrikaanse continent te verbeteren. Afgelopen maand waren er protesten bij een Braziliaanse kolenmijn in Mozambique. De mijn had werknemers verplaatst naar een gebied met minder vruchtbare grond, waardoor de oogst tegenviel. Braziliaanse mijnen worden ook gehinderd door de gebrekkige infrastructuur, waardoor er minder goederen getransporteerd kunnen worden. Door schulden kwijt te schelden zullen Afrikaansen handelspartners sneller geneigd zijn geld vrij te maken voor het opknappen van (spoor)wegen.

    “Het wordt steeds meer duidelijk dat Afrika de nieuwe ‘frontier’ is van Brazilie”, zo vertelde historicus José Davila afgelopen jaar tegenover de New York Times. “Brazilië heeft inmiddels een bevoorrechte positie met genoeg institutionele capaciteit”. Het kwijtschelden van bijna $900 miljoen aan schulden is geen slecht begin. Vooral niet als je beseft dat 80% van deze schulden afkomstig waren van het olierijke Tanzania, de Republiek van Congo en van het koperrijke Zambia.

    Bron: Quartz

    Braziliaanse president Dilma Rousseff wil handelsbetrekkingen met Afrika verbeteren

  • Beleggers duiken ook op Afrikaanse en Aziatische obligaties

    De populariteit van obligaties beperkt zich niet alleen tot de Westerse wereld. Ook in Afrikaanse en Aziatische landen zien we de rente op leningen dalen, deels door een instroom van buitenlands geld. Het goedkope geld maakt het voor opkomende economieën aantrekkelijk om te lenen, maar schuilt daar niet een gevaar in? We hebben in Europa al gezien dat landen als Italië en Griekenland zich diep in de schulden staken, vanwege het simpele feit dat ze zo goedkoop konden lenen op de goede reputatie van de sterkere landen.

    Europa

    In Europa is de rust op de markt voor staatsobligaties ook weer teruggekeerd. Geholpen door de extreem lage rente van de ECB en het LTRO programma kunnen banken nu met meer zekerheid staatsobligaties opkopen. De centrale bank versoepelde de eisen aan het onderpand, waardoor banken weer meer staatsobligaties kochten. Vooral de Italiaanse bankensector heeft de laatste tijd veel schuldpapier van de eigen regering gekocht. In Spanje heeft het pensioenfonds voor ambtenaren haar beleggingsportefeuille gevuld met Spaanse staatsleningen.

    De volgende grafiek laat de ontwikkeling van de Spaanse, Portugese, Italiaanse en Griekse rente zien voor 10-jaars leningen over de afgelopen twaalf maanden. Hierop is goed te zien hoe de rente met meer dan 25 basispunten zakte in Spanje en Italië en zelfs meer dan 50 basispunten in Portugal en Griekenland. Op het moment van schrijven is de 10-jaars rente voor Spanje 4,34%, voor Italië 4,01%, voor Portugal 5,37% en voor Griekenland 8,78%. Dat zijn percentages die we al lang niet meer gezien hebben.

    Verenigde Staten

    Amerikaanse beleggers zoeken ook naar alteatieve beleggingen en lijken die gevonden te hebben in de meer risicovolle bedrijfsobligaties. De zogeheten ‘junk bonds’, bedrijfsobligaties met een B, BB of CCC beoordeling, zijn sinds 2009 ook steeds populairder geworden. De index van dergelijke obligaties met een B of BB status zakte onlangs weer onder de 5%. Op het dieptepunt van begin 2009 vroegen beleggers voor hetzelfde type schuldpapier nog een rentevergoeding van 15 tot 20 procent.

    De lage rente van de Federal Reserve begint ook steeds meer door te werken op bedrijfsobligaties. Reuters spreekt van een uitzonderlijk grote vraag onder beleggers. Volgens Michael Collins van Prudential Financial zijn beleggers wanhopig op zoek naar rendement en stroomt er momenteel veel geld in de markt. De Federal Reserve heeft hier ook een belangrijk aandeel in gehad, door via diverse QE-programma’s tientallen miljarden dollars aan langlopend schuldpapier zoals Treasuries en hypotheekleningen uit de markt te halen. Aan hoogwaardige bedrijfsobligaties valt ook niet veel meer te verdienen. De Barclays Investment Grade Credit Index geeft een rendement van 1,63%. Onderstaande grafiek laat zien hoe de rente op zogeheten ‘junk bonds’ gezakt is na de piek van begin 2009.

    Afrika

    Het IMF benadrukte vorige week al dat Afrikaanse landen beneden de Sahara goed na moeten denken over het uitschrijven van nieuwe leningen. Nu kunnen deze landen nog zeer goedkoop geld ophalen op de financiële markten. Volgens het IMF loert daarin het gevaar van een mogelijk “excessieve fiscale expansie en een publieke schuld die de de macro-economische stabiliteit kan aantasten”.

    Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara hebben de laatste tijd een recordhoeveelheid obligaties uitgegeven, schuldpapier dat vooral door buitenlandse beleggers gekocht werd. De rente op dergelijke staatsobligaties is door de grote belangstelling van buitenlandse beleggers behoorlijk gezakt. De nieuwssite Quartz wijst ons op de Barclays Emerging Markets Africa sovereign bond index, een mandje van staatsobligaties van verschillende Afrikaanse landen. Deze index weerspiegelt de gemiddelde rente waartegen Afrikaanse landen geld kunnen ophalen. Deze rente bereikte in 2008 nog een piek van meer dan 10%, maar heeft sindsdien een langer durende dalende trend voortgezet.

    Vandaag de dag staat de rente van deze index op slechts 3,93%, het laagste niveau dat ooit gemeten is. Quartz schrijft dat Zambia in september 2012 nog $750 miljoen ophaalde middels 10-jaars obligaties, waarover het land een rente moet betalen van 5,625%. Voor de duidelijkheid: dat is minder dan waarvoor de Spaanse regering destijds geld kon lenen. Opmerkelijk, want volgens Quartz werd er in 2006 nog schulden van Zambia kwijtgescholden.

    Beleggers zoeken naar rendement en nemen blijkbaar genoegen met obligaties van landen die enig perspectief van groei hebben. Het IMF waarschuwde dat de beschikbaarheid van goedkoop geld niet eeuwig kan blijven voortduren. “De zwakke fiscale instituties, de weinig efficiënte overheidsbestedingen en bestuurlijke problemen” kunnen volgens het IMF problemen veroorzaken als blijkt dat de investeringen die gedaan zijn met geleend geld niet genoeg opbrengsten genereren.

    Azië

    In Zuid-Oost Azië maken bedrijven ook van de gelegenheid gebruik om goedkoop geld te lenen. De markt van bedrijfsobligaties groeide het hardst in landen als Singapore, Thailand en Zuid-Korea (zie grafiek). Veel Aziatische bedrijven lenen geld in de lokale valuta, waardoor ze geen valutarisico hebben. Toch zagen we het afgelopen jaar dat er ook meer obligaties in vreemde valuta werden uitgegeven (zie grafiek).

    De website Quartz verwijst naar een rapport van Morgan Stanley, waarin staat dat Aziaten steeds minder geld op een bankrekening parkeren. Voor lokale banken heeft dat tot gevolg dat ze minder geld kunnen uitlenen. Deze ‘funding gap’ wordt opgevuld door uitgifte van bedrijfsobligaties, die gekocht worden door lokale en buitenlandse beleggers. Net als in Afrika zit er ook in de Aziatische markt veel geld van buitenlandse beleggers.

    Volgens Freya Beamish van Lombard Street Research kan de snelle groei van de Aziatische obligatiemarkt voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan buitenlandse beleggers. “Dat is op zichzelf niet slecht, maar als de instroom van kapitaal gedreven is door overvloedige wereldwijde liquiditeit kan dat een opwaartse druk geven op de waarde van de lokale valuta”, zo licht Beamish toe.

    Conclusie

    De wereldwijde vlucht naar rendement illustreert hoe centrale banken de financiële markt verstoortd hebben met hun monetaire beleid. De rente is extreem laag, de Federal Reserve creëert een kunstmatige schaarste door maandelijks tientallen miljarden aan langlopende leningen op te kopen en de ECB heeft met haar LTRO programma een impuls gegeven aan de Europese markt voor staatsleningen. De overvloed aan liquiditeit wordt door de lage rente en door het toenemende risico op verlies van geld (zie het voorbeeld van Cyprus) bij een bank losgeweekt van spaarrekeningen. Het geld jaagt op rendement en gaat via vermogensbeheerders en grote beleggingsfondsen de hele wereld over. Het effect werkt zelfs door in Afrika en Azië, waar overheden en bedrijven opeens ook veel goedkoper kunnen lenen.

  • Meer dan 60 doden door instorten goudmijn Darfur

    Reuters schrijft dat er meer dan een half miljoen Soedanezen werkzaam zijn in kleinschalige goudmijnen, waar men op ambachtelijke wijze met relatief eenvoudig gereedschap dagelijks op zoek gaat naar goud. Het is gevaarlijk werk, omdat er vrijwel geen veiligheidsmaatregelen genomen worden in dit soort kleinschalige mijnen.

    Soedan exporteerde vorig jaar naar schatting $2,5 miljard aan goud. Door de stijging van de goudprijs wordt het steeds lucratiever om goudmijnen te bouwen. Dat gebeurt ook veel op kleine schaal in illegale goudmijnen. Door de macht van de rebellen is het voor professionele bedrijven minder interessant om te investeren in goudmijnen. Daarvoor is de situatie in Soedan niet stabiel genoeg.

    Een getuige van de instorting van de goudmijn zei tegenover Reuters dat verschillende reddingspogingen niet succesvol waren. ABC News kreeg van een getuige te horen dat er geen lijst van namen werd bijgehouden en dat het daarom nog onduidelijk wie er om het leven zijn gekomen en hoeveel slachtoffers er precies gevallen zijn.

    Een bewoner van een nabij gelegen dorp zei dat de kleine goudmijnen heel dicht op elkaar gebouwd worden. Als er dan één instort heeft dat ook effect op de omliggende mijnen. “Dat is wat er in deze mijn gebeurd is. Alle omliggende mijnen waren ook ingestort”.

    Zuid-Soedan

    De afscheiding van Zuid-Soedan had een grote impact op het noordelijke deel van Soedan. Driekwart van de olieproductie vindt plaats in het gebied dat nu bij Zuid-Soedan hoort. Het noorden zoekt daarom naar andere inkomstenbronnen, waar de goudmijnen onderdeel van uitmaken.  Doordat het noordelijke deel van Soedan veel olie-opbrengst misloopt heeft het minder middelen om inteationale betalingen te verrichten. Als gevolg daarvan heeft de munt veel waarde verloren en is de inflatie opgelopen tot meer dan 40%.

    De traditionele goudwinning aan het landoppervlak leverde in de eerste elf maanden van vorig jaar ongeveer 41 ton goud op, omgerekend is dat $2,5 miljard. Dat maakte de Soedanese minister van mijnbouw bekend. Hij verwacht voor dit jaar een mijnproductie van 50 ton goud.

    Zestig doden door instorten Soedanese goudmijn