Tag: goudmijn

  • Vijf grootste goudmijnen zien productiekosten stijgen

    Analist SRSRocco ging een stap verder en verzamelde gegevens van de vijf grootste goudmijnen ter wereld van de afgelopen zeven á acht jaren. Hij kwam tot de conclusie dat de vijf grootste goudmijnen (Barrick, Newmont, AngloGold, Goldfields en GoldCorp) allemaal te maken hebben met een lagere ertskwaliteit en toenemende kosten. Haalden deze vijf mijnen in 2005 gemiddeld nog 1,68 gram goud uit een ton erts, in 2012 was dat slechts 1,22 gram.

    Minder gram per ton

    De lagere ertsgraad heeft tot gevolg dat er ieder jaar minder goud uit de grond komt. Dat proberen de mijnen te compenseren door meer erts te verwerken, maar het is onvoldoende om de totale productie op peil te houden. Waren de vijf grootste goudmijnen in 2006 nog goed voor 27,2 miljoen troy ounce goud, in 2011 was dat nog maar 23,9 miljoen. De stagnerende productie beperkt zich niet alleen tot de grootste vijf producenten. Wereldwijd blijkt de mijnproductie van goud de laatste jaren nauwelijks te stijgen.

    Brandstofkosten

    Gerelateerd aan de lagere kwaliteit van het gouderts zijn de toenemende brandstofkosten. Er moet meer puin verwerkt worden en dat vraagt meer van alle machines en installaties die in een goudmijn gebruikt worden. In 2005 was er gemiddeld 12,7 gallons (48 liter) diesel nodig voor de productie van een troy ounce goud. Zes jaar later was dat al toegenomen tot 21,8 gallon (82,4 liter). SRSRocco rekende voor dat de brandstofkosten van de vijf grootste goudmijnen met gemiddeld 12% per jaar zijn toegenomen. De Goldfields goudmijn zag haar dieselconsumptie per troy ounce meer dan verdubbelen tussen 2005 en 2011, terwijl de totale goudproductie van deze mijn met een kwart omlaag ging gedurende deze periode.

    Cash costs

    Het GFMS Gold Survey van 2013 laat zien dat de basiskosten van goudmijnen het afgelopen jaar met 12,16% zijn gestegen. Waren de ‘cash costs’ in 2011 nog $658 per troy ounce, een jaar later was dat $738. De stijgende kosten waren voor het grootste gedeelte toe te schrijven aan de slechtere ertskwaliteit, hogere personeelskosten en een stijging van de overige kosten. De stijging van de brandstofkosten voegden in de hele goudmijnsector gemiddeld $5 toe aan de kostprijs van de een troy ounce zuiver goud.

    Onderstaande afbeelding geeft een verklaring van de stijgende productiekosten van goud. Eerder deze week plaatste Marketupdate nog een infographic over de productiekosten van goud in de vijftig grootste goudmijnen ter wereld.

  • De verborgen crisis in de goudmarkt

    De directeur van Barrick Gold, Jamie Sokalsky, zei in november vorig jaar  tijdens een conferentie van de LBMA in Hong Kong dat er sprake is val een crisis in de goudmarkt. De statische mijnproductie heeft niet positief gereageerd op de stijgende goudprijs van de afgelopen jaren en zal naar verwachting ook niet veel meer toenemen. Zelfs niet als de goudprijs verder stijgt. Sokalsky licht toe:

    “Er zijn momenteel maar een paar grote goudmijnen in de wereld die op volle productie draaien. Als we alle goudmijnen rangschikken naar grootte (er zijn momenteel ongeveer 400 producerende goudmijnen), komen we er 156 tegen die meer dan 100.000 troy ounce goud per jaar produceren. Slechts 21 mijnen halen meer dan 500.000 troy ounce goud uit de grond en zes mijnen produceren in een jaar tijd meer dan een miljoen troy ounce van het gele metaal.

    Het is opvallend dat geen van alle nieuwe ontdekkingen van de laatste tijd kan worden beschouwd als een ‘super giant’ (20+ miljoen troy ounce reserve). Nieuwe goudbronnen zijn moeilijker te vinden en dat heeft direct invloed op de productiecapaciteit. Het zijn namelijk die grote ontdekkingen die een substantiele invloed hebben op het totale mijnaanbod.”

    De jaarlijkse mijnproductie is volgens data van de US Geological Survey nauwelijks veranderd in de afgelopen twaalf jaar. In 2011 kwam er wereldwijd 2.560 ton goud uit de mijnen, in 2012 was dat iets toegenomen naar 2.700 ton. In 2008 werd er nog minder goud opgegraven dan in 2001 en in 2012, namelijk 2.280 ton.

    Pascua Lama

    Barrick Gold, een relatief grote goudproducent, kreeg eind april slecht nieuws. De Pascua Lama goudmijn, het nieuwste project op het grensgebied van Chili en Argentinië, werd door de Chileense rechtbank gesloten om ‘milieutechnische redenen’. Het is niet zomaar een mijn, want er zit naar schatting een goudreserve van 19,7 miljoen troy ounce (bijna een ‘super giant’) en er was al $8,5 miljard geïnvesteerd in de ontwikkeling van de Pascua Lama.

    Door deze tegenvaller wordt het nog moeilijker om de wereldwijde goudproductie op te schroeven. Het gedeelte van de mijn dat op Argentijns grondgebied staat wordt nog wel ontwikkeld, maar Barrick houdt er rekening mee dat de werkzaamheden in zijn geheel stilgelegd moeten worden als de Chileense overheid niet meewerkt.

    Sokalsky wil met dit voorbeeld aangeven dat er veel risico’s zijn in de goudmijnsector. Zelfs strategisch belangrijke mega-projecten, zoals de Pascua Lama mijn, kunnen door extee factoren ontsporen.

    “Als je de wereldwijde goudproductie afzet tegen de wereldwijde vraag, dan krijg je het gevoel dat er op een gegeven moment iets moet gaan schuiven”, zo schrijft Kosares in zijn artikel op USAGold. “De aanbodfundamentals in de goudmarkt worden vaak over het hoofd gezien door de goudbeleggers die steeds wijzen op de monetaire redenen om fysiek goud aan te houden. Vroeg of laat zal de spanning tussen vraag en aanbod zich laten gelden.”

    Peak gold?

    Sokalsky ziet de goudmijnsector als een supertanker. Het duurt heel lang om de sector in beweging te krijgen. Er verstrijken meerdere jaren tussen het ontdekken van een nieuwe goudreserve en het op gang brengen van de goudwinning. Goudmijnen die over een aantal jaren niet meer rendabel zijn moeten tijdig worden vervangen door nieuwe mijnen. Het verkennen en identificeren van nieuwe goudreserves kost veel tijd en geld, net als de ontwikkeling van een nieuwe goudmijn. Sokalsky denkt dat de goudmijnproductie de komende jaren zelfs kan gaan dalen, zelfs als de goudprijs aanzienlijk gaat stijgen.

    Wereldwijde goudmijnproductie van 2000 t/m 2012

    Vraag en aanbod

    Het is nog maar de vraag of vraag- en aanboddynamiek de belangrijkste drijfveer is voor de goudprijs. Slechts 10% van het jaarlijkse aanbod van goud vindt een industriële toepassing, de rest wordt gebruikt voor het maken van sieraden of het smelten van zuiver beleggingsgoud (munten en baren). In principe is er dus nooit een tekort aan goud, het is slechts niet beschikbaar voor de markt. De bovengrondse goudvoorraad is naar schatting 160.000 tot 170.000 ton groot. Het jaarlijkse aanbod uit mijnproductie van ongeveer 2.500 ton heeft in dat opzicht een beperkte invloed op het totale aanbod van bovengronds goud. Een steeds groter deel van de vraag naar goud wordt  opgevangen door aanbod uit het secundaire circuit (sloopgoud en belegginsgoud).

  • Endeavour Mining verwacht lagere zilverprijs

    Endeavour Mining gaat vooral bezuinigen op de exploratiekosten en de lange-termijn investeringen, zoals het identificeren en aanboren van nieuwe reserves. Van alle geplande investeringen die nog niet essentieel zijn voor de productie van dit jaar heeft de mijn 20% uitgesteld. Ook wordt een kwart van het budget voor exploratie geschrapt en worden kostenbesparingen doorgevoerd in de operationele kosten van de mijnen. Dat zal gepaard gaan met het ontslaan van personeel. Ook wil Endeavour Silver haar administratie- en managementkosten omlaag brengen, door het personeelsbestand te verkleinen en door 10% van het salaris van het management voorlopig niet uit te keren.

    De bezuinigingen en hervormingen zullen geen negatieve impact hebben op de zilverproductie van 2013, zo stelt het bedrijf. Volgens Bradford Cooke, de directeur van Endeavour, slaagde het management er in 2008 ook in de kosten terug te brengen, na een soortgelijke daling van de zilverprijs. Toen kwam het mijnbouwbedrijf sterker uit de crisis. “Het loont om voorzichtig te zijn in tijden als deze”, aldus de CEO.

    Een daling van de zilverprijs drukt op de winstmarge van de mijn, waardoor deze geneigd zal zijn in te teren op de bestaande reserves. Als de prijs weer stijgt wordt het lucratief om nieuwe reserves te identificeren en aan te boren. Dat zijn precies de uitgaven waarop Endeavour zal bezuinigen. Endeavour is een mid-cap zilvermijn die werd opgericht in 2004 en die actief is in Mexico. Het bedrijf wist sinds de oprichting ieder jaar haar zilverproductie en -reserves uit te breiden. Het bedrijf heeft drie operationele zilvermijnen en combineert exploratie en acquisitie om de toekomstige zilverproductie veilig te stellen.

    Endeavour Mining verwacht lagere zilverprijs en snijdt in de kosten

  • Meer dan 60 doden door instorten goudmijn Darfur

    Reuters schrijft dat er meer dan een half miljoen Soedanezen werkzaam zijn in kleinschalige goudmijnen, waar men op ambachtelijke wijze met relatief eenvoudig gereedschap dagelijks op zoek gaat naar goud. Het is gevaarlijk werk, omdat er vrijwel geen veiligheidsmaatregelen genomen worden in dit soort kleinschalige mijnen.

    Soedan exporteerde vorig jaar naar schatting $2,5 miljard aan goud. Door de stijging van de goudprijs wordt het steeds lucratiever om goudmijnen te bouwen. Dat gebeurt ook veel op kleine schaal in illegale goudmijnen. Door de macht van de rebellen is het voor professionele bedrijven minder interessant om te investeren in goudmijnen. Daarvoor is de situatie in Soedan niet stabiel genoeg.

    Een getuige van de instorting van de goudmijn zei tegenover Reuters dat verschillende reddingspogingen niet succesvol waren. ABC News kreeg van een getuige te horen dat er geen lijst van namen werd bijgehouden en dat het daarom nog onduidelijk wie er om het leven zijn gekomen en hoeveel slachtoffers er precies gevallen zijn.

    Een bewoner van een nabij gelegen dorp zei dat de kleine goudmijnen heel dicht op elkaar gebouwd worden. Als er dan één instort heeft dat ook effect op de omliggende mijnen. “Dat is wat er in deze mijn gebeurd is. Alle omliggende mijnen waren ook ingestort”.

    Zuid-Soedan

    De afscheiding van Zuid-Soedan had een grote impact op het noordelijke deel van Soedan. Driekwart van de olieproductie vindt plaats in het gebied dat nu bij Zuid-Soedan hoort. Het noorden zoekt daarom naar andere inkomstenbronnen, waar de goudmijnen onderdeel van uitmaken.  Doordat het noordelijke deel van Soedan veel olie-opbrengst misloopt heeft het minder middelen om inteationale betalingen te verrichten. Als gevolg daarvan heeft de munt veel waarde verloren en is de inflatie opgelopen tot meer dan 40%.

    De traditionele goudwinning aan het landoppervlak leverde in de eerste elf maanden van vorig jaar ongeveer 41 ton goud op, omgerekend is dat $2,5 miljard. Dat maakte de Soedanese minister van mijnbouw bekend. Hij verwacht voor dit jaar een mijnproductie van 50 ton goud.

    Zestig doden door instorten Soedanese goudmijn

  • Goudmijnen hardst getroffen door daling goudprijs

    Tijdens de vorige bull market in goud waren goudmijnen het meest voor de hand liggende alteatief voor fysiek goud om blootstelling te krijgen aan de goudprijs. Doordat er in de jaren ’70 nog geen goudtrackers waren stapten veel beleggers massaal in de mijnaandelen. Het FD schrijft in de krant van 30 april dat goudmijnaandelen geen prominente rol meer vervullen in de wereld van beleggers, omdat er nu ook tal van ETF’s zijn die blootstelling geven aan de goudprijs.

    Het FD schrijft dat een goud-ETF, een relatief nieuw fenomeen dat nog maar tien jaar bestaat, het voor beleggers veel toegankelijker heeft gemaakt om in goud te beleggen. De krant schrijft dat de waarde van een index van mijnbouwbedrijven sinds de piek in 2010 met $125 miljard gezakt is, terwijl de goudvoorraden van de zogeheten trackers in dezelfde periode $45 miljard meer waard geworden is.

    De krant schrijft dat veel mijnbouwbedrijven nog steeds winstgevend zijn, omdat de goudprijs de afgelopen jaren sneller gestegen is dan de kostprijs. Toch is het kostbaarder geworden om mijnen operationeel te houden. Het vinden en aanboren van nieuwe reserves is een uiterst kostbare gelegenheid, zeker nu het makkelijk vindbare goud al gedolven is. De waarde van een mijnaandeel hangt sterk samen met de winstgevendheid, terwijl die juist sterk onder druk kan komen te staan na een prijsdaling zoals die van twee weken geleden.

    Steeds meer beleggers geven hun voorkeur aan trackers op de goudprijs, omdat die makkelijker verhandelbaar zouden zijn dan aandelen van mijnbouwbedrijven. Inmiddels bezitten beleggers via goudtrackers ongeveer $150 miljard aan goud, zo schrijft het FD op basis van gegevens van Bloomberg.

    Goud of mijnaandelen?

    Het behoeft geen uitleg dat aandelen van goudmijnen geen alteatief zijn voor fysiek goud of voor een goudtracker. Het is een ander soort belegging met een heel ander risicoprofiel. Fysiek goud is een bezitting met intrinsieke waarde zonder tegenpartij, terwijl een goudmijn prestaties moet leveren die afhankelijk zijn van het management, het personeel, productiekosten en de overheid van het land waar de mijn actief is. Daar heeft Marketupdate eerder al het nodige over geschreven. De recente daling van de goudprijs zet de sector verder onder druk.

    GLD (rood) afgezet tegen de Gold Miners index (blauw), klik voor een grotere versie (Bron: Yahoo Finance)

  • Meer goudmijnen onrendabel door lage goudprijs

    Doordat de goudprijs jarenlang bleef stijgen durfden investeerders meer risico te nemen, door goudmijnen te openen die relatief hoge kosten maken per troy ounce goud. Newcrest Mining is een mijnbouwbedrijf dat nog wel winstgevend goud weet te delven, maar in hun portfolio zitten ook tal van mijnen die hoge kosten maken. Een voorbeeld daarvan is de ‘Hidden Valley’ in Papua Nieuw-Guinea, waar ook mijnbouwbedrijf Harmony Gold een aandeel in heeft.

    Uit cijfers, die de goudmijn afgelopen dinsdag publiceerde, bleek dat de all-in kosten in het eerste kwartaal van dit jaar $2.268 per troy ounce waren. Dat is veel hoger dan de goudprijs, die op het moment van schrijven op $1.445 per troy ounce staat. Newcrest Mining heeft bekend gemaakt dat het onderzoek zal doen om vast te kunnen stellen of deze mijn wel levensvatbaar is.

    Ook de Telfer mijn in het westen van Australië is nu te duur geworden met all-in productiekosten van $1.573 per troy ounce in het eerste kwartaal van 2013. De goudprijs zakte in een paar dagen tijd met meer dan $200 naar een dieptepunt van $1.350 per troy ounce. De krappe marge waarvoor deze mijn moest werken was opeens volledig verdampt.

    Newcrest heeft aangegeven dat het haar activiteiten wil “terugbrengen en vereenvoudigen” en dat het daarbij vooral zal kijken naar haar belang in goudmijnen die tegen relatief hoge kosten produceren. Ondertussen hoopt het meer vrije cashflow binnen te halen uit expansie van de goudmijnen die relatief lage productiekosten hebben. Onder het mom van kostenreductie heeft Newcrest Mining al 150 banen geschrapt bij kantoren in Melboue en Brisbane.

    Newcrest Mining aandelen verloren woensdag 3% van hun waarde, terwijl een middelgrote goudproducent als St. Barbara haar aandeel met 14% in waarde zag dalen. Ook dit mijnbouwbedrijf heeft opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de winstgevendheid van haar goudmijnen. Haar Golden Ridge mijn op de Solomoneilanden zat ook dicht bij de huidige goudprijs met productiekosten van $1.393 per troy ounce. Ook een aantal andere mijnen van St. Barbara draaien momenteel op bijzonder smalle winstmarges.

    Kosten stijgen snel

    Snel stijgende kosten vormen een probleem voor steeds meer goudmijnen. Evolution Mining zag in het eerste kwartaal van dit jaar de productiekosten oplopen naar $1.353 per troy ounce, terwijl de kosten over de afgelopen twaalf maanden gemiddeld nog $1.212 per troy ounce waren. Productiekosten stijgen snel door oplopende loonkosten en kosten voor brandstof. De ertsgraad van een mijn neemt na verloop van tijd af, waardoor er steeds meer puin verwerkt moet worden voor dexelfde opbrengst aan goud.

    Eerder deze maand schreef Marketupdate ook al over de pijn die goudmijnaandelen lijden door de daling van de goudprijs. Op de dag dat de goudprijs met meer dan 8% omlaag ging verloren indices van mijnaandelen ook minstens 8% van hun waarde.

    Bron: Syndey Moing Herald

    Een open pit goudmijn in Nieuw-Zeeland