Tag: india

  • Wegnemen contant geld in India heeft niets opgeleverd

    Wegnemen contant geld in India heeft niets opgeleverd

    Het plan van de Indiase regering om alle grote bankbiljetten uit omloop te halen heeft uiteindelijk niets opgeleverd, zo blijkt uit het nieuwe jaarverslag van de Indiase centrale bank. Eind 2016 werden alle briefjes van 500 en 1.000 roepies ongeldig verklaard en kregen mensen maar beperkt de tijd om hun geld bij de bank in te leveren. Het doel van deze maatregel was om de hoeveelheid contant geld in de economie terug te brengen en de zwarte economie aan te pakken, maar door de slechte voorbereiding en uitvoering werd de gehele economie ontregeld.

    Uit cijfers van de Indiase centrale bank blijkt dat meer dan 99% van alle biljetten werd ingeleverd, wat betekent dat er vrijwel geen zwart geld is tegengehouden. Blijkbaar wist iedereen wel manieren te vinden om vermogen in de vorm van briefgeld in te leveren. Veel problematischer was de maatregel voor het dagelijkse betalingsverkeer, omdat heel veel winkels en restaurants in India nog niet over elektronische betaalsystemen beschikten.

    Door het ontbreken van een alternatief voor contant geld ontstond er totale chaos, waarbij men lang in de rij moest staan om de nieuwe bankbiljetten van 2.000 roepies te bemachtigen. Tot die tijd moesten restaurants en winkels improviseren, bijvoorbeeld door een aparte boekhouding bij te houden van klanten die niet konden betalen. Daarmee werden in feite nieuwe schuldbewijzen gecreëerd om het tekort aan contant geld op te vangen.

    Meer contant geld in India

    Met het uit omloop halen van alle 500 en 1.000 roepie biljetten probeerde de regering ook het gebruik van contant geld te ontmoedigen en mensen aan te sporen elektronische betaalmiddelen te gebruiken. Maar ook dat doel werd uiteindelijk niet gehaald, want in de periode van maart 2017 tot en met maart 2018 was de waarde van alle bankbiljetten in circulatie alweer met 37,7% toegenomen.

    Het aantal elektronische betalingen schoot na de demonetisering wel omhoog, maar daalde ook weer toen de nieuwe biljetten van 2.000 roepies in omloop kwamen. Per saldo is het gebruik van elektronische betaalmiddelen wel toegenomen, maar veel minder sterk dan de regering had verwacht.

    Al met al kunnen we concluderen dat de Indiase schoktherapie om bankbiljetten uit omloop te halen meer negatieve dan positieve effecten heeft gehad. Voor de middenklasse en de lagere inkomens werden door de maatregel geraakt, terwijl er vrijwel geen zwart geld uit omloop werd gehaald en er nauwelijks meer elektronische betaalmiddelen gebruikt werden. Het lijkt erop dat het land – waar 190 miljoen mensen niet eens een bankrekening hebben – nog niet klaar voor is om zo snel over te schakelen op elektronische betaalmiddelen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Sberbank wil meer goud verkopen in India en China

    Het Russische Sberbank wil dit jaar twee keer zoveel goud verkopen in India en tegelijkertijd de verkoop van het edelmetaal in China verder uitbreiden, zo maakte de bank eerder deze week bekend. Vorig jaar verkocht de bank vijf ton goud aan China, terwijl er dit jaar al 14 ton goud geëxporteerd werd. Daarom verhoogde de Sberbank haar doelstelling voor de Chinese goudmarkt naar 20 ton voor heel 2018. Ook wil de topman van Sberbank, Andrey Shemetov, haar verkopen op de Indiase goudmarkt dit jaar verder uitbreiden tot 25 a 30 ton. Ter vergelijking, vorig jaar verkocht de bank daar ongeveer 10 ton goud.

    Voor de verkoop van het gele metaal aan andere landen maakt Sberbank gebruik van haar Zwitserse afdeling, waar het goud internationaal aangekocht kan worden. Het goud dat de Sberbank in eigen land aanbiedt gaat voor het grootste deel naar de Russische centrale bank en is vooral afkomstig van de binnenlandse goudmijnsector. Van de 100 ton die de bank in eigen land inkocht was 64 ton rechtstreeks afkomstig uit de mijnen.

    Russische Sberbank wil meer goud verkopen in China en India

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Rusland wil India betrekken bij Chinese Zijderoute

    Rusland probeert India te overtuigen van deelname aan het Chinese ‘One Belt One Road’ project, dat ook wel bekend staat als de nieuwe Zijderoute. China wil samen met Rusland en tientallen andere landen op het Euraziatische continent bouwen aan nieuwe handelsroutes en infrastructuur, maar door de moeizame relatie met China is India nog steeds zeer terughoudend om deel te nemen.

    India was als een van de weinig landen in de regio ook niet aanwezig bij het topoverleg over de nieuwe Zijderoute, dat in mei werd georganiseerd door de Chinese president Xi Jinping. Tijdens deze bijeenkomst zette China haar visie uiteen om de Eurazië en Europa beter met elkaar te verbinden met nieuwe infrastructuur als wegen, spoorwegen, havens en pijpleidingen.

    India sluit zich af van Chinese Zijderoute?

    India heeft zich om verschillende redenen wat meer afzijdig gehouden van dit internationale project. Zo is het land geen voorstander van de nieuwe economische corridor die China aan het bouwen is in Pakistan, omdat deze route door de Kashmir regio loop, een gebied waar India en Pakistan al decennia lang om vechten. Daarnaast zijn ook de spanningen over bepaalde grensgebieden tussen China en India dit jaar weer aangewakkerd, waardoor de vooruitgang ten aanzien van het bouwen van nieuwe handelsroutes wordt tegengehouden.

    Deze week werd er weer een stap gezet richting het herstellen van de relatie tussen China en India, want de ministers van Buitenlandse Zaken van de drie genoemde landen kwamen in New Delhi bijeen om het Chinese ‘One Belt One Road’ project te bespreken en de positie van India te bespreken.

    De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov liet weten dat de problemen tussen beide landen niet alle andere projecten met betrekking tot de Zijderoute in de weg zouden moeten staan en dat er in India genoeg intelligente diplomaten zijn die een manier kunnen vinden om te profiteren van de economische samenwerking.

    “Het gebruik van dit RIC format [de trilaterale ontmoetingen tussen Rusland, India en China] om de samenwerking te promoten is een belangrijk element in het tot stand brengen van een multipolaire architectuur die rechtvaardiger en democratischer is. Samenwerking biedt ons de kans om universele waarden als een multilaterale houding, gelijkwaardigheid en superioriteit van het internationaal recht op een internationaal podium te promoten.

    Gedreven door onze toewijding aan wederzijds begrip en vertrouwen zoeken we naar de beste oplossingen voor een breed scala aan urgente problemen in de hedendaagse wereld, van het verzekeren van regionale veiligheid tot aan het promoten van economische integratie in het volledige Euraziatische gebied.

    We zien dat het RIC format één van de belangrijkste drijfveer is geworden van de regionale inspanningen om de relaties binnen de Aziatisch-Pacifische regio te verbeteren. Een relatie die gebaseerd zou moeten zijn om principes van volledige insluiting, gelijkwaardigheid en een ondeelbare veiligheid. Geleid door deze visie zouden onze landen de dialoog aan moeten gaan met regionale partners, vooral met de ASEAN leden.”

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Rusland en Iran bouwen pijpleiding naar India

    Rusland en Iran hebben afgelopen week besloten dat ze samen gaan bouwen aan een nieuwe pijpleiding voor aardgas van Iran naar India. Deze nieuwe pijpleiding wordt ongeveer 1.200 kilometer lang en moet de belangrijke aardgasvelden in Iran via Pakistan met India verbinden. Het Russische energieconcern Gazprom zal Iran niet alleen helpen met de aanleg van deze nieuwe pijpleiding, ook zal het bedrijf diverse aardgasvelden op Iraanse grondgebied die op de route liggen exploiteren.

    De bouw van een gasleiding van Iran naar India staat al sinds 1993 op de agenda, maar om verschillende redenen kon dit project niet eerder gerealiseerd worden. Zo vormden de Westerse sancties tegen het land jarenlang een groot obstakel om investeerders aan te trekken voor het project.

    Nu Rusland aan het project deelneemt zijn de kosten voor Iran beter te overzien. De Russische minister van Energie, Alexander Novak, kon nog niet vertellen hoeveel het project zou gaan kosten. Als de kosten vergelijkbaar zijn met die van de lange Trans-Anatolian-Pipeline door Turkije, dan zou het totaal ongeveer op $7 miljard uitkomen.

    Gasleidingen naar India

    Deze nieuwe pijpleiding van Iran naar India heeft concurrentie van een andere transportroute die moment wordt gebouwd. Zo werd in 2015 begonnen met de bouw van de TAPI-pijpleiding via Turkmenistan, Afghanistan en Pakistan richting India. Deze heeft een lengte van ongeveer 1.800 kilometer en moet vanaf 2019 aardgas gaan leveren aan de Indiase markt. Dit project wordt door de Verenigde Staten gesteund, in de hoop Iran buiten de deur te houden als leverancier van aardgas voor de Indiase markt.

    Volgens de Amerikaanse Heritage Foundation vormt de aanleg van een nieuwe pijpleiding van Iran naar India een serieuze bedreiging voor de geopolitieke situatie in de regio. De Amerikaanse regering onder leiding van president Bush sprak destijds al haar zorgen uit over de komst van een Iraanse pijpleiding, omdat het daarmee voor de Amerikaanse regering veel moeilijk wordt Iran te isoleren. Sterker nog, met de levering van aardgas aan India krijgt Iran juist meer macht in de regio.

    Alternatieve energiebronnen

    De Heritage Foundation schreef in een artikel uit 2008 dat Pakistan en India aangemoedigd moeten worden om andere energiebronnen zoals steenkool, waterkracht en kernenergie te benutten. Voor de vraag naar aardgas zouden deze landen zich moeten oriënteren op aardgas uit Turkmenistan via de TAPI pijpleiding en vloeibaar aardgas.

    Deze adviezen worden slechts gedeeltelijk opgevolgd, want naast de bouw van de pijpleiding vanuit Turkmenistan wil India nu ook aardgas uit Iran importeren. En daarmee kan Iran op termijn haar machtspositie in de regio versterken. Het is de vraag hoe de Verenigde Staten daarop zullen reageren. De recente poging van Trump om de internationale deal met Iran open te breken kon in de rest van de wereld niet op steun rekenen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Grafiek: Goud-ETF’s krijgen voet aan de grond in Azië

    De grootste afzetmarkt voor fysiek goud ligt in Azië, want China en India zijn bij elkaar goed voor ongeveer de helft van de jaarlijkse vraag naar het edelmetaal. Dat komt niet alleen omdat beide landen meer dan een miljard inwoners hebben, maar ook omdat goud in die landen vaker gezien wordt als een alternatief spaarmiddel in plaats van een belegging.

    Dat goud kopen populair is blijkt ook uit de toegenomen populariteit van ETF’s die door het edelmetaal gedekt worden. De volgende grafiek van de Royal Bank of Canada laat zien dat het totaal beheerde volume aan goud in Chinese en Indiase exchange traded funds in tien jaar tijd is toegenomen van vrijwel niets tot meer dan 60 metrische ton.

  • Indiërs geven voorkeur aan fysiek goud

    De regering van India heeft niet begrepen waarom mensen goud kopen, want na drie jaar kunnen we vaststellen dat de programma’s om het bezit van goud te ontmoedigen op een totale mislukking zijn uitgelopen.

    Om de vraag naar goud te verminderen lanceerde de Indiase regering drie jaar geleden nieuwe goudobligaties, een beleggingsproduct met een looptijd van acht jaar dat ieder jaar een rentevergoeding uitbetaalt. Deze goudobligaties werden door banken aan de man gebracht, maar ook die zaten er blijkbaar niet op te wachten.

    Uit een recent onderzoek onder duizend Indiërs bleek namelijk dat minder dan 1% van de bevolking op de hoogte was van dit beleggingsproduct. Voor beleggers is het dus niet interessant om geld in deze obligatie te stoppen, omdat er vrijwel geen markt voor is. Je moet dus de volledige looptijd van acht jaar uitzitten, voordat je de inleg terug krijgt. Daarom geeft vrijwel iedereen de voorkeur aan fysiek goud kopen, omdat je dat op ieder gewenst moment overal kunt verkopen. Ook zonder tussenkomst van een bank.



    Goud inleveren

    Het tweede programma dat de Indiase regering lanceerde om goud kopen te ontmoedigen is het ‘Gold Monetisation Scheme’, dat consumenten in staat stelt hun goud bij de bank te deponeren in ruil voor een rente van een paar procent. De gedachte achter dit programma is dat mensen hun goud inleveren en dat banken dit weer kunnen doorverkopen aan goudhandelaren en juweliers.

    Ook dit project bleek een grote mislukking, omdat veel Indiërs erg gehecht zijn aan hun goud. Van de 24.000 ton aan private goudvoorraden in India bestaat het grootste deel uit sieraden en ornamenten met emotionele waarde. Omdat het ingeleverde goud direct omgesmolten wordt was de belangstelling zeer gering.

    Daar komt bij dat de rentevergoeding van 2 tot 3 procent veel te weinig was om mensen over de streep te trekken. Uiteindelijk werd er slechts 6,41 ton goud ingeleverd, een fractie van de bijna 600 ton edelmetaal die India jaarlijks uit het buitenland moet importeren om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen.

    Een onderzoek onder 61.000 huishoudens wees uit dat Indiërs geen afstand willen doen van hun goud, omdat ze het zien als een vorm van vermogensbehoud. Ook een potentiële waardestijging en de liquiditeit van het edelmetaal worden als reden genoemd om het privé bezit van goud te verkiezen boven een afgeleide beleggingsproduct van de bank.

    Sparen in goud

    In veel Aziatische landen betekent fysiek goud hetzelfde als wat voor ons de spaarrekening is. Men koopt geen goud om mee te speculeren, maar als een soort appeltje voor de dorst. Voor Indiërs is het niet logisch om de zekerheid van fysiek goudbezit voor een verwaarloosbaar rendement in handen van banken en overheden neer te leggen.

    gold-jewelry

    Indiërs willen alleen fysiek goud kopen (Foto via Pixabay)




  • India start experiment met 75 cashloze steden

    De Indiase regering is in samenwerking met Price Waterhouse Coopers aan een nieuw experiment begonnen. In 75 steden verspreid over het hele land moet men een periode zonder contant geld leven, als voorbeeld voor de rest van het land waar nog overwegend met contant geld betaald wordt. In deze 75 cashloze steden moet al het betalingsverkeer elektronisch verricht worden. Voorwaarde is dat er nu al in minstens 80% van de gevallen digitaal betaald wordt.

    Achter deze ontwikkeling van cashloze steden schuilt een veel groter plan. De Indiase overheid wil meer controle over alle geldstromen, zodat het makkelijker wordt belastingen te heffen op het doen en laten van de bevolking. Ook wordt het voor de overheid makkelijker om het vermogen van haar burgers te traceren.

    India als proefkonijn

    Verschillende grote bedrijven die zich bezighouden met elektronische betalingssystemen kijken vol belangstelling naar deze ontwikkeling, omdat India een gigantische afzetmarkt is. Het land telt meer dan 1,3 miljard inwoners, waarvan een paar honderd miljoen zelfs geen toegang heeft tot een bankrekening. Twee derde van de Indiase bevolking woont bovendien op het platteland, buiten het bereik van de grote bankfilialen.

    Om al deze mensen aangesloten te krijgen op het elektronische betalingsverkeer worden er tal van nieuwe systemen ontwikkeld, die contant geld overbodig moeten maken. Het bedrijf The Mobile Wallet (TMW) uit Mumbai heeft een app ontwikkeld waarmee mensen elektronisch betalingen kunnen verrichten. Andere bedrijven bouwen Wifi hotspots, zodat winkels in de stad hun betalingssystemen direct kunnen koppelen aan het internet.

    Cashloze samenleving

    Consultancybureau Price Waterhouse Coopers heeft in samenwerking met de regering vastgesteld welke steden het meest geschikt zijn voor dit experiment. Het lijkt de opmaat naar een groter plan om contant geld uit te faseren. Begin dit jaar werd duidelijk dat de Amerikaanse organisatie USAID mogelijk betrokken is geweest bij het organiseren van het verbod op 500 en 1.000 roep biljetten.

    Op 8 november werden deze biljetten ongeldig verklaard en moest iedereen deze inleveren bij de bank. Door de slechte voorbereiding en het gebrek aan elektronische betalingssystemen ontstond er een acuut tekort aan geld, waardoor naar schatting meer dan honderd mensen om het leven kwamen. Met deze schoktherapie probeert India de transitie naar de cashloze samenleving te versnellen.

    Lees ook:

    Narendramodipic

    India start experiment met 75 steden zonder contant geld

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Russische bank wil India helpen met import goud

    Sberbank, de grootste bank van Rusland, wil India ondersteunen bij het importeren van goud. Aleksei Kechko, directeur van de Indiase branch van Sberbank, zei in een interview met Free Press Journal dat beide landen zullen profiteren van een dergelijke samenwerking. Sberbank koopt veel goud van Russische goudmijnen en zoekt een goede afzetmarkt voor het edelmetaal.

    We denken dat we makkelijk voor $1,5 miljard per jaar aan goud kunnen importeren, aangezien India een zeer grote importeur is. Rusland is een grote producent van goud en heeft één van de grootste goudreserves in de wereld. India importeert het goud uit andere landen, die het weer ergens uit een mijn moeten halen. Dat stuwt de kostprijs omhoog. We hopen de eerste transacties al in september of oktober te ondertekenen.

    Indiase goudmarkt

    India importeerde in 2015 voor omgerekend $35 miljard aan goud en is daarmee de tweede grootste importeur van het edelmetaal. In 2016 werd er in India minder goud gekocht, maar voor de lange termijn blijft het land met ruim een miljard inwoners een belangrijke afzetmarkt voor het gele metaal.

    Sberbank is sinds 2010 actief op de Indiase markt en verstrekt daar sinds 2013 ook leningen. Omdat relatief veel van deze leningen niet op tijd terug worden betaald wil de bank haar focus nu verleggen naar het financieren van projecten tussen India en Rusland. Zo verstrekte Sberbank een lening van $600 miljoen aan het Indiase Tata Power voor de exploitatie van een nieuwe kolenmijn in Rusland.

    De grootste bank van Rusland wil ook een grotere rol spelen in de internationale goudmarkt. Vorig jaar kreeg Sberbank een importlicentie voor de Shanghai Gold Exchange, zodat ze ook Russisch goud naar China kan exporteren.

    400-oz-Gold-Bars-AB-01

    Sberbank wil India helpen met import van goud

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Financiële repressie stimuleert vraag naar goud in India

    De vraag naar goud in India is sterk toegenomen sinds het besluit van de regering om de twee grootste bankbiljetten uit omloop te halen, zo schrijft het Indiase Business Standard. In de eerste drie maanden van dit jaar werd er 230 ton goud geïmporteerd, waarmee dit het beste eerste kwartaal was sinds 2013. Alleen in maart werd er al 100 ton goud geïmporteerd, een volume dat we al lange tijd niet meer gezien hebben.

    Het contrast met de periode voor de demonetisatie is groot, want tussen april en oktober vorig jaar werd er in totaal slechts 264 ton goud geïmporteerd. In de vijf maanden van november 2016 tot en met maart 2017 was dat in totaal 360 ton. Sinds november is de maandelijkse import van goud met gemiddeld meer dan 60% toegenomen.

    Financiële repressie

    Op 8 november besloot de Indiase regering alle grote bankbiljetten van 1.000 en 500 roepie uit omloop te halen. Met deze maatregel probeerde de regering zwart geld uit omloop te halen, maar in de praktijk was het vooral de gewone man op straat die er het slachtoffer van werd. Niet alle Indiërs hebben toegang tot een bankrekening en ook is het in veel winkels niet eens mogelijk om met een bankpas te betalen. Het gevolg was een groot tekort aan geld, waardoor er in sommige delen van het land weer ruilhandel op gang kwam.

    De maatregel bleek zelfs averechts te werken, want door het uit omloop halen van grote bankbiljetten is het vertrouwen in het geld nog verder afgenomen. Vermogende spaarders zoeken daarom hun toevlucht in goud, omdat het edelmetaal geen tegenpartij risico kent en de overheid er alleen indirect controle op kan uitoefenen.

    Indiase goudmarkt

    India is na China de grootste afzetmarkt voor fysiek goud ter wereld, maar er wordt bijna geen goud gewonnen. India is dus erg afhankelijk van het aanbod van goud uit de rest van de wereld. Naar schatting is het private goudbezit van Indiase huishoudens en tempels ongeveer 24.000 ton. Dat is een veelvoud van de publieke goudreserve van 557 ton in de kluis van de centrale bank.

    gold-jewelry

    Indiase goudmarkt leeft op na schrappen bankbiljetten

  • “Goud is de ultieme wereldmunt”

    Goud is de ultieme wereldmunt, terwijl de dollar een valuta is die als wereldmunt gebruikt wordt. Dat zei de voormalig gouverneur van de Indiase centrale bank, Y Venugopal Reddy. Volgens hem heeft goud een aantal eigenschappen van geld, maar is het ook een alternatief voor financiële activa als aandelen en obligaties. Daarom sprak hij zich zeer kritisch uit over het beleid van de Indiase regering ten aanzien van goud, dat op verschillende manieren het bezit van goud probeert te ontmoedigen.

    “De overheid zou geen oordeel moeten hebben dat goud een onproductieve bezitting of een verspilling van geld is. Het is niet zondig, zoals tabak en drank. Goud is een vorm van waardeopslag die concurreert met de officiële valuta. De dollar staat bekend als een veilige haven, maar goud is nog veel meer een veilige haven.”

    gold-jewelry

    Indiase oud-gouverneur centrale bank bekritiseert anti-goud beleid van de regering

  • Column: Patriottisme, welvaart en migranten

    Column: Patriottisme, welvaart en migranten

    Zelfs in kringen van de PvdA leeft een gevoel van patriottisme. Mensen behoren trots te zijn op hun Nederlanderschap, er wordt gesproken over Nederlandse waarden en normen, mensen van buitenlandse komaf moeten zich aanpassen aan ‘onze’ waarden en normen. En als je hier wilt blijven wonen en werken dan moet je een soort examen afleggen. Dat examen gaat niet alleen over de Nederlandse taal, ook over de vaderlandse geschiedenis, je moet het Wilhelmus kunnen zingen, en natuurlijk ook respect tonen voor het homohuwelijk en andere verworvenheden. Dat alles wordt dan dikwijls samengevat met de uitdrukking ’de Nederlandse identiteit’.

    Daarmee lijkt de Nederlandse staat, en daarachter de Nederlandse bevolking een instrument in handen te hebben om onderscheid te maken tussen ‘zij’ en ‘wij’. ’Wij’ zijn natuurlijk beter, ‘zij’ minder. Er gaat een gevoel van superioriteit verscholen achter deze manier van maken van onderscheid. Dat doet denken aan het ontstaan van het ‘blanke’ racisme in de 17e en 18e eeuw: je definieert de ander als inferieur, aan de hand van zelf omschreven maatstaven, bijvoorbeeld huidskleur of godsdienst, en dan mag je die ander ook behandelen als iemand met minder kwaliteiten en minder rechten. En dus koloniseren.

    Kindheidsoptocht

    Dat werd vroeger al op allerlei manieren gesocialiseerd, ook hier in Nederland. Uit mijn kindertijd in de jaren veertig van de vorige eeuw herinner ik mij het fenomeen van de rooms-katholieke Kindheidsoptochten. Die waren onderdeel van speciale aan de missie gewijde weken waarin onze verantwoordelijkheid voor de mensen in Afrika, Azië en Amerika gepredikt werd.

    Wij verkleedden ons als kinderen uit die streken. In zo’n optocht zag je schoolkinderen verkleed als Chineesje, als Japannertje, als Afrikaantje, als Indiaantje (heel populair). Die ‘andere’ kinderen waren zielig want heiden en arm. Voor hen en hun bekering moest gezorgd worden, wij waren de beteren en verantwoordelijk voor hun verheffing. En dus werden onze missionarissen op allerlei manieren gesteund. Met deze Kindheidsoptochten maar ook met fancy fairs, speciale missen, collectes, missiebusjes, en nog meer acties om steun te verwerven en geld in te zamelen.

    Ik wil dat alles niet zo maar wegzetten als propaganda en uitdrukking van racisme. Er waren ook gevoelens van solidariteit en van opoffering, mensen en in het bijzonder de missionarissen hadden het beste voor met die ‘heidenen’. Maar dat daarmee een breed spectrum van interventies in die ‘verre streken’ werd gelegitimeerd, inclusief de gewapende onderwerping van vele volkeren en het uitroeien van onaanvaardbaar geachte gedachten en culturele praktijken, daar werd niet over gesproken.

    ‘Waar de blanke top der duinen’

    Natuurlijk, als ik Lodewijk Asscher lees over patriottisme dan ga ik ervan uit dat hij zich verre wil houden van racistische gevoelens en opvattingen en gedragingen. Het gaat hem erom dat je best trots mag zijn op je vaderland. Dat neemt niet weg dat dat lied op allerlei manieren gezongen wordt, waarbij ’wij’ nogal eens tot superieur verklaard worden, en dus anderen tot inferieur. Voor het maken van de daarvoor noodzakelijke onderscheidingen worden verschillende termen gebruikt, als buitenlanders, allochtonen, mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Ook ik ben, vrees ik, besmet met dit virus. Want hoe kan het nou dat de laatste dagen het aloude patriottistische lied ‘Waar de blanke top der duinen schittert in de zonnegloed’ dat ik vroeger op de lagere school heb geleerd, door mijn kop loopt? Daar moet toch een trigger voor zijn? Hoe dan ook, het verbaast mij hoe gemakkelijk er opeens gesproken wordt over de Nederlandse identiteit. Dat spreken gaat verder dan alleen maar het zingen van André Hazes lied ‘Nederland, o Nederland, wij worden kampioen’. Het krijgt een steeds ernstiger ondertoon. En die ernst komt tegenwoordig zelfs op allerlei drastische manieren tot uitdrukking, zoals het weren van asielzoekers, het beschadigen van moskeeën, uitingen van haat, tot zelfs het bedreigen en beschieten van mensen met andere kleuren en opvattingen. ‘Zij’ moeten worden als ‘wij’, en anders .... Of nog radicaler: ‘zij’ zijn anders, en hebben dus geen rechten. ‘Wij’, aldus sommigen in deze kringen, komen voort uit de ‘joodschristelijke’ cultuur en geschiedenis, ‘zij’ niet. Ik vind weinig christelijks aan veel van deze vertogen. Ik denk dat als Jezus van Nazareth nu hier zou rondlopen, hij de eerste zou zijn om dat zelfprijzend en ahistorisch ideaalbeeld van christelijkheid met zweep en al uit het publieke domein te verjagen. En dat zou hij ook doen met terugwerkende kracht. Wat zou hij gevonden hebben van bijvoorbeeld de ‘politionele’ acties van de Nederlandse staat in het vroegere Nederlands Oost-Indië in de jaren veertig van de vorige eeuw, of van de Atjeh oorlog in de 19e eeuw, of de slavenhandel, en de slavenhouders in het voormalige West-Indië? Nu niet bepaald christelijk. De trots op Nederland is op de keper beschouwd een zeer eenzijdig beeld van de werkelijkheid.

    Economische rechten

    Tot de rechten die ‘hen’ betwist worden behoren in ieder geval de economische rechten. Je hoort dikwijls het argument dat ‘wij’ die welvaart van nu hebben opgebouwd en daarom de eersten zijn die daarop recht hebben. Is dat zo, hebben ‘wij’ dat gedaan? Ongetwijfeld zijn er vele Nederlanders geweest die hard gewerkt hebben om vele goederen en diensten en voorzieningen voort te brengen. Menig metselaar heeft daar een structurele rugpijn aan overgehouden, veel mijnwerkers hebben stoflongen opgelopen, veel stratenmakers hun knieën verruïneerd, vele hardwerkende boeren en boerinnen gezorgd voor eten en drinken, vele verpleegkundigen zich ingezet voor de gezondheid van anderen, vele bakkers ons brood gebakken. De welvaart van nu is aan hen te danken. Maar, in hoeverre? Alleen aan hen? Alleen aan ‘ons’?

    Kolonialisme

    Dat wat wij als onze welvaart beschouwen is ook gegrondvest op de onttrekking van geld, grondstoffen en voedingsmiddelen, mineralen en edelmetalen, en half- en eindfabrikaten uit heel de wereld. Kijk alleen maar eens naar ons moderne voedsel en onze kleding, waar komen die vandaan? In belangrijke mate uit wat vroeger ‘verre streken’ werden genoemd. Heel onze Nederlandse en Europese geschiedenis is doordrenkt van interventies in samenlevingen buiten Europa die de economieën van die landen in verregaande mate afhankelijk hebben gemaakt van ‘onze’ economieën. Het is verheugend dat er weer actiegroepen zijn in Nederland die bijvoorbeeld wijzen op de betekenis van slavenhandelaars en slavenhouders in de Nederlandse geschiedenis. En ook verheugend is het hernieuwde debat over de naoorlogse ‘politionele acties’(eufemisme voor een koloniale oorlog). kolonialismeDikwijls wordt gedacht dat toen de eerste ontmoetingen plaatsvonden tussen Europa en Afrika, Azië en Amerika, Europa verder ontwikkeld was dan die andere volkeren en streken. Niets is minder waar. Neem Afrika. Dat was zoals Walter Rodney[1] dat noemt een normaal gebied waar qua welvaart ook sprake was van ongelijke ontwikkelingen, ongelijk in de tijd en naar streken. Samir Amin[2] bevestigt dit, volgens hem maakten Afrikaanse volkeren toen eigen autonome ontwikkelingen door, het ene welvarender dan het andere, net als in Europa. In die voor-koloniale periode waren er ook al handelsrelaties tussen delen van Afrika en Europa, zij het niet zo intensief als tegenwoordig. De eerste premier van India, Jawaharlal Nehru[3], heeft het ironiserend over ‘de ontdekking van India’, alsof dat gebied pas bestond toen de Britten zich daar meester van maakten. Hij wijst er op dat geschiedenis bijna altijd geschreven is door de overwinnaars en veroveraars. India was in die tijd van eerste grootschalige ontmoetingen met Europa een rijk geschakeerd gebied dat alle kentekenen vertoonde van zowel primitiviteit als van hoogstaande culturen. Mamoria[4] beschrijft onder anderen de textielmanufacturen die al bestonden vóór de Britse kolonisatie, en die door diezelfde Britten om zeep werden geholpen ten gunste van de opkomende textielindustrie in Engeland.

    Barbaarsheden

    Van de dikwijls zeer gewelddadige ontmoetingen tussen Hollanders en de volkeren van voormalig Nederlands Oost-Indië getuigen vele documenten. De Hollanders waren tuk op de schatten uit de Oriënt, waaronder de specerijen. Er zijn vele verhalen van moordpartijen en van vernietigingen van woongebieden. Thomas S. Raffles, aangehaald door Karl Marx[5], heeft het over ‘een niet te overtreffen beeld van verraad, omkoperij, sluipmoord en laagheid’. Marx citeert ook W. Howitt: ‘De barbaarsheden en de goddeloze gruweldaden van het zogenaamde Christelijke ras in ieder deel van de wereld en tegen ieder volk dat zij konden onderwerpen, vinden hun weerga niet in enig tijdperk van de wereldgeschiedenis en bij welk ras ook, ook al is het nog zo wild en onbeschaafd, onbarmhartig en schaamteloos.’ Dat kan ook gezegd worden van de gebieden die na de ‘ontdekking’ door Europa Amerika werden genoemd. aseh-warIn eerste instantie leidden de grootschalige bemoeienissen vanuit Europa met de ‘vreemde’ volkeren niet tot verregaande onderwerping en koloniale verhoudingen. Het ging o.a. de Nederlanders om roof en om lucratieve handel, waaronder de slavenhandel. Geleidelijk aan werden die gebieden herordend tot koloniale wingewesten waarbij de economieën onderworpen werden aan de belangen van de koloniale mogendheden. De ontwikkeling van het op dwangarbeid gebaseerde Cultuurstelsel op Java is een van de beruchtste voorbeelden. Vele voorbeelden kennen wij ook van de andere gebieden. Zij werden steeds meer gedefinieerd als gebieden waar grondstoffen en voedingsmiddelen werden verbouwd, mijnen minerale grondstoffen leverden, en producten uit de koloniale mogendheden afzetgebieden vonden. Mamoria beschrijft dit voor India: Boeren werden gedwongen, via o.a. belastingheffingen, om katoen als cashcrop te verbouwen voor Engeland, ten koste van de eigen voedselvoorziening. Tegelijkertijd werden de in India bestaande manufacturen kapot belast, ten gunste van de import van Engelse textiel en andere producten.

    Ontwikkeling van de onderontwikkeling

    Wat waren de gevolgen van deze ‘ontwikkeling van de onderontwikkeling’ (A.G. Frank[6])? Nu niet bepaald positief, althans voor de volkeren van Afrika, Azië en Amerika. Keith Griffin[7] beschrijft diverse voorbeelden: Vernietiging van scheepsbouw, metaalbewerking en textielproductie op Java, de afbraak van Malakka als voor die tijd belangrijkste handelscentrum in Zuidoost Azië. De gemiddelde jaarlijkse rijstconsumptie op Java en Madoera daalde van 114 kilo in 1856-70 naar 89 in 1940. De industrie in India ging snel achteruit als gevolg van het beleid van de-industrialisatie. Reële lonen daalden met tientallen procenten. In Afrika werden samenlevingen door de slavenhandel volledig overhoop gehaald. De beste, gezonde krachten werden geroofd en daarmee onttrokken aan de mogelijkheden van verdere ontwikkeling. In verschillende gebieden was dan ook sprake van ontvolking. En grote gebieden met de beste gronden werden onttrokken aan de volkslandbouw. Van Algerije laten gegevens voorbeelden zien van de achteruitgang in volkslandbouw en veeteelt. Zo daalde de per capita output van inlandse voortbrenging van granen van gemiddeld 1.000 kg per capita in 1863 naar 202 kg per capita in 1954. De bevolking van Congo daalde in 40 jaar met zo’n 50%, aldus Griffin. In Zuidwest Afrika werd het volk van de Herreros bijna volledig uitgeroeid. De bevolking van Mexico daalde in enkele decennia van 13 miljoen naar 2 miljoen. Colin Clark, aangehaald door Griffin, schatte dat in 1500 de oorspronkelijke bevolking van Amerika zo’n 40 miljoen mensen omvatte. Daarvan waren er in 1650 nog zo’n 12 miljoen over. Overgrote delen van Azië, Afrika en Amerika werden gekoloniseerd en gericht op de Europese economieën. Tekenend voor de Europese mentaliteit was de Conferentie van Berlijn (1884/1885), gedurende welke Afrika ‘eerlijk’ werd verdeeld onder de Europese mogendheden, met dikwijls kaarsrechte lijnen die bestaande volkenkundige territoria doorkruisten en opsplitsten. De gevolgen daarvan zijn nu nog zichtbaar. Overigens herhaalden Frankrijk en Engeland begin van de twintigste eeuw dat kunstje in het Midden-Oosten, met de bekende gevolgen.

    Kongokonferenz

    Conferentie van Berlijn

    Nieuwe wereldeconomie

    Zo ontwikkelde zich een nieuwe wereldeconomie waarbij volkeren van heel de wereld op een organische wijze met Europa werden verbonden. En dat alles gericht op de belangen van laatstgenoemde: verkrijgen van goedkope grondstoffen, voedingsmiddelen, mineralen en edelmetalen, half- en eindfabrikaten, goedkope arbeidskrachten en grond, afzetgebieden voor Europese producten, en gebieden waar Europese ondernemingen, al dan niet in samenwerking met vorstenhuizen als die van Engeland, België en Nederland grote winsten konden behalen. Ernest Mandel[8] schat op basis van verschillende bronnen dat de in die gebieden door Europese ondernemingen en overheden in de periode 1500 tot 1750 behaalde winsten meer bedroegen dan de waarde van het totale belegde kapitaal in alle Europese industriële ondernemingen omstreeks 1800. Deze winsten zijn van beslissende betekenis geweest voor de zich in Europa ontwikkelende industriële revolutie inclusief de aanleg van infrastructurele voorzieningen als wegen, spoorwegen, kanalen en havens.

    Internationalisatie

    Na de Tweede Wereldoorlog veranderde het karakter van de onderlinge verwevenheid. Allereerst door het fenomeen van de onafhankelijkheidsbewegingen: vele landen wisten hun staatkundige onafhankelijkheid te verwerven. Tegelijkertijd ontwikkelden zich op wereldniveau monopolies en oligopolies die al dan niet gesteund door o.a. de Europese overheden een dominante positie wisten te verwerven in producties, handel, en financiering. Er ontwikkelde zich een internationalisatie van kapitaal (term ontleend aan Christian Palloix[9]) waarbij producties internationaal worden georganiseerd, eindproducten meestal bestaan uit onderdelen voortgebracht in verschillende landen. Daardoor worden de verschillende economieën nog meer met elkaar verbonden. Dit wordt versterkt door de mondialisering van de kapitaals- en arbeidsmarkten. De facto verdwijnen nationale economieën, opgegaan in de wereldeconomie. En dat alles geleid door het principe van maximalisatie van winsten en vermogens ten koste van onderbetaalde werkers, van ernstig gehavende natuur en milieu, en van staten die in onderlinge concurrentie zijn verwikkeld om met zo laag mogelijke belastingen en profijtelijke arbeids- en milieucondities ondernemingen te begunstigen.

    Omgekeerde ontwikkelingshulp

    Deze nieuwe mondiale economische structuur is zeer profijtelijk voor Europa en andere rijke landen. Ik heb zelf op verschillende momenten onderzoek gedaan naar de financiële stromen tussen de ontwikkelingslanden en de rest van de wereld, ofwel de omgekeerde ontwikkelingshulp. Laatstelijk over de periode 1980-200610. Ik heb daarbij gekeken naar de volgende categorieën: de verslechtering van de ruilvoet; de betalingen door ontwikkelingslanden aan rente en aflossingen vergeleken met de binnenkomende leningen; en de uit ontwikkelingslanden vloeiende winsten vergeleken met de binnenkomende particuliere investeringen. Dat leverde voor de ontwikkelingslanden een netto verlies op van ruim US $5,6 biljoen. Recentelijk is een rapport verschenen van Noorse en Amerikaanse onderzoekers over hetzelfde fenomeen[11]. Zij gebruiken iets andere categorieën dan ik. Hun conclusie is dat gemeten over de periode 1980-2012 de ontwikkelingslanden een netto verlies hadden van US $16,3 biljoen. Zeker zo belangrijk is vast te stellen dat als gevolg van de mondiale economische integratie er - economisch gezien - gesproken kan worden van een organische verbinding van iedereen met allen in deze wereld. Ons bestaan is verbonden met dat van iedereen. In die zin kun je, economisch gezien, nauwelijks spreken van de Nederlandse economie als relevante categorie. Natiestaten hebben steeds meer een kunstmatig karakter. Hun relevantie ligt vooral in het vinden van maatstaven om sommigen in te sluiten en te zien als rechthebbende op ‘onze’ welvaart, en anderen daarvan uit te sluiten.

    De nuevo es nuestra

    Het is niet meer dan logisch dat steeds meer mensen uit Afrika, Azië en Latijns Amerika die grenzen de facto niet erkennen. Zij zien dat hun economieën nog steeds onvoldoende kans krijgen zich te ontwikkelen. Maar ook zij hebben recht op de wereldwelvaart, dezelfde rechten als wij. Ook voor hen is de hele wereld een uitdaging. En met niet te onderschatten successen. Ik herinner mij een interview in de jaren negentig van de vorige eeuw met een van oorsprong Mexicaanse mevrouw die al jaren in Los Angeles woonde. Dat interview stond in de Mexicaanse krant La Jornada. Zij verwees naar de versnelde latinoficatie van LA als gevolg van de grote aantallen daar wonende migranten uit Mexico en de andere Midden-Amerikaanse landen. Niet voor niets wordt de naam van die stad steeds meer op de Spaanstalige manier uitgesproken. Niet voor niets. Want zoals deze mevrouw het uitdrukte: ‘De nuevo es nuestra’. Ofwel: ‘Los Angeles is opnieuw van ons’. Vermelde bronnen
    1. Walter Rodney: How Europe underdeveloped Africa (1973)
    2. Samir Amin: Underdevelopment and dependence in Black Africa –their historical origins and contemporary forms (1973)
    3. Jawaharlal Nehru: The Discovery of India: The ideology of Empire. In: Immanuel Wallerstein: The Colonial Situation (1966)
    4. C.B. Mamoria: Organisation and financing of Industries in India (1971)
    5. Karl Marx: Het kapitaal – een kritische beschouwing over de economie - Deel I (1972)
    6. A.G. Frank: The development of underdevelopment (1973)
    7. Keith Griffin: Underdevelopment in Spanish America – An interpretation (1969)
    8. Ernest Mandel: De theorie van Marx over de oorspronkelijke akkumulatie en de industrialisering van de derde wereld (1972)
    9. Christian Palloix: l’Internalisation du capital – Éléments critique (1975)
    10. Lou Keune: The myth of development aid In: Matti Kohonen en Francine Mestrum, ed.: Tax Justice - Putting Global Inequality on the Agenda (2009)
    11. Dev Kar en Guttorm Schjelderup: Financial Flows and Tax Havens: Combining to Limit the Lives of Billions of People. (2016)
    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.