Categorie: Columns

  • Moet goud onteigend worden?

    Met grote interesse en verbazing las ik vanmorgen in de Volkskrant het artikel getiteld ‘Moet goud onteigend worden?’. Het is geschreven door Peter de Waard en het gaat over het voorstel van obligatiebelegger Pimco om de centrale bank goud te laten kopen tegen een veel hogere koers.

    We zijn verheugd om dit soort berichten terug te lezen in de Volkskrant, omdat het nogmaals bevestigt dat het edelmetaal een belangrijke bezit is voor centrale banken (maar ook voor u als particulier). Het is alleen jammer dat Peter de Waard het voorstel van obligatiebelegger Pimco uitlegt als een soort confiscatie van goud, want dat is helemaal niet het geval…

    goud-onteigenen-onleesbaar

    Moet goud onteigend worden?

    Goud onteigenen of goud kopen?

    Met de titel ‘Moet goud onteigend worden’ wekt Peter de Waard negatieve associaties op met het gele metaal. Hij had ook de titel ‘Moet de Federal Reserve goud kopen?’ kunnen kiezen. Dat is nogal een verschil, nietwaar? Hoe dan ook, het was voor ons reden om volgende email naar de Volkskrant te sturen…

    Beste heer de Waard, Met verbazing heb ik uw artikel in de Volkskrant gelezen over het onteigenen van goud. U wekt de suggestie dat het voorstel van Pimco gaat over het in beslag nemen van het edelmetaal, maar dat is helemaal niet waar! Ik heb het betreffende opiniestuk ook gelezen (en er een artikel over geschreven), maar Harley Bassman van Pimco zegt nergens dat het verkopen van goud aan de Federal Reserve verplicht moet worden. Hij spreekt alleen van de mogelijkheid om goud op te kopen, tegen een hogere koers van bijvoorbeeld $5.000 per troy ounce. Nergens in het artikel wordt - impliciet danwel expliciet - gezegd dat iedereen zijn goud aan de centrale bank moet verkopen. Het is een verschil van dag en nacht of je verplicht wordt goud te verkopen (zoals in 1933), of dat je als burger de mogelijkheid krijgt het te verkopen aan de centrale bank. Zoals ik het artikel van Pimco gelezen heb kan ik niet anders concluderen dan dat het om dat laatste gaat. Nog meer nuance om de lezer te vermoeien... In 1933 was goud in de Verenigde Staten gekoppeld aan geld. Door de grote depressie kromp de geldhoeveelheid in vier jaar tijd met meer dan 30%, met grote werkloosheid tot gevolg. Om de deflatie te bestrijden werd toen besloten de dollar te devalueren ten opzichte van goud (de prijs werd verhoogd van $20,67 naar $35). Opeens was het tekort aan geld verdwenen en begon de economie weer te groeien. Vandaag de dag is de dollar niet meer gekoppeld aan goud en kan de geldhoeveelheid groeien en krimpen onafhankelijk van de hoeveelheid edelmetaal in de kluis van de Federal Reserve. Er is dus geen acute noodzaak om al het goud in te vorderen van de burgers. Met de titel van uw column slaagt u erin de aandacht van de mensen te trekken, maar tegelijkertijd zet u ze ook op het verkeerde been. U maakt een negatieve associatie met goud, terwijl het opiniestuk van Pimco juist op een positieve toon geschreven is. Ik ben benieuwd hoe u hier naar kijkt. Met vriendelijke groet, Frank Knopers Hoofdredacteur Marketupdate  

  • Saoedi-Arabië is een nieuwe prijzenoorlog gestart

    De bijeenkomst van olieministers van zowel OPEC als non-OPEC landen op 17 april in Doha moest eigenlijk wel mislukken. Nog voor de vergadering begonnen was, had de vertegenwoordiger van Saoedi-Arabië het mes al op tafel gelegd. Voor Mohammed Bin Salman was duidelijk dat er geen afspraken gemaakt zouden worden als Iran niet aan de gesprekken zou deelnemen. Dat land had echter al in eerdere instantie laten weten niet deel te nemen. Iran wil coûte que coûte zijn productie opvoeren naar een niveau van voor de boycot.

    iran-saudi-arabia-cartoonBin Salman ging echter nog een stapje verder om de zaak stevig onder druk te zetten en te houden. Als er geen overeenkomst kwam, dan zou het koninkrijk zijn productie stapsgewijs gaan opvoeren van 10,4 miljoen vaten naar 11,5 miljoen om over een halfjaar maar liefst 12,5 miljoen vaten per dag op te pompen. Ongeveer in dezelfde periode is Iran van plan zijn productie op te stuwen naar 4 miljoen vaten per dag. Dat zijn er dan 800.000 meer dan nu het geval is.

    Saoedi-Arabië wil meer marktaandeel

    Sommige analisten hebben dit dreigement afgedaan als een statement van wat het land kan doen, niet dat het dat ook werkelijk gaat doen. Maar misschien is het verstandiger het dreigement erg serieus toenemen. Saoedi-Arabië zegt in feite tegen de producenten die met hoge kosten werken, dat zij hen van de oliekaart willen en kunnen vegen. Daarmee reiken de bedoelingen van het Koninkrijk ook verder dan de wens om Iran een lesje te leren. De Saoedi’s zijn uit op een groter marktaandeel nu de besprekingen mislukt zijn. Daar gaat het hen om, ook al gaat dat ten koste van bijvoorbeeld hun huidige bondgenoot en gesprekspartner, Rusland. Het uitschakelen van zoveel mogelijk concurrentie mag er niet toe leiden dat de olieprijs weer fors gaat stijgen. Dat zou bijna automatisch nieuwe (schalie)concurrentie uitlokken.

    iran-oil-production

    Iran blijft productie van olie verhogen (Grafiek via Bloomberg)

    Einde van olietijdperk?

    De huidige strategie is waarschijnlijk ingegeven door het besef dat het tijdperk van de olie weleens sneller voorbij kan zijn dan tot nu toe aangenomen. Het land wil daarom zo snel mogelijk zoveel mogelijk olie oppompen en die te gelde maken. Dat geld hebben ze hard nodig om de huidige economie los te koppelen van de dominante olie-industrie. Voor die transitie is heel veel geld nodig. Dat beseffen de Saoedi’s ook en dus gaan ze naar Noors voorbeeld een sovereign wealth fund in het leven roepen waar ze de olieopbrengsten geheel of gedeeltelijk in zullen storten. Er zijn ook plannen om een deel van het staatsoliebedrijf Aramco naar de beurs te brengen!

    saudi-oil-production

    Saoedi-Arabië breidt productie verder uit (Grafiek via Bloomberg)

    Als Saoedi-Arabië zijn plannen doorzet, dan zullen niet alleen olieproducerende landen als Venezuela daar de gevolgen van ondervinden. Ook menig oliebedrijf zal zich door deze strategie in de wielen gereden zien. Wat te denken van bedrijven die al fors geïnvesteerd in projecten die boren vereisen op grote diepte onder de zeespiegel. Die projecten hebben geen schijn van kans als landen als landen als Iran en Saoedi-Arabië hun plannen onverwijld doorzetten. Diepzeeprojecten vereisen hoge investeringen vooraf en het duurt heel lang voordat die kosten zijn terug verdiend. Zullen beleggers nog wel hun geld in dit soort bedrijven willen investeren? Cor Wijtvliet Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Breed Welvaartsbegrip: “Economie is meer dan het bbp”

    Deze week heeft de Tweede Kamer Commissie Breed Welvaartsbegrip haar rapport gepresenteerd. Ik ben nauw betrokken bij dit onderwerp, zie mijn vorige columns. Ik heb veel waardering voor dit rapport. Maar ook kritiek. Uit het rapport blijkt dat de Nederlandse politiek dit vraagstuk van de meting van welvaart eindelijk serieus wil gaan nemen. Het rapport is van goede kwaliteit. Er worden ook aanbevelingen gedaan voor de toekomstige beleidsvorming. Van groot belang is dat het rapport benadrukt dat de indicator bbp een eenzijdig beeld geeft van de welvaart. Zij bepleit dan ook om sociale en ecologische factoren een minstens evenredige plek te geven in het politieke debat.

    tijdelijek_commissie_breed_welvaartsbegrip_Terecht moet het er volgens de commissie om gaan dat steeds verder gekeken wordt dan het hier en nu van Nederland. Er moet wereldwijd gekeken worden, en ook in de toekomst, eveneens een benadering die ik steeds gewild heb. Het rapport bepleit dat niet meer naar één indicator gekeken gaat worden maar naar een (beperkte) hoeveelheid indicatoren, in de vorm van een checklist. Over welke indicatoren in die checklist moeten worden opgenomen doet de commissie geen uitspraken, jammer.

    Het rapport bevat het voorstel om ieder jaar een verantwoordingsdebat te voeren over de ontwikkeling van de welvaart in deze brede zin. Zo’n debat zou men kunnen vergelijken met het verantwoordingsdebat dat regering en Kamer nu al kennen. Ik ben voorstander van zo’n debat. Het gevaar is wel dat het een verplicht nummer wordt vergelijkbaar met het beleidsdebat dat nu al jaarlijks gevoerd wordt. Voor een degelijke uitholling van een belangrijk principe moet dan ook gewaakt worden.

    Positief is ook de serieuze behandeling van de verschillende ecologische voetafdrukken. Dat is echt een winstpunt, in het recente verleden nog werd daar beleidsmatig nauwelijks naar gekeken.

    Uitgangspunt blijft toch het bbp?

    Met één onderwerp van het rapport heb ik grote moeite. Dat is het gebruik van de indicator bbp. Het rapport bevat op verschillende plaatsen kritische kanttekeningen bij de tekortkomingen van deze indicator. Evenwel trekt zij deze kritiek nauwelijks door naar haar conclusies. Dat betekent dat deze indicator de centrale factor blijft in belangrijke beleidsdocumenten als de jaarlijkse Macro Economische Verkenning, in tegenstelling tot ecologische en sociale factoren als de voetafdruk, de ecologische schuld, de omgekeerde ontwikkelingshulp (zeer actueel gezien de Panama Papers) en de ongelijkheid. De commissie verklaart het bbp tot een robuuste indicator. Welnu, als iets niet waar is, is het dit. Wereldwijd wordt al sinds jaar en dag en in brede kring gewezen op de fundamentele gebreken van deze indicator. Die afwijzing heeft niet alleen te maken met haar statistische tekortkomingen. Zij heeft ook als grote makke dat veel beleid gericht is op de bevordering van economische groei als uitgedrukt in het bbp. En dat dan met ernstige gevolgen voor mens en milieu zoals wij die nu haast dagelijks ervaren. In het rapport wordt een breed beeld geschetst van de discussie over dit onderwerp. Spijtig is dat daarbij geen enkele verwijzing is naar de vele inspanningen die sociale bewegingen en de civil society in het algemeen hebben verricht. Zonder al die inspanningen was deze commissie en dus ook dit rapport er nooit geweest. Zit hier een bepaalde politieke keuze achter? Kortom, de Nederlandse politiek kan gefeliciteerd worden met dit rapport, zij het dat er nog belangrijke hobbels moeten worden genomen willen mensen en milieu er echt iets aan hebben. Lou Keune Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org

  • Die snelle groei, die komt er niet meer

    De financiële crisis van 2008/2009 heeft veel schade toegebracht. Zoveel, dat al snel duidelijk werd dat de weg naar herstel voor de ontwikkelde markten lang zou duren. Daar waren in de geschiedenisboekjes veel teleurstellende voorbeelden van te vinden.

    De voorspelling van toen is uitgekomen. De ergste wonden van de crisis zijn geheeld, maar de groei blijft tergend laag. Alle voorwaarden voor een snel herstel lijken aanwezig met als belangrijkste een renteniveau dat bijna 0% bedraagt.

    Productiviteit stijgt amper

    Er is al veel gespeculeerd over het waarom, maar een sluitende verklaring blijft vooralsnog uit. Misschien moeten we de verklaring wel zoeken in de matige vooruitzichten voor de middellange termijn. Die kunnen wel eens van grote invloed zijn op vraag en aanbod. De stand van zaken op dit moment is niet om over naar huis te schrijven. Voor de ontwikkelde landen is de potentiële groei voor de langere termijn met 0,5% tot 1% verlaagd. Belangrijke factoren daarbij zijn de vergrijzing en een lagere productiegroei. De factor vergrijzing was al ingecalculeerd. Die van de vertragende productiegroei is een factor die pas de laatste jaren veel opgang maakt. De eerste tekenen van de vertragende productie-ontwikkeling waren al zichtbaar voor de crisis. In de jaren voor de crisis liepen de succesvolle implementaties van de ICT-innovaties geleidelijk ten einde. Daaruit zou je mogen concluderen, dat de hoge productiviteit aan het einde van de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw de uitzondering op de regel is. Normaal is een lagere productiviteitsgroei. De huidige vertraging kan wel eens structureel zijn. wereldeconomie-groei-marketupdate  

    Groei wereldeconomie gaat in een slakkengang

    Vergrijzing en een geringe productiviteitsgroei is slechts nieuws voor morgen en overmorgen. Het kan ook de trage economische ontwikkeling van dit moment verklaren. Als de vooruitzichten voor de langere termijn niet goed zijn, waarom zou je dan als verstandig gaan investeren in deze magere toekomst. De consument op zijn beurt wordt ook voorzichtiger als de kansen op een gezonde inkomensontwikkeling minder worden. Hij besluit meer te gaan sparen. Dit zou een verklaring voor de huidige vertraging kunnen zijn. De trage groei in de ontwikkelde landen verklaart ook ten dele de vertraging in de opkomende markten. Minder vaart betekent minder export en dus ook minder groei in die landen.

    Langdurig lage groei

    Als deze lijn van denken correct is, dan moeten we tevreden zijn met een aanhoudend maar wel traag herstel. Er is dan geen grond voor paniekverhalen over een mogelijke nieuwe recessie. Er is evenmin grond voor verregaande experimenten zoals het inzetten van helikoptergeld. Dat kan altijd nog, als gevreesde rampen zich inderdaad voordoen. Als dit verhaal waar is, dan moet dat van invloed zijn op het beleid van centrale banken en overheden. Zij willen die trage groei immers coute que coute opstuwen. Maar dat kan niet! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Bron: Olivier Blanchard, Slow growth is a fact of life in the post-crisis world. Financial Times, April 13 2016

  • Een goede week voor zilver

    Ik heb eerder dit jaar geschreven over de zilver/goudratio die zich op een historisch hoogtepunt (of dieptepunt) bevindt, deze ratio lag de afgelopen maanden rond de 80. Wij merkten dat dit voor veel cliënten dé reden was om zilver te kopen of zelfs goud om te wisselen voor zilver. Totnogtoe lijkt dit een goede beslissing te zijn geweest. Zilver steeg de afgelopen week flink, terwijl de goudprijs juist consolideerde.

    Dan wil ik het nog even hebben over de dramatische koersontwikkeling van Deutsche Bank, waar ik vorige week ook al het een en ander over schreef. Een oplettende lezer (waarvoor dank) wees mij erop dat de totale derivatenpositie van deze bank ruim €75 biljoen bedraagt.

    Ter vergelijking: Het bbp van Duitsland is €4 biljoen. U leest het goed! De markt maakt zich hier, gezien de dramatische ontwikkelingen van het aandeel en de hoge kosten om je te verzekeren tegen een faillissement van DB, grote zorgen over. De koersontwikkeling van het aandeel vertoont veel overeenkomst met dat van Lehman Brothers in 2008. We weten allemaal hoe dit afgelopen is… En het is helemaal zorgwekkend als je bedenkt dat Deutsche Bank een veel grotere rol binnen het financiële systeem speelt dan Lehman Brothers destijds in 2008.

    Zilver manipulatie

    Deutsche Bank kwam de afgelopen week ook negatief in het nieuws vanwege een schikking in een rechtszaak die in 2014 werd aangespannen. Deutsche Bank, HSBC en Nova Scotia zouden de zilverprijs gemanipuleerd hebben, waarmee ze winst maakten ten koste van zilverhandelaren. Het blijkt nu dat ze misbruik hebben gemaakt van hun machtspositie, omdat ze betrokken waren bij de dagelijkse fix van de zilverprijs. Ze dienen nu een flinke boete te betalen. Ik vraag me altijd af wie de ‘opbrengst’ van deze boete opstrijkt. De Rabobank bijvoorbeeld is vorig jaar veroordeeld tot een boete voor het manipuleren van de LIBOR rente. Op basis van de LIBOR wordt de hypotheekrente bepaald. Er zijn dus duizenden huizenbezitters gedupeerd door de frauduleuze handelingen van de Rabobank, maar degenen die echt gedupeerd werden ontvingen geen enkele genoegdoening.

    Oplopende spanningen...

    Verder maak ik me zorgen over de toenemende spanningen tussen de VS en Rusland en de rol van de media hierbij. Afgelopen week vond er een incident plaats waarbij Russische gevechtsvliegtuigen vlak langs een Amerikaans gevechtsschip scheerden. De mainstream media uit het Westen berichtten hier nogal eenzijdig over. Na wat langer zoeken bleek het Amerikaanse schip zich zeer dicht bij de Russische kust te bevinden én gebruik te maken van storingsapparatuur. Deze kant van het verhaal werd amper belicht in de Westerse media. Mocht een Russisch oorlogsschip zich vlakbij de Amerikaanse kust bevinden, hoe zullen de VS reageren? Ik hoop echt dat beide partijen het hoofd koel houden en de dialoog aangaan en dat de media onpartijdig blijven berichten door beide kanten van het verhaal te vertellen... Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

  • “Goedkope olie stimuleert de economie niet”

    Het leek een deus ex machina in 2015. De olieprijs tuimelde omlaag naar een prijsniveau tussen $30 en $40 per vat. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was die lage olieprijs het wondermedicijn wat de zieltogende wereldeconomie een nieuwe impuls zou geven.

    Projecties voor de groei werden driftig opwaarts bijgesteld. Die zou in 2016 uitkomen op 3,5%. Dankzij de lage olieprijs zouden de ontwikkelde landen het stokje van de Opkomende Landen overnemen als aanjager van de groei. Bij het IMF hebben ze berekend dat een daling van de olieprijs met $ 20 voor een extra groei van het wereldwijde bruto nationaal product (BNP) zou zorgen van 0,5% . Bij een terugkeer van het vertrouwen van de consument zou de extra groei zelfs tot 2% kunnen oplopen.

    olie-pomp

    Goedkope olie zou de economie helpen opkrabbelen

    Het heeft niet zo mogen zijn. Mevrouw Lagarde, directeur van het IMF heeft in de eerste dagen van april haar teleurstelling uitgesproken over de wel zeer trage groei van de wereldeconomie. Die kan wel eens blijven steken bij 2,5% in plaats van de eerder verhoopte 3,5%. Er is absoluut geen sprake van een nieuwe dynamiek in regio’s als Noord-Amerika, Europa of China. India is hierin de gelukkige uitzondering. De bedrijfswinsten staan onder druk, zeker in Europa. Daar komt de winstgroei van bedrijven waarschijnlijk uit op het laagste niveau sinds 2009. In de VS, Japan en China overheerst de twijfel over de kracht van het lang verbeide herstel.

    india-betalingsbalans

    Betalingsbalans India weinig verbeterd door goedkope olie (Grafiek via Financial Times)

    Lage olieprijs geeft weinig stimulering

    De gang van zaken past absoluut niet in het herstelscenario dat veel economen voor ogen hadden. De lage olieprijs zou als effect hebben dat er overdracht van middelen plaatsvond van de olieproducerende landen naar de consumenten van de olie-importerende landen. Het verlies van de één zou de winst voor de ander zijn, waarbij de winst netto hoger zou uitvallen dan het verlies. Immers, olieproducerende landen bezitten enorme financiële buffers, waardoor die landen niet zouden hoeven te bezuinigen bij een lagere olieprijs. De consument in de olie-importerende landen zou echter met graagte gebruik maken van de lage prijs aan de pomp. Wat ging er mis? Waarom bleef deze impuls tot dusverre uit? Economen bij het IMF zoeken naar een afdoende verklaring. Zo wijzen ze erop, dat de olie exporterende landen minder robuust waren dan aangenomen. Die landen zitten, zo blijkt uit schattingen van de Bank for International Settlements (BIS), op een schuldenberg van $3 biljoen. Die was opgebouwd ten tijde van de laatste olieboom. Toen de inkomsten begonnen terug te lopen moesten overheden wel gaan snijden in hun bestedingen. Daarnaast duwde de energiesector in razend tempo zijn investeringen omlaag en wel met een bedrag van $215 miljard. Dat schaafde maar liefst 0,3% van de groei van de wereldeconomie af. En dan zijn er nog de tegenvallende bestedingen door bedrijven en consumenten in de olie-importerende landen. Een land als India volgde het IMF advies op om een deel van de meevaller te gebruiken om binnenlands orde op zaken te stellen. Subsidies op brandstof gingen omlaag en de belasting op olie omhoog. Zodoende bleef er voor de consument nog maar weinig extra’s te besteden over.

    Lage olieprijs? Meer sparen!

    In de ontwikkelde landen kwam het voordeel van de lage olieprijs wel rechtstreeks bij de consument terecht. Die maakte er echter maar mondjesmaat gebruik van om zijn bestedingen te verhogen. In de Verenigde Staten zijn huishoudens alleen maar meer gaan sparen. In Europa zien we nagenoeg hetzelfde beeld, maar daar komt nog bij dat bedrijven de meevallers niet omzetten in meer investeringen. In hun zoeken naar de verklaring voor het gedrag van de Westerse consument gaat het IMF vreemd genoeg voorbij aan de verminderde koopkracht van de consument in combinatie met een groeiende economische onzekerheid.

    consumentenbestedingen-eurozone

    Consumentenbestedingen in de Eurozone amper gestegen door goedkope olie (Grafiek via Financial Times)

    Tegenvallende groei

    De economen voeren als verklaring voor deze teleurstellende ontwikkeling aan, dat in het verleden dit soort meevallers gepaard gingen met een daling van de rente. Het was die combinatie die voor de extra groei zorgde. In 2015 en 2016 was de rente al extreem laag. De consument zou daardoor niet geneigd zijn om meteen gebruik te maken van de meevaller van de lage olieprijs. De kans dat de rente op korte termijn omhoog zou gaan, was immers nagenoeg nihil. Het goede nieuws is volgens de IMF economen dat de prijs van olie lijkt te herstellen naar een niveau van om en nabij $ 40. Dat gegeven in combinatie met de de aanpassingen in Opkomende Landen als India zou in 2017 alsnog voor de gewenste impuls kunnen zorgen. Het scenario klopt, zij het met enige vertraging. Het is wachten op 2017 of het IMF alsnog het gelijk aan zijn kant krijgt. Dat kan best wel eens gaan tegenvallen. Het draait tenslotte vooral om koopkracht en meer economische zekerheid. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Zijn we terug in de Jaren Dertig?

    Het jaar 2016 kende de slechtste start van een nieuw beursjaar ooit. Het had maar een haartje gescheeld volgens sommigen, of we waren het slachtoffer van een nieuwe berenmarkt. Die slechte start en de forse swing omlaag in het midden van 2015 heeft de vraag opgeroepen of de huidige stierenmarkt op zijn laatste benen loopt. Internationaal slagen aandelenbeurzen er maar niet in om boven het hoge niveau van tien maanden geleden uit te stijgen, terwijl angst en onzekerheid bijna voelbaar zijn.

    Volgens sommige experts voeren we echter de verkeerde discussie. Het gaat er niet om of we aan een berenmarkt ontsnapt zijn of dat de stierenmarkt van 2009 op zijn einde loopt. De werkelijke discussie hoort te zijn of aandelenbeurzen al sinds de crisis van 2008 in de klauwen van beren gevangen zitten!

    beren-stierenBerenmarkt

    Zeker voor de internationale beurzen buiten de VS kan een casus gemaakt worden, dat die beurzen al langer in een berenomgeving bivakkeren. Aandelen piekten in 2011 om daarna in het moeras van een berenmarkt weg te zinken, aldus Datastream. Merrill Lynch onderschrijft de opvatting van Datastream. De bank wijst erop, dat in de opkomende markten beleggers in de afgelopen 15 jaar niet zo onderwogen in aandelen waren. Dat heet de klassieke aanloop te zijn op weg naar de bodem van de markt.

    Markten volgen in dit deel van de wereld een patroon zoals dat zichtbaar was bij eerdere crashes als gevolg van speculatieve bubbels, zoals de Wall Street crash van 1929, de Japanse bubbel van 1989 of de dotcom bubbel in 2000. In al die gevallen daalden de markten 60% of meer om vervolgens jaren naar rechts te bewegen voordat de bodem van de markt bereikt werd. In de VS is dit patroon niet terug te vinden en de vraag is hoe dat komt. Ongetwijfeld moet het antwoord gezocht worden in de $5 biljoen die de Fed de markt in heeft gepompt. In die zin is het beleid van de Amerikaanse centrale bank een succes.

    bearmarkets-sinds-1906

    De grootste berenmarkten van de afgelopen honderd jaar (Bron: Financial Times)

    Lager dan de bodem van 2009?

    Volgens sommige historici, zoals Russell Napier, hebben stieren- en berenmarkten een lange levensduur. De bodem van de berenmarkt, gekenmerkt door een voortdurende daling van de waarderingen, is bereikt wanneer beleggers moedeloos de handdoek in de ring gooien en de markt de rug toekeren. De 20ste eeuw heeft maar vier van die dieptepunten beleefd. Daarom was 2009 niet echt een berenmarkt, omdat aandelen ook toen nog behoorlijk aan de prijs waren. Dat betekent dat aandelen nog verder in waarde moeten dalen dan in 2009 al het geval was.

    Het lijkt op zijn zachtst gezegd overdreven om te stellen dat er in de Verenigde Staten sprake is van een berenmarkt. In de afgelopen zeven jaren zijn de koersen alleen maar gestegen. Napier ziet het echter anders. In de jaren 1932 – 1937 was er ook een lange rally op de aandelenbeurzen. Dat waren de jaren van de Grote Depressie. Die rally kwam hortend en stotend tot stilstand toen de Fed in 1937 de rente verhoogde. De rally maakte plaats voor een berenmarkt die voortduurde tot in de jaren vijftig.

    Parallel met het verleden

    Er is nog een parallel. Tot voor kort was zeker in de Verenigde Staten het bedrijfsleven heilig. Nagenoeg kritiekloos werd het doen en laten van de grote ceo’s gevolgd en bewonderd. Dat was ook zo in de eerste decennia ven de 20ste eeuw. De presidenten Theodoor Roosevelt en zijn neef Franklin Roosevelt gingen echter met veel succes de strijd aan met het schijnbaar oppermachtige bedrijfsleven. Nu lijkt zich een gelijksoortig patroon af te te tekenen. In de Westerse wereld was het bedrijfsleven sinds het tijdperk Thatcher/Reagan heilig verklaard. Gelet op de pijlsnelle opkomst van Trump en Sanders in de VS en de populisten in Europa lijkt het erop, dat dit tijdperk ten einde loopt.

    De rol van overheden en die van de factor arbeid kan weer gaan toenemen in het economisch leven. Als die boodschap eenmaal tot beleggers is doorgedrongen, dan is het beslist niet ondenkbaar dat aandelenbeurzen over een breed front gaan tuimelen. Het is dan wachten op het moment dat een nieuwe boodschap doordringt. Waarderingen zijn extreem laag geworden, zo laag dat koersen kunnen gaan verdubbelen of zelfs verdriedubbelen. De boodschap van 1929 is, dat dat lang kan gaan duren als de berenmarkt eenmaal een feit is!

    bedrijfswinsten-vs

    Grote bedrijfswinsten kunnen opmaat zijn voor hogere looneisen en belastingen (Bron: Financial Times)

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Panama Papers: Smeercampagne van het ‘Westen’?

    De Panama Papers onthullen hoe het grote geld belastingparadijzen, brievenbusfirma’s en juridische advieskantoren als Mossack Fonseca inzet om dubieuze geldstromen verborgen te houden voor het grote publiek. Op zichzelf is het een nobel initiatief om alle misstanden uit te zoeken, ware het niet dat er een aantal opmerkelijke zaken meespelen…

    Onafhankelijk onderzoek?

    Het onderzoek naar de Panama Papers is volledig gefinancierd is door het ‘International Consortium of Investigative Journalists’. Anders dan de naam doet vermoeden is deze non-profit organisatie een volledig Amerikaans initiatief, dat gesponsord wordt door met name Amerikaanse organisaties. Op die lijst vinden we onder andere het Rockefeller Family Fund en de Open Society Foundation van George Soros.

    Als dit de organisaties zijn die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de Panama Papers, is het dan nog een verrassing dat de eerste publicatie uit de Panama Papers op zondagavond gaat over Poetin en zijn handlangers? En dat kort daarna meer verdachte praktijken onthuld worden in landen als Oekraïne, Syrië en Iran?

    Er is een grote kans dat politici en oligarchen in deze landen inderdaad belastingparadijzen gebruiken om vermogen weg te sluizen en schimmige transacties te doen, maar geldt dat niet even goed voor Westerse landen? In een poging de schijn van partijdigheid weg te nemen publiceren de Panama Papers ook over de premier van IJsland, maar opvallend genoeg blijven de miljardairs en politici in de Verenigde Staten geheel buiten schot. Is daar niets over te vinden in de 11,5 miljoen documenten van Mossack Fonseca? Of zorgen de financiers van dit project er wel voor dat deze verhalen niet naar buiten worden gebracht?

    putin-assad

    Vooral tegenstanders van Amerikaanse regime krijgen ervan langs in Panama Papers

    Panama Papers niet openbaar

    Anders dan de Wikileaks documenten zijn de Panama Papers niet openbaar gemaakt. Alles wat u leest is dus zorgvuldig voor u geselecteerd en gefilterd door de Westerse media. Zullen die schrijven over verdachte financiële transacties van Amerikaanse organisaties, als hun sponsors daarmee in diskrediet gebracht worden? Die kans is niet zo groot... Als de documenten van de Panama Papers openbaar gemaakt zouden worden, dan kan iedereen zien in hoeverre Westerse regeringsleiders en miljardairs exotische bestemmingen gebruiken om louche transacties uit te voeren en belastingen te ontduiken? https://twitter.com/wikileaks/status/716772373408718849

    Financiële repressie

    De Panama Papers zetten tegenstanders van het Amerikaanse regime in een negatief daglicht, maar dat is niet de enige resultaat. De Panama Papers zullen ook bijdragen aan een vlucht van vermogen richting de Verenigde Staten, waar vandaag de dag ook een vriendelijk belastingklimaat heerst voor de allerrijksten op deze aarde. Daar schreven we eerder dit jaar al een artikel over. Tenslotte wordt door deze onthulling de roep om meer financiële repressie groter. De Panama Papers kunnen door overheden als argument gebruikt worden om nog meer gegevens van rekeninghouders op te vragen. https://twitter.com/freegolds/status/716915947357995008

  • Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar eerlijke economie (Deel 4)

    Lou Keune

    Langzaam maar zeker stijgt de verkiezingskoorts. Als het aan het kabinet ligt zitten de coalitiepartners VVD en PvdA de rit volledig uit tot in 2017. Maar de speculaties over een tussentijdse kabinetscrisis nemen toe. Er liggen dan ook nogal wat bananenschillen op hun weg. Hoe verder met Europa? Moet er een maximum komen aan het op te nemen aantal vluchtelingen? Worden er grenzen gesteld aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt? Enkele koppen boven recente nieuwsberichten: “SP bereidt zich voor op vervroegde verkiezingen”. “PVV heeft genoeg kandidaten ‘met gezonde afkeer van islam’”. “PvdA-campagne hangt af van besluit Samsom”. Partijen zijn op zoek naar een visie voor ook de langere termijn. Zoals ik op 20 januari jl. schreef: “Waar willen de partijen heen? Verkiezingen winnen met wat rozen en tomaten, mooie verhalen en debattrucs, dat zit er niet meer in. Mensen willen weten waar de partijen voor staan, hoe ziet de toekomst eruit, hoe die te bereiken?”

    Vergankelijke orde

    lou keuneDe vraag dus naar het voorgestane sociaaleconomische bestel. Vertrekpunt bij die discussie is steeds meer de vergankelijkheid van het heersende neoliberale gedachtegoed en idem model. De gloriedagen van die ideologie beginnen achter ons te liggen. Ook deze maatschappelijke orde blijkt geen eeuwigheidswaarde te hebben. De ontevredenheid over al die bezuinigingen, flexibiliseringen en vermarkting neemt alsmaar toe. Volgens sommigen ligt die ook ten grondslag aan de soms ronduit etnocentristische protesten tegen de komst van vluchtelingen. Waar hebben mensen nog echt iets over te zeggen? Hebben zij gevraagd naar bijvoorbeeld de privatiseringen die de zorg en de sociale huisvesting op orde zouden brengen? Zijn zij, gewone burgers, mede verantwoordelijk voor de zeer kwetsbare positie waarin veel werkers dankzij al die flexibiliseringen zijn geraakt? Wiens woorden worden gesproken? Ideale omstandigheden voor de opkomst en bloei van allerlei populistische bewegingen.

    Het is onontkoombaar dat politieke partijen een visie ontplooien op hoe in hun ogen de samenleving zich dient te ontwikkelen. Daarbij zullen een aantal feitelijke omstandigheden onder ogen moeten worden gezien. Een daarvan is de ecologische crisis waarin de wereldsamenleving verkeert. Die dreigt zo alomvattend te worden dat een toekomst zich zou kunnen aftekenen waarin ecocide en de strijd om de resterende levensbronnen dominant zijn geworden. Een wat ik eerder Mad Max samenleving heb genoemd. Positief is dat sinds de Verklaring van de Klimaatconferentie van Parijs van 2015 duidelijke overeenstemming is over de noodzaak om wereldwijd verregaande maatregelen te nemen die de stijging van de gemiddelde temperatuur indammen. Over de implementatie van die maatregelen ben ik niet gerust. Nog steeds merk ik weinig van een ‘geen woorden maar daden’ mentaliteit, althans onder de bestuurders van de diverse samenlevingen. Dat neemt niet weg dat alleen al vanwege deze noodzaak de toekomstige economie, en dus ook het toekomstige economische beleid met zeker de volgende twee woorden kan worden gekenschetst: ‘Genoeg’ en ‘Overleven”.

    ‘Genoeg’ en ‘Overleven’

    Economie van het Genoeg wil zeggen dat misschien wel de meerderheid van de wereldbevolking, zeker die van de rijke landen als Nederland nu eindelijk zal moeten vaststellen dat haar bestaande welvaart meer dan genoeg is om te voldoen aan de basisbehoeften. Zelfs is er een teveel aan behoeftebevrediging, een teveel dat niet meer bijdraagt aan meer welzijn en geluk, in bepaalde opzichten zelfs strijdig is daarmee. Er zal krimp van de consumptie moeten plaatsvinden.

    En de toekomstige economie is ook een Overlevingseconomie. De bedreigingen die op ons afkomen vanwege allerlei ecologische destructies dwingen ons na te denken over hoe wij kunnen garanderen dat wij en de toekomstige generaties op zijn minst kunnen blijven bestaan. Trouwens, het gaat niet alleen om het gevaar van ecologische destructies. Het gaat ook om andere kwetsbaarheden van de moderne samenleving. De mondialisering is zover geraakt dat vele zo niet alle systemen van productie en distributie een wereldwijde afhankelijkheid hebben. Wat zullen, bijvoorbeeld, de gevolgen zijn van een stopzetting van de grootschalige productie en export van soja in landen als Brazilië en Argentinië? De veeteeltsector in Nederland zal in grote problemen komen, met alle gevolgen van dien voor de voedselvoorziening. En wat als de haven van Rotterdam gehackt wordt en allerlei installaties stil vallen? Wat als die grootschalige systemen van elektriciteitsvoorziening door een vergelijkbare oorzaak stilvallen. Kleine oorzaken kunnen in deze overgecentraliseerde samenleving grote gevolgen hebben. De toekomstige economie zal op deze en andere omstandigheden moeten zijn voorbereid en ingericht. Alleen al om deze redenen zullen vanuit het gezichtspunt van Overleving schaalverkleining, delinking en regionalisering onvermijdelijk zijn.

    Bestaanszekerheid

    Daarbij past de erkenning dat een groot deel van de wereldbevolking nog steeds verkeert in een situatie van dagelijkse strijd om het bestaan. Door extreme armoede gedreven kunnen zij het zich niet veroorloven om te werken aan een consumptie die boven de basisbehoeften uitgaat. Het is al heel wat als zij voldoende te eten hebben, schoon drinkwater, voldoende kleding en schoeisel, enige vorm van huisvesting, basisgezondheidszorg en basisonderwijs. Wat wij ‘economische vluchtelingen’ noemen zijn mensen die op zoek zijn naar een bestaan voor zichzelf en hun verwanten dat die overleving garandeert en overstijgt. Zij zijn degenen die het meest toonbeeld zijn van menselijke durf, creativiteit, doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel om een redelijk bestaan op te bouwen. Daarbij is belangrijk dat ook de Nederlanders, en zeker de politieke partijen zich zullen realiseren dat ‘wij’ op allerlei manieren verbonden zijn met de historische oorzaken van de marginalisering van deze honderden miljoenen zo niet miljarden mensen, alleen al vanwege allerlei koloniale en neokoloniale erfenissen. Wij zijn ook degenen die in verleden en heden het meeste beslag leggen op de steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen. En ook profiteren wij van allerlei vormen van ‘omgekeerde ontwikkelingshulp’, bijvoorbeeld in de vorm van de illicit financial tranfers. Los daarvan, wij, althans sommigen van ons, hebben de neiging ons te beroepen op bepaalde fundamentele waarden en normen die kenmerkend zouden zijn voor onze beschaving. Laat ons dan die waarden en normen serieus nemen. Minstens zullen wij moeten meewerken aan de ontwikkeling van bestaanszekerheid voor iedereen op Aarde. Wij hebben ook een zorgplicht ten aanzien van al die vluchtelingen. Onze toekomstige economie is er niet alleen een van ‘Genoeg’ en ‘Overleving’ maar ook van mondiale medeverantwoordelijkheid, dus van ‘Solidariteit’. Daarbij kunnen systemen van garantie van bestaanszekerheid als het basisinkomen van grote betekenis zijn.

    Duurzaamheid

    Het mag evident zijn dat de toekomstige economie ecologisch Duurzaam zal moeten zijn. Er moet en zal een evenwicht komen tussen enerzijds het hedendaagse beslag op de natuurlijke hulpbronnen en het milieu, en anderzijds de eisen van instandhouding van de bestaansvoorwaarden van toekomstige generaties. Ook uit oogpunt van duurzaamheid zal gewerkt moeten worden aan processen als regionalisering, cradle to cradle en circulariteit, biologische landbouw, en krimp van de consumptie. Er zal een versnelde overgang moeten plaatsvinden naar duurzame systemen van energieproductie en voorziening.

    Van niet te onderschatten betekenis is dat het denken in economische waarden op de schop moet. De toekomstige economie zal niet meer primair geleid blijven door geldswaarden en daaraan verbonden principes van private winstmaximalisatie, concurrentie en ‘economische groei’ (bbp groei)? Het zal een economie van Gebruikswaarden moeten zijn, geleid door het basisprincipe van het evenwicht tussen enerzijds de mogelijkheden en anderzijds de behoeften van mens en natuur. Een economie geleid door menswaarden en natuurwaarden. Dat heeft natuurlijk verregaande consequenties voor de manieren van economisch rekenen: niet meer primair rekenen in termen van geldswaarden maar van mens- en natuurwaarden. Bijzonder punt hierbij zal zijn dat alle vormen van werk erkend en meegerekend zullen moeten worden, ook de onbetaalde arbeid.

    Monetaire en commerciële sanering

    Er is dringend nood aan gezondmaking van de geldsystemen. Er zal een einde moeten komen aan de zelfstandige en overmatige rol van de particuliere geldcreatie. Geld wordt steeds meer gecreëerd om met geld geld te maken. Financiële doelstellingen overheersen. Met alle gevolgen van dien als monetaire instabiliteit en een overmatige aanbodeconomie. De betekenis van geld moet worden teruggebracht tot de oorspronkelijke rol: ruilmiddel.

    Geldcreatie moet geleid worden door het basisprincipe van evenwicht met de eisen en mogelijkheden van de reële economie: monetaire krimp als die economie minder productie en consumptie mogelijk en noodzakelijk maakt, en monetaire verruiming als de economie dat vraagt. Uiteraard kunnen alleen de publieke overheden deze taak vervullen. Dat betekent een forse inkrimping van de financiële sectoren. Banken zullen full reserve worden. Kortom, de toekomstige economie zal gekenmerkt zijn door Monetaire Sanering.

    Vergelijkbaar zal er ook een Commerciële Sanering moeten plaatsvinden. Uiteraard blijft de toekomstige economie ook een ruileconomie. Arbeidsdeling blijft een belangrijk kenmerk. Maar aan de overmatige rol van de handelssectoren zal paal en perk gesteld moeten worden. De ontwikkeling en vormgeving van de toekomstige arbeidsdeling zullen niet meer gekenmerkt worden door een overmatige aanbodeconomie, en evenmin door de dominantie van mondiale monopolisten of oligopolisten. Mega ondernemingen zullen moeten worden opgesplitst, binnen bedrijven moeten andere aspecten dan alleen de financiële winst veel meer aandacht krijgen. De suprematie van het vrijhandelsdenken zal vervangen moeten worden door die van managed trade, lokaal, regionaal en mondiaal. Handel zal evenzeer moeten bijdragen aan het noodzakelijk evenwicht tussen mogelijkheden en behoeften.

    Oorlogseconomie

    Bijzonder aspecten van de toekomstige economie zijn die van de urgentie en de radicaliteit van de noodzakelijke veranderingen. Die zijn hoog, zeer hoog. Kijk maar eens naar de noodzakelijke maatregelen om de uitstoot van CO2 tot stilstand te brengen. Wij, de wereldsamenleving, hebben maar een tweetal decennia om die stappen te zetten die een verdere verergering van de klimaatcrisis voorkomen. Neem ook de groeiende spanningen in veel samenlevingen die te maken hebben met armoede en ongelijkheid, of met onderdrukking en corruptie. Op dit moment overheerst een gebrekkige wil om die problemen echt en ten gronde aan te pakken. Met alle gevolgen van dien, boemerangs als de enorme stromen van vluchtelingen en andere migranten. Op korte termijn zullen drastische stappen gezet moeten worden met ingrijpende gevolgen voor het dagelijks bestaan van ook veel Nederlanders. Stappen die de toekomstige economie zullen kenmerken als een Oorlogseconomie. En er zal weer behoefte zijn aan een Keynes die een geactualiseerde zo niet volslagen nieuwe versie zal maken van het fameuze rapport How to pay for the war. Onvermijdelijk zal de rol van de publieke overheden veel sterker moeten zijn dan nu het geval is. Er zal een politiek leiderschap vereist zijn vergelijkbaar met die van historische en charismatische grootheden als Churchill, Gandhi en Mandela.

    Een eerlijke economie

    De Nederlandse politieke partijen zullen bij de Kamerverkiezingen o.a. moeten laten zien hoe zij aankijken tegen een toekomst die zo nabij is dat niet lang gewacht kan worden. Zij zullen blijk moeten geven van een visie op die toekomst en hoe die te bereiken. Het gaat om een transitie naar een andere, eerlijke economie. Veel burgers gaan hen voor door allerlei vormen van solidarisering en verduurzaming van hun levensstijl. Ook is al veel denkwerk verricht door particuliere initiatieven als Urgenda, De Grote Transitie, Transitie Nederland en Ons Geld. Dat zal hun taken zeker vergemakkelijken. Daar staat tegenover dat een dergelijke overgang zal botsen op grote belangen van specifieke groepen als de grote financiële instellingen. En ook op angsten, vooroordelen en egocentrisme bij veel kiezers. Kortom, een moeilijke maar tegelijkertijd onvermijdelijke opdracht.

    Lou Keune

    Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org

    Referenties

    1. Dit is het vierde en laatste deel van een serie over het sociaaleconomisch bestel. Voor de voorgaanden, zie: Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 1: TINA of TATA. In: Marketupdate 20 januari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/van-welvaartsstaat-naar-neoliberale-dominantie-naar/
    2. Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 2: Het model van de welvaartstaat. In: Marketupdate 9 februari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/van-welvaartsstaat-naar-neoliberale-dominantie-naar-2/
    3. Van welvaartsstaat naar neoliberale dominantie naar ??? 3: Het begin van het einde. In: Marketupdate 19 februari 2016. Zie: https://www.marketupdate.nl/columns/begin-van-het-einde-van-dominantie-welvaartsstaat/

  • Mecking en Hogervorst: “Neem de pijn van deflatie”

    Ingezonden door Elmer Hogervorst en Eric Mecking

    De Duitse filosoof Georg Hegel schreef dat de geschiedenis ons leert dat mensen niets leren van de geschiedenis. Hieraan moesten wij denken bij het lezen van ‘Helikoptergeld: een drastische oplossing voor als elke andere stimulans faalt’ (FD 22 maart 2016). Triest dat het FD een paginagroot artikel wijdt aan deze bizarre gedachte van Europese bestuurders. Helikoptergeld is flauwekul en slechts voer voor academici.

    In de praktijk gaat de afbouw van te hoge schulden gepaard met deflatie. We zijn nu niet bereid om de pijn daarvoor te nemen en hoe langer we dat uitstellen, des te harder de klap straks aankomt. Het is slechts een kwestie van tijd eer de deflatie toeslaat. Misschien heeft Hegel ongelijk en leren we wel, maar van onze eigen ervaringen, die we dan als norm nemen, vanuit de arrogante gedachte dat we slimmer zijn dan onze (voor)ouders.

    Mecking en Hogervorst zijn de auteurs van het boek ‘Deflatie in Aantocht’. Kort na het verschijnen van de negende druk van dit boek sprak Marketupdate met beide heren. Lees hier het artikel.

  • Saoedi-Arabië heeft de prijsoorlog nog lang niet gewonnen

    Na meer dan anderhalf jaar van alsmaar dalende olieprijzen lijkt Saoedi Arabië eindelijk de overhand te krijgen. De grote, boze vijand, de Amerikaanse schalie-industrie hangt groggy in de touwen. De productie van schalie-olie loopt al met honderdduizenden vaten per dag terug. Maar dat betekent niet automatisch dat de prijzen weer fors omhoog kunnen. Er zijn nog een reeks problemen te overwinnen. Zo is het nog maar de vraag of de Saoedi’s Iran en Irak in het gareel kunnen krijgen. Die voelen vooralsnog niets voor de plannen van de Saoedi’s om de productie van olie op he niveau van januari 2016 te bevriezen. Het is trouwens nog maar de vraag of een eigenzinnige Poetin wel van plan is de afspraken gestand te doen.

    oil-glut

    Olievoorraden blijven toenemen (Grafiek van Bloomberg)

    Er zijn met andere woorden nog veel open eindjes die om antwoorden vragen voordat van een waarlijk en blijvend prijsherstel sprake kan zijn. Een factor van belang wordt daarbij steevast over het hoofd gezien. Sinds 2014 zijn de olievoorraden in de VS alleen maar gestegen. Ze bedragen nu al meer dan 1 miljard vaten. In de hele westerse wereld liggen 3 miljard vaten opgeslagen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap zullen deze voorraden tot het einde van 2017 blijven groeien. Zelfs als er op korte termijn een balans zou komen tussen vraag een aanbod, dan zou het nog jaren duren voordat voorraden weer terug zijn op een normaal niveau. Die veel te grote voorraden zullen blijven drukken op de prijs!

    Volgens Goldman Sachs leert de geschiedenis wat dat betreft genoeg lessen. De bank wijst op de gang van zaken aan het einde van vorige eeuw. Als gevolg van de Aziatische financiële crisis groeide er in 1998 – 1999 een overaanbod aan olie. Prijzen daalden en bleven ook dalen toen OPEC besloot om de productie te beperken. In december 1998 kostte een vat Brent in Londen amper $ 10. Pas toen de voorraden in de ontwikkelde landen substantieel begonnen te dalen, trad er herstel op.

    oil-stockpile-prices

     

    Geen herstel olieprijs met grote voorraden (Grafiek van Bloomberg)

    De kans, dat nu voorraden snel zullen gaan dalen, lijkt gering. Alleen al de Chinese strategische voorraden met 290 miljoen vaten groeien tot aan het einde van 2017. Hetzelfde gebeurt nog steeds in de VS, waar de voorraden wekelijks met bijna 10 miljoen vaten groeien. Wel neemt de kans snel toe dat in de VS er op korte termijn ingeteerd gaat worden op de voorraden. Zoals gezegd daalt de schalieproductie in snel tempo. Maar dan nog kan het tot 2021 duren voordat voorraden wereldwijd genormaliseerd zijn, aldus Goldman. Voorlopig blijft het scenario lower for longer gewoon in tact!

    oil-rebalancingEr is echter een dissonante stem in het koor en dat is Standard Charterd bank. Daar denken ze, dat de schattingen van het IEA veel te hoog zijn, omdat de vraag naar olie stelselmatig is onderschat. Als Standard gelijk heeft, dan kan een evenwicht tussen vraag en aanbod nog dit jaar bereikt worden en kunnen er daarna al snel tekorten optreden. Daardoor moeten voorraden sneller aangesproken worden en dus sneller afgebouwd! Standard Chartered verwacht ook, dat nog in de zomer van 2016 de prijs naar $ 50 stijgt. We moeten nog even geduld oefenen om te kijken wie gelijk heeft!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!