Categorie: Valutacrisis

  • Kyle Bass: Japan zal bezwijken onder haar schuldenberg

    Volgens Kyle Bass is de monetaire stimulering door de Bank of Japan ongeveer driekwart van de stimulering die de Federal Reserve in de economie brengt, terwijl de Japanse economie in omvang maar een derde is van de VS. Dat zal vroeg of laat tot problemen leiden, zo denkt Kyle Bass van Hayman Capital Management. Hij roept Japanners op om het geld dat ze hebben uit te geven. “Ook is het lucratief om Japanse yen te lenen en daarmee productieve activa te kopen”.

    Kyle Bass op CNBC

  • Bank of Japan zet geldpers in hogere versnelling

    De Bank of Japan heeft donderdag aangekondigd de geldhoeveelheid te zullen verdubbelen. Ook streeft de centrale bank ernaar om de inflatie zo snel mogelijk naar 2% te brengen, in elk geval binnen twee jaar. Haruhiko Kuroda, de gouverneur van de Bank of Japan, zei dat de schaal waarop de monetaire stimulering zal plaatsvinden “ongebruikelijk groot” is. Dat is volgens hem nodig, omdat de inflatiedoelstelling met incrementele stapjes niet snel bereikt zal worden.

    De centrale bank voegt zich bij de Federal Reserve en een aantal andere centrale banken, die ook geld bijdrukken in de hoop dat de economie weer aantrekt. Consumenten en bedrijven moeten weer meer geld uitgeven, zodat we in een opwaartse cyclus terechtkomen die een einde maakt aan twee decennia van economische malaise, zo redeneert de Bank of Japan.

    Financiële markten waren bang dat Kuroda de verwachtingen niet waar zou maken en niet ver genoeg zou gaan in zijn monetaire beleid. Dat is hem toch gelukt, want markten waren opgelucht toen de persverklaring van de centrale bank naar buiten werd gebracht. De yen werd meteen een stuk minder waard ten opzichte van de dollar, want de wisselkoers liep op van 92,8 naar 95,5 yen per Amerikaanse dollar. De Nikkei index steeg na de bekendmaking van het nieuws van de Bank of Japan van 12.165 naar 12.634 punten, een stijging van bijna 500 punten. De index sloot de dag 2,2% hoger, terwijl die halverwege de dag nog behoorlijk in het rood stond. De rente op Japanse 10-jaars staatsobligaties ging met zeven basispunten omlaag en staat nu op 0,49%.

    Kuroda heeft beloofd alles uit de kast te trekken om het inflatiedoel van 2% binnen twee jaar te halen. De nieuw ingeslagen weg kreeg unanieme steun van alle negen leden in het bestuur van de Bank of Japan. De Japanse president Shinzo Abe heeft hiermee eindelijk greep gekregen op het monetaire beleid. De voorganger van gouveeur Kuroda, Masaaki Shirakawa, moest het veld ruimen omdat hij bezwaar maakte tegen een monetair beleid dat actief aanstuurt op het verhogen van de inflatie.

    De Japanse minister van Economische Zaken, Akira Amari, prees de nieuwe gouveeur van de Bank of Japan voor het gekozen beleid. Kozo Yamamoto van de Liberaal Democratische Partij (dezelfde partij waar premier Abe bij hoort), zei dat dit de eerste stap is om uit de deflatie te komen en een veel hogere nominale groei te bewerkstelligen. “Een verdubbeling van de geldhoeveelheid was nodig om dat doel te bereiken”, zo lichtte hij toe.

    Geldpersfinanciering door de Bank of Japan

    De Bank of Japan heeft in feite toegegeven aan de wens van de overheid. De geldpers is gekaapt en daarmee is de ogenschijnlijke onafhankelijkheid van de centrale bank afgeworpen. De Bank of Japan hanteert een rentetarief van 0,1%, maar dat is niet meer het belangrijkste beleidsinstrument. Dat is de (virtuele) geldpers geworden, waarmee de monetaire basis jaarlijks met ¥60 tot ¥70 biljoen (omgerekend €500 tot €580 miljard) opgeschroefd zal worden.

    Op dit moment is de monetaire basis in Japan ongeveer ¥138 biljoen (omgerekend €1.150 miljard). De centrale bank zal vooral staatsobligaties kopen (¥50 biljoen), maar ook aandelen en bedrijfsobligaties (respectievelijk ¥2,2 en ¥3,2 biljoen).

    Het idee achter deze maatregel is dat de toegenomen hoeveelheid geld in circulatie de prijzen zal opdrijven van financiële activa, waardoor mensen met aandelen of ander kapitaal aangemoedigd worden meer geld uit te geven. “Als de prijzen niet stijgen, dan zullen ook de lonen niet stijgen. Als mensen geloven dat de prijzen over zes maanden hoger staan dan nu, dan denk ik dat ze beter nu geld uit kunnen geven dan over zes maanden”, zo verklaarde president Abe dinsdag in het parlement.

    Critici betwijfelen of het beleid van Shinzo Abe daadwerkelijk een positieve impact zal hebben op de consumentenbestedingen. De centrale bank doet het verwijt dat ze de schulden van de overheid financiert van de hand. Ze stelt in haar verklaring dat het opkopen van staatsobligaties “slechts monetair beleid is en dat het niet bedoeld is om fiscale tekorten te financieren”.

    De Bank of Japan zegt dat haar ‘reflatiestrategie’ alleen werkt als hogere inflatieverwachtingen consumenten en bedrijven ertoe brengt om aankopen naar voren te halen. Consumenten en bedrijven die juist hun aankopen uitstelden hebben gezorgd voor de jarenlange deflatie, aldus de Bank of Japan. Ook de lagere productiekosten in China en de vergrijzing van de Japanse bevolking worden aangehaald als oorzaken van dalende prijzen.

    Hieronder ziet u de vijf pagina’s tellende verklaring van de Bank of Japan. Daaronder staan nog een aantal grafieken die de reactie van de financiele markten op het nieuwe stimuleringsprogramma van de Bank of Japan weergeven…

    BoJ

    In grafieken….

    Nikkei 225 (Bron: Yahoo Finance)

    Japanse yen versus US dollar (Bron: Yahoo Finance)

    Rente op Japanse 10 jaar staatsobligaties (Bron: Bloomberg)

    Goudprijs in Japanse yen (Bron: Goldprice.org)

    Prognose bankbalans Bank of Japan (Bron: SocGen, via Zero Hedge)

    Prognose groei monetaire basis Japan (Bron: SocGen, via Zero Hedge)

    De magische handen van gouveeur Kuroda brengen de markt in beweging

  • Zuid-Korea verkleint dollarreserves en koopt goud

    In 2007, toen de Zuid-Koreaanse bank voor het eerst gedetailleerde gegevens verstrekte van haar valutareserves, was het aandeel van Amerikaanse dollars nog 64,6%. De naar verhouding kleiner wordende dollarreserves weerspiegelt twee ontwikkelingen. Enerzijds is dat de sterke groei van de goudreserve sinds 2011 en anderzijds de toenemende handel tussen Aziatische landen onderling. Deze diversificatie zorgt ervoor dat er naar verhouding meer goud, maar ook meer Chinese yuan op de balans van de Bank of Korea staat.

    De totale omvang van de reserves van de Bank of Korea nam in 2012 met 6,9% toe, naar een omgerekende waarde van $306 miljard. Volgens de centrale bank kon de waardestijging van de reserves toegeschreven worden aan het aankopen van goud en Chinese activa en een waardestijging van euro's en Britse ponden.

    De centrale bank breidde haar reserves in de vorm van aandelenposities uit van 5,4 in 2011 naar 5,7% in het afgelopen jaar. De portefeuille van staatsobligaties werd naar verhouding ook wat groter, van 36,8% in 2011 naar 38% van de totale reserves in 2012. De Zuid-Koreaanse centrale bank bezit momenteel staatsobligaties van de VS, Japan, Canada en Duitsland. “Onze positie in Amerikaanse dollars wijkt niet veel af van de positie die andere centrale banken hebben in deze valuta”, zo verklaarde Kang Sung Kyung van de Bank of Korea tegenover Bloomberg.

    Yuan

    In 2012 kreeg de Bank of Korea een licentie van de Chinese centrale bank om Chinese aandelen en obligaties te kopen. Daar heeft de Bank of Korea gretig gebruik van gemaakt. Een aanzienlijke hoeveelheid van de 20 miljard yuan zou reeds omgezet zijn in Chinees schuldpapier, zo liet Choo Heung Sik van de Bank of Korea vorig jaar november weten. Daaaast is een bedrag van 1,8 miljard yuan al omgezet in Chinese aandelen, de maximale hoeveelheid die de Zuid-Koreaanse bank mag kopen volgens de licentie van de People's Bank of China.

    Goud

    In 2011 begon de Zuid-Koreaanse bank actief goud te kopen en besloot het de goudreserve periodiek te waarderen naar de marktprijs van goud. Voordat Zuid-Korea weer goud ging kopen stond er 14,44 ton edelmetaal op de balans, gewaardeerd tegen ongeveer 90 miljard Zuid-Koreaanse won. Begin dit jaar stond er 84,4 ton goud op de balans, gewaardeerd tegen een veel hoger bedrag van 4.029 miljard won. In februari heeft het land nog eens 20 ton goud gekocht, waarmee haar totale goudvoorraad op 104,4 ton uitkomt.

    De data van de Bank of Korea laat die laatste stijging op het moment van schrijven nog niet zien. Gewaardeerd tegen actuele goudprijs is de Zuid-Koreaanse goudreserve nu bijna 6.000 miljard won waard. Vergeleken met begin 2011 is de goudvoorraad 7,25x zo groot geworden, maar is de waarde ervan ruim 57x zo groot.

    Zuid-Korea koopt sinds 2011 weer goud om haar reserves te diversifiëren

  • Australië wil handel met China drijven in eigen valuta

    Volgens The Australian wil de Australische premier Julia Gillard met China praten over directe inwisselbaarheid van de Australische dollar in de Chinese yuan renminbi. Deze week zal Gillard aanwezig zijn op het Boao Forum, onder andere in Beijing en Shanghai. Met een directe inwisselbaarheid van deze valuta zou de handel tussen de twee landen nog beter ondersteund worden.

    Dit bericht, waar de Australische premier zelf nog niets over wilde zeggen, past in een reeks van ontwikkelingen in de opkomende economieën. Steeds meer landen willen de afhankelijkheid van het dollarsysteem beperken, door onderlinge handel in eigen valuta mogelijk te maken en door lange termijn handelsovereenkomsten te sluiten in de eigen valuta. De centrale banken van Australië en China kwamen in 2012 al tot een valutaswap van 30 miljard Australische dollars, waarmee het handelen in de eigen valuta al gemakkelijker werd voor Australische bedrijven die zaken doen met China.

    China is de belangrijkste afzetmarkt voor Australië. In de eerste maand van dit jaar werd er voor $9,9 miljard Australische dollars al goederen en diensten verkocht in China. Volgens Arthur Sinodinos, de oppositieleider in Australie, verlangt het Australische bedrijfsleven al enige tijd naar een overeenkomst voor directe inwisselbaarheid van de twee valuta. Het zou vooral kostenverlagend werken.

    Ook andere landen hebben al samenwerking gezocht met China om de Amerikaanse dollar verder uit te kunnen sluiten. Een greep uit het archief van Marketupdate:

    Australie wil handelsrelatie met China intensiveren (Afbeelding van AFP)

    Steeds meer handel tussen China en Australië (Bron: Bloomberg)

  • Rusland wil contante betalingen beperken tot €7.500

    Moskou denkt op deze manier twee vliegen in één klap te kunnen slaan, maar experts zijn sceptisch. Al in 2014 wordt het maximaal toegestane bedrag voor contante betalingen bepaald op 600.000 roebels (~ €15.000) en een jaar later wordt deze limiet gehalveerd tot 300.000 roebels. Ook het salaris van werknemers mag vanaf dat moment niet meer contant betaald worden als het bedrijf meer dan 35 werknemers telt, zo valt op te maken uit het document dat de Russische minister van Financien naar de regering stuurde.

    Betalingen met bankpassen en creditcards bestaan als sinds 1969 in Rusland. Dat waren speciale 'Diners Club' kaarten die alleen geaccepteerd werden in specuaile winkels voor buitenlandse toeristen en Russen die buitenlands geld bij zich hadden. Dit soort kredietpassen waren in feite alleen voorbehouden aan de rijke Russen met een goede kredietwaardigheid.

    Terwijl betalingen met pinpassen in ons land  al veel populairder zijn dan betaling met contant geld kent de Russische economie nog relatief veel cash betalingen. Van alle banktransacties die men in Rusland registreert is 85% het opnemen van contant geld bij een bankautomaat. Tussen 2005 en 2011 verviervoudigde het gebruik van contant geld zelfs in Rusland, terwijl dat in ons land juist alleen maar minder lijkt te worden. Volgens schattingen van de Russische centrale bank wordt 90% van alle goederen in het land betaald met contant geld.

    Schaduweconomie

    Het Russische Ministerie van Binnenlandse Zaken en het nationale Comité voor Corruptiebestrijding schatten de omvang van de markt voor het witwassen en omzetten van geld op 3,5 tot 7 biljoen roebels (€88 tot €175 miljard), omgerekend ongeveer 60% van de Russische rijksbegroting. Door de omvangrijke schaduweconomie loopt de staat veel belastinggeld mis. Ook verdwijnt er ieder jaar veel geld uit de economie richting buitenlandse bankrekeningen. Volgens Sergey Ignatyev, voormalig voorzitter van de centrale bank van Rusland, is er alleen in 2012 al voor $50 miljard aan geld illegaal uit de economie weggelekt.

    Volgens Russia Beyond the Headlines kan het beperken van cash betalingen zorgen voor hogere prijzen voor auto's, woningen en vakantiereizen en andere grote uitgaven. Dat komt omdat banken nog steeds kosten in rekening brengen voor digitale betalingen. Het gaat dan al snel om 2 tot 4 procent, een aanzienlijk bedrag op een aankoop van omgerekend een paar duizend euro.

    Hoge transactiekosten

    Volgens Svetlana Kostromina van een Russische Volkswagen dealer wordt slechts één of twee van iedere 300 verkochte auto's digitaal betaald via een bankoverschrijving. Dat komt omdat de autodealer minimaal 1,8% over het bedrag moet doorrekenen aan de klant voor de bankkosten. Bij het aankopen van woningen zouden de kosten die banken vragen voor een bankoverschrijving nog veel hoger liggen, zo schrijft de Russische nieuwssite.

    Het mag duidelijk zijn dat een grote doorbraak van giraal geld in Rusland pas mogelijk is als deze kosten sterk teruggebracht zijn. Tot die tijd is het veel lucratiever om grote aankopen met briefgeld te doen.

    Russische roebels

  • BRICS-landen willen alternatief voor IMF en Wereldbank oprichten

    De BRICS-landen, die gezamenlijk een valutareserve van $4,4 biljoen bezitten en die 43% van de wereldbevolking vertegenwoordigen, willen dat hun macht in het wereldwijde financiële systeem meer in overeenstemming is met hun groeiende economische macht. Momenteel wordt het inteationale financiële systeem nog gedomineerd door ‘Westerse’ instituties als het IMF en de Wereldbank. De BRICS-landen, dat zijn Brazilie, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, roepen op tot een herziening van het management van deze twee instituties, die hun oorsprong vonden in Bretton Woods in 1944.

    Traditioneel zijn de leiders van de Wereldbank altijd Amerikanen en wordt het IMF geleidt door een Europeaan. De opkomende BRICS-landen, die steeds belangrijker worden in een verschuivende wereldeconomie, voelen zich onvoldoende vertegenwoordigd in de huidige inteationale financiële structuur.

    “De sterkste motivering voor de BRICS-landen is vrijwel zeker de creatie van nieuwe Bretton-Woods achtige instituties die zich meer richten op de opkomende economieën van deze wereld. Er is een machtsverschuiving gaande van de traditionele naar de opkomende economieën. Er zijn in de Westerse wereld veel geopolitieke zorgen over deze ontwikkeling”, zo verklaarde de CEO van Frontier Advisory, Martyn Davies.

    Hervorming noodzakelijk

    “We moeten de manier veranderen waarop de zaken gedaan worden tussen inteationale financiële instituties”, zo verklaarde de Zuid-Afrikaanse minister van Inteationale Relaties Maite Nkoana-Mashabane tijdens een speech die ze op 15 maart hield in Johannesburg. “We moeten deze hervormen”.

    De VS slaagde er niet in een overeenkomst uit 2010 na te komen die opkomende markten meer ruimte zou geven in het IMF, terwijl ze de Amerikaan Jim Yong Kim aanstelde als topman van de Wereldbank. Opnieuw ging een Amerikaan voor andere kandidaten die werden aangedragen uit Nigeria en Colombia.

    De ministers van Financiën en de gouveeurs van de centrale banken van de BRICS-landen zitten vandaag en morgen in het Zuid-Afrikaanse Durbanom de tafel om te praten over een gezamenlijke financiële institutie en het genoemde valutafonds. De wereldleiders van de BRICS-landen worden iets later verwacht.

    BRICS

    De naam BRIC-landen werd bedacht door Jim O’Neill van goldman Sachs Asset Management. Hij voorzag in 2001 dat deze vier landen tegen 2020 in economische kracht minstens zo machtig zouden kunnen zijn als de VS, gemeten naar economische activiteit. Vier jaar geleden kwam de regeringsleiders van deze vier landen bijeen en in decmeber 2010 werd ook Zuid-Afrika aan dit groepje toegevoegd.

    De handel tussen de BRICS-landen steeg vorig jaar naar omgerekend $282 miljard, meer dan tien keer zoveel als de $27 miljard in 2002. Naar verwachting kan de omvang van de handel tussen deze vijf opkomende economieën in 2015 de $500 miljard bereiken. Die gegevens vond Bloomberg bij de Braziliaanse regering.

    O’Neil zei er het volgende over in een email naar de redactie van Bloomberg:

    “Als ze erin slagen een BRICS-bank te introduceren is dat een hele prestatie. Het symboliseert in elk geval dat ze als politieke groep iets kunnen bereiken en het zal in de toekomst mogelijk nog veel meer kunnen betekenen Ook betekent het dat ze een eigen soort van Wereldbank zullen hebben, die kan helpen bij het financieren van projecten die de infrastructuur verbeteren en de handel bevorderen.”

    In principe kunnen de leiders van de BRICS-landen tijdens dit topoverleg al een dergelijke ontwikkelingsbank in het leven roepen, maar er zou nog steeds discussie zijn over hoe een dergelijke alteatieve Wereldbank moet gaan opereren en waar de financiële middelen vandaan moeten komen. Volgens Mikhail Margelov, gezant van de Russische president tijdens het BRICS-topoverleg, hoeft er deze week nog geen gedetailleerde overeenkomst verwacht te worden. Rusland heeft de voorkeur uitgesproken om de eerste contributie val ieder land te beperken tot $10 miljard. Dat zei hij volgens Bloomberg op 15 maart tijdens een interview in Moskou.

    Valutaswaps

    “Het zal nog wel even duren voordat het voor deze bank zinvol wordt om bijvoorbeeld een spoorweg te financieren”, zo licht analist Simon Freemantle van Standard Bank Group toe. Deze financiële instelling is de grootste kredietverstrekker van Zuid-Afrika. Volgens de Zuid-Afrikaanse minister van Handel, Rob Davies, is ook een gezamenlijke valutaswap nog ver weg. In oktober maakte de Braziliaanse minister van Financiën, Guido Mantega, bekend dat de valutaswap wordt vormgegeven naar het ‘Chiang Mai Initiative’, dat Japan, China, Zuid-Korea en tien andere Zuidoost Aziatische landen toegang geeft tot $240 miljard aan noodliquiditeit. Dat geld is bedoeld om wereldwijde financiële schokken op te vangen.

    De extreem lage rente in de VS, Japan en in Europa hebben de interesse van buitenlandse beleggers gewekt. die willen steeds meer investeren in beter renderende beleggingen in de opkomende economieën. Brazilië waarschuwde eerder al voor een valutaoorlog, indien landen een strategie hanteren die de export moet stimuleren middels het zwakker maken van de eigen valuta.

    De BRICS-landen willen meer tegenwicht bieden aan instituties als de Wereldbank en het IMF (Afbeelding: AFP / Getty Images)

  • Bank of Japan wil rente verlagen met aankoop staatsobligaties

    Kuroda zei dat het één van de beleidsopties van de centrale bank is om de looptijd van de staatsobligaties die ze koopt op te rekken van drie naar vijf jaar. Ook gaf de gouveeur van de Bank of Japan aan dat de centrale bank ook meer riskante financiële activa kan kopen, maar daar zouden de negen leden van het bestuur van de centrale bank zich eerst over moeten buigen.

    “We gaan nauwkeurig onderzoeken wat de meest effectieve stap is, zodat we volledig gebruik maken van de capaciteiten die de Bank of Japan heeft”, zo verklaarde Kuroda dinsdag in het Japanse parlement tijdens de halfjaarlijkse toelichting van het beleid van de centrale bank en de toestand van de economie.

    Alles doen wat mogelijk is

    Kuroda zegt er alles aan te doen wat binnen haar mogelijkheden ligt om de 2% inflatie te bereiken, maar dat het uitbreiden van de monetaire basis – of geld op bankrekeningen – alleen niet genoeg is. “Monetaire verruiming heeft een zeker effect op de economie, maar we moeten niet alleen op dat effect vertrouwen”. De gouveeur van de Bank of Japan benadrukte de noodzaak van de centrale bank om zich te richten op bezittingen die het meest effectief de kosten van het lenen en de risicopremie omlaag kunnen brengen.

    “De Bank of Japan zal haar balans uitbreiden door staatsobligaties met een langere looptijd te kopen. Door aankopen te diversificeren richting schuldpapier met een langere looptijd kan de rentecurve omlaag gebracht worden”, zo lichtte hij toe. Naast staatsobligaties met een looptijd van drie jaar zullen nu ook exemplaren met een looptijd van vijf jaar aan de balans worden toegevoegd, zo schrijft Reuters.

    Kuroda heeft zich geschikt naar de wens van de Japanse president Shinzo Abe om een agressiever monetair beleid te voeren dat de inflatie verder moet aanjagen. De vorige gouveeur van de Bank of Japan hield zijn poot stijf en moest uiteindelijk het veld ruimen voor Kuroda, die wat minder moeite heeft met het aanzetten van de geldpers.

    Wisselkoersbeleid

    De Japanse premier spreekt van het stoppen van de deflatie. Sinds juli vorig jaar was er iedere maand sprake van een negatiefe jaar-op-jaar prijsontwikkeling. Toch valt niet te ontkennen dat de Japanse premier ook een actief wisselkoersbeleid voert. Door steeds te benadrukken dat de inflatie omhoog moet en dat de centrale bank daarvoor zal zorgen drijft hij valutahandelaren uit de yen. Sinds begin oktober vorig jaar heeft de Japanse valuta al bijna 20% van haar waarde verloren ten opzichte van de dollar en de euro. Vooralsnog blijkt de strategie van een goedkope yen nog geen vruchten af te werpen, want de afgelopen twee maanden zag het land een tekort op de handelsbalans.

    Kuroda zorgt dat er genoeg geld gedrukt wordt door de Japanse centrale bank (

  • Venezuela bedreigt ‘dollarspeculanten’ met celstraf

    “We onderzoeken de situatie en we gaan ze vervolgen”, zo vertelde Maduro op de staatstelevisie. “We hopen dat we diegene die verantwoordelijk zijn voor dollarspeculatie spoedig te pakken krijgen. We willen ze in de gevangenis zien”, zo voegde hij eraan toe.

    Het tekort aan dollars is sinds februari alleen nog maar groter geworden, toen de regering van Venezuela haar munt met 46% devalueerde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De officiele wisselkoers ging van 4,3 naar 6,3 bolivar per dollar, een wisselkoers die overigens alleen gehanteerd werd bij het wisselkantoor van de overheid. De overheid blijft benadrukken dat dit de echte wisselkoers is, maar het wisselkantoor paste deze koers alleen toe op de import van de meest noodzakelijke goederen als voedsel en medicijnen. Het wisselkantoor werd volledig gesloten, tegelijk met de laatste devaluatie van begin februari.

    Bedrijven die andere producten importeren moeten naar de zwarte markt om dollars te verkrijgen, een markt waar de feitelijke wisselkoers veel hoger ligt. Bedrijven betalen doorgaans 24 bolivar voor iedere dollar, een wisselkoers die bijna 4x zo hoog ligt. De website Dolartoday houdt de actuele wisselkoers tussen bolivar en dollars dagelijks in de gaten en publiceert deze op haar website.

    Op 19 maart maakte de Venezolaanse regering bekend aan een nieuw wisselkoers systeem te werken, waarin dollars geveild worden aan importeurs. Dit systeem moet volgens president Maduro een einde maken aan 'de parallele handel' in dollars, zo schrijft Bloomberg. “Het nieuwe systeem is opgezet als een alteatief voor de stormloop van parasitaire burgeoisie die op straat Amerikaanse dollars verkopen voor 20 tot 25 bolivars”.

    De devaluatie van de bolivar werd destijds volledig geneutraliseerd door goud en zilver. Deze edelmetalen stegen na opening van de handel met bijna 46%, even veel als de devaluatie van de munt tegenover de dollar.

    President Venezuela geeft 'valutaspeculanten' de schuld van handel in dollars tegen een hogere koers

  • Jens Weidmann: “Centrale banken moeten focus op prijsstabiliteit niet verliezen”

    BB: Weidmann, de Bundesbank verhoogde haar risico provisie deze week naar €14 miljard vanwege de eurocrisis. Wil dat zeggen dat het ergste nog moet komen?

    JW: We zijn nu al drie jaar verwikkeld in het poces van het opbouwen van reserves. Dat reflecteert de risico's van monetair beleid en crisismaatregelen van de centrale bank. De eurocrisis is zeker nog niet voorbij. Het vinden van een blijvende oplossing zal nog steeds wat tijd in beslag nemen.

    BB: De Duitse minister Woflgang Schauble van Financiën heeft een heel andere visie. Recent gaf hij min of meer het signaal dat het weer beter gaat, maar u stuurt een nieuw crisis-signaal uit.

    JW: Onze analyse is niet veranderd. We hebben altijd al duidelijk gemaakt dat de eurocrisis niet voorbij zal gaan voordat structurele problemen opgelost zijn, vooral het gebrek aan concurrentievermogen en de hoge schuldenlast. Geloven dat alles nu op orde is omdat de financiele markten wat rustiger zijn geworden is een illusie en maakt de feitelijke situatie niet beter. Het verlaagt alleen de druk op landen om de blijvende onbalans in hun economieen aan te pakken.

    BB: Hoe groot is het gevaar dat grote landen zoals Frankrijk zich niet aan hun belofte houden om te hervormen? Zal Frankrijk erin slagen haar economie weer op orde te brengen?

    JW: Er zal geen twijfel over bestaan dat Frankrijk haar concurrentievermogen en aandeel op de wereldmarkt verloren heeft, terwijl het land nog steeds tekorten heeft op haar begroting. Daar moet actie op worden ondeomen. Echter zie ik Frankrijk niet als een crisisland. Net als Duitsland is ook Frankrijk een zwaargewicht is Europa en draagt ze ook een zekere verantwoordelijkheid in de Europese context. Daarom moet ze een voorbeeldfunctie vervullen in het naleven van Europese overeenkomsten en procedures.

    BB: Italië moet ene grotere zorg voor u zijn. Hervormer Mario Monti is weggestemd en er is nu een groot gevoel van politieke onzekerheid. Is het voor de Europese Centrale Bank nog steeds zinvol om miljarden euro's in het land te pompen?

    JW: Als politieke sleutelfiguren in Italië praten over het terugdraaien van hervormingen of zelfs over het verlaten van de muntunie, dan zal de Italiaanse obligatierente als gevolg daarvan sterk stijgen. Dit kan en mag geen reden zijn voor interventie door de centrale bank. Uiteindelijk is het een kwestie van politici in het land zelf die het vertrouwen hoog moeten houden in de houdbaarheid van de publieke financiën.

    BB: Met andere woorden: Als Italië en haar poltici met vuur spelen, dan dragen ze daar zelf de gevolgen voor?

    JW: Om er zeker van te zijn dat de monetaire unie een stabiele unie blijft werd een basisprincipe opgenomen in de verdragen: Elk land is voor haarzelf verantwoordelijk. Het is aan het electoraat en de overheid om te bepalen welke richting het nationale beleid op gaat en zij zijn het ook die daar de gevolgen van moeten ondervinden. Ze moeten niet op anderen kunnen leunen om deze kosten te dragen. Juist om deze reden is een uitvoerige uitwisseling van verplichtingen en geldpersfinanciering door de centrale bank volgens het Europese verdrag verboden.

    BB: Maar zelfs de leider van de Vrije Democratische Partij, Rainer Bruderle, praat openlijk over een vooruitzicht van Italië dat de Eurozone verlaat.

    JW: Ik heb geen aandeel in die discussie, maar tegelijkertijd denk ik ook dat het niet behulpzaam is. Hetzelfde geldt voor uitspraken die Italiaanse politici zouden maken tegenover andere landen.

    BB: Veel Europese politici vragen om meer crisishulp van de Europese Centrale Bank. Hoe gevaarlijk is deze constante politieke druk voor uw onafhankelijkheid? 

    JW: De trend van politieke beïnvloeding van de centrale bank is niet iets dat zich beperkt tot de eurozone. Het is een wereldwijd fenomeen. Centrale banken hebben de rol op zich genomen om brandjes te bestrijden in deze crisis en daarin hebben ze de scheidingslijn doen vervagen tussen monetair beleid en het fiscale beleid van de regering. Dit vormt een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de centrale banken. Het gevaar loert dat het vertrouwen verloren gaat in centrale banken die hun focus op prijsstabiliteit zouden moeten leggen.

    BB: Veel regeringsleiders willen beroep op u doen om als centrale bankier meer te doen om brandjes te bestrijden. Ze richten zich niet op de politiek in eigen land.

    JW: Dat is inderdaad het geval en dat is heen nieuw fenomeen. Maar het is verre van correct. Het was uitgerekend deze reden waarvoor de monetaire unie geschapen werd en een nieuwe centrale bank gevestigd werd als volledig onafhankelijke institutie met één helder doel van prijsstabiliteit. Een simpele reden waarom men steeds oproept tot ingrijpen door de centrale bank is omdat het een manier is om het complexe proces van politieke overeenkomst te vermijden. Hoe dan ook, sommige beslissingen moeten gewoon gemaakt worden door politici, dus in het parlement. Als centrale bankiers de problemen van politici moeten oplossen, dan riskeren ze de focus te verliezen om hun enige doel, namelijk prijsstabiliteit.

    BB: Wat heeft de eurocrisis Duitsland tot op heden gekost? En welke risico's van miljarden euro's staan nog in de boeken?

    JW: Het draait momenteel niet om de kosten, maar het hoge risico dat de centrale bank heeft genomen. Deels door directe financiële assistentie en deels door monetaire maatregelen zoals het aankopen van staatsobligaties. Uiteindelijk zullen de Europese belastingbetalers deze risico's moeten dragen.

    BB: De Bundesbank heeft totnogtoe miljarden aan rente verdiend op al het Griekse, Spaanse en Italiaanse staatspapier.

    JW: Dat klopt, maar deze renteopbrengst is alleen maar zo hoog omdat het risico dat we op ons genomen hebben ze groot is. Een hoog rendement gaat doorgaans had in hand met een hoog risico en dat geldt ook voor de staatsobligaties die we op onze balans hebben opgenomen.

    BB: De Bundesbank is geen hedgefonds, toch?

    JW: Nee. Het is ook helemaal niet de taak voor een centrale bank om winst te genereren of om deel te nemen in risicovolle transacties met als doel winst te behalen. Onze taak is niets meer of minder dan het bewaken van monetaire stabiliteit. Een hoger risico op de balans zetten is duidelijk onvermijdelijk voor een centrale bankier in crisistijd. Desondanks zijn we tegenstander van een extensieve overdracht van solvabiliteitsrisico's bij overheden en financiele banken naar de balans van de centrale bank. Deze risico's strekken verder dan ons mandaat.

    BB: Zou Duitsland meer moeten doen om zwakke landen in de eurozone te helpen? Bijvoorbeeld door de lonen in eigen land te verhogen en door minder te exporteren? Dat is een oproep van sommige linkse politici en experts.

    JW: Deze benadering zal het probleem niet oplossen en zal aan het eind van de rit niemand beter maken. De Bundesbank heeft hier berekeningen op losgelaten. Het resultaat van deze berekeningen was dat, indien Duitsland haar concurrentievermogen ten opzichte van andere eurolanden zou verzwakken – door bijvoorbeeld de lonen sneller te laten stijgen dan de productiviteit – dat er dan een gevaar loert dat de werkgelegenheid en productiviteit van Duitsland omlaag gaat zonder dat er een positief effect gemeten zal worden in de eurolanden die hard door de crisis geraakt zijn. Europa is geen eiland, de eurozone moet als geheel meer concurrerend worden in een wereldwijde markt.

    BB: Desondanks is er, ook in Duitsland, een sterke oproep om de lonen significant te verhogen…

    JW: Duitse werkgevers en vakbonden hebben zeer verantwoord gereageerd in de laatste jaren. Dat heeft absoluut geholpen om onze werkloosheid laag te houden. Ik neem aan dat men dit pad zal blijven volgen. Echter, met sterke werkgelegenheidscijfers en een gunstig macro-economisch vooruitzicht, zullen de lonen in Duitsland waarschijnlijk wel harder gaan stijgen dan in andere landen van de eurozone.

    BB: Ook al doet Duitsland het goed op dit moment, hoe urgent is er dan een hervormingsoffensief nodig. Een “Agenda 2020”?

    JW: We moeten alle gebeurtenissen in de gaten houden en niet de fout maken gemakzuchtig te worden en daarmee in gevaar te brengen wat reeds bereikt is. Duitsland staat voor grote uitdagingen. Eén van de grootste is de vergrijzing van de bevolking. Het is daarom van groot belang dat we ons sociale zekerheidsstelsel en onze arbeidsmarkt daar ruim op tijd op afstemmen.

    BB: Luistert de regering naar deze wens? Of wil je graag meer steun ontvangen?

    JW: Ik geloof dat mijn stem, als president van de Bundesbank, gehoord wordt. Of het advies van de Bundesbank altijd ter harte wordt genomen is een andere vraag. Echter, politici moeten deze beslissingen nemen en dat is maar goed ook. We zullen blijven proberen mensen te overtuigen van onze argumenten. Mijn indruk is dat onze beleidsfocus op stabiliteit brede steun geniet bij het Duitse publiek.

    BB: Dat is niet vreemd, men vraagt zich toch af wat voor gevaren de eurocrisis meebrengt voor spaartegoeden, nietwaar?

    JW: Wij nemen deze zorgen erg serieus. De rente die men krijgt op zeer veilige financiele activa is momenteel wat lager dan de inflatie. Dit is geen normale situatie, het is een gevolg van de crisis. De rente zal terugkeren naar een normaal niveau zodra deze crisis voorbij is. Wij als centrale bank hebben de taak om de prijsstabiliteit te bewaken en moeten er dus ook voor zorgen dat inflatie de koopkracht van het spaargeld van de mensen niet opeet.

    BB: Veel politici hebben er een andere kijk op. Die prefereren een hogere inflatie om de crisis en de schuldenlast te verlichten.

    JW: Er zijn er inderdaad een aantal die de oplossing zien in een hogere inflatie. Ik zie een dergelijke benadering als potentieel ontvlambaar. Zodra je de inflatie laat oplopen wordt het zeer moeilijk om deze weer te bestrijden. Op de korte termijn geven onze projecties geen excessieve prijsstijging weer. Echter zou ik willen waarschuwen voor een onderschatting van het middellange en langetermijn risico voor de stabiliteit. Er mag geen twijfel over bestaan dat, zodra het kan, het monetaire beleid weer strakker getrokken zal worden.

    BB: Zorgt angst voor inflatie al voor een vlucht richting aandelen en vastgoed? Is er hier een gevaar van speculatieve bubbels?

    JW: Er zal geen twijfel over bestaan dat een omgeving met een zeer lage rente en onzerheid over de toekomst een effect heeft op de beleggingsbeslissingen van veel mensen. Desondanks zie ik momenteel nog geen speculatieve bubbels in Duitsland. Aandelenkoersen moeten geevalueerd worden in de context van winstverwachtingen. Stijgende prijzen in vastgoed zijn niet problematisch, zo lang deze niet gedreven wordt door een sterke toename in de hypotheekschuld. Dat zien we momenteel niet. Echter, in de toekomst zal de Bundesbank meer data gaan verzamelen uit kritische deelmarkten. Een voorbeeld daarvan is de prijsontwikkeling is grote stedelijke gebieden. Je kunt er gerust op zijn dat wij deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden.

    BB: Veel mensen buiten Duitsland zien onze angst voor inflatie als irrationeel en soms zelfs als hysterisch. Is dat ook zo?

    JW: Het is alles behalve irrationaliteit of Duitse gekheid. Binnen de Europese Centrale Bank kwamen we tot een heldere definitie van prijsstabiliteit. Voor ons betekent prijsstabiliteit een inflatie onder, maar dicht bij, de twee procent over de middellange termijn. Na de hoge inflatie van de jaren '70 en '80 zijn meer landen gaan erkennen dat prijsstabiliteit niet schadelijk maar juist bevorderlijk is voor economische groei.

    BB: Jullie eenzijdige benadering heeft bijna een campagne tegen jullie veroorzaakt buiten Duitsland: Men zegt dat jullie bij de Europese Centrale Bank geisoleerd zijn. De Amerikaanse president Barack Obama zou zelfs minachtend gevraagd hebben: “Wie is dat?” In hoeverre heeft dit invloed op u gehad?

    JW: Het is zeker geen schande dat de Amerikaanse president zich uitlaat over mijn posities. Het laat in feite zien dat onze argumenten besproken worden en dat de Bundesbank serieus genomen wordt. De eurozone zit vast in een crisis en wij worstelen om de juiste antwoorden te vinden. De Bundesbank pleit voor een op prijsstabiliteit georienteerde positie en ziet het als een vergissing om monetair beleid te overladen met teveel taken.

    BB: Spreekt Duitsland met één stem binnen de ECB of zou je meer steun willen hebben van Jorg Asmussen?

    JW: Het zou verkeerd zijn om aan te nemen dat de ECB nationale belangen wil vertegenwoordigen, of dat nou Duitse, Franse of andere belangen zijn. Wij hebben als taak om monetair beleid te voeren voor de eurozone als geheel. Het zou een gevaarlijke ontwikkeling zijn om onderscheid te maken tussen Duitse, Franse of andere belangen. Het is exact om deze reden dat ik gepleit heb voor een duidelijke scheiding tussen Europees monetair beleid en fiscaal en economisch beleid op nationaal niveau. Als we deze scheiding niet respecteren, dan komt inderdaad de vertegenwoordiging van nationale belangen naar voren.

    BB: Maakt de kracht en het economische succes van Duitsland de onderhandelingen moeilijker voor u?

    JW: Zelfs als Duitsland sterker door deze crisis komt dan andere landen in de eurozone zou het een vergissing zijn om een arrogante en aanmatigende houding aan te nemen. Hoe dan ook is Duitsland wel een voorbeeld van hoe structurele hervorming loont.

    BB: In welke mate heeft u de afgelopen jaren geprofiteerd van de nauwe samenwerking met bondskanselier Angela Merkel?

    JW: Het is zeker niet slecht om vertrouwd te zijn met hoe de politiek werkt in Berlijn. Ik heb veel geleerd van de samenwerking met de bondskanselier en ik vond het persoonlijk erg lonend. Echter, als president van de Bundesbank heb ik een totaal andere functie dan die ik had in de regering.

    BB: Hoe close is het contant tussen u en de bondskanselier nu?

    JW: De president van de Bundesbank en de bondskanselier zijn met elkaar verbonden via verschillende formele kanalen. Zo ben ik aanwezig bij kabinetsbijeenkomsten als de Duitse begroting besproken wordt. Ook adviseer ik de bondskanselier inzake monetair beleid. We hebben een extensieve uitwisseling van ideeën.

    BB: Je praat over de discussies tussen de president van de Bundesbank en de bondskanselier. Maar hoe close communiceren Jens Weidmann en Angela Merkel met elkaar als persoon?

    JW: We hebben een persoonlijke relatie die gebouwd is op vertrouwen. Dat maakt het voor ons makkelijker om delicate onderwerpen te bespreken, ook als onze meningen soms verschillen.

    Jens Weidmann benadrukt het belang van onafhankelijkheid van een centrale bank (afbeelding van Reuters)

    Bron artikel: Bundesbank

    Vertaling door: Frank Knopers

  • Noors staatsfonds verkleint blootstelling aan ‘ontwikkelde landen’

    Het verkleinen van de blootstelling aan de dollar, euro, yen en het Britse pond is volgens Yngve Slyngstad, CEO van Norges Bank Investment Management een verstandig besluit. “Deze vier valuta hebben allemaal structurele problemen, met betrekking tot de staatsschulden, de schulden in de private sector, een onconventieel monetair beleid, economische groei of de demografie van het land”, zo verklaarde hij tegenover Bloomberg.

    Het centrale vraagstuk is hoe centrale bankiers wereldwijd uiteindelijk hun monetaire stimuleringsbeleid, waar ze sinds 2008 mee bezig zijn, zullen gaan terugdraaien. Het balanstotaal van de centrale banken die bij de genoemde valuta horen is sinds het uitbreken van de financiële crisis sterk toegenomen. Tegelijkertijd zagen overheden hu staatsschuld oplopen, doordat ze een stimulerend beleid voerden en/of banken overheid hielden met staatssteun en nationalisaties. De problemen zijn voorlopig nog niet voorbij, want Europa worstelt nu al vier jaar met fiscale problemen en in Amerika en het Verenigd Koninkrijk is de geldpers aangezet om een soortgelijk fiscaal probleem te verdoezelen.

    Hetzelfde Noorse investeringsfonds reageerde vorig jaar al op de veranderende marktomstandigheden, door 150 miljard kronen in staatsobligaties van opkomende markten te beleggen en het marktaandeel van deze schuldpapieren in de portefeuille op te rekken van 0,4 naar 10,2 procent. Het fonds breidde haar aandeel in Mexicaanse staatsobligaties in het vierde kwartaal van vorig jaar met 14% uit tot omgerekend 22,6 miljard kronen. Het fonds kocht voor het eerst staatsobligaties van Turkije, Rusland en Taiwan.

    De positie in Franse schuldpapieren werd met 25% teruggebracht, de Britse met 13%. Ook heeft het fonds het aantal beleggingen in Japanse yen teruggeschroefd. Het Noorse staatsfonds is naar eigen zeggen haar portefeuille opnieuw aan het inrichten om meer te profiteren van wereldwijde economische groei. In 2012 bereiktehet fonds een rendement van 13,4%, het op twee na beste rendement in een jaar sinds het fonds bestaat. In 2012 werd de blootstelling aan Europa als geheel verkleind van 53 naar 48 procent. Het fonds heeft als doelstelling de blootstelling aan Europese markten te verkleinen tot 40%.

    Veilige haven?

    Noorwegen wordt door spaarders en beleggers steeds meer gezien als een veilige haven, omdat het land relatief weinig schulden heeft en door haar oliereserves voldoende exportcapaciteit heeft. De waarde van de Noorse kroon is sinds begin 2009, toen de Europese schuldencrisis aan de oppervlakte kwam, al met bijna 22% gestegen ten opzichte van de euro. Ondertussen bewegen de Japanse yen en het Britse pond juist de andere kant op. De yen staat op het laagste punt sinds augustus 2009 en het Britse pond staat op het laagste punt sinds juni 2010, beide vergeleken met de Amerikaanse dollar. Uitgedrukt in goud tikte de Japanse yen eerder dit jaar zelfs een all-time high aan van ¥156.700 per troy ounce. Om het verder apprecieren van de kroon tegen te gaan heeft Noorse centrale bank tussen 2011 en 2012 twee keer de rente verlaagd.

    Noors pensioenfonds verkleint blootstelling aan euro, dollar, yen en Britse pond (Afbeelding via Aerotravel.com.ua)

  • Dijsselbloem: “Groot-Brittannië kwetsbaar voor valutaspeculanten”

    De opmerking van Dijsselbloem, die ook de rol van minister van Financiën vervult in ons eigen land, komt vlak voor de bekendmaking van de nieuwe begroting van de Britse regering Cameron en na een periode waarin het Britse pond aan waarde verloor tegenover de euro. Sinds het begin van dit jaar is het pond al gezakt van €1,23 naar €1,16. Ook roept de waarschuwing van Dijsselbloem herinneringen op van de valutacrisis in het Britse pond in 1992, toen Groot-Brittannië uit het Europese wisselkoersmechanisme stapte dat opgezet was in de aanloop naar de introductie van de euro.

    Dijsselbloem deed zijn uitspraak voor studenten van de Universiteit van Amsterdam. Hij zei dat Groot-Brittannië er veel slechter voor staat dan de VS, omdat het land een veel groter financieringsprobleem heeft dan de VS. De twee landen hebben ongeveer een even hoog begrotingstekort, uitgedrukt als percentage van het BBP.

    Valutaspeculanten en kredietbeoordelaars

    “Engeland is kwetsbaar voor valutaspeculanten, dat hebben we in het verleden gezien. Een nieuwe crisis in het Britse pond kan zo weer gebeuren”, aldus Dijsselbloem. De uitspraak van de voorzitter van de Eurogroep doet denken aan de aanval van Christian Noyer – de centrale bankier van Frankrijk – aan het einde van 2011. Hij zei toen dat Groot-Brittannië eerder haar triple-A kredietstatus zou moeten verliezen dan Frankrijk.

    “De kredietbeoordelaars zouden moeten beginnen met het afwaarderen van Groot-Brittannie, een land dat meer schulden, een groter begrotingstekort, een hogere inflatie en minder economische groei heeft dan Frankrijk”, zo verwoorde Noyer destijds zijn klacht. Frankrijk verloor ondanks deze woorden haar AAA rating al binnen een maand. Groot-Brittannië zou een jaar later pas haar triple-A rating verliezen. Christian Noyer zorgde eind vorig jaar voor wat opschudding door te stellen dat het financiele centrum van Europa niet in Londen zou moeten zitten.

    De uitspraken van Dijsselbloem kunnen volgens de Telegraph schade toebrengen aan de relatie tussen het valutablok en het Verenigd Koninkrijk. De Britse premier Cameron probeert de laatste tijd juist nieuwe regels uit te onderhandelen voor het maximeren van bankiersbonussen. Op het Europese vasteland wil men die beperken tot maximaal 2x het jaarsalaris, maar daar tekent Cameron bezwaar tegen aan. Hij weet dat instemming met deze regel niet goed zal vallen bij de omvangrijke en machtige financiële sector van Londen.