Categorie: Valutacrisis

  • Goud beschermt tegen geldontwaarding: 20% stijging in Japanse yen

    Met onze Westerse blik kijken we primair naar wat goud heeft gedaan in euro's en dollars, om vervolgens tot de conclusie te komen dat de meeste aandelenmarkten in 2012 een (veel) beter rendement hebben gehaald. De AEX index ging met 10% omhoog en de Amerikaanse beurzen boekten soortgelijke rendementen. Maar in Japan zag het plaatje voor goud er heel anders uit. In plaats van een koersdaling in december ging daar de goudprijs er juist omhoog, als gevolg van de lagere wisselkoers van de yen.

    Inflatiepolitiek

    Shinzo Abe, de nieuwe premier van Japan, heeft grootse plannen om de inflatie aan te jagen en de economie te stimuleren met nog meer schulden. Schulden die eventueel door de eigen centrale bank opgekocht moeten worden. Het beleid van Abe werd al snel ingeprijsd op de financiële markten, want de wisselkoers van de munt ten opzichte van de dollar zakte eind vorig jaar weer naar het laagste niveau in 27 maanden tijd. Ook steeg de rente op langlopende staatsobligaties in de aanloop naar de Japanse verkiezingen.

    De spaarder met geld op de bank zal niet blij zijn met het nieuwe beleid van Abe, want door de zwakkere munt heeft het spaargeld steeds minder koopkracht. Japanners die goud bezitten of die een aandelenportefeuille hebben waren beter af. De goudprijs in ¥ steeg in 2012 met maar liefst 20,68%. Aandelen op de Nikkei 225 deden het nog iets beter, deze beursindex sloot 2012 af met een koerswinst van bijna 23%.

    Rendement goud in verschillende valuta per jaar (Bron: Goldprice.org)

    Prijsontwikkeling goud in Japanse yen (Goldprice.org)

  • Valutaoorlog: Japanse yen naar laagste punt in 27 maanden tijd

    Shinzo Abe werd mede verkozen door zijn agressieve standpunt ten aanzien van het 'bestrijden van de deflatie'. De Japans bevolking verwacht dat het beleid van Abe op den duur zal helpen op de Japanse economie te versterken, maar de premier moet beseffen dat hij met vuur speelt. Door de extreem hoge Japanse staatsschuld van meer dan 200% van het BBP is een substantiële stijging van de rente vrijwel niet te dragen.

    Momenteel gebruikt de Japanse overheid ongeveer een kwart van haar rijksbegroting voor de financiering van de staatsschuld. Zou de rente op staatsobligaties stijgen naar 2%, dan zouden de rentelasten groter worden dan de belastinginkomsten. Als Japan in deze val terecht komt is er geen weg meer terug en is een 'default' onvermijdelijk. Dat kan via herstructurering van de schuld of via geldontwaarding, scenario's waar vooral Japanse spaarders de dupe van zullen worden. De Japanse schuld werd in het verleden vooral gekocht door binnenlandse spaarders, pensioenfondsen en door Japanse bedrijven, maar door de vergrijzing en de dalende spaarquote is er steeds minder vraag naar Japans schuldpapier.

    Bank of Japan

    De Japanse centrale bank heeft zich bereid getoond mee te werken aan het stimuleringsbeleid van Shinzo Abe. Volgens Koichi Hamada, emeritus hoogleraar economie aan de Yale University en economisch adviseur van de nieuwe Japanse premier, moet de wet van de Bank of Japan herschreven worden zodat onafhankelijkheid plaats kan maken voor een grotere verantwoordelijkheid in het behalen van haar doelstelling. Volgens Hamada levert de Bank of Japan enige inspanning, maar hanteert ze nog een beleid van 'too little, too late'. Hamada verklaarde tegenover Reuters dat het noodzakelijk is de wet van de Bank of Japan aan te passen.

    “De Bank of Japan moet niet alleen staatsobligaties met een lange looptijd, maar een breder scala aan schulden kopen. Denk daarbij aan schulden in de private sector en hypotheekschulden”, aldus Hamada. Een gouveeur van de Bank of Japan, Masaaki Shirakawa, was ooit leerling van Hamada aan de Tokyo University.

    Hamada wil nog een stapje verder gaan dan het opkopen van schuldpapier in eigen land: “Ik denk dat het aankopen van bezitingen in buitenlandse valuta ook onderdeel kunnen zijn van een effectief monetair beleid”. Hiermee kan Japan effectief aansturen op een verlaging van de wisselkoers, net zoals de Zwitserse centrale bank dat doet om een plafond van de Franc ten opzichte van de euro in stand te houden. Door met nieuw gecreëerde yen buitenlandse valutareserves op te kopen wordt de waarde van de eigen valuta ondermijnd. In theorie levert dat een exportvoordeel op, maar tegelijkertijd worden importen juist duurder. Mede door de hoge koers van de Japanse yen verloor Japan in 2011 haar status als exportland, een positie waar het zich tien tot vijftien jaar in heeft bevonden.

    Hamada heeft gezegd dat de yen mag verzwakken tot 95 á 100 yen ten opzichte van de dollar en dat de Bank of Japan daarvoor een nieuwe inflatiedoelstelling van 2 tot 3 procent moet hanteren. “De Bank of Japan moet een soepel monetair beleid voeren, totdat de inflatie begint op te lopen”. De Japanse centrale bank heeft afgelopen week haar monetaire beleid al versoepeld door meer activa op te kopen. Dat was de derde stimuleringsmaatregelen in vier maanden tijd. Bij de eerstvolgende beleidsvergadering van de Bank of Japan zal een hogere inflatiedoelstelling geformuleerd worden.

    Inflatiedoelstelling

    De inflatiedoelstelling van de Japanse regering is potentieel zeer gevaarlijk. De inflatie die naar 2 of 3 procent moet is de prijsinflatie, gebaseerd op een mandje van goederen en diensten. De geschiedenis laat zien dat deze prijzen heel lang stabiel kunnen blijven, ook als de centrale bank de geldpers aanzet. Het effect van stijgende prijzen laat zich meestal pas na enige vertraging zien, maar komt dan met extra snelheid binnen. Henry Hazlitt (Oostenrijkse economische school) schreef er ooit het volgende over: 

    “Wat we meestal zien in de geschiedenis van langdurende of substantiele inflatie in verschillende landen is dat de prijzen in het begin veel minder minder snel stijgen dat de geldhoeveelheid groeit. In het middelste stadium stijgen de prijzen in een gelijk tempo met de geldgroei, maar op een gegeven moment bereikt de prijsinflatie een punt waarop er versnelling plaatsvindt. Op dat moment stijgt het prijspeil in een veel hoger tempo dan dat de geldhoeveelheid groeit.

    Om het anders te formuleren: de snelheid waarmee de monetaire eenheid aan het begin van een periode van langdurende of substantiele (monetaire) inflatie aan waarde verliest is veel lager dan de snelheid waarmee de geldhoeveelheid groeit. In een later stadum slaat dat om en gaat het waardeverlies van de monetaire eenheid veel sneller dan de geldgroei. Als gevolg daarvan heeft de grotere geldhoeveelheid minder reële koopkracht dan de de kleinere geldhoeveelheid in de oude situatie. Daarom spreekt men in een periode van zeer hoge inflatie paradoxaal van een 'tekort aan geld'”

    Wat Hazlitt hier duidelijk maakt is dat de prijsinflatie niet één op één loopt met de hoeveelheid geld die bijgedrukt wordt. In het beginstadium kan de inflatie langdurig laag blijven, om vervolgens in een later stadium de achterstand in te halen. Op dat moment kan de prijsinflatie razendsnel oplopen. Het gevaar van het beleid van de Japanse overheid en de Bank of Japan is dat het kwaad mogelijk al geschiedt is op het moment dat de prijsinflatie de gewenste 3% aantikt en dat er geen houden meer aan is. Onderstaande grafieken geven de ontwikkeling weer van de rente op 30-jaars Japanse staatsobligaties en van de wisselkoers tussen de dollar en de yen.

    Rente op Japanse 30-jaars staatsobligaties loopt al enige maanden op (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Japanse yen op laagste punt in 27 maanden tijd ten opzichte van de Amerikaanse dollar (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

  • Grafiek: Balans Fed groeit naar $6 biljoen in 2016

    De twee stimuleringsprogramma's die de Federal Reserve nu heeft lopen hebben beide een min of meer open einde, in tegenstelling tot de eerdere stimuleringsrondes. Het QE3 programma ($40 miljard per maand aan hypotheekleningen opkopen) zou stopgezet worden zodra de arbeidsmarkt een krachtig herstel laat zien. Een enigzins vage doelstelling, die de Federal Reserve met QE4 heeft aangescherpt. Dat laatste stimuleringsprogramma ($45 miljard per maand aan langlopende staatsobligaties), zal namelijk van kracht blijven zo lang de werkloosheid boven de 6,5% blijft en de inflatie (CPI) niet boven de 2,5% uitstijgt.

    De QE3 en QE4 programma's pompen gezamenlijk $1 biljoen per jaar aan nieuw geld in de economie. Het grootste gedeelte daarvan is nog niet in de economie gekomen, omdat banken dat geld weer als overtollige reserve bij de Federal Reserve parkeren. Mede daarom hebben we nog geen extreem hoge prijsinflatie gezien in de VS. De CPI blijft laag, ondanks het feit dat de koersen van aandelen en obligaties de laatste jaren behoorlijk zijn gestegen.

    Perceptie

    Door de suggestie te wekken dat de stimuleringsprogramma's van de Federal Reserve van tijdelijke aard zijn weet Beanke de financiele markten enigzins te kalmeren. Met een stop op meer dan 2,5% inflatie en minder dan 6,5% werkloosheid straalt de Federal Reserve uit dat het zich bewust is van de gevaren van verdere monetaire verruiming. Maar deze twee cijfers – de CPI inflatie en de werkloosheid – zijn beide vrij 'kneedbaar'. Door bepaalde groepen van de beroepsbevolking wel of niet mee te tellen kan het werkloosheidscijfer dalen of stijgen, onafhankelijk van de hoeveelheid banen die werd gecreëerd in een bepaalde periode. De laatste cijfers gaven aan dat de werkloosheid was gedaald tot 7,7%, maar wie verder in de gegevens duikt ziet dat die daling grotendeels toe te schrijven is aan een half miljoen Amerikanen die uit de statistieken vielen (google: not in labor force). Ook zien we de participatiegraad, een andere manier om de situatie op de arbeidsmarkt te peilen, alleen maar verder wegzakt.

    Feit blijft dat de Federal Reserve het gat moet opvullen tussen het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid en de hoeveelheid schuldpapier die het ministerie van Financien weet te verkopen aan (buitenlandse) beleggers. Haken buitenlandse beleggers af (Rusland en China kopen al minder Amerikaanse Treasuries..), dan moet dat opgevangen worden door ofwel drastisch te snijden in de overheidsuitgaven ofwel met de geldpers van de Federal Reserve. Met een staatsschuld die alsmaar verder oploopt en met het chronische begrotingstekort van de Amerikaanse overheid lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat buitenlandse kopers/bezitters van Amerikaans schuldpapier de stekker eruit trekken. Vanaf dat moment gaat het hard, want dan moet de Federal Reserve steeds meer staatsobligaties opkopen om de obligatiekoers op peil te houden (en de rente laag). Daar komt nog bovenop dat de Amerikaanse overheid iedere maand oude staatsobligaties moet doorrollen, waarvoor opnieuw geld bijgeleend moet worden.

    Onderstaande grafiek, die is samengesteld door het team van Casey Research, laat zien hoe de balans van de Federal Reserve zal groeien als gevolg van het QE3 en QE4 programma. Daarin zit de aanname verwerkt dat beide stimuleringsrondes nog tot in 2016 in de huidige vorm intact zullen blijven. Dat is natuurlijk nu nog niet zeker, want het kan sneller of minder snel gaan. Hoe dan ook, de richting is duidelijk. Daar doet de daling van de goudprijs van gisteren naar mijn mening niets aan af. Sterker nog, het is voor mij één van de redenen om nog steeds goud aan mijn persoonlijke 'balans' toe te voegen.

    Balanstotaal Federal Reserve naar $6 biljoen in 2016? (Bron: Casey Research)

  • Grafiek: Amerikaanse schuldenberg sinds de onafhankelijkheid

    Onderstaande grafiek laat de omvang van de Amerikaanse staatsschuld sinds 1792 zien, uitgedrukt als percentage van het BBP. De schuld wordt dus afgezet ten opzichte van de omvang van de economie en is op die manier te vergelijken met andere periodes uit de Amerikaanse geschiedenis. Uit de grafiek kunnen we een aantal conclusies trekken.

    • Oorlogen waren in de Amerikaanse geschiedenis de grootste aanjager van de staatsschuld. Na de oorlog zakte de schuld weer ten opzichte van het BBP.
    • De Amerikaanse overheid was ruim twintig jaar lang bijna schuldenvrij. Dat was van ongeveer 1834 tot 1858.
    • De Amerikaanse staatsschuld kwam na de oprichting van de Federal Reserve in 1913 nooit meer op de lage schuldquote van voor de oprichting.
    • Direct na de ontkoppeling van goud ten opzichte van de dollar volgde er een lange periode van begrotingstekorten, die de schuldquote lieten oplopen van iets meer dan 30% in 1971 naar ruim 65% eind jaren negentig.
    • De Amerikaanse staatsschuld zal in het huidige groeitempo snel het record van de Tweede Wereldoorlog overschrijden. Volgens de laatste berekeningen zal de staatsschuld waarschijnlijk in 2016 het niveau van 125% van het BBP bereiken.
    • Het effect van deze economsiche crisis is veel groter dan van eerdere crises. De begrotingstekorten zijn vandaag de dag vergelijkbaar in omvang met de Civil War van 1861-1865.
    • De economie groeit niet meer door de grote schuldenlast. Ondanks het begrotingstekort van meer dan $1 biljoen per jaar blijft de economische groei beperkt tot 2 a 3 procent. En die cijfers houden geen rekening met schuldengroei.

    De vooruitzichten zijn niet best, want de Federal Reserve is al overgegaan op het grootschalig aankopen van staatsobligaties en andere schuldpapieren met een lange looptijd. Tegelijkertijd is de rente naar 0% gebracht om de schuldenlast enigzins betaalbaar te houden. Het behoeft geen uitleg dat dit op den duur fout zal gaan. Met een deflatoire depressie ofwel met een hyperinflatie zal de schuld weggestreept moeten worden. Dat laatste lijkt het meest waarschijnlijk met het pad dat de Amerikaanse centrale bank en de overheid zijn ingeslagen (respectievelijk geld drukken en geld lenen). Klik op de grafiek voor een grotere versie.

    Historie Amerikaanse staatsschuld en begroting sinds 1792 (Bron: Zero Hedge)

  • Japanse pensioenfondsen zoeken dekking in goud

    De Wall Street Joual schrijft dat een klein aantal pensioenfondsen in Japan zijn begonnen met het kopen van goud, als bescherming tegen schokken op de aandelenmarkt en de dreiging van inflatie. Japanse pensioenfondsen beleggen momenteel vooamelijk in de eigen markt, en dan vooral aandelen en obligaties. Tot voor kort keken de fondsen niet naar goud of andere fysieke bezittingen.

    Het Japan Govement Pension Investment Fund, het grootste pensioenfonds, heeft haar portefeuille opgebouwd uit 64% aan obligaties en 11% aandelen in eigen land. Een klein gedeelte van 9% is belegd in staatsobligaties van andere landen, terwijl 12% is belegd in aandelen buiten Japan. De rest van het beheerde vermogen zit in diverse beleggingen met een korte looptijd. Deze strategie heeft het fonds maar weinig opgeleverd, omdat de rente op Japanse staatsobligaties laag blijft, de marktrente al op nul staat en de aandelenmarkt stagneert. Het fonds verloor 7,6% in het fiscale jaar 2008. In 2010 verloor het fonds een minder pijnlijke 0,3% van haar vermogen, maar ook dat is nog steeds een verlies dat de dekkingsgraad van het fonds aantast.

    Goudprijs stijgt al elf jaar

    De goudprijs stijgt al sinds 2002, het jaar waarop de euro werd geintroduceerd als alteatieve munt voor de Amerikaanse dollar. Omdat de goudprijs zich weinig aan lijkt te trekken van aandelen- en obligatiemarkten wordt het steeds meer gezien als goede manier om een beleggingsportefeuille te diversificeren. Daarbij maakt de extreem lage rente de drempel om goud in de portefeuille op te nemen steeds lager, want alteatieve beleggingen leveren ook steeds minder rente of cashflow op. Het ontbreken van cashflow met een belegging in fysiek goud is voor veel vermogensbeheerders nog steeds een reden om niet in goud te stappen, maar zelfs dat argument verliest door de lage rente steeds meer aan kracht.

    Diversificatie richting goud

    Een Japans fonds dat in eerder dit jaar in goud stapte is Okayama Metal & Machinery Pension Fund. Dit fonds beheert vermogen voor ongeveer 260 kleine pensioenfondsen en een aantal middelgrote bedrijven in de regio Okayama. Het fonds begon in maart dit jaar met het kopen van goud. De beheerder van dit fonds, Yoshi Kiguchi, licht zijn beleggingsstrategie toe: “Door te diversificeren in verschillende valuta kunnen we ons risico verkleinen. Het rendement wordt stabieler wanneer je kleine bedragen in zoveel mogelijk verschillende beleggingscategorieën stopt. Van de 40 miljard yen (€362 miljoen) die het Okayama Metal & Machinery Pension Fund in beheer heeft is ongeveer 500 ~ 600 miljoen yen (€4,53 ~ €5,44 miljoen) belegd in goud”, aldus Kiguchi. 

    Het Mitsubishi UFJ Trust and Banking Corporation fonds heeft gezegd dat het sinds maart meer dan 2 miljard yen heeft opgehaald bij twee  pensioenfondsen, geld dat volledig belegd is in goud. Een ander fonds, Mizuho Trust & Banking Co, belegt vermogen voor 200 kleinere pensioenfondsen. Dit fonds voegde in maart 2011 goud toe aan haar portefeuille. Het gele edelmetaal maakt slechts 3% uit van het totaal beheerde vermogen.

    ETF's versus goud in opslag

    Sinds de opkomst van zogeheten exchange traded funds (ETF's) is het voor pensioenfondsen makkelijker geworden om te beleggen in goud. Het eerste Japanse ETF voor goud zag pas in juni 2008 het levenslicht, kort voor de grote financiele klap die enkele maanden later volgde op de beurzen. Een ETF is in feite een stapel goud, waarvan iedereen aandelen kan verhandelen via de beurs. Daardoor zijn ETF's vrijwel even liquide als aandelen, terwijl het fonds geen inspanning hoeft te leveren om zelf fysiek goud te kopen en een opslagpartner te vinden voor dat goud. De aandelen van een ETF stijgen en dalen met de waarde van het goud dat het beheert. Deze vorm van beleggen in goud geeft blootstelling aan de goudprijs tegen relatief lage kosten, maar het moet niet op gelijke voet geplaatst worden met fysiek goud in opslag. Het verschil zit hem in het feit dat een aandeel in een ETF niet direct inwisselbaar is voor goud, terwijl fysiek goud in opslag dat wel is.

    Volgens Tetsu Emori van Astmax Investment Management Inc. hebben ETF's “de deur geopend voor het beleggen in goud”. Emori beheert 70 miljard yen (€634 miljard) aan vermogen, waarvan ongeveer 60% belegd is in goud en diverse grondstoffen.

    Goud als bescherming tegen geldontwaarding

    Goud wordt steeds vaker gezien als een bescherming tegen geldontwaarding, een zorg die steeds groter wordt nu verschillende centrale banken zijn overgegaan tot het grootschalig aankopen van staatsobligaties via de geldpers. Ook de Japanse centrale bank maakt zich daar 'schuldig' aan. De Bank of Japan koopt steeds meer van de Japanse staatsschuld op en staat onder politieke druk om nog meer staatsobligaties op te kopen. De kersverse premier Shinzo Abe heeft een verkiezingsbelofte gemaakt om de deflatie te stoppen. Daar zou de centrale bank voor moeten zorgen, door de geldpers aan te zetten en schuldpapier op te kopen. Abe sprak van “onbeperkte monetaire verruiming met als doel de inflatiedoelstelling van 2% te halen”.

    Een hogere inflatie kan volgens de Wall Street Joual de rente verder opdrijven en de waarde van Japanse staatsobligaties ondermijnen, obligaties waar de Japanse pensioenfondsen het grooste gedeelte van hun vermogen in hebben opgesloten.

    Deflatoire druk

    Doordat Japan jarenlang te maken had met deflatoire druk werd de noodzaak om in goud te beleggen veel minder sterk gevoeld. Het algemene prijspeil daalde, waardoor de koopkracht van het geld op een spaarrekening of in een staatsobligatie redelijk goed intact bleef. Maar de verwachting is dat die deflatoire druk niet oneindig zal voortduren, zeker niet nu Shinzo Abe actief aanstuurt op inflatie via de geldpers van de centrale bank. Japan was in het verleden een exportland, waardoor men de extreem hoge staatsschuld voor lief nam. Inmiddels is het land – mede door de rampzalige aardbeving en tsunami van vorig jaar – veranderd in een land met een tekort op de handelsbalans. Ook het alsmaar duurder worden van de yen ten opzichte van andere valuta heeft bijgedragen aan de verslechterde handelspositie van Japanse bedrijven. Hun exportgoederen zijn door de sterke yen steeds duurder geworden in het buitenland, waardoor concurreren steeds moeilijker is geworden.

    Zwitserland als voorbeeld?

    In zekere zin is Zwitserland een voorbeeld voor Japan. Zwitserland zag als gevolg van de Europese schuldencrisis een vlucht van vermogen in de Zwitserse Franc, waardoor de munt sterk in waarde apprecieerde ten opzichte van de euro en de dollar. Dit was goed nieuws voor de Zwitserse spaarder, want die zag de import steeds goedkoper worden. Bedrijven en de toeristische sector waren niet zo blij met de hogere koers van de Franc, want daardoor werden ze inteationaal steeds meer uit de markt geprijsd.

    Japan zit in een soortgelijke positie, want de Japanse yen werd in vijf jaar tijd ruim 25% sterker ten opzichte van de dollar en zelfs meer dan 34% ten opzichte van de euro. Het is dus niet uit te sluiten dat de Japanse centrale bank vroeg of laat zal proberen de waarde van de eigen munt omlaag te drukken, net zoals de Zwitserse centrale bank dat sinds 2011 doet door buitenlandse valuta op te kopen met nieuwe Francs.

    Amerikaanse dollar verzwakte ten opzichte van de yen (Bron: Yahoo Finance)

    En ook de euro werd minder waard ten opzichte van de yen (Bron: Yahoo Finance)

  • Brodsky: Het is tijd om edelmetaal serieus te overwegen

    Het originele artikel is geschreven door Paul Brodsky en verscheen op 14 december op Ritholtz.com. Onderstaande vertaling is een uitvoerige nabewerking van Google Translate. Daardoor staan er misschien nog wat lastig te begrijpen zinnen in, maar de ke van zijn betoog is duidelijk. Ik heb een aantal passages die naar mijn mening essentieel zijn dikgedrukt gemaakt. Het onderstaande verhaal is dus de mening van Paul Brodsky en is niet per definitie de mening van Marketupdate.

    ===========================================================================

    De goldbugs kunnen maar niet begrijpen hoe het publiek zo onwetend is, hoe intelligente beleidsmakers zo immoreel kunnen zijn en hoe de reguliere nieuwskanalen zo onnieuwsgierig kunnen zijn. Wij als goldbugs begrijpen niet waarom er niet meer mannen en vrouwen in de beleggingswereld zijn die zich bij de meest succesvolle collega's hebben gevoegd die al langer in edelmetaal zitten. De lijst van bekende investeerders die het goud ontdekt hebben is indrukwekkend en groeit nog steeds: Kyle Bass, John Paulson, David Einho, George Soros, Bill Gross en Paul Singer, om er maar een paar te noemen.

    Conventionele richtlijnen voor het portfoliomanagement van de professionele beleggers worden steeds minder rendabel en problematischer. Huidige macro-economische omstandigheden laten er weinig twijfel bestaan ​​over waarom. Een extreem lage rente in de  ontwikkelde economieën, buitengewone monetaire interventie door centrale banken, een gegarandeerd negatieve reële rente van de meest veilig geachte financiële activa en cash, onwerkbare discount cashflow modellen, een kakofonie van betekenisloos fiscaal getouwtrek dat de aandacht afleidt van de absolute cijfers ($800 miljard bezuinigen in tien jaar tijd, terwijl er een jaarlijks tekort is van meer dan $1 biljoen), dubieuze korte en middellange termijn vooruitzichten voor opkomende economieën en onregelmatige financiële markten, al deze factoren wijzen erop dat er iets veranderd is.
     
    Ongeacht of men belegt met eigen geld of als vermogensbeheerder belegt, de traditionele modellen voor het inrichten van een beleggingsportefeuille blijken niet meer te werken. De reden daarvoor is simpel: de valuta's waarin de financiële activa zijn uitgedrukt zijn estig aangetast– ze zijn te ver opgerekt en blijken niet meer in staat om een positief reëel rendement te halen op de activa die in deze valuta worden uitgedrukt. Nu de hefboomwerking van het geldsysteem is overgedragen van de banken aan de centrale banken en van de centrale banken aan de overheden zit de politieke dimensie muurvast. Daarom denken we dat het prudent beleid is om nu af te stappen van de traditionele modellen waarmee we onze beleggingsportefeuille construeerden.
     
    Onze ervaring
    Wij hebben sinds 2007 gepleit voor edelmetaal en grondstoffen. Sindsdien hebben we een bevestiging gekregen van trends en gebeurtenissen die wij zagen aankomen en die bepalend zijn geweest voor onze visie: het uiteenspatten van de kredietzeepbel, dalende huizenprijzen, de nationalisatie van Govement Sponsored Entities (GSE's), het monetariseren van schulden, centrale banken die de rente naar nul brengen (ZIRP) en permanente monetaire verruiming (QE).
     
    Blootstelling aan een tegengestelde beleggingsthema wordt gerechtvaardigd door gezond verstand, dat investeerders helpt genezen van giftige twijfels die afkomstig zijn van tegengestelde (minder goed geïnformeerde?) meningen. Of onze analyses en het verwachte resultaat nou wel of niet uitkomen, onze investeerders zijn zich goed bewust van hun blootstelling aan risico's en hebben hun portefeuille daarop aangepast. Op 30 november had ons fonds een leverage van ongeveer 1,4x en was het 83% long en 17% short, met een longpositie die voor 90% bestond uit edelmetaal en voor 10% uit grondstoffen. Onze blootstelling aan edelmetaal is nog nooit eerder zo hoog en geconcentreerd geweest als nu. Dat is gebaseerd op ons gevoel van relatieve waardering van activa en de actuele gebeurtenissen. We zijn verheugd om meer dan 100% van het eigen vermogen van het fonds geïnvesteerd te hebben in activa die we op dit moment als erg goedkoop beschouwen en die een vooruitzicht hebben dat haast niet positiever kan zijn.
     
    De fundamentals zijn onthutsend, naar onze mening. Er is een enorme hoeveelheid nieuw geld bovenop een min of meer gelijk blijvend aanbod van goederen en diensten gelegd, wat bij een gelijkblijvend vraag- en aanbodmechanisme moet zorgen voor aanzienlijk hogere prijzen in de toekomst. Ondertussen blijft de verhouding tussen de activa op de balansen van banken en de totale hoeveelheid basisgeld toch zeer uitgerekt, wat impliceert dat er ergens in de toekomst veel verwatering van het geld zal plaatsvinden. Dichter bij natuurkundige wetten zal de economie niet komen: meer geld dat jaagt op een relatief constant aanbod van goederen en diensten vraagt om hogere prijzen, omdat producenten ervan ook reële waarde willen krijgen (noem het “kostengedreven inflatie” als je wilt). De vraag moet beantwoordt worden met geld, dat nu nog relatief schaars is. Wordt het minder schaars, dan zullen de prijzen stijgen. Door te beleggen in edelmetalen volgen we in feite de inflatie.
     
    Grenzeloze inflatie zal onder één van de volgende omstandigheden duidelijk worden gemaakt aan het publiek: 1) de banken beginnen hun nieuwe reserves aan te spreken om meer kredieten te verstrekken; 2) mysterieuze “dierlijke insticten” zullen ervoor zorgen dat de bankbalansen door een te hoge leverage factor en een hoog risico zullen instorten; 3 ) volgende week dinsdag zonder duidelijke reden.
     
    Waarom al die ophef over wat de aanleiding zal zijn voor hoge inflatie en wanneer deze zou kunnen optreden? De meeste obligaties (ongeacht de looptijd) en aandelen van bedrijven met schulden die goederen of diensten verkopen aan klanten met schulden, zullen in reële termen waarschijnlijk verliezers worden. Edelmetalen daarentegen (fysiek in bezit, boven en onder de grond), of natuurlijke grondstoffen met  een constante vraag, zijn tegelijkertijd sterk ondervertegenwoordigd bij beleggers.
     
    We zien heel weinig overtuigende analyse die onze mening kan weerleggen. De inflatiecijfers zijn als de slotkoersen van aandelen van gisteren, ze hebben hooguit een tijdelijke waarde.
     
    Goed gezelschap
    We zijn fans van Bill Gross van obligatiebelegger Pimco en onze bewondering groeit. Stel je voor dat je 's werelds grootste obligatiefonds moet managemen en in het openbaar durft te waarschuwen over de gevaren van het vasthouden aan een traditionele portefeuille. Hij waarschuwt voor inflatie en suggereert dat investeerders kijken naar edelmetalen en grondstoffen om hun portefeuilles te beschermen tegen de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van toekomstige inflatie.
     
    Er is een onderscheid te maken tussen zakenbanken en beleggingsfondsen. Leverage is het element dat “Wall Street” definieert en Pimco is niet hetzelfde als Wall Street. Zodra een bank of een fonds met veel geleend geld een aandeel, obligatie of een stuk van onroerend goed koopt wordt dat uiteindelijk met krediet van centrale banken, en dus is de aankoop bijna volledig ongedekt. Pimco en andere beleggingsfondsen beheren het geld van gepensioneerden en spaarders, dat wordt belegd zonder leverage. Wanneer Pimco een aandeel of obligatie koopt wordt deze volledig uit eigen vermogen gefinancierd.
     
    Voor alle duidelijkheid, denken we niet dat er iets mis is met het toepassen van leverage (geld lenen om bepaalde posities uit te breiden). We hebben het 25 jaar gebruikt in vastrentende markten. Maar we denken dat het belangrijk is om het advies dat afgeleid is van marktwaaemers die tot doel hebben hun balans op te blazen te scheiden van het advies van marktwaaemers die alleen met eigen geld beleggen. Bill Gross hoort bij de laatste groep. Zoals we al langer hebben bepleit zou iedere belegger wereldwijd zich vooral moeten bezighouden met maar één ding: het behouden of vergroten van de koopkracht. Bill Gross lijkt ook dit doel voor ogen te hebben.
     
    Samenzweringen
    Onze definitie van “samenzweringstheorie” is een redelijk idee wordt ondersteund door historisch precedent, maar dat nog niet officieel ondersteund wordt en daarom nog niet afgedrukt is in de New York Times. Wat men niet moet zien als een samenzwering is de prikkel van private bedrijven om hebzuchtig te streven naar winstmaximalisatie.
     
    Volgens de meeste doorgewinterde voorstanders van hard geld (geld met intrinsieke waarde) is er een “goudkartel” dat de goudprijs onderdrukt. Deze 'hard geld' aanhang heeft de neiging om te stellen dat Amerikaanse banken voortdurend een ongedekte shortpositie innemen op goud (en zilver). Daarbij roomt het kartel elk kwartaal een grote opbrengst af ten koste van de beleggers die long gaan op goud (en zilver), zonder voldoende van het edelmetaal in voorraad te hebben om alle contracten met fysiek edelmetaal te vereffenen. Ze beweren bovendien dat de banken van het 'goudkartel' niet hoeven te vrezen voor reglementaire vergelding en dat hun acties worden gezegend door de grote machthebbers, omdat een op hol geslagen goudprijs de rest van de wereld zou signaleren dat er iets mis is met de valuta. Een hogere goudprijs betekent dat de valuta minder waard is geworden. Dat zou de machtige positie van de Amerikaanse dollar kunnen ondermijnen. Dus, zoals luidt de redenering, banken hebben de middelen, motieven en impliciete goedkeuring om de goudprijs te onderdrukken.
     
    Hmmm, misschien…. We zijn het er zeker over eens dat goud fundamenteel gezien veel hoger geprijsd moet worden dan waar het is op dit moment is en dat de manier waarop goudfutures stelselmatig dalen vlak voor de veiling van Treasuries en vergaderingen van de Federal Reserve een beetje verdacht is. Maar of dat de belangrijkste factor is achter de goudprijs?
     
    Het is misschien beter naar het oosten kijken. Samenzweringstheoretici zouden oog moeten hebben voor de buitenlandse houders van dollar reserves die graag zoveel mogelijk fysiek goud (en zilver?) willen afnemen tegen de huidige lage prijzen. Dit kan eenvoudig gedaan worden: Voorzie offshore-hedgefondsen van geld om via Amerikaanse bankrekeningen voortdurend short te gaan op goudfutures, waardoor de spotprijs en Londen fix van de goudprijs naar beneden te drukken. Het fysieke goud kan vervolgens geleverd worden aan soevereine rekeningen rechtstreeks vanuit mijnen en door de export van het edelmetaal tegen de onderdrukte prijs.
     
    Opkomende markten kopen goud
    Waarom zou landen zoals China, Rusland, zelfs Japan en Zuid-Korea fysiek edelmetaal zo snel goud kopen tegen de huidige prijzen? Het korte antwoord is dat ze niet de gewenste hoeveelheid in één keer kunnen kopen zonder de prijs van goud met een veelvoud op te drijven en daarmee het huidige inteationale monetaire dollarsysteem op te blazen. Nogmaals, we hebben dit eerder al eens besproken in ons boek, maar de logica voor een dergelijke gecoördineerde actie is te duidelijk om te negeren.
     
    Ten eerste denken we dat alle valuta's op dit moment gedevalueerd worden ten opzichte van wereldwijde natuurlijke bronnen. Vraag jezelf eens af wat $3 biljoen aan dollar reserves in Chinese handen feitelijk waard is als de Chinese regering goedkeuring geeft aan een oveame van $15 miljard voor een energiebron? Het is duidelijk dat de toekomstige koopkracht van overtollige dollarreserves niet gelijk is aan het huidige nominale bedrag in termen van grondstoffen en edelmetalen.
     
    Wat is de motivatie van de Chinese bedrijven om goedkope arbeid te 'ruilen' voor Amerikaanse dollars, die vervolgens gebruikt worden om alle natuurlijke hulpbronnen wereldwijd tegen iedere prijs op te kopen?
     
    Geldontwaarding ingecalculeerd
    Wij verwachten dat de rationele Aziatische (en Zuid-Amerikaanse) geesten de toekomstige koopkracht van de Amerikaanse dollar en van alle andere ongedekte valuta al gedisconteerd hebben. Gezien de noodzakelijke schuldenafbouw onder de landen met hoge schulden, zouden we niet verbaasd zijn als de economische beleidsmakers van de landen met een handelsoverschot de waarde van hun valuta reserves reeds gedisconteerd hebben. Bijvoorbeeld dat de $3 biljoen aan dollar reserves die China heeft gewaardeerd worden op een slechts $500 miljard aan koopkracht.
     
    Onze speculatie gaat verder dan natuurlijke marktprikkels en de manier waarop economische actoren hebben gereageerd. Diplomatiek gezien zouden we verwachten dat crediteurenlanden (landen met een handelsoverschot) Amerikaanse staatsobligaties blijven kopen, zelfs voor een negatieve reële rente. Dat zullen ze blijven doen totdat ze genoeg hebben vergaard van datgene waartegen de Amerikaanse dollar gedevalueerd kan worden. (hint!)
     
    Twee scenario's
    Langs deze lijn bezien is de prijsonderdrukking zinvol (net zoals interventie op de valutamarkt zinvol is). We denken dat die prijsonderdrukking [van goud] bestaat en dat het twee doelen dient:
    1. De herverdeling van de officiële goudvoorraden, van openbare instanties met relatief veel goud naar instanties met relatief weinig goud, om de balans te creeeren voor de lancering van een gemodificeerde (door goud gedekte?) munt. Een soort SDR die de nieuwe wereldwijde reservemunt zal vormen en die banken in staat stelt door te gaan met het fractioneel bankieren nadat een draconische nominale schuldafbouw heeft plaatsgevonden via gecoördineerde inflatie van de geldhoeveelheid.
    2. De herverdeling van de officiële goudvoorraad tegen de huidige prijzen van het publiek richting het 'slimme geld', die substantiele winst zullen geven aan bepaalde wereldwijde spelers in het tijdperk na de monetaire reset/devaluatie.
    De enige noodzakelijke “samenzweringen” om een ​​dergelijk scenario te aanvaarden zou betrekking hebben op de volgende statements:
    • Valuta's worden van nature al continu gedevalueerd ten opzichte van waardevolle hulpbronnen.
    • Zij kunnen gemakkelijk gedevalueerd worden door een politieke maatregel.
    • Het gedrag van officiële partijen impliceert reeds de kennis van een dergelijke uitkomst (het intensief aankopen van goud en het opvoeren van de goudproductie door landen die op grote dollar reserves zitten).
    • De Fed blijft schuldpapier opkopen via haar QE programma, terwijl er geen substantieel bewijs is dat dit beleid een materieel effect heeft op de Amerikaanse economie. Dit zal door buitenlandse obligatiehouders met blootstelling aan de Amerikaanse dollar reden kunnen zijn om een deel van deze in dollars uitgedrukte obligaties te verkopen. 
    • Het deevalueren van de munt (dat wil zeggen via monetaire inflatie) heeft in de geschiedenis bewezen sterker te zijn dan de deflatoire druk van schulddeflatie. Anders gezegd: de centrale bank slaagt er uiteindelijk altijd in een deflatoire spiraal te doorbreken, als het maar genoeg geld blijft bijdrukken om de schaarste op te heffen.
    • Degenen die het ontdekken zullen vroeg of laat hun hebzucht laten zien en beleidsmakers dwingen om stappen te zetten.
    Of onze speculaties juist zijn of niet, het lijkt erop dat de overgrote meerderheid van het wereldwijd belegde vermogen blind is voor het hierboven geschetste scenario. Is de kans op dat scenario dan nul? Of heeft de overgrote meerderheid van de beleggers en vermogensbeheerders ervoor gekozen om zich niet te laten informeren omdat de gevolgen van de monetaire inflatie nog niet zichtbaar zijn en omdat het geen populair verhaal is?
     
    Schaduw goudprijs
    Is het de moeite waard om op een dergelijk ​​scenario te speculeren? We hebben hieronder twee grafieken gepubliceerd. De eerste is een tijdreeks van de spotprijs van goud en onze 'Shadow Gold Price' (SGP) van 1973 tot en met 30 november 2012. De SGP maakt gebruik van de monetaire berekening van het Bretton Woods systeem voor de waardering van de goudkoers en de wisselkoers van de Amerikaanse dollar met andere gekoppelde valuta. Deze schaduw goudprijs wordt berekend als de totale hoeveelheid basisgeld gedeeld door de officiele Amerikaanse goudreserve van dat moment.
     
     
    Zoals de eerste grafiek laat zien is de geldhoeveelheid, sinds de ontkoppeling van goud in 1971, sterk toegenomen. Na de kredietcrisis in 2008 is de hoeveelheid basisgeld geëxplodeerd. De SGP houdt het niveau bij waarop de goudprijs zou moeten staan als de groeiende hoeveelheid basisgeld een gelijke koopkracht zou behouden. De kloof tussen de SGP en de huidige spotprijs van goud impliceert dat er nu al sprake is van een verlies van koopkracht van de dollar reserves en dat er veel koopkracht te winnen valt door nu al goud te bezitten.
     
    De koopkrachtpariteit is de basis van deze berekening en die lijkt ons erg waardevol. We denken dat de tijd is aangebroken voor vermogensbeheerders en zaakwaaemers om deze situatie te erkennen en hun klanten uit te leggen wat risk-on en risk-off eigenlijk betekent en op basis daarvan de beleggingshorizon te verlengen. Vervolgens kan men toekijken hoe politici en de media zich suf praten over fiscale en economische theorieën, terwijl het rendement op financiële activa die in valuta worden uitedrukt alsmaar slechter zal worden. Men zal uiteindelijk vragen om een 'reset' van het monetaire systeem, omdat het reële rendement op de beleggingen steeds slechter wordt.
     
    We denken dat er een kleine kans is op goede prestaties door volgens het boekje te werken. Voor intelligente beleggers en vermogensbeheerders is de tijd aangebroken om nog eens goed te kijken naar de werkelijke risico's en voordelen van een belegging in edelmetaal. We zijn ervan overtuigd dat kritisch en nauwkeurig onderzoek het vertrouwen en de overtuiging zal geven voor een belegging in edelmetalen.
  • Zwitserse centrale bank handhaaft plafond Franc

    Door de vlucht in de Zwitserse Franc werd de munt steeds meer waard ten opzichte van de euro, wat schadelijk was voor de toerismesector en de exporterende bedrijven in Zwitserland. Door de waardestijging van hun munt ten opzichte van de euro en de dollar werden deze bedrijven steeds meer de markt uit geprijsd, wat volgens de SNB schadelijk zou zijn voor de Zwitserse economie. Voordat het plafond werd ingesteld klom de waarde van de Franc richting pariteit met de euro (een 1:1 wisselkoers), nu is de munt altijd 20% goedkoper dan de euro.

    Thomas Jordan maakte bekend dat de SNB de Zwitserse Franc met uiterste toewijding zal blijven verdedigen tegen een waardestijging en dat het daarom het plafond van 1,20 SFR per euro blijft verdedigen door buitenlandse valuta te kopen. De SNB houdt de rente op 0% om een vlucht in de Franc verder te ontmoedigen, conform de verwachting van 18 economen die door Bloomberg ondervraagd werden.

    De kosten van de interventie van de SNB zijn zichtbaar op de balans. Bij vlagen moet de centrale bank veel euro's, dollars en andere valuta kopen om de wisselkoers met de euro te verdedigen op 1,20. Onderstaande grafiek laat zien hoe de balans van de Zwitserse centrale bank in vijf jaar tijd vervijfvoudigd is tot ongeveer 500 miljard Franc. Tegelijkertijd neemt het percentage van de bezittingingen in de vorm van buitenlandse valuta verder toe. Eind november stond er voor 424,8 miljard Franc aan buitenlandse valuta op de balans, een stijging van 70% ten opzichte van een jaar eerder. In augustus nam de opwaartse druk op de Franc af, omdat de ECB toen bekend maakte dat het staatsobligaties van zwakke landen zou kopen als de onrust op de financiele markten toeneemt.

    Balans SNB groeit snel als gevolg van het onderdrukken van de waarde van de Zwitserse Franc

    Negatieve rente

    De SNB hanteert een rente van 0%, maar de president van de centrale bank kon een eventuele negatieve rente niet uitsluiten. Op dit voorstel antwoordde Jordan dat de centrale bank geen maatregelen op voorhand uitsluit. De onzekerheid in de eurozone blijft aanhouden. Daarom kan Jordan niet uitsluiten dat er in de toekomst nieuwe interventies zullen volgen. Volgens valutastrateeg Raghav Subbarao van Barclays is de primaire reden voor de waardestijging van de Zwitserse Franc de instroom van geld uit de eurozone dat zoekt naar een veilige haven. De situatie is nu minder kritiek, maar de gevaren zijn volgens Subbarao nog niet geweken.

    Volgens Jordan blijft de relatief sterke Franc ook in 2013 drukken op de exportcapaciteit van het land. Ook verwacht Jordan dat de Zwitserse economie wat zal vertragen, een proces dat gepaard zal gaan met onderbezetting van de industrie en een oplopende werkloosheid. 

    Kapitaalcontroles

    De twee grote Zwitserse banken UBS en Credit Suisse hebben eerder deze maand plannen aangekondigd om de waardestijging van de Franc een halt toe te roepen. Deze banken gaan kosten in rekening brengen voor klanten die een groot bedrag aan Zwitserse Franc op de bank hebben staan. Op die manier proberen banken het sparen in Zwitserse Francs te ontmoedigen en de stroom van vluchtend kapitaal tegen te houden.

    De maatregel van deze twee banken is in lijn met het beleid van de centrale bank, maar de SNB wilde geen commentaar geven op de suggestie dat de centrale bank achter deze maatregelen zit. Wel verklaarde de SNB dat ze altijd duidelijk is geweest over het fet dat ze geen instrumenten of maatregelen op voorhand uitsluit. “Alle mogelijke maatregelen die belangrijk zijn om ons monetaire beleid goed uit te kunnen voeren zijn potentieel mogelijk en daar horen dat soort isntrumenten ook bij”.

    Vastgoedprijzen stijgen

    Naast een kapitaalvlucht richting de Zwitserse valuta is ook de belangstelling voor Zwitsers vastgoed de laatste jaren toegenomen, zoals de UBS Real Estate Bubble Index laat zien. De prijsontwikkeling van het Zwitserse vastgoed is sinds 2008 wat gestegen en nadert het terrein dat UBS aanmerkt als 'risicovol'. De lage rente stimuleert de vastgoedmarkt, een effect dat de SNB in de gaten zegt te houden. “Het momentum in de binnenlandse vastgoed- en hypotheekmarkt blijft uitzonderlijk sterk”, aldus Jordan. “Het aantal hypotheekleningen groeit snel vergeleken met de economie als geheel en ook de vastgoedprijzen, die al op een relatief hoog niveau staan, in de afgelopen maanden zijn blijven stijgen”, zo voegt de president van de centrale bank eraan toe.

    Bron: Bloomberg Businessweek

    Ontwikkeling huizenprijzen Zwitserland volgens de UBS Real Estate Bubble Index (Bron: UBS)

  • Centrale banken verlengen valutaswap tot februari 2014

    Een aantal grote centrale banken heeft besloten de duur van hun onderlinge valutaswap met een jaar te verlengen tot 1 februari 2014. De Federal Reserve, de Bank of Canada, de Bank of England, de ECB en de Swiss National Bank kunnen via deze valutaswap tijdelijke liquiditeit aan elkaar verstrekken. Ook zal de Federal Reserve volgens deze overeenkomst dollarliquiditeit verschaffen aan centrale banken om te kunnen voldoen aan de vraag naar dollars bij commerciële banken in de verschillende landen.

    De valutaswaps werden eerder overeengekomen omdat bepaalde Europese banken moeilijk goedkoop aan dollars konden komen. Door meer liquiditeit te verschaffen neemt de stress op banken af en kunnen ze makkelijker een periode van beperkte dollarliquiditeit doorstaan. Ook hebben de genoemde banken hun onderlinge bilaterale valutaswap verlengd tot 1 februari 2014, zodat de centrale banken van de genoemde landen makkelijker aan reserves kunnen komen in andere valuta.

    Valutaswap

    De ECB schrijft op haar website dat de valutaswap het Eurosysteem in staat stelt euro’s te blijven verstrekken aan centrale banken die dat nodig hebben en dat ze makkelijker aan Japanse yen, Britse pond sterling, Zwitserse Francs en Canadese dollars kan komen, mocht dat ooit nodig zijn. De ECB zegt ook dollarleningen te zullen blijven verstrekken met looptijden van één week of drie maanden.

    De valutaswaps zijn bedoeld om mogelijke liquiditeitsproblemen bij banken op te lossen op de momenten dat de paniek op de financiële markten groot is. Hiermee wordt voorkomen dat een kortstondig gebrek aan liquiditeit meer schade toebrengt aan het banksysteem dan noodzakelijk is.

    Bron: ECB

    Centrale banken verlengen valutaswap

    Centrale banken van het eurosysteem, de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland verlengen valutaswaps

  • Bill Gross: Amerikaanse overheid leent gratis dankzij QE4

    De Federal Reserve kondigde woensdag een nieuwe stimuleringsronde aan, die we voor het gemak QE4 noemen. De centrale bank zal per ingang van januari maandelijks $45 miljard 'bijdrukken' om Amerikaanse staatsobligaties mee te kopen. Tegelijkertijd blijft het haar maandelijkse aankopen van $40 miljard aan hypotheekschulden voortzetten, wederom met nieuw gedrukt geld.

    “Wat er in feite gebeurt, en dit is heel belangrijk, is dat de overheid obligaties uitgeeft die opgekocht worden door de centrale bank. Die stuurt vervolgens de rente over deze obligaties weer terug naar de overheid”, zo verklaarde Bill Gross in een interview op Bloomberg. “Dat betekent dat de overheid gratis geld kan lenen. Maar er zijn complicaties en inflatie is daar één van”, zo voegde de topman van Pimco eraan toe.

    De officiële inflatie is totnogtoe beperkt gebleven in de VS, waardoor de Federal Reserve haar monetaire beleid voortzet. “De inflatie lift ruim beneden de 2% en de Federal Reserve heeft daar geen problemen mee. Maar uiteindelijk, als je gratis geld weggeeft en een fiscaal beleid in stand houdt dat diepe rode cijfers schrijft, dan komt er een moment waarop de inflatie begint toe te nemen”, aldus Gross.

     

    Rente

    De interventies van de Federal Reserve draaien voor een belangrijk gedeelte om de rente. Die moet laag blijven, zowel voor de overheid als voor consumenten. Door rechtstreeks staatsobligaties en hypotheekleningen te kopen probeert de centrale bank de rente omlaag te brengen, terwijl de rente die ze zelf kan bepalen al jaren op 0 tot 0,25 % staat. Door een lagere rente is de Amerikaanse overheid minder geld kwijt aan het financieren van haar schulden, terwijl particulieren door de lage rente makkelijker met geleend geld een huis of auto kunnen kopen.

    De Fed is redelijk succesvol geweest in het omlaag drukken van de rente op staatsobligaties, want een 10-jaars Treasury kent nu een rentevergoeding van 1,73%. Vijf jaar geleden kreeg een belegger voor dezelfde soort obligatie met een looptijd van tien jaar een rente van 4,14%. Het is de vraag hoe lang de centrale bank de financiële markten nog de baas kan zijn, want Bloomberg merkte op dat de rente op de staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar en 30 jaar juist omhoog is gegaan sinds de aankondiging van QE4. Met andere woorden, de obligatiekoersen gingen juist omlaag, het tegenovergestelde van wat de Federal Reserve wenst te bereiken.

    Dit kan natuurlijk een korte termijn beweging zijn, maar op de langere termijn zullen steeds meer beleggers afhaken. De combinatie van een lage rentevergoeding en een hogere inflatie(verwachting) levert een negatief rendement op. Beleggers die uit kunnen stappen zullen dat vroeg of laat doen, waardoor de centrale bank nog meer schulden moet gaan opkopen. De rente op Amerikaanse staatsobligaties is dus iets om rekening mee te houden. Als die niet verder daalt of zelfs begint te stijgen ligt meer stimulering door de Federal Reserve in het verschiet.

    Bron: Bloomberg

  • Productiekosten penny en nickel nog steeds veel hoger dan nominale waarde

    De US Mint zal voor het zevende jaar op rij geproduceerd worden tegen een hogere prijs dan de waarde die de munt heeft in circulatie. Van 2006 tot en met 2012 heeft de US Mint in totaal $469 miljoen moeten bijleggen op de productie van deze muntstukken met een waarde van $0,01 en $0,05, zo schrijft Coinupdate op haar website. Over het fiscale jaar 2012 heeft de US Mint in totaal 5,83 miljard 'pennies' en 1 miljard 'nickels' geproduceerd en gedistribueerd.

    De gemiddelde kostprijs van de Amerikaanse $0,01 munt was in 2012 precies $0,02, terwijl de nickel met een nominale waarde van $0,05 geslagen en gedistribueerd werd voor een kostprijs van $0,1009. Er wordt dus de helft afgeschreven op de penny en de nickel op het moment dat deze in circulatie komen tegen de nominale waarde. Vorig jaar waren de productiekosten nog hoger, toen kostte een peny nog $0,0241 en een nickel $0,1118.

    Lagere kosten dan vorig jaar

    De daling van de kostprijs is grotendeels toe te schrijven aan lagere grondstofkosten, in dit geval koper, nikkel en zink. De koperprijs was dit jaar gemiddeld 13,8% lager dan vorig jaar en de prijs van nikkel en zink ging ten opzichte van een jaar geleden met respectievelijk 26 en 15,8% omlaag. Een penny bestaat voor 97,5% uit zink en 2,5% uit koper. Een penny van $0,05 bevat 75% koper en 25% nikkel. Naast lagere grondstofkosten vielen ook de productiekosten bij de US Mint lager uit. De locaties in Philadephia en Denver wisten de algemene kosten met ongeveer 3% terug te brengen, terwijl de verkoopkosten en administratieve kosten met 2,8% omlaag gingen.

    De US Mint zoekt naar een manier om de productiekosten van dit kleine wisselgeld omlaag te brengen. Er zijn twee verschillende oplages van pennies en nickels uitgegeven die een andere materiaalsamenstelling hebben. Deze worden geëvalueerd op duurzaamheid, hardheid, corrosie en kostprijs. Het is niet te verwachten dat de productiekosten van de penny ooit weer onder een cent zullen uitkomen.

    Penny en nickel twee keer zo duur als de nominale waarde

    Intrinsieke versus nominale waarde

    We zouden deze muntjes van $0,01 en $0,05 gekscherend monetair afval kunnen noemen. Bij het maken van deze munten gaat namelijk waarde verloren, terwijl deze kleine coupures door de inflatie nauwelijks meerwaarde hebben. Ook in ons land waren de $0,01 en $0,02 muntjes een kort leven beschoren, omdat ze vrijwel geen waarde vertegenwoordigden en vooral extra onhandig waren in de portemonnee en in de kassa.

    Volgens de website Coinflation is de intrinsieke waarde van de nickel inmiddels hoger dan de nominale waarde. De smeltwaarde van deze $0,05 munt is bij de huidige prijzen van koper en nikkel (12 december 2012) afgerond $0,0522. Dat is een premie van 4,38% boven de nominale waarde. Op dezelfde website lezen we dat de oude versie van de Amerikaanse cent (jaartal 1909-1982) door de aanwezigheid van koper inmiddels een smeltwaarde heeft van $0,0241. Dat is een premie van 141% boven de nominale waarde. De nieuwe cent die sindsdien geslagen wordt heeft een smeltwaarde van $0,00522, ongeveer de helft van de nominale waarde.

    Het feit dat zelfs de muntstukken die gemaakt worden van basismetalen als koper, nikkel en zinc meer smeltwaarde hebben dan de nominale waarde geeft aan dat de dollar gedurende haar leven veel waarde verloren heeft en nog steeds aan waarde blijft verliezen. De gouden en zilveren muntstukken verdwenen al veel eerder uit circulatie en zijn inmiddels een veelvoud waard van de nominale waarde. De oude Morgan Dollar (1878-1921) en Peace Dollar (1921-1935) zijn tegen de huidige zilverprijs ruim 25x zoveel waard als de $1 die erop geslagen is.

    De dollarmunten die vandaag de dag geslagen worden door de US Mint kosten gelukkig niet zoveel. Die zullen door de smeltwaarde van slechts $0,062 niet uit circulatie verdwijnen.

  • Grafiek: In welke landen groeide de staatsschuld na 2008 het meest?

    De schuldenberg is het sterkst gestegen in Ierland, waar de staatsschuld tussen 2008 en 2012 in totaal groeide met 70 procentpunt van het BBP. In de top zes staan nog twee probleemlanden uit de eurozone, namelijk Griekenland en Spanje met een schuldengroei van respectievelijk  ongeveer 50 en 45 procentpunt ten opzichte van hun BBP. De top zes wordt compleet gemaakt met drie landen die een eigen centrale bank hebben die staatsobligaties kan opkopen, namelijk de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan (respectievelijk plaats 3, 5 en 6).

    De drie Europese landen uit dit rijtje kunnen de geldpers niet aanzetten om de tekorten te financieren. In plaats daarvan worden ze door de financiële markten en door Europa min of meer gedwongen om de begroting op orde te brengen. De disciplinerende werking die hiervan uitgaat maakt het voor deze landen onmogelijk om de tekorten te laten voor wat ze zijn. Voor de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan ligt de situatie anders. Deze landen hebben veel grotere tekorten en zullen in de toekomst waarschijnlijk verder stijgen op een ranglijst als deze.

    Het is de vraag welk land uit deze lijst als eerste bezwijkt onder haar schuldenberg. Zijn dat landen uit de periferie van de eurozone? Of is het toch één van de drie landen die de geldpers kan gebruiken om het begrotingstekort onder het tapijt te vegen?

    h/t: Nikolaos

    Ranglijst van landen die de meeste schulden hebben gemaakt sinds 2008 (Grafiek via www.ftense.com)