Categorie: Financiele Instellingen

  • Federal Reserve voedt speculaties voor forse renteverlaging

    Federal Reserve voedt speculaties voor forse renteverlaging

    De Amerikaanse centrale bank voedt speculaties dat er een grote renteverlaging aan zit te komen. De president van de Federal Reserve van New York, John Williams, zei onlangs in een toespraak dat het beter is om ‘preventieve maatregelen’ te nemen dan om te wachten tot het fout gaat. Daarmee wijst hij in de richting van een renteverlaging tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van de centrale bank eind deze maand.

    Volgens Williams moet de Federal Reserve de rente direct verlagen als de eerste tekenen van economische zwakte zichtbaar worden. In plaats van het spreekwoordelijke kruit droog te houden zou de centrale bank pro-actief moeten optreden om zo een sterk signaal af te geven aan de markt. Hij zei daar het volgende over.

    “Wanneer de grens van nul procent nergens te bekennen is kun je je permitteren om langzaam stappen te nemen en een afwachtende houding aan te nemen. Maar dat kan niet als de rentes dicht bij het nulpunt liggen. In dat geval wil je het tegenovergestelde doen en vaccineren tegen verdere kwaaltjes. Als je maar een beperkte hoeveelheid stimulering tot je beschikking hebt, dan loont het om snel de rente te verlagen bij economische stress.”

    ‘Neutrale rente van 0,5%’

    De uitspraken van John Williams zorgen voor speculatie op de financiële markten. Gaat de Federal Reserve de rente later deze maand met meer dan 25 basispunten verlagen? Of volgen er later dit jaar meerdere renteverlagingen? Voor de toespraak van Williams werd de kans op een renteverlaging van 50 basispunten ingeschat op ongeveer 40%, maar nu is die kans opgelopen tot 66%. Beleggers houden er dus rekening mee dat de Federal Reserve de rente veel sneller zal verlagen.

    De centraal bankier zei in zijn toespraak ook dat de ‘neutrale’ rente voor de Federal Reserve op dit moment eigenlijk niet op 2,5% hoort te liggen, maar slechts op 0,5%. De neutrale rente is de rentestand die volgens de centrale bank geen stimulerend, maar ook geen remmend effect heeft op de economie. Ook deze uitspraken worden door de markt geïnterpreteerd als aanwijzing voor een verlaging van de rente. De vraag is dan ook niet meer of de Amerikaanse centrale bank deze maand de rente zal verlagen, maar in welk tempo.

    Beleggers houden al rekening met een renteverlaging van 50 basispunten (Bron: Financial Times, Bloomberg)

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Over welke instrumenten beschikken centrale banken nog?

    Met de aanhoudend historisch lage rentestanden is de vraag wat voor beleidsopties er nog zijn voor de centrale banken. Het langgerekte en oppervlakkige herstel na de grote recessie heeft geleid tot een erg lage rente. Daarmee hebben centrale bankiers maar beperkte ruimte om de rente nog verder te verlagen. Eigenlijk heeft alleen de Fed in de VS die speelruimte, dankzij de renteverhogingen die daar al zijn doorgevoerd. Over welke beleidsopties beschikken de centrale banken nog, vraagt Piya Sachdeva, econoom van Schroders, zich af.

    Optie 1: Herstart QE

    Een beleidsmaatregel waar snel naar teruggegrepen kan worden, is het herstarten van kwantitatieve verruiming (QE). Tijdens de piek daarvan bedroeg de omvang van de Fed- en ECB-balans respectievelijk 25% en 40% van het bbp. De Japanse en Zwitserse centrale banken hebben aangetoond dat een balansomvang boven de 100% van bbp tot de mogelijkheden behoort.

    Er dreigt echter een tekort aan staatsobligaties om op te kopen. De ECB bijvoorbeeld is begrensd door de regel dat het niet meer dan 33% van een schuld mag bezitten. Centrale bankiers kunnen wel overwegen om de scope van QE te vergroten. Zo kan de Fed QE uitbreiden naar het aankopen van bedrijfsobligaties, wat de ECB al deed. De Bank of Japan gaat nog een stapje verder door ook aandelen en vastgoed op te kopen.

    Bank of Japan koopt naast staatsobligaties ook bedrijfsobligaties en aandelen (Bron: Schroders)

    Optie 2: Meer forward guidance

    Na de invoering van QE hielp forward guidance – het signaleren van toekomstige beleidsintenties – de centrale banken om de renteverwachtingen te sturen zonder het niveau van de rentetarieven daadwerkelijk te wijzigen. Ook hintte de ECB in 2012 dat QE aanstaande was met Draghi’s beruchte uitspraak “whatever it takes” (om de euro te behouden). Hiermee was de ECB succesvol in het versoepelen van de financiële omstandigheden en het helpen beëindigen van de staatsschuldencrisis.

    De centrale banken kunnen gebruik blijven maken van forward guidance, maar het heeft ook zijn beperkingen. Toekomstige rentevoeten hebben een ondergrens en de centrale banken leggen zichzelf vast door zich te verbinden aan toekomstige beleid. Daarnaast kunnen richtsnoeren zonder follow-up, met name wat hogere rentetarieven betreft, de geloofwaardigheid aantasten. De gouverneur van de Bank of England, Mark Carney, kreeg de bijnaam “unreliable boyfriend”, omdat hij zijn standpunt over renteverhogingen wijzigde.

    Optie 3: Gedifferentieerde rentetarieven

    Negatieve rentetarieven zijn schadelijk voor de winstgevendheid van de banksector, als gevolg van de druk op de rentemarge. Dit is met name het geval voor banken die meer afhankelijk zijn van depositofinanciering. De ECB overweegt momenteel een gedifferentieerde negatieve depositorente. Daarmee beperkt het de negatieve rente alleen tot de overtollige deposito’s gestald bij de centrale bank, waardoor de winstgevendheid van banken ondersteund wordt en het monetaire beleid met een lage rente langer volgehouden kan worden.

    Optie 4: Herziening van de inflatiedoelstellingen

    Met een duurzaam lage inflatie kunnen centrale bankiers ook het raamwerk herzien. De Fed overweegt bijvoorbeeld een gemiddelde inflatiedoelstelling. Daarmee kunnen inflatieverwachtingen gehandhaafd worden, ook als de inflatie tijdelijk onder de doelstelling noteert.

    Optie 5: Yield curve control

    De Bank of Japan introduceerde yield curve control in 2016 als een modificatie van QE. Daardoor hoefde de bank minder staatsobligaties aan te kopen om de rente laag te houden. Dit hielp QE duurzamer te maken. Ook in de VS bestaat belangstelling voor deze beleidsoptie.

    Japanse centrale bank hanteert rentedoelstelling voor staatsleningen (Bron: Schroders)

    Optie 6: Helikoptergeld

    Als laatste optie kan de centrale bank geld laten drukken en direct distribueren. Dit staat ook wel bekend als helikoptergeld. Monetiseren van de staatsschuld, waarbij de centrale banken de overheid rechtstreeks financieren, is hiermee vergelijkbaar. Het is nu nog verboden voor de meeste centrale banken. Het vereist monetaire en budgettaire coördinatie. Naast inflatoire problemen, vormt helikoptergeld een ernstige bedreiging voor de begrotingsdiscipline en de onafhankelijkheid van de centrale bank. In de praktijk helpt een ruim monetair beleid de overheden om goedkoop te lenen en wordt de staatsschuld eigenlijk al gefinancierd.

    Conclusie

    De beperkte mogelijkheden van de centrale bankiers, betekent dat de bal bij een volgende economische neergang komt te liggen bij het begrotingsbeleid van de overheid. De meeste ontwikkelde economieën hebben op dat gebied wel wat speelruimte. Centrale bankiers hebben bewezen dat ze creatief kunnen denken over het monetaire beleid en zich niet langer beperken tot het verlagen of verhogen van de rentetarieven. Verschillende tools blijven beschikbaar, maar elke tool heeft ook weer zijn tekortkomingen.

    De Federal Reserve en Bank of England kunnen de rente verlagen en QE opnieuw starten. De ECB heeft beperkte mogelijkheden om de rente te verlagen, maar kan dat nog steeds doen. De ECB kan ook QE opnieuw opstarten, wat waarschijnlijk zou vereisen dat de limieten op staatsobligaties worden verhoogd. De Bank of Japan heeft de minste speelruimte. Forward guidance kan nog steeds worden gebruikt door alle centrale banken. Uiteindelijk zullen de landen die monetair beleid en begrotingsbeleid kunnen coördineren, het in een volgende recessie beter doen. Gezien de politieke beperkingen en de beperkte ruimte op de begroting, is dit een bijzondere uitdaging voor de eurozone.

    Meer informatie:

    Lees meer in het meegestuurde artikel ‘What is left in the central bank toolbox?’ van Piya Sachdeva, econoom bij Schroders. Dit artikel is verschenen in de nieuwste Economic & Strategy Viewpoint (juli).




  • ABN Amro verwacht renteverlaging ECB

    De ECB zal in september de rente met 10 basispunten verlagen, zo verwachten analisten Nick Kounis en Aline Schuiling van de ABN Amro. Dat betekent dat commerciële banken tegen -0,1% geld kunnen lenen bij de centrale bank, maar dat ze ook 0,5% rente gaan betalen op overtollige reserves die ze bij de centrale bank parkeren. Volgend jaar zou er volgens de analisten van de ABN Amro een tweede renteverlaging van 10 basispunten kunnen volgen.

    Naast een renteverlaging zal de centrale bank begin volgend jaar ook weer obligaties opkopen om de markt te ondersteunen. De analisten van de ABN Amro verwachten dat de ECB haar balans dan negen maanden lang met €70 miljard per maand zal uitbreiden. Dat zou betekenen dat de centrale bank nog eens €630 miljard aan haar balanstotaal toevoegt om de economie te ondersteunen. Eind vorig jaar bouwde de ECB dit opkoopprogramma nog af.

    Renteverlaging ECB

    De centrale bank liet tijdens het laatste rentebesluit al weten dat ze de rente nog zeker een jaar lang niet zal verhogen. Tijdens een bijeenkomst in Portugal eerder deze week deed Mario Draghi daar nog een schepje bovenop door te suggereren dat de centrale bank meer maatregelen kan nemen. Tijdens de paneldiscussie zei hij dat de ECB bereid is meer te stimuleren als de inflatie laag blijft. Ook zei hij dat er nog voldoende ruimte is om het opkoopprogramma verder uit te breiden.

    Eerder dit jaar nam de ECB al maatregelen om de bankensector te ondersteunen. De centrale bank kwam met een nieuwe ronde van TLTRO, waarmee ze opnieuw liquiditeitssteun aan banken kan geven. De aankondiging van deze maatregel was misschien al een voorbode voor extra monetaire stimuleringsmaatregelen. De Europese bankensector staat onder druk, omdat de lage rente hun winstgevendheid aantast. Bankaandelen gingen vorig jaar opnieuw hard onderuit.

    Meer stimulering

    Door de uitspraken van Draghi daalde de rente op Europese staatsobligaties deze week naar een nieuw dieptepunt. Beleggers lijken dus al te anticiperen op een fase met meer monetaire stimuleringsmaatregelen. Ook in de Verenigde Staten wordt later dit jaar een nieuwe renteverlaging verwacht, mogelijk al in juli. De omslag in het beleid van de twee belangrijkste centrale banken deed de goudprijs stijgen naar €40.000 per kilo, het hoogste niveau in zes jaar. In dollars steeg de prijs naar $1.390 per troy ounce, eveneens het hoogste niveau in zes jaar.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • ‘Centrale banken moeten streven naar hogere inflatie’

    ‘Centrale banken moeten streven naar hogere inflatie’

    Centrale banken wereldwijd moeten hun handen ineenslaan om hun inflatiedoelstelling te verhogen. Daarvoor pleit Adam Posen, die als beleidsmaker actief was bij de Bank of England. De voormalig centraal bankier zei bij een bijeenkomst van de ECB dat een doelstelling van 2% inflatie niet voldoende is.

    “De 2% doelstelling, waar ik veertig jaar geleden voor pleitte, is niet meer bruikbaar. Geen enkele centrale bank kan het alleen doen. De hardnekkig lage inflatie, het gevaar van een ondergrens en het probleem met de geloofwaardigheid dat het doel niet bereikt wordt betekent dat we een ambitieuzer doel moeten stellen.”

    Streven naar meer inflatie

    De inflatie waar centrale banken naar kijken is al jaren hardnekkig laag, ondanks alle monetaire stimulering. Centrale banken worstelen met dit vraagstuk, omdat hun beleid niet het gewenste resultaat oplevert. Ook opvallend is dat de werkloosheid in veel Westerse landen laag is, maar dat de lonen ondertussen amper stijgen.

    Een krappe arbeidsmarkt betekent volgens het handboek van centrale banken dat de lonen stijgen, wat op termijn ook effect moet hebben op de prijzen. Maar de cijfers wijzen uit dat de lonen al heel lang achterblijven, waardoor ook de koopkracht onder druk staat.

    Meer stimulering?

    Posen noemde geen concreet getal voor de inflatie die centrale banken zouden moeten nastreven. Het is een vraagstuk waar verschillende centrale banken zich over buigen, maar waar de meningen over verschillen. Bij de Federal Reserve gaan er al stemmen op om een hogere inflatie toe te staan, terwijl ECB-president Draghi vooralsnog geen reden ziet om de inflatiedoelstelling aan te passen.

    De Amerikaanse centrale bank zou de rente kunnen verlagen om de inflatie aan te jagen, maar het is de vraag of de centrale bank daarmee dichter bij haar doelstelling komt. Het grootste probleem is dat het monetaire beleid juist meer ongelijkheid heeft veroorzaakt, waardoor de koopkracht van een grote groep mensen achterblijft.

    Het is dan ook geen toeval dat er ook steeds meer naar overheden wordt gekeken om de koopkracht van de bevolking te versterken. Met fiscale stimulering komt er meer geld in de handen van de bevolking, waardoor de prijzen sneller zullen stijgen. Toch is het ook een gevaarlijk experiment, omdat centrale banken de controle over de inflatie kunnen verliezen. Centrale banken moeten dus uitermate voorzichtig zijn met wat ze wensen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken hebben het er de laatste jaren maar druk mee. Zo is het aantal toespraken dat ze jaarlijks geven in de periode van 1998 tot 2014 verzesvoudigd. Sinds de financiële crisis communiceren ze niet alleen over hun monetaire beleid, maar proberen ze de markt ook met woorden in een bepaalde richting te sturen. Denk aan centraal bankiers die zeggen dat ze de rente nog lang laag zullen houden of dat ze zullen ingrijpen, mocht dat ooit weer nodig zijn. ‘Forward guidance’ noemen we dat.

    Forward guidance wordt door centrale banken uitgelegd als een nieuw beleidsinstrument, maar eigenlijk betekent het dat de bodem van de gereedschapskist van centrale banken in zicht is. Het is alsof je een centraal bankier vraagt om een hamer en hij een papiertje geeft met daarop een tekening van een hamer.

    Centrale banken geven steeds meer toespraken

    Centrale banken praten steeds meer, maar zeggen steeds minder

    In 2017 publiceerde de Zwitserse centrale bank nog een onderzoek over dit onderwerp. Daaruit bleek dat een toename van het aantal persconferenties van centrale banken helemaal niet zorgde voor meer duidelijkheid bij het publiek. Integendeel, de markt kreeg juist meer tegenstrijdige geluiden te horen, waardoor het moeilijker werd om het beleid van centrale banken te voorspellen. Uit de conclusie van het onderzoek van Thomas Lustenberger en Enzo Rossi:

    “Meer communicatie produceert voorspellingsfouten en vergroot de spreiding. Dit inzicht was voorzien door Simon (1971), die zei dat “een overvloed aan informatie een armoede van aandacht creëert.” Het sluit ook aan bij de conclusies getrokken door bijvoorbeeld Morris & Shin (2002), Sims (2003), Kahneman (2003) en Blinder (2004). Zij stellen dat ongecoördineerde communicatie de signaal-ruisverhouding juist kan verlagen in plaats van verhogen, en daarmee de effectiviteit van het monetaire beleid kan belemmeren.

    Anders gezegd, een centrale bank die spreekt met een kakofonie van stemmen heeft in feite misschien helemaal geen stem. Minder spreken kan dus gunstig zijn voor centrale banken die de voorspelbaarheid en homogeniteit tussen financiële en macro-economische voorspellingen willen vergroten. We leveren enig bewijs dat dit in het bijzonder waar voor kan zijn centrale banken waarvan het transparantieniveau al hoog is.

    Nog minder succesvol op het gebied van het voorspellen is het beleid van forward guidance, zoals nagestreefd na de financiële crisis. Het beïnvloedde noch de fouten noch de spreiding van de rente en opbrengstprognoses.”

    Terug bij af?

    De laatste jaren zit de wereldeconomie weer in een opwaartse trend. Dat herstel hebben we voor een belangrijk deel te danken gehad aan het ingrijpen van centrale banken. Met structurele opkoopprogramma’s en liquiditeitssteun voor banken werd het vertrouwen in schuldpapier hersteld. Daardoor kwam ook de kredietverlening aan consumenten en bedrijven weer op gang.

    We kunnen onszelf op de borst kloppen voor de economische groei van de laatste jaren, maar de vraag is of de economie ook zo goed blijft draaien zonder al die stimulering door centrale banken. De Federal Reserve zette haar geplande renteverhoging begin dit jaar niet door, omdat de vooruitzichten voor de economie te onzeker werden. De ECB is nog maar net gestopt met het opkopen van staatsobligaties en er wordt alweer gesproken over een nieuwe ronde van liquiditeitssteun aan banken. Ondertussen overweegt de Bank of Japan extra monetaire stimulering om een waardestijging van de munt te voorkomen.

    Om een lang verhaal kort te maken, het economische herstel van de afgelopen jaren is voor een belangrijk gedeelte te danken aan het ruime monetaire beleid van centrale banken. De gewenste ‘normalisering’ blijkt een moeizaam en pijnlijk proces, waarbij een nieuwe recessie gemakkelijk kan worden uitgelokt.

    Hoe nu verder?

    Centrale banken balanceren op een smal pad tussen deflatie en inflatie. Dat maakt dat ze heel weinig speelruimte hebben om effectief beleid te voeren. Een onvoorzichtige stap in de verkeerde richting – en die hoeft niet per se van centrale banken te komen – kan een keten van gebeurtenissen veroorzaken die leidt tot een nieuwe crisis.

    Mario Draghi zei laatst tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement dat groei de beste manier is om uit de schulden te komen. In dit scenario worden schulden door inflatie makkelijker te betalen, maar de keerzijde is dat ook de waarde van het geld verder wordt uitgehold. En dat betekent verlies van koopkracht, zeker voor de lagere inkomens. En dat voedt het wantrouwen van de bevolking ten aanzien van overheden en centrale banken.

    Centrale banken moeten in deze onzekere tijden rekening houden met verschillende scenario’s. Dat betekent dat ze ook moeten anticiperen op de negatieve effecten van meer protectionisme en economische oorlogsvoering in de wereld. Als centrale banken wereldwijd besluiten meer goud te kopen en in toenemende mate goudvoorraden terughalen naar eigen land, dan is dat wat mij betreft zeker een teken aan de wand. We zouden wat meer moeten kijken naar wat centrale banken doen en minder moeten luisteren naar wat ze zeggen.

    Deze column verscheen eerder bij Goudstandaard




  • Europese banken in het nauw

    Het afgelopen jaar is een annus horribilis geweest voor het Europese bankwezen. De cijfers liegen er niet om. De gemiddelde koers is met 25% gedaald en dat betekent dat er een bedrag van $380 miljard aan aandeelhouderswaarde verdampt is. Geen enkele van de zestien grootste Britse, Franse, Duitse, Italiaanse of Zwitserse banken wordt gewaardeerd boven zijn boekwaarde. Gemiddeld genomen bedraagt de waardering 0,6 keer hun net assets. Voor de zes grote Amerikaanse banken bedraagt die ratio 1,1 en voor de MSCI Emerging Asia Banks index komt de ratio uit op 1.

    Er is dus iets mis met het Europese bankwezen, terwijl een reeks cijfers juist het omgekeerde doet vermoeden. Volgens analisten van Citigroup neemt de winstgevendheid in 2018 juist met 42% toe. Europese banken zijn gezonder en sterker. Financiële buffers zijn verhoogd en de meeste boetes over uitwassen in het recente verleden zijn betaald. Schijn bedriegt echter. Tegenover de genoemde verbeteringen staat een reeks van verslechteringen. Geopolitiek en macro-economisch zijn de zorgen in de loop van 2018 alleen maar gegroeid. Die zorgen koppelen beleggers aan een groeiende onzekerheid over het huidige businessmodel van banken. Is dat wel voldoende meegegaan met de strengere kapitaalseisen en regelgeving?

    Slecht jaar voor de bankensector

    In 2018 was er voor banken sprake van het haasje over effect. De ene klap was nog niet geïncasseerd of de volgende kwam er alweer aan. Het afgelopen jaar ging van start met massale sell-off omdat de groei tegenviel. De uitslag van de Italiaanse verkiezingen was een volgende mokerslag. De handelsoorlog en toenemende zorgen over enkele opkomende markten, zoals Turkije pakten evenmin goed uit, evenals uitlatingen van de ECB over de renteontwikkeling. Vooral Italië is een hoofdpijndossier. Zwakke Italiaanse banken hebben heel veel Italiaans schatkistpapier op de balans staan. Met een beetje pech kan er sprake zijn van wederzijdse besmetting van overheid en banken.

    Het is nog maar de vraag of het in 2019 veel beter zal gaan voor banken. De onzekerheid over de Britse economie groeit alleen maar, evenals de vrees voor een chaotische Brexit. Er is maar een enkeling die denkt dat de rente zich voor banken gunstig gaat ontwikkelen. De aanhoudende koersdalingen zorgen ervoor dat noodzakelijke veranderingen uitblijven. Zo is de kans klein dat er op grote schaal fusies en overnames gaan plaatsvinden. Dat is nodig, omdat er nog steeds teveel Europese banken zijn. En zo kan het gebeuren, dat een moderne fintech speler als het Nederlandse Adyen een hogere marktkapitalisatie heeft dan bijvoorbeeld het Duitse Commerzbank en niet veel meer onderdoet voor Deutsche Bank. Ook de politiek helpt niet mee om een broodnodige consolidatie van het Europese bankwezen te bewerkstelligen. Een pan-Europese kapitaalmarkt blijft vooralsnog een droom, evenals een gemeenschappelijk Europees depositogarantiesysteem.

    Europese banken amper hersteld van de crisis (Bron: Financial Times)

    Risico’s blijven groot

    Het is met andere woorden niet zo vreemd, dat grote institutionele beleggers banken links laten liggen. Zelfs nu waarderingen extreem laag zijn, lijken de risico’s nog te groot. Rentemarges blijven voorlopig flinterdun, prijzen van assets kunnen gaan galen en banken worstelen met een zwakke IT-infrastructuur om maar eens wat te noemen. Ze zetten bovendien zeer nadrukkelijk vraagtekens bij de drang van sommige banken om de concurrentie aan te gaan met de grote investment banks op Wall Street. Dat slurpt in hun ogen nodeloos veel kapitaal. In het recente verleden hebben banken, die poogden de concurrentie aan te gaan met de Amerikanen, veel schade opgelopen. Dat wekt weinig vertrouwen voor de huidige kansen op succes.

    Wat ook al niet helpt, is het gegeven dat beleggers in het verleden zich bij voortduring verkeken hebben op het vermogen om te groeien. Analisten hebben becijferd dat banken slechts éénmaal in de afgelopen zeven jaar de groeiverwachtingen hebben overtroffen. De kans dat zulks op korte termijn gaat veranderen, achten ze klein. In dit klimaat zijn zelfs de huidige extreem lage waarderingen nog te hoog. Dat is zeker het geval als er zo nu en dan een nieuw schandaal opduikt, zoals recentelijk rondom Danske Bank.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Spaarpolis hypotheek niet gedekt bij faillissement verzekeraar

    Voor mij liggen de algemene voorwaarden van een SpaarHypotheekVerzekering van een verzekeraar. Bij punt 1.18 lees ik letterlijk ‘Het saldo op de hypotheekrenterekening is eigendom van de verzekeraar’. Als dit mijn spaarpolis is, neem ik vandaag nog actie. Helaas realiseren weinig mensen zich dat het opgebouwde kapitaal op de spaarpolis om de hypotheeklening af te lossen, niet is gedekt bij faillissement van de verzekeraar.

    Spaarhypotheken

    Vanaf medio jaren tachtig tot eind 2012 zijn er in totaal ruim 1,8 miljoen spaarhypotheken afgesloten. Deze hypotheekvorm is oorspronkelijke een ‘uitvinding’ van de verzekeraars. Pas in 2008 mochten ook banken deze hypotheekvorm sluiten. Het duurde echter nog jaren voordat men ook bij de bank aanklopte voor een bankspaarhypotheek. Bij sparen via de bank werd er geen spaarpolis gesloten, maar een spaarrekening geopend.

    De spaarhypotheek was t/m 2012 de meest populaire hypotheekvorm. Vooral de combinatie van sparen met een vaste rente gaf de huizenbezitter een veilig gevoel. Toch werd deze hypotheek vooral afgesloten vanwege de fiscale voordelen. De opgebouwde waarde van de spaarpolis is gedurende de looptijd onbelast en de hypotheekrente is over de hele looptijd van de lening maximaal aftrekbaar. Het leek allemaal zo prachtig…




    hypotheekNadelen spaarhypotheek

    De laatste tijd wordt het steeds duidelijker dat er veel nadelen en risico’s aan de spaarhypotheek kleven. Nadelen die bij de verkoop niet altijd duidelijk genoeg zijn gecommuniceerd. Denk bijvoorbeeld aan de extra kosten die je betaalt voor de spaarpolis en het feit dat de ultra lage hypotheekrente bij iedere hypotheekvorm enorme voordelen oplevert, behalve bij de spaarhypotheek. Maar het grootste risico zit toch wel in het feit dat de spaarwaarde niet gedekt is bij een faillissement van een verzekeraar. Dat is een serieus risico geworden, omdat veel levensverzekeraars het door de lage rente financieel zwaar hebben, maar ook omdat er bijna geen nieuwe producten meer verkocht worden. Het verdienmodel van deze sector staat momenteel enorm onder druk. Samengevat, een spaarpolis bij een verzekeraar geeft dus geen enkele garantie. Spaartegoeden voor de aflossing van de hypotheek bij een bank zijn doorgaans wel gedekt door het depositogarantiestelsel. De DNB schrijft op haar website dat het gespaarde bedrag van de spaarhypotheek in dat geval verrekend wordt met de hypotheekschuld. Heeft u dus een spaarpolis bij een verzekeraar? Dan is mijn advies om snel contact op te nemen met een financieel adviseur. Ab Flipse abflipse Over Ab Flipse: Ab is in 1955 geboren in Middelburg. Tot 1987 is hij werkzaam geweest bij defensie en van 1987 tot 1993 bij een grote bank-verzekeraar. Vanaf 1993 heeft hij directiefuncties bekleed bij diverse intermediairbedrijven en was hij directeur van SmartOffice. Dit bedrijf begeleidde intermediairs naar het nieuwe werken. Hij is voorzitter van de Vereniging Woekerpolis.nl. Ab staat bekend om zijn visie op- en vroegtijdige signalering van trends en ontwikkelingen in de financiële branche, zijn grote rechtvaardigheidsgevoel en doorzettingsvermogen, en is een groot voorstander van het vergroten van de zelfredzaamheid van de consument, met name op financieel gebied. www.abflipse.nl

  • Overlijdensrisicoverzekering geen invloed op beursgang NN Group

    De verzekeraar Nationale Nederlanden (NN Group) stond enkele dagen voor de beursgang weer in het nieuws vanwege mogelijke extra schadevergoedingen. De vergoedingen die de verzekeraar zou moeten gaan uitkeren voor verkochte woekerpolissen zou wel eens honderden miljoenen euro’s hoger kunnen gaan uitvallen dan eerst werd verwacht, zo blijkt uit een geheim rapport dat in handen is van RTL Nieuws.

    Het rapport werd gemaakt op aanvraag van de geschillencommissie Kifid en adviseert over een conflict over een overlijdensrisicoverzekering. De overlijdensrisicoverzekering werd gedeeltelijk gedekt door de verwachte beleggingsresultaten. Omdat die resultaten tegenvielen, groeide het gat tussen het beoogde doelkapitaal en de dekking. Dat betekende meer risico voor de verzekeraar en dus een hogere premie. Door dit zogenaamde hefboom-inteereffect bleef er nauwelijks iets over om de hypotheek mee af te lossen.

    De Kifid zal pas na de zomer beslissen over een extra schadevergoeding. Die kan bovenop de compensatie komen die in 2009 al werd afgesproken. De Kifid uitspraak gaat slechts over een individueel geval maar kan als jurisprudentie dienen voor andere klachten en rechtszaken. Volgens de NOS zou de kostenpost kunnen oplopen tot meer dan €750 miljoen. Een woordvoerder van Nationale Nederlanden noemde de “megastrop” voorbarig. De berekening van de compensatie van het rapport van de Kifid verschilt namelijk van de rekenmethode van Nationale Nederlanden.

    Ondanks de potentiele megastrop werd Nationale Nederlanden (NN Group) op de eerste  twee handelsdagen na de beursgang door beleggers verwelkomt met een koerswinst. De handel begon op woensdagochtend 2 juli op een introductieprijs van €20. Op moment van schrijven staat de koers op een winst van 4,28%. Door de grote vraag naar het aandeel deed de grootaandeelhouder van de NN Group, ING, 77 miljoen aandelen van de hand in plaats van de eerder aangekondigde 77 miljoen. Na de beursgang heeft de ING nog 71,4% van de aandelen van de NN Group in handen. De beursgang leverde ING €1,5 miljard op.

    ING moet zijn verzekeringstak volledig verkopen van de Europese Commissie omdat de bank tijdens de crisis steun heeft gekregen van de Nederlandse belastingbetaler. Eind volgend jaar moet het belang zijn teruggebracht tot minder dan de helft en een jaar later moet de NN Group volledig zijn verkocht door ING.

    overlijdensrisicoverzekering-geen-invloed-beursgang

    Bronnen:
    NOS
    RTL Nieuws
    Brand New Day 

  • Janet Yellen vervangt Bernanke

    Janet Yellen vervangt Bernanke

    Janet Yellen zal Bernanke vervangen als het boegbeeld van de Federal Reserve, zo schrijft de Wall Street Journal. Vanmiddag om 3 uur Amerikaanse tijd zal Obama de nieuwe topvrouw van de Amerikaanse centrale bank formeel aankondigen. “Met deze keuze komt er een einde aan een ongebruikelijk lang debat dat eind juni al begon, toen Bernanke duidelijk maakte dat hij niet nog een termijn zou uitzitten als FED-voorzitter.”

    Timing

    De aankondiging van Janet Yellen komt op een bijzonder moment, want de government shutdown is nog steeds actief en er is ook nog geen overeenkomst bereikt over de verhoging van het schuldenplafond. Sinds 1 oktober hebben een aantal overheidsinstanties die als niet-essentieel worden bestempeld al hun deuren moeten sluiten en nu dreigt er een veel groter probleem te ontstaan.

    Als topvrouw van de Federal Reserve kan Yellen slechts toekijken hoe de Democraten en Republikeinen elkaar in de haren vliegen. Wel kan ze met haar monetaire beleidsinstrumenten proberen de rust op de financiële markten te bewaren. Men verwacht dat Yellen voorlopig niets zal aanpassen aan de rente en het stimuleringsprogramma van $85 miljard per maand.

    Janet Yellen

    Janet Yellen (67) werd in 2010 al genomineerd om vicevoorzitter van het Federal Reserve systeem te worden. De afgelopen jaren heeft ze Bernanke bijgestaan in de vormgeving van het monetaire beleid. Binnen het Federal Reserve systeem staat ze bekend om haar voorkeur voor een uitermate soepel monetair beleid, waarbij ze de voorkeur geeft aan het verlagen van de werkloosheid boven het in toom houden van de inflatie. Als Yellen moest kiezen tussen deze twee mandaten zou ze de eerste kiezen, zo schrijft Reuters. In 1995 zou ze gezegd hebben dat de inflatie verder mag oplopen boven de grens van 2%, indien dat nodig is om de werkloosheid terug te brengen.

    Tussen 2004 en 2010 was Yellen president van de Federal Reserve van San Francisco, waar ze verantwoordelijk was voor het monetaire beleid. Tussen 1994 en 1997 was Yellen ook al één van de gouverneurs in het Fed-bestuur. Tussen 1997 en 1999 heeft ze ook niet stil gezeten, want in die tijd ga Yellen leiding aan de groep van economisch adviseurs onder president Bill Clinton.

    In haar loopbaan heeft Yellen les gegeven aan de University of California, Berkeley, Harvard University en de London School of Economics. Ze is getrouwd met Nobelprijswinnaar en econoom George Akerlof, die ze in 1977 als collega leerde kennen bij de Amerikaanse centrale bank. Samen hebben ze één zoon, die nu werkzaam is als economie professor.

    Janet Yellen volgt Ben Bernanke op

    Janet Yellen wordt nieuwe boegbeeld van de Federal Reserve

    Goudstandaard seminar

  • ECB houdt rente op 0,5%

    De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de rente ongewijzigd gelaten op 0,5%. Dat maakte de centrale bank vandaag om 14:00 bekend op haar website. Zometeen om 14:30 zal ECB-president Mario Draghi vanuit Parijs zijn toelichting geven op het rentebesluit. Deze toelichting kunt u live volgen via onderstaande videostream.

  • Helft beleggers heeft geen vertrouwen in vermogensbeheerders

    Uit onderzoek van het CFA Institute blijkt dat slechts de helft van alle beleggers vertrouwen heeft in vermogensbeheerders en andere financiële dienstverleners. Onder particuliere beleggers blijkt het vertrouwen met 51% overigens veel lager te zijn dan onder institutionele beleggers, waar het aandeel op 61% ligt.

    Het lage vertrouwen in financiële dienstverleners is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de vele schandalen die sinds het uitbreken van de financiële crisis 2008 boven water zijn gekomen. Denk daarbij aan witwaspraktijken, ongeoorloofde handel voor eigen rekening, het misbruik maken van insider informatie en het manipuleren van rentes. Volgens de Edelman vertrouwensbarometer van 2013 scoren de financiële dienstverleners en banken het slechtste (zie figuur 1).

    Financiele dienstverleners worden het minst vertrouwd

    Financiële sector geniet relatief weinig vertrouwen

    Regionale verschillen

    Uit het onderzoek van CFA Institute blijkt dat het vertrouwen in de financiële sector – in het bijzonder vermogensbeheer – ook per regio sterk kan verschillen. In Hong Kong geniet de sector veel meer vertrouwen (68%) dan in Westerse landen als de VS (44%) en het Verenigd Koninkrijk (39%) (zie figuur 2). Ook blijkt dat slechts 19% van de ondervraagde beleggers er een sterk vertrouwen in heeft dat ze een eerlijke kans maken om te profiteren van een belegging in de kapitaalmarkt.

    Financiele sector geniet weinig vertrouwen

    Opvallend genoeg zien veel beleggers een taak voor de overheid weggelegd om het vertrouwen in de financiële sector op te vijzelen. Maar liefst 52% van de ondervraagde beleggers wereldwijd is van mening dat nationale en wereldwijde toezichthouders het grootste verschil kunnen maken. Slechts 28% legt die verantwoordelijkheid primair bij de professionals in het vermogensbeheerder.

    De drie eigenschappen van vermogensbeheerders die het meest gewaardeerd worden door beleggers zijn als volgt. Merk op dat het behaalde rendement niet in dit lijstje staat, die wens staat op de zesde plaats!

    1. Transparantie en openheid van zaken
    2. Verantwoordelijkheid nemen bij problemen en in crisistijd
    3. Voldoen aan een hoge ethische standaard

    Voor de volledige lijst verwijzen we naar het rapport van het CFA Institute.