Tag: brent

  • Verenigde Staten exporteren steeds meer olie naar Azië

    De Verenigde Staten exporteren steeds meer olie en dat gaat voor een groot gedeelte naar Azië. Van de totale export van Amerikaanse olie gaat dit jaar zelfs een derde deel naar Aziatische landen. Dat is opmerkelijk, gezien de afstand die olietankers moeten afleggen om van de Golf van Mexico naar bestemmingen als China, Japan en Zuid-Korea te komen.

    Olietankers moeten een afstand van meer dan 20.000 kilometer afleggen om deze landen te bereiken, dat is ruim twee keer zo ver als de belangrijkste Europese havens.

    De Amerikaanse export richting Azië vervangt niet alleen een dalende olieproductie in de Aziatische regio, maar neemt ook steeds meer marktaandeel over van leveranciers uit West-Afrika.

    Verenigde Staten exporteren steeds meer olie naar Azië (Bron: Bloomberg)

    Olie naar Azië

    Eind 2015 schrapte de Amerikaanse regering het exportverbod op olie dat de afgelopen veertig jaar van kracht is geweest. Sindsdien verkopen Amerikaanse producenten hun olie over de hele wereld, onder meer in Zwitserland, Israël en China.

    In de eerste helft van dit jaar hebben de Verenigde Staten ongeveer 316.000 vaten olie per dag naar Aziatische landen geëxporteerd, tegenover slechts 5.000 vaten per dag in 2014. De verwachting is dat de stroom van Amerikaanse olie richting Azië de komende jaren nog kan verdrievoudigen tot bijna een miljoen vaten olie per dag.

    Dollars voor olie

    De import van olie uit de Verenigde Staten is voor Aziatische landen een effectieve manier om overtollige dollarreserves om te zetten in tastbare waarde. Tegelijkertijd biedt het de Verenigde Staten de mogelijkheid haar handelstekort met Azië terug te brengen, een tekort dat de afgelopen decennia naar onhoudbare proporties is gestegen.

    Met de uitbreiding van de Amerikaanse olieproductie wordt de wereld niet alleen minder afhankelijk van olie uit het Midden-Oosten, ook kan het een bijdrage leveren aan het balanceren van de problematische handelsbalans tussen de twee grootste economieën ter wereld.


  • Olieprijs naar laagste niveau in 11 jaar

    De prijs van een vat Brent olie zakte vanmorgen naar het laagste niveau in elf jaar en staat op het moment van schrijven op $36,16. De olieprijs daalt verder nu ook Amerikaanse olieproducenten hun producten op de wereldwijde markt mogen aanbieden.

    Afgelopen vrijdag besloot het Amerikaanse Congres een einde te maken aan een exportverbod op ruwe olie, een verbod dat al sinds de oliecrisis van 1973 van kracht is. Dat betekent dat de Amerikaanse olieproducenten hun hoogwaardige ‘sweet crude’ nu ook in het buitenland kunnen verkopen.

    Verschillende olieproducerende landen proberen ten koste van elkaar marktaandeel te winnen op de oliemarkt. Daardoor is de olieprijs de afgelopen twaalf maanden in een vrije val terechtgekomen. Grote producenten als Saoedi-Arabië en Rusland hebben de wereld kenbaar gemaakt dat ze hun productie niet zullen terugschroeven. Rusland gaat in haar begroting voor volgend jaar al uit van een olieprijs van $30 per vat.

    brent-crude-prices

    Olieprijs naar laagste niveau in 11 jaar

    Olieprijs verder omlaag in 2016

    Als volgend jaar ook de olieproductie in Iran op gang komt kan dat de opmaat zijn voor een verdere daling van de olieprijs tot onder de $30 per vat. Eerder schreven we op Marketupdate al dat Iran tegen een kostprijs van slechts $1 tot $1,50 per vat kan produceren. Ook in Saoedi-Arabië ligt de kostprijs voor een vat olie nog steeds veel lager dan de verkoopprijs.

    De olieprijs werd door de OPEC kunstmatig hoog gehouden, maar nu er niet genoeg draagvlak is om de productie te beperken produceren alle landen zoveel als ze maar willen of kunnen. Het slagveld kent verliezers, maar ook winnaars. Zo dalen de consumentenprijzen van benzine, diesel en aardgas langzaam mee.

  • Goedkoopste olie kost al minder dan $30

    Op het moment van schrijven staat de olieprijs op ongeveer $37 per vat. We hebben het dan over de prijs van een vat West Texas Intermediate (WTI), ruwe olie met een relatief laag zwavelgehalte dat wordt opgepompt bij de Golf van Mexico en in staten als Texas en Oklahoma. Deze olie wordt via contracten verhandeld op de New York Mercantile Exchange (NYMEX) en is daardoor de belangrijkste referentieprijs geworden voor olie.

    Maar dat betekent niet dat alle olie voor deze prijs verhandeld wordt. In andere delen van de wereld wordt olie van minder hoge kwaliteit al voor veel lagere prijzen aangeboden, zoals het volgende overzicht van Bloomberg laat zien. Zo ligt de prijs van een mix van Mexicaanse ruwe olie op minder dan $28 per vat (laagste niveau sinds 2004) en verkoopt Irak een lagere kwaliteit ruwe olie in Azië voor ongeveer $25 per vat. Sommige Canadese olieproducenten zagen de olieprijs voor hun product dalen tot minder dan $22 per vat.

    “Meer dan twee derde van de wereldwijde olieproductie is niet rendabel tegen de huidige olieprijs. Canadese olieproducenten hebben al moeite om de operationele kosten te dekken”, zo verklaarde consultant Ehsan Ul-Haq van KBC Advanced Technologies tegenover Bloomberg.

    olieprijs-bloomberg

    Veel olieproducenten krijgen minder dan $30 voor een vat olie (Grafiek van Bloomberg)

    Lage olieprijs

    De olieprijs is dit jaar gezakt naar het laagste niveau sinds het uitbreken van de financiële crisis. De oorzaak is een wereldwijde overproductie van olie, waardoor de prijs onder druk staat en er structureel meer aanbod is dan vraag. Deze week zakte de prijs van een vat WTI zelfs onder de $35 en werd Brent olie voor niet meer dan $37 verhandeld. Deze olie is wat duurder, omdat ze door het lage zwavelgehalte makkelijker te raffineren is.

    Producenten die olie met een hoge zwavelgehalte uit de grond halen kunnen een minder hoge prijs voor hun product vragen. Om deze ‘zware olie’ te verwerken moeten raffinaderijen grote investeringen doen. Deze kosten worden doorberekend als een korting op de prijs van de ruwe olie.

    “Op heel veel plekken in de wereld krijgen olieproducenten niet de prijs van Brent of WTI. Dat is een dramatische situatie en veel producenten zullen dat niet lang vol kunnen houden”, zo vertelde analist Torbjoern Kjus van de in Noorwegen gevestigde financiële dienstverlener DNB ASA. Een voorbeeld daarvan zijn de teerzanden in Canada, waar oliegigant Royal Dutch Shell onlangs nog $2 miljard op heeft moeten afschrijven.

    Hedging

    Sommige olieproducerende landen hebben het risico op een daling van de olieprijs afgedekt, zoals Mexico. Zij hebben 212 miljoen vaten olie voor 2016 vooruit verkocht tegen een prijs van $49 per vat. Ook dit jaar hadden ze een deel van hun productie al tegen een hogere prijs vastgelegd, waardoor hun opbrengsten in totaal $6,3 miljard gunstiger uitvielen. Maar er zijn ook landen die geen bescherming hebben tegen dalende prijzen. Venezuela rekent voor in haar begroting voor volgend jaar met een gemiddelde olieprijs van $40 per vat, terwijl haar eigen olie op dit moment voor $30 op de wereldwijde oliemarkt wordt aangeboden. De daling van de olieprijs is echter geen enkel probleem voor landen als Saoedi-Arabië, Irak en Iran, die over enorme voorraden goedkoop te produceren olie beschikken. Ze maken bij de huidige prijs nog steeds veel winst en zullen daarom geneigd zijn de oliekraan juist nu nog wat verder open te draaien. Op die manier kunnen ze hun marktaandeel uitbreiden en concurrenten uit de markt drukken. Een land als Iran kan vandaag de dag bijvoorbeeld olie produceren tegen een kostprijs van $1 tot $1,50 per vat.

    olieprijs-decadelow-bbg

    Olieprijs naar laagste niveau in jaren

  • China wil olieprijs in yuan

    china-oilChina wil meer zeggenschap krijgen over de prijsvorming van olie en zal daarom naar verwachting volgende maand al een alternatief voor de gangbare WTI en Brent olie aanbieden. Deze nieuwe oliecontracten zijn genoteerd in Chinese yuan en zullen verhandeld worden op de Shanghai International Energy Exchange. De komst van een nieuw benchmark voor olie in yuan kan gezien worden als een nieuwe stap in de internationalisering van de Chinese munt. Met deze nieuwe referentieprijs in Chinese yuan worden landen in Azië in staat gesteld olie te verhandelen zonder tussenkomst van dollars.

    De toevoeging van een nieuwe referentieprijs voor olie is geen gek idee, als je bedenkt dat de referentieprijs slechts voor een beperkt deel van de olieproductie van toepassing is. Twee derde van de wereldwijde olieproductie wordt tegen de prijs van Brent olie verhandeld, terwijl deze prijs slechts gebaseerd is op de productie van vier olievelden in de Noordzee. Deze velden produceren ongeveer 1 miljoen vaten per dag, terwijl de wereldwijde olieproductie per dag op ongeveer 92 miljoen vaten ligt.

    Petro yuan

    China is na de Verenigde Staten de grootste afnemer van olie ter wereld. Naar verwachting zal China in de toekomst de grootste gebruiker van olie worden, aangezien meer Chinezen toetreden tot de middenklasse en zich de luxe van een eigen auto kunnen veroorloven. Het is daarom niet meer dan logisch dat China de olie uit de regio in de eigen munt wil afrekenen. Niet alleen China, maar ook handelspartner Rusland wil graag olie in een andere munt afrekenen dan dollars. De twee landen hebben de afgelopen jaren verschillende pijpleidingen aangelegd om meer olie uit Siberië naar China te kunnen transporteren. Sindsdien heeft ook Rusland haar voornemen uitgesproken om een eigen referentieprijs voor olie te maken. Naast de Amerikaanse WTI en de Europese Brent olie zou er voor de Aziatische markt ook een East Siberia Pacific Ocean (ESPO) referentieprijs moeten komen. Zover is het tot op heden nog niet gekomen. Lees ook:

  • Olieproductie omhoog en de prijzen ook

    Afgelopen week kwam de prijs van een vat West Texas Intermediate (WTI) voor het eerst in 3 jaar boven die van een vat Brentolie te liggen. Vrijdag 19 juli kostte WTI $107,90. In augustus 2010 begon er een prijsverschil tussen Brent en WTI te groeien. In 2012 bedroeg het gemiddeld $ 17,50 per vat. In de loop van 2013 is het verschil in prijs steeds kleiner geworden.

    Voorraden

    De oorzaak van het wegebben van de prijsverschillen heeft met ontwikkelingen in de VS zelf te maken. Tussen 2010 en nu is de VS steeds minder olie gaan importeren. Dat was onder meer te danken aan de toenemende productie van schalieolie in de VS zelf en in Canada. Daardoor is de import met ruim 2.3 miljoen vaten per dag gedaald, terwijl de voorraden aan eigen olie steeds groter werden in Cushing, Oklahama. Deze plaats vervult een scharnierfunctie in de distributie van olie in de VS. Door de groeiende voorraden daalden de prijzen. De aanvoer van olie was te groot om door de nationale raffinaderijen verwerkt te worden. Tegelijkertijd maakte een rudimentair transportsysteem het onmogelijk om olie naar de kust af te voeren en vervolgens te exporteren.

    Pijplijn

    Het stijgen van de prijs van een vat WTI is te danken aan een daling van de voorraden bij Cushing. In de eerste weken van juli bedroeg de daling 12%. De verklaring voor de daling is tweeledig. In de eerste plaats zijn de ernstigste belemmeringen voor een efficiënt transport opgeheven. Een aantal pijpleidingen is gereed gekomen, zodat de olie bijvoorbeeld naar de kust kan stromen. Sinds april van dit jaar stroomt er dagelijks olie door de Magellan Longhorn pijplijn. Dankzij de verbeterde transportmogelijkheden is de discount ten opzichte van Brent geleidelijk geërodeerd. Olie kan nu ook gemakkelijker de kust bereiken om vervolgens verscheept te worden naar Europa en Latijns Amerika.

    Een tweede verklaring voor de afname van de voorraden is de sterk gestegen vraag van raffinaderijen. In de eerste helft van juli bedroeg die vraag 16,2 miljoen vaten per dag en dat is een stijging van 4,5% ten opzichte van juli 2012. Die vraag steeg omdat de totale raffinagecapaciteit in de VS is gestegen. Zo is de Motiva raffinaderij in Texas gaan draaien. Uiteraard was de lage prijs voor veel raffinaderijen een impuls om extra in te kopen. Dat was weer mogelijk, omdat er meer en betere transportmogelijkheden ter beschikking gekomen zijn. De aanvoer via trein of truck steeg met maar liefst 57%, aldus het Internationaal Energie Agentschap (IEA).

    Goud

    Het is echter niet allemaal goud wat er blinkt, zeker niet voor de raffinaderijen. Die merken nu dat hun grote vraag de prijs voor een vat olie omhoog stuwt. Dat merken ze nu al aan hun eigen marges. Die zijn volgens Barclays met maar liefst 68% gedaald. En zo kan het gebeuren, dat de prijs van WTI boven die van Brent komt te liggen. Het uiteindelijke effect zal zijn, dat sommige soorten Brent goedkoper worden dan hun concurrent in de VS, waardoor de discount weer breder gaat worden. In 2015 kan dat weer $ 11 per vat bedragen. Dat is goed nieuws voor de belegger die wil gebruik maken van de prijsverschillen.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<