Tag: wereldreservemunt

  • Sander Boon en Wim Boonstra over het dollarsysteem

    Volgens econoom Wim Boonstra heeft de wereldeconomie een nieuw valuta-anker nodig. Het dollarsysteem dat na de Tweede Wereldoorlog werd geformaliseerd in Bretton Woods bracht een periode van economische groei en stabiliteit, maar sluit niet goed aan bij de multipolaire wereld waarin we vandaag de dag leven.

    De status van de dollar als wereldreservemunt stelt de Verenigde Staten in staat om ver boven haar stand te leven, maar de keerzijde is dat steeds meer werkgelegenheid de afgelopen decennia verplaatst is naar andere landen. De grote afhankelijkheid van de dollar is volgens Wim Boonstra problematisch. Hij ziet meer toekomst in de Special Drawing Rights (SDR) van het IMF.

    In dit gesprek bij Café Weltschmerz praten Wim Boonstra en Sander Boon over de tekortkomingen en risico’s van het huidige internationale monetaire systeem. Welke alternatieven zijn er voor de dollar? En is een terugkeer naar een soort gouden standaard mogelijk?

    Wim Boonstra was hoofdeconoom bij de Rabobank. Tegenwoordig is hij bijzonder hoogleraar monetaire economie.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Column: De dollar als een probleem

    The dollar is our currency, but your problem’ is een uitspraak die wordt toegeschreven aan John Connally, de Amerikaanse minister van Financiën in de regering van president Nixon. Hij zou deze legendarische woorden hebben uitgesproken tijdens een G10 bijeenkomst in Rome in november 1971, een paar maanden nadat Nixon de koppeling tussen de dollar en goud had verbroken.

    Ruim 46 jaar later zijn de woorden van Connally nog steeds zeer actueel. De rol van de dollar als wereldreservemunt is een thema waar in bepaalde kringen al jarenlang over gesproken wordt, maar nu lijkt het onderwerp ook op het hoogste niveau steeds meer door te dringen.

    Zo beschreef Jean-Claude Trichet, voormalig president van de Europese Centrale Bank, het huidige monetaire systeem op basis van de dollar als wereldreservemunt als een pervers systeem, omdat het de Verenigde Staten in staat stelt heel goedkoop en vrijwel zonder beperkingen geld te lenen op de wereldwijde kapitaalmarkt.

    Kritiek op de dollar

    Dat een voormalig centraal bankier dit zegt is zeer significant, want Trichet weet als geen ander hoe het financiële systeem werkt en hoe groot de belangen zijn die achter de schermen een rol spelen. Wat hij zegt is voor ons geen nieuws, maar het feit dat het dit hardop durft uit te spreken is veelzeggend.

    Het dollarsysteem is in de basis een ongelijk systeem, omdat het de Verenigde Staten in staat stelt structureel boven haar stand te leven, een privilege dat ze in stand weet te houden door andere landen met economische sancties – en soms zelfs militaire interventies – te onderdrukken. Wie dat zegt wordt in veel kringen waarschijnlijk niet serieus genomen, maar het is een visie die in een steeds groter gedeelte van de wereld gedragen wordt.

    ‘Gevaarlijk monopolie’

    Vol verbazing keek ik dan ook naar het eerste optreden van president Poetin sinds zijn inauguratie, waarin hij openlijk zei dat de monopoliepositie van de dollar voor veel landen een gevaar is geworden. Hij zei dat de Verenigde Staten hun financiële machtspositie steeds vaker misbruiken om andere landen onder druk te zetten, dat de dollar een politiek instrument is geworden om bepaalde economische doelen na te streven. Hij verwees daarbij expliciet naar het feit dat olie nog altijd in dollars verhandeld wordt, een situatie die hij als zeer onwenselijk omschreef.

    Volgens Poetin is de monopoliepositie van de dollar onbetrouwbaar. Dat zagen we deze week met Iran, dat een onzekere toekomst tegemoet gaat nu de Verenigde Staten weer zware sancties zullen opleggen. De Russische president verwees in deze context ook naar de strategie van de Russische centrale bank om de valutareserves te diversificeren en meer goudreserves aan te houden.

    Dat een van de meest invloedrijke regeringsleiders van dit moment dit soort uitspraken doet is ook zeer significant te noemen. Het benoemen en het erkennen van een probleem is doorgaans de eerste stap richting een oplossing. Wordt ongetwijfeld vervolgd…

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Poetin: “De hele wereld ziet dat monopolie van de dollar onbetrouwbaar is”

    Poetin: “De hele wereld ziet dat monopolie van de dollar onbetrouwbaar is”

    Het monopolie van de dollar als wereldreservemunt is voor veel landen een gevaar, zo concludeerde de Russische president Poetin. Ook sprak hij zijn voornemen uit om de economische soevereiniteit van Rusland te versterken, zodat het land minder afhankelijk wordt van de dollar.

    In zijn eerste optreden na zijn inauguratie zei Poetin dat Rusland in het verleden naïef is geweest door te denken dat andere landen zich aan de regels van de Wereldhandelsorganisatie zouden houden, terwijl die regels steeds vaker geschonden worden om bepaalde landen onder druk te kunnen zetten.

    Hieronder ziet u het betreffende fragment, de vertaling staat onder de video.

    “Ten aanzien van het idee dat we af moeten stappen van de dollar. In principe ben ik het daarmee eens. Dit gaat niet alleen om onafhankelijkheid van de dollar, dit gaat ook over de noodzaak om onze eigen economische soevereiniteit te versterken. En dat is absoluut waar.

    In het afgelopen decennia handelde Rusland ietwat naïef, in de hoop dat er vastgehouden zou worden aan de afgesproken principes ten aanzien van wereldhandel en economie. Nu zien we dat de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) vaak geschonden worden, dat restricties er alleen maar zijn om politieke redenen, die vervolgens sancties worden genoemd. En dat er nieuwe sancties worden geïntroduceerd om een concurrentievoordeel veilig te stellen. Hoe kun je anders de beslissingen op het gebied van aluminium en metalen verklaren?

    Daarom heeft Zjoeganov [Russische politicus] gelijk. We moeten het niveau van economische soevereiniteit van Rusland verhogen. Maar dat is niet zo eenvoudig. Olie wordt op de beurs verhandeld in dollars. Zeker, we denken na over wat we moeten doen om ons van deze last te bevrijden.

    Bovendien, onze partners helpen ons hiermee door dit soort onwettige beperkingen op te leggen en de principes van wereldhandel te schenden, omdat de hele wereld ziet dat het monopolie van de dollar onbetrouwbaar is. Het is een gevaar voor velen, niet alleen voor ons. Onze goudreserves en valutareserves ondergaan diversificatie en dat zullen we blijven doen. Echter, dit is een voorzichtige en geleidelijke operatie. We zullen in deze richting op blijven bewegen.”

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Trichet: “Voordeel Verenigde Staten in huidige geldsysteem is pervers”

    Het dieptepunt van de kredietcrisis ligt al bijna tien jaar achter ons. Niet verwonderlijk dat er veel wordt teruggeblikt op die tijd. Op 24 april werd in De Balie in Amsterdam de documentaire ‘De achtste dag’ vertoond. Het is een tijdsdocument over de redding van Fortis – een week na de val van Lehman Brothers in september 2008 – met in de hoofdrol de beslissers op dat moment, waaronder voormalig president van de ECB, Jean-Claude Trichet.

    Wat opvalt is dat het bij deze terugblikken meestal gaat over de crisis zelf en de nasleep ervan. Over de oorzaak wordt vrijwel nooit gesproken, hoewel dit misschien veel belangrijker is als we in de toekomst willen voorkomen dat we nogmaals zo in de problemen komen. Tijdens deze bijeenkomst kon ik de Trichet in een vraag en antwoord sessie een vraag stellen. Niet over de crisis en de nasleep, maar juist over de oorzaak van de kredietcrisis. Ik stelde daarom de volgende vraag aan Trichet:

    Sander Boon: “Is het niet de monetaire zonde van het Westen, de ‘Monetary Sin Of The West’ (1) om overheden in staat te stellen onevenwichtigheden in de betalingsbalans (2) te injecteren in het financiële systeem, en daarmee tegelijkertijd kredietbubbels te creëren in de Verenigde Staten, Europa en Azië?

    Staatsobligaties worden in dit systeem net als goud behandeld als risicovrij kapitaal en fungeren als onderpand in de repo markt in combinatie met de eurodollarmarkt, de wholesale offshore eurodollar market. Hierdoor kan het financiële systeem uit het niets krediet creëren. Terug naar mijn vraag, is het niet de originele ‘Sin of the West’ (zie voetnoot) waar dit allemaal mee begonnen is?”

    De vraag en antwoordsessie met Trichet is in zijn geheel opgenomen. Het antwoord op deze vraag begint in de volgende video op 54:30. Voor het gemak hebben we de woorden van Trichet voor u uitgeschreven en vertaald. Deze vertaling staat onder de video.

    Jean-Claude Trichet: “Dit is, zoals ik eerder al zei, het idee dat je permanente tekorten kunt hebben, zowel binnenlandse fiscale tekorten als tekorten op de betalingsbalans, dat is iets wat normaal is geworden in landen die op een gegeven moment een wereldmunt hadden en die gebruikt wordt om zichzelf heel makkelijk permanent te financieren.

    Er wordt geen externe beperking gevoeld in de Verenigde Staten van Amerika, niet door de overheid, het parlement en economen. Ze denken dat het vanzelfsprekend is dat ze gefinancierd zullen worden door de rest van de wereld. En tot op de dag van vandaag werkt dat en dat zou nog een hele lange periode zo kunnen functioneren, rekening houdend met de liquiditeit en de diepte van de Amerikaanse financiële markten. Dus ik zie jouw punt als iets wat zeer belangrijk is. En het is waar dat wanneer je zegt dat je schulden kunt blijven accumuleren, en dat de instrumenten die die schuld vertegenwoordigen – de obligaties en dergelijke – zonder enig risico zijn, en dat de toezichthouder ervan uit kan gaan dat er geen risico is… dat dat pervers is. Ik ben het daarover met je eens.

    Ik kan mezelf observeren dat op het moment van die transitie, toen de financiële private crisis waar de film over gaat, overging in een soevereine schuldencrisis, dat deze zich in het begin niet zo concentreerde op de Europese landen in kwestie, Griekenland, Portugal, Ierland, Spanje, maar dat het meer algemeen was. Ik kan me uit die tijd nog herinneren dat sommige investeerders publiekelijk zeiden dat ze niet meer in Amerikaanse staatsobligaties belegden, omdat ze er geen vertrouwen meer in hadden.

    Je kon zien dat, nadat ze dramatisch getest waren op hun intelligentie in de private markt, er nu ook een aantal investeerders waren die zich afvroegen of het wel juist was om erop te vertrouwen dat overheden altijd kredietwaardig zijn. Dat ze altijd per definitie Triple A zijn. En daarna bleek dat de aandacht van investeerders zich concentreerde op die landen was die ik al genoemd heb en zeker niet op de grote…

    Misschien dat het feit dat er een massief opkoopprogramma van staatsobligaties werd uitgevoerd door alle grote centrale banken een rol speelde in het overtuigen van beleggers en spaarders dat deze altijd liquide zouden blijven en dat ze permanent Triple A zouden blijven. Desalniettemin hebben kredietbeoordelaars de Amerikaanse staatsschuld afgewaardeerd. Dat was in die tijd echt dramatisch toen de eerste afwaardering kwam. We zagen toen ook afwaarderingen in Japan en in het Verenigd Koninkrijk.

    Ik verwacht dat als de tijd zover is, dat er dan wellicht meer zal worden stilgestaan bij de vraag of het wel of niet gepast is om ervan uit te gaan dat bepaalde landen per definitie veilig of excellent zijn. Ik denk dat je daar een goed punt hebt.

    Maar hoe dan ook, we zitten in een transitiefase. Ik heb er echt vertrouwen in dat – zoals ik zei leven we in een gevaarlijke wereld – het erg belangrijk is dat we hard werken om dit te corrigeren.”

    Nawoord

    Al eerder was het me opgevallen dat voormalig Europese centrale bankiers in privé correspondentie of conversaties opmerkelijk meer anti-Amerikaans zijn dan onze politici. De reden hiervoor is natuurlijk dat zij weten wat de financiële consequenties op de langere termijn zijn van de monetaire keuzes die de Amerikanen de afgelopen decennia hebben gemaakt, consequenties die de politici in hun dagelijkse praktijk minder raken (behalve bij een grote financiële crisis als de kredietcrisis).

    Politici zijn waarschijnlijk ook minder kritisch op de VS omdat ze zelf kunnen profiteren van de mogelijkheid van uitbundig krediet sinds het gebruik van staatsobligaties als substituut voor goud. En er speelt natuurlijk een geopolitiek motief: de Verenigde Staten zijn de politieman van de (Westerse) wereld.

    Centrale bankiers hebben geen politiek mandaat en koesteren hun onafhankelijkheid. Daarom houden ze zich doorgaans op de vlakte. Vlak na de kredietcrisis was het de Chinese centrale bankier Zhou Xiaochuan die als enige kritiek had op deze situatie en de vinger op de zere plek legde (3).

    Hij gaf aan dat de crisis voor een belangrijk deel te wijten was aan het feit dat er wereldwijd bij financiële en handelstransacties gebruik wordt gemaakt van een nationale munt (de Amerikaanse dollar), waardoor ongewenste financiële instabiliteit wordt gecreëerd. Zhou stelde zo snel als mogelijk af te willen van deze situatie. Negen jaar later zitten we echter nog altijd in het zelfde schuitje.

    Voetnoten:

    1. The Monetary Sin of the West (1972) is een boek van de Franse econoom Jacques Rueff, landgenoot van Jean-Claude Trichet. Het gaat over de gevaren rondom het verlaten van een goudstandaard.
    2. The Balance of Payments (1967) verscheen een paar jaar eerder en beschrijft in hoofdlijnen dezelfde problematiek van een geldsysteem waarin de handelsbalans niet met goud vereffend wordt.
    3. In 2009 schreef de toenmalige gouverneur van de Chinese centrale bank Zhou Xiaochuan in het artikel ‘Reform the international monetary system‘ over de weeffouten in het huidige internationale monetaire systeem.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Longread: Triffin Dilemma Revisited

    In oktober 2011 hield ECB-bestuurslid Lorenzo Bini Smaghi een interessant toespraak over de weeffouten in ons monetaire systeem. Zijn toespraak stond in het teken van Robert Triffin, de econoom die beroemd werd vanwege zijn inzichten over het dollarsysteem en het ‘Triffin Dilemma’ dat daaruit voortvloeide.

    Met een dreigende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China is dit een goed moment om de theorie van Robert Triffin en de toespraak van Smaghi uit 2011 nog eens te bestuderen. We hebben daarom de volledige toespraak voor u vertaald. Veel leesplezier!

    The Triffin Dilemma revisited

    Introductie

    De intellectuele erfenis van Robert Triffin begint met de relevantie van zijn “dilemma” voor onze tijd. We hebben nog steeds een situatie waarin één nationale valuta – de Amerikaanse dollar – de belangrijkste internationale valuta is. Het blijft de kern van het internationale monetaire en financiële systeem (IMFS). En we hebben nog steeds een fundamenteel spanningsveld tussen de valuta-eisen van snelgroeiende economieën, de binnenlandse beleidsstimulansen van landen die deze reservemunt uitgeven/houden en de wereldwijde economische en financiële stabiliteit. In de woorden van Triffin blijft het systeem “sterk afhankelijk van beslissingen van individuele landen” .

    Deze spanning – het Triffin dilemma – was gekoppeld aan de specifieke kenmerken van de goudwisselstandaard in 1960, toen zijn boek ‘Gold and the dollar crisis’ voor het eerst werd gepubliceerd. Vandaag bevinden we ons in een veel flexibeler systeem, waar de vraag naar wereldwijde liquiditeit gemakkelijker kan worden opgevangen. Maar zelfs nu de mechaniek is veranderd, is het dilemma nog steeds geldig als we de essentie ervan vastleggen en het in bredere termen formuleren, zoals ik in het eerste deel van mijn toespraak van vandaag zal doen.

    Op de tweede plaats zal ik kort in herinnering brengen hoe het dilemma ontstond en hoe deze in de tijd van Triffin werd aangepakt. Dit zal me in staat stellen om de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in vergelijking met onze tijd beter te identificeren, wat me zal doen besluiten dat het inderdaad juist is om te praten over een ‘Triffin dilemma revisited’. Tenslotte zal ik vooruitblikken en de vraag stellen of en hoe het mogelijk is om vandaag aan het dilemma te ontsnappen.

    Mijn belangrijkste beleidsconclusie is dat we een aantal prikkels nodig hebben voor de grote uitgevers en bezitters van reserves, zodat zij geen negatieve externe effecten voor andere landen veroorzaken en zo helpen bij te dragen aan wereldwijde stabiliteit.

    1. Triffin dilemma: een algemene formulering

    Elk internationaal monetair en financieel systeem moet een beroep kunnen doen op een of meerdere internationale valuta, zodat de economische actoren in de wereldeconomie kunnen samenwerken door dergelijke valuta te gebruiken als betaalmiddel, een rekeneenheid of een opslag van waarde. Wanneer deze internationale valuta ook nationale valuta zijn, komt het aanbod van wereldwijde liquiditeit voort uit een of meer “kernlanden”. En wanneer de kernlanden als monopolie of quasi-monopolie opereren, hebben ze de neiging om in de loop van de tijd te profiteren van de grote afhankelijkheid van andere landen van hun binnenlandse geld.

    Door misbruik te maken van dit ‘exorbitante privilege’ ontwikkelen de kernlanden beleidsstimulansen om schokken op te vangen (bijvoorbeeld de financiering van een oorlog) of groeimodellen (bijvoorbeeld op basis van overconsumptie) die uiteindelijk alleen kunnen worden volgehouden als de rest van de wereld onvoorwaardelijk vraagt naar hun liquide en veilige activa.

    Wanneer het beleid echter teveel op de korte termijn georiënteerd is en naar binnen gericht wordt, hebben zij de neiging negatieve externe effecten te produceren voor de rest van de wereld (bijvoorbeeld inflatoire druk of een omgeving met relatief lage rendementen) en op de lange termijn – als er geen maatregelen genomen worden om opnieuw evenwicht te brengen – onhoudbaar blijken te zijn en de goede werking van het IMFS schaden.

    Gedurende enige tijd (of zelfs een zeer lange tijd) brengt dit gedrag echter niet de internationale status van de kernvaluta in gevaar. Dit is niet alleen omdat er geen alternatieven zijn, maar ook omdat bepaalde systemische landen in de rest van de wereld inmiddels prikkels hebben ontwikkeld om steeds vaker activa aan te gaan die zijn uitgedrukt in de valuta van de kernlanden. Zulke landen in de periferie van het IMFS neigen naar groeimodellen die – in een tegenovergestelde richting – overeenkomen met die van de kernlanden en die eveneens negatieve externe effecten kunnen veroorzaken. Denk aan de overschotten op de lopende rekening en de reserve-accumulatie, die in strijd waren met de regels van het internationale monetaire en financiële systeem tijdens Bretton Woods en die op dit moment bijdragen tot te lage opbrengsten en handelsverstoringen.

    Vandaar het spanningsveld, dat vroeg of laat een echt dilemma kan worden, met binnenlandse stimulansen voor kortetermijnbeleid in de belangrijkste landen die deze reserves uitgeven/accumuleren enerzijds, en de stabiliteit op langere termijn van een bepaald internationaal monetair en financieel systeem anderzijds.

    Gezien deze algemene formulering is er echter geen enkele manier om de spanning aan te pakken. En inderdaad bestaan ​​er in de loop van de tijd veel verschillende soorten internationale monetaire en financiële systemen. In de dagen van Triffin werden strenge regels ingesteld voor de aanpassing van het systeem en voor de beschikbaarheid van wereldwijde liquiditeit, zoals ik zo dadelijk zal vertellen. Anderen, zoals in het heden, hebben het in plaats daarvan gemakkelijker gemaakt om mondiale liquiditeit te creëren en onevenwichtigheden te financieren, terwijl ze de stabiliteit op langere termijn van het systeem verwaarloosd hebben – een kwestie die ik later zal bespreken.

    2. Triffin-dilemma in de tijd van Triffin

    Tijdens het Bretton Woods-systeem was de dollar de internationale valuta, en de internationale valuta was vooral nodig als betaalmiddel en als rekeneenheid om buitenlandse goederen te kopen. Gezien de grotendeels gesloten kapitaalrekeningen en onderontwikkelde financiële markten, was de functie van waardeopslag beperkt en vooral gerelateerd aan de noodzaak om een ​​tijdelijk tekort aan dollars te dekken om goederen uit het buitenland te kunnen importeren.

    Een ander belangrijk kenmerk van het systeem waren de vaste wisselkoersen ten opzichte van de dollar, de conversie van de dollar in goud en een mechanisme voor aanpassing van onevenwichtigheden op basis van een symmetrische correctie van binnenlandse absorptie en relatieve prijzen in de betreffende landen. Er was echter geen mechanisme om symmetrie in het aanpassingsproces op te leggen, en aanpassing door herschikkingen van de wisselkoersen was mogelijk, hoewel dat zelden gebeurde.

    Toen het Bretton Woods systeem in de tweede helft van de jaren veertig werd gelanceerd, maakte de enorme economische kloof met de Verenigde Staten het moeilijk voor andere landen om dollars te verkrijgen zonder hulp van de VS. Tegen het einde van de jaren vijftig was het wereldwijde tekort aan dollars echter ten einde, dankzij de stijgende uitvoer van goederen in dollars. Dit werd toegejuicht, omdat het impliceerde dat landen niet langer Amerikaanse hulp nodig hadden om dollars te verkrijgen om naoorlogse economische problemen aan te pakken. Toch was het niet helemaal goed nieuws, zoals Triffin besefte.

    Landen als Duitsland en Japan begonnen inderdaad met het opbouwen van grote overschotten op de lopende rekening en dus dollars in de vorm van stijgende officiële reserves. Dit impliceerde een accumulatie van Amerikaanse monetaire verplichtingen ten opzichte van niet-ingezetenen. Het probleem was dat het aanbod van dergelijke passiva door de Verenigde Staten tegen een vaste wisselkoers elastisch was voor de groeiende vraag, maar dat de Amerikaanse verplichting om tegen een vaste prijs en op verzoek goud te leveren dat niet was. [2]

    Reeds in de vroege jaren zestig overschreden de Amerikaanse monetaire verplichtingen tegenover niet-ingezetenen de totale Amerikaanse goudvoorraad. Vandaar het dilemma, dat in de tijd van Triffin de bekende, specifieke vorm aannam: als de Verenigde Staten weigerden om andere landen Amerikaanse dollars te verstrekken, dan zou de handel stagneren en zou de wereldeconomie uiteindelijk in een deflatoire verkrapping terechtkomen; maar als de Verenigde Staten een onbeperkte hoeveelheid dollars zouden verschaffen, dan zou het vertrouwen dat de dollar naar goud omgezet kan worden het vertrouwen in de internationale munt ondermijnen [3].

    Het dilemma kan echter in meer algemene termen worden geformuleerd. Gezien de Bretton Woods regels waren er binnenlandse beleidsstimulansen in de belangrijkste landen die reserves verstrekten en aanhielden zijn om niet aan deze regels te voldoen, ten koste van de duurzaamheid van het systeem. Dit komt met name doordat het gebruik van de wisselkoers als alternatief herbalanceringsinstrument altijd verleidelijk was en dat het vooral in het geval van grote schokken een politiek aangenamere optie bood dan een langdurig en kostbaar binnenlands aanpassingsproces.

    Aan het einde van de jaren zestig werd de grootste van alle schokken – de Vietnamoorlog – door de Verenigde Staten gefinancierd met een expansief beleid dat resulteerde in hoge inflatoire druk en dat geen rekening hield met de wereldwijde monetaire stabiliteit. Als gevolg hiervan verloren de in Amerikaanse dollars genoteerde reserves 40% van hun koopkracht, waardoor de schuldeisers tegenover de Verenigde Staten steeds terughoudender werden om deze oorlog te financieren door in dollar genoteerde reserves te accumuleren.

    Het systeem zakte uiteindelijk in elkaar, zoals Triffin had voorspeld. Geconfronteerd met het dilemma koos het kernland van het systeem ervoor niet langer de waarde van de dollar in termen van goud te te handhaven, maar in plaats daarvan zijn interne behoeften na te streven en de andere landen te voorzien (die ook niet aanpasten) met zijn reservevaluta.

    3. Het dilemma van vandaag: wat is er veranderd? Wat is nog steeds geldig?

    Wat is er veranderd sinds de tijd van Triffin? Welnu, de manier waarop het IMFS werkt en dus de kenmerken waarmee het dilemma werkt zijn aanzienlijk veranderd, maar het fundamentele spanningsveld tussen de kortetermijn interne beleidsstimulansen en de stabiliteit van het IMFS is dat niet. Vandaar dat het Triffin dilemma in wezen nog steeds springlevend is.

    3.1 Wat is er veranderd?

    Er zijn drie grote veranderingen geweest. Ten eerste hebben we geleerd dat de regels van Bretton Woods te streng waren. In de afgelopen 40 jaar heeft zich een nieuw informeel IMFS ontwikkeld dat veel elastischer van aard is dan de vorige. De dollar hoeft niet langer “zo goed als goud” te zijn. Wisselkoersaanpassingen zijn een belangrijk element geworden in het instrumentarium voor herbalancering en het IMFS heeft zich aangepast aan de verschillende economische omstandigheden en beleidsvoorkeuren van individuele landen. Met name de wisselkoersen van alle geavanceerde economieën en sommige opkomende economieën zweven nu vrij rond, terwijl een nieuw dollargebied met systeemrelevante crediteuren is ontstaan, waardoor het IMFS een hybride zwevend/vast systeem is geworden.

    Ten tweede is er een nieuwe, wereldwijd belangrijke, valuta op het toneel verschenen: de euro. Dit heeft belangrijke gevolgen gehad, maar heeft niet de overgang naar een echt duopolie in de levering van internationale valuta betekend. Hoewel de euro een geloofwaardig alternatief voor de dollar is geworden, heeft dit weinig invloed gehad op de centrale positie van de dollar in het IMFS. Vooral het exorbitante privilege blijft grotendeels het kenmerk van de dollar.

    Om zeker te zijn, het valt niet te ontkennen dat de zeer kleine renteverschillen die tot ongeveer 2008 geassocieerd werden met de schuld van bepaalde Europese landen voornamelijk een bijproduct waren van het “privilege” om deel uit te maken van het eurogebied. En het is ook waar dat dit één van de factoren was die heeft bijgedragen aan de onderschatting van het cruciale belang van begrotingsdiscipline en concurrentievermogen in de monetaire unie.

    Maar het is even accuraat om te concluderen dat de idiosyncratische negatieve schokken die dergelijke landen in het eurogebied sinds 2009 hebben veroorzaakt, geleid hebben tot een belangrijke herziening van hun soevereine risico. Dit is het tegenovergestelde van wat er is gebeurd bij soortgelijke negatieve schokken uit de Verenigde Staten. De huidige stabiliteit van de wisselkoers van de euro is meer te danken aan de algehele goede fundamenten van het gehele eurogebied dan aan enig exorbitant privilege.

    Maar de derde en belangrijkste wijziging, vanuit een Triffin-perspectief, is de volgende: Er is niet langer sprake van een fundamenteel tekort aan wereldwijde liquiditeit [4] dat intrinsiek is aan het functioneren van het systeem. De opeenstapeling van wereldwijde externe onevenwichtigheden in de hedendaagse wereld zou niet als een noodzakelijke voorafgaande voorwaarde voor het aanbieden van wereldwijde liquiditeit en de uitbreiding van de wereldhandel moeten worden beschouwd. Laat het me uitleggen.

    Vandaag de dag zijn de Verenigde Staten en de eurozone niet verplicht stijgende tekorten op de lopende rekening aan te gaan om aan de vraag naar dollars of euro’s te voldoen [5]. Dit is om twee belangrijke, onderling verbonden redenen.

    Ten eerste stellen goed functionerende, meer liquide en diep geïntegreerde mondiale financiële markten landen die reserves verstrekken in staat om de rest van de wereld veilige en liquide financiële verplichtingen te bieden en tegelijkertijd een overeenkomstig bedrag te beleggen in een breed scala aan financiële activa in het buitenland.

    De euro is sinds de start inderdaad een belangrijke internationale valuta geworden en het eurogebied heeft een evenwichtige lopende rekening. In een wereld waar er geen één-op-één koppeling bestaat tussen lopende rekeningen, d.w.z. netto kapitaalstromen en wereldwijde liquiditeit, moet een goed inzicht in de wereldwijde liquiditeit ook bruto kapitaalstromen omvatten.

    Ten tweede, onder Bretton Woods waren de wereldwijde liquiditeit en de officiële liquiditeit [6] in wezen hetzelfde, maar vandaag is het “gemak van financiering” op mondiaal niveau ook van cruciaal afhankelijk van particuliere liquiditeit die direct door financiële instellingen wordt verstrekt, bijvoorbeeld door interbancaire leningen of door hun rol op de aandelenmarkten.

    Gezien het endogene karakter van deze particuliere liquiditeit, moeten de globale officiële en private liquiditeiten tezamen worden beoordeeld voor een juiste evaluatie van de wereldwijde liquiditeitsvoorwaarden op een bepaald moment. Daaruit blijkt dat er geen endemisch tekort aan wereldwijde liquiditeit is, zoals het empirische bewijs bevestigt.

    Dit is niet om te ontkennen dat tijdelijke tekorten kunnen optreden, zoals gebeurde na het faillissement van Lehman Brothers in september 2008. Maar dergelijke tekorten zijn een bijproduct van schokken en economische golfbewegingen en niet een intrinsiek kenmerk van het IMFS. Deze tekorten kunnen dus aangepakt worden met een passend wereldwijd financieel vangnet.

    3.2 Wat is nog steeds geldig?

    Ten eerste zijn er nog factoren die zorgen voor Triffin-dilemma-achtige druk op het IMFS. Met name de officiële sector van verschillende opkomende markteconomieën (EME’s) voegt nog steeds consequent haar eigen vraag naar veilige Amerikaanse activa toe aan de marktgebaseerde particuliere vraag naar Amerikaanse dollars.

    Zelfs wanneer een schok afkomstig is uit de Verenigde Staten, zoeken omvangrijke en aanhoudende officiële kapitaalstromen naar dat land de dollar op als een veilige opslag van waarde en een eventuele bron voor liquiditeit. Als gevolg hiervan stroomt het totale nettokapitaal afkomstig van EME’s in zijn geheel bergopwaarts naar geavanceerde economieën (de Lucas-paradox), zelfs wanneer particulier kapitaal bergafwaarts blijft dalen, zoals de theorie zou voorspellen. Dit zou geen probleem zijn als het de kwetsbaarheid van het Amerikaanse financiële systeem niet vergroot zou worden door risicopremies en reële rentetarieven naar beneden te duwen, waardoor financiële innovatie zou worden gestimuleerd en opleving in de mate van hefboomwerking zou worden aangemoedigd. [7] Maar het vergroot die kwetsbaarheid.

    Er zijn drie belangrijke oorzaken van reserve-accumulatie te identificeren, met name:

    1. Een paar overschotlanden kopen dollars op als bijproduct van een strategie om systematisch hun reële effectieve wisselkoers ondergewaardeerd te houden;

    2. Andere overschotlanden met grotendeels openstaande kapitaalrekeningen, die zijn blootgesteld aan kapitaalstroomvolatiliteit, kopen dollars aan om preventieve reserves op te bouwen in geval van terugkeer van de kapitaalstromen;

    3. De grondstoffenexporteurs recyclen hun overschotten op de lopende rekening in veilige activa in dollars.

    Net als in de tijd van Triffin echter, snijdt dit mes aan twee kanten. De vraag naar veilige activa voedt dat exorbitante voorrecht van de Verenigde Staten. Dit draagt ​​bij aan een verzwakking van de Amerikaanse beleidsdiscipline, omdat het land in normale tijden overmatig kan vertrouwen op gemakkelijk krediet en in tijden van crisis op zeer expansief macro-economisch beleid. Het resultaat is buitensporige Amerikaanse schuldenlast. Het bedrijfsleven had schulden vóór het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel in 2001; zo ook de huishoudelijke en financiële sectoren vóór de uitbarsting van de subprime-crisis in 2007-08; en de officiële sector heeft vandaag schulden.

    Dit brengt me bij het tweede geldige element van het Triffin-dilemma. Het IMFS bevindt zich vandaag niet in een betere situatie. Het dilemma onder het Bretton Woods systeem – het ontbreken van een geloofwaardig anker voor internationale monetaire en financiële stabiliteit – blijft bestaan. Belangrijke verstrekkers en bezitters van reservevaluta streven nationale doelstellingen na, onafhankelijk van wat het wereldwijde systeem het beste zou dienen en zelfs hun langere rente.

    Voor zover dit beleid onvoldoende aandacht besteedt aan negatieve effecten voor andere landen en macro-economische en financiële stabiliteitsproblemen op de langere termijn, hebben zij de neiging om niet-duurzame onevenwichtigheden te produceren en de kwetsbaarheid van het mondiale financiële stelsel te voeden.

    Een grote hoeveelheid literatuur steunt de opvatting dat een wereldwijde overvloed van zowel liquiditeit als geplande besparingen ten opzichte van investeringen – afkomstig van respectievelijk reserves verstrekkende en reserves verzamelende economieën – een belangrijke aanjager was van de gevaarlijke omgeving aan het begin van de wereldwijde financiële en economische crisis die uitbrak in de zomer van 2007. [8]

    Al met al is er, net als in de tijd van Triffin, vandaag de dag geen geloofwaardig mechanisme voor symmetrische aanpassing van onevenwichtigheden in werking, ook al hebben we nu meer flexibele wisselkoersen, meer financiële innovatie, meer kapitaalmobiliteit en meer private internationale liquiditeit.

    4. Is het mogelijk aan dit Triffin dilemma te ontsnappen?

    Triffin heeft gelijk gekregen. Niet in de strikte zin, maar in een bredere betekenis. Kortzichtig beleid dat niet-duurzame groeimodellen ondersteunt, voedt niet alleen de hausse die voorafgaat aan financiële crises, maar kan op den duur ook het vertrouwen ondermijnen dat de basis vormt voor de reservestatus van een of meer nationale valuta. Zelfs het meer flexibele IMFS van vandaag kan daarom in deze zin inherent onstabiel blijken te zijn.

    Om de ontbrekende schakel te krijgen tussen de beleidsdiscipline van grote reserves verstrekkende  en accumulerende landen enerzijds en mondiale stabiliteit anderzijds, hebben we prikkels nodig om te voorkomen dat ze negatieve effecten veroorzaken. En dergelijke prikkels kunnen alleen voortkomen uit een mix van i) internationaal coöperatieve beleidsacties, ii) juiste crisisreacties en iii) structurele ontwikkelingen.

    Ten eerste hebben we met betrekking tot internationale samenwerking aanzienlijke vooruitgang geboekt in IMF en regionaal multilateraal toezicht, evenals bij de evaluatie van het wederzijdse beleid van de G20 in de nasleep van de crisis. Landen zijn inderdaad op zoek geweest naar een platform om enige invloed uit te oefenen op het beleid van partnerlanden die negatieve overloopeffecten produceerden – hetzij fiscale verkwisting, gebrek aan hervorming van de financiële sector, ongebreidelde accumulatie van reserves of de herinvoering van kapitaalcontroles. Om dit platform te verkrijgen, moeten landen tegelijkertijd hun partners een platform bieden om hun eigen beleid te beïnvloeden. Dit is het moment waarop dingen kunnen gaan veranderen. [9]

    Ten tweede suggereert de ervaring dat een coöperatief beleid helaas niet genoeg is en dat crises wel degelijk een rol spelen bij het produceren van fundamentele veranderingen in het systeem van beleidsstimulansen. Zo duurde het tot de soevereine schuldencrisis in het eurogebied dat het economische bestuur van de EMU aanzienlijk werd uitgebreid – en de lijst met voorbeelden is natuurlijk erg lang.

    Ten derde kunnen niet alleen crises, maar ook structurele ontwikkelingen op de lange termijn, uiteindelijk het systeem van beleidsstimulansen veranderen. Een dergelijke ontwikkeling zou volgens sommigen een verschuiving kunnen zijn naar een werkelijk multipolair valutasysteem. [10]

    In een dergelijk IMFS wordt beargumenteerd dat er geloofwaardige alternatieven zijn voor in dollars genoteerde investeringen, die op hun beurt onvermijdelijk de beleidsdiscipline in de Verenigde Staten zouden verbeteren. Ook zou een multipolaire valutawereld een grotere autonomie van het monetaire beleid mogelijk maken in opkomende economieën zoals China, die aldus beter in staat zouden zijn om hun onevenwichtigheden en oververhitting onder druk te zetten.

    Ik ben het er in grote lijnen over eens dat een echt multipolair IMFS betere beleidsimpulsen zou betekenen voor een op stabiliteit gericht beleid. Maar hoe komen we daar? En zou een multipolair valutasysteem stabiel zijn, of zou er uiteindelijk een nieuwe hegemonie ontstaan, zoals de Verenigde Staten de afgelopen eeuw deden?

    Om mogelijke tekorten aan dollars aan te pakken gaf Triffin de voorkeur aan de uitgifte van een nieuwe supranationale valuta door een wereldwijde centrale bank, die dienst kan doen als “extern fiat geld” en fluctuerend tegen nationale valuta’s, die landen zouden moeten accepteren in internationale transacties. Zou dit niet het beste patroon zijn om te volgen?

    Conclusie

    Deze vragen zijn zeer relevant en de antwoorden daarop zijn verre van eenduidig. Laat ik daarom besluiten door slechts een paar laatste gedachten te geven:

    • Hoe bereiken we een echt multipolair internationaal monetair financieel systeem? De rol van verdere ontwikkeling van de financiële markt, liberalisering van kapitaalrekeningen en wisselkoersflexibiliteit in opkomende economieën worden in deze context vaak onderschat. Hoe meer vooruitgang de opkomende economieën in deze richting boeken, hoe lager hun officiële kapitaaluitstroom naar geavanceerde economieën zal zijn. Hierdoor zou de vraag naar veilige schuldinstrumenten van de ontwikkelde economieën geleidelijk afnemen en uiteindelijk bijdragen tot meer wereldwijde financiële stabiliteit [11]. Het zou ook een betere kanalisering van het binnenlandse krediet naar investeringen en consumptie mogelijk maken, wat op zijn beurt de groei zou bevorderen die wordt aangedreven door de binnenlandse vraag, waardoor de prikkel wordt verminderd om door export geleide modellen na te streven op basis van ondergewaardeerde wisselkoersen. Een dergelijk proces zal waarschijnlijk van nature geleidelijk zijn en worden aangedreven door talloze autonome en onafhankelijke beslissingen van particuliere en officiële actoren. Hopelijk maakt dit een ordelijke overgang naar een multipolair IMFS mogelijk, waarbij de dollar nog lang “de beste van de gelijken” blijft. Maar in de tussentijd zal veel natuurlijk afhangen van het vermogen van beleidsmakers om de juiste beslissingen te nemen.
    • Zou een multipolair IMFS stabiel zijn? Meer symmetrie in financiële globalisering zou zeker in deze richting gaan. Maar zou het economische gewicht en de geloofwaardigheid van het beleid – de andere belangrijke ingrediënten voor een valuta om een ​​internationale status te verwerven en te profiteren van de voordelen – ook zo worden verwezenlijkt dat er een voldoende aantal concurrerende valuta rond de tafel zou zijn? Nogmaals, het antwoord is in belangrijke mate in handen van de beleidsmakers van vandaag.
    • Tot slot, zou een IMFS met een bancor niet, zoals Keynes in de jaren ’40 en Triffin in de jaren ’60 hoopte, het beste antwoord geven? Dit type oplossing had weinig aanhangers in de jaren zestig – een houding die vijftig jaar later nauwelijks veranderd is. Ik blijf zeer sceptisch over het voorstel van een bancor en niet alleen vanwege de twijfelachtige haalbaarheid ervan. Sommigen hebben zelfs gezegd dat een supranationale valuta sterk moet worden gehouden om niet te devalueren tegen de andere grote bestaande valuta. Elke verzwakking zou de aantrekkelijkheid ervan ondermijnen en daarmee haar functie als reserve. Echter, als het aanbod van een supranationale valuta echter zou worden beperkt, zou het misschien kunnen falen om aan de vraag te voldoen en op die manier zijn functie tekortschieten. [12]

    Zoals je ziet, is het zelfs onduidelijk of een nieuwe supranationale valuta het dilemma voor eens en altijd zou kunnen oplossen, of dat het dilemma gewoon een andere vorm zou aannemen. Gezien deze onzekerheid zal de Triffin International Foundation misschien nog een andere conferentie in de 22e eeuw moeten organiseren!

    European Central Bank
    Directorate General Communications
    Sonnemannstrasse 20, 60314 Frankfurt am Main, Germany
    Tel.: +49 69 1344 7455, E-mail: [email protected]
    Website: www.ecb.europa.eu

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Dit artikel verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Euro wint aan populariteit als valutareserve

    Het aandeel van de euro in de wereldwijde valutareserves van centrale banken is dit jaar voor het eerst in jaren weer toegenomen, zo schrijft Bloomberg op basis van de nieuwste cijfers van het Internationaal Monetair Fonds. De euro vertegenwoordigt momenteel ongeveer 20% van de totale valutareserves, terwijl dat in de twee voorgaande jaren nog een procentpunt minder was.

    Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom de populariteit van de euro toeneemt. Een van die redenen is dat de Amerikaanse regering steeds meer protectionistische maatregelen neemt en bereid is de dollar te gebruiken als een financieel wapen om landen onder druk te zetten. Om die reden gaat de voorkeur bij sommige landen uit naar de euro, een valuta die minder gevoelig is voor politieke beïnvloeding. Een voorbeeld daarvan is Iran, dat sinds begin vorig jaar alleen nog maar euro’s accepteert voor olie.

    Een andere verklaring voor de toegenomen populariteit van de euro is de terugkeer van een zekere stabiliteit in de eurozone. Door de sterke economische groei in de verschillende eurolanden is ook het vertrouwen in de munt toegenomen, terwijl het ruime monetaire beleid van de ECB per saldo heeft bijgedragen aan een terugkeer van het vertrouwen in de staatsobligaties van de eurolanden.

    Euro als handelsmunt

    De euro wint dus wat aan populariteit, maar in historisch perspectief gezien is haar aandeel in de totale wereldwijde valutareserves de laatste jaren relatief laag. De euro beleefde haar hoogtepunt in 2009, een paar jaar voor het uitbreken van de Europese schuldencrisis. De munt vertegenwoordigde toen bijna 28% van de totale valutareserves van alle centrale banken in de wereld.

    Het marktaandeel van de euro ging door de problematiek met de zuidelijke Eurolanden met ongeveer vier procentpunt onderuit. Daarna maakte de munt opnieuw een slechte beurt, toen de Europese Centrale Bank de grens van haar mandaat opzocht met een grootschalig monetair stimuleringsprogramma. De euro zakte in 2015 weg tot minder dan 20% van de valutareserves van centrale banken, maar lijkt nu weer de weg naar boven gevonden te hebben.

    Euro wint aan populariteit als valutareserve van centrale banken (Bron: Bloomberg)

    Dollar blijft dominant

    De Amerikaanse dollar is met $11,3 biljoen aan valutareserves nog steeds met afstand de belangrijkste valuta ter wereld, maar dat monopolie is geen vanzelfsprekendheid. Valutastrateeg Jens Nordvig zei daar in een verklaring tegenover Bloomberg het volgende over:

    “Veel landen in de wereld richten zich op Europa voor een toename in de handel. Het is niet gek om te denken dat dit ook in de kapitaalmarkten en op het gebied van de allocatie van valutareserves zal gebeuren. Per slot van rekening helpt de positie die de Verenigde Staten nu heeft ingenomen niet mee in het aantrekkelijk maken van de dollar.”

    Nordvig verwacht dat centrale banken de komende twee jaar in totaal ongeveer €500 miljard aan de valutareserves zullen toevoegen, waarmee het aandeel van de euro in de totale wereldwijde valutareserves met een kwart zal stijgen. Blijft de totale omvang van de totale wereldwijde valutareserve gelijk, dan zal het marktaandeel van de euro dus terugkeren naar ongeveer 25%.

    Populariteit euro stijgt

    Volgens Nordvig zullen vooral opkomende economieën en de olieproducerende landen in het Midden-Oosten de komende jaren een groter gedeelte van hun reserves in euro’s aanhouden. Dat kan grote gevolgen hebben voor de Amerikaanse overheid en Amerikaans bedrijven, die door de populariteit van de dollar nog steeds relatief goedkoop geld kunnen lenen.

    De dollar vertegenwoordigt momenteel ongeveer 64% van alle valutareserves van centrale banken, terwijl de euro met een marktaandeel van 20% de tweede plaats inneemt. Op grote afstand volgen de Japanse yen, het Britse pond en de Canadese dollar, die elk een marktaandeel van een paar procent vertegenwoordigen. De Chinese yuan staat op de zevende plaats met een aandeel van 1,17%.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Eichengreen: “Grotere rol voor euro als wereldmunt”

    De euro en de Chinese yuan zullen een steeds grotere rol gaan spelen in het internationale handelsverkeer, zo verwacht politiek econoom Barry Eichengreen. Hij voorziet dat de dollar op korte termijn wat zal aansterken, maar dat het vooruitzicht voor de langere termijn overwegend negatief is voor de wereldreservemunt. In een interview met Bloomberg zei hij daar het volgende over:

    “Op de lange termijn moet een land met de wereldreservemunt kunnen vertrouwen op haar bondgenoten. Een ‘America First’ beleid dat zich niets aantrekt van de wensen en het welzijn van andere landen zal niet positief zijn voor de dollar.”

    Volgens Eichengreen zal het internationale monetaire systeem er in de toekomst anders uit gaan zien dan nu, omdat het systeem van één valuta als wereldreservemunt niet aansluit bij een multipolaire wereldhandel. Daar zei hij het volgende over:

    “Er is al lang erkenning dat we een multipolaire wereldwijde economie hebben en dat het dollar-gecentreerde monetaire en financiële systeem daar niet op aansluit. Ik denk dat er een rol is weggelegd voor de euro en voor de Chinese renminbi, als rivaal of als aanvulling op de dollar op het internationale niveau.

    Mijn visie hierover heeft zich ontwikkeld in de zin dat ik positiever ben geworden over de euro. Ik denk dat ze de crisis te boven zijn gekomen, ze bouwen een kapitaalmarktunie met een liquide markt in de hele Eurozone. Ik ben voorzichtiger over de renminbi, ze moeten politieke hervormingen doorvoeren als aanvulling op de financiële hervormingen, voordat mensen bereid zijn een significant deel van hun spaargeld te parkeren in Shanghai. En dat geldt ook voor centrale banken.”

    In reactie op de verschillende uitspraken van de Amerikaanse minister van Financiën Mnuchin en president Trump ten aanzien van de dollar zei Eichengreen het volgende:

    “Ik denk dat dat op de langere termijn wel een rol kan spelen. Investeerders waarderen de omvang van het land dat de munt uitgeeft, de stabiliteit van het land en haar beleid en de liquiditeit van de markt.

    Ik denk dat er serieuze vragen gesteld kunnen worden bij de economische, financiële en politieke stabiliteit in de Verenigde Staten, waardoor centrale banken en investeerders in andere landen hun risico’s zullen afdekken door andere valuta in de portefeuille op te nemen.”

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • George Soros: “Dollar zal geen wereldreservemunt blijven”

    Volgens George Soros is het slechts een kwestie van tijd voordat de dollar als wereldreservemunt plaats zal maken voor een nieuw monetair systeem waarin andere valuta een grotere rol spelen en het ‘exorbitante privilege’ van de Verenigde Staten verdwijnen. In een interview met de Financial Times uit 2009 zegt Soros dat China meer zeggenschap moet krijgen in een nieuwe monetaire wereldorde en dat de yuan in waarde zal moeten stijgen ten opzichte van de dollar.

    Ondanks het feit dat dit interview al acht jaar oud is bevat het veel interessante inzichten over de toekomst van het monetaire systeem. Daarom brengen we deze graag nog een keer onder de aandacht. De vertaling staat onder de video.

    Moeten mensen zich zorgen maken over de dollar?

    “Natuurlijk maken mensen zich zorgen. De dollar is een erg zwakke munt, afgezien van alle andere valuta. Er is dus een algemeen gebrek aan vertrouwen in valuta en een verschuiving van valuta richting tastbare bezittingen. De Chinezen blijven een groot handelsoverschot houden en ze verzamelen nog steeds reserves. En in feite is de renminbi permanent ondergewaardeerd vanwege de koppeling aan de dollar. En er is een diversificatie van bezittingen die traditioneel door centrale banken worden aangehouden richting andere activa, in het bijzonder op het gebied van grondstoffen. Er is een verschuiving richting goud, er is sterkte in olie en dat is een soort vlucht van valuta.”

    Is er een soort kantelpunt waarop de dollar fataal verzwakt zal worden? Of gaat het gewoon door zoals het nu is?

    “Dat is moeilijk. Zo lang de renminbi gekoppeld is aan de dollar zie ik niet in hoe de daling van de dollar kan aanhouden. In zekere zin komt het goed van pas, want als de Amerikanen meer sparen en minder consumeren is export een manier voor de Amerikaanse economie om zich te balanceren. Dus een gecontroleerde daling van de dollar is in feite wenselijk.”

    Moet de dollar op een gegeven moment ook dalen ten opzichte van de renminbi? Moet er een soort nieuwe wereldwijde valutadeal plaatsvinden?

    “Nee, ik geloof dat dit systeem in de basis kapot is en opnieuw opgezet moet worden. We kunnen ons niet veroorloven dat er een chronische onbalans blijft bestaan in het internationale financiële systeem. Je hebt dus een nieuw valutasysteem nodig en in feite hebben de Special Drawing Rights de essentiële eigenschappen om een dergelijk systeem te bouwen. En ik denk dat het kortzichtig is van de Verenigde Staten om een bredere acceptatie van de SDR tegen te houden. Ze kunnen heel, heel nuttig zijn nu er wereldwijd sprake is van vraaguitval.

    Je zou internationaal een valuta kunnen creëren via de Special Drawing Rights en dat hebben we al eens gedaan. We hebben $250 miljard uitgegeven en dat was een zeer zeer nuttige stap. Behalve voor de rijke landen, die eigenlijk niet meer reserves nodig hebben. Dus alles wat zij kunnen doen is het in de etalage zetten en zeggen dat ze er teveel van hebben. Maar ze kunnen het eigenlijk niet daadwerkelijk gaan gebruiken.

    Ik denk dat de SDR gebruikt zou kunnen worden, bijvoorbeeld om wereldwijd publiekelijk goederen aan te bieden. De rijke landen kunnen hun aandeel bij een derde partij deponeren. Het probleem is dat er kosten verbonden zijn aan het gebruik van de SDR. Die kosten zijn momenteel erg klein – minder dan een half procent – maar iemand moet dat gaan betalen.

    Ik denk dat we de middelen hebben om dat te gaan doen, omdat het IMF erg grote goudreserves heeft die tegen een zeer lage prijs op de balans staan. En men heeft besloten om die goudreserves te gebruiken ten behoeve van de minst ontwikkelde landen. Dus het IMF zou de kosten van de SDR op zich kunnen nemen.”
    Met haar goudreserves? "En in feite wordt dat al zo gedaan, al heeft het geen publiciteit gekregen. Maar ik heb begrepen dat er in Istanbul een deal gesloten is waar volgens mij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk $2 miljard aan SDR's overmaakten naar de minst ontwikkelde landen en waar het IMF de kosten op zich nam. Dit is dus een route die al een keer bewandeld is en die op een grotere schaal gebruikt zou kunnen worden." Wat voor deal zou Obama moeten sluiten als hij volgende maand naar China gaat? "Ik denk dat dit het moment is, omdat je China moet betrekken bij het creëren van een nieuwe wereldorde, een nieuwe financiële wereldorde. Want zij zijn een nogal terughoudend lid van het IMF. Ze spelen mee, maar leveren geen grote bijdrage, omdat het niet hun instituut is. Hun aandeel is niet evenredig en hun stemrecht is niet evenredig met hun gewicht, dus ik denk dat je een nieuwe wereldorde nodig hebt waar China onderdeel van uit moeten maken. Ze moeten er mede eigenaar van zijn, net zoals de Verenigde Staten eigenaar is van de Washington Consensus, de huidige wereldorde. Ik denk dat dit een meer stabiele wereldorde is, waar je een gecoördineerd beleid hebt. De fundamenten liggen er al, want de G20 is met het instemmen met zogeheten 'peer reviews' al in die richting aan het bewegen." Denk je dat het mogelijk is om China ervan te overtuigen dat haar renminbi sterker moet worden? "Ik denk van wel, omdat ze er al langer mee bezig zijn. Ik denk dat ze de Special Drawing Rights vaker zullen gebruiken en dat ze de renminbi, ook al is deze niet converteerbaar, onderdeel zullen laten maken van de SDR. Het zou één van de valuta moeten zijn die gebruikt worden in de SDR overeenkomst. En dat zal ze overhalen." En dat is mogelijk, ook als de renminbi niet converteerbaar is? "Ja, zeker. Het is al eerder overwogen en ik denk dat de Braziliaanse rial er ook onderdeel van uit moet maken. Ik denk dat het aantal valuta dat onderdeel uitmaakt van het valutamandje uitgebreid kan en moet worden." En wat denk je van de zorgen dat deze verschuiving weg van de dollar als wereldreservemunt uiteindelijk de Amerikaanse economie zal verzwakken? "We hebben er inderdaad veel voordeel uit gehaald, maar ik denk dat we het misbruikt hebben. Ik denk sowieso dat we daar niet mee door kunnen gaan. Het is niet noodzakelijk in ons belang om de dollar als enige wereldreservemunt te hebben. Met het groeien van de wereldeconomie hebben we meer valuta nodig. En als dat de dollar is, dan betekent het dat de VS een chronisch tekort op haar betalingsbalans moet hebben. En dat is niet gepast, dus ik denk dat het ook in ons belang is om het systeem te hervormen." Maar is het niet erg gemakkelijk voor de Verenigde Staten dat de rest van de wereld onze consumptie op dit moment financiert? "Ja dat is het. Maar de bereidheid om dat te doen is sterk afgenomen. En ik denk dat je zult zien dat China steeds minder Amerikaanse staatsobligaties zal kopen, omdat ze een kleiner handelsoverschot heeft met de Verenigde Staten. China zal diversificeren en zal geld lenen aan Brazilië en aan Zuid-Afrika en aan andere landen om haar export naar die landen te financieren. Dus ik denk dat het een gezond, maar pijnlijk aanpassingsproces is waar de wereld doorheen moet gaan." Als de Verenigde Staten niet actief deelnemen aan deze vorm van heronderhandelingen voor het wereldwijde financiële systeem, wat gaat er dan gebeuren? Wat is het slechtste scenario? "De Chinezen gaan bilateraal, dat doen ze nu al. Ze hebben al een valutaswap met Argentinië en ze werken er aan één met Brazilië. Je zult zien dat er meer en meer van dit soort bilaterale overeenkomsten komen. Dus de dollar blijft de primaire wereldreservemunt, maar het gebruik van deze munt zal afnemen. Ik denk dat een wereld met bilaterale relaties minder wenselijk is dan een voortzetting van een multilateraal systeem, maar het systeem dat we nu hebben is eigenlijk al vastgelopen. We hebben dat alleen nog niet erkend. We moeten dus een nieuw systeem creëren en dit is het juiste moment om dat te doen." Hoeveel zorgen maakt u zich over het begrotingstekort en over de mogelijkheid van inflatie? "Een daling in de waarde van de dollar is noodzakelijk om te compenseren voor het feit dat de Amerikaanse economie vrij zwak zal blijven en een ballast zal zijn voor de wereldeconomie. China zal opkomen als de motor die de Amerikaanse consument zal vervangen. Maar het is een kleinere motor, omdat de Chinese economie veel kleiner is. Dus de wereldeconomie zal een minder grote motor hebben en zal daarom minder snel groeien dan ze in de afgelopen 25 jaar gedaan heeft. Maar China is de motor die de voortgang zal stuwen, terwijl de Verenigde Staten in feite een vertragende factor is die wordt meegetrokken via een geleidelijke daling van de waarde van de dollar." Wat gaat er in de Verenigde Staten gebeuren met de inflatie? Maakt u zich daar zorgen over? "Dat kan als de kredietverlening in de economie toeneemt en het balanstotaal van de Federal Reserve niet substantieel verkleind wordt. Ik denk dat het een lastige balanceeract zal zijn, maar het is mogelijk. Er komt dus een langzame en gecontroleerde daling in de dollar en dat is wat we moeten zien te bereiken. Het kan uit de hand lopen en de angst van inflatie zal voorlopen op de inflatie zelf. En het is de angst voor inflatie in de markt die de rente opdrijft die de economie in een nieuwe recessie kan drukken. Je hebt dan een economie met horten en stoten, vergelijkbaar met de jaren zeventig." Hoeveel zorgen maak je je over een Federal Reserve die voorzichtig wordt en de rente te vroeg verhoogt? "De Fed? Dat is onwaarschijnlijk, omdat ze het voorbeeld van Japan voor zich hebben en ze gezien hebben dat pogingen van Japan om de rente te verhogen een averechts effect hebben gehad. We moeten nu 25 jaar van excessen wegwerken." Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Grafiek: De schulden van de Verenigde Staten

    Grafiek: De schulden van de Verenigde Staten

    Het belangrijkste exportproduct van de Verenigde Staten is de dollar, de belangrijkste munt in het internationale handelsverkeer. Alle landen gebruiken deze valuta om goederen te importeren, wat betekent dat de rest van de wereld deze munt ook als reserve aanhoudt voor slechte tijden. Dat is twee keer kassa voor de Verenigde Staten. In eerste instantie omdat ze allemaal goederen krijgt in ruil voor dollars en in tweede instantie omdat andere landen die dollars in Amerikaanse staatsobligaties beleggen. Zo komen de dollars weer terug in de VS en kan de cyclus opnieuw beginnen.

    Het resultaat van dit monetaire systeem is een voortdurend oplopende schuldpositie in de Verenigde Staten, die alleen houdbaar is zo lang de rest van de wereld de dollar wil gebruiken als wereldreservemunt. Valt de buitenlandse vraag naar dollarreserves weg, omdat landen onderling in andere valuta gaan handelen, dan kan de VS haar tekorten niet meer financieren. De volgende grafiek laat in één oogopslag zien waar dit monetaire systeem op basis van de dollar toe leidt. Hoe lang kan dit nog goed gaan?

    us-debt-economy

    Schulden van de Verenigde Staten (via twitter)

  • Poetin: Rusland zal de dollar verlaten (2011)

    Rusland bereidt zich al jaren voor op het tijdperk na de dollar. In elk geval zit het land niet stil om toe te kijken hoe de Amerikanen hun tekorten kunnen blijven financieren met geld uit het buitenland en met geld dat door haar eigen centrale bank bijgedrukt wordt. In deze video uit 2011 legt de Russische president Poetin uit hoe de roebel de dollar zal vervangen.

    “Voor wat betreft onze collega, de Verenigde Staten “waar alles prima gaat”, wij weten wel beter… Kijk naar hun handelsbalans, het begrotingstekort en de schulden in de Verenigde Staten. Dit hebben we niet in ons land en ik hoop dat we dat ook nooit zullen hebben. Maar het is simpel hoe zij ermee omgaan, ze zetten de geldpers aan en staatsobligaties worden gekocht. Wat zijn staatsobligaties? Dat is de directe financiering van de overheid. Simpelweg geld drukken.

    En vervolgens verspreiden ze dit geld over de hele dollarzone, en de dollarzone, dat is de hele wereld. Wij kunnen ons dit soort gedrag niet permitteren. En we zullen die kans niet krijgen, tenminste niet in de nabije toekomst. Maar mijn hoop is dat we zullen doorgaan onze nationale munt te versterken,  zodat onze valuta de reservemunt wordt voor onze regio in de wereld.”

    Van dollar naar roebel

    “We zien dat, tenminste in het tijdperk na de Sovjet-Unie, de roebel steeds sterker is geworden en dat die in sommige gevallen al de wereldreservemunt aan het worden is. Vandaag de dag vragen onze Oekraïense handelspartners al om olie en gas in roebels af te rekenen. Met Wit-Rusland, om een ander voorbeeld te geven, wordt al 80 tot 90 procent van alle elektronische betalingen in roebels gedaan.

    Dit is het begin van Rusland als financieel centrum. Dit is wat we binnen de regering bespreken, het is niet zomaar een proefballonnetje. We gaan deze richting op en bereiken echte resultaten, laat ik dat maar eens benadrukken. Dit is heel erg belangrijk – langzaam, stapje voor stapje. Als een kip die een voor een de zaadjes wegpikt.”

    Lees ook:

    Staatsschuld Rusland is minder dan 20% van het bbp (Bron: Trading Economics)

    Rusland heeft een structureel overschot op de handelsbalans (Bron: Trading Economics)

    united-states-balance-of-trade

    Verenigde Staten heeft structureel tekort op handelsbalans (Bron: Trading Economics)

    united-states-government-debt-to-gdp

    Amerikaanse staatsschuld is meer dan 100% van het bbp (Bron: Trading Economics)




  • Gold Trail: De euro als wereldreservemunt (Deel XXIV)

    Waarom accepteren landen de valuta van één land als hun belangrijkste reserve? Wat als dat land haar verplichtingen niet nakomen en de reserves waardeloos worden? En waarom zou je de waarde van die munt blijven opdrijven, ten koste van de levensstandaard van je eigen bevolking? In dit deel van de Gold Trail legt FOA uit welke rol de ECB met de euro zal spelen in deze transitie naar een nieuw internationaal monetair systeem.

    Lees ook eerdere delen van de Gold Trail op Marketupdate:

    Gold Trail: De Euro als wereldreservemunt (Deel XXIV)

    FOA (16 september 2000): De ECB komt met een ander soort valuta als antwoord op ons falende monetaire systeem. Door niet langer dollars te verkopen voor euro’s maken ze een einde aan een wisselkoerssysteem dat door geen enkele andere valuta uitgedaagd kon worden. Denk daar eens over na. De dollarreserves die ze aanhouden zullen volledig waardeloos zijn in het nieuwe geldsysteem. Als de euro, zoals Duisenberg dat zei, de nieuwe reserve wordt voor Europa (niet voor de wereld), dan hebben ze geen dollars meer nodig en de koopkracht die we aan dollars associëren. Een super hyperinflatie kan de waarde van de dollar naar nul brengen, terwijl de ECB niets verliest. Die heeft haar reserves al in de vorm van euro’s en goud.

    Volgens de logica die hierboven beschreven wordt: Als Europa geen dollars als reserve aanhoudt om de wisselkoers van de euro te manipuleren, dan heeft het dollarsysteem geen ander alternatief meer dan om langzaam in een concurrentiestrijd ten onder te gaan. Omdat er niets is om dat proces tegen te houden zal de dollar richting hyperinflatie gedwongen worden. Die dynamiek zal de wisselkoers van de dollar voorgoed verlagen!

    Maar hoe gaat de ECB dan dekking geven aan haar valuta? Terug in het archief…

    Aan de andere kant, als je goud koopt in de open markt met je eigen valuta, dan heeft dat een heel andere werking dan wanneer je buitenlandse valutareserves koopt. Deze actie haalt fysiek goud van de markt, waardoor de waarde van dat goud in termen van dollars toeneemt. Goud is altijd al de grootste tegenstander geweest van de dollar voor wat betreft de status als internationale reserve. Het voordeel komt hier uit het feit dat overheden niet door hun voorraad van eigen valuta heen kunnen raken als ze goud willen kopen, in tegenstelling tot wat er gebeurt als landen buitenlandse valuta willen verkopen om hun eigen munt te ondersteunen. Uiteraard, de goudprijs in de lokale munt zal sky high gaan, maar per slot van rekening ben je de reserves wel aan het uitbreiden. Niet aan het afbouwen.

    Wanneer goud begint te stijgen ten opzichte van de dollar zal het goud gezien worden als een reserve met en stijgende waarde, ter ondersteuning van de eigen munt. Onder deze omstandigheden, met een stabiele munt, zullen particulieren meer goud kopen omdat het gezien wordt als een positieve asset. Het werkt net als met een aandeel dat in prijs stijgt. Iedereen wil iedereen een belegging die in prijs omhoog gaat. Vergelijk dit met wat er in Korea gebeurt, waar iedereen goud verkocht terwijl het steeg in termen van een instabiele valuta.

    wim-duisenberg-euroDiegene die denken dat de ECB niet in staat is dit te doen, kijk gewoon eens naar de wisselkoers van de Duitse Mark ten opzichte van de dollar. Tussen 1979 en nu heeft de Duitse Mark één moment meegemaakt waarin ze 45% van haar waarde verloor tegenover de dollar. Ik durf te beweren dat als de Mark en/of de Duitse economie hier niet aan ten onder gingen, dat ook de euro en de Eurozone niet uiteen zullen vallen door de 20% daling van de munt die we vandaag de dag zien. Uit een recent commentaar van Wim Duisenberg: “Zwakte in de euro is niet een van de ‘uitzonderlijke omstandigheden’ die interventie rechtvaardigen”!

    Vandaag de dag kan de ECB niet alleen haar overtollige dollarreserves gebruiken om fysiek goud te kopen, ook kan ze simpelweg euro’s bijdrukken om direct op fysiek goud te bieden. Als de euro blijft dalen tegenover de dollar is dit een optie waar de ECB op terug kan vallen. ‘Vrijgoud’ zal zich zeker niet tegen de euro keren zoals het zich tegen de dollar keert, omdat het beleid is van de Eurozone om het goud naar de marktprijs te waarderen. Omdat Vrijgoud geen valuta is zal een prijsstijging ten goede komen aan de reserves van de centrale bank. Daar komt bij dat particulieren goud zullen bezitten als spaarreserve, geen valuta.

    Dit is in de basis de richting waar de bedenkers van de euro ons naartoe willen brengen. Dit concept werd geboren met weinig oog voor de economische gezondheid van Europa. In de toekomst is het mogelijk dat iedere valuta en iedere economie compleet faalt, zonder dat het ernstige gevolgen heeft voor het wereldwijde geldsysteem. Er is een nieuw geldsysteem gebouwd, gebouwd op een wereldmarktprijs voor goud. Dit brengt ons bij een belangrijke toespraak die Duisenberg onlangs hield, waarin hij het volgende zei:

    "Ten eerste: het Europroject moet gezien worden als een volgende logische stap in het Europese integratieproces, dat meer dan een halve eeuw geleden begonnen is, direct na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Haar doelen waren niet - en zijn nog steeds niet- louter economisch van aard, omdat de Europese integratie niet alleen als doel heeft een welvarend, maar ook een stabiel en vredig Europa te vormen. De integratie op het vlak van handel, economie en financiën, die gericht is op het wegnemen van alle barrières voor vrije concurrentie, is de motor van dit proces. In deze context moet de euro gezien worden als een belangrijke bijdrage voor de voltooiing van één Europese markt."

    Ik herhaal: "Haar doelen waren niet - en zijn nog steeds niet- louter economisch van aard" Een nieuwe wereldreservemunt is in wording! Het overmatig bijdrukken van dollars (die al circuleren in de het systeem) is genoeg om de VS te dwingen nog meer bij te drukken, in een poging de ineenstorting van de dollar af te wenden. Nogmaals: de huidige sterkte in de dollar is slopend voor de handel en zorgt voor een exploderend tekort op de handelsbalans van de VS. De uiteindelijke trigger voor dit alles is de prijs van twee internationaal verhandelde goederen die synoniem zijn voor welvaart: olie en goud. Olie doet nu haar werk om de dollar richting hyperinflatie te drijven. Hoge olieprijzen dwingen het tekort op de handelsbalans naar een alarmerend hoog niveau. Tegelijkertijd zorgt de hoge olieprijs ervoor dat de VS haar goederen competitief kan prijzen op de wereldmarkt. Op een gegeven moment zal de binnenlandse economie van de VS crashen en zullen de wanbetalingen zich opstapelen. In plaats van de rente te verhogen om de vloedgolf aan dollars te vertragen (zoals de Federal Reserve in het verleden deed), zullen ze de rente net als Japan verlagen naar bijna nul. Allemaal in een poging het systeem te redden en de wereld weg te houden bij de euro. Het zal niet werken. In tegenstelling tot wat veel hard geld adepten verwachten zal de goudmarkt en het goudbanksysteem onder deze omstandigheden compleet falen. Omdat deze onderdeel zijn van het dollarderivatensysteem zal een hyperinflatie in de VS ook de kredietwaardigheid van het papiergoud stukslaan. De goudprijs waar we iedere dag naar kijken zal richting nul dalen! Net als met iedere andere hyperinflatie in de geschiedenis zijn er grenzen aan de geloofwaardigheid. Het handelsvolume op de wereldwijde papieren goudmarkt zal dalen, terwijl het aanbod van de goudderivaten verder wordt opgeblazen. Het is niet anders dan een bedrijf dat niet weg kan komen met de uitgifte van nog meer aandelen, wanneer het handelsvolume opdroogt. Op dezelfde manier zal het aanbod van papiergoud verder opgeblazen worden, terwijl het handelsvolume daalt. Dat betekent dat uiteindelijk de prijsvorming zal falen. Vandaag de dag gaat de papieren goudprijs opnieuw omlaag richting het niveau waarop de markt uiteen zal vallen. Op een gegeven moment zal een volledige vrije markt voor fysiek goud ontstaan die door de ECB gebruikt zal worden om de Europese banken te ondersteunen met een zeer hoge goudprijs. De Vrijgoud adepten weten dat dit eraan zit te komen. De ECB gaat goud op zeer grote schaal steunen. Misschien doen ze dat nu al met verkopen van goud via de BIS, maar hier zal niets over bekend worden gemaakt totdat de dollar aan hyperinflatie begint en de derivatenmarkt uiteenvalt. Terwijl dit allemaal gebeurt zal inflatie in de Eurozone ervoor zorgen dat er een handelsbalans komt met de VS. Maar tegen die tijd is de euro kandidaat geworden als leidende wereldreservemunt. Niet alleen de ECB zal goud kopen met haar dollars, maar ook andere landen die een handelsoverschot hebben met de VS. Bijna iedereen zal vragen om olie in euro's af te rekenen en olieproducerende landen zullen dan massaal goud kopen met hun overtollige dollars. Op dit moment zal de ECB dollarreserves beginnen te kopen van andere centrale banken. Uiteraard in ruil voor euro's. Het zal door de markt gezien worden als een poging de dollar te verdedigen, maar een dergelijke actie zal gewoon een politiek strategische zet zijn. De bezitters van fysiek goud leven in zeer interessante tijden! FOA/gids van de Gold Trail (Vertaling door Frank Knopers)

    Euro_Gold_Bar

    De Euro als wereldreservemunt