Blog

  • Amerikaanse economie herstelt niet: benzineconsumptie zakt verder weg

    Economische groei gaat gepaard met een toenemende behoefte aan energiebronnen. Er worden immers meer goederen geproduceerd en diensten geleverd, die beide via transportmiddelen hun weg vinden naar de klant. Het maken en verplaatsen van spullen vereist elektriciteit, olie en geraffineerde brandstof, waardoor je zou verwachten dat de vraag naar energiebronnen toeneemt als de economie aantrekt. In Amerika zien we een ''energieloos'' herstel (een woordspeling op de ''jobless recovery''), want de vraag naar petrolium en benzine laat sinds 2006 en 2007 een dalende trend zien. De daling houdt niet op, maar lijkt zich juist te versterken. En omdat het hier gaat om geraffineerde olie die gebruikt wordt voor transportmiddelen kan de daling niet simpelweg worden toegeschreven aan het klimaat.

    Onderstaande data publiceerde Mike Shedlock op zijn blog 'Mish's Global Economic Trend Analysis', data die hij toegestuurd kreeg van een lezer van zijn blog. Deze persoon, Tim Wallace, heeft inzicht in de cijfers die worden gepubliceerd over de dagelijkse olieconsumptie in de VS. De meest recente cijfers betreffende de consumptie van benzine en petrolium waren volgens Wallace zo slecht dat de grafieken erop aangepast moesten worden. Van de afgelopen drie weken waren er twee waarin de dagelijkse consumptie van petrolium zakte tot beneden de 8 miljoen vaten per dag. De laatste keer dat de consumptie in Amerika zo laag was was in de week van 21 september 2001. En we weten allemaal hoe Amerika er toen bij lag, enkele dagen na de verwoestende aanslagen van 9/11. Als we deze week buiten beschouwing laten en kijken naar de trendlijn moeten we terug tot het jaar 1996 om een soortgelijk consumptieniveau te vinden als in de afgelopen weken. Netto werd er in de afgelopen weken dus niet meer brandstof verbruikt dan in 1996, terwijl de Amerikaanse bevolking sinds 1996 met meer dan 30 miljoen personen is toegenomen (+10%). De olieconsumptie per inwoner is anno 2012 dus nog lager dan 16 jaar geleden!

    Versnellend verslechterend, brandstofconsumptie daalt verder

    De eerste grafiek onder dit bericht geeft de ontwikkeling van de totale volumes van petrolium en benzine weer sinds 1991. De tweede grafiek laat de veranderingen van jaar-op-jaar zien. Ook deze grafiek maakt goed duidelijk dat er, na een milde opleving als gevolg van Obama's stimuleringsprogramma's, opnieuw een daling is ingezet. Dit keer is de daling echter nog groter dan ten tijde van de uitbraak van de economische crisis in 2007 en 2008. De verslechtering van de situatie is anno 2012 nog schrijnender dan direct na de val van Lehman Brothers in 2008, zoals de tweede grafiek goed in beeld brengt. De derde en laatste grafiek laat de consumptie van benzine en petrolium zien sinds de piek uit het jaar 2007. Opnieuw zien we een milde opleving gedurende het jaar 2010, ingegeven door het stimuleringsbeleid van de Obama regering. Dit stimuleringsbeleid bracht de staatsschuld van Amerika een paar biljoen dollars omhoog en liet de balans van de Federal Reserve met honderden miljarden dollars aan staatsobligaties en hypotheekderivaten toenemen. Maar wat leverden al deze miljarden op economische groei? Niet veel, als we kijken naar onderstaande grafieken. De olieconsumptie loopt terug en de trend is duidelijk verslechterend, wat ook in de derde grafiek goed zichtbaar is. De daling van het gebruik van petrolium kan verband houden met een strenge winter, maar de dalende benzineconsumptie houdt duidelijk verband met de economische activiteit.

    Ethanol steeds belangrijker

    De Amerikaanse overheid heeft zich de laatste tien jaar hard gemaakt voor ethanol, brandstof afkomstig uit alteatieve bronnen zoals suikerbieten en maïs. Door subsidies te verstrekken op de productie en verwerking van ethanol en door ethanol uit het buitenland met zware importheffingen te belasten wist Amerika haar productie van de alteatieve brandstof snel op te voeren. In 2010 werd bijvoorbeeld al bijna acht keer zoveel ethanol geproduceerd als in het jaar 2000. Eind 2010 werd volgens Wikipedia al 90% van alle verkochte benzine in de VS aangelegd met ethanol (maximaal 10%). De totale ethanolconsumptie in de VS kwam in 2010 uit op 313 miljoen vaten, dus iets minder dan 1 miljoen vaten per dag. Een aanzienlijke hoeveelheid, die we ook in het achterhoofd moeten houden bij deze cijfers. Helaas is niet helemaal duidelijk of in onderstaande grafieken het gebruik van ethanol inbegrepen is. Omdat de cijfers spreken over de verbruikscijfers nemen we aan dat de ethanolcomponent al in deze cijfers verwerkt is.

    Opvallend is dat de olieprijs nog steeds op een relatief hoog niveau staat (iets minder dan $100 voor een vat WTI olie en meer dan $100 voor Brent olie), een gegeven dat niet rijmt met de zwakke economische situatie in veel met schulden overladen landen. Zou de hoge olieprijs dan iets anders weerspiegelen, zoals de inflatie? Zoals deze cijfers laten zien is kan de recordprijs voor benzine in ons land in elk geval niet worden toegeschreven aan een toenemende vraag naar benzine vanuit VS. Klik op onderstaande afbeeldingen voor een grotere versie, de afbeeldingen komen van het blog van Mike Shedlock.

    Verbruik petrolium en benzine in de VS sinds 1991

    Jaar-op-jaar veranderingen consumptie sinds 2005

    Verdere verslechtering sinds de piek in 2007

  • DNB: “Financiële transactietaks in EU onwenselijk”

    Uit de uitgebreide uiteenzetting van de bezwaren tegen de financiële transactietaks van DNB:

    Het invoeren van een Europese financiële transactietaks (FTT) is onwenselijk. Het is twijfelachtig of verstorend marktgedrag erdoor wordt ontmoedigd. Het voorstel leidt bovendien tot lagere groei. DNB schat de kosten van de FTT voor Nederlandse banken, pensioenfondsen en verzekeraars op EUR 4 miljard per jaar.

    De Europese Commissie (EC) heeft eind september 2011 een voorstel gelanceerd voor invoering van een financiële transactietaks (FTT) in de Europese Unie. De FTT wordt geheven over aan- en verkoop van vrijwel alle waardepapieren, waaronder aandelen, schuldpapier en derivaten. Het tarief voor aandelen en schuldpapier bedraagt 0,1% en voor derivaten 0,01%.

    De EC beoogt met de FTT risicovolle vormen van handel (zoals speculatie) te ontmoedigen en de financiële sector een bijdrage te laten leveren aan de kosten van de crisis. Het is echter twijfelachtig of het voorstel inderdaad deze doelen bereikt, terwijl de negatieve impact op de economie zeker is. Nederland ondervindt relatief veel hinder van een FTT door haar grote financiële sector, waaronder pensioenfondsen. De negatieve effecten voor economische groei en arbitrage zijn bovendien hoger als de belasting niet wereldwijd wordt ingevoerd. Het invoeren van een FTT zoals voorgesteld door de EC is om deze redenen onwenselijk.

    Wat ons betreft is de Nederlandse financiële sector veel en veel te groot (voor de cijfers zie hier) en is deze zinsnede een understatement. Bij deze passage geldt bovendien dat de belangen van pensioenfondsen en de financiële sector op dit punt met elkaar overlappen, maar dat is zeker niet altijd zo. 

    Voor wat betreft het punt van afwijkende belastingregimes moet eerlijkheidshalve ook gewezen worden op het Nederlandse belastingklimaat. Al jaren is Nederland een land waar belastingvoordelen dermate makkelijk te verkrijgen zijn dat buitenlandse ondeemingen zich hier graag vestigen. De Ierse rockband U2 is vanwege ons belastingklimaat feitelijk niets minder dan een Nederlandse ondeeming. Inhoudelijk heeft DNB een valide argument, maar laten we niet doen alsof Nederland zich niet schuldig maakt aan belastingarbitrage. Ter illustratie van hoe dit in Nederland werkt, een zeer informatief artikel van de hand van Camil Driessen vindt u hier. Hij nam een kijkje in de Amsterdamse Paasustoren en trof 1633 brievenbussen aan.

    Het is de vraag of de FTT effectief is in het tegengaan van speculatie en ander ongewenst marktgedrag en daarmee bijdraagt aan financiële stabiliteit. Een FTT kan bijvoorbeeld wel bepaalde arbitragehandel zoals high frequency trading terugdringen, maar handelshuizen kunnen ook hun activiteiten verplaatsen of juist meer risico nemen. Het hanteren van een meer risicovolle handelsstrategie om de marges op peil te houden, staat haaks op de doelstellingen van het EC voorstel. Welke van deze twee mogelijke effecten de overhand krijgt, is niet te voorspellen. Daarbij is het onzeker of een FTT effectief bijdraagt aan het terugdringen van volatiliteit in de markten; één van de vaak genoemde voordelen van een FTT.

    De kritiek is terecht want een financiële transactietaks schiet aan haar doel voorbij. Wat echter achterwege blijft is een alteatief om de negatieve gevolgen die high frequency trading (HFT) met zich meebrengt te beperken. HFT is veel te laks gereguleerd en dat probleem werd onlangs ook onderkend door de voorzitter van de AFM, Ronald Gerritse. Dat toezichthouders in Europa hopeloos achter de feiten aan hobbelen is ook voor de redactie van VPRO's Tegenlicht een terugkerend onderwerp om de verbazing keer op keer over uit te spreken en daar sluiten wij ons volledig bij aan. Het wordt tijd dat DNB met maatregelen komt die wel hout snijden.

    Het ontwerp van de EC kent bovendien de nodige vraagtekens. Het lagere tarief op derivaten ten opzichte van aandelen lokt mogelijk arbitrage en intransparante financiële innovatie uit. Ook is nog onduidelijk wat het tarief wordt per transactie. Tussenpartijen in een transactie worden namelijk ook belast, hetgeen een ‘watervaleffect’ teweeg kan brengen en het tarief doet verveelvoudigen. Ook zal de FTT implicaties hebben voor bijvoorbeeld de repo-markt, momenteel een belangrijke bron voor korte-termijnfinanciering voor banken. Kortom, harde bewijzen dat de FTT per saldo een stabiliserende werking heeft, ontbreken.

    Deze passage bevat een ontzettend belangrijk punt van kritiek: welke transactie wordt nu eigenlijk belast? Het watervaleffect moet namelijk voorkomen worden.

    Een transactiebelasting is te vergelijken met de BTW die consumenten over de producten en diensten overdragen aan de belastingdienst. De BTW wordt echter alleen betaald door de eindgebruiker: de consumerende partij. Indien alle partijen die betrokken zijn bij het vervaardigen van een product of dienst een BTW-belasting betalen en die doorberekenen dan stijgen de prijzen cumulatief en in potentie razendsnel. Dat kan nooit de bedoeling zijn, want dergelijke kosten worden altijd doorgerekend aan klanten en uiteindelijk aan de consument en dat zijn u en ik. De problemen met de korte-termijnfinanciering van banken is sowieso een probleem; het uitblijven van een FTT zal dat niet minder estig maken, maar het is begrijpelijk dat dit genoemd wordt.

    Nederland heeft een relatief grote financiële sector en draagt aldus relatief veel bij aan de door de EC geschatte opbrengst van EUR 57 miljard. De FTT maakt geen onderscheid tussen speculatief en normaal marktgedrag, waarbij een groot deel van dit bedrag wordt opgebracht door banken en pensioenfondsen. Uit eerste ramingen van DNB blijkt dat de belasting Nederlandse banken, pensioenfondsen en verzekeraars jaarlijks ongeveer EUR 4,0 miljard gaat kosten. Hiervan komt ongeveer EUR 2,0 miljard ten laste van banken, EUR 1,7 miljard van pensioenfondsen en EUR 0,3 miljard van verzekeraars. De heffing bij banken grijpt vooamelijk aan bij de handel in aandelen en schuldpapier, terwijl pensioenfondsen relatief veel derivatencontracten afsluiten. De totale opbrengst van de FTT in Nederland zal hoger zijn, gezien de impact op andere sectoren die niet zijn meegenomen in de berekening (zoals beleggingsondeemingen).

    Toen DNB zich boog over de voor- en tegens van een consolidatie van de Europese staatsschulden door middel van eurobonds werd er met geen woord gerept over het risico dat Nederlandse belastingbetalers bijvoorbeeld Franse pensioenen gaan betalen. Nu de financiële sector mogelijkerwijs gedwongen wordt om via een transactietaks mee te betalen, is het opeens wel een argument.

    Dat DNB dit argument aanvoert is terecht, maar omwille van consistentie in de argumentatiewijze had DNB dit argument toen ook moeten aanvoeren. Op selectieve wijze proletarisch winkelen in de economische argumentenwinkel is iets waar DNB ècht voor moet oppassen. Het lijkt er anders op dat wanneer het om geld van belastingbetalers gaat het argument achterwege gelaten kan worden maar zodra het op de belangen van banken aankomt opeens wel belangrijk is.

    Bij de berekening van de impact is een aantal aannames gemaakt. De belangrijkste aanname betreft de door de FTT veroorzaakte gedragseffecten, die zorgen voor minder handel. DNB schat dit effect lager in dan de EC, omdat met name pensioenfondsen hun renterisico afdekken met derivaten. Als pensioenfondsen door de FTT minder gebruik gaan maken van derivaten zal per saldo het risico kunnen toenemen, hetgeen in principe onwenselijk is. De kosten van de FTT zullen uiteindelijk worden vertaald in hogere kosten voor klanten van financiële instellingen, waaronder ook pensioendeelnemers en kredietnemers.

    Een FTT remt de economie door hogere kapitaalskosten en ontwijkend gedrag. Een FTT op aandelentransacties en schuldpapier verhoogt de cost of capital, omdat de houders een hoger rendement eisen om de belasting te compenseren. Hogere kapitaalskosten beperken investeringen en daarmee economische groei. Uit de verschillende impactstudies – waaronder die van de EC en CPB – blijkt dat de economische kosten van een FTT in dezelfde orde van grootte zijn als de opbrengst.

    De afruil tussen in potentie positieve gedragseffecten en negatieve impact op de economie wordt scherper als de belasting niet mondiaal wordt ingevoerd. Een belasting die alleen in de Europese Unie wordt ingevoerd, kan worden ontweken door zakelijke activiteiten buiten de EU te verplaatsen. De FTT kan zodoende ook een barrière vormen voor buitenlandse partijen om zich hier te vestigen en/of te handelen. Deze negatieve effecten worden nog eens versterkt bij een invoering in slechts een deel van de EU, zoals de eurozone. Dit biedt immers nog meer mogelijkheden tot ontwijking en arbitrage. Het is dan ook beter om maatregelen direct te laten aangrijpen bij potentieel schadelijke vormen van financiële handel. Mocht de FTT onvermijdelijk blijken, dan heeft mondiale invoering de voorkeur; dit zal een inteationaal gelijk speelveld creëren en de economische kosten significant beperken.

    De laatste zin is een schot voor open doel: “Als de FTT toch wordt ingevoerd, dan alleen wereldwijd”. DNB weet als geen ander dat een FTT er wereldwijd nooit doorheen komt. De stellingname van DNB is meer dan duidelijk: een FTT werkt averechts, remt economische groei, creëert een ongelijkwaardig speelveld, schiet haar doel van het verminderen van volatiliteit voorbij, ontlokt ontwijkend gedrag met averechtse effecten en aan het einde van de rit wordt de rekening doorberekend, en ook al staat dit er niet expliciet, wordt die rekening dus neergelegd bij de burger. Stuk voor stuk zijn dit terechte bezwaren.

    Desalniettemin vergeet DNB dat zij onderdeel is van een falend financieel stelsel en een verantwoordelijkheid heeft om met alteatieven te komen. Dat laat zij in haar hele betoog tegen de FTT na. Ergens is dat ook begrijpelijk want hoe men het wendt of keert, aan het einde van elke verliesgevende economische rit is het de burger annex consument annex spaarder (of in dit geval pensioengerechtigde) die de rekening gepresenteerd krijgt. Dat hardop zeggen is kennelijk nog een brug te ver.

  • Goud en zilver daily report

     

    Goud noteert op het moment van schrijven een verlies van 0,20% op $1722,40  per troy ounce. Uitgedrukt in euro’s noteert goud een winst van 0,10% op €1318,60 per troy ounce.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Zilver noteert op het moment van schrijven een verlies van 0.03% op $33,68 per troy ounce. Uitgedrukt in euro’s noteert zilver een winst van 0,49% op €25,62 per troy ounce. 

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Goud en zilver begonnen de ochtend met een verlies van ongeveer 1%. In de middag herstelden beide edelmetalen zich en staan momenteel op hetzelfde niveau als waar ze vrijdag de week mee afsloten.

    Het verlies van de ochtend lag in de lijn met die van de inteationale beurzen. Dat de beurzen in het rood noteerden heeft te maken met de slechte situatie rondom Griekenland. In het weekend werden de Griekse leiders het niet met elkaar eens over bepaalde bezuinigingen. Mochten ze niet spoedig tot een oplossing komen, dan zal het nieuwe noodkrediet vanuit Europa geen doorgang vinden. Dit zou betekenen dat Griekenland over een maand al niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen en dus failliet zal gaan.

    Dit negatieve nieuws had natuurlijk ook zijn weerslag op de euro/dollarkoers die vanochtend wegzakte. In de loop van vanmiddag herstelde de euro zich wel waardoor goud en zilver automatisch meeliften. Uitgedrukt in euro’s noteren beide edelmetalen dan ook een bescheiden winst doordat ze goedkoper worden in andere valuta dan de dollar.

    Een half jaar geleden was dergelijks nieuws uit Griekenland van positieve invloed geweest op de goud en –zilverprijs omdat het een toevlucht naar veilige havens zou stimuleren. Vandaag de dag gedragen goud en zilver zich sterk als risicovolle beleggingen, zoals aandelen, waardoor dit niet het geval is. Wanneer Griekenland daadwerkelijk failliet gaat sluiten wij echter niet uit dat goud en zilver door zo’n grote prikkel juist weer terug keren naar de oude status van veilige haven.

    Ten slotte zakte de prijs van WTI ruwe olie met zo’n 0,8% vandaag. Aangezien de prijs van ruwe olie en goud en zilver sterk met elkaar gecorreleerd zijn, is dat volgens analisten ook een reden waarom de prijs van de edelmetalen vandaag daalden. 

  • Werkloosheidscijfer Amerika onder de loep genomen: geen herstel zichtbaar

    Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de Amerikaanse arbeidsmarkt. Afgelopen vrijdag werden er banencijfers gerapporteerd die 'beter dan verwacht' waren, met als gevolg dat de aandelenmarkten opveerden en goud en zilver juist wat terrein prijsgaven. De Amerikaanse werkloosheid was volgens officiële cijfers verder gezakt van 8,5 naar 8,3 procent, een ontwikkeling die suggereert dat er sprake is van een mild economisch herstel. Precies wat president Obama nodig heeft om eind dit jaar herkozen te worden door het Amerikaanse publiek, want een lage werkloosheid betekent dat mensen gemiddeld meer te besteden hebben en dat daardoor ook de economie weer wat aansterkt.

    Maar is de werkloosheid wel echt gezakt in de afgelopen maand? Volgens Zero Hedge niet, omdat de statistieken zodanig zijn aangepast dat het werkloosheidspercentage wel omlaag moest gaan. In de afgelopen maand vielen er bijvoorbeeld 1,2 miljoen mensen uit de beroepsbevolking (de groep mensen die in een leeftijdscategorie zitten waarin ze zouden kunnen werken), een behoorlijk groot aantal. Volgens de Amerikaanse statistieken worden werklozen na een bepaalde tijd niet meer opgenomen als werkloos, bijvoorbeeld als ze na een bepaalde tijd de moed opgeven en stoppen te zoeken naar werk. Wie in Amerika werkloos is, maar niet meer de moeite neemt om werk te zoeken, valt op een gegeven moment uit de statistieken en wordt vervolgens niet meer meegeteld als werkloos (de zogeheten 'discouraged workers'). Zodoende worden langdurig werklozen voor de statistieken onzichtbaar en kan de verhouding tussen werkzoekenden en werkenden optisch verbeteren. Ook wordt je in Amerika niet tot de categorie werklozen gerekend als je werk beneden je niveau doet of als je niet de uren kunt maken die je wilt maken. De werkloosheidscijfers laten op deze manier niet de onderliggende kwaliteit van de cijfers zien. Zo kan het werkloosheidspercentage dalen als fulltime banen worden opgesplitst in deeltijdbanen over meerdere personen, maar wordt er feitelijk niet meer werk aangeboden dan voorheen. Het werk is verwaterd over meer mensen en de baanzekerheid is dan ook niet bepaald verbeterd.

    De groep van mensen die uit de statistieken zijn gevallen neemt nog steeds toe, zoals ook onderstaande grafiek op Zero Hedge laat zien. Met de 1,2 miljoen mensen die afgelopen maand aan deze groep zijn toegevoegd komt het totaal op 87,9 miljoen personen. Dat betekent dat de gerapporteerde beroepbevolking steeds kleiner wordt, waardoor de werkloosheidscijfers er op papier gunstiger uitzien. De hoeveelheid Amerikanen die tot de beroepsbevolking wordt gerekend volgens de 'Bureau of Labor Statistics' (BLS) zakte deze maand naar een 30-jaars dieptepunt van 63,7%. Klik op onderstaande afbeeldingen voor grotere versie. De afbeeldingen zijn afkomstig van Zero Hedge.

    Groep mensen die buiten de werkloosheidsstatistieken vallen groeit met 1,2 miljoen in één maand

    Participatiegraad van beroepsbevolking daalt al sinds 2000

    Daaaast heeft Zero Hedge ook de meest recente gegevens die door het BLS werden gepubliceerd doorgerekend. Met een gerapporteerde niet-institutionele populatie van ongeveer 242,3 miljoen personen en een gemiddelde lange-termijn participatiegraad van 65,8% kan men eenvoudig uitrekenen dat de beroepsbevolking 159,4 miljoen mensen telt. Desondanks rekent de BLS met een beroepsbevolking van 154,4 miljoen, een verschil van 5 miljoen personen in de totale beroepsbevolking. Als we vervolgens hetzelfde aantal banen uitspreiden over 5 miljoen méér personen blijkt de werkelijke werkloosheid zelfs te zijn gestegen tot 11,5% in januari. Ten opzichte van de officieel gerapporteerde werkloosheid van 8,3% is dat een verschil van 3,2 procentpunt. Het verschil tussen de officieel gerapporteerde werkloosheid en de alteatief berekende werkloosheid loopt daarmee op tot het hoogste punt sinds 30 jaar, zoals ook onderstaande grafiek laat zien (de groene balkjes). De zwarte lijn (de officiële werkloosheid) suggereert een herstel van de arbeidsmarkt die halverwege 2009 werd ingezet. Maar de alteatief berekende werkloosheid, waarin een grotere groep mensen meegeteld worden, blijkt er helemaal geen sprake te zijn van een herstel in de arbeidsmarkt (rode lijn).

    Verschil tussen de gerapporteerde en de alteatief berekende werkloosheid in de VS

  • Eric Sprott: ‘Er is geen zilver meer achter de hand’

    De zilvermarkt is bijzonder klein, want de bovengrondse voorraden zijn in de afgelopen eeuw behoorlijk ingeteerd. Door meer zilver te verbruiken dan uit de grond te halen zakte de wereldwijde zilvervoorraad terug tot ongeveer 1 miljard troy ounces. Dat is ongeveer de hoeveelheid zilver die nu in één jaar op de markt komt uit mijnbouw en recycling samen. Veel van deze zilvervoorraden zitten in de ETF's, de zogeheten 'exchange-traded funds' die aandelen uitgeven op een voorraad fysiek zilver die ze in de kluis hebben liggen. De ETF's zijn toegankelijke instrumenten die beleggers blootstelling geven aan de zilverprijs, maar daaaast wordt er ook door particulieren steeds meer fysiek zilver gekocht. De Amerikaanse munt verkocht in 2011 bijvoorbeeld een recordaantal van bijna 40 miljoen 'Silver Eagle' munten van 1 troy ounce, maar ook andere aanbieders van zilveren munten en baren zagen in de afgelopen jaren een enorme toename van de vraag naar zilver door particuliere beleggers.

    Ondanks de toegenomen belangstelling voor goud en zilver ziet Eric Sprott dat er naar verhouding nog steeds weinig geld richting deze activa stroomt. In een gemiddelde beleggingsportfolio zit volgens hem vandaag de dag misschien maar 1,5% in goud of zilver gerelateerde beleggingen (inclusief mijnbouwaandelen), terwijl deze categorie in het verleden behoorlijk groot was in slechte economische tijden. In de jaartallen 1921, 1932, 1948 en 1980 werd bijvoorbeeld 20 tot 30 procent van het beschikbare vermogen in goud, zilver of mijnaandelen gestopt (zie onderstaande afbeelding). Als er nu weer een grote stroom van beleggers richting goud en zilver moet zal blijken dat er maar heel weinig aanbod van fysiek metaal is, waardoor de prijzen wel flink moeten stijgen. Tegelijkertijd is een gemiddelde percentage van 1,5% van een beleggingsportfolio in goud, zilver en mijnbouwaandelen een aanwijzing dat er nog lang geen sprake is van een bubbel in deze markten, aldus Eric Sprott.

    Goud- en zilverbeleggingen nog marginaal in historisch perspectief

    In onderstaande video legt Eric Sprott uit hoe er sinds het jaar 2000 voor in totaal 293,8 miljoen troy ounces zilver werd gekocht door investeerders. Tegelijkertijd bouwden de zeven grootste ETF's in het afgelopen decennium een totale positie in fysiek zilver op van ruim 519 miljoen troy ounces, ruim 225 miljoen ounces meer dan er volgens het GFMS door investeerders werden aangeschaft. Dat is vreemd, aangezien er naast de ETF's ook zilveraankopen waren door particulieren die niet in deze cijfers zijn opgenomen. Eric Sprott komt vervolgens tot de conclusie dat de statstieken over zilver, net als de cijfers over de goudmarkt, niet kunnen kloppen. Om de krapte op de goud- en zilvermarkt te verlichten hebben centrale banken en het IMF de afgelopen decennia extra aanbod verstrekt door hun voorraden te verkleinen.

    Volgens Eric Sprott lopen we in de toekomst tegen een situatie aan waarin er niet veel goud en zilver meer te vinden is om de instroom van beleggers op te vangen. In de zilvermarkt wordt het tekort helemaal nijpend, want volgens Eric Sprott vertegenwoordigd al het fysieke zilver dan beschikbaar is voor beleggers slechts een waarde van $30 miljard bij een spotprijs van $30 per troy ounce. Daar staat een fysieke goudvoorraad tegenover met een omvang van $6 biljoen tegen de huidige spotprijs.

  • Amerikaanse beurswaakhond SEC soepel tegenover Wall Street banken

    In het afgelopen decennium heeft de SEC in totaal bijna 350 keer een vrijstelling gegeven aan grote financiële instellingen op Wall Street, zo concludeert de New York Times. Het ging hier om vrijstellingen die het voor banken makkelijker maakten om geld voor hun beleggingsproducten aan te trekken van investeerders en geld uit te lenen aan het bedrijfsleven. Door deze vrijstellingen kregen de grote Amerikaanse zakenbanken een zeer gunstige positie in de markt, aldus diverse aandelenexperts en voormalige toezichthouders. Zo konden ze veel sneller geld aantrekkenen financiële activa verhandelen dan concurrenten die de vrijstelling niet hadden en die daarom weken moesten wachten op goedkeuring van hun plannen door een overheidsinstantie.

    In andere gevallen konden de grote zakenbanken, zoals JP Morgan Chase, Merryll Lynch, Bank of America en Goldman Sachs, na het betalen van een schikking gewoon doorgaan met het overtreden van bepaalde regels. Andere bedrijven, zoals Dell, General Electric en United Rentals werden in de regel veel harder aangepakt door de SEC, zo concludeert de New York Times. Normaal gesproken ontneemt de SEC bepaalde privileges nadat een bedrijf er misbruik van gemaakt heeft, maar in het geval van de zakenbanken werd er wel eens een oogje toegeknepen. Zo werd Goldman Sachs vorig jaar bestraft voor het misleiden van investeerders ten aanzien van bepaalde hypotheekbeleggingen, maar kon de bank na het aanbieden van een schikking gewoon doorgaan met haar activiteiten.

    Voormalig voorzitter van de SEC, David S. Ruder, maakt duidelijk hoe belangrijk de vrijstellingen zijn voor de grote zakenbanken op Wall Street. Hij stelt dat ''het verliezen van hun privileges een enorme impact heeft voor deze instellingen'' en dat het ''grote gevolgen heeft voor de banken om in bedrijf te blijven''.

    De zakenbank JP Morgan Chase heeft in de afgelopen dertien jaar in zes gevallen van fraude een schikking betaald, waarvan één een omvang had van $228 miljoen. Daar tegenover stonden echter ook 22 vrijstellingen, die de bank zou hebben gekregen van de SEC omdat ze ''een goede reputatie heeft met het naleven van de wetgeving''. Bank of America en Merryll Lynch, die in 2009 samengevoegd werden, ontvingen gezamenlijk 39 vrijstellingen. Daar tegenover stonden 15 gevallen van fraude of misleiding die de banken moesten rechtzetten met een schikking. De bank Citigroup kreeg in de afgelopen elf jaar 25 vrijstellingen en moest zes keer met een schikking over de brug komen.

    Securities and Exchange Commission

    'Handel in aandelen en obligaties bevorderen'

    De SEC verdedigt haar beleid door te stellen dat de aandelen- en obligatiemarkten beter kunnen functioneren met een soepele aanpak van de banken. Een soepele regelgeving zou de liquiditeit in de financiële markten bevorderen en daarmee in het belang zijn van beleggers en klanten van de grote zakenbanken. President Obama gaf in zijn State of the Union al aan dat het hardere straffen wilde voor de zakenbanken op Wall Street, maar of dat effect gaat sorteren is nog maar de vraag. De SEC past nu al niet de maximale straffen toe voor financiële instellingen, daar zullen zwaardere straffen niet direct iets aan veranderen. De SEC stelt dat ze niet de middelen hebben om de misstanden bij zakenbanken voor de rechter te laten komen en dat daarom vaak de weg van de schikking wordt gekozen.

    De Republikeinse senator Charles E. Grassley, die onderzoek doet naar het werk van de SEC, zegt niet te begrijpen waarom de SEC niet al haar wapens inzet tegen de banken om frauduleuze praktijken aan te pakken. ''De toch al milde straffen worden door de SEC nog iets zwakker gemaakt. Het is dan ook geen wonder dat banken de regels blijven overtreden'', aldus de senator. Uit onderzoek van de New York Times blijkt verder dat banken in elf gevallen afstand moesten doen van bepaalde privileges na een aanvaring met de SEC, tegenover een veel groter aantal van 49 vrijstellingen.

    De zakenbank JP Morgan moest vorig jaar $228 miljoen schadevergoeding betalen aan gemeentes die teveel geld hadden betaald voor financiële producten van de bank. JP Morgan zou prijsafspraken hebben gemaakt met concurrenten, waardoor de winstmarges kunstmatig werden opgedreven. Dit voorval was voor de SEC geen reden op de bank privileges te ontnemen, want in deze specifieke zaak werden volgens de toezichthouder immers geen investeerders misleidt.

    Volgens Richard W. Painter, docent rechten aan de University of Minnesota, kan hierin geen onderscheid gemaakt worden. ''Als een bedrijf moeite heeft om de waarheid te vertellen over bepaalde financiële producten, waarom zouden beleggers dan wel vertrouwen hebben in de eerlijkheid van de bank over andere producten die ze aanbieden?'', aldus Painter.

    De SEC wil niet inhoudelijk reageren op de vrijstellingen die het heeft verstrekt aan banken als JP Morgan, Citigroup en Bank of America. Volgens Thomas Lee Hazen, expert op het gebied van wetgeving rondom financiële producten van banken, zit de SEC in een lastig parket. Het is begrijpelijk dat ze de banken niet te hard willen aanpakken, omdat een harde aanpak de bedrijfsvoering van de zakenbanken estig kan ondermijnen. En daarmee worden ook veel klanten die niets met de frauduleuze praktijken te maken hebben indirect getroffen. ''De SEC moet op een smalle lijn de balans vinden, maar het is de vraag of ze dat op de juiste manier doen'', aldus Hazen.

    Een cartoon over de SEC die we aantroffen via Google, afbeelding van Cartoonstock.com

  • Goud en zilver daily report

     

    Goud noteert op het moment van schrijven een verlies van 1,85% op $1725,90  per troy ounce. Uitgedrukt in euro’s noteert goud een verlies van 1,78% op €1312,38 per troy ounce.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Zilver noteert op het moment van schrijven een verlies van 2,01% op $33,76 per troy ounce. Uitgedrukt in euro’s noteert zilver een verlies van 1,62% op €25,57 per troy ounce. 

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Nadat zowel goud als zilver de dag gisteren rustig begonnen doken de prijzen van de edelmetalen aan het einde van de middag omlaag. Door dit verlies van gisteren eindigen de goud en -zilverprijs op ongeveer dezelfde hoogte als ze de week begonnen.

    Bijna alle inteationale beurzen boekten gisteren een winst van meer dan 1%. Met dit gegeven en een euro/dollarkoers die bijna niks doet, zou men de afgelopen maanden een stijging van de goud en –zilverprijs mogen verwachten. Dit was gisteren echter niet het geval. De reden hiervan ligt in de bekendmaking van het nieuwe aantal Amerikaanse banen. Er zijn afgelopen maand 243.000 banen bijgekomen waarmee de officiële Amerikaanse werkeloosheid naar 8,3% is gedaald. Door dit positieve nieuws is het volgens de markt onwaarschijnlijker geworden dat de Fed binnenkort de geldpers aanzet. Elk teken dat kan wijzen op een eventuele ronde van geldcreatie is van positieve invloed op de goud en –zilverprijs, andersom geldt dat natuurlijk ook waardoor goud en zilver gisterenmiddag moesten inleveren. Alhoewel wij een nieuw ronde van geldcreatie wel binnenkort verwachten, was het nieuws van gisterenmiddag voor de meeste beleggers wel een reden om goud en zilver te verkopen.  

  • Dagelijkse kost 3 februari 2012

    Nieuws uit Nederland:

    • DNB: vastgoed wordt derde crisis (FD)
    • DNB ontwaakt (FTM)
    • Politiek wil corporatie aan banden leggen (FD)
    • 'Nieuwe huurders in de problemen' (RTL-Z)
    • Europa houdt Nederland aan begrotingsafspraak (RTL-Z)
    • Nederland moet werk maken van macroprudentieel beleid (De Nederlandsche Bank)
    • DNB tegen splitsing van banken (NU.nl)

    Nieuws uit buitenlandse media:

    Amerika

    Bij de Amerikaanse verkiezingen bestaat de keuze uit een Republikeinse kandidaat die gesponsord wordt met héél véél geld en een Democratische kandidaat die gesponsord wordt met héél véél geld. Het bekende resultaat is dat er een president in het Witte Huis komt die moet zorgen dat deze investeringen renderen.

    • Super-Pacs erode Obama’s advantage (Financial Times)
    • Romney’s Wife Had $3 Million in Secret Swiss Bank Account Through 2010; Not Reported in Federal Disclosure Forms (Naked Capitalism)

    Rendement wordt bijvoorbeeld behaald wanneer fraude en oplichting en andere vormen van manipulatie die we de afgelopen jaren in al haar facetten hebben beschreven niet aangepakt wordt. Dat de Amerikaanse toezichthouders SEC en de CFTC falen mag geen verrassing meer zijn. Wederom een voorbeeld hoe de SEC de Amerikaanse grootbanken de hand boven het hoofd houdt en banken vrijsteld van vervolging:

    De Carlyle Capital Group (CCG) heeft het gehad met haar aandeelhouders. CCG wil haar aandeelhouders verbieden om collectieve rechtszaken tegen de groep aan te spannen. In plaats daarvan wordt arbitrage verplicht. Ondertussen kan CCG van alles uitspoken.

    Voor iedereen bij wie de Carlyle Capital Group geen (alarm) belletje doet rinkelen, uit het archief het volgende artikel. Dan heeft u een idee wat Carlyle onder andere allemaal uitspookt; bijvoorbeeld in Nederland (lees: een zeer extreme hefboom..).

    Méér nieuws uit de VS:

    • Obama Lays Out His Latest “Mortgage Plan” (Zero Hedge)
    • As A Reminder, The President's Mortgage Plan Is “Dead On Arrival” (Zero Hedge)
    • Unintended profits and the custodians (Deux Ex Macchiato)

    Over Europa:

    • Bundesbank sinks deeper into debt saving Europe (Ambrose Evans-Pritchard; Telegraph)
    • German-IMF Rift Stalls Greece Deal (Wall Street Joual)
    • The Hard Sell – Merkel Seeks Euro Zone Investments from Beijing (Spiegel)
    • China hält Euro-Retterin Merkel hin (Spiegel)

    Josef Ackerman's laatste persconferentie als CEO van Deutsche Bank heeft Spiegel ertoe bewogen om de Duitse “winstmachine” die Ackerman met Deutsche Bank nalaat, te behandelen. en doet dat onder de veelzeggende titel: “Ackerman's zwanenzang, Deutsche Bank gaat een onzekere toekomst tegemoet”:

    • Ackermann's Swan Song – Deutsche Bank Moves Toward an Uncertain Future (Spiegel)

    Over de Europese werkloosheidscijfers gesproken:

    Overig nieuws.

    Te beginnen met de verschuiving van de fysieke opslag van kopervoorraden naar Azië:

    • Copper inventories shift from LME to SHFE (Sober Look)

    Een follow-up artikel naar aanleiding van het artikel van dat wij eerder deze week vertaalde:

    • China's gold output and demand could be far greater than ‘official' data suggest (Mineweb)

    In China is men nu ook bang voor “deflatie”. Het woord “deflatie” is jargon en de betekenis ervan is onderhevig aan “inflatie” (dubbelzinnig bedoeld). Het probleem is dat wanneer de vastgoedzeepbel leegloopt, de waarde van de onderpanden lager is dan het krediet dat geleend is om de aanschaf te financieren. Als gevolg daarvan zal de kredietgroei vertragen en uiteindelijk omslaan in krimp. Daarbij verslechtert de kwaliteit van het uitstaande krediet en zullen per saldo (meer en meer) leningen “kapot” gaan. Deflatie klinkt derhalve gewoon een stuk vriendelijker. Indien economen of analisten met “deflatie” wijst op het gevaar dat uitgaat van lagere prijzen dan moet men zich eens verdiepen in de Oostenrijkse school. Onder invloed van concurrende markten zullen prijzen altijd de neiging hebben om lager te worden. Dat is juist goed omdat de koopkracht van consumenten stijgt. Indien het woord deflatie in die zin gebruikt wordt en voorgespiegeld wordt als iets “slechts” dan stelt men – of men zich daarvan bewust is of niet – dat koopkrachtverbetering van het inkomen van consumenten voorkomen moet worden.

    • China cabinet economist was of “deflation” in 2012 (Reuters)

    De woorden “derivaten” en “manipulatie” zijn inmiddels onlosmakelijk met elkaar verbonden. In Zwitserland maakt men werk van de vermeende manipulatie van de LIBOR-rente. Dat is de rente die bepalend is voor naar schatting zo'n $350 BILJOEN aan uitstaande schuldpapieren. Indien aangetoond en bewezen, dan is dit wat betreft omvang in nominale zin de grootste manipulatiezaak in de geschiedenis van de mensheid. De eerste plaats in de reële zin blijft echter weggelegd voor de papieren markt voor goud en zilver..

    • Swiss question 12 banks as Libor probe widens (Reuters)

    Tot slot.

    De auto met automatische piloot ontwikkeld door Google:

    En van binnenuit de auto:

  • Gerald Celente: Trends in the News

    Gerald Celente kan mooi vertellen, dat moet gezegd worden. Maar heeft hij ook gelijk? Veel mensen die voor het eerst iets van hem zullen horen zullen hem bestempelen als een alarmist, een doemdenker of misschien zelfs een extremist. Maar keer op keer kan hij zijn gelijk komen halen, want zijn verwachtingen blijken vaak dicht bij de waarheid te liggen. Celente staat volledig achter zijn boodschap, door te stellen dat men in zijn Trend's Joual een kijkje kan nemen in de nabije toekomst. Gelukkig hoeven we niet te betalen om Gerald te horen, want op YouTube is genoeg beeld- en geluidsmateriaal te vinden.

    De onderstaande video, die betrekking heeft op het nieuws van 31 januari, is echt de moeite waard om even te bekijken. Aansluitend kunnen we ook een uitgesproken interview van Gerald Celente op King World News van 29 januari aanbevelen, klik hier voor de link.

    Gerald Celente met 'Trends in the News'

  • Financial Trust Index: ‘Slechts 23% van de Amerikanen heeft vertrouwen in financiele systeem’

    Tot dit percentage komen Paola Sapienza en Luigi Zingales, twee Amerikaanse professors op het gebied van Finance, in de laatste peiling van hun Financial Trust Index. Deze index peilt het vertrouwen dat de bevolking van Amerika heeft in de aandelenmarkt, de banken, de grote beleggingsfondsen en grote bedrijven in eigen land. Eens per kwartaal behandelen Zingales en Sapienza ook een speciaal onderwerp, zoals recente ontwikkelingen in de huizenmarkt, de aandelenmarkt of in het geldsysteem. De data waar de Financial Trust Index op gebaseerd is komt van meer dan 1.000 willekeurig gekozen Amerikaanse huishoudens, die hebben meegewerkt aan een telefonische enquete die is uitgevoerd door het bedrijf Social Science Research Solutions.

    In de index wordt vertrouwen omschreven als: ''de verwachting dat een persoon of organisatie handelt in het belang van de klant en daarbij de klant tenminste niet zal schaden''. Vertrouwen is bij alle interactie tussen mensen en bedrijven essentieel, maar me name in het financiële systeem, waar mensen hun inkomen en vergaarde spaartegoeden toevertrouwen aan een ander in ruil voor bepaalde beloftes en waarin banken opereren volgens een fractioneel systeem. De Financial Trust Index wordt gefinancierd door de University of Chicago Booth School of Business en de Kellogg School of Management en zou daarmee neutraal moeten zijn ten aanzien van de financiële markten.

    23% van de Amerikanen heeft vertrouwen in financiële systeem

    Uit de laatste update van de Financial Trust Index blijkt dat slechts 23% van de Amerikanen in december 2011 nog vertrouwen had in het Amerikaanse financiele systeem en dat het vertrouwen in de banken nog steeds blijft afnemen. De overige vertrouwenscijfers, ten aanzien van de aandelenmarkt, de beleggingsfondsen en de grote bedrijven, stabiliseren enigszins op een zeer laag niveau dat vergelijkbaar is met het niveau in de eerste maanden van de grote financiële crisis (eind 2008, begin 2009). Paolo Sapienza merkt op dat vooral het vertrouwen in banken is weggezakt, van 37% in juni 2011 naar 30% in december. Het vertrouwen in beleggingsfondsen kwam volgens de laatste peiling uit op 30%, terwijl het vertrouwen in de grote bedrijven en aandelenmarkten nog veel lager is met respectievelijk 16% en 15%.

    Van alle ondervraagden gaf maar liefst 62% aan zichzelf 'kwaad' of 'zeer kwaad' te maken over de huidige toestand van de economie in de VS. ''Dit percentage is het hoogste dat is gemeten in de Financial TrustIndex sinds maart 2009'', aldus Sapienza. Om even in herinnering te roepen, rond die tijd stonden de beurzen wereldwijd op een absoluut dieptepunt en was de paniek behoorlijk groot.

    Laatste peiling van de Financial Trust Index, data van december 2011

  • Federal Reserve kocht bijna alle nieuwe langlopende Amerikaanse staatsobligaties met ‘Operation Twist’

    Op Zero Hedge lezen we namelijk dat de Federal Reserve zich sinds het aankondigen van 'Operation Twist' zeer dienstbaar heeft opgesteld tegenover de Amerikaanse regering. Van alle nieuw uitgebrachte staatsobligaties met looptijden van 20 of 30 jaar werd maar liefst 91% opgekocht door de centrale bank. Slechts 9% van deze langlopende schatkistpapieren vond zijn weg naar beleggingsfondsen en banken. Op die manier is het niet zo moeilijk om een tekort op de begroting te dichten en vervolgens naar Europa uit te halen (Beanke, Geithner, Obama), omdat ze aan de andere kant van de oceaan de schuldenproblemen niet actief genoeg bestreden zouden worden.

    Met de publicatie van deze cijfers kunnen we gelijk de conclusie trekken dat de markt van 20-jaars en 30-jaars Amerikaanse staatsobligaties kunstmatig is, net zoals de FED via QE2 de markt voor langlopende staatsleningen een kunstmatige impuls van meer dan $600 miljard gaf. Toen kocht de centrale bank ook diverse obligaties met lange looptijden, om de yieldcurve 'bij te sturen'. Bijzonder aan 'Operation Twist' is dat het een continu karakter kent. Anders dan bij QE2 is er geen looptijd vastgesteld, dus zolang de Federal Reserve niet onder druk wordt gezet om haar strategie te herzien kan ze blijven doorgaan met het aankopen van langlopende staatsobligaties. Er is weinig reden om aan te nemen dat de FED spoedig zal stoppen met het ondersteunen van de obligatiemarkt, omdat er vanuit het buitenland steeds minder behoefte is om de Amerikaanse tekorten te financieren.

    Federal Reserve ondersteunt de obligatiemarkt (dus de Amerikaanse staatsschuld)

    Vorig jaar april schreef Jaco in de Middelkoop Nieuwsflash over de verschillende mogelijkheden die de Federal Reserve heeft om de obligatiemarkt te ondersteunen. Volgens een uitvoerige analyse door Eric DeCarbonnel heeft de Amerikaanse centrale bank naast het aankopen van staatsobligaties nog een ander instrument waarmee het de obligatiemarkten kan ondersteunen, namelijk de put-opties. Door put-opties te schrijven op de staatsobligaties kan het private beleggers verzekeren van een minimale waarde op de staatsleningen. Deze methode is vergelijkbaar met het uitschrijven van zogeheten credit-default-swaps (CDS'en), omdat beleggers ermee hun risico op vermogensverlies door dalende koersen kunnen opvangen. Door beleggers min of meer de garantie te geven dat er geen implosie komt in de markt van staatsobligaties blijft er een actieve handel in de Amerikaanse staatsschuld.

    Volgens Antal Fekete, monetair wetenschapper en wiskundige, is het zogeheten point-of-no-retu inmiddels gepasseerd door de Amerikaanse centrale bank. Door daadwerkelijk te interveniëren op de obligatiemarkt via quantitative easing en met 'Operation Twist' drukt het steeds meer private obligatiehouders uit de markt. Door de zorgen omtrent de Amerikaanse staatsschuld komen deze beleggers waarschijnlijk niet meer zo snel terug, waardoor de Federal Reserve steeds dieper in de obligatiemarkt gezogen wordt om de markt liquide te houden en om te voorkomen dat de yields gaan stijgen. Hierdoor is toekomstige QE, in wat voor vorm die er ook zal komen, zo goed als gegarandeerd. De private markt trekt zich terug en de FED moet dat gat opvullen, een gat dat steeds groter wordt omdat de Amerikaanse overheid steeds grotere tekorten op de begroting heeft.

    Voorlopig geen einde aan 'Operation Twist'

    Fondsbeheerder Bill Gross zei gisteren dat hij verwacht dat de Federal Reserve haar Operation Twist ''nog wel 12, 24 of 36 maanden zal voortzetten''. Ondertussen wordt de situatie er niet beter op, want de schuldenberg van de Amerikaanse regering wordt alsmaar groter en zal op een gegeven moment toch bij de bevolking terechtkomen. De meest waarschijnlijke uitkomst is waardeverlies van de valuta (waardoor de kosten van levensonderhoud stijgen en spaargelden aangevreten worden), omdat de centrale bank kan blijven doorgaan met de financiering van de overheid en daarvoor altijd meer geld in omloop kan brengen. De grote portefeuille van Amerikaanse staatsobligaties op de balans van de Federal Reserve is echter ook kwetsbaar voor verliezen. Mocht de rente ooit stijgen, wat in dit overigens niet in overeenstemming is met het streven van de FED om de rente nog tot tenminste 2014 laag te houden, dan dalen de laagrenderende obligaties die de Federal Reserve gekocht heeft in waarde.

    Federal Reserve en ECB kiezen verschillende aanpak

    Daarmee is de FED overigens fundamenteel anders dan de ECB, want de ECB heeft met het LTRO-leenprogramma er bewust voor gekozen om de private banken het risico te laten lopen. De ECB stimuleert banken om met de geleende honderden miljarden euro's staatsobligaties van economisch zwakke Europese landen te kopen en houdt deze dus uit de eigen boeken. De ECB heeft weliswaar staatsobligaties op haar balans geplaatst, maar sinds het aanbieden van de 3-jaars leningen aan banken via LTRO is de aankoop van staatsleningen door de ECB zelf bijna weer stilgevallen. Dit risico laat de ECB over aan de private banken, die nog drie jaar de tijd hebben om het geld terug te betalen. De Federal Reserve koopt rechtstreeks staatsobligaties op, waarvoor het samenwerkt met de zogeheten 'primary dealers'. Dit zijn de grote zakenbanken die zich inschrijven op de nieuwe obligatieveiling van het Amerikaanse ministerie van Financiën en die vervolgens de staatsobligaties direct kunnen doorschuiven naar de centrale bank in ruil voor verse dollars.

    Federal Reserve ondersteunt overheid en banken

    En terwijl de Amerikaanse overheid kan rekenen op aankopen van staatspapier door de centrale bank kunnen de grote zakenbanken op Wall Street vertrouwen op zeer goedkope leningen aan het loket van de Federal Reserve. Door geld te lenen tegen vrijwel 0% rente en het vervolgens weer uit te lenen tegen een iets hogere rente kunnen de banken op een zeer eenvoudige wijze geld verdienen (de zogeheten 'carry trade'). Een economie die draait op de geldpers zal vroeg of laat tegen een acute vertrouwenscrisis aanlopen. Het wantrouwen komt al uit verschillende hoeken, getuige de ontwikkelingen rondom Venezuela (die zijn goudreserve liet terugbrengen naar eigen land), Rusland, China en India (die massaal goud kopen en minder Amerikaanse staatsobligaties willen aanhouden) en Iran (dat de dollar vervangt door goud in de olie-export naar India).

    Federal Reserve drukte bijna iedereen de markt uit bij de veilingen van nieuwe 20-jaars en 30-jaars staatsobligaties