Het gemiddelde inkomen van Britten tot 40 jaar is zeker tien procent lager dan voor het uitbreken van de financiële crisis, zo blijkt uit een onderzoek van de Resolution Foundation. Daarmee leveren de jongere werknemers meer in dan de oudere, want de lonen voor 50-plussers en 60-plussers daalden met gemiddelde respectievelijk 5% en 2%. Alleen parttime werknemers in het Verenigd Koninkrijk zijn qua uurloon weer terug op het niveau van de crisis, aldus het rapport.
De Resolution Foundation werd in 2005 opgericht met als doel de levensstandaard voor de 15 miljoen Britten met middeninkomens en de lagere inkomens te verbeteren. Als de resultaten van dit onderzoek kloppen, dan belooft dat niet veel goeds voor de Britse economie. Vergeleken met 2008 zijn de kosten van levensonderhoud immers sterk toegenomen, wat betekent dat er een steeds grote groep Britten is die met moeite rond kan komen.
Brexit
Door de Brexit is dat probleem alleen nog maar groter geworden, omdat de waarde van het Britse pond daardoor aanzienlijk is gedaald. Dat zal in eerste instantie ongunstig uitpakken voor het Verenigd Koninkrijk, omdat er al jaren sprake is van een tekort op de handelsbalans. De stijgende kosten van de import wegen dus zwaarder dan het concurrentievoordeel van de goedkopere munt.
De daling van het Britse pond brengt ook de Bank of England in een lastige positie, omdat het de centrale bank minder ruimte geeft om de rente te verlagen. Een renteverlaging is normaal gesproken een beproefd instrument om de economie te stimuleren, maar onder de huidige omstandigheden zou dat ook zeer nadelig kunnen uitwerken op de waarde van het Britse pond.
Nederland
Ook in Nederland zijn de jongere werknemers veel slechter uit de crisis gekomen. Uit cijfers die een maand geleden werden vrijgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat twintigers sinds 2007 gemiddeld 10% aan inkomen hebben ingeleverd, terwijl dertigers er sindsdien slechts 4% op achteruit zijn gegaan. Het gemiddelde huishouden zag het inkomen over dezelfde periode met ongeveer 3,5% dalen.
De centrumrechtse partijen Forza Italia en Lega Nord wisten afgelopen week tijdens de lokale verkiezingen een meerderheid te behalen, waarmee de kansen voor een centrumrechtse coalitie tijdens de verkiezingen van volgend voorjaar toenemen.
De Italiaanse kiezer straft de centrumlinkse coalitie af voor verschillende politieke keuzes, zoals het steunen van de sancties tegen Rusland. Maurizio Gasparri, vicepresident van het Italiaanse Senaat, gaf de volgende verklaring tegenover Sputnik.
“Ik vind de mensen die voor verlenging van de anti-Russische sancties hebben gestemd idioot. Het is volstrekt idioot, omdat ze daarmee tegen hun eigen belangen in handelen. Premier Paolo Gentiloni heeft zich onverantwoord gedragen, door eerst te zeggen dat hij tegen de sancties is en vervolgens toch voor de verlenging van de sancties te stemmen. Gentiloni handelt tegen de belangen van Italië en het Italiaanse bedrijfsleven. De relatie tussen Italië en andere landen verslechterde onder zijn leiderschap, vooral die met Rusland, dat een enorme bijdrage levert aan de wereldwijde strijd tegen Islamitisch fundamentalisme.”
Berlusconi
Silvio Berlusconi, de leider van de centrumrechtse partij Forza Italia, wil de relaties met Rusland verbeteren. Zo bracht de oud-president van Italië onlangs nog een bezoek aan Poetin, uitgerekend op de Krim. De nieuwe partij waar Berlusconi zich bij aangesloten heeft is van mening dat de Krim toebehoort aan Rusland, omdat de lokale bevolking daar in grote meerderheid voor een afscheiding van Oekraïne stemde. Gasparri zei daar het volgende over:
“Onze partij wil een vriendschappelijke relatie met Vladimir Poetin en met Rusland. We willen een beleid voeren waaruit onze dankbaarheid blijkt voor alles wat Rusland gedaan heeft om het terrorisme van Islamitische Staat te bestrijden. Berlusconi heeft altijd gezegd dat Poetin een van zijn beste vrienden is. Ze hebben lang met elkaar samengewerkt en bleven contact onderhouden, ook toen Berlusconi geen premier meer was. Berlusconi is nog steeds een populaire politicus, omdat hij praat over dat wat Italië politiek en sociaal gezien echt nodig heeft.”
€4 miljard schade door sancties
De Italiaanse financiële krant Il Sole 24 Ore berichtte eerder dit jaar dat de sancties tegen Rusland nu al €4 miljard aan schade hebben toegebracht aan de Italiaanse economie. Ook zouden er al 80.000 banen zijn verdwenen als gevolg van het wegvallen van de Russische afzetmarkt.
De sectoren in Italië die de meeste schade ondervinden van de sancties zijn de textielindustrie (€1 miljard), de machinebouw (€700 miljoen) en de voedselindustrie (€300 miljoen). In reactie op de Europese sancties heeft Rusland de grens gesloten voor landbouwproducten uit de Europese Unie, waardoor een belangrijke afzetmarkt voor de Europese agrarische sector is weggevallen.
Het is niet alleen de landbouw en de industrie die schade lijdt door het Europese sanctiebeleid. Uit een onderzoek van de Italiaanse centrale bank bleek dat het aantal Russische toeristen in Italië in 2015 met meer dan een kwart was afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor.
In 2013 exporteerde Italië voor €10,8 miljard aan goederen naar Rusland, waarmee het na Duitsland de tweede grootste exporteur was richting Rusland. In 2016 bleef de export als gevolg van de sancties steken op een totaal van €6,5 miljard, een daling van bijna veertig procent.
Italiaanse export naar Rusland sterk gedaald door sancties (Bron: Italtrade.com)
De wereldwijde schulden bereikten in het eerste kwartaal van dit jaar een nieuw record van omgerekend $217 biljoen, zo schrijft het Institute of International Finance (IIF) in haar nieuwste rapport. Daarmee hebben de schulden een omvang van 327% ten opzichte van het wereldwijde bbp. Vergeleken met tien jaar geleden zijn de wereldwijde schulden met meer dan $60 biljoen toegenomen, een stijging die grotendeels veroorzaakt is door de Verenigde Staten, China en andere opkomende markten.
Wereldwijde schulden opnieuw toegenomen (Bron: IIF)
Geen ‘deleveraging’
Na het uitbreken van de kredietcrisis was ‘deleveraging’ het toverwoord, het afbouwen van schulden. We zijn nu ruim acht jaar verder en we kunnen concluderen dat eigenlijk het tegenovergestelde gebeurd is. Nieuwe schulden werden een belangrijke motor voor economische groei, waarbij vooral China een indrukwekkende inhaalslag maakte.
Sinds het uitbreken van de crisis zijn de totale schulden in China bijna verdubbeld, van 160% naar meer dan 300% van de totale omvang van de Chinese economie. Vooral bedrijven hebben veel nieuwe schulden op zich genomen, omdat het door de lage rente aantrekkelijker werd om groei te financieren met obligaties dan met de uitgifte van nieuwe aandelen.
Vooral in China zijn de schulden na de crisis sterk toegenomen (Bron: IIF)
Opkomende markten
Na het uitbreken van de crisis kwam het herstel in eerste instantie uit de opkomende economieën. Dat is geen toeval, als je bedenkt dat juist in die landen de schulden na de crisis van 2008 explosief begonnen toe te nemen. De volgende grafiek laat zien hoe de obligatiemarkt van opkomende economieën zich de afgelopen twintig jaar heeft ontwikkeld.
Obligatiemarkt opkomende landen heeft zich razendsnel ontwikkeld (Bron: IIF)
Worden de schulden onhoudbaar?
Door het extreem ruime monetaire beleid van centrale banken is de schuldenbubbel aanzienlijk toegenomen. Niet alleen in de opkomende economieën, maar zelfs in de olieproducerende landen. Door een overschot aan productiecapaciteit op de wereldwijde oliemarkt zagen verschillende oliestaten in het Midden-Oosten zich genoodzaakt obligaties uit te geven. Het Institute of International Finance verwacht dat deze landen de komende jaren nog veel meer geld zullen moeten lenen om de begroting rond te krijgen.
De steeds hogere schuldposities van landen en bedrijven maken de economieën kwetsbaar voor een stijging van de rente. Juist nu de schulden op recordniveau staan willen centrale banken de rente weer verhogen. Dat kan wel eens vervelende consequenties hebben voor het herstel van de economie, dat gebaseerd is op beschikbaarheid van goedkoop geld.
Volgens Draghi is het streven naar een beetje inflatie niet slecht, omdat het de schuldenaren bevoordeelt ten opzichte van de spaarders. Op die manier levert de centrale bank naar eigen zeggen een bijdrage aan het verkleinen van de vermogensongelijkheid. Hij deed deze uitspraken bij de Universiteit van Lissabon, waar hij verschillende vragen van studenten beantwoordde. Onder de video staan de belangrijkste vragen uitgewerkt.
Waarom is de ECB niet tegelijkertijd met de Fed begonnen met QE?
Dit is geen makkelijke vraag om te beantwoorden. Mijn antwoord is daarom wat langer dan we allebei zouden willen.
Er zijn veel verschillen tussen de VS en de Eurozone en in de manier waarop de crisis zich in verschillende delen van de wereld ontwikkelde. Eind 2007 begon de sub-prime crisis. De ECB en de Fed reageerden toen op dezelfde manier, namelijk met een sterke uitbreiding van de beschikbare liquiditeit. Maar we ontdekten al snel dat dat nog maar het begin van de crisis was. Een jaar lang gebeurde er niks, totdat in 2009 de grote bail-outs kwamen in de VS en we realiseerden dat de giftige leningen ook veel banken in Europa hadden besmet.
De val van Lehman Brothers was een keerpunt. De VS is anders dan de Eurozone in de zin dat de financiering grotendeels marktgebaseerd is. De Eurozone is een bank-gebaseerde economie, waar 80% van de financiering via banken gaat. In de VS is dat slechts 30%. Dit is het eerste grote verschil tussen beide situaties.
De Fed bracht de rente naar nul en begon met QE, omdat er geen andere instrumenten meer over waren. De negatieve effecten bleven zich in die tijd ontwikkelen in de VS. In de Eurozone gebeurde wat anders. De toename van onzekerheid raakte overheden die niet voorbereid waren. Die werden gekenmerkt door hoge schuldniveaus, weinig hervormingen, zwakke budgetten… zo veranderde de crisis in een crisis in staatsobligaties.
In 2010 gebeurde er iets wat alles veranderde. We waren gewend dat staatsobligaties risicovrij waren. Alle andere theorieën waren op deze aanname gebaseerd. In 2010 bleken staatsobligaties opeens niet meer risicovrij, waardoor het hele plaatje van risico’s veranderde in de Eurozone. Veel van onze banken hadden veel staatsobligaties op hun balans, waardoor de crisis evolueerde in een bankencrisis. Daarom begon de ECB in 2010 met een gereduceerde versie van QE, namelijk het SMP programma. Daarmee probeerden we de obligatiemarkt te ondersteunen om die grote veranderingen in rente en obligatiekoersen op te vangen.
In 2011 daalde de liquiditeit in het bankwezen substantieel, waardoor de ECB besloot LTRO te starten. Dat was onbeperkte liquiditeit voor banken tegen een zeer gunstige condities en voor een ongekend lange termijn van vier jaar. Iedereen dacht dat daarmee de banken voldoende ondersteund waren en dat daarmee grootschalige falen van banken voorkomen kon worden.
Dat werkte ook een paar maanden, maar toen kwam de obligatiecrisis over en begonnen we met OMT. Dat programma had in omvang veel groter kunnen zijn, maar dat was het niet omdat de markt had ingezien dat er niet langer een risico bestond dat de euro zou omvallen. Toen verbeterden de marktomstandigheden substantieel. Sindsdien zijn er 2 miljoen nieuwe banen gecreëerd in de Eurozone. Het herstel was op dat moment al begonnen, langzaam maar constant.
Toen die bankencrisis was gaan liggen en de fragmentatie in Europa verminderde zagen we een nieuw risico van deflatie. En dat is waarom de ECB net als de Fed begon met QE. De les is dat beide instituten op verschillende manieren reageerden op verschillende omstandigheden.
Bij de Federal Reserve – in een marktgebaseerde economie – greep men in via de open markt, namelijk met het opkopen van staatsobligaties en het verstrekken van liquiditeit of met het verkopen van staatsobligaties en het terughalen van liquiditeit. Bij de ECB – actief in een bankgebaseerde economie – ging dat via de banken. Beide instituten hebben gedurende de crisis hun beleid veranderd. De Fed schakelde meer over op herfinancieringen, terwijl de ECB begon met het opkopen van obligaties. De ECB introduceerde daarnaast ook een ander instrument, namelijk negatieve rente. Daar moet ik het voor dit moment bij laten…
Kan inkomensongelijkheid een bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit?
Door globalisering en wereldwijde concurrentie en verspreiding van technologie is er ongekend veel welvaart gecreëerd, maar tegelijkertijd is er ook een grote groep mensen die niet (voldoende) profiteert van deze verbeteringen. Deze mensen delen niet mee, kunnen bijvoorbeeld geen auto of huis kopen. Dat is inderdaad niet goed voor de financiële stabiliteit en de samenleving.
Wat kan de ECB daaraan doen? Volgens Draghi is het goed om een beetje inflatie na te streven, omdat dat gunstiger is voor de schuldenaren dan voor de spaarders. Daarmee wordt de ongelijkheid verzacht. Daar komt bij dat de jonge generatie vaak de schuldenaren zijn, terwijl de oudere generatie over het algemeen besparingen hebben.
De belangrijkste veroorzaker van ongelijkheid is werkloosheid. Juist dat is belangrijk om aan te pakken, bijvoorbeeld met investeringen in onderwijs en technologische kennis. Maar het is niet de taak voor mij als gouverneur van de centrale banken om te beslissen welk beleid men zou moeten voeren.
Doet de ECB voldoende om te voorkomen dat baantjes naar elkaar toegespeeld worden?
Centrale banken hebben vertrouwen nodig en om dat vertrouwen te winnen moeten ze duidelijk communiceren en verantwoording afleggen. Daar hebben alle centrale banken verbetering in aangebracht, niet alleen de ECB. Tot midden jaren negentig veranderde de Federal Reserve de rente zonder daar iemand over te informeren. Mensen moesten daar via de markt maar achter zien te komen.
De ECB is van begin af aan al opgezet vanuit het idee van transparantie. Denk aan de persconferenties na elk rentebesluit, interviews, verhoren en onderzoeken. We gaan door met deze traditie en breiden dit zelfs uit. Ook deze bijeenkomst bijvoorbeeld, alles wordt uitgezonden. Dat is allemaal heel transparant.
Voor wat betreft belangenverstrengeling. Sinds 2015 geven we inzicht in wat we bespreken. Mijn dagboeken en de ontmoetingen die wij hebben worden ook met enige regelmatig gepubliceerd. Ook wijzen we heel veel uitnodigingen af, omdat die van buitenaf gezien kunnen worden als een vorm van belangenverstrengeling of die afwijken van datgene wat mensen van een centrale bank verwachten. Ik denk dus dat we het oké doen, al kan het natuurlijk altijd beter. We leren van kritiek en passen onze procedures aan als we vinden dat de kritiek terecht is.
Maakt de lage rente het voor millennials niet onmogelijk vermogen op te bouwen?
Als eerste is het de vraag over welke millennials het gaat. Diegene die dankzij het beleid van de ECB een baan hebben kunnen vinden zullen waarschijnlijk blij zijn met dit beleid. Er zijn ook millennials die geld sparen of die ouders hebben die geld hebben.
Ik heb het al vaak gezegd en zal het nog eens herhalen, besparingen komen van groei. Als er geen groei is zijn er ook geen besparingen. De rente moet op dit moment wel laag zijn om groei te krijgen. Wanneer die groei eenmaal komt en de inflatie richting de doelstelling gaat zal de rente ook toenemen en krijgen spaarders hun rendement. Maar als we de rente op het verkeerde moment verhogen krijgen we een recessie en daar wordt niemand beter van. Spaarders en schuldenaren niet.
Millennials zijn vaak nog te jong om een huis te kopen, maar voor de iets oudere groep is de lage rente gunstig voor de hypotheek. We moeten dus geduldig zijn, de rente zal op termijn wel weer herstellen.
Zie je de lage productiviteitsgroei van de laatste jaren als een korte termijn fenomeen of een langere trend?
Dat is een lastige vraag waar veel verschillende visies op zijn. De cyclische daling van de economische productiviteit begon al ruim voor de grote financiële crisis. Tijdens de crisis daalde de kredietverlening en de investeringen en daalden ook de verwachtingen ten aanzien van de economische groei. Maar ook belangrijk voor productiviteitsgroei is een optimale verspreiding van nieuwe technologieën.
Gaat de ECB meer investeren in fintech?
De ECB ondersteunt fintech. We zijn het afgelopen anderhalf jaar met verschillende projecten begonnen. De meest recente is instant payment, een technologie waarmee iedereen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar direct betalingen kan doen. Ook ondersteunen we de distributed ledger technologie, een zeer belangrijke ontwikkeling waarmee je informatie op decentrale manier kunt opslaan.
We besteden hier om verschillende redenen veel aandacht aan. Ten eerste omdat ze het financiële systeem kunnen versterken tegen cyberaanvallen. De andere reden is dat cybermisdaad een grote dreiging is voor financiële stabiliteit en dat toezichthouders hier meer en meer op zullen gaan inspelen. Daar is tijdens de laatste G7 top ook veel over gesproken.
De afgelopen tien jaar heeft Portugal bijna €10 miljard aan bail-outs verstrekt. Wat is er de laatste jaren gedaan om te voorkomen dat er weer belastinggeld naar banken gaat?
In het verleden werd er inderdaad belastinggeld gebruikt om aandeelhouders, obligatiehouders en spaarders van banken te compenseren. In reactie op deze ontwikkeling heeft de Europese Unie de Banking Resolution aangenomen, waarmee het veel moeilijker is geworden om voor een bail-out in aanmerking te komen.
Als er weer een nieuwe bankencrisis komt zal eerst worden gekeken naar de bail-in van aandeelhouders en bepaalde categorieën van obligatiehouders. Als dat niet genoeg is zal dat worden aangevuld met een speciaal fonds. Het doel van de bail-in is dat het gebruik van belastinggeld wordt geminimaliseerd, maar dat tegelijkertijd ook wordt voorkomen dat activiteiten van banken worden stopgezet, met alle verliezen die daaruit voortkomen.
Het is nog te vroeg om te zeggen dat er niet meer belastinggeld naar het redden van banken gaat. Banken moeten nu meer middelen opzij zetten om toekomstige verliezen op te vangen.
Hoe kan de ECB beleid voeren als de lidstaten allemaal in een andere fase van de economische cyclus zitten en om die reden allemaal misschien een ander beleid nodig hebben?
We hebben niet allemaal verschillende landen, maar één Eurozone. Ons beleid is voor de hele Eurozone. Om een meer inhoudelijk antwoord te geven, laat mij eens de vergelijking maken met de Verenigde Staten. In de VS heb je verschillende staten die allemaal op verschillende snelheden werken. Dat veroorzaakt misschien onbalans, maar dat wordt verzacht via de landelijke begroting. Er zijn dus geldstromen tussen verschillende delen van de Verenigde Staten om te compenseren voor mogelijke onbalans van een verschillende snelheid.
De Eurozone is geen transferunie, dat is wat het Verdrag van Maastricht ook zegt. Wij hebben dus geen federaal budget. Wel hebben we andere manieren om te compenseren voor landen die op verschillende snelheden werken. Dat is waarom convergentie in de Eurozone essentieel is. Ik denk dat we daarin grote vooruitgang hebben geboekt sinds het verdrag van Maastricht.
Cijfers op dat gebied lieten onlangs zien dat de mate van divergentie tussen landen, gemeten als de toegevoegde waarde per land, op een historisch dieptepunt staat. Die verschillen staan op het laagste niveau sinds 1997. Dat betekent dat inspanningen richting convergentie geleverd worden.
Ook op het gebied van beleid is er convergentie, zoals het doorvoeren van hervormingen en het overeenstemmen van beleid dat bewezen heeft het beste te werken. Dat is erg belangrijk voor de weerbaarheid van de monetaire unie. Convergentie is een van de twee pilaren waarop de monetaire unie gebouwd is. De andere pilaar is vertrouwen. Wat we op dit moment doen is convergentie versterken en het vertrouwen repareren en versterken.
Centrale banken moeten de rente blijven verhogen om te voorkomen dat de economie oververhit raakt, zo concludeert de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) in een nieuw rapport dat zondag werd vrijgegeven. De bank der centrale banken is positief over de groei van de wereldeconomie, maar waarschuwt centrale banken om niet veel langer te wachten met een normalisering van het monetaire beleid. Tegenover Reuters zei Hyun Song Shin van de onderzoeksafdeling van de BIS het volgende.
“Nu we terugkomen van een lange periode van een zeer ruim monetair beleid moeten we heel voorzichtig zijn in onze aanpak. Als we te lang wachten, dan zal het veel moeilijker zijn deze koers te verlaten. Zelfs als er op korte termijn wat hobbels op de weg komen is het aan te raden om koers te houden en het proces van normalisering voort te zetten.”
In 2004 had de Federal Reserve maar twee jaar nodig om de rente van 1% naar meer dan 5% te verhogen. De centrale bank verhoogde de rente toen in zeventien opeenvolgende bijeenkomsten, terwijl ze nu anderhalf jaar de tijd heeft genomen om de rente met één procentpunt te verhogen. Bij de ECB wordt er al wel gesproken over een afbouw van het stimuleringsprogramma, maar een renteverhoging staat nog steeds niet op de horizon. Ook andere grote centrale banken, zoals de Bank of Japan en de Bank of England, lijken nog geen haast te hebben met de normalisering van hun monetaire beleid.
Inflatie blijft ondanks ruim monetair beleid centrale banken laag
Financiële stabiliteit
De BIS identificeert in haar rapport verschillende risico’s voor de financiële stabiliteit in de wereld. Het voornaamste risico is een snel oplopende inflatie, waardoor de rente onverwachts snel kan oplopen en daarmee de groei van de wereldeconomie tot stilstand kan brengen. Andere risico’s zijn toenemend protectionisme en een gebrek aan nieuwe investeringen, waardoor de economie fundamenteel niet sterker wordt.
Centrale banken zouden hun beleid volgens de BIS niet alleen moeten afstemmen op een inflatiedoelstelling van twee procent, maar ook op de financiële marktomstandigheden in bredere zin. Hoewel de officiële inflatie nog steeds laag is zijn er steeds meer signalen van bubbelvorming, bijvoorbeeld in de waardering van financiële activa en vastgoed.
De volgende grafieken uit het 260 pagina’s tellende kwartaalrapport van de BIS laten zien dat de aandelenkoersen in Europa en de Verenigde Staten de laatste jaren sterk zijn toegenomen, terwijl in met name de opkomende markten de private schulden sterk zijn toegenomen. Een gedeelte daarvan vloeide richting de huizenmarkt, met stijgende huizenprijzen tot gevolg. Door de extreem lage rente zijn de schulden wereldwijd op dit moment hoger dan voor het uitbreken van de financiële crisis in 2008. Dat maakt de economie erg gevoelig voor een verdere stijging van de rente.
Aandelenkoersen sterk gestegen sinds de crisis (Bron: BIS)
Private schulden drijven huizenprijzen verder op (Bron: BIS)
Wereldwijde schulden groeien door alsmaar dalende rente (Bron: BIS)
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
De Europese Commissie heeft goedkeuring gegeven voor de redding van Veneto Banca en Banca Popolare di Vicenza, twee Italiaanse banken die al enige tijd in moeilijkheden zitten. Het reddingsplan is opmerkelijk, omdat er tegen de Europese afspraken in toch belastinggeld aan te pas komt.
De goede bezittingen van beide banken worden voor een symbolisch bedrag van €1 overgenomen door Intesa Sanpaolo, terwijl de belastingbetaler direct €5 miljard mag aftikken voor herstructurering van beide banken, voor alle administratieve lasten en voor mogelijke rechtszaken die volgen uit deze opsplitsing.
Bad bank
De slechte bezittingen worden vervolgens ondergebracht in een zogeheten ‘bad bank’, waarvoor de belastingbetaler in het slechtste geval nog €12 miljard extra voor kwijt is. De totale rekening komt daarmee uit op maximaal €17 miljard. Volgens schattingen stond er voor ongeveer €20 miljard aan slechte leningen op de balans van de twee probleembanken.
Aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders moeten bij deze reddingsoperatie hun verlies nemen, maar de vermogende spaarders en de houders van de relatief veilige obligaties worden volledig gecompenseerd. Op die manier heeft de Italiaanse regering kunnen voorkomen dat spaarders en gepensioneerden geld verliezen en dat klanten van beide banken hun spaargeld weghalen.
Reddingsoperatie
Deze reddingsoperatie lijkt in strijd met de Europese bail-in regels, maar in overleg met de ECB heeft de Italiaanse regering toch een manier gevonden om onder deze regels uit te komen. De twee banken in kwestie zouden te klein zijn om systeemrisico op te leveren en zouden daarom onder de Italiaanse regelgeving behandeld worden. Een merkwaardige vorm van zaken, want als een kleine bank al niet via een bail-in afgewikkeld mag worden, hoe moet dat dan met een grote systeembank?
Dankzij de redding van Veneto Banca en Banca Popolare di Vicenza van afgelopen weekend konden beide banken hun deuren vandaag gewoon openen. Ondertussen wordt er achter de schermen gewerkt aan een reorganisatie van beide probleembanken, een proces waarbij naar schatting 4.000 banen verloren zullen gaan.
Monte dei Paschi di Siena
Met de afwikkeling van deze regionale banken heeft Italië nu al drie banken van de ondergang gered. Begin deze maand gaf de Europese Commissie de Italiaanse regering goedkeuring om het eeuwenoude Monte dei Paschi di Siena te redden. Onder voorwaarde dat de bank haar slechte bezittingen van de balans haalt mag de overheid een bedrag van maximaal €8,8 miljard in de bank investeren.
De redding van deze twee Italiaanse probleembanken leverde gemengde reacties op. Obligatiehouders van de twee probleembanken reageerden enthousiast, omdat de waarde van hun schuldpapier nu door de staat gegarandeerd wordt. Ook op de aandelenmarkt was de stemming positief, want de Italiaanse MIB-index stond bijna 1,5% hoger. Dat is een bijna twee keer zo grote stijging als de belangrijkste indices in Duitsland en Nederland.
Vanuit Europa komt er ook kritiek op het reddingsprogramma. Die vragen zich af waarom Intesa Sanpaolo voor een symbolisch bedrag van €1 bezittingen mag overnemen die waarschijnlijk veel meer waard zijn, terwijl de verliezen op het bordje van de belastingbetaler komen te liggen.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Afgelopen zondag was ik aanwezig bij het symposium van Burgerinitiatief Ons Geld. Het was een stralende zondagochtend en het beloofde ook nog eens een zeer warme dag te worden. Ik verwachtte daarom ook niet meer dan enkele tientallen mensen tegen te komen, want wie gaat er nou op zo’n prachtige zondagochtend in een theater zitten luisteren naar iets ingewikkelds als het hervormen van ons geldsysteem?
Helemaal verkeerd gedacht, want de zaal bleek grotendeels uitverkocht te zijn. Een paar honderd man! Het lijkt er dus op dat het onderwerp van geldcreatie echt begint te leven bij een grotere groep mensen, een goede ontwikkeling. Geld is tenslotte iets van ons allemaal, iets waarvan we verwachten dat het er altijd is en waar we bijna blind op moeten kunnen vertrouwen. Dan werkt ons geld tenslotte het best.
Het feit dat zoveel mensen kwamen opdagen is aan de ene kant een goed teken (bewustwording), maar aan de andere kant ook weer niet. Zou ons geldsysteem helemaal perfect werken, dan zouden we er immers helemaal niet meer bij stilstaan. Dan hadden we op die betreffende zondagochtend tijd besteed aan familie, vrienden, hobby’s en dergelijke.
Ons Geld
Het symposium begon met een verhaal van Luuk de Waal Malefijt, de oprichter van Stichting Ons Geld. Ook hij raakte gegrepen door de financiële crisis en begon zich te verdiepen in de werking van ons geldsysteem. In de uithoeken van het internet vond hij documentaires en video’s over de geschiedenis van geld, de werking van ‘fractional reserve banking’ en de geleidelijke evolutie van geld op basis van goud en zilver naar geld dat op vertrouwen gebaseerd is.
Een feest van herkenning, want dat is ongeveer dezelfde weg die ik aflegde met het bestuderen van het geldsysteem. Dezelfde fascinatie voor dit onderwerp verklaart waarom ik nu deze column aan het schrijven ben.
Luuk de Waal Malefijt wilde deze kennis niet voor zichzelf houden en richtte in 2012 een stichting op om het onderwerp van geldcreatie bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. En met succes, want in 2016 kwam er zelfs een debat over geldcreatie in de Tweede Kamer!
Hoe nu verder?
Allemaal leuk en aardig natuurlijk, maar de grote vraag is nu hoe we het geldsysteem dat we hebben verder kunnen perfectioneren. Volgens Burgerinitiatief Ons Geld ligt die oplossing in een nieuw soort geld, die als een virtuele munt in omloop moet worden gebracht. Schuldenvrij geld, dat permanent circuleert en dat ook buiten commerciële banken om tussen individuen en bedrijven verhandeld kan worden. Dat nieuwe geld moet door een nieuwe onafhankelijke monetaire autoriteit in omloop worden gebracht, waarmee de geldscheppende functie van banken komt te vervallen en geld weer een publieke zaak wordt.
Het alternatief dat door Burgerinitiatief Ons Geld wordt aangedragen is interessant, maar ik heb er zo mijn vraagtekens bij of ons geldsysteem daar beter door zal werken. Het voorstel van Ons Geld geeft veel meer macht aan de overheid om te bepalen hoeveel geld er in omloop moet zijn, terwijl de ervaring ons leert dat we de overheid geen toegang moeten verlenen tot de geldpers!
Euro is zo slecht nog niet
Misschien zijn we ons er niet voldoende van bewust, maar naar mijn idee hebben we in Europa het doel van een onafhankelijke monetaire autoriteit al gerealiseerd. De euro is namelijk de allereerste valuta ter wereld die is losgekoppeld van de natiestaat én van goud. Waarom is dat belangrijk? Omdat het verleden heeft uitgewezen dat de meeste geldsystemen uit elkaar vielen door misbruik van de geldpers of door een gebrek aan goud tegen de afgesproken vaste wisselkoers..
De euro is om verschillende redenen een zeer degelijke valuta. Niet alleen omdat zoveel mensen hem dagelijks gebruiken, maar ook omdat het geld precies doet wat je ervan mag verwachten. En mocht het vertrouwen in de euro onder druk komen te staan, dan is het goed om je als burger te realiseren dat alle bankbiljetten in je portemonnee indirect ondersteund worden door de goudvoorraden van de lidstaten. Een gouden fundament, daarvoor hoef je alleen maar op de balans van de ECB te kijken…
Alle eurobiljetten in omloop worden indirect gedekt door goud (Bron: ECB)
Ander geldsysteem?
Natuurlijk zijn er problemen in de Eurozone. Hoge staatsschulden in een aantal zuidelijke landen, de exorbitante private schuldenberg in sommige andere landen, de honderden miljarden aan slechte leningen op de Europese bankbalansen en het zogeheten “too big to fail” probleem, waardoor onrendabele banken overeind gehouden worden.
Veel uitdagingen dus, maar ik heb er nog steeds vertrouwen in dat we deze één voor een kunnen aanpakken binnen een geldsysteem wat in de basis goed werkt. Staatsobligaties en bankobligaties moeten weer risicodragend kapitaal worden en de garanties voor spaartegoeden moeten geleidelijk afgebouwd worden. Ook moet er denk ik een infrastructuur gebouwd worden om het betalingsverkeer sneller en minder kwetsbaar te maken voor het wegvallen van een grote bank. Het lijkt erop alsof de ECB daar al volop mee bezig is.
Natuurlijk kost dat allemaal veel tijd en geld, maar dat is op zichzelf denk ik geen reden om ons hele geldsysteem overhoop te gooien en in te ruilen voor iets dat nog niet in detail is uitgewerkt en waar ongetwijfeld ook veel nadelen aan kleven. Ik denk dat het verstandiger is om binnen het huidige systeem aan verbeteringen te werken, waardoor de euro een nog betere munt wordt.
Geld moet rollen
Mijn visie ten aanzien van geld is misschien wel te vatten met de uitspraak “geld moet rollen”. Geld is het beste in haar functie als betaalmiddel en rekenmiddel en ik gebruik het daarom ook alleen als zodanig.
Het feit dat de spaarrente zo laag is komt natuurlijk ook doordat de meeste mensen nog steeds hun spaargeld op de bankrekening laten staan. Daardoor is er veel meer aanbod van geld dan dat er vraag naar is, waardoor de rente (de prijs van geld) daalt.
Ik geef Mario Draghi dan ook volledig gelijk toen hij eerder dit jaar zei dat spaarders alternatieven hebben en verder moeten kijken dan alleen hun spaarrekening. Is het niet toevallig dat fysiek goud tegelijk met de introductie van de euro in alle eurolanden werd vrijgesteld van btw om het bezit van goud te bevorderen? Dat is stof om over na te denken.
Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op Goudstandaard. Goudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].
De beursrally van de laatste jaren werd ondersteund door bedrijven die met geleend geld eigen aandelen terugkopen of overnames financieren. Onderstaande grafiek laat zien dat bedrijven in de Verenigde Staten weer volop geld lenen, maar dat amper gebruiken voor nieuwe investeringen (Capital Expenditures). Ook valt op dat bedrijven in de Verenigde Staten gestopt zijn met het opbouwen van buffers, waardoor ze eigenlijk nog kwetsbaarder zijn geworden voor een nieuwe crisis of een stijging van de rente.
Kijken we naar de ontwikkelingen van de afgelopen twintig jaar, dan zien we dat bedrijven in de jaren ’90 voornamelijk geld leenden om te investeren. Dat is vandaag de dag heel anders, want nu lijkt het verhogen van de aandeelhouderswaarde tot het hoogste doel te zijn verheven. Bedrijven worden tegenwoordig volgepompt met schulden, zodat er op korte termijn grote winsten gerealiseerd kunnen worden voor de aandeelhouders en het management. Een zorgelijke ontwikkeling, als je bedenkt dat ook een groot deel van ons pensioengeld in aandelen geïnvesteerd wordt.
Amerikaanse bedrijven zuigen zich vol met schulden (Grafiek via twitter)
Economen wisten het zeker. Het lopende jaar zou economisch gesproken het jaar van de Verenigde Staten worden. De sterkere groei zou te danken zijn aan uiteraard de stimuleringsplannen van de nieuwe president in nauwe samenwerking met een door de Republikeinen gedomineerd Congres. Van die hooggespannen verwachting is tot dusverre weinig terecht gekomen.
Als het om positieve verrassingen gaat, dan heeft de Eurozone meer recht van spreken. De economische groei in dit deel van de wereld bedroeg over het afgelopen eerste kwartaal het dubbele van die in de VS. Die vaststelling werpt onmiddellijk de vraag op of we hier te maken hebben met een korte eenmalige opleving of met een structureel en houdbaar herstel. Het antwoord op deze vraag reikt verder dan een puur academische exercitie. Als het herstel structureel van aard is, dan kan bijvoorbeeld de ECB serieus gaan overwegen om de stimuleringsmaatregelen af te bouwen.
Voorzichtigheid geboden
Echter voorzichtigheid is geboden. Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Deze les heeft Europa meerdere keren moeten leren. Zo leek de financiële crisis al in 2011 voorbij, toen de economische groei behoorlijk verbeterde. Daarop besloot de ECB de rente te verhogen, met als resultaat dat Europa diep in een nieuwe recessie wegzakte. Deze keer lijkt het herstel er steviger uit te zien. Althans dat zijn ze van mening bij de ECB. Daar spreekt de Chief Economist van een opleving die gebaseerd is op een economie die bewezen heeft extreme schokken te kunnen weerstaan.
Peter Praet, de chief economist, wijst erop dat de snellere groei in Europa niet van vandaag of gisteren is, maar al van veel eerder dateert. Sinds 2015 groeide de economie van de Eurozone met 5,1%, tegenover 4,6% voor de Verenigde Staten. De groei is ook breed gedragen. De ECB krijgt steun van economen uit de private sector. Die wijzen erop dat het herstel niet louter meer steunt op de export, maar ook op een aantrekkende consumptie en in sommige gevallen op hogere investeringen. Een andere factor van belang is, dat de Eurozone talloze politieke hordes met veel succes genomen heeft. Emmanuel Macron is nu president van Frankrijk en de herverkiezing van mevrouw Merkel lijkt nagenoeg zeker.
Groeiverwachtingen verhoogd
Onder deze omstandigheden lijkt het plausibel dat de groeiverwachting voor dit jaar is verhoogd van 1,4% naar 1,7%. Dat is een hogere verwachting dan de gemiddelde groeivoet voor de Eurozone en verklaart daarmee de daling van de werkloosheid van 12,1% in 2013 naar 9,3% in april 2017. Zullen al deze mooie uitkomsten echter inflatie op korte termijn weer een kans geven?
Volgens economen van JP Morgan loopt het niet zo’n vaart. Ervaringen elders hebben geleerd dat de beleidsmakers in de EU nog wel even op hun handen kunnen blijven zitten. Er is hun inziens ruimte voor een beperkte loonstijging, zonder dat de inflatie echt gaat oplopen. In hun ogen hoeft de ECB pas in actie te komen als de werkloosheid naar 5% in plaats van 8% daalt. De ECB hanteert het laatste percentage als maatstaf voor volledige werkgelegenheid, terwijl de Amerikanen denken dat 5% een beter streven is.
Ook de hardnekkig lage inflatie van 1,4% zou een aansporing moeten zijn voor de ECB om niets te ondernemen en om het opkoopprogramma in ieder geval dit jaar door te laten lopen. Mocht het herstel sterk blijven, dan is tijd genoeg om ergens in 2018 met het afbouwen van het opkoopprogramma te beginnen.
Voorzichtigheid is met andere woorden nog steeds troef. Ondanks alle euforie worstelt Europa nog steeds met heel veel problemen, zoals een te zwakke financiële sector. En wat te denken van Italië? Het land kent al twee decennia nagenoeg geen economische groei en de overheidsfinanciën zijn een erkende puinhoop. Betere economische vooruitzichten kunnen hier voor de broodnodige ademruimte zorgen. Het beste nieuws is echter dat treurverhalen zoals Italië, Griekenland of de banken niet langer dominant zijn, maar jubelverhalen over een sterk economisch herstel. Dat is een hele verandering!
Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!
Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.
Minder dan een jaar nadat Argentinië een akkoord bereikte over het wegstrepen van $95 miljard aan schulden staan beleggers opnieuw in de rij om geld uit te lenen. En niet voor een korte periode, want de $2,75 miljard aan nieuwe obligaties die Argentinië zal uitgeven hebben een looptijd van maar liefst 100 jaar. De obligaties worden pas afgelost in het jaar 2117, maar tot die tijd biedt het langlopende schuldpapier wel een rendement van bijna 8% per jaar.
Vermogensbeheerders en pensioenfondsen hebben veel belangstelling voor dit soort leningen, omdat ze voor de lange termijn beleggen en met kortlopend schuldpapier onvoldoende rendement kunnen halen. Toch zijn dit soort extreem langlopende leningen niet zonder gevaren, want in honderd jaar tijd kan er heel veel gebeuren waardoor beleggers alsnog hun geld verliezen. Argentinië is sinds haar onafhankelijkheid in 1816 immers al acht keer failliet gegaan en zal binnen honderd jaar zeer waarschijnlijk nog wel een keer in een dergelijke situatie terechtkomen.
Langlopende obligaties
Een hoog rendement gaat doorgaans gepaard met een hoog risico, maar daar lijken beleggers zich geen zorgen om te maken. Sterker nog, vermogensbeheerders voegden de afgelopen twintig weken onafgebroken staatsobligaties van opkomende economieën aan hun portefeuilles toe. Beleggers hebben positieve verwachtingen van opkomende markten en denken dat deze vandaag de dag minder kwetsbaar zijn voor een verdere renteverhoging in de Verenigde Staten.
De volgende grafiek van Bloomberg laat zien dat het verschil in rente tussen obligaties van opkomende en ontwikkelde economieën sinds 2013 niet meer zo klein is geweest als nu. Dat is misschien ook wel het gevolg van de extreem lage rente elders in de wereld, waardoor meer kapitaal richting de opkomende markten vloeit.
Beleggers stappen weer obligaties van opkomende economieën (Bron: Bloomberg)
Lage rente
Verschillende landen profiteren van de extreem lage rente door nieuwe obligaties met een zeer lange looptijd af te sluiten. Italië en Oostenrijk hebben al obligaties met looptijden van respectievelijk 50 en 70 jaar op de markt gebracht, terwijl Mexico en België eerder al obligaties met een looptijd van honderd jaar uitbrachten. Ook de Verenigde Staten overwegen obligaties uit te schrijven die pas over 50 of 100 jaar afgelost zullen worden.
Het is opmerkelijk dat beleggers bereid zijn om voor zo’n lange looptijd geld uit te lenen aan overheden. Je hoeft maar naar de inflatiecijfers te kijken om te zien dat geld in honderd jaar tijd een groot deel van haar waarde kan verliezen. En dan hebben we het nog niet eens over het risico van een zogeheten ‘default’, waarbij een deel van de schulden wordt weggestreept. Waarom zou je al die risico’s willen lopen voor een paar procent meer rente? Is dit de laatste fase van een bubbel in staatsobligaties?
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Zomaar een bericht op Teletekst afgelopen week. Oooh ja Griekenland, dat was toch opgelost, onze vrienden van het NOS journaal hadden het er niet meer over dus wij als “schaapjes” dachten toch echt dat het opgelost was.
Lees nu dit bericht eens goed. De Grieken hebben een schuld van €300 miljard, ze krijgen nu €8,5 miljard om het ene gat met het andere te vullen. Wanneer vertellen ze nu gewoon dat het geld weg is en de schuld wordt weggestreept… waarschijnlijk na de Duitse verkiezingen… iedereen zit dan weer paar jaar veilig op weg naar hun vervolg carrière in Brussel.
Knikkers
Op het NOS Jeugdjournaal zullen ze bovenstaande uitleggen als: Marietje krijgt nog 100 knikkers van Pietje, maar Pietje verkoopt steeds zijn geleende knikkers voor snoepgoed en mooie kleding. De Juf heeft nu afgesproken dat Marietje, Pietje weer 5 knikkers geeft en dat Pietje haar begint terug te betalen met 3 knikkers. Volgend jaar kijken ze vlak voor de Cito Toets of Pietje weer een paar knikkers kan terug betalen.
Het is toch waanzinnig hoe de heren politici denken over ons als kiezers. Ooh ja en waar is die oud-minister De Jager toch gebleven die ons in 2009/2010 vertelde dat iedere cent uit Griekenland terugkwam, leuke zaak voor Cold Case team zou ik zeggen. Verantwoording afleggen is in de politiek niet nodig , je roept gewoon wat om “de schaapjes “ tevreden te houden en daarna zie je wel hoe het verder gaat.
Bart Hoogakker
Bart Hoogakker (1966) begon al op zijn zestiende met beleggen en maakte onder andere de crash in 1987, de campinghausse van 1997 en de internetcrash van 2000 mee. Sinds 1992 geeft hij ook beleggingstrainingen en seminars, waarin hij zijn kennis en ervaring deelt met andere beleggers. U kunt Bart ontmoeten bij de diverse door hem en zijn partners georganiseerde beurscafés. Meer info daarover vindt op www.dagboekvaneenbelegger.nl