Categorie: Grondstoffen

  • GFMS verwacht tekort platina en palladium in 2016

    Volgens Thomson Reuters GFMS moeten we dit jaar rekening houden met een tekort aan platina en palladium. Ook verwacht en analisten van dit onderzoeksbureau dat het langzame tempo van renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank een positieve impact zal hebben op de prijs van beide edelmetalen. Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het nieuwste GFMS Platinum Group Survey, een jaarlijks rapport waarin de fundamentals van beide edelmetalen besproken worden.

    Volgens analisten van Thomson Reuters GFMS wordt 2016 het jaar waarin de mijnbouwsector de gevolgen zal ondervinden van het gebrek aan investeringen in de afgelopen jaren. In 2014 en 2015 stonden de prijzen van platina en palladium onder druk door de sterke dollar en het negatieve sentiment in de grondstoffenmarkt, waardoor er minder geïnvesteerd is in de ontwikkeling van nieuwe mijnen. Daardoor is de productie van beide edelmetalen amper toegenomen.

    Platina

    Terwijl platinamijnen in 2014 nog geplaagd werden door langdurige stakingen verliep het afgelopen jaar relatief rustig. Daardoor herstelde de productie van platinamijnen weer naar het oude niveau van voor de stakingen. Tegelijkertijd stimuleerde de daling van de platinaprijs de vraag naar het edelmetaal als beleggingsobject. Vorig jaar werd er nog meer platina verkocht aan beleggers dan in voorgaande jaren.

    platinum-supply-demand

    Vraag en aanbod platina (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    Palladium

    Het tekort aan palladium is vorig jaar iets kleiner geworden door een stijging van 9% in de productie van palladiummijnen. Door het uitblijven van stakingen in de mijnbouwsector werd Zuid-Afrika in 2015 weer de grootste producent van palladium ter wereld. De totale vraag naar palladium was iets kleiner dan een jaar eerder, maar we zien dat er ieder jaar meer van het edelmetaal gebruikt wordt in de auto-industrie. Dit is op de lange termijn een positieve factor voor de palladiumprijs.

    palladium-supply-demand

    Vraag en aanbod palladium (Bron: Thomson Reuters GFMS)

    Beleggen in platina en palladium

    Platina en palladium worden vooral gebruikt worden voor industriële toepassingen, maar de laatste jaren zijn er ook steeds meer beleggers die deze edelmetalen ontdekt hebben. Platina en palladium worden voornamelijk gebruikt in de auto-industrie en profiteren dus van een herstel van de wereldeconomie. Maar ook in een negatief scenario kan een belegging in deze edelmetalen aantrekkelijk zijn, omdat het net als goud en zilver tastbare bezittingen zijn met een relatief hoge waarde.

    gs-logo-breed

    Deze bijdrage wordt u aangeboden door Goudstandaard, gespecialiseerd in de aankoop, verkoop en verzekerde opslag van fysiek edelmetaal.

  • Olieproductie Iran terug op oude niveau

    De olieproductie van Iran is weer terug op het niveau van voor de Westerse sancties. Door een blokkade van het betalingsverkeer kon het land maar beperkt olie exporteren, maar sinds het opheffen van de sancties is de productie weer sterk toegenomen. Iran heeft de potentie haar olieproductie veel verder op te schalen, wat een verdere stijging van de olieprijs in de weg kan staan. Deze grafiek laat precies zien waarom Saoedi-Arabië tijdens het OPEC overleg in Doha niet akkoord ging met een limiet op de productie.

    Wanneer alle andere landen hun productie beperken wordt het voor Iran nog interessanter om de productie op te schalen, omdat de prijs kunstmatig hoog gehouden wordt door andere landen. Zo lang Iran de ruimte krijgt olie op de markt te brengen is een akkoord van de OPEC landen om de productie terug te schroeven zo goed als uitgesloten. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht dat de olieprijs dit jaar onder druk zal blijven staan, gezien de alsmaar toenemende productie in een aantal belangrijke olieproducerende landen.

    Van de totale export van 2 miljoen vaten per dag gaan er vandaag de dag al 800.000 naar China. Ook wil China de helft van de aardgasexport van Iran kopen.

    olieproductie-iran

    Olieproductie Iran terug op niveau van voor de sancties (Bron: Bloomberg)

  • China wil helft aardgas Iran kopen

    China wil de helft van al het aardgas kopen dat Iran de komende jaren gaat exporteren, zo meldt The Iran Project. Dat is het resultaat van een bijeenkomst tussen het Chinese ministerie voor energie en het Iraanse ministerie van internationale zaken en handel. China heeft belangstelling voor aardgas uit Iran, omdat de winning van aardgas in eigen land veel moeilijker en kostbaarder is.

    De samenwerking tussen beide landen moet nog verder uitgewerkt worden, maar de intenties zijn tijdens de bijeenkomst van afgelopen zondag al duidelijk gemaakt. Sinds het opheffen van de internationale sancties tegen Iran kan het land haar rijke olie- en gasvoorraden weer op de markt brengen.

    Sancties Iran

    Kort na het opheffen van de sancties stuurde Iran een grote handelsdelegatie naar Europa, waar verschillende handelscontracten getekend werden. Niet veel later stuurde het land een bericht de wereld in dat ze haar olie en gas voortaan alleen nog maar in euro’s zou afrekenen, in plaats van Amerikaanse dollars. India betaalt sinds kort ook met euro’s voor olie uit Iran.

    Het is bij ons niet bekend of ook China het aardgas in euro’s zal afrekenen, of dat men toch gebruik zal maken van dollars of Chinese yuan. Door de helft van alle aardgasexport te kopen wordt China opeens een belangrijke handelspartner voor Iran.

    Zhang-Yuqing-Zamani-Nia

    China heeft grote belangstelling voor aardgas uit Iran

  • Topman Rosneft: “OPEC zo goed als uitgestorven”

    Volgens Igor Sechin, topman van de Russische oliemaatschappij Rosneft, is de OPEC zo goed als uitgestorven. In een gesprek met Reuters zegt hij dat het tijdperk waarin het kartel van olieproducerende landen de markt kon sturen definitief achter ons ligt. Het is de eerste keer sinds het mislukte OPEC topoverleg in Doha dat een topman van een Russische oliebedrijf zich uitlaat over de situatie op de oliemarkt.

    Volgens de topman van Rosneft spelen er op dit moment een aantal factoren die het voor de OPEC onmogelijk maken hun wil aan de markt op te leggen. Anders dan in de jaren ’70, toen een klein aantal olieproducerende landen in het Midden-Oosten de oliemarkt domineerden, zijn er nu veel meer olieproducerende landen om rekening mee te houden.

    Tijdperk OPEC is voorbij

    Igor Sechin, die een nauwe band heeft met de Russische president Poetin, heeft zich al eerder sceptisch uitgelaten over het kartel van olieproducerende en exporterende landen. Hij is van mening dat Rusland als niet-OPEC land haar eigen strategie moet voeren en zich vooral moet richten op het verdedigen van haar marktaandeel. Volgens de topman van Rosneft is Rusland in staat een lage olieprijs te doorstaan, omdat het land veel goedkope arbeid en een zwakke valuta heeft. Daarom zag hij ook geen reden voor Rusland om aan te schuiven bij een nieuw OPEC topoverleg.
    "Ons bedrijf is van het begin af aan al sceptisch geweest over de mogelijkheid van een nieuw akkoord binnen de OPEC, gezien de huidige omstandigheden. De ontwikkeling van de situatie heeft duidelijk laten zien dat we gelijk hadden."

    Maximale productie

    Het marktaandeel van de OPEC was al jaren tanende, onder andere door de opkomst van de Amerikaanse schalie-olie en toenemende productie in landen als Rusland en Iran. Maar de druppel die het olievat deed overlopen was Saoedi-Arabië, dat eind 2014 het besluit nam de oliekraan wagenwijd open te draaien. Alle pogingen die het kartel sindsdien heeft ondernomen om de olieproductie omlaag te brengen zijn op niets uitgelopen. Sindsdien wordt de olieprijs niet meer kunstmatig hoog gehouden, maar wordt de prijs gestuurd door vraag en aanbod. Dat is een significante verandering, omdat een fundamenteel lagere olieprijs betekent dat landen minder dollarreserves hoeven aan te houden. Het beleid van de Verenigde Staten en haar bondgenoot Saoedi-Arabië was er altijd op gericht de olieprijs kunstmatig hoog te houden. Een hoge olieprijs zorgt voor een grotere vraag naar dollars en levert olieproducerende landen als Saoedi-Arabië meer reserves op. Dat maakt het nog opvallender dat de Saudi's in 2014 tot het besluit kwam het oliekartel op te blazen. Lees ook:

    igor-sechin

    Igor Sechin (Rosneft): "OPEC zo goed als uitgestorven"

  • Saoedi-Arabië is een nieuwe prijzenoorlog gestart

    De bijeenkomst van olieministers van zowel OPEC als non-OPEC landen op 17 april in Doha moest eigenlijk wel mislukken. Nog voor de vergadering begonnen was, had de vertegenwoordiger van Saoedi-Arabië het mes al op tafel gelegd. Voor Mohammed Bin Salman was duidelijk dat er geen afspraken gemaakt zouden worden als Iran niet aan de gesprekken zou deelnemen. Dat land had echter al in eerdere instantie laten weten niet deel te nemen. Iran wil coûte que coûte zijn productie opvoeren naar een niveau van voor de boycot.

    iran-saudi-arabia-cartoonBin Salman ging echter nog een stapje verder om de zaak stevig onder druk te zetten en te houden. Als er geen overeenkomst kwam, dan zou het koninkrijk zijn productie stapsgewijs gaan opvoeren van 10,4 miljoen vaten naar 11,5 miljoen om over een halfjaar maar liefst 12,5 miljoen vaten per dag op te pompen. Ongeveer in dezelfde periode is Iran van plan zijn productie op te stuwen naar 4 miljoen vaten per dag. Dat zijn er dan 800.000 meer dan nu het geval is.

    Saoedi-Arabië wil meer marktaandeel

    Sommige analisten hebben dit dreigement afgedaan als een statement van wat het land kan doen, niet dat het dat ook werkelijk gaat doen. Maar misschien is het verstandiger het dreigement erg serieus toenemen. Saoedi-Arabië zegt in feite tegen de producenten die met hoge kosten werken, dat zij hen van de oliekaart willen en kunnen vegen. Daarmee reiken de bedoelingen van het Koninkrijk ook verder dan de wens om Iran een lesje te leren. De Saoedi’s zijn uit op een groter marktaandeel nu de besprekingen mislukt zijn. Daar gaat het hen om, ook al gaat dat ten koste van bijvoorbeeld hun huidige bondgenoot en gesprekspartner, Rusland. Het uitschakelen van zoveel mogelijk concurrentie mag er niet toe leiden dat de olieprijs weer fors gaat stijgen. Dat zou bijna automatisch nieuwe (schalie)concurrentie uitlokken.

    iran-oil-production

    Iran blijft productie van olie verhogen (Grafiek via Bloomberg)

    Einde van olietijdperk?

    De huidige strategie is waarschijnlijk ingegeven door het besef dat het tijdperk van de olie weleens sneller voorbij kan zijn dan tot nu toe aangenomen. Het land wil daarom zo snel mogelijk zoveel mogelijk olie oppompen en die te gelde maken. Dat geld hebben ze hard nodig om de huidige economie los te koppelen van de dominante olie-industrie. Voor die transitie is heel veel geld nodig. Dat beseffen de Saoedi’s ook en dus gaan ze naar Noors voorbeeld een sovereign wealth fund in het leven roepen waar ze de olieopbrengsten geheel of gedeeltelijk in zullen storten. Er zijn ook plannen om een deel van het staatsoliebedrijf Aramco naar de beurs te brengen!

    saudi-oil-production

    Saoedi-Arabië breidt productie verder uit (Grafiek via Bloomberg)

    Als Saoedi-Arabië zijn plannen doorzet, dan zullen niet alleen olieproducerende landen als Venezuela daar de gevolgen van ondervinden. Ook menig oliebedrijf zal zich door deze strategie in de wielen gereden zien. Wat te denken van bedrijven die al fors geïnvesteerd in projecten die boren vereisen op grote diepte onder de zeespiegel. Die projecten hebben geen schijn van kans als landen als landen als Iran en Saoedi-Arabië hun plannen onverwijld doorzetten. Diepzeeprojecten vereisen hoge investeringen vooraf en het duurt heel lang voordat die kosten zijn terug verdiend. Zullen beleggers nog wel hun geld in dit soort bedrijven willen investeren? Cor Wijtvliet Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Rosneft mogelijk deels in Chinese handen?

    Het Chinese staatsbedrijf China National Petroleum Corporation (CNPC) krijg mogelijk een belang in de Russische olieproducent Rosneft. De regering van Poetin wil meer staatsbedrijven privatiseren, waaronder de grootste olieproducent van het land. Op dit moment heeft de staat een belang van 69,5% in Rosneft, maar dat wil men terugbrengen naar 50%. Dat betekent dat bijna een vijfde deel van het bedrijf in de verkoop gaat.

    China wil belang in Rosneft

    Als gevolg van de Westerse sancties zoekt Rusland steeds meer toenadering tot China. De Chinese economie heeft veel energie en grondstoffen nodig en dat is precies wat Rusland kan exporteren. Eerder dit jaar verstrekte de Bank of China nog een lening van €2 miljard aan het Russische Gazprom voor de aanleg van een gasleiding, waarmee Rusland de komende decennia aardgas aan China kan leveren. In 2014 sloten deze twee opkomende grootmachten een miljardendeal voor de levering van energie.

    putin-rosneft

    Oliegigant Rosneft komt deels in Chinese handen?

  • Grafiek: OPEC verliest controle over de olieprijs

    De dagen van de OPEC zijn geteld, want de belangrijkste olieproducerende landen van het kartel slagen er niet meer in de olieprijs te controleren. De olieprijs staat laag, maar dat weerhoudt de OPEC landen er niet van de productie nog verder op te schroeven. Sterker nog, de productie van het oliekartel is in minstens twintig jaar niet meer zo hoog geweest als begin dit jaar.

    De volgende grafiek laat het verschil duidelijk zien tussen 2008 en 2014. In beide gevallen ging de prijs van een vat Brent olie hard onderuit, maar in 2008 reageerde het oliekartel door de productie drastisch te verlagen. Zo kon de olieprijs binnen twee jaar verdubbelen van minder dan $40 naar meer dan $80 per vat. Kijken we dan naar de situatie sinds 2014, dan zien we dat de olieproducerende landen het tegenovergestelde gedaan hebben. In plaats van de prijsdaling te stoppen hebben ze die juist aangejaagd, door de oliekraan verder open te draaien.

    opec-broken-oilprice

    OPEC heeft de controle over de olieprijs verloren (h/t @Schuldsuehner)

  • Grafiek: $315 miljard aan oliedollars verdampt

    De grootste olieproducerende landen hebben een aanzienlijk deel van hun dollarreserves moeten aanspreken om de daling van de olieprijs op te vangen. De 18 olieproducerende landen die zich het afgelopen weekend in Doha verzamelden hebben sinds november 2014, toen de olieprijs begon te dalen, ongeveer $315 miljard van hun dollarreserves verbruikt. Dat blijkt uit berekeningen van Bloomberg.

    De helft van deze daling komt voor rekening van Saoedi-Arabië, het land dat de daling van de olieprijs eind 2014 in gang heeft gezet door de oliekraan verder open te draaien. Dat heeft het land in totaal minstens $138 miljard aan oliedollars gekost, een kwart van haar totale valutareserve. Ook landen als Rusland, Algerije, Libië en Nigeria moesten een deel van hun dollarreserves gebruiken om de dalende opbrengst van olie op te vangen.

    oliedollars-weg

    $315 miljard aan oliedollars verdampt (Grafiek van Bloomberg)

    Lage olieprijs

    De olieprijs zakte in iets meer dan een jaar tijd van $100 naar $35 per vat. De grote olieproducerende landen als Saoedi-Arabië, Rusland en Iran willen de olieprijs niet langer kunstmatig hoog houden en zijn overgestapt op maximale productie. Daar hoort een veel lagere olieprijs bij, want de wereldwijde olieproductie is vandaag de dag veel groter dan het aanbod. Deze drie landen proberen met hun lagere productiekosten hun marktaandeel uit te breiden.

    Van oliedollars naar olie in euro?

    Een lage olieprijs betekent minder vraag naar dollars, want wereldwijd wordt het zwarte goud nog steeds in de Amerikaanse munt afgerekend. Het is nog maar de vraag of de dollarreserves van de olieproducerende landen weer terug komen op het oude niveau, want de opbrengsten zijn bij de huidige olieprijs veel lager. Ook is er al een verschuiving zichtbaar van de dollar naar de euro, want Iran heeft aangegeven olie in euro’s af te rekenen. En dat levert nu al resultaat op, want India koopt nu olie bij Iran in euro’s.

  • Olieprijs onderuit na mislukt OPEC overleg

    De olieprijs is afgelopen nacht met meer dan 5% gedaald, nadat bekend werd dat het topoverleg van olieproducerende landen op een mislukking was uitgelopen. Vertegenwoordigers van een groot aantal OPEC en niet-OPEC landen kwamen het afgelopen weekend in Doha, de hoofdstad van Qatar, bijeen om te praten over het maximaliseren van de olieproductie.

    Er lag een voorstel op tafel om de olieproductie te beperken tot het niveau van januari, een voorstel waar onder andere Rusland mee instemde. Ook Saudi-Arabië was bereid mee te werken, maar alleen als Iran dat ook zou doen. Maar Iran weigert haar productie te beperken, nu ze eindelijk verlost is van de Westerse sancties.

    iran-oil-teaser

    Iran doet niet mee

    Iran heeft de potentie om evenveel olie te produceren als Saoedi-Arabië, tegen vergelijkbaar lage kosten. Een akkoord zonder Iran is daarom zo goed als ondenkbaar. Het beperken van de olieproductie elders in de wereld zou in dat geval alleen voor Iran winst opleveren. Als Iran in staat is de olieproductie verder uit te breiden, dan is er eigenlijk geen effectief kartel meer mogelijk om de olieprijs kunstmatig hoog te houden. Een overvloedige productiecapaciteit bij een stagnerende economie betekent dat de olieprijs nog heel lang op een relatief laag niveau zal blijven.

    Olieprijs omlaag

    De stijging van de olieprijs van de afgelopen weken was voor een belangrijk deel gebaseerd op de verwachting van een gunstige uitkomst van het topoverleg van afgelopen weekend. Dat er geen akkoord gekomen is kwam voor veel handelaren kennelijk als een teleurstelling, want de prijs van een vat WTI olie zakte met 5% naar $38,35. De Brent olie staat op het moment van schrijven 4,8% lager op $41,03 per vat. Van dit soort percentages kijken we al niet meer op, want in de eerste twee maanden van dit jaar waren er meer dan 24 handelsdagen waarop de prijs meer dan 5% fluctueerde. In juni komen de olieproducerende landen opnieuw bijeen. Tot die tijd hoeven we waarschijnlijk geen hogere olieprijs meer te verwachten. Lees ook: https://twitter.com/Schuldensuehner/status/721912671583543296 https://twitter.com/Schuldensuehner/status/721801105970229248 https://twitter.com/WorthWray/status/721706907384172546

  • “Goedkope olie stimuleert de economie niet”

    Het leek een deus ex machina in 2015. De olieprijs tuimelde omlaag naar een prijsniveau tussen $30 en $40 per vat. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was die lage olieprijs het wondermedicijn wat de zieltogende wereldeconomie een nieuwe impuls zou geven.

    Projecties voor de groei werden driftig opwaarts bijgesteld. Die zou in 2016 uitkomen op 3,5%. Dankzij de lage olieprijs zouden de ontwikkelde landen het stokje van de Opkomende Landen overnemen als aanjager van de groei. Bij het IMF hebben ze berekend dat een daling van de olieprijs met $ 20 voor een extra groei van het wereldwijde bruto nationaal product (BNP) zou zorgen van 0,5% . Bij een terugkeer van het vertrouwen van de consument zou de extra groei zelfs tot 2% kunnen oplopen.

    olie-pomp

    Goedkope olie zou de economie helpen opkrabbelen

    Het heeft niet zo mogen zijn. Mevrouw Lagarde, directeur van het IMF heeft in de eerste dagen van april haar teleurstelling uitgesproken over de wel zeer trage groei van de wereldeconomie. Die kan wel eens blijven steken bij 2,5% in plaats van de eerder verhoopte 3,5%. Er is absoluut geen sprake van een nieuwe dynamiek in regio’s als Noord-Amerika, Europa of China. India is hierin de gelukkige uitzondering. De bedrijfswinsten staan onder druk, zeker in Europa. Daar komt de winstgroei van bedrijven waarschijnlijk uit op het laagste niveau sinds 2009. In de VS, Japan en China overheerst de twijfel over de kracht van het lang verbeide herstel.

    india-betalingsbalans

    Betalingsbalans India weinig verbeterd door goedkope olie (Grafiek via Financial Times)

    Lage olieprijs geeft weinig stimulering

    De gang van zaken past absoluut niet in het herstelscenario dat veel economen voor ogen hadden. De lage olieprijs zou als effect hebben dat er overdracht van middelen plaatsvond van de olieproducerende landen naar de consumenten van de olie-importerende landen. Het verlies van de één zou de winst voor de ander zijn, waarbij de winst netto hoger zou uitvallen dan het verlies. Immers, olieproducerende landen bezitten enorme financiële buffers, waardoor die landen niet zouden hoeven te bezuinigen bij een lagere olieprijs. De consument in de olie-importerende landen zou echter met graagte gebruik maken van de lage prijs aan de pomp. Wat ging er mis? Waarom bleef deze impuls tot dusverre uit? Economen bij het IMF zoeken naar een afdoende verklaring. Zo wijzen ze erop, dat de olie exporterende landen minder robuust waren dan aangenomen. Die landen zitten, zo blijkt uit schattingen van de Bank for International Settlements (BIS), op een schuldenberg van $3 biljoen. Die was opgebouwd ten tijde van de laatste olieboom. Toen de inkomsten begonnen terug te lopen moesten overheden wel gaan snijden in hun bestedingen. Daarnaast duwde de energiesector in razend tempo zijn investeringen omlaag en wel met een bedrag van $215 miljard. Dat schaafde maar liefst 0,3% van de groei van de wereldeconomie af. En dan zijn er nog de tegenvallende bestedingen door bedrijven en consumenten in de olie-importerende landen. Een land als India volgde het IMF advies op om een deel van de meevaller te gebruiken om binnenlands orde op zaken te stellen. Subsidies op brandstof gingen omlaag en de belasting op olie omhoog. Zodoende bleef er voor de consument nog maar weinig extra’s te besteden over.

    Lage olieprijs? Meer sparen!

    In de ontwikkelde landen kwam het voordeel van de lage olieprijs wel rechtstreeks bij de consument terecht. Die maakte er echter maar mondjesmaat gebruik van om zijn bestedingen te verhogen. In de Verenigde Staten zijn huishoudens alleen maar meer gaan sparen. In Europa zien we nagenoeg hetzelfde beeld, maar daar komt nog bij dat bedrijven de meevallers niet omzetten in meer investeringen. In hun zoeken naar de verklaring voor het gedrag van de Westerse consument gaat het IMF vreemd genoeg voorbij aan de verminderde koopkracht van de consument in combinatie met een groeiende economische onzekerheid.

    consumentenbestedingen-eurozone

    Consumentenbestedingen in de Eurozone amper gestegen door goedkope olie (Grafiek via Financial Times)

    Tegenvallende groei

    De economen voeren als verklaring voor deze teleurstellende ontwikkeling aan, dat in het verleden dit soort meevallers gepaard gingen met een daling van de rente. Het was die combinatie die voor de extra groei zorgde. In 2015 en 2016 was de rente al extreem laag. De consument zou daardoor niet geneigd zijn om meteen gebruik te maken van de meevaller van de lage olieprijs. De kans dat de rente op korte termijn omhoog zou gaan, was immers nagenoeg nihil. Het goede nieuws is volgens de IMF economen dat de prijs van olie lijkt te herstellen naar een niveau van om en nabij $ 40. Dat gegeven in combinatie met de de aanpassingen in Opkomende Landen als India zou in 2017 alsnog voor de gewenste impuls kunnen zorgen. Het scenario klopt, zij het met enige vertraging. Het is wachten op 2017 of het IMF alsnog het gelijk aan zijn kant krijgt. Dat kan best wel eens gaan tegenvallen. Het draait tenslotte vooral om koopkracht en meer economische zekerheid. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Saoedi-Arabië wil staatsfonds van $2 biljoen

    Saoedi-Arabië wil in de toekomst minder afhankelijk zijn van olie en zal daarom, naar het voorbeeld van Noorwegen, een nieuw staatsfonds oprichten om de opbrengsten van de olie te kunnen beleggen. De oliestaat wil meer dan $2 biljoen aan olierijkdom samenbrengen in een nieuw fonds, zodat het land in de toekomst inkomsten kan halen uit haar beleggingen in  plaats van olie.

    Prins Mohammed bin Salman wil Saoedi-Arabië transformeren van de grootste olieproducent naar een economie die voorbereid is op een nieuw tijdperk, waarin olie mogelijk een minder grote rol zal spelen. De beursgang van oliebedrijf Aramco speelt hierin ook een rol, want de opbrengsten zullen gebruikt worden om in andere sectoren in het buitenland te kunnen investeren. Tegen 2020 moet de helft van het beheerde vermogen van het staatsfonds belegd zijn in het buitenland, dat is momenteel slechts 5%. De oliestaat volgt daarmee het voorbeeld van Noorwegen, dat al haar investeringen in het buitenland heeft.

    Daling olieprijs

    De daling van de olieprijs sinds 2014 heeft laten zien dat de economie van Saoedi-Arabië nog steeds erg afhankelijk is van olie. Het land moest bezuinigen en de prijzen van elektriciteit en brandstof verhogen. Ook moest ze voor het eerst in lange tijd weer obligaties uitschrijven om het tekort op de begroting te dekken. Vorig jaar was dat tekort groter dan 15%.

    saudi-arabiaDat het voor olieproducerende landen niet makkelijk is om de afhankelijkheid van olie te verkleinen blijkt ook uit een studie van het IMF uit 2014. In tijden van voorspoed is er weinig politieke wil om de economie te herstructureren, terwijl er in slechte tijden vaak de middelen niet voor zijn. Volgens het IMF hadden oliestaten in de Perzische Golf veranderingen door moeten voeren toen de olieprijs nog op $100 per vat stond.

    De Saudische prins Mohammed wil dat het Saudische staatsfonds het grootste beleggingsfonds ter wereld wordt. Met een vermogen van $2 biljoen is het al meer dan twee keer zo groot als het staatsfonds van Noorwegen. Het grootste fonds ter wereld is BlackRock, dat volgens cijfers van Bloomberg $4,6 biljoen onder beheer heeft.

    saudi-megafund

    Staatsfonds Saoedi-Arabië wordt ruim twee keer zo groot als dat van Noorwegen (Bron: Bloomberg)