Tag: euro

  • Iran wil dollar vervangen door euro

    Iran wil dollar vervangen door euro

    Iran wil in haar economische rapportages de dollar vervangen door de euro, zo maakte de gouverneur van de Iraanse centrale bank afgelopen weekend bekend. Volgens gouverneur Valiollah Seif is het voor de centrale bank nog steeds lastig om in dollars te handelen, ook nu de economische sancties opgeheven zijn. Ook handelt het land tegenwoordig veel meer in euro’s dan in Amerikaanse dollars, waardoor de keuze voor de dollar als rekeneenheid niet meer zo vanzelfsprekend is.

    “We moeten voor onze rapportages een valuta kiezen die stabieler is en die meer van toepassing is op onze handel met het buitenland”, zo verklaarde gouverneur Seif. Iran handelt het meest met de Europese Unie, China en de Verenigde Arabische Emiraten, wat betekent dat men moest kiezen tussen de euro en een mandje van valuta. Omdat veel handelspartners niet genoeg goederen kunnen aanleveren in ruil voor de Iraanse olie is de euro de meest voor de hand liggende keuze.

    Sinds vorig jaar rekent Iran haar belangrijkste exportproduct – ruwe olie – al in euro’s af. Daarmee werd de euro de belangrijkste handelsmunt voor Iran. Naar verwachting zal het euro-symbool vanaf maart, als het nieuwe financiële jaar begint, ook op rapportages van de centrale bank te vinden zijn.

    50-euro-pixabay

    Iran maakt financiële rapportages voortaan in euro’s

  • Duitse bedrijven willen $12 miljard investeren in Iran

    Het Duitse chemieconcern BASF zou bereid zijn voor $6 miljard te investeren in de oliesector van Iran. Ook Wintershall Holding, het grootste olie- en gasbedrijf van Duitsland, heeft interesse getoond om meer samen te werken met de National Iranian Oil Company (NIOC), onder andere voor de exploitatie van vier olievelden in het westen van Iran. Daarmee komt het totaalbedrag dat Duitse bedrijven willen investeren uit op $12 miljard.

    Sinds de opheffing van de Europese sancties in 2015 heeft Iran veel stappen gezet om de handelsrelaties met Rusland, China en diverse Europese landen aan te halen. Het land wist begin vorig jaar verschillende miljardendeals in de wacht te slepen en besloot kort daarna dat de tijd rijp was om olie in euro’s af te rekenen. Door deze twee ontwikkelingen is de euro inmiddels zelfs de belangrijkste handelsmunt van Iran.

    Sancties

    Door de Westerse sancties kon Iran een aantal jaar slechts beperkt zakendoen met het buitenland. Nu de sancties zijn opgeheven zien verschillende handelspartners op het Euraziatische continent kansen om te investeren. Iran is met ongeveer 80 miljoen inwoners en haar enorme olie- en gasvoorraden een potentieel zeer interessante handelspartner. Ook wederzijds is er veel interesse om met Europa samen te werken, vandaar het besluit om de dollar te laten vallen en de euro te omarmen als nieuwe handelsmunt.

  • Trump beheerst valuta-agenda

    De inauguratie van president Trump leverde veel boze retoriek op, maar ook weinig duidelijkheid over drie specifieke beleidsterreinen: belastingen, infrastructurele uitgaven en protectionisme.

    De komende week zal er weinig economisch nieuws komen vanuit de VS. Wij verwachten dat de markten zich uitsluitend zullen richten op ieder detail dat we kunnen krijgen omtrent specifieke maatregelen voor deze drie beleidsterreinen. Trump’s getwitter zal de markten blijven voeden en in beweging houden en dat zal ook gelden voor de valutamarkt. De dollar werd heen en weer gedreven door enerzijds havik-achtige uitlatingen van Fed-voorzitter Yellen en anderzijds door Trump’s opmerkingen uit de losse pols dat de “dollar te sterk is”.

    Trump en de euro

    Al met al bleef de euro de laatste tijd uit het nieuws en bewoog binnen enge grenzen. De speech van Draghi was tamelijk vriendelijk. De ECB ziet geen tekenen dat de kerninflatie verbetert en zal waarschijnlijk door de piek in het recente brede inflatiecijfer heen kijken. Daarnaast introduceerde Draghi een nieuw aandachtspunt voor de ECB.

    Bovenop het brede inflatiecijfer voor de hele Eurozone zal de centrale bank nu ook de verschillen in de inflatiecijfers voor de verschillende landen gaan monitoren. Hoewel de impact van deze tamelijk pessimistische uitlatingen op de korte termijn werd overschaduwd door Trump’s geklaag over de dure dollar is het duidelijk dat het beleidsverschil tussen Europa en de andere kant van de oceaan tenminste tot in 2018 zal aanhouden.

    Achterblijvers

    Onder de achterblijvers van de afgelopen week bevond zich de Canadese dollar, doordat de Canadese centrale bank in haar beleidsvergadering een extreem ‘duifachtige’ toon aansloeg uit zorgen over de onzekerheid en het potentieel negatieve effect van Trump’s protectionisme op de Canadese economie.

    Buy the rumor, sell the fact

    De grootste verrassing was het Britse pond. Die steeg scherp na de speech van Theresa May donderdag, waar zo naar was uitgekeken. Het was een uitgesproken voorbeeld van een ‘buy the rumor, sell the fact’ handel. Het pond kreeg later in de week bovendien steun van meevallers in de Britse inflatie en de looncijfers. Die bevestigen onze mening dat de Bank of England de rente eerder zal verhogen dan verlagen.

    Een serie lekken had de markt al voorbereid op een extreem agressieve speech van May over het Britse Brexit-standpunt in de komende onderhandelingen. Uiteindelijk was de speech veel vergevingsgezinder dan de markten verwacht hadden. Dat – gecombineerd met de tamelijk grote posities die tegen het pond waren opgebouwd en het objectief goedkope niveau – zorgde voor een korte maar felle afdekkingsreactie van short posities in het pond.

    De eerder genoemde cijfers gaven bovendien voeding aan het feit dat de korte en middellange termijn effecten van een Brexit vooral veroorzaakt worden door de waardedaling van de munt en de effecten daarvan op de bedrijvigheid en de prijzen. Wij wijzen erop dat de kerninflatie van 1,6% dicht bij het doel van de Bank of England ligt en we verwachten dat de markt de komende weken vooral zal praten over toekomstige renteverhogingen in Engeland.

    Geschreven door Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Economist: Bereid je voor op nieuwe wereldmunt (1988)

    Economist: Bereid je voor op nieuwe wereldmunt (1988)

    In 1988 publiceerde de Economist een coverartikel over de komst van een nieuwe wereldmunt, die nationale valuta van alle grote economieën op een gegeven moment overbodig zal maken. Een nieuwe wereldmunt is de logische vervolgstap in een globaliserende wereld die door telecommunicatie steeds kleiner wordt, zo luidt de conclusie.

    Een nieuwe wereldmunt betekent het opgeven van monetaire soevereiniteit, die op dat moment sowieso al zeer beperkt was door de tucht van de wereldwijde financiële markten. Kapitaalstromen zijn al groter dan de goederenstromen tussen landen, wat betekent dat een ongunstig monetair beleid in het ene land razendsnel een uitstroom van kapitaal tot gevolg zal hebben. Een wereldmunt is daarom onvermijdelijk voor stabiele prijzen en economische groei, zo luidt de conclusie van het artikel.

    Bereid je voor op een nieuwe wereldmunt

    Economist, 1 september 1988, pag. 9-10

    Over dertig jaar zullen Amerikanen, Japanners, Europeanen en mensen in veel andere rijke landen en in sommige relatief arme landen hun boodschappen afrekenen met dezelfde munt. De prijzen zullen niet in dollars, yen of Duitse marken vermeld worden, maar in laten we zeggen de Phoenix. De Phoenix zal de gewenste munt worden voor bedrijven en consumenten, omdat het gemakkelijker zal zijn dan de nationale munten van vandaag de dag, die tegen die tijd gezien zullen worden als een eigenaardige bron van verstoringen in het economische leven van de afgelopen eeuw. Aan het begin van 1988 lijkt dit een uitzinnige voorspelling. Voorstellen voor een eventuele monetaire unie waren er vijf tot tien jaar geleden, maar die konden de terugval van 1987 niet voorkomen. De overheden van de grote economieën probeerden een paar centimeter dichter bij een meer gecontroleerd systeem van wisselkoersen te komen. Een logische voorbode, zo lijkt het, voor radicale monetaire hervormingen. Vanwege gebrek aan coördinatie in het onderliggende economische beleid werd het een grote mislukking, ze provoceerden de rentestijging die in oktober de crash op de aandelenmarkt veroorzaakte. Deze gebeurtenissen schrikten wisselkoers hervormingen af. De marktcrash leerde hen dat doen alsof er sprake was van samenwerking slechter kan zijn dan niet doen en dat nieuwe pogingen om valuta aan elkaar te koppelen zouden voortmodderen zo lang er niet meer daadwerkelijke samenwerking plaatsvindt (en overheden een deel van hun economische soevereiniteit opgeven).

    De nieuwe wereldeconomie

    De grootste verandering in de wereldeconomie sinds begin jaren ’70 is dat kapitaalstromen de goederenstromen hebben vervangen als drijvende kracht achter de wisselkoersen. Als gevolg van ongelimiteerde integratie van de financiële markten kunnen verschillen in nationaal economisch beleid de rente (of de verwachting daarvan) maar beperkt beïnvloeden. Echter, ze kunnen gigantische verschuivingen van financiële activa van het ene naar het andere land veroorzaken. Deze geldstromen marginaliseren de invloed van goederenstromen op vraag en aanbod van verschillende valuta. Met de verdere ontwikkeling van telecommunicatie zullen deze transacties nog goedkoper en sneller worden. Zonder een gecoördineerd economisch beleid zullen valuta alleen maar meer volatiel worden. Op alle manieren zullen landelijke economische grenzen langzaam vervagen. Als deze trend doorzet zal een muntunie tussen tenminste de grote industriële landen voor iedereen onweerstaanbaar worden, behalve dan voor overheden en valutahandelaren. In de Phoenix zone zullen economische aanpassingen op verschuivingen in de relatieve prijzen geleidelijk en automatisch verlopen, zoals dat nu gaat tussen verschillende regionen binnen grote economieën. De afwezigheid van het valutarisico zal de handel, de investeringen en de werkgelegenheid stimuleren.

    Monetair beleid

    De Phoenix zone zal strenge beperkingen opleggen aan nationale overheden. Er zal geen ruimte meer zijn voor zoiets als een nationaal monetair beleid. Het wereldwijde aanbod van de Phoenix zal bepaald worden door een nieuwe centrale bank, mogelijk voortgekomen uit het IMF. De wereldwijde inflatie – en binnen een smalle bandbreedte ook de landelijke inflatie – zal onder haar verantwoordelijkheid vallen. Ieder land zou belastingen en overheidsbestedingen kunnen gebruiken om tijdelijke dalingen in de vraag op te vangen, maar ze zou geld moeten lenen om het begrotingstekort te dichten, in plaats van het geld bij te drukken. Zonder de mogelijkheid van een inflatiebelasting worden overheden en hun schuldeisers gedwongen zorgvuldiger om te gaan met het geld dat ze uitgeven respectievelijk uitlenen. Dit betekent een groot verlies voor de monetaire soevereiniteit, maar de trend die de Phoenix zo aantrekkelijk maakt zou die soevereiniteit sowieso al wegnemen. Zelfs in een wereld van meer of minder mate van flexibele wisselkoersen zien de individuele overheden de onafhankelijkheid van hun beleid ingeperkt worden door de grote boze buitenwereld.

    Wereldmunt

    Nu de volgende eeuw nadert duwen natuurlijke krachten de wereld richting economische integratie. Dat geeft overheden wereldwijd globaal twee keuzes. Of ze gaan met de stroom mee, of ze werpen barricades op. Voorbereiden op de Phoenix betekent minder zogenaamde en meer daadwerkelijke samenwerking in het beleid. Dat betekent het toestaan en daarna actief promoten van het gebruik van de internationale munt, naast de lokale munt. Daarmee worden de mensen in staat gesteld met hun portemonnee te stemmen voor de uiteindelijk verschuiving richting een volledige muntunie. De Phoenix zal waarschijnlijk beginnen als een cocktail van nationale valuta, net als de Special Drawing Rights (SDR) vandaag de dag. Na verloop van tijd echter zal de waarde van deze nieuwe munt ten opzichte van de lokale munt irrelevant worden, omdat de mensen zullen kiezen voor het gemak en de stabiele koopkracht van die nieuwe wereldmunt. Het alternatief - het behoud van een autonoom beleid - zal gepaard gaan met een snelle toename van werkelijk draconische controles op handelsstromen en kapitaalstromen. Deze koers geeft overheden werkelijk een schitterende tijd. Ze kunnen dan de wisselkoersen manipuleren, onbeperkt fiscaal en monetair beleid uitzetten en de daarop volgende golven van inflatie bestrijden met maatregelen die de prijzen en lonen beïnvloeden. Het vooruitzicht is een verlamming van de economische groei. Noteer de Phoenix voor rond het jaar 2018 en verwelkom deze als het zover is.

    theeconomist-phoenix

    De herrijzing van de Phoenix wereldmunt uit het as van de nationale valuta, de vernietiging van nationale valuta door hyperinflatie. De Phoenix (vertaald: Feniks) is natuurlijk een verborgen metafoor. Uit de vernietiging, het as van de oude wereldorde, ontstaat volgens sommigen de Luciferiaanse wereldorde als een Phoenix.

    Lees ook:

  • Euro bestaat 15 jaar

    Euro bestaat 15 jaar

    Met de jaarwisseling werd ook bij het hoofdkantoor van de ECB een feestje gevierd, want de euro bestaat inmiddels al 15 jaar. Achter de schermen werd de euro al in 1999 ingevoerd, maar het duurde nog tot 2002 voordat het grotere publiek kennis kon maken met de nieuwe munten en bankbiljetten. Met de komst van de euro werd een belangrijke stap gezet richting Europese integratie en kreeg de wereld een alternatief voor de Amerikaanse dollar.

    Met de komst van de euro gaven twaalf Europese landen hun monetaire soevereiniteit op voor een hoger doel, namelijk een stabiele Europese valuta die de verschillende landen dichter bij elkaar zou brengen en die de stabiliteit en vrede op het Europese continent zou waarborgen. Het beheer van de Europese munt werd in handen gelegd van de Europese Centrale Bank, die voortaan het monetaire beleid voor alle lidstaten zou bepalen. Bijzonder aan de euro is dat het de eerste valuta ter wereld is die geen koppeling heeft aan een natiestaat en geen koppeling heeft aan goud.

    Lees ook: Vertaling: Wim Duisenberg speech over de euro

    Euro bestaat 15 jaar

    Steeds meer landen bij de euro

    De vraag of de euro een succes is geweest is lastig te beantwoorden. In eerste plaats omdat we niet weten hoe de afgelopen vijftien jaar eruit zouden hebben gezien in een Europa met allemaal verschillende valuta. Misschien was er dan al een valutaoorlog uitgebroken op het Europese continent, waarbij landen economische groei en werkgelegenheid van elkaar proberen te stelen met concurrerende devaluaties en handelsbelemmeringen. Dat is namelijk wat er in de jaren dertig gebeurde, toen verschillende Europese landen hun koppeling aan goud loslieten en de politiek zich meer met het monetaire beleid ging bemoeien.

    Sinds de invoering van de euro in 2002 is het aantal lidstaten van de muntunie gestegen van 12 naar 19 verschillende landen. In dat opzicht zou je de euro een succes kunnen noemen. Landen die toetreden tot de muntunie leveren hun monetaire soevereiniteit in, maar krijgen daar een stabiele valuta en betere toegang tot de kapitaalmarkt voor terug. Vlak na de financiële crisis in 2008 wilden landen als Polen en Denemarken versneld toetreden tot de muntunie, maar toen de schuldencrisis naar Europa overwaaide en de problemen in Griekenland aan het licht kwamen nam het enthousiasme om de euro in te voeren zichtbaar af.

    Lees ook: Geen eurocrisis, maar een schuldencrisis!

    eurozone-members

    Steeds meer landen voegen zich bij de euro

    Vertrouwen in euro blijft groot

    De Europese schuldencrisis wordt vaak uitgelegd als het falen van de euro, maar wat de munt eigenlijk heeft laten zien is dat de politiek onvoldoende heeft gedaan om de economie te hervormen. De makkelijke weg van devalueren was niet meer mogelijk, waardoor landen gedwongen werden om hervormingen door te voeren en hun economieën efficiënter te maken. In dat opzicht is de euro een harde valuta gebleken.

    Ondanks de schuldencrisis is het draagvlak voor de euro altijd groot gebleven. De volgende grafiek laat zien dat 70% van de ondervraagden in de Eurozone van mening is dat de muntunie moet blijven, een relatief hoog percentage in vergelijking met de afgelopen jaren. Een opvallende ontwikkeling, gezien de kritiek op het monetaire beleid van de ECB. Sinds het voorjaar van 2015 haalt de centrale bank maandelijks voor tientallen miljarden euro’s aan obligaties uit de markt.

    Lees ook: Waarom de Eurozone zal blijven

    euro-support

    Draagvlak voor de euro blijft aanzienlijk (via Miguel Otero)

    Euro als wereldmunt

    Na vijftien jaar heeft de euro zich bewezen als een stabiele valuta voor internationale handel. De laatste jaren zien we dat er ook buiten de Eurozone steeds meer belangstelling is om de euro te gebruiken als handelsmunt. De meest significante ontwikkeling was het besluit van Iran in februari 2016 om olie voortaan alleen maar in euro’s te verhandelen. Iran levert niet alleen olie aan Europa, maar ook aan grote Aziatische landen zoals India en China. Als die landen euro’s nodig hebben om olie te importeren, dan is het een logische vervolgstap om euro’s te vragen voor alle goederen die zij naar Europa exporteren.

    Deze verandering kan in een stroomversnelling komen als andere grote olieproducerende landen overschakelen op de euro. De aangewezen kandidaat daarvoor is Rusland, dat met de aanleg van nieuwe pijpleidingen naar Europa steeds belangrijker wordt voor de Europese energievoorziening. Poetin heeft in 2010 al eens aangegeven dat Rusland op een dag bij de euro kan komen, terwijl Medvedev in 2012 gezegd heeft dat hij de euro wel ziet zitten als nieuwe wereldmunt. Poetin zei een aantal maanden geleden in een interview dat de Russische centrale bank nu al 30% van haar valutareserves in euro’s aanhoudt.

    De komende jaren blijven we deze ontwikkelingen met veel belangstelling voor u volgen. We mogen het geopolitieke en economische belang van de euro op het wereldtoneel niet onderschatten.

    Lees ook:

    global_reserve_currencies

    Euro als nieuwe wereldmunt?

  • De Eurozone roept het onheil over zichzelf af

    Pff, dat was even zweten. Een ruime meerderheid van de Italianen stemde premier Renzi weg. Dat had, zo vreesde menigeen, voor geweldige onrust op de financiële markten kunnen zorgen. Die onrust bleef uit en politici en beleidsmakers in Brussel haastten zich om het belang van de uitslag in Italië te minimaliseren. Zoals zo vaak leek zelfgenoegzaamheid Brussel weer in zijn greep te krijgen.

    eurozone-nominal-gdp

    Nominale economische groei en bbp Eurozone (Bron: Financial Times)

    Daar is echter allerminst reden voor. Natuurlijk, de cijfers verbeteren. Tussen 2013 en het derde kwartaal van 2016 steeg het reële bruto binnenlands product (bbp) van de Eurozone met 5,5%. In diezelfde periode daalde de werkloosheid van 12,1% naar 9,8%. Dat wil echter allerminst zeggen, dat alle pijn die in de crisisjaren is geleden, nu voorgoed overwonnen is en achter ons ligt. Dat is verre van het geval. In het derde kwartaal was het geaggregeerde reële bbp van de Eurozone slechts 1,8% hoger dan aan het begin van 2008. De reële vraag ligt nog steeds 1,11% lager. Die extreem zwakke ontwikkeling van de vraag wijst op een geweldig falen in het beleid over de afgelopen jaren.

    Weinig groei

    Anders gezegd, de groei van de nominale vraag bedroeg over de genoemde periode 6,9%. Bij een trendmatige groei van 1% en een inflatie van om en nabij 2% had de totale groei van de nominale vraag 27% à 28% moeten bedragen. Dat klinkt misschien veel te optimistisch, maar in de VS groeide de nominale vraag in dezelfde periode met 23%. De zwakke vraagontwikkeling is deels toe te schrijven aan de sterk uitlopende economische prestaties van de lidstaten.

    Op basis van koopkracht pariteiten groeide het bbp per hoofd in Duitsland tussen 2007 – 2016 met 11%, bleef nagenoeg ongewijzigd in Frankrijk, daalde 8% in Spanje en zelfs 11% in Italië. Beide laatstgenoemde landen zullen nog vele jaren nodig hebben om terug te geraken op het niveau van voor de crisis. Een van de doelstellingen van de eurozone was om de economie van de lidstaten naar elkaar toe te laten groeien, maar het omgekeerde is gebeurd.

    nominal-average-wages

    Loonontwikkeling ten opzichte van Duitsland (Bron: Financial Times)

    Divergentie in de Eurozone

    Er zijn gelukkig voldoende aanwijzingen dat het concurrerend vermogen in de Eurozone aan het verschuiven is. Dat is het gevolg van een verschuiving van de relatieve lonen. Voor de crisis stegen de lonen in veel zuidelijke landen verhoudingsgewijs veel sneller dan in Duitsland. Aan die noodlottige trend is een einde gekomen. Het verdwijnen van de tekorten in veel zuidelijke landen is echter weer niet het positief gevolg van een toegenomen concurrentie, maar veeleer van het inklappen van de vraag. De geaggregeerde binnenlandse vraag lag in het derde kwartaal van 2016 tien procent lager dan aan het begin van 2008. In Spanje was de daling 11%, terwijl de reële vraag in Duitsland in dezelfde periode met 8% gestegen is.

    Tegelijkertijd is het overschot op de lopende rekening gestegen naar 9% van het bbp. Met andere woorden: Duitsland, maar zeker ook Nederland, weigert zijn verantwoordelijkheid te nemen in het aanpassingsproces van de lidstaten van de Eurozone.

    De combinatie van een zeer zwakke vraagontwikkeling en een steeds verder uiteenlopen van de economische lidstaten van de eurozone lijkt een recept voor ongelukken in de nabije toekomst. Natuurlijk, het hoeft niet, maar de combinatie van economische en financiële gebeurtenissen en toenemende politieke stress binnen de Eurozone levert een wel zeer giftig brouwsel op met onbekende, maar negatieve, effecten.

    domestic-spending-eurozone

    Binnenlandse bestedingen Eurozone (Bron: Financial Times)

    ‘Minder bezuinigen’

    De oplossing is alweer een tijdje bekend. De Eurozone moet afscheid nemen van zijn noodlottig bezuinigingsbeleid. De OESO pleit alweer een paar jaren voor fiscale expansie in combinatie met structurele hervormingen. De Europese obsessie met het terugbrengen van tekorten heeft als gevolg dat de publieke investeringen in de grote Europese economieën niet meer groeien. Dat is waanzin in een tijd dat ook investeringen in de private sector te weinig groeien en de binnenlandse vraag eerder de neiging heeft te dalen dan te stijgen. Het ziet er helaas niet naar uit, dat de onzalige obsessie op korte termijn gaat verdwijnen. Landen als Duitsland en Nederland beschouwen zaken als lenen en schulden maken als iets zeer zondigs.

    Door deze ongenuanceerde opstelling is de eurozone synoniem geworden voor economische stagnatie. Daar zullen steeds grotere groepen financieel en economisch zwaar onder gaan lijden. Brussel en de verschillende Europese hoofdsteden kunnen zich maar beter voorbereiden op veel nare verrassingen. Het zijn straks niet alleen blanke mannen van middelbare leeftijd die boos zijn!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, More perils lie in wait for the Eurozone. Financial Times, December 6th 2016

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beurzen stijgen in aanloop naar rentebesluit ECB

    Beurzen stijgen in aanloop naar rentebesluit ECB

    Aandelenmarkten wereldwijd stijgen in de aanloop naar het rentebesluit van de ECB. In de Verenigde Staten werden nieuwe records bereikt voor zowel de Dow Jones (+1,55%) als de S&P 500 (+1,3%), terwijl ook de Japanse beurs met een winst van 1,5% sloot. Het positieve sentiment is ook af te lezen op de Europese aandelenmarkten, want die openden na de winst van gisteren opnieuw in het groen.

    De euro steeg in aanloop naar het rentebesluit en staat op het moment van schrijven bijna op $1,08 tegenover de Amerikaanse dollar, het hoogste niveau in drie weken. Ook de olieprijs steeg, die staat op het moment van schrijven boven de $53 voor een vat WTI.



    Verlenging stimuleringsprogramma?

    Veel beleggers kijken vol verwachting uit naar het toelichting van het rentebesluit. Om 14:30 zal Mario Draghi waarschijnlijk meer duidelijkheid scheppen over een mogelijke verlenging van het stimuleringsprogramma. Over drie maanden loopt het opkoopprogramma van €80 miljard per maand af, maar veel beleggers houden er rekening mee dat de centrale bank deze met nog eens zes maanden zal verlengen. De officiële inflatie in de Eurozone is nog steeds relatief laag en biedt dus ruimte voor meer stimulering. Ook kan de oplopende rente voor de ECB reden zijn om het opkoopprogramma te verlengen.

    euro-area-inflation-cpi

    Officiële inflatie in de Eurozone biedt ruimte voor meer stimulering (Bron: Trading Economics)

    De ECB kan natuurlijk ook besluiten het stimuleringsprogramma af te bouwen. Tijdens de vorige persconferentie in oktober zei Draghi namelijk dat er geen goed argument te bedenken valt voor het structurele handelsoverschot van de Eurozone. Door de relatief lage wisselkoers is het handelsoverschot de laatste jaren alleen maar verder toegenomen, waarmee de Europese landen in feite beneden hun stand leven. Ze exporteren immers structureel meer dan ze importeren. Draghi zal niet expliciet zeggen dat de euro te goedkoop is, maar als hij het handelsoverschot wil verkleinen zal hij de euro wat duurder moeten maken. Dat kan hij doen door de rente te verhogen of door het stimuleringsprogramma af te bouwen. Minder monetaire stimulering zal de waarde van de euro omhoog doen schieten, omdat een voortzetting van het opkoopprogramma ingecalculeerd is.

    euro-area-balance-of-trade

    Handelsoverschot Eurozone gestegen door zwakke euro (Bron: Trading Economics)

    Rentebesluit ECB

    De persconferentie van de ECB begint om 14:30 en is live te volgen op Marketupdate via onderstaande livestream. Het rentebesluit zelf wordt om 13:45 al door de centrale bank bekendgemaakt.

  • Euro stijgt na referendum Italië

    Euro stijgt na referendum Italië

    De uitslag van het Italiaanse referendum is voor valutahandelaren geen reden om negatiever te worden over de euro. Zakte de munt direct na het Italiaanse ‘nee’ nog naar $1,05 (het laagste niveau sinds maart 2015), op dinsdagochtend tikte de wisselkoers bijna de $1,08 aan. Daarmee is de euro per saldo sterker uit het referendum gekomen.

    Maandag zei Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep nog dat hij geen nieuwe eurocrisis verwacht naar aanleiding van het referendum. Hij zei dat de problemen met de banken en dat de politieke instabiliteit na het Italiaanse referendum niet anders zijn geworden. Deze problemen waren er eerder ook en en ze moeten volgens Dijsselbloem nog steeds aangepakt worden.

    eur-usd-na-referendum

    Euro stijgt weer na Italiaans referendum (Grafiek via Yahoo Finance)

    Stijging euro

    De beweging van de euro komt voor velen als een verrassing. Het lijkt een gevalletje van “buy the rumour, sell the news”, want de fundamenten van de euro zijn door de uitslag van het referendum niet anders geworden. Volgens sommige analisten kan de euro verder stijgen tot richting de $1,40, omdat het structurele handelsoverschot van de Eurozone op termijn de waarde van de munt omhoog zal duwen. Anderen voorzien nog steeds een daling van de euro, vanwege een vlucht van kapitaal richting de dollar. Dat de rente in de VS veel hoger is dan in de Eurozone versterkt deze beweging.

    Voor beide argumenten valt iets te zeggen, dus het is heel erg lastig om nu al een inschatting te geven van waar de euro/dollar naartoe zal bewegen. De wisselkoers wordt uiteraard ook sterk beïnvloedt door het monetaire beleid van centrale banken. De verwachting dat de Federal Reserve op 14 december de rente zal verhogen kan de wisselkoers verder laten dalen, terwijl het uitblijven van meer monetaire stimulering door de ECB de euro juist sterker zal maken ten opzichte van de dollar.

    Lees ook:

  • Meerderheid Italianen wil niet uit de euro

    In de aanloop naar het Italiaanse referendum groeit de onzekerheid over de toekomst van Italië binnen de EU en de Eurozone. Maar zijn die zorgen eigenlijk wel terecht? Volgens het Italiaanse La Stampa niet, want uit een recente enquête blijkt dat de overgrote meerderheid van de Italianen bij de euro wil blijven en dat ook de meerderheid geen toekomst ziet in een vertrek uit de Europese Unie.

    Slechts 13% van de respondenten denkt dat het lidmaatschap van de EU een economisch herstel in de weg staat, terwijl een meerderheid van 57,5% juist van mening is dat deelname aan de EU een noodzaak is om uit de crisis te komen, mits een aantal hervormingen doorgevoerd worden. Ondertussen denkt ruim een kwart (28%) van de respondenten dat het lidmaatschap aan de EU juist meer kansen biedt op economisch herstel.

    Ook vinden de meeste Italianen (56,3%) dat een besluit om uit de EU te stappen niet door de bevolking, maar door de gekozen politici genomen zou moeten worden. Slechts 28,1% is van mening dat een dergelijk besluit via een referendum aan de bevolking voorgelegd zou moeten worden.

    italie-referendum

    Meeste Italianen willen geen afscheid nemen van de EU en de euro (Bron: La Stampa)

    Italianen willen euro houden

    De meerderheid van de Italianen gelooft ook niet dat de economische problemen verdwijnen met een vertrek uit de euro. Maar liefst 71,7% van de respondenten staat negatief tegenover het opnieuw invoeren van de lira. Men gelooft niet dat de economische problemen verdwijnen als Italië haar eigen munt kan invoeren en haar monetaire soevereiniteit terug krijgt.

    Vergeleken met twee jaar geleden is ook het sentiment ten aanzien van de euro verder gepolariseerd. Het percentage tegenstanders groeide van 11,7% naar 15,2%, terwijl het aantal respondenten dat overtuigd is van de euro van 63,6% naar 67,4% steeg. Het percentage dat twijfelt of onverschillig is ten aanzien van de euro is dus gedaald.

    Een kleine meerderheid van 55,4% vindt dat de Italiaanse regering meer flexibiliteit moet krijgen ten aanzien van het economische beleid. Opvallend is ook dat 64% van de respondenten ervan overtuigd is dat Italië er vandaag de dag – in economisch opzicht – veel slechter voor zou hebben staan als ze geen onderdeel was van de Europese Unie.

  • Waarom de Eurozone zal blijven

    Waarom de Eurozone zal blijven

    Door: Miguel Otero-Iglesias

    De euro was en blijft een verschrikkelijk idee, zo is de consensus onder veel Britse en Amerikaanse economen. Van Martin Feldstein aan de rechterkant van het politieke spectrum tot aan Mervyn King in het midden en Paul Krugman en Josephn Stiglitz aan de linkerkant van het politieke spectrum, de conclusie is duidelijk: De Europese monetaire unie was een vergissing en moet daarom ontmanteld worden.

    Zo overtuigend als deze ideeën lijken in tijden van een groeiend populisme, ze houden geen rekening met de publieke stemming op het Europese continent, waar de euro nog steeds zeer populair is.

    Het is voor mensen buiten de eurozone gemakkelijk om te wijzen op de hoge werkloosheid in Italië, Griekenland en Spanje en de schuld daarvoor neer te leggen bij een “one size fits none” euro. Maar de mensen die leven met de euro zien dat anders.

    Meerderheid wil euro behouden

    Meer dan twee derde van de bevolking in de Eurozone – zelfs diegene in de landen die het meest getroffen zijn door de crisis – willen de gemeenschappelijke munt behouden. Neem bijvoorbeeld Griekenland. In de herfst van 2005 steunde slechts 46% van de Grieken de euro. Tien jaar en twee pijnlijke en vernederende bijna Grexits verder was dat percentage gestegen tot 70%.

    Grieken en andere Zuid-Europeanen weten dat de problemen waar ze nu mee te maken hebben vooral wortels hebben in eigen land. Het verlaten van de euro, zo denken de meesten, zou de situatie alleen maar van kwaad naar erger brengen.

    Bijna iedereen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan is het erover eens dat de Eurozone – wil ze de volgende crisis overleven – een gezamenlijke fiscale structuur moet hebben: Eurobonds, een gezamenlijke begroting en een overkoepelend ministerie van Financiën voor de Eurozone met een gepast democratisch toezicht.

    De meningen verschillen over de politieke haalbaarheid van dit soort maatregelen. In de VS en het Verenigd Koninkrijk geloven de meeste studenten en economen dat de kans dat Duitsland een transferunie zal accepteren en dat Frankrijk fiscale soevereiniteit zal overdragen zeer gering is. En daarom concluderen ze dat het tijd is om te accepteren dat het euro experiment gefaald heeft en dat het tijd is om de scheidingsprocedure in gang te zetten.

    Griekenland

    Joseph Stiglitz bijvoorbeeld beargumenteert dat Griekenland de eurozone met slechts minimale verstoringen kan verlaten, door een nieuwe 'elektronische Griekse euro' te introduceren en door kapitaalcontroles in te voeren. In zijn boek "The Euro: How a Common Currency Threatens the Future of Europe" legt Stiglitz uit dat een elektronische munt het voor de Grieken onmogelijk zal maken om hun spaargeld het land uit te smokkelen of belastingen te ontwijken. Op die manier zou de monetaire soevereiniteit weer teruggegeven kunnen worden aan de Griekse staat. Wat zorgwekkend is aan het voorstel van Stiglitz is dat hij er niet in slaagt te specificeren of die beslissing het gevolg is van een democratisch proces of dat ze met macht wordt afgedwongen, als een gigantische corralito in de Argentijnse stijl. Aangezien het wantrouwen ten aanzien van de elite in Griekenland zeer groot is zal een dergelijk besluit zeer waarschijnlijk grote sociale onrust veroorzaken. Tot op heden hebben kapitaalcontroles in Griekenland gewerkt, omdat het land in de Eurozone gebleven is. Als er een exit uit de muntunie in het vooruitzicht lag, dan zou de situatie heel anders zijn. Waar de suggesties zoals die van Stiglitz geen rekening mee houden is dat Portugal, Spanje, Italië en Griekenland hard hebben gevochten om in de rijke en democratische club van de Eurozone te komen. Ze zullen dit niet snel opgeven. Natuurlijk, de euro heeft een aantal structurele zwakheden die aangepakt moeten worden. Maar ondanks dat heeft de euro zich gedurende de crisis bewezen als een pilaar van stabiliteit. Dat kan niet gezegd worden van de nationale instituten. Het is belangrijk om te onthouden dat voor de introductie van de euro de meeste mensen in het zuidelijke deel van Europa tenminste 30% van hun bezittingen bewaarden in een harde valuta, soms ook in het buitenland, uit angst voor een devaluatie en het daarop volgende verlies aan koopkracht. Weinig mensen willen terug naar die tijd. Dit is waarom linkse partijen als Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje - en zelfs de separatisten in Catalonië - zich ervan weerhouden hebben om de euro te laten vallen. De enige uitzondering is Beppe Grillo in Italië, maar weinig mensen geloven dat hij serieus is over een Italiaans vertrek uit de eurozone.

    Uit de Eurozone?

    Vergelijkbare berekeningen in andere landen van de Eurozone maken de meeste voorstellen om uit de muntunie te stappen onrealistisch. Het idee van twee euro's - één voor de noordelijke landen en één voor de zuidelijke - zoals gesuggereerd is door winnaars van de Lord Wolfson prijs, is niet levensvatbaar. Dat komt omdat Frankrijk in het midden zit en nooit in een muntunie zal stappen met enkel de meer productieve noordelijke landen. Ook zal Frankrijk zich niet willen afscheiden van Duitsland om leiding te mogen geven aan het minder productieve zuidelijke deel van Europa. Ook zal Duitsland de eurozone niet verlaten, zoals gesuggereerd wordt door Stiglitz en King. Geen enkele Duitse bondskanselier wil de geschiedenis in gaan als diegene die de stekker uit het Europese project trekt. Zoals Merkel duidelijk maakte tijdens de recente crisis: "Als de euro valt, dan valt Europa". Dit is precies de reden waarom Alternative fur Deutschland zichzelf transformeerde van een anti-euro naar een anti-immigratie partij. Er zijn in Duitsland maar weinig stemmen te winnen met het bekritiseren van de euro. Hetzelfde is waar in Frankrijk, zoals ook Marine Le Pen van het Front Nationale zich gerealiseerd heeft. Ze praat nu over een gezamenlijke ontmanteling van de euro (een onrealistisch plan) en zal niet doordrukken om Frankrijk als enige uit de muntunie te laten vertrekken. De Eurozone is niet als Noord-Amerika, waar de Verenigde Staten, Mexico en Canada zich prima redden zonder een gemeenschappelijke munt. De Verenigde Staten is veruit de sterkste economie van deze drie en daarom wordt de handel tussen deze landen voornamelijk in dollars gedaan. In Europa is de macht meer verdeeld over verschillende landen. En omdat niemand de Amerikaanse dollar wil gebruiken voor handel tussen Europese landen betekent een opsplitsing van de eurozone een terugkeer naar de 'tirannie' van de jaren '80 met de Duitse mark. Dit zou de geest van het 'Duitse probleem' weer nieuw leven in blazen. Juist dat zou een bedreiging betekenen voor Europa, niet de euro. Geld creëert, net als taal, een gevoel van gemeenschap. Zelfs de traumatische ervaring zoals de recente crisis in de Eurozone, kan een band scheppen die verder gaat dan de landsgrenzen. Europeanen die in de Eurozone zitten voelen zich veel meer verbonden met Europa dan de landen daarbuiten. En in tegenstelling tot wat eerder werd aangenomen laat recent onderzoek zien dat de meeste inwoners van de Eurozone vinden dat er meer solidariteit tussen de landen van de muntunie moet komen. Dit geldt zelfs voor de inwoners van een landen die netto betalen voor dit project, zoals Duitsland. De euro is niet de oorzaak van de landelijke spanningen die we vandaag de dag zien in Europa. Het bracht ze slechts naar de voorgrond, door de wederzijdse afhankelijkheid van alle Europese landen bloot te leggen. Haal je de gemeenschappelijke munt en de banden die Europeanen aan elkaar binden weg, dan zal Europa als geheel in verval raken en zal het nationalisme sterker worden. Deze column van Miguel Otero-Iglesias verscheen eerder in het Engels op Politico. Vertaald door Marketupdate. Lees ook: 

    50-euro-pixabay

    Waarom de Eurozone zal blijven, een column van Miguel Otero-Iglesias

  • Euro zakt naar $1,06

    Euro zakt naar $1,06

    De euro zakte vrijdag naar $1,06 tegenover de Amerikaanse dollar, het laagste niveau sinds december vorig jaar. Sinds de Amerikaanse verkiezingen is de dollar sterk gestegen ten opzichte van vrijwel alle belangrijke valuta en is de euro bezig aan de langste verliesreeks sinds de invoering van de munt in 1999.

    De dollar wordt aantrekkelijker door de stijgende rente op Amerikaanse staatsobligaties en door de verwachting van een renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank. Door de hogere rente in de Verenigde Staten is het aantrekkelijker geworden om vermogen in dollars aan te houden. Daar komt bij dat de ECB en de Bank of Japan een zeer ruim monetair beleid blijven voeren, waardoor de rente in deze valutagebieden langer onder druk zal blijven staan.

    eur-usd

    Euro naar laagste niveau tegenover de dollar sinds december vorig jaar (Bron: Bloomberg)

    Amerikaanse rente stijgt

    Het verschil in rente tussen een Duitse en een Amerikaanse 10-jaars lening bereikte deze week zelfs het hoogste niveau sinds 1989, het jaar van de eenwording van Duitsland. Een Duitse 10-jaars lening levert momenteel 0,3% rendement op, tegenover 2,3% voor een Treasury met dezelfde looptijd. Dat is een spread van 200 basispunten.

    De dollarindex kwam eerder deze week voor het eerst sinds december vorig jaar boven de 100 punten. Deze index geeft de waarde van de Amerikaanse dollar weer ten opzichte van een mandje van verschillende valuta, namelijk euro’s, Japanse yen, Britse ponden, Canadese dollars, Zweedse kronen en de Zwitserse frank.

    Een sterkere dollar maakt Amerikaanse producten in de rest van de wereld duurder, terwijl het voor Amerikanen goedkoper wordt om goederen uit het buitenland te importeren. Toch is het niet alleen voordeel voor exporterende landen, zo waarschuwde de Bank for International Settlements. Schulden die in dollars genoteerd staan worden ook duurder, wanneer je deze omrekent naar de lokale valuta.