Blog

  • Hyperinflatie: Leven als een prins in Venezuela

    Wie het nieuws op Marketupdate al wat langer volgt weet dat er in Venezuela een serieuze valutacrisis gaande is. De munteenheid van het land, de bolivar, heeft de afgelopen jaren zoveel waarde verloren dat we inmiddels kunnen spreken van hyperinflatie. De situatie is al zodanig geëscaleerd dat de centrale bank vanaf volgend jaar nieuwe bankbiljetten met een hogere nominale waarde in omloop zal brengen. Om daar een beeld bij te kunnen vormen: het grootste biljet van 100 bolivar is vandaag de dag nog niet eens 14 dollarcent waard.

    Maar wat betekent hyperinflatie voor iemand die betaald krijgt in een andere valuta? VICE News zocht het uit en gaf als experiment een bankbiljet van €100 aan een correspondent in Venezuela. Hij mocht zelf bepalen hoe hij dit fortuin ging besteden, dus hij maakte een wensenlijstje. De eerste stap was om het bankbiljet van €100 om te wisselen naar Venezolaanse bolivar. Dat gaat anno 2015 niet bij een louche handelaar op straat, maar gewoon via een berichtje op Facebook.

    Binnen de kortste keren had hij iemand gevonden om mee te ruilen. De wisselkoers op de zwarte markt was 812 bolivar per euro, dus kreeg bij voor zijn briefje van honderd euro meer dan 80.000 bolivars. In stapels van 50 en 10 bolivar ziet dat er zo uit…

    bolivars-stack

    Zoveel Venezolaanse bolivars krijg je voor honderd euro (Bron: VICE)

    Hyperinflatie: Stapels bankbiljetten

    Het lijkt erop alsof het geld rechtstreeks van de bank komt, want bij de stapels van 50 bolivar zit het plastic er nog omheen. Wel zo handig, want dan hoef je de bankbiljetten niet meer te tellen! Als je in Venezuela je euro’s of dollars aanbiedt wordt je geld niet meer geteld in biljetten, maar in stapels geld. De vraag is echter wat je met al dat geld kunt doen…

    Als eerste huurde hij een kamer waar hij een maand in kon verblijven, dat kon voor een bedrag van 9.600 bolivar per maand (€12). Het vinden van een kamer blijkt nog niet zo makkelijk te zijn, want door de waardedaling van het geld wordt de huur eigenlijk steeds goedkoper. Veel eigenaren van vastgoed laten appartementen daarom liever leeg staan dan dat ze er voor steeds minder opbrengst iemand in laten huren. Want als een huurder er eenmaal in zit krijg je hem er niet makkelijk weer uit.

    Vijfsterren hotel voor €10

    De volgende stap was een overnachting boeken in een 5-sterren hotel, met alle denkbare luxe inbegrepen. Dat grapje kostte 7.000 bolivar, een grote som geld voor de meeste mensen in Venezuela. Maar niet als je euro's of dollars hebt, want omgerekend kostte een nachtje in dit luxe hotel niet meer dan €10. Dat was ook ongeveer de prijs die hij betaalde voor een vlucht van 50 minuten richting de hoofdstad Caracas. Daar aangekomen huurde hij voor één dag zijn droomauto, een rode Cadillac convertible uit 1959. Ook dat is niet goedkoop voor de lokale bevolking, maar gelukkig was het huren van deze auto omgerekend niet duurder dan €3.

    i-lived-like-a-king-for-a-month-in-venezuela-on-100-euros-876-body-image-1444840177-size_1000Misschien dacht je dat dat goedkoop is, maar het woord krijgt een compleet nieuwe betekenis als je in Venezuela afrekent bij een benzinestation. Het land beschikt over grote olievoorraden en kan dus zeer goedkoop produceren voor de binnenlandse consumptie. Een liter octaan 95 kost minder dan 0,10 bolivar per liter, terwijl een liter diesel 0,05 bolivar kost. Dat betekent dat je de tank van een oldtimer voor omgerekend 30 eurocent kunt volgooien.

    Met een budget van honderd euro is het geen probleem om een feestje te geven in Venezuela, want een kratje bier met 34 flesjes kost je slechts 10 bolivar. Dat is omgerekend ongeveer 13 eurocent. Voor de prijs van een biertje in een kroeg in Nederland krijg je in Venezuela bijna twintig kratten bier. Met de laatste euro's die hij had bezocht hij een aantal luxe restaurants (€1,80 per keer) en de massagesalon (€2,5 per keer).

    i-lived-like-a-king-for-a-month-in-venezuela-on-100-euros-876-body-image-1444729608-size_1000

    Met het grootste bankbiljet koop je een kleine tube chocoladepasta (Bron: VICE)

    Conclusie

    Als buitenlander kun je jezelf dus voor een schijntje alle luxe permitteren, terwijl de lokale bevolking bij de supermarkt in de rij moet staan voor een schaars aanbod van de meest noodzakelijke producten. In de Weimar Republiek was dat niet anders, zoals Adam Fergusson beschrijft in zijn boek 'When Money Dies'. Slimme buitenlandse handelaren kochten voor een schijntje alle weelde op. Antieke meubels, kleden, schilderijen en piano's, maar ook complete huizenblokken, werden voor een absolute bodemprijs opgekocht door buitenlanders. Ze betaalden met datgene wat nog wel waarde had, zoals Amerikaanse dollars en goud.

    De vrees voor een hyperinflatie leeft in ons land minder sterk, om de simpele reden dat wij het zelf nooit van dichtbij ervaren hebben. Maar als er valutacrisis uitbreekt weet je dat het te laat is om goud te kopen.

  • Chinezen kopen olieveld in Texas

    De Chinese onderneming Xinchao Shiye is van plan een olieveld in de Verenigde Staten over te nemen. Het beursgenoteerde bedrijf heeft een intentieverklaring ondertekend om het olieveld voor een bedrag van 8,3 miljard yuan over te nemen, dat is omgerekend ongeveer $1,3 miljard. Het veld ligt in de staat Texas, om precies te zijn op het grondgebied van Howard en Borden. De Chinezen nemen de exploitatie over van Tall City Exploration en Plymouth Petroleum.

    oil-field

    Chinees bedrijf koopt olieveld in Texas

  • Grafiek: Stimuleringsprogramma ECB in perspectief

    Eerder deze maand zei Vitor Constancio van de ECB nog dat de centrale bank voldoende ruimte heeft haar stimuleringsprogramma uit te breiden, omdat hun stimuleringsprogramma van €60 miljard per maand nog steeds relatief klein is in vergelijking met dat van andere centrale banken als de Federal Reserve, de Bank of England en de Bank of Japan. Ook Mario Draghi hint naar extra monetaire stimulering, want in de toelichting op het rentebesluit van afgelopen donderdag liet hij weten dat de ECB bereid is het stimuleringsprogramma uit te breiden of te verlengen.

    De ECB neemt pas in december officieel een besluit, maar de markt verwacht nu al dat die extra stimulering er gaan komen. Er wordt al gesproken over een uitbreiding van €60 naar €80 miljard per maand. Daardoor dook de euro tot beneden de $1,10 ten opzichte van de dollar en steeg de goudprijs in euro’s naar het hoogste niveau in ruim drie maanden. De volgende grafiek laat in één oogopslag zien dat de Europese centrale bank relatief lang gewacht heeft met stimulering, want de lijn begint pas sinds het begin van dit jaar weer op te lopen.

    balance-sheet-growth

    ECB heeft nog veel ruimte om stimuleringsprogramma uit te breiden (Bron: Bloomberg, via twitter)

    Voetnoot: Merk op dat het balanstotaal van de ECB in 2013 en 2014 daalde, terwijl dat van andere centrale banken steeg of gelijk bleef. Dat komt door de afwikkeling van het LTRO programma en de daling van de goudprijs. De goudvoorraad van het Eurosysteem (bijna 11.000 ton) wordt ieder kwartaal tegen marktwaarde op de balans gezet. Het balanstotaal groeide in 2011 en 2012 dus mee met de stijgende goudprijs, terwijl die in 2013 en 2014 weer in een dalende trend kwam. Om dit in het juiste perspectief te plaatsen: In september 2011 bereikte de goudvoorraad de hoogste waardering, toen stond het gelijk aan 68% van de totale reserves van de ECB.

  • Column: Overlevingseconomie?

    Het heuvelland van Valkenburg was op deze zomerse dag in topvorm. Prachtig weer, veel groen, mooie doorkijkjes op de Geul en op kastelen, en alleen maar tevreden mensen die al wandelend genoten van deze mooie ervaringen. Vrienden die de streek niet kenden vergeleken het met het stroomgebied van de Loire. Mooier compliment is er niet, dacht ik zo.

    En het was nog voor niks ook, je hoefde voor al dat prachtigs niet te betalen. Dat wil zeggen, je moest er wel naar toe reizen, dat kost wat, zeker als je uit Holland komt. De koffie en vlaai waren ook niet gratis. En al dat moois was ook te danken aan de gemeentelijke en provinciale overheden die er zorg voor dragen. En aan private instellingen als de Vereniging Natuurmonumenten die in dit gebied een van de kastelen, Genhoes, onder haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Die moeten ook aan hun geld komen, vandaar het betalen van belastingen en het jaarlijks doneren. Kortom, voor niets gaat de zon op, ook op deze mooie dag. Maar eventjes toch dat geluksgevoelletje dat je ervan kon genieten zonder entree, het ging niet om geld maar om mens en natuur.

    Oorlogstijd

    Vanaf de Betsy Perk bank (wie kent haar niet, deze 19de-eeuwse voorvechtster van vrouwenrechten) daalden wij af naar Valkenburg. Wij passeerden het gehucht Euverem. Uit de verte zag ik de boerderij waar ik als kind ben geweest. Het was 1943, denk ik, midden in oorlogstijd. Mijn vader was door de Duitsers gevangen gezet. Ik mocht mee met oudere broer en zussen om bij die boerderij melk te halen. Moest er voor betaald worden?, ik heb geen idee. Duidelijk was dat wij melk kregen. En dat was natuurlijk van levensbelang, kan ik achteraf zeggen. Want hoe konden wij die moeilijke tijd overleven? Natuurlijk, wij woonden niet in Holland waar later de mensen die verschrikkelijke Hongerwinter ondergingen. Maar toch, mijn moeder stond er alleen voor, hoe deed zij dat? Ik herinner mij nog haarfijn beelden van dat in die tijd mensen vanuit de parochie ons hielpen. En ongetwijfeld zullen er buren en vrienden zijn geweest die ook hun steentje bijdroegen. Ik vermoed dat dat gebeurde in natura, dat mijn moeder geen geld kreeg. Trouwens, misschien hadden mijn ouders ergens nog wat geld liggen en dat wij daarmee bijvoorbeeld de melk van die boeren in Euverem betaalden.

    Hoe dan ook, al wandelend kwamen allerlei herinneringen uit die oorlogstijd weer boven. En daarmee ook vragen over hoe Nederland economisch gezien bleef draaien. Met de komst van de Duitsers veranderde de Nederlandse economie niet drastisch. Veranderingen werden geleidelijk aan doorgevoerd. Zo werden steeds meer mannen gedwongen in Duitsland te werk gesteld. Binnen Nederland moest voor Duitsland worden geproduceerd. Steeds meer ook werden voorraden voedsel in beslag genomen om daarmee Duitse soldaten en de Duitse bevolking te voeden. Die maatregelen hadden allerlei gevolgen. Een daarvan was dat er systemen van distributie werden opgezet om het schaarse voedsel te verdelen. Ik herinner mij nog goed dat ik meeging naar de bakker en dat daar, voor mijn gevoel, met bonnen werd betaald in plaats van met geld. Natuurlijk, er werd ook met geld betaald. Maar zonder bonnen geen brood. Niet voor niets pleegde het Nederlandse verzet meerdere malen overvallen op distributiekantoren, of werden valse bonnen gedrukt. Al die concrete veranderingen in ons bestaan betekenden onder meer dat geld minder belangrijk werd. Het ging allereerst om de basale vraag hoe aan brood en melk te komen. Dat je daarbij geholpen werd vanuit netwerken als parochie en buurt. En dat je recht op voedsel minder afhing van geld dan van je evenredig recht op je aandeel in het beschikbare voedsel, vertegenwoordigd door die bonnen. Iets wat tegenwoordig ook wel Aarde-dividend wordt genoemd.

    Er is meer. Dat wij thuis die oorlogsjaren betrekkelijk redelijk zijn doorgekomen heeft ook te maken met een ander verschilpunt met de economie die wij nu kennen. Dat is dat veel meer aan zelfvoorziening werd gedaan. Bijvoorbeeld was het gebruikelijk dat wij een eigen moestuin hadden. Dat was niet uit liefhebberij of zo, het was in de streek waar wij woonden heel normaal. Mede daardoor hadden wij, denk ik, altijd wat te eten. Trouwens, wij hadden ook fruitbomen en bessenstruiken. Achter ons huis had een boer een grote fruitweide waar wij natuurlijk ook van profiteerden. Kleren werden versteld door mijn moeder zelf, er werd zelf gebreid en genaaid. Niet alle kleren natuurlijk. Maar toch, zelfvoorziening behoorde tot ons leven.

    Wat was dat voor soort economie? Het was natuurlijk ook een geldeconomie. Maar dat werd steeds minder relevant naar gelang de oorlog voortduurde. Het werd steeds meer een wat ik gebruikswaarde-economie noem, in navolging van economen als Paul Sweezy. Het ging er allereerst om hoe aan brood en melk te komen, aan groenten, fruit en kleren. Want daarvan kon je leven, niet van geld.

    Ondergang Tilburgse textielindustrie

    Ik heb op verschillende plekken onderzoek gedaan naar overlevingseconomie. Een daarvan ging over overlevingsstrategieën van Tilburgse textielarbeiders en hun gezinnen tijdens de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zoals bekend was Tilburg eeuwenlang een textielstad. Je kon, met enige mitsen en maren, spreken van een monocultuur. Die industrie is praktisch helemaal verdwenen, in betrekkelijk korte tijd, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Die ondergang had allerlei oorzaken, en velerlei gevolgen. Tot die laatste behoorde dat duizenden mensen opeens op straat kwamen te staan. En dat terwijl er bijna geen vervangende werkgelegenheid was. Veel van deze gezinnen kwamen in grote armoede terecht, of ondergingen op zijn minst een flinke inkomensval, ondanks het bestaan van allerlei regelingen van sociale uitkeringen. Ik wilde weten hoe deze gezinnen die moeilijke periode doorkwamen.

    Natuurlijk, op allerlei manieren werd geprobeerd om aan geld te komen. Nieuwe banen waren er meestal niet, gelukkig had je nog de sociale werkplaatsen, en andere regelingen van gesubsidieerde arbeid. Die leidden meestal ook tot inkomensdalingen maar beter iets dan niets. Veel mensen, vooral vrouwen, verdienden bij door thuisarbeid, bijvoorbeeld inpakwerk, desnoods zwart.

    Ook andere vormen van overleving deden zich voor. Er werd veel meer dan vóór deze crisis aan zelfvoorziening gedaan. Het hebben van een volkstuintje werd nu noodzaak in plaats van liefhebberij. Zelf taarten bakken werd meer dan dat je ermee kon pronken bij feesten, want gebak kopen werd te duur. Dat je van je moeder kon leren hoe kleren te naaien en te breien werd meer dan een aardige tijdsbesteding. Het hebben van een buurman die handig was met auto’s repareren kon je veel kosten besparen, zeker ook als jij zelf handig was in timmeren en metselen en daarmee de buurman kon helpen. Terzijde, Tilburg beleefde in die jaren een hausse van zelfbouw of zelfverbouw. Er was een opmerkelijke stijging van de verkoop van brei- en naaimachines.

    Ruileconomie

    Mensen gingen niet alleen meer zelf doen. Er werd ook meer geruild. Kleren werden als ze te klein werden niet weggegooid maar doorgegeven aan anderen. Dat gold zeker voor babykleren en bruidsjurken maar die niet alleen. Tegenwoordig vinden wij kringloop winkels heel normaal. Maar dat kwam pas goed van de grond in die jaren. En uit pure noodzaak, je kon nog een beetje geld maken van je spullen, en voor een zacht prijsje dingen kopen die je hard nodig had. Op kleinere schaal, bijvoorbeeld tussen buren en familieleden, werd geruild. Tegenwoordig spreken wij van deeleconomie als nieuwigheid. Maar in die jaren en trouwens waarschijnlijk altijd wel was delen en ruilen in veel arbeidersfamilies en buurten heel normaal.

    Sociale verbanden waren hierbij dikwijls van strategische betekenis. Het scheelde nogal als je een schoonzoon had die ergens een koelkast voor niets of een zacht prijsje had weten te vinden, want die van jou was nu echt op. Of een moeder die je breien leerde. Familieverbanden werden nu opnieuw van groot belang voor veel praktische en minder praktische zaken des levens. Dat gold ook het hebben van goede vrienden en buren. Het gezegde “liever een goede buur dan een verre vriend” werd nog meer werkelijkheid. En als je je sociale verbanden verwaarloosde dan kon dat gevolgen hebben voor je bestaan.

    Oorlog in El Salvador

    Zelfvoorziening, ruil- en deeleconomie, en de kwaliteit van sociale verbanden kregen bij mij een nog grotere betekenis door een onderzoek in El Salvador. Daar heeft in de jaren tachtig en begin jaren negentig van de vorige eeuw een burgeroorlog gewoed die leidde tot grote ontberingen voor veel mensen. Mijn onderzoek ging over de manier waarop de inwoners van twee dorpen die tijd hadden overleefd. Dat waren dorpen die midden in oorlogsgebied lagen. Alle families die ik heb gesproken, tientallen, hadden mensen verloren in die strijd. Regelmatig moesten zij huis en haard verlaten om iets van veiligheid te hebben, bijvoorbeeld door zich te verstoppen in bossen en grotten of in vluchtelingenkampen. En als zij weer terug konden naar hun dorpen bleek veel vernield of gestolen, en moesten zij weer van voren af aan beginnen. Dat was voor mij de meest intensieve ervaring van wat overleving inhield. Het ging echt om je bestaan. Niet alleen om voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg maar zelfs om de fysieke verdediging met wapens en alles wat daar bij hoort. Het was oorlog in de meest letterlijke betekenis van het woord.

    En dan was opnieuw mijn vraag hoe zij, die boeren en boerinnen, dat hadden gedaan, hoe zij die verschrikkingen hadden overleefd. Uiteraard kwamen de eerder genoemde thema’s boven, maar dan echt existentieel. Je moest voor jezelf zorgen, en ook ruilen en delen met anderen. Dat waren situaties waarin je aan geld weinig tot niets had. Geld kun je niet eten. Dat wil niet zeggen dat geld geen enkele rol speelde. Er bleven verbanden met andere streken en steden, hoe moeizaam ook. En vandaaruit werd er ook gehandeld. Maar hoe langer de oorlog duurde hoe minder dat dat werd. En dan blijkt nog scherper dat het aankomt op vermogens die wij in onze cultuur nauwelijks meer kennen. Wij zijn kwetsbaarder. Bijvoorbeeld was van strategische betekenis dat er mensen waren, meestal ouderen, die wisten welke wortels in het bos je wel kon eten en welke niet, en hoe medicinale planten en kruiden te vinden. En ook hoe je weg te vinden in bossen en grotten. Delen was van absolute betekenis in die omstandigheid. Weinig kon meer voor jezelf blijven, alles werd van iedereen. En als het gaat om sociale verbanden, onder deze omstandigheden moesten die van topkwaliteit zijn, hecht georganiseerd, ook in de formele betekenis van het woord organisatie, dikwijls ook met strakke richtlijnen en gezagsverhoudingen.

    Mad Max en The Hunger Games

    Ik ben een liefhebber van films als Mad Max en The Hunger Games. Ik houd van films, zeker ook van spektakelfilms, als zij goed gemaakt zijn. Maar juist deze twee filmcycli hebben iets wat mij zeer interesseert. Eigenlijk gaan zij over overleving. En dan ook overleving in de meest pure betekenis van het woord. Waarom hebben deze films zo’n grote aantrekkingskracht op zoveel mensen, vooral jongeren? Misschien ook op dezelfde gronden als bij mij. Een van de onderliggende thema’s in deze films is hoe te overleven nadat zich apocalyptische gebeurtenissen hebben afgespeeld. In The Hunger Games gaat het dan om het overleven ondanks de tirannie van totalitaire regimes die in de menselijke geschiedenis hun weerga niet kennen. En bij Mad Max gaat het om overleven nadat grote delen van de aarde verwoest zijn, en groot deel van de mensheid verdwenen. Daarbij wordt gesuggereerd dat dat veroorzaakt is door uitputting van de aarde en daarmee verbonden oorlogen gevoerd met massavernietigingswapens.

    Hoe dan ook, ik zie in deze films geen geld. Ik zie wel de strijd om het naakte bestaan, in de meest brede zin van het woord. En economisch gezien gaat het daarbij om overlevingseconomie. Het gaat in de verste verte niet om vooruitgang zoals wij die onderdeel van ons bestaan hebben gemaakt. Economische groei is een begrip dat onder die omstandigheden ondenkbaar is. Overleving is het enige devies dat het leven leidt. Overigens, ik moet niet overdrijven, de liefde speelt onder alle omstandigheden een rol, mensen blijven verliefd worden. En er valt nog wat te lachen ook. Maar toch, alles onder het banier van hoe te overleven. En dan heb je het over een ander soort van definitie van economie dan wat nu onder de tirannie van het neoliberale denken als economisch gezien wordt.

    Wat dan nog?

    Interessant allemaal, zou je kunnen denken. Maar wat hebben wij, levend in overdaad, daarmee te maken? Hoe zo overleven? Het gaat toch goed? Natuurlijk zijn er veel problemen. Maar die lossen wij wel op met de nodige nieuwe technologie en zo, de markt doet haar werk, toch? Ik vraag mij dat af, in alle ernst. Daarover een volgende keer.

    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.

  • Reactie Ons Geld op “Afdeling ‘geldschepping’ bestaat niet bij bank”

    Door: Martijn Jeroen van der Linden, 21 oktober 2015

    In een recent artikel bij FD stelt de heer Boonstra terecht dat commerciële banken geldscheppende instellingen zijn. Als een bank krediet verleent komt daardoor meer giraal geld in omloop. Ook merkt Boonstra op dat dit geen nieuw inzicht is. Dit klopt.

    Echter, diverse economen beweren dat veel economieboeken geld(creatie) en bankieren vaak onnauwkeurig, en zelfs onjuist beschrijven (o.a. Goodhart (1984), Turner (2013), Coe & Pettifor (2014), Werner (2014) en Turner (2015).

    Vorig jaar bevestigde ook de Bank of England dit:

    “rather than banks lending out deposits that are placed with them, the act of lending creates deposits — the reverse of the sequence typically described in textbooks” (McLeay e.a. 2014).

    Misverstanden

    Vervolgens stelt de heer Boonstra dat er veel misverstanden zijn. Ook dit klopt. Verschillende onderzoek (Cobden 2010, Dods 2014, Nietlisbach 2015) tonen aan dat financiële geletterdheid laag is in Europese landen. Zo denkt 73% van de Zwitsers ten onrechte dat de Zwitserse staat en/of centrale bank al het geld creëert en weet slechts 12% van de Britse parlementsleden dat bankleningen nieuw geld creëren, 71% denkt ten onrechte dat de overheid al het geld schept. Er zijn geen aanwijzingen dat financiële geletterdheid in Nederland en andere Europese landen hoger is.

    Dan stelt de heer Boonstra dat banken een passieve rol spelen in het geldscheppingsproces. Dit is twijfelachtig. Het klopt dat het geldschepping begint met vraag naar geld. Maar in welke mate wordt deze vraag gestimuleerd door winst maximaliserende banken? Accountmanagers bij banken worden bijvoorbeeld vaak beloond op basis van verkochte kredieten. Er is dus wel degelijk een drang om (te veel) kredieten te verstrekken.

    geld-euro

    Uit onderzoek blijkt dat er de afgelopen decennia met name geld gecreëerd is uit krediet voor niet-productieve investeringen, zoals huizen en financiële activa. De geldhoeveelheid ademde dus niet mee met de economie, zoals de heer Boonstra stelt. Inflatie in huizenprijzen en aandelenkoersen is de norm geworden. In de 21ste eeuw dwingt digitalisering ons geld, krediet en bankieren opnieuw te overdenken. In het industriële tijdperk was bankieren vrij simpel. Banken financierden kapitaalintensieve lange termijn projecten en overbrugden mismatches tussen spaarders en leners. Overheden zorgden voor regelgeving en implementeerden depositogarantiestelsels om bank runs te voorkomen. Krediet was immobiel, geld was grotendeels chartaal (cash) en bankbalansen waren simpel. De digitale revolutie heeft dit veranderd. Kredieten worden tegenwoordig op grote schaal verknipt, verpakt en verhandeld en zijn daardoor zeer mobiel. Geld is grotendeels giraal. En bankbalansen zijn complex. Bankieren is losgemaakt van afzonderlijke bankbalansen. Hierdoor wordt toezicht steeds complexer en is toezicht op bijvoorbeeld kapitaalratio’s niet langer zinvol.

    Burgerinitiatief Ons Geld

    onsgeld-teaserBurgerinitiatief Ons Geld stelt voor gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT en digitalisering bieden en het geldsysteem en kredietsysteem van elkaar te splitsen. In het verleden hebben zowel vrije-markteconomen als meer staat-georiënteerde economen op basis van economische argumenten hetzelfde voorgesteld (o.a. Irving Fischer en Milton Friedman; zie Lainà (2015) voor historisch overzicht). In de jaren na de beurscrash van 1929 stond monetaire hervorming zelfs hoog op de politieke agenda in de Verenigde Staten. Onder andere door bestuurlijke blunders, een slecht geïnformeerd publiek en bankenlobby werd in 1933 echter gekozen voor de Glass-Steagall Act (Phillips, 1992). Wij denken dat in de 21ste eeuw door een vierde macht uitgegeven digitaal chartaal geld kansen biedt en wij zijn hierin niet alleen. De Bank of England onderzoekt momenteel central-bank issued digital currency en een mogelijke transitie van credit-based money naar token-based money. Burgerinitiatief Ons Geld pleit voor actie en stelt voor schuldvrij geld te introduceren en banken een intermediërende rol te geven. Onderzoek van onder andere Yamaguchi (2011), Benes & Kumhof (2012, 2013) en de Vries & van Egmond (2014) laat zien dat dergelijke hervorming niet alleen leidt tot grotere stabiliteit, maar ook tot een afname van publieke en private schulden en productiviteitsgroei. Bovendien kan het depositogarantiestelsel worden afgeschaft. Tot slot, de heer Boonstra merkt terecht op dat de afdeling geldschepping niet bestaat bij banken. Hierdoor is er momenteel geen coördinatie. Burgerinitiatief Ons Geld vindt dit problematisch en stelt dat coördinatie juist nodig is om prijsstabiliteit, in onze ogen een publiek goed, te realiseren. Martijn Jeroen van der Linden Onderzoeker en promovendus TU Delft/ Economie van Technologie & Informatie, mede-initiatiefnemer burgerinitiatief Ons Geld. Bron: Ons Geld

    Referenties

  • Beleggers voegen $393 miljoen toe aan goud-ETF’s

    Door de stijging van de goudprijs tonen Amerikaanse beleggers weer belangstelling voor het gele metaal, want in de eerste twintig dagen van oktober voegden zij in totaal $393 miljoen aan hun positie in goud-ETF’s toe. Dat is de grootste toename sinds februari, toen beleggers voor ongeveer $700 miljoen goud kochten via zogeheten exchange traded funds.

    Afgelopen zomer bereikte de goudkoers in dollars nog het laagste niveau in vijf jaar tijd en was het sentiment nog vrij negatief. In de aanloop naar de verwachte renteverhoging van de Amerikaanse centrale bank in september verkleinden beleggers hun positie in goud, maar toen duidelijk werd dat de Federal Reserve de rente toch niet verhoogde besloten beleggers hun positie weer uit te breiden.

    us-gold-etf-inflow

    Amerikaanse beleggers stappen weer in goud (Bron: Bloomberg)

  • Credit Suisse verlaat Europese obligatiemarkt

    Credit Suisse verlaat Europese obligatiemarkt

    De Zwitserse bank Credit Suisse wil niet langer meedoen aan de veiling van Europese en Britse staatsobligaties, zo schrijft Bloomberg. De bank verlegt haar focus en wil daarom niet meer als ‘primary dealer’ optreden op de obligatiemarkt. Ook zou de bank te weinig verdienen aan het inkopen en doorverkopen van het schuldpapier.

    “Dit is een ingrijpende stap voor Credit Suisse en een stap terug voor de liquiditeit van de obligatiemarkt. Waarschijnlijk doet de bank dit om de kosten en hoeveelheid kapitaal in de obligatiemarkt terug te dringen. Ik hoop dat dit niet een voorbode is voor wat ons nog meer te wachten staat in de obligatiemarkt”, zo verklaarde analist Christopher Wheeler van Atlantic Equities tegenover Bloomberg.

    Alle grote banken in de wereld verkleinen hun activiteiten op de obligatiemarkt om te kunnen voldoen aan de strengere kapitaaleisen van het Basel comité. Door de financiële crisis zijn de regels waar banken aan moeten voldoen behoorlijk aangescherpt, maar dat heeft ook tot gevolg gehad dat banken minder obligaties in de boeken kunnen hebben. Zeker voor de kleinere banken is het daardoor minder interessant geworden om als primary dealer voor de obligatiemarkt op te treden.

    De volledige versie van dit artikel verscheen eerder op een partner blog.

  • Kapitaal verlaat Amerikaanse aandelenmarkt

    Sinds 2009 zijn de aandelenkoersen in de Verenigde Staten sterk gestegen, maar dat wil niet zeggen dat steeds meer beleggers hun vermogen in aandelen stoppen. Het tegendeel blijkt waar te zijn, want over de afgelopen tien jaar haalden beleggers netto juist $260 miljard weg uit de aandelenmarkt.

    In een nieuwsbrief aan beleggers schrijft Binky Chadha, analist van Deutsche Bank, over de drie grote vermogensverschuivingen van de afgelopen jaren. Dat was achtereenvolgens de kapitaalvlucht uit aandelen richting obligaties, uit opkomende terug naar ontwikkelde markten en uit de Amerikaanse aandelenmarkt richting Europese en Japanse aandelen.

    De volledige versie van dit artikel verscheen eerder op een partner blog.

    equity-flows-us

    Kapitaal stroomt al jaren weg uit Amerikaanse aandelenmarkt (Bron: Business Insider)

  • Deutsche Bank: “Centrale banken kunnen rente verder verlagen”

    Deutsche Bank: “Centrale banken kunnen rente verder verlagen”

    deutsche-bankVolgens analisten van Deutsche Bank hebben centrale banken nog voldoende speelruimte om de rente te verlagen, zelfs nu deze in veel gevallen al dicht bij de nul procent ligt. De eerste experimenten met een negatieve rente hebben volgens de bank bewezen dat de ondergens nog niet bereikt is en dat centrale banken speelruimte hebben om de rente nog verder te verlagen.

    In theorie kan een negatieve rente de economie stimuleren, omdat het daardoor goedkoper kan worden om geld te lenen. Daardoor zal in theorie de vraag naar kredieten bij huishoudens en bedrijven kunnen toenemen, waardoor de consumentenbestedingen en bedrijfsinvesteringen aantrekken. Tegelijkertijd wordt sparen minder aantrekkelijk, omdat banken de kosten van een negatieve rente zullen doorberekenen aan spaarders. Centrale banken kunnen dus de rente nog verder verlagen, maar heeft dat eigenlijk nog wel nut?

  • Goudprijs stijgt door rentebesluit ECB

    Sinds het rentebesluit van de ECB is de goudprijs al met 2,5% gestegen. Op het moment van schrijven staat de koers boven de €34.000 per kilo, dat is omgerekend ruim €1.057 per troy ounce. De prijsstijging is vrijwel volledig te verklaren door de waardedaling van de euro, want in dollars steeg de prijs van goud slechts met 0,1%. Door dit wisselkoerseffect steeg de zilverkoers naar bijna €460 per kilo, het hoogste niveau in ruim drie maanden tijd.

    Edelmetalen blijken een goede bescherming te bieden tegen een waardedaling van de munt. Een zwakkere euro vermindert de koopkracht van spaartegoeden in deze munt, maar het verhoogt de koopkracht van goud en zilver. Wordt de euro juist sterker, dan zien we het omgekeerde effect. Door een deel van je vermogen in edelmetalen aan te houden kun je je spaargeld dus beschermen tegen valutarisico.

    goudprijs-22okt2015

    Goudprijs stijgt 2,5% na rentebesluit ECB (Bron: Goudstandaard)

    Uitbreiding stimuleringsprogramma?

    ECB-president Draghi zei in de toelichting op het rentebesluit dat er mogelijkheden zijn om de duur, de omvang en de samenstelling van het stimuleringsprogramma aan te passen. Het opkoopprogramma wordt pas in december geëvalueerd door de centrale bank, maar de markt anticipeert nu al op een verdere uitbreiding van het opkoopprogramma van €60 miljard per maand. Op de valutamarkt ging de euro hard onderuit, want de wisselkoers ten opzichte van de dollar zakte van $1,13 terug naar $1,11.

    eur-usd-22okt2015

    Rentebesluit ECB zet euro flink lager (Grafiek van Yahoo Finance)

    Inflatie

    Draghi liet weten dat de centrale bank zegt te streven naar een inflatie van dicht bij de 2% op de middellange termijn. Dat terwijl de inflatie in de eurozone als gevolg van de dalende grondstofprijzen en dalende olieprijs momenteel juist om dreigt te slaan in deflatie. En dat is volgens Draghi zeer onwenselijk, omdat het aflossen van schulden daardoor bemoeilijkt wordt.

    euro-area-inflation-cpi

    Inflatie in de Eurozone blijft dalen (Bron: Tradingeconomics)

  • Oostenrijk brengt helft goudvoorraad naar eigen land

    Deze week sprak Daniela Cambone van Kitco tijdens de jaarlijkse LBMA conferentie met de directeur van de Oostenrijkse centrale bank, Peter Mooslechner, over de repatriëring van de Oostenrijkse goudvoorraad en over de rol van goud op de balans van de centrale bank.

    Mooslechner legt uit dat het goud met de komst van het eurosysteem een vrij passieve rol heeft gekregen, omdat het monetair beleid sindsdien in hoofdlijnen bepaald wordt door de ECB. Ook laat hij weten dat Oostenrijk geen intenties heeft om goud te kopen of te verkopen. De centrale bank is van plan een groter deel van de goudvoorraad van de Bank of England naar de eigen centrale bank en naar Zwitserland over te plaatsen. Dat moet de komende vijf jaar gebeuren.

    kitco-mooslechner

    Mooslechner: “Helft goudvoorraad Oostenrijk binnen vijf jaar in eigen land”