Het economische zwaartepunt in de wereld verschuift naar het Euraziatische continent en daarmee worden veel oude handelsroutes nieuw leven ingeblazen. Liepen de belangrijkste handelsroutes in de twintigste eeuw voornamelijk over zee, in deze eeuw spelen ook wegen en spoorverbindingen over land een belangrijke rol.
In deze transitie neemt China als grootste exporteur ter wereld de leiding, want met de aankondiging van het ‘Belt and Road’ programma en de oprichting van de Asian Infrastructure and Investment Bank werken tientallen landen samen aan het verbeteren van handelsroutes tussen Europa, Centraal-Azië, het Verre Oosten en het Midden-Oosten.
De website Reconnecting Asia heeft alle projecten die verband houden met de nieuwe Zijderoute in kaart gebracht. Letterlijk, want op hun website vinden we een interessante wereldkaart die precies laat zien waar de komende jaren nieuwe wegen, spoorlijnen en havens gebouwd zullen worden. Ook vinden we op deze website de verschillende interpretaties van de Zijderoute, waaronder die van Rusland, China, India, Iran en Turkije. Een interessante site om eens te bekijken.
De landen die deelnemen aan de Silk Road moeten hun eigen valuta gebruiken om grote infrastructurele projecten te financieren, aldus de gouverneur van de Chinese centrale bank, Zhou Xiaochuan. In het financiële tijdschrift China Finance schrijft hij dat landen op deze manier het wisselkoersrisico kunnen verkleinen en de financiële stabiliteit in eigen land kunnen verbeteren.
Het Silk Road project is een grootschalig initiatief waar tientallen landen op het Euraziatische continent aan deelnemen. Doel van dit project is om China met de rest van Azië en Europa te verbinden, onder andere door nieuwe investeringen in spoorwegen, snelwegen, havens en pijpleidingen voor transport van olie en gas.
Silk Road verbindt China met rest van Azië en Europa
Miljardeninvestering voor Silk Road
Voor de financiering van dit soort projecten richtte China de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) op, waar verschillende Aziatische en Europese landen zich bij hebben aangesloten. Deze investeringsbank kan samen met de China Development Bank diverse nieuwe projecten financieren, maar als het aan Zhou Xiaochuan ligt zijn er ook veel mogelijkheden om private investeerders bij dit project te betrekken.
Met deze boodschap wil de gouverneur van de Chinese centrale bank de verschillende landen aansporen om hun afhankelijkheid van de dollar te verkleinen. De timing is niet toevallig, want op 14 en 15 mei komen de wereldleiders van 28 verschillende landen in Beijing bijeen om de aanleg van de Silk Road te bespreken. Volgens schattingen van Credit Suisse zal er de komende vijf jaar in totaal $500 miljard geïnvesteerd worden in dit Chinese project. Die investeringen komen uit maar liefst 62 verschillende landen.
Op 1 januari is de eerste Chinese goederentrein richting Londen vertrokken, een belangrijke mijlpaal in het ‘Silk Road’ project van de Chinese premier Xi Jinping. De trein legt in achttien dagen een afstand van meer dan 12.000 kilometer af en zal onderweg door tien verschillende Europese landen en vijftien grote steden komen, zo schrijft de China Railway Corporation in haar persbericht.
Londen is de vijftiende Europese stad die wordt aangesloten op het Chinese ‘Silk Road’ netwerk van goederentreinen. De komende jaren investeren China en haar handelspartners via de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) miljarden in de aanleg van nieuwe wegen, spoorwegen en havens die het goederenvervoer over land een impuls kunnen geven en die Europa, Afrika en het Midden-Oosten beter bereikbaar maken voor goederentreinen uit China.
Silk Road
China heeft $40 miljard opzij gezet voor de aanleg van nieuwe wegen en spoorwegen. Met alle Chinese handelspartners op het Europese continent erbij kan er de komende tien jaar zelfs $2,5 biljoen geïnvesteerd worden om het goederenvervoer over land te verbeteren. Met deze investeringen kunnen goederentreinen binnen vijftien dagen de reis van China naar Europa maken. Dat is twee keer zo snel als goederenvervoer over zee, want een containerschip doet ongeveer een maand over om vanuit China de haven van Rotterdam te bereiken.
Kazachstan investeert in spoorlijnen en andere infrastructuur om meer containers van China naar Europa te kunnen transporteren, zo schrijft de Astana Times. Volgens de Kazakse ministerie van Investeringen en Ontwikkeling, Zhenis Kassymbek, moet het goederenvervoer over het spoor op deze manier groeien naar in totaal 800.000 containers tussen nu en het jaar 2020.
“Al onze projecten, logistieke plannen en transportactiviteiten hangen samen met het Silk Road Economic Belt programma en creëren de gunstige condities voor de ontwikkeling van transcontinentale internationale handelsroutes. We proberen synergie te bereiken met deze ontwikkelingsprogramma’s. Dit geeft een extra impuls aan de heropleving van de oude zijderoute”, zo concludeerde Kassymbek.
In de eerste negen maanden van dit jaar heeft Kazachstan 66.000 containers over de handelsroute van China naar Europa getransporteerd. Dat was een verdubbeling van de hoeveelheid goederen ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar. Het doel is om in 2020 in totaal 800.000 containers vervoerd te hebben over de Silk Road handelsroute.
Meer investeringen in de Silk Road
Om deze doelstelling te realiseren verdubbelt Kazachstan het aantal spoorlijnen op het traject tussen Almaty en Shu. Ook worden er nieuwe terminals aangelegd in Kuryk, nabij de Kaspische Zee. Daar worden containers per schip overgebracht en verder vervoerd richting Europa. “We verwachten een toename in het goederenvervoer van Oost naar West”, zo concludeerde de minister.
Momenteel vindt ongeveer 90% van het wereldwijde goederenvervoer plaats over zee, maar als het aan China en haar Euraziatische handelspartners ligt zal de focus de komende jaren meer verschuiven richting transport over land. Dat vereist nieuwe investeringen in snelwegen, spoorlijnen en pijpleidingen, waarvoor China twee jaar geleden de Asian Infrastructure and Investment Bank lanceerde. Dit initiatief werd gelijk door tientallen landen omarmd.
Afgelopen zaterdag is de eerste goederentrein uit China in Letland aangekomen, waarmee een nieuwe mijlpaal in de economische betrekkingen tussen beide landen is neergezet. De trein was op 20 oktober met 84 containers vertrokken vanuit het oosten van China en legde een afstand van meer dan 11.000 kilometer af richting de Letse hoofdstad Riga. Daar werd de trein na een reis van ruim twee weken met groot applaus onthaald door een delegatie van de regering, spoorwegpersoneel en journalisten. Tijdens de ceremonie knipten vertegenwoordigers van China en Letland een rood lint door met een gouden schaar.
De goederentrein vervoerde kleine decoratieve objecten en souvenirs, bestemd voor verschillende Oost-Europese en Scandinavische landen. Binnen drie dagen zullen deze goederen allemaal op de plek van bestemming aankomen, zo verzekerde de plaatsvervangende burgemeester van de Chinese stad Yiwu, Xiong Tao, tijdens de ceremonie in Riga.
Euraziatische handelsroutes
Letland is de eerste van de drie Baltische staten die verbonden is met de China Railway Express, de verzamelnaam voor alle spoorwegen die China met Europa verbinden. Het plan om een goederentrein vanuit China naar Letland te laten rijden kwam in juli ter sprake, toen de Letse minister van transport op bezoek was in China. Hij was dan ook trots dat het project binnen drie maanden gerealiseerd kon worden.
"Letland fungeert als een poort naar Europa vanwege onze geografische locatie en China opent voor ons de poort naar Azië. Wat we vandaag zien is een goed voorbeeld van onze samenwerking op dit gebied. Als mensen willen samenwerken en als dezelfde ideeën nastreven, dan kunnen grootste resultaten bereikt worden."
De trans-Euraziatische goederentreinen vertegenwoordigen volgens He Lifeng van de China's National Development and Reform Commission een "nieuw organisatiemodel van het internationaal goederenvervoer", dat past bij de toegenomen onderlinge handel en investeringen tussen China en Europa.
Sinds de lancering van het Belt and Road initiatief hebben meer dan 2.000 goederentreinen via veertig verschillende routes de weg van China naar Europa afgelegd. Met de oprichting van de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) heeft China tientallen landen op het Euraziatisch continent bijeengebracht om de oude handelsroutes tussen Europa en China nieuw leven in te blazen. Dat heeft betrekking op de aanleg van nieuwe snelwegen, spoorlijnen, havens en bruggen, maar ook op de ontwikkeling van nieuwe scheepvaartroutes en transportverbindingen voor olie en gas.
Lees meer:
Iran en China hebben een overeenkomst getekend die groen licht geeft voor de Silk Road, de nieuwe handelsroute van China naar Europa. Deze overeenkomst geeft China de bevoegdheid het grondgebied van Iran gebruiken om goederen naar Europa en Rusland te transporteren. Het Perzische land is vanwege haar strategische ligging een belangrijke schakel in het Silk Road Economic Belt project.
Deze overeenkomst stelt China in staat goederen per schip te transporteren naar de havens in het zuiden van Iran, waarna deze over land verder vervoerd kunnen worden richting Europa. Dat kan via Turkije en Griekenland, maar ook via Azerbeidzjan en Georgië.
Interessant in dit perspectief is de nieuwe brug die Rusland momenteel aanlegt over de Straat van Kertsj bij Krim, waarmee een snellere transportroute ontstaat richting Europa.
Silk Road Economic Belt
In 2013 kondigde de Chinese president Xi Jinping het nieuwe ‘Silk Road Economic Belt’ en de maritieme Silk Road aan, een groot project om de oude handelsroutes richting Europa en Afrika nieuw leven in te blazen. Door miljarden te investeren in nieuwe wegen, spoorlijnen, havens en vliegvelden wil China minder afhankelijk worden van handelsroutes over zee en meer profiteren van snellere verbindingen over land.
De ‘Silk Road Economic Belt’ is de verzamelnaam voor een reeks van infrastructurele projecten in een groot aantal verschillende landen. Om deze projecten in goede banen te leiden lanceerde China de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), een initiatief waar tientallen Europese en Aziatische landen zich meteen bij aansloten.
China timmert hard aan de weg met de Silk Road en het ‘One Belt One Road’ initiatief. De volgende kaart laat zien waar de belangrijkste handelsroutes van de 21e eeuw lopen en waar de Aziatische investeringsbank (of Euraziatische investeringsbank, gezien het aantal Europese landen dat meedoet) nog gaat investeren in nieuwe wegen, spoorlijnen, havens en pijpleidingen voor olie en gas. De opmars van het Euraziatische handelsblok is niet meer te stoppen, gezien de politieke wilskracht van de deelnemende landen. Klik op de kaart voor een grotere versie.
China wil met het Silk Road project de handel op het Euraziatisch continent bevorderen en landen dichter bij elkaar brengen. Een nobel initiatief, waar tientallen landen zich inmiddels bij aangesloten hebben. Met miljardeninvesteringen in spoorlijnen kan China veel sneller goederen naar Europa transporteren dan via de handelsroutes over zee. Maar ook andere landen op de route, zeker de landen die geen rechtstreekse aansluiting hebben op de bekende handelsroutes over zee, kunnen profiteren van het ambitieuze Silk Road project.
De Financial Times legde een gedeelte van de nieuwe handelsroute af en maakte daar de volgende reportage van.
Meer dan dertig landen wachten op goedkeuring voor deelname aan de Chinese investeringsbank, nadat eerder al 57 landen zich bij deze Asian Infrastructure and Investment Bank (AIIB) hadden aangesloten. Daarmee is de AIIB, die twee jaar geleden door de Chinese president Xi Jinping in het leven geroepen werd, een groot internationaal succes gebleken.
Zelfs trouwe bondgenoten van de Verenigde Staten, zoals Australië, Groot-Brittannië, Duitsland, Nederlanden en tal van anderen hadden niet veel tijd nodig om lidmaatschap van de investeringsbank aan te vragen.
De president van de AIIB, Jin Liqun, wilde niet zeggen welke landen in de tweede ronde een lidmaatschap hebben aangevraagd. “We hebben nog meer dan dertig landen op de wachtlijst staan die heel graag willen meedoen”, dat was het enige wat Liqun afgelopen vrijdag kon melden. De investeringsbank is op dit moment bezig met de acceptatie van de nieuwe aanmeldingen.
Chinese investeringsbank
De Chinese investeringsbank is opgericht om gezamenlijk te investeren in nieuwe Euraziatische handelsroutes, zoals spoorlijnen, snelwegen en havens. Het doel van deze investeringen is om de handel en samenwerking tussen China, Rusland, Europa en het Midden-Oosten te bevorderen en minder afhankelijk te zijn van bestaande handelsroutes over zee.
Volgens China is de investeringsbank niet opgericht om haar invloedssfeer in de rest van de wereld uit te breiden. Centraal staat het ontwikkelen van de infrastructuur en het stimuleren van het internationale handelsverkeer, waar alle deelnemers hun bijdrage aan zullen leveren.
Lees ook:
De ECB pleegt met haar monetaire beleid een aanslag op de integriteit van het financiële systeem. Dat zei Nout Wellink, voormalig president van de Nederlandsche Bank, in een gesprek met Willem Middelkoop voor Café Weltschmerz. Volgens Wellink rammelt het beleid van de ECB aan alle kanten en is het stimuleringsprogramma uitermate disproportioneel.
Naast het beleid van de ECB bespreken de heren ook de geopolitieke ontwikkelingen in de wereld, de opkomst van China als nieuwe economische grootmacht, de nieuwe Zijderoute en de veranderingen in het monetaire en financiële systeem. Ook geeft Wellink in de laatste tien minuten twee mooie anekdotes over goud. De video duurt ruim 53 minuten en is hieronder te bekijken. Onder de video hebben we het interview in hoofdlijnen uitgeschreven.
Over geopolitiek
“Wat ik een van de meest fascinerende dingen vindt is dat China zich aan het herhalen is. Je ziet dat de Chinezen bewust bezig zijn de oude zijderoute te herstellen. Ze steunen de opbouw van infrastructuur in landen rondom de oude zijderoute. Ze gaan daardoor een economische zone creëren van 3, 4, 5 miljard mensen. Wat ze in China zelf doen is de knooppunten van de zijderoute aansluiten op ontwikkelingsplannen in het Chinese binnenland. Dat is het strategische denken van China.
In Afrika zie je bijvoorbeeld veel Chinezen die betrokken zijn bij infrastructurele projecten. In wezen doen zij hetzelfde wat wij in het verleden gedaan hebben. En het is ook in het belang van die landen, als je de plannen ziet die ze hebben ten aanzien van de zijderoute, dan zie je dat daar inderdaad bruggen bouwen en wegen aanleggen, waardoor die landen zich ook versneld kunnen ontwikkelen.”
Middelkoop: Maar voor de Zijderoute moet je ook Rusland erbij betrekken en dat willen de Verenigde Staten niet…?
“Uiteindelijk is het beter als we allemaal met elkaar samen gaan werken. Maar dan praat je over geopolitiek en dat is niet helemaal mijn vak… Wat ik wel waarneem is dat je aan de ene kant de samenwerking ziet tussen de Russen en de Chinezen, maar dat aan de andere kant weten we ook dat de Russen niet de grootste vrienden van de Chinezen zijn. Ze kunnen elkaar nu goed gebruiken, maar je hoeft maar terug te gaan tot voor de voor de Tweede Wereldoorlog, toen de Russische vloot in de Chinese wateren lag.
Wat er eigenlijk aan het gebeuren is, en wat ik zeer betreur, is dat de Amerikanen niet aan de Aziatische investeringsbank willen meewerken. De Chinezen wilden ze er bij hebben en de Amerikaanse regering volgens mij ook, maar het Congres heeft het geblokkeerd. Nu gaat China een economisch gebied creëren dat zo groot is ze de Amerikanen in de verdere toekomst maar in betrekkelijke mate nodig hebben.
Wat je ook ziet is dat de Chinezen zich richten op Latijns-Amerika. Vanuit de Westerse kant bekeken denk ik dat het niet zo verstandig is geweest van de Amerikanen om zich hier te isoleren, want uiteindelijk is het zo dat de omvang van een economie op de lange termijn wordt bepaald door de omvang van je bevolking. Dat zijn de Chinezen op een gegeven moment vijf keer zo groot als de Amerikanen.”
“Het grote bezwaar van China is dat ze geen evenredig stem hebben in het monetaire stelsel, als we kijken naar het IMF dan is het nog steeds zo dat Amerika met haar veto alles kan blokkeren. China komt daar nauwelijks aan de bak.
Als je dan kijkt naar de omvang van dit land… Ik was voorzitter van de BIS in Basel, komende uit een land dat maar 1% van de wereldeconomie vertegenwoordigde. In de Raad van Bestuur van de BIS was China niet vertegenwoordigd!
Ik heb me er in die periode sterk voor gemaakt, en dat lag politiek moeilijk in de Verenigde Staten, voor een lidmaatschap van China. Uiteindelijk is dat met veel moeite gelukt. Naderhand heb ik me sterk gemaakt voor het lidmaatschap van China in het Basels comité, daar waren ze ook geen lid van.
Het is te gek voor worden dat als je in een (financieel) integrerende wereld zit je zo’n belangrijke partner niet een stem wilt geven. Daar hebben de Chinezen groot gelijk in.”
Over de SDR
“Het is onbegrijpelijk dat de VS niet aanwezig waren bij een belangrijk SDR overleg vorig jaar. Het valutamandje moet alle munten bevatten die relevant zijn voor de wereldeconomie, munten moeten vrij verhandelbaar zijn. China is stap voor stap die richting op gegaan, maar het duurde heel lang voordat ze erkenning kregen in de SDR. Voor China is het belangrijk serieus genomen te worden.
Op het moment dat de Chinese valuta in de SDR werd opgenomen had de hele wereld kunnen weten dat de Chinezen zouden ophouden met het koppelen van de munt aan de dollar. Anders ga je niet in dat mandje zitten, dat zou een beetje dom zijn. Toch kwam het voor de financiële wereld als een enorme verrassing dat ze meer flexibiliteit in de wisselkoers willen. Het hoort allemaal bij een modernere aanpak.”
“Focus je op Europa, daar werd ook alles geglobaliseerd. We hebben in Europa gezien dat de financiële infrastructuur daarvoor niet aanwezig was. In Europa ontbrak de infrastructuur om het financiële systeem te beheersen. Dat hebben we uiteindelijk aangepakt met een bankenunie.
Maar zo ontbreekt op wereldschaal ook de infrastructuur om in een geglobaliseerde wereld de zaken onder controle te houden. De wereld heeft een sterkere internationale financiële autoriteit is nodig. Het grote probleem is dat je soevereiniteit moet overdragen. Dat moet je dan op mondiaal niveau gaan doen. Het IMF heeft een poging gedaan grip te krijgen op de wisselkoersen. Maar dan geef je opnieuw autoriteit op. Dit is een dilemma op elk niveau.
Zonder crisis lukt niet niet, maar met een crisis weet je niet zeker of je een duurzaam systeem creëert als er achterliggend niet het gevoel is dat het zo moest en niet dat het alleen maar afgedwongen is door een crisis.
Er zijn twee wegen: Of veel meer samenwerking, of veel minder. De weg terug is om de wereld weer op te splitsen in delen. Je ziet ook het aantal protectionistische maatregelen weer toenemen. Het meest waarschijnlijke is de middenweg, waarin we wat door rommelen en af en toe een crisis hebben.
Het grote probleem is dat grote veranderingen gedragen moeten worden. We hebben nog steeds een discussie over de euro, dat heeft van doen met het feit dat het draagvlak voor de euro is nog niet 100% is.
Je raakt steeds aan twee dingen: De overdracht van soevereiniteit en het verdelen van de lasten. Dat zijn twee belangrijke dingen waar alle Europese problemen steeds op terugvallen. Of Europa het gaat redden? Ik weet het niet, maar ik hoop van wel. Europa gaat door een buitengewoon ingewikkelde periode.
Het grootste probleem is de vluchtelingencrisis, dat is misschien onderdeel van een nog groter probleem. Uit niet gepubliceerde cijfers van de VN heb ik ramingen gehoord van een miljard vluchtelingen in 2050 die op zoek zijn naar een betere toekomst.”
“Ik ben bezorgd over een Brexit, veel meer dan over de Griekse problemen. Binnenkort is het referendum. De verwachte opkomst ligt nog beneden de vijftig procent, maar er hoeft maar één ongeluk te gebeuren in de komende maanden… Dit is niet zo bedreigend voor Engelsen, die redden zich wel. Maar het is het besmettingsgevaar op het vasteland van Europa. In de vraag of Europa uit elkaar valt of niet, daarin is de Brexit een belangrijk element.”
Over de ECB
“Ik zie een ECB die heeft gezegd: We moeten koste wat koste de inflatie naar 2% brengen. Dat is een ECB die zich niet wil realiseren – of er zich niets van aantrekt – dat er vele factoren zijn die inflatie kunnen beïnvloeden. Die factoren kunnen zo sterk zijn dat als je aan die twee blijft vasthouden je een kamikazepiloot wordt. Dat je dat allemaal niet meer ziet. Uiteindelijk lukt het, maar dan zie je pas alle schade die je hebt aangericht. De ECB is disproportioneel bezig.
Wat ik vind is dat men het doel verabsoluteerd heeft. Neem als voorbeeld de Engelse centrale bank, die hebben ook een inflatietaak. Maar als het niet lukt, dan kunnen ze naderhand aan de minister van financiën uitleggen dat er bepaalde factoren waren die een rol speelden. Het doel heiligt nu alle middelen.
Maar hier is de formulering van de ECB dat het een verplichting is om het inflatiedoel te halen. Dat is onzin, het is nooit hun taak geweest om de hele wereld op te kopen!
Het kan niet waar zijn dat je door de dosis van het medicijn almaar te vergroten je een controleerbare uitkomst krijgt.”
“Dan komen we aan het tweede punt: Waarom doen we dit? We willen geen deflatie, dat is het verhaal van de ECB. Dat de schuldenlast dan toeneemt is een deel van het verhaal, maar de gedachte is ook dat de consument denkt: Dan wacht ik even, want alles wordt goedkoper.
Maar deflatie in deze mate is zeer zeldzaam in de geschiedenis. We zagen het voor het laatst vóór de Tweede Wereldoorlog, in de jaren dertig. De economie heeft nu een heel andere structuur. Wat ze bij de ECB aan het doen zijn rammelt naar mijn gevoel aan alle kanten. Nog los van alle neveneffecten…
De ECB is de verkeersborden in het systeem aan het verwijderen. Benchmarks waar beleggers zich normaal aan vasthouden, zoals inschattingen van risico’s en de rentestanden die daar bij horen, dat systeem ben je in wezen aan het vernielen. Dat zie je meer en meer komen. Mensen raken hun houvast kwijt. Je bent de integriteit van het financiële stelsel aan het aantasten.
Het ‘point of no return’ komt wel erg dichtbij.
In alle jaren dat ik in de financiële wereld werk heb ik het nooit zo zichtbaar zien geworden is het verschil van standpunten tussen de BIS en de centrale banken. Claudio Borio van de BIS zei dat we fundamenteel moeten nadenken over de uitgangspunten van ons monetaire beleid.”
“Goud heeft bij mij wel een voorgeschiedenis. Tijdens een van mijn colleges zij mijn professor P. B. Kreukniet met groot enthousiasme dat goud geen fluit waard was. Dat is altijd bij mij blijven hangen, het contrast tussen hoe goud in de perceptie van de mensen leefde en deze hoogleraar die zei dat we al het goud van de wereld naar een eiland in de Stille Zuidzee moeten brengen. Dat was het voorbeeld dat hij ons gaf.
In zijn voorbeeld zouden alle centrale banken hun goud daar in de kluis opslaan. En er was in die tijd geen telegraaf of telefoon of wat dan ook. En dat we dan ééns in de tien jaar gaan kijken of al dat goud er nog lag. En dan zou het goud zijn weggezonken!
Zo is mijn interesse in goud begonnen. Ik ben me gaan verdiepen in de goudpolitiek van de centrale banken. In de jaren dertig hebben wij een enorme deceptie aan centrale banken overgehouden door het feit dat we vasthielden aan het Britse pond en het goud. Wij en de Engelsen zaten allebei aan het goud gekoppeld, maar op een gegeven moment werd de directie ongerust, omdat we wel erg veel ponden in de reserves hadden. Toen is de toenmalige bankpresident Vissering naar Engeland afgereisd om van de Engelsen de verzekering te krijgen dat de koppeling aan goud heilig was en dat onze ponden dus ook volstrekt safe waren. Maar hij was de haven nog niet uit en toen ontkoppelden de Engelsen. Vanaf dat moment is er interesse bij de bank ontstaan voor goud. Dat gaat verder dan Zijlstra.”
Middelkoop: Maar waarom is dan later toch het besef ten aanzien van goud veranderd?
“Ik denk dat het uit een andere hoek kwam. Alternatieven voor goud konden grote opbrengsten opleveren. Als je het goud zou verkopen, dan kon je dat beleggen en dan zouden de opbrengsten voor de staat groter zijn.
Dit gebeurde bij de Nederlandsche Bank uit eigen overweging. Het werd zo uitgelegd dat goud een dode asset is en we zoveel konden verkopen tot we voldoende zouden overhouden voor een land als het onze. Daarom hebben we zeshonderd ton gehouden en de rest aan de samenleving verkocht.
Je kunt goud altijd als onderpand gebruiken als je als land in de problemen komt. Maar toch moet je de rendementsafweging maken, ergens moet je een grens trekken. We zijn geen beleggingsfondsen en hoeven het rendement niet te maximaliseren, maar je hebt toch de maatschappelijke verplichting je taak te vervullen met een zo goed mogelijk rendement.”
De nieuwe Chinese investeringsbank waar meer dan vijftig landen van over de hele wereld aan deelnemen zal uitsluitend Amerikaanse dollars gebruiken als munteenheid, zo bericht de Financial Times. Dat werd afgelopen zaterdag duidelijk bij de officiële lancering van de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB). Het is een opvallende keuze, want China had de investeringsbank ook kunnen gebruiken als platform om de yuan te promoten. De investeringsbank zal leningen verstrekken voor de ontwikkeling van infrastructuur in de deelnemende landen.
In een toespraak benadrukte president Xi Jinping het belang van nieuwe investeringen in infrastructuur via de investeringsbank:
“De vraag naar ontwikkeling van infrastructuur in Azië is enorm. De oprichting en opening van de AIIB betekent ook veel voor de hervorming van het wereldwijde economische systeem. Het sluit aan op de evoluerende trend van het wereldwijde economische landschap en zal bijdragen aan een effectiever en en rechtvaardiger bestuur.”
Aziatische investeringsbank gaat geld uitlenen in dollars
Dollars
Volgens analisten heeft China de dollar gekozen, omdat de meeste landen hun bijdrage aan de investeringsbank ook in dollars zullen voldoen. Ze zullen bij voorkeur ook in dollars lenen, omdat ze dan niet beperkt zijn tot Chinese opdrachtgevers die de yuan accepteren. De Chinese investeringsbank begint met een kapitaal van $100 miljard, dat uitgeleend kan worden aan landen die grote infrastructurele projecten willen ontwikkelen.
China heeft een stem van 26% in de investeringsbank, maar er is altijd een meerderheid van 75% van de stemmen nodig om belangrijke besluiten te nemen. Er is dus altijd voldoende draagvlak nodig, voordat de investeringsbank een lening verstrekt aan één van de landen. De eerste aanvragen voor leningen worden halverwege het jaar verwacht. Tegen het einde van dit jaar verwacht men dat de eerste leningen uit het potje van de AIIB verstrekt zullen worden.
De president van de nieuwe Chinese investeringsbank, Jin Liqun, begint enthousiast aan zijn termijn van vijf jaar. Hij zei daar het volgende over:
“We hebben een goed gevulde pijplijn van gezamenlijk gefinancierde en zelfstandige projecten. Infrastructuur is de sleutel voor een brede sociale ontwikkeling en voor het terugdringen van armoede.”