Categorie: Columns

  • Confiscatie van zilver?

    De meeste mensen die beleggen in edelmetalen zijn wel bekend met de confiscatie van goud in de Verenigde Staten in 1933. De toenmalige Amerikaanse president Roosevelt gaf met ‘Executive Order 6102‘ opdracht aan alle burgers om hun gouden munten, goudbaren en goudcertificaten in te leveren tegen een vastgestelde koers van $20,67 per troy ounce. Deed je dat niet, dan riskeerde je een hoge boete oplopend tot $10.000 of een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar.

    Toen de Amerikaanse centrale bank genoeg goud had binnengehaald werd de dollar gedevalueerd, van $20,67 naar $35 per troy ounce goud. En daarmee had de Amerikaanse overheid in feite een deel van het vermogen van haar bevolking in beslag genomen. Na de devaluatie kreeg je voor iedere 100 troy ounce goud nog maar 59 troy ounce voor hetzelfde geld, een devaluatie van 41%.

    Confiscatie goud in 1933 onder ‘Executive Order 6102’

    Confiscatie van zilver?

    De nationalisatie van goud is bij velen bekend, maar wat veel minder mensen weten is dat ook zilver niet veel later genationaliseerd werd. Dezelfde regering onder leiding van Roosevelt kwam in augustus 1934 met ‘Executive Order 6814‘, wat in feite een nationalisatie van de binnenlandse zilvervoorraad was. De regering publiceerde zelfs een document getiteld ‘Hoarders of Silver‘, waarin de grootste particuliere bezitters van zilver vermeld werden.

    Alle zilverbaren moesten bij de Amerikaanse overheid worden ingeleverd tegen een zilverprijs van $0,50 per troy ounce, terwijl zilvermijnen hun voorraden voor een hogere prijs van $0,645 per troy ounce aan de regering moesten verkopen. In de negentig dagen dat deze maatregel van kracht was werd er in totaal iets meer dan 100 miljoen troy ounce zilver ingeleverd.

    In 1934 moest ook het zilver ingeleverd worden

    Zilver versus goud

    Een belangrijk verschil tussen de confiscatie van goud en zilver was dat er in het geval van zilver een uitzondering werd gemaakt voor muntgeld. Dat is op zich niet vreemd, omdat daar in die tijd een aanzienlijk hoeveelheid zilver voor gebruikt werd. De dollarmunten bestonden toen tenslotte nog voor 90% uit zilver.

    Met het uit omloop halen van de gouden munten in 1933 kwam er dus meer vraag naar andere vormen van geld, zoals dollarbiljetten en zilveren dollarmunten. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom er minder dan een jaar na de nationalisatie van goud ook een nationalisatie van zilver volgde. Een andere mogelijke verklaring is dat men onder de confiscatie van goud uit probeerde te komen door zilverbaren aan te houden.

    Vergelijken we de nationalisatie van goud met die van zilver, dan kwamen de particulieren die hun zilver inleverden er in die tijd veel beter van af. Terwijl de dollar in 1934 in één keer met ruim 40% werd gedevalueerd ten opzichte van goud duurde het nog jaren voordat de dollar evenveel in waarde gedaald was ten opzichte van zilver.

    Frank Knopers

    Correctie: In het oorspronkelijke artikel stond dat de dollar met 65% gedevalueerd werd, maar die berekening klopte niet. De dollar verloor ongeveer 41% van haar waarde, wat overigens nog steeds een aanzienlijke waardedaling is.

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Oliesector stelt verkeerde vragen over haar toekomst

    De energiesector is volop in beweging. Niets minder dan de toekomst staat op het spel en dat leidt tot verhitte discussie. De vraag die daarbij steeds weer terugkomt is wanneer de vraag naar olie gaat pieken. Sommige deelnemers aan de discussie zijn echter van mening dat de sector hiermee de verkeerde vragen stelt. Dat althans is de stelling uitgewerkt in een recent rapport gepubliceerd door the Oxford Institute for Energy.

    In dit rapport, getiteld Peak Oil Demand and Long-Run Oil Prices, betogen de auteurs Spencer Dale en Bassam Fattouh dat de sector er beter aan doet zich af te vragen welke consequenties voortvloeien uit het pieken van de vraag naar olie. Hoe moeten olieproducerende landen hun economie opnieuw gaan optuigen als de vraag naar olie structureel gaat dalen? Die vraag moet prioriteit krijgen in de ogen van de auteurs, zelfs als de vraag naar olie nog decennia robuust zal blijven. Een andere vraag is wat dit alles gaat betekenen voor de olieprijs?

    Binnen de sector is er trouwens weinig overeenstemming over het vraagstuk wanneer de vraag naar olie gaat pieken. Volgens Shell gebeurt dat onder invloed van strengere milieuwetgeving en door de snelle opmars van de elektrische auto al binnen 15 jaar. Bij BP denken ze echter dat de vraag pas na 2040 gaat pieken. Spencer Dale is chief economist bij BP.

    Het besef dat de vraag gaat pieken heeft de discussie binnen de sector wel op zijn kop gezet. Overheerste tot voor kort bezorgdheid of er wel voldoende olie beschikbaar zou blijven, nu structureert de discussie zich rond het thema van olie en energie in overvloed. Het pieken van de vraag kan dan tot gevolg hebben dat olieproducerende landen gaan pogen zoveel mogelijk olie in een zo kort mogelijke tijd omhoog te pompen om te voorkomen dat ze met waardeloze voorraden blijven zitten. Dat heeft dan weer consequenties voor de prijs.

    De auteurs betogen dat het gegeven van ‘piekolie’ om een omslag in het denken van landen vraagt. Het accent moet niet langer liggen op het maximaliseren van de inkomsten, maar het winnen van marktaandeel. Critici van het artikel denken echter dat de auteurs hier de plank misslaan. Bij veel landen overheerst, evenals bij veel bedrijven, het denken op de korte termijn. Dat betekent dat het dogma van de maximalisatie van inkomsten overeind zal blijven ook al betekent dat het hakken in de productie.

    Voorspelling wereldwijde vraag naar olie (Bron: Financial Times)

    Investeringen

    Als de vraag naar olie gaat afnemen, dan heeft dat ook grote gevolgen voor de investeringen en voor de beleggers. De auteurs denken dat er ook bij een afnemende vraag hoge investeringen nodig zijn om nieuwe velden aan te boren. Het gaat dan jaarlijks om 3% van de totale wereldproductie. Dat betekent wel dat beleggers vertrouwen moeten houden in de sector. Dan is een timing van de piek in de vraag zeker wel van belang. De perceptie van de belegger zal echter gaan veranderen als de sector niet meer groeit, maar krimpt. Beleggers zullen waarschijnlijk om een hogere beloning gaan vragen. Daardoor stijgt de cost of capital voor bedrijven en dat kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van kapitaal die nodig is om nieuwe voorraden op te sporen. Zodoende kan een vliegwiel op gang komen van krimpende markten en hogere prijzen met als gevolg dat de wereld versneld de olie links laat liggen. Het rapport gaat ook hier aan voorbij.

    Ook benadrukt het rapport ten onrechte dat olie nog heel lang de brandstof bij uitstek zal blijven voor het transport en vervoer. Critici wijzen erop dat overheden weleens radicale beslissingen kunnen gaan nemen in het kader van de klimaatpolitiek. Die kan uitmonden in eisen voor een hogere energie-efficiency of zelfs vervanging van brandstoffen. Is het ondenkbaar dat een land als China in zijn strijd tegen de milieuvervuiling de klassieke brandstofmotor gaat verbieden? Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben nu al duidelijk gemaakt dat er in 2040 geen auto’s meer verkocht mogen worden die op diesel rijden.

    Het rapport heeft ook te weinig oog voor het gegeven dat regionale verschillen in beleid gevolgen kunnen hebben voor de vraag naar bepaalde soorten olie. Zo gaat Saoedi-Arabië fors investeren in zijn chemische sector om zo de toekomst van zijn olierijkdommen als het ware te garanderen. Daardoor moet het uitgangspunt van het rapport wat meer genuanceerd worden. Het gaat er inderdaad niet om wanneer precies de vraag gaat pieken, maar meer om de vraag in welke regio deze gaat pieken en van welke soort olie. Dit soort nuanceringen neemt niet weg dat het rapport de juiste vragen over de toekomst van de energiesector stelt. Over de antwoorden kun je dan twisten.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet. (www.twitter.com/wijtvliet)
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Federal Reserve waarschuwt voor oncontroleerbare inflatie

    De Federal Reserve waarschuwt dat ze de controle over de inflatie kan verliezen, indien de Amerikaanse overheid haar begrotingstekort verder laat oplopen en andere landen minder bereid zijn deze schulden te financieren. In een nieuw artikel op het blog van de Federal Reserve van St. Louis schrijft econoom Fernando M. Martin dat inflatie een fiscaal fenomeen geworden is, omdat deze meer en meer bepaald wordt door de omvang en de groei van de Amerikaanse staatsschuld.

    Tussen 1955 en 2007 lag het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid op gemiddeld 1,9% van het bruto binnenlands product, maar sinds het uitbreken van de kredietcrisis is dat tekort spectaculair toegenomen. Sinds 2007 was het gemiddelde tekort op de begroting opgelopen tot 5,3% per jaar, een stijging die voor twee derde deel toegeschreven kan worden aan hogere overheidsuitgaven.

    Meer stimulering, meer schulden

    Deze tekorten worden gefinancierd met de uitgifte van nieuwe staatsobligaties. Zo verdubbelde de staatsschuld van ‘slechts’ 30% van het bbp in 2007 naar bijna 64% van het bbp aan het einde van het fiscale jaar 2017. Volgens cijfers van de Federal Reserve werd deze toename van de Amerikaanse staatsschuld voor ongeveer 40% gefinancierd door het buitenland, vooral door exportlanden als China en Japan. Het ‘Keynesiaans stimuleren’ heeft gewerkt, want de Amerikaanse economie kwam door de hogere overheidsuitgaven al snel weer uit de crisis.

    Nu de economie weer op volle toeren draait zou de Amerikaanse regering juist een stapje terug moeten doen en een fiscaal verantwoord beleid moeten nastreven, maar daar lijkt vooralsnog geen sprake van te zijn. Zo kondigde president Trump eind vorig jaar een grootschalig stimuleringsprogramma aan, bestaande uit tal van belastingverlagingen. Volgens de meest recente schattingen zou het begrotingstekort door deze nieuwe stimuleringsmaatregelen de komende tien jaar verder kunnen oplopen tot maar liefst 10% van het bbp.

    Amerikaanse begrotingstekort sinds 1955 (Bron: St. Louis Fed)

    Amerikaanse staatsschuld sinds 1955 (Bron: St. Louis Fed)

    Kredietwaardigheid daalt

    President Trump wil de economie verder stimuleren door de staatsschuld verder op te laten lopen. Een riskant beleid, omdat de regering dan nog kwetsbaarder wordt voor een stijging van de rente. De Federal Reserve wil de rente dit jaar verder verhogen en wil op termijn ook Amerikaans schuldpapier van haar balans wil halen. Mede daardoor is de rente op Amerikaanse 10-jaars de laatste maanden sterk opgelopen.

    Volgens Fernando M. Martin dreigt de Amerikaanse overheid hierdoor in een negatieve spiraal terecht te komen, want bij een stijgende rente neemt het begrotingstekort verder toe en moet de overheid nog meer geld lenen om alle rekeningen te kunnen betalen. En dat is een groot risico, zeker als je bedenkt dat een aanzienlijk deel van de totale Amerikaanse staatsschuld door het buitenland gefinancierd wordt.

    De Chinese kredietbeoordelaar Dagong besloot deze week de kredietstatus van de Amerikaanse staatsschuld te verlagen van A- naar BBB+. De toelichting van dit besluit laat aan duidelijkheid niets te wensen over:

    “De steeds grotere afhankelijkheid van een schuld gedreven economisch groeimodel zal de solvabiliteit van de Amerikaanse overheid verder ondermijnen. Enorme belastingverlagingen verminderen direct de middelen om schulden mee af te betalen en daarmee verzwakt de basis waarmee de Amerikaanse regering op lange termijn haar schulden kan afbetalen.”

    Volgens de Chinese kredietbeoordelaar zal de Amerikaanse overheid nog veel vaker haar schuldenplafond moeten verhogen, wat vroeg of laat de aanzet zal geven voor de volgende financiële crisis.

    Oncontroleerbare inflatie?

    De komende jaren zal de Amerikaanse overheid opnieuw voor miljarden moeten lenen om alle rekeningen te kunnen betalen. Dat was vlak na het uitbreken van de financiële crisis in 2008 geen probleem, omdat er toen een groot tekort was aan ‘veilig’ onderpand in de vorm van Amerikaans schuldpapier.

    Anno 2018 is de situatie heel anders. De kredietwaardigheid van de VS is sterk afgenomen en andere landen lijken steeds minder belangstelling te hebben om de Amerikaanse tekorten te financieren. Zo heeft Rusland een groot deel van haar dollarreserves van de hand gedaan, terwijl ook China inmiddels genoodzaakt is haar dollarreserves af te bouwen. Alle berichten om olie in andere valuta dan de Amerikaanse dollar te verhandelen doen het vertrouwen in de dollar als wereldreservemunt ook geen goed.

    Neemt de belangstelling voor Amerikaans schuldpapier af, dan zullen de begrotingstekorten van de Amerikaanse overheid op de langere termijn een aanzienlijk effect hebben op de inflatie, zo concludeert Fernando M. Martin. In dat scenario kan de Federal Reserve weinig anders meer doen dan de Amerikaanse begrotingstekorten te financieren door meer schuldpapier op te kopen. Zeker als de regering van Trump er niet in slaagt het begrotingstekort substantieel terug te dringen.

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Van secular stagnation naar secular expansion

    In 2013 kwam de Amerikaanse Econoom Lawrence Summer met het begrip ‘secular stagnation’ op de proppen. De groei van de wereldeconomie zou voor een lange periode in een lagere versnelling terecht gekomen zijn. De invloed van Summer was groot. Zo hebben centrale banken waarschijnlijk hun expansief monetair beleid mede gestoeld op Summers’ visie van lower for longer! Ook de financiële markten zijn erdoor beïnvloed. De yield op obligaties is nagenoeg opgedroogd in de veronderstelling dat de reële rente voor altijd laag zou blijven.

    Het zou echter kunnen dat het idee van de secular stagnation zijn langste tijd heeft gehad en het veld moet ruimen voor de opvatting van de secular expansion. Dat althans lijkt de boodschap van het Britse Fulcrum Asset Management. Hun model laat zien dat de wereldwijde economische opleving – die alweer twee jaar geleden begon – nog steeds veel momentum in zich herbergt en dat van zwakke plekken nog steeds geen sprake is.

    Cyclische of blijvende groei?

    De huidige sterke opleving is uiteraard geen bewijs dat secular stagnation afgedaan heeft. Er kan net zo goed sprake zijn van een sterke cyclische opleving. Het model levert echter bemoedigende data. De groei van de economische activiteiten bedroeg met 5% het dubbele van de groeivertraging in 2015/16 die het gevolg was van lage olieprijzen en een mindere gang van zaken in China. Volgens Fulcrum ligt de huidige groei één procentpunt boven de onderliggende trend. Dat kan erop wijzen dat de bestaande overcapaciteit in snel tempo aan het verdwijnen is.

    Belangrijk is ook dat de opleving breed gedragen is en dat alle belangrijke economische blokken hun steentje bijdragen. Opvallend is ook dat de zogeheten ontwikkelde economieën het zo goed doen. Daarbij vallen de prestaties van de Eurozone in het bijzonder op. Dat alles heeft ertoe geleid dat projecties voor de nabije toekomst voor de verandering eens opwaarts bijgesteld worden. Het is niet uit te sluiten dat er in de loop van 2018 meer en meer opwaartse bijstellingen elkaar zullen opvolgen.

    Het wereldwijde herstel – dat in maart 2016 begon – is (uiteraard) gedragen door cyclische factoren. De belangrijkste zijn waarschijnlijk het kwantitatieve stimuleringsbeleid van de VS en China. Het fiscale stimuleringsbeleid van China heeft eveneens een rol gespeeld. Deze stimulerende factoren raken waarschijnlijk in de loop van 2018/19 uitgespeeld, met als gevolg dat de groei omlaag kan gaan. De grote vraag is of die groei boven het niveau van de trendmatige groei kan blijven. Bij eerdere oplevingen was dat niet het geval.

    Economische groei trekt weer aan (Bron: Fulcrum Asset Management, via de Financial Times)

    Productiviteitsgroei en investeringen blijven achter

    Er is voldoende grond voor een sceptische blik op de houdbaarheid van de huidige sterke opleving. De symptomen van secular stagnation laten zich al tien jaren gelden. De onderliggende groei is in al die jaren zwak geweest en hetzelfde geldt voor de reële rente. Het zou naïef zijn te denken dat die symptomen na enkele maanden van bovengemiddelde groei verdwenen zijn.

    De Bank van Engeland laat in een studie zien, dat de daling van de reële rente met 4,5% sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw bijna volledig is toe te schrijven aan twee factoren. De eerste is de daling van de verwachte productiegroei en de tweede is de daling van de investeringen ten opzichte van de besparingen. Wil de secular stagnation echt overwonnen worden, dan moeten productiviteit en investeringen in de ontwikkelde landen omhoog.

    Het Fulcrum model levert in dezen enkele bemoedigende cijfers. Die laten bijvoorbeeld zien dat de total factor productivity weer naar normale niveaus is terug gekeerd. De investeringen laten echter zeer bemoedigende cijfers zien. In de tweede helft van 2017 lieten de investeringen in de VS, de Eurozone en Japan een toename zien van 8% – 10%, de sterkste toename sinds 2010. Voor een deel is deze versnelling waarschijnlijk toe te schrijven aan cyclische factoren. Hopelijk duidt het sterke herstel er ook op, dat er een einde komt aan het jarenlange ondermaatse investeringsniveau! Misschien zijn dromen dit keer geen bedrog.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Gavyn Davies, Can secular stagnation morph into secular expansion? Financial Times, January 7 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

  • De tijd van huidig topmanagement bij bedrijven is voorbij

    Het was alweer in 1970 dat de latere Nobelprijswinnaar Milton Friedman in the New York Times Magazine hard uithaalde naar het vigerende economische gedachtegoed. De business of business was om zoveel mogelijk winst te maken. Moeilijk meetbare zaken als sociale doelen dienden geen doel en hadden geen nut anders dan dat ze uiteindelijk zouden leiden tot de komst van het in de Verenigde Staten zeer gevreesde en verafschuwde socialisme.

    Het was in de visie van Friedman de plicht van bedrijven om zoveel mogelijk geld te verdienen voor de aandeelhouder. Bedrijven moesten zich daarbij echter wel houden aan de spelregels van de maatschappij. Hiermee legde hij de basis voor de theorie van het scheppen van aandeelhouderswaarde. Die theorie werd als eerste in de praktijk gebracht door de fameuze ceo van General Electric, Jack Welch. In tweede instantie werd ‘aandeelhouderswaarde’ het speeltje van consultants en investment bankers die het idee plantten bij tal van bedrijven binnen en buiten de Verenigde Staten.

    Aandeelhouderswaarde

    Het topmanagement van al die bedrijven betoonde zich een zeer gewillige volger van de nieuwe heilsleer. Aandelenpakketten en optieplannen oefenden een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Fondsmanagers, die claimden de belangen van aandeelhouders te behartigen, stookten het vuurtje verder op. Ze eisten elk kwartaal resultaten te zien. Het resultaat kennen we. Om steeds opnieuw aan de eisen van de zittende aandeelhouder te voldoen sneed het topmanagement in zaken als Research & Development en in lange termijn investeringen. Aandeelhouderswaarde werd een ander woord voor korte termijn denken en kortzichtigheid.

    Dat neemt niet weg dat de leer van de aandeelhouderswaarde uiterst succesvol is gebleken. In pakweg drie decennia heeft het wereldwijd gezegevierd. Natuurlijk, de zo geprezen animal spirits sloegen wel eens op hol en moesten daarop ingetoomd worden. Een voorbeeld daarvan is de totstandkoming van de Sarbanes-Oxley wet in 2002 naar aanleiding van het Enron schandaal.

    Alle schandalen en misstanden ten spijt, tot op de dag van vandaag is de leer van de aandeelhouderswaarde de drijvende kracht achter de manier waarop bedrijven gerund worden. Dat is ook wel te begrijpen. Globalisering als logisch uitvloeisel van de leer van aandeelhouderswaarde, leek in eerste instantie een doorslaand succes. Er was een diepe financiële crisis voor nodig om de gebreken van de theorie bloot te leggen. Om eens wat te noemen, in de afgelopen dertig jaar is de maatschappelijke ongelijkheid enorm toegenomen, zijn er hardnekkige problemen om de productiviteit te verhogen en stagneert de loonontwikkeling van heel grote groepen werknemers. Dat moest wel reacties uitlokken en die zien we nu ook. De verkiezing van Donald Trump, de Brexit en het populisme zijn logische uitvloeisels van de zwarte kanten van deze theorie.

    Maatschappelijke verantwoording

    Het is nu aan de corporates en aan de institutionele elites een antwoord te vinden op de breed gedragen onvrede jegens hen. De nodige handreikingen zijn al gedaan. De Stewardship Code in het Verenigd Koninkrijk nodigt beleggers uit om met bedrijven in gesprek te gaan over zulke uiteenlopende zaken als strategie, risico, corporate governance, de bedrijfscultuur en de beloning. Ook wordt van meerdere kanten erop aangedrongen dat bedrijven niet alleen aan de belangen van aandeelhouders denken, maar ook aan die van andere stakeholders en zelfs aan de belangen van de maatschappij. Het is alsof Milton Friedman door het verleden is ingehaald. Het is echter nog veel te vroeg om te juichen. In de praktijk overheersen vrome bewoordingen, terwijl alles nagenoeg bij het oude blijft. De status quo overheerst. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat het huidig topmanagement en de Raad van Commissarissen zich wel voelen bij die status quo. Ze zijn er immers mee groot geworden. Het is niet voor niets dat er steeds meer pleidooien klinken om de samenstelling van beide bestuursraden te verbreden. Zo is een meer open oog mogelijk voor wat leeft en broeit in de maatschappij. Maar misschien moeten de zittende leden zelf ook in actie komen en daadwerkelijk inzetten op veranderingen. Niets doen bergt een groot risico in zich. Een verbrokkelde en gespleten samenleving kan zomaar uitmonden in een route naar wat Milton Friedman zeer verafschuwde en wel het socialisme! Dan zal de wal het schip keren en zullen veranderingen kwaadschiks doorgevoerd worden! Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

  • Wanneer barst de vastgoedbubbel?

    Mario Draghi zou wel eens de eerste president van de Europese Centrale Bank kunnen worden die gedurende zijn hele ambtsperiode van acht jaar niet een keer de rente verhoogde. Toen de Italiaan in 2011 aan het hoofd van de centrale bank kwam zat Europa midden in een ernstige schuldencrisis, waardoor hij al snel gedwongen werd de gereedschapskist van de centrale bank tevoorschijn te toveren (en leeg te halen).

    Onder leiding van Draghi verlaagde de centrale bank de rente in een aantal stappen naar nul procent, verstrekte ze voor miljarden aan kortlopende leningen aan de bankensector en begon ze voor het eerst in haar jonge geschiedenis op grote schaal staatsobligaties op te kopen. Alles werd uit de kast gehaald om de economie weer aan te jagen en anno 2018 kunnen we concluderen dat het ze inderdaad gelukt is.

    Op het eerste gezicht lijkt het alsof de ECB de situatie weer onder controle heeft. De economie groeit weer, banken verstrekken weer kredieten en iedereen is weer blij. Ondanks de extreem lage rente en het opkopen van meer dan €2.000 miljard aan obligatie blijft de inflatie nog steeds onder twee procent. Hebben centrale banken dan eindelijk een nieuw evenwicht gevonden?

    Waar is de inflatie?

    Draghi en andere centrale banken kijken naar de officiële inflatiecijfers en zien dat het goed is. Maar beseffen ze ook dat er met al dat goedkope geld een nieuwe bubbels op de huizenmarkt werden geblazen? In het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Zweden, Nederland… overal gingen de huizenprijzen de afgelopen jaren door het dak.

    Door de lage rente kunnen huishoudens opeens veel meer geld lenen, met als gevolg dat de huizenprijzen de laatste jaren alsmaar verder gestegen zijn. Daardoor voelen huizenbezitters zich rijk en durven ze ook meer geld uit te geven. Maar er komt een moment dat de prijzen niet meer verder kunnen stijgen, bijvoorbeeld omdat de rente weer toeneemt of omdat een deel van de potentiële huizenkopers simpelweg uit de markt wordt geprijsd.

    Vastgoedbubbel

    Dat moment lijkt in verschillende landen al bereikt te zijn. In Noorwegen begonnen de huizenprijzen vorig jaar voor het eerst weer te dalen, nadat er in 2016 nog een stijging van 12% geregistreerd werd. In Zweden gingen de huizenprijzen in november voor het eerst sinds 2012 omlaag, een daling die volgens Bloomberg toegeschreven kan worden aan strengere hypotheekeisen en een toegenomen aanbod van nieuwe woningen. De regering in Stockholm wil dat huizenbezitters met een hoge hypotheekschuld sneller aflossen, terwijl nieuwe hypotheken daar nog maximaal 85% van de koopsom mogen zijn.

    Huizenprijzen in Zweden dalen weer (Bron: Bloomberg)

    Ook in Canada lijkt het alsof de huizenmarkt haar top heeft bereikt. Stegen de prijzen vorig jaar op een gegeven moment met meer dan 30% op jaarbasis, nu zijn de prijzen in Toronto weer aan het dalen. Volgens de Toronto Real Estate Board zijn de woningen in deze stad sinds mei vorig jaar gemiddeld 8,9% in waarde gedaald. Dat is de sterkste daling ooit gemeten. Maar ook in Australië en in het Verenigd Koninkrijk zijn er steeds meer signalen die suggereren dat de woningmarkt op haar top is.

    In Nederland stijgen de huizenprijzen nog, maar dat komt voor een belangrijk deel door het beperkte aanbod van nieuwe woningen. Door die schaarste lopen de prijzen nog sneller op en haken meer potentiële huizenkopers af.

    Hoe lang gaat dit goed?

    De kredietcrisis van 2008 werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door een bubbel in vastgoed. Tien jaar later zijn we opnieuw een bubbel aan het blazen, terwijl centrale banken en overheden toekijken en het laten gebeuren. Wat gebeurt er als de rente weer gaat stijgen en de huizenprijzen dalen? Maakt Draghi nog mee dat het monetaire experiment van centrale banken eindigt met het uiteenspatten van de wereldwijde vastgoedbubbel?

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Column: Irrational Exuberance

    De Amerikaanse Dow Jones index brak deze week door de 25.000 punten, minder dan een jaar nadat de grens van 20.000 gepasseerd werd. Was het optimisme onder aandelenbeleggers toen al heel groot, nu lijkt de stemming op de beurs zelfs euforisch. Is dat optimisme terecht? Of zijn er nu betere mogelijkheden om in te investeren?

    De basis voor de nieuwe records op Wall Street wordt gevormd door een sterk consumentenvertrouwen en een overvloedige beschikbaarheid van ‘gratis geld’. De rente is nog steeds uitzonderlijk laag, waardoor aandelen enkel en alleen vanwege het dividend al aantrekkelijker zijn dan bijvoorbeeld obligaties. Maar hoe ver moeten de aandelenkoersen nog stijgen, voordat we met de woorden van Greenspan kunnen spreken van ‘Irrational Exuberance’?

    Het antwoord op deze vraag moet ook ik u schuldig blijven, want het enige eerlijke antwoord is dat ik het niet weet. Wel heb ik voor u een aantal indicatoren op een rij gezet, waarmee we de huidige waarderingen op de beurs in een historisch perspectief kunnen plaatsen. Gaan we dit jaar weer nieuwe records breken? Of wordt 2018 een jaar waarin we massaal naar de uitgang rennen?

    1. Sentiment beleggers naar hoogste niveau in jaren

    Dat het sentiment onder beleggers in de Verenigde Staten is momenteel zeer positief is wordt bevestigd door de AAII Investor Sentiment Survey, een wekelijkse enquête waarin beleggers gevraagd wordt wat ze de komende zes maanden verwachten van de aandelenmarkt. Uit de eerste meting van dit jaar kwam naar voren dat 59,8% momenteel positief is, het hoogste niveau sinds december 2010.

    Tijdens de dotcom bubbel was het sentiment nog iets positiever, maar ook de huidige stand ligt ver boven het lange-termijn gemiddelde van 38,5%. Deze indicator bestaat al sinds 1987 en wordt regelmatig aangehaald in verschillende financiële nieuwsbrieven en op de terminal van Bloomberg.

    Sentiment beleggers is momenteel zeer positief (Bron: AAII)

    2. Cashpositie beleggers naar laagste niveau sinds 1999

    Zoals we in een ander artikel al schreven houden beleggers momenteel relatief weinig geld achter de hand op hun beleggingsrekening. De AAII Cash Index zakte eind vorig jaar naar 14,5%, wat betekent dat beleggers momenteel gemiddeld slechts 14,5% van hun beleggingsvermogen langs de zijlijn laten staan. Ook deze indicator zegt iets over het sentiment, aangezien beleggers in tijden van crisis geneigd zijn meer geld achter de hand te houden en in ‘goede tijden’ juist meer in aandelen te investeren.

    Beleggers houden minder geld achter de hand (Bron: Bloomberg)

    3. Grote bedrijven kopen minder aandelen terug

    De beursrally van de afgelopen jaren werd ondersteund door grote bedrijven, die door de extreem lage rente makkelijk geld konden lenen om eigen aandelen terug te kopen. Niet alleen kunnen bedrijven hiermee hun zogeheten ‘Weighted Average Cost of Capital’ (WACC) verlagen, ook zorgt het voor een stijging van de aandelenkoersen. Dat is leuk als de beloning voor het management of de directie wordt uitgekeerd in opties of aandelen.

    Maar de Wall Street Journal schrijft nu dat deze stimulans voor aandelen aan kracht lijkt te verliezen. Vorig jaar zakte het bedrag waarvoor grote bedrijven eigen aandelen inkochten naar het laagste niveau sinds 2012. Vinden bedrijven hun eigen aandelen te duur geworden? Of zien ze door de aantrekkende economie weer meer mogelijkheden om nieuwe investeringen te doen?

    4. Koers/winst verhouding hoger dan 1929

    Een bekende graadmeter voor de aandelenmarkt is de koers/winst verhouding, omdat dat iets zegt over de relatie tussen de aandelenkoers en de winstgevendheid van het bedrijf. Een verbeterde versie van deze indicator is de Shiller PE ratio, die de gemiddelde koers/winst ratio van de afgelopen tien jaar als uitgangspunt neemt. Door naar een langere termijn te kijken worden uitschieters weggefilterd en krijg je een beter beeld van de werkelijke situatie.

    Deze ratio ligt momenteel op 33,17, wat betekent dat beleggers voor een aandeel nu 33,17 keer de jaarlijkse winst per aandeel neertellen. Dat is extreem hoog in vergelijking met de meer dan 120 jaar aan historische data. Vlak voor de beurscrash van 1929 lag deze ratio op 30, terwijl in de dotcom bubbel zelfs een piek van 44 werd aangetikt. Daar zitten we op dit moment dus tussenin.

    Koers/winst verhouding bedrijven is al hoger dan in 1929 (Bron: Multpl.com)

    5. Beleggen met geleend geld naar recordhoogte

    Wanneer de aandelenkoersen stijgen en het sentiment positiever wordt zijn beleggers eerder geneigd met geleend geld aandelen te kopen of beleggingsproducten met een hefboomfunctie aan te kopen. Zet de stijgende trend door, dan kun je met geleend geld je effectieve rendement aanzienlijk verhogen. Wel nu, de zogeheten ‘margin debt’ steeg in november naar een nieuw record van meer dan $580 miljard.

    Beleggers gebruiken steeds meer geleend geld (Bron: Advisor Perspectives)

    6. Rendement obligaties hoger dan dividendrendement

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis en het ingrijpen van centrale banken zijn we eraan gewend geraakt dat staatsobligaties weinig rente opleveren, in elk geval minder dan het dividendrendement van aandelen. Maar dat lijkt nu eindelijk te veranderen, want deze week kwam de Amerikaanse 2-jaars rente voor het eerst boven het gemiddelde dividendrendement van S&P 500 aandelen uit.

    Het schuldpapier levert nu bijna 2% rente op, een fractie meer dan het dividendrendement op een goed gespreide aandelenportefeuille. En dat betekent dat aandelen tegen de huidige koers niet langer de vanzelfsprekende keuze zijn voor beleggers. Vanaf nu zijn ook staatsobligaties weer interessant als alternatief, wat kan betekenen dat er voortaan meer geld richting de obligatiemarkt vloeit. Dat kan een verdere stijging van de aandelenmarkt afremmen.

    Rendement obligaties hoger dan dividendrendement (Bron: Bloomberg)

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • De 10 best gelezen artikelen van 2017

    Het jaar 2017 is bijna voorbij en dat betekent dat het tijd is om de balans op te maken. Het afgelopen jaar heeft een recordaantal van ongeveer 300.000 mensen onze site bezocht en registreerden meer dan duizend mensen zich voor onze wekelijkse nieuwsbrief. We zijn erg blij met dit resultaat en hopen ook volgend jaar weer boeiende artikelen te kunnen publiceren.

    Welke artikelen werden dit jaar het beste gelezen? Toen we de balans opmaakten viel ons op hoeveel artikelen uit ons nieuwsarchief van voorgaande jaren nog in de top tien zijn gekomen. Blijkbaar scoren we op bepaalde onderwerpen goed in Google en gaan bepaalde artikelen nog steeds rond op sociale media.

    De volgende top tien bevat alleen artikelen die we dit jaar gepubliceerd hebben, de oudere artikelen van voorgaande jaren die ook dit jaar goed gelezen werden staan helemaal onderaan. Als we de tien best gelezen stukken van dit jaar bekijken, dan valt op dat jullie vooral geïnteresseerd waren in berichten over financiële repressie, contant geld en de stand van de huizenmarkt. Slechts twee artikelen in deze top tien gaan over goud.

    Op opvallend is de uitschieter van het afgelopen jaar, namelijk onze berichtgeving over de verkiezingen in Nederland. Deze kwam al snel in het nieuwsoverzicht van Google en werd daardoor door duizenden mensen tegelijk gelezen. We moesten de capaciteit van de server uitbreiden om de enorme toestroom van bezoekers te verwerken. Hopelijk gaat dat in de toekomst vaker gebeuren!

    Frank Knopers

    1. Verkiezingen in Nederland, wat zeggen de peilingen? (86.497 views)

    Na de verkiezingen in maart duurde het maanden voordat er eindelijk een coalitie kwam. Een van de redenen dat het zo lang duurde was het feit dat veel partijen dicht bij elkaar lagen qua zetels en dat er daardoor een coalitie met veel partijen nodig was. Klik hier voor het artikel.

    2. “Goudprijs bereikt binnen drie tot vijf jaar nieuw record” (3.940 views)

    Volgens analist Jeff Christian van de CPM Group zal de goudprijs binnen drie tot vijf jaar op recordhoogte staan. Door economische en politieke problemen blijven beleggers en centrale banken naar verwachting veel goud kopen, terwijl het aanbod van goudmijnen vanaf 2018 weer zal afnemen. Daardoor zal de opwaartse druk op de prijs van goud verder toenemen. Klik hier voor het artikel.

    3. Sven Hulleman: “De huizenmarkt is een tikkende tijdbom” (2.095 views)

    Innovaties in de financiële sector hebben de huizenmarkt in Nederland volledig op zijn kop gezet, zo concludeert Sven Hulleman van de Stichting Restschuld Eerlijk Delen. In een gesprek met Arno Wellens voor Café Weltschmerz beschrijft hij hoe Nederlandse banken in de jaren negentig begonnen met het herverpakken van hypotheekschulden, waarmee ze alle risico’s van de woningmarkt konden overdragen aan private investeerders en pensioenfondsen en ze hun winsten konden maximaliseren. Klik hier voor het artikel.

    4. Grootste daling huizenprijzen Londen in acht jaar (2.027 views)

    De huizenprijzen in Londen lieten in april de grootste daling in acht jaar tijd zien, zo blijkt uit cijfers van de Britse vastgoedwebsite Rightmove. De gemiddelde vraagprijs in de hoofdstad lag de afgelopen maand op £636.777, een daling van 1,5% ten opzichte van dezelfde maand van vorig jaar. Het is geen groot percentage, maar het is wel een trendbreuk in de huizenmarkt van Londen die tot voor kort alleen maar duurder leek te worden. De prijsdaling van de afgelopen maand was de grootste op jaarbasis sinds mei 2009. Klik hier voor het artikel.

    5. Amerikaanse regering gebruikte ISIS om Assad weg te krijgen (1.938 views)

    De Amerikaanse regering rekende erop dat de opmars van ISIS in Syrië vanzelf tot capitulatie van de regering Assad zou leiden, zo verklaarde staatssecretaris John Kerry vorig jaar tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Naties. Een geheime audio-opname die onlangs door Wikileaks werd vrijgegeven laat horen hoe de Amerikaanse staatssecretaris achter gesloten deuren in gesprek ging met rebellen van de Syrische oppositie. Klik hier voor het artikel.

    6. Jim Rogers: “Overheid wil contant geld afschaffen voor totale controle” (1.890 views)

    Er komt een dag dat je geen kopje koffie meer kunt kopen zonder getraceerd te worden, zo waarschuwt beleggingsgoeroe Jim Rogers. Om meer controle te krijgen zullen overheden in toenemende mate transacties met contant geld aan banden leggen. Verschillende landen hanteren al beperkingen op het gebruik van contanten, maar als het aan de Europese Commissie ligt moeten deze beperkingen in de hele Eurozone gelden om ontwijkgedrag te voorkomen. Klik hier voor het artikel.

    7. Wat doe je met goud als contant geld wordt afgeschaft? (1.870 views)

    Onlangs kregen we van een lezer een interessante vraag voorgelegd waar we graag even wat dieper op in gaan. De vraagstelling was als volgt. Klik hier voor het artikel.

    “Stel dat je inderdaad deels goud koopt van je vermogen en je wilt over 20 jaar geld daarvoor terug, is dat dan nog wel mogelijk als over 20 jaar contant geld zo goed als verdwenen is? Als je dan je het geld wat je voor je verkochte goud elektronisch laat overmaken krijg je dan geen problemen met de belastingdienst die wil weten hoe je ineens aan dat geld komt?”

    8. Hypotheekschuld Nederland vier keer zo groot als in 1993 (1.840 views)

    De doorsnee hypotheekschuld in Nederland bedroeg in 2015 ongeveer €162.000 per huishouden, zo blijkt uit cijfers die het CBS onlangs bekendmaakte. In iets meer dan twintig jaar tijd is de hypotheekschuld in Nederland explosief gegroeid, want in 1993 was de doorsnee schuld per huishouden slechts €44.000.

    De explosieve toename van de hypotheekschuld is het gevolg van een combinatie van factoren. Banken werden soepeler met het verstrekken van hypotheken en ontwikkelden nieuwe hypotheekvormen die het mogelijk maakten om nog meer geld te lenen voor een huis. Klik hier voor het artikel.

    9. Economist: Bereid je voor op nieuwe wereldmunt (1988) (1.777 views)

    In 1988 publiceerde de Economist een coverartikel over de komst van een nieuwe wereldmunt, die nationale valuta van alle grote economieën op een gegeven moment overbodig zal maken. Een nieuwe wereldmunt is de logische vervolgstap in een globaliserende wereld die door telecommunicatie steeds kleiner wordt, zo luidt de conclusie. Klik hier voor het artikel.

    10. Iran wil dollar vervangen door euro (1.757 views)

    Iran wil in haar economische rapportages de dollar vervangen door de euro, zo maakte de gouverneur van de Iraanse centrale bank afgelopen weekend bekend. Volgens gouverneur Valiollah Seif is het voor de centrale bank nog steeds lastig om in dollars te handelen, ook nu de economische sancties opgeheven zijn.

    Sinds vorig jaar rekent Iran haar belangrijkste exportproduct – ruwe olie – al in euro’s af. Daarmee werd de euro de belangrijkste handelsmunt voor Iran. Naar verwachting zal het euro-symbool vanaf maart, als het nieuwe financiële jaar begint, ook op rapportages van de centrale bank te vinden zijn. Klik hier voor het artikel.

    Best gelezen artikelen uit het archief:

    Namens het hele team van Marketupdate wensen wij u alvast een goede jaarwisseling en een voorspoedig 2018 toe!

  • Column: Hotel Cryptofornia

    Bitcoin heeft een bijzonder turbulente week achter de rug. Tikte de prijs van de virtuele munt afgelopen weekend nog bijna de $20.000 aan, deze week ging de koers bijna alleen maar naar beneden. Even leek de koers steun te vinden rond de $16.000, maar vrijdag ging de prijs opnieuw hard onderuit om in de middag verder weg te zakken tot ongeveer $11.500.

    De daling bleef niet beperkt tot de Bitcoin, want een blik op Coinmarketcap leert ons dat de andere virtuele munten met een vergelijkbare snelheid in waarde omlaag gingen. De ene virtuele munt mag dan wel betere eigenschappen hebben dan de andere, op dit moment lijken beleggers daar nog niet veel onderscheid in te maken. Over de hele linie is het diep rood op de borden.

    Beleggers die al maanden in de cryptomunten zitten zullen nog steeds flink in de plus staan, maar voor diegene die pas deze week zijn ingestapt is het een ander verhaal. Die kijken in het slechtste geval nu al tegen een verlies van meer dan 30% aan. Maar dat is allemaal op papier, want wie weet staat de koers volgende week wel weer veel hoger… (virtuele munten kunnen tenslotte 24 uur per dag en 365 dagen per jaar verhandeld worden)

    Bitcoin verkopen?

    De prijsdaling van Bitcoin en andere virtuele munten is voor sommige mensen een koopkans, terwijl andere de uitgang zoeken en zo snel mogelijk willen verkopen. Al die transacties kunnen normaal gesproken direct verwerkt worden, maar in deze turbulente periode blijkt dat nog niet zo makkelijk.

    Zoals we eerder al schreven kan het Bitcoin netwerk maar een beperkte aantal transacties per seconden verifiëren. Willen heel veel mensen tegelijk kopen of verkopen – zoals vandaag – dan zorgt dat voor zeer lange wachttijden en hoge transactiekosten. Toen de oprichter van Bitcoin.com eerder deze week al zijn virtuele munten wilde verkopen kwam hij erachter dat dat toch niet zo eenvoudig was als het lijkt. Het kostte hem uiteindelijk $50 dollar aan transactiekosten en 12 uur wachten voordat hij alles verkocht had en over zijn geld kon beschikken.

    Waren de transactiekosten voor Bitcoin betalingen een paar maanden geleden gemiddeld nog minder dan $5, vandaag de dag zijn die kosten $30. Heb je meerdere wallets of ben je met een kleine inleg begonnen, dan zijn die kosten een serieus obstakel. En dan moet je in het slechtste geval ook uren wachten voordat de transactie is afgerond.

    De afgelopen maanden heeft iedereen kunnen instappen in de Bitcoin, maar het is nog maar de vraag of je er ook makkelijk uit kunt als de prijs zo hard omlaag gaat als de afgelopen dagen. Blijken de virtuele munten een bubbel te zijn, dan is het dus nog maar de vraag of je de winsten op papier op tijd kunt omzetten naar echt geld. De door hoge kosten zijn ze als betaalmiddel al nauwelijks te gebruiken. Is de Bitcoin een Hotel Cryptofornia?

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Column: Repareer het dak wanneer de zon schijnt

    Het is alweer jaren geleden dat de wereldeconomie zo’n uitbundige groei liet zien als nu. Dat is verheugend, maar daarmee zijn de zorgen niet weg. Zal de groei houdbaar blijken wanneer de investeringen niet aantrekken? Dat probleem speelt vooral in de zogeheten ontwikkelde landen. Zijn de schuldenbergen ondertussen niet te hoog geworden voor een houdbare groei, zoals de OESO vreest. Blijdschap is met andere woorden op zijn plaats, maar voor tevredenheid is absoluut ruimte.

    Bedrijfsschulden blijven groeien (Bron: Financial Times)

    Meer economische groei

    Volgens de OECD groeit de wereldeconomie dit jaar 3,6% – tegenover 3,1% in 2016 – en zit er voor komende jaar 3,7% in het vat. Hiermee zijn we terug op het gemiddelde van de periode 1990 – 2007. De koplopers zijn landen als India en China! Maar zoals gezegd, de zorgen zijn allesbehalve voorbij. In de G7 landen ligt het niveau van de investeringen nog steeds beneden het niveau van de jaren voor de crisis en de groei van de arbeidsproductiviteit ligt behoorlijk onder dat van de periode 1995 – 2007.

    Ook de verhouding van de bedrijfsschulden tot het bruto binnenlands product wekt zorgen op. Die schuld is in de Eurozone en in de VS sneller gegroeid dan de voorraad productieve kapitaalgoed. Veel corporates hebben schulden gemaakt om aandelen in te kopen om zo de koers van het aandeel te steunen. Financial engineering is het gevolg van de belastingvoordelen die het bedrijven oplevert, maar ook van de relatie tussen koersontwikkeling en het salaris van het topmanagement.

    In veel ontwikkelde landen gaat ook de particuliere sector zwaar gebukt onder de schuldenlast. Daar is geen sprake van in de opkomende markten, maar daar hebben ze andere problemen. De schuldenlast van bedrijven is hoog en vaak ook nog eens genoteerd in vreemde valuta. Vooral is China is de schuldenlast van bedrijven extreem hoog. Door die hoge schulden van bedrijven staat de kwaliteit van de bedrijfsobligaties onder druk. Aan hoge schulden zijn risico’s verbonden. Er zit waarschijnlijk veel vermogen bij zogeheten zombiebedrijven.

    Het is ook een vuistregel dat nog meer krediet op den duur contraproductief werkt en ook nog eens de ongelijkheid vergroot. Een groot gevaar is ook dat een opkruipende rente de schuldenlast onbeheersbaar maakt, met als gevolg een nieuwe crisis die in feite een voortzetting zal zijn van de afgelopen financiële crisis.

    Van bankkredieten naar obligaties

    Het goede nieuws is echter dat veel bedrijven niet langer leunen op bankkredieten, maar op bedrijfsobligaties. Veel banken zijn nog steeds niet in staat grote verliezen te incasseren. Het feit dat hun rol kleiner is geworden komt de economie alleen maar ten goede en maakt die weerbaarder. Dat wil weer niet zeggen dat bedrijfsobligaties geen risico’s in zich dragen. In de opkomende markten is er het valutarisico aan gekoppeld. Als grote bedrijven omvallen, dan kunnen ondanks alles banken toch nog in de problemen komen. Grote verliezen op bedrijfsobligaties kunnen een run op obligatiefondsen teweegbrengen met alle negatieve gevolgen van dien.

    Waarom zou de rente omhoog kunnen? Een sterkere economische groei zou een mooie aanleiding zijn. Een minder prettige reden zou een oplopende inflatie kunnen zijn. Centrale banken zouden zich dan genoodzaakt zien om de rente te verhogen. Ervaringen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw leren dat zulks gepaard kan gaan met een golf aan faillissementen en een sterk afnemende groei.

    Sommige insiders zijn echter bang, dat centrale banken nu bijna geen ammunitie meer hebben om effectief op te treden. Kortom, het huidig hoge schuldenniveau maakt het er voor centrale banken niet gemakkelijker op. Het is daarom nu meer dan ooit tijd om de schuldenlast te verlagen. Dat kan door schuld belastingtechnisch minder gunstig te behandelen. Dat maakt het minder aantrekkelijk om schulden te maken om de koers omhoog te werken.

    Schuldgroei versus nieuwe investeringen (Bron: Financial Times)

    Deleveraging en hogere buffers

    Buffers bij banken zouden omhoog moeten om ze minder kwetsbaar te maken. Opkomende landen zouden ontmoedigd moeten worden om in vreemde valuta te lenen. En passant zouden er meer inspanningen verricht moeten worden om publieke en private investeringen aan te jagen, waardoor de opleving meer handen en voeten krijgt. Overheden kunnen hierin het voortouw nemen met investeringen in infrastructuur, in kennis en in nieuw technologieën.

    Natuurlijk is de oorlog niet definitief gewonnen als de schulden omlaaggaan en de investeringen omhoog. Er zijn andere dreigingen zoals instabiele politieke verhoudingen of een aantasting van het liberale handelsklimaat door een groeiend protectionisme. Het helpt echter wel als er een echt begin gemaakt wordt met de afbouw van de veel te hoge onproductieve private schuld.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Column: Bijdrukken of afstempelen?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben centrale banken op grote schaal staatsobligaties en ander schuldpapier opgekocht om te voorkomen dat overheden en de bankensector in de problemen zouden komen. Onderpand dat door de markt niet meer vertrouwd werd kwam terecht bij de centrale bank, waardoor de kredietverlening van banken weer op gang kwam en zorgen over de enorme schulden naar de achtergrond verdwenen.

    Bijna tien jaar na het uitbreken van de crisis hebben de grootste centrale banken in de wereld voor $21,7 biljoen aan activa op hun balans staan en de verwachting is dat het totaal volgend jaar september verder gegroeid zal zijn tot ongeveer $24 biljoen. Ter vergelijking, voor de grote financiële crisis van 2008 hadden centrale banken slechts voor een paar biljoen dollar aan bezittingen op hun balans staan.

    Ongekend monetair experiment

    In de hele geschiedenis van de mensheid is het nog nooit eerder voorgekomen dat centrale banken wereldwijd op zo’n grote schaal moesten ingrijpen om het financiële systeem overeind te houden. Maar in plaats van lessen te leren van de vorige crisis en onze schulden terug te brengen (‘deleveraging’) doen we al jaren precies het tegenovergestelde.

    Huishoudens, bedrijven en overheden worden door de lage rente aangespoord meer geld te lenen. Projecten en bedrijven die onder normale omstandigheden niet rendabel waren worden opeens wel rendabel, met als enige voorwaarde dat de rente zo laag blijft als dat ie nu is…

    Doordat centrale banken nu al tien jaar de geldkraan wagenwijd open hebben gezet zijn er weer nieuwe bubbels ontstaan, onder meer in aandelen, obligaties en vastgoed. Het is dan ook geen wonder dat de economie weer groeit, al is het maar een paar procent per jaar. Ondertussen groeien de schulden veel harder, waardoor we er in een volgende crisis in feite nog beroerder voor staan dan in het najaar 2008.

    Centrale banken hebben de controle verloren

    Centrale banken proberen de schijn hoog te houden dat ze de situatie nog steeds onder controle hebben. Mario Draghi van de Europese Centrale Bank praat over een halvering van zijn stimuleringsprogramma, terwijl Janet Yellen van de Federal Reserve al stappen zet richting het verkleinen van de balans.

    Het zijn mooie woorden van de centrale bankiers, maar de realiteit is dat zij wereldwijd de afgelopen 12 maanden voor in totaal $1,6 biljoen aan hun balans hebben toegevoegd. Vergeleken daarmee is de $10 miljard die de Federal Reserve iedere maand van haar balans af haalt een ‘verwaarloosbaar’ bedrag.

    Dit gegeven, plus het feit dat de rente nog steeds amper verhoogd wordt, geeft aan dat centrale banken nog maar heel weinig speelruimte over hebben voor als er een nieuwe crisis uitbreekt. Wat kunnen de hoeders van ons financiële systeem dan nog doen?

    Afstempelen of bijdrukken?

    Het is belangrijk om te beseffen dat centrale banken niet failliet kunnen gaan, omdat ze alle schuldverplichtingen in hun eigen valuta altijd na kunnen komen. Breekt er in de toekomst een nieuwe crisis uit, dan zijn er in hoofdlijnen twee verschillende scenario’s mogelijk.

    In het beste geval kunnen centrale banken besluiten om bijvoorbeeld staatsobligaties op hun eigen balans af te stempelen. In dat geval daalt de schuldenlast van overheden en krijgen die weer meer speelruimte om de economie met ‘Keynesiaans stimuleren’ aan te zwengelen. Vergelijkbaar met de stimuleringsprogramma’s van 2008 en 2009, maar dan op een veel grotere schaal.

    Een minder prettig scenario is dat beleggers het vertrouwen in staatsobligaties kwijtraken en de rente sterk begint te stijgen. Op dat moment worden centrale banken min of meer gedwongen om alle schulden op haar balans te zetten die de markt niet meer wil hebben, om maar te voorkomen dat het vertrouwen in het geld wegvalt. En dat betekent dat opnieuw de geldpers aan zal gaan, maar dan in een veel hogere versnelling.

    Misschien ben ik te somber en kunnen we dankzij technologische innovaties uit deze wereldwijde schuldenproblematiek groeien. Maar het meest waarschijnlijke scenario is dat het fundament van sparen in schulden onder onze voeten wegzakt en we (tijdelijk) een solide anker nodig hebben.

    Verschillende centrale banken, zoals die van China en Rusland, zijn al aan het voorsorteren op een dergelijk scenario door hun dollarposities af te bouwen en hun goudreserves verder uit te breiden. Laten we hopen dat centrale banken dat goud niet nodig hebben, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].