Blog

  • Rusland gaat jaarlijks 100 ton goud aan China leveren

    VTB Bank, de tweede grootste bank van Rusland, gaat op jaarbasis 80 tot 100 ton goud aan China leveren. Dat maakte de bank dinsdag bekend, na de eerste levering van de goudbaren. Daarmee is het de eerste Russische bank die rechtstreeks en op structurele basis fysiek goud gaat leveren aan China.

    “De eerste transactie heeft een volume van in totaal één ton goud. Het is deze maand rechtstreeks verkocht aan een van de grootste financiële instellingen in China”, zo schrijft VTB Bank in een verklaring aan persbureau Reuters.

    Rusland levert goud aan China

    VTB heeft zich voorgenomen de zendingen van goud de komende twaalf maanden verder uit te breiden. Ook wil de bank meer afnemers in China aan zich verbinden, zodat ze kan uitgroeien tot een van de belangrijkste leveranciers voor de Chinese goudmarkt. Rusland behoort tot de top vijf van landen met de grootste goudmijnproductie. In 2015 haalde de goudmijnsector van het land in totaal 289,5 ton goud uit de grond. In Rusland is het gebruikelijk dat de mijnen hun edelmetaal doorverkopen aan lokale banken. VTB Bank koopt ook stelselmatig goud bij de mijnen en heeft daarnaast goede connecties met de Chinese bankensector. In een toelichting zegt Yuri Soloviev van de VTB Bank het volgende:
    "VTB heeft een sterke positie in de Chinese financiële markt en het begin van fysieke goudlevering aan China is een belangrijke stap binnen de regionale strategie. Wij geloven dat de Chinese markt ook op de lange termijn kansen biedt voor Russische bedrijven. VTB wil zoveel mogelijk bijdragen aan het ontwikkelen en faciliteren van de handelsrelatie tussen onze landen."

    Chinese goudmarkt

    In oktober 2015 kreeg de VTB Bank een lidmaatschap van de Shanghai Gold Exchange (SGE) aangeboden, waarmee de bank direct goud met andere banken kan verhandelen in de vrijhandelszone van Shanghai. Waarschijnlijk is dit ook het platform waar VTB jaarlijks 80 tot 100 ton goud zal aanbieden. Vorige week werd bekend dat Rusland en China gezamenlijk een handelsplatform voor goud willen opzetten. De VTB Bank heeft al ervaring met het exporteren van goud, want ze levert ook al enige tijd edelmetalen voor de Indiase markt. Gold-russia

    VTB Bank gaat 80 tot 100 ton goud per jaar verkopen aan China

    hollandgold-logo

    Dit artikel wordt je aangeboden door Hollandgold

  • Goud onder de straten van Londen

    Onder de straten van Londen ligt voor omgerekend €200 miljard aan goud opgeslagen, verspreid over een netwerk van acht verschillende goudkluizen met een totale oppervlakte van meer dan 28.000 vierkante meter. Verspreid over een groot aantal blauwe metalen stellingkasten liggen in totaal 500.000 zogeheten Londen Good Delivery goudbaren met een gewicht van 12,5 kilogram opgestapeld, goud dat bewaard wordt voor centrale banken, bullion banks en internationale instanties als het IMF, de BIS en de ECB.

    Deze goudbaren hebben tegen de actuele goudprijs een waarde van €440.000, de prijs van een middenklasse woning. De goudstaven zijn afkomstig van smelterijen uit verschillende landen en liggen vaak al decennia lang op dezelfde plaats in de kluizen van de Bank of England. Verschillende partijen bewaren hun goud in Londen, omdat het daar gemakkelijk te verhandelen is. Er zijn in totaal 72 partijen waarvoor de Bank of England het edelmetaal bewaart.

    Goudkluis van de Bank of England

    Ruim 5.000 ton goud

    In totaal ligt er 6.256 ton aan edelmetaal in Londen opgeslagen, waarvan 5.134 ton in de kluizen van de Bank of England. Die kluizen werden gebouwd in de jaren dertig van de vorige eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kluisruimte gebruikt als kantine en als schuilkelder, omdat een groot deel van het goud om veiligheidsreden naar Canada en de Verenigde Staten was overgebracht. Na 1945 werden de kluizen weer gebruikt voor de opslag van het gele metaal.

    bank-gold-vaults

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de goudkluis van de Bank of England als kantine gebruikt (Bron: Bank of England)

    Zoals gezegd liggen de meeste goudbaren al decennia op dezelfde plaats, maar er wordt ook regelmatig fysiek goud aangeleverd en uitgeleverd. Het edelmetaal wordt per schip of per vliegtuig aangeleverd en is afkomstig van smelterijen van over de hele wereld, zoals PAMP Suisse in Zwitserland en de Rand Refinery in Zuid-Afrika. Het transport van goud vindt lang niet altijd plaats via zwaar beveiligde transporten, zo vertelt Ruth Crowell van de Londen Bullion Market Association (LBMA) aan de BBC:
    “Goud komt ook binnen met reguliere passagiersvluchten. In de laadruimte van deze vliegtuigen tref je vaak goud, verse bloemen of dode lichamen aan.”

    goldbars-bbc

    Goudbaren komen van over de hele wereld naar Londen (Foto via de BBC)

    Zachte klei van Londen

    De kluizen van de Bank of England bestrijkt een enorm oppervlak van in totaal bijna zes voetbalvelden. Omdat Londen op zachte kleigrond gebouwd is en omdat goud een zeer grote massa heeft is het niet mogelijk de goudstaven heel hoog op te stapelen. Om verzakking van de grond te voorkomen ligt het edelmetaal daarom verspreid over een groter oppervlak en wordt het slechts met vier lagen boven elkaar opgestapeld. Voor de Federal Reserve is de opslag van goud veel gemakkelijker, omdat de kluis van de New York Fed gebouwd is op de rots van Manhattan. Daar kan het goud gemakkelijk tot aan het plafond opgestapeld worden.

    gold-wall-nyfed

    In New York wordt het goud tot het plafond opgestapeld (Foto via Bloomberg)

    11 miljard troy ounce goud

    Veel goudtransacties in Londen vinden rechtstreeks plaats tussen twee partijen (over the counter). Daarom zijn er maar weinig gegevens bekend over de omvang van deze transacties. In 2011 publiceerde de LBMA resultaten van een onderzoek, waar veel marktpartijen aan deelnamen. Daaruit kwam naar voren dat er in het eerste kwartaal van 2011 bijna 11 miljard troy ounce goud verhandeld werd met een totale waarde van $15,1 biljoen.

    Bank-of-England-vaulted-gold-AU-03

    De Bank of England bewaart goud voor veel verschillende partijen (Bron: Goldchartsrus)

    gs-logo-breed

    Deze bijdrage is afkomstig van Goudstandaard

  • Saoedi-Arabië is een nieuwe prijzenoorlog gestart

    De bijeenkomst van olieministers van zowel OPEC als non-OPEC landen op 17 april in Doha moest eigenlijk wel mislukken. Nog voor de vergadering begonnen was, had de vertegenwoordiger van Saoedi-Arabië het mes al op tafel gelegd. Voor Mohammed Bin Salman was duidelijk dat er geen afspraken gemaakt zouden worden als Iran niet aan de gesprekken zou deelnemen. Dat land had echter al in eerdere instantie laten weten niet deel te nemen. Iran wil coûte que coûte zijn productie opvoeren naar een niveau van voor de boycot.

    iran-saudi-arabia-cartoonBin Salman ging echter nog een stapje verder om de zaak stevig onder druk te zetten en te houden. Als er geen overeenkomst kwam, dan zou het koninkrijk zijn productie stapsgewijs gaan opvoeren van 10,4 miljoen vaten naar 11,5 miljoen om over een halfjaar maar liefst 12,5 miljoen vaten per dag op te pompen. Ongeveer in dezelfde periode is Iran van plan zijn productie op te stuwen naar 4 miljoen vaten per dag. Dat zijn er dan 800.000 meer dan nu het geval is.

    Saoedi-Arabië wil meer marktaandeel

    Sommige analisten hebben dit dreigement afgedaan als een statement van wat het land kan doen, niet dat het dat ook werkelijk gaat doen. Maar misschien is het verstandiger het dreigement erg serieus toenemen. Saoedi-Arabië zegt in feite tegen de producenten die met hoge kosten werken, dat zij hen van de oliekaart willen en kunnen vegen. Daarmee reiken de bedoelingen van het Koninkrijk ook verder dan de wens om Iran een lesje te leren. De Saoedi’s zijn uit op een groter marktaandeel nu de besprekingen mislukt zijn. Daar gaat het hen om, ook al gaat dat ten koste van bijvoorbeeld hun huidige bondgenoot en gesprekspartner, Rusland. Het uitschakelen van zoveel mogelijk concurrentie mag er niet toe leiden dat de olieprijs weer fors gaat stijgen. Dat zou bijna automatisch nieuwe (schalie)concurrentie uitlokken.

    iran-oil-production

    Iran blijft productie van olie verhogen (Grafiek via Bloomberg)

    Einde van olietijdperk?

    De huidige strategie is waarschijnlijk ingegeven door het besef dat het tijdperk van de olie weleens sneller voorbij kan zijn dan tot nu toe aangenomen. Het land wil daarom zo snel mogelijk zoveel mogelijk olie oppompen en die te gelde maken. Dat geld hebben ze hard nodig om de huidige economie los te koppelen van de dominante olie-industrie. Voor die transitie is heel veel geld nodig. Dat beseffen de Saoedi’s ook en dus gaan ze naar Noors voorbeeld een sovereign wealth fund in het leven roepen waar ze de olieopbrengsten geheel of gedeeltelijk in zullen storten. Er zijn ook plannen om een deel van het staatsoliebedrijf Aramco naar de beurs te brengen!

    saudi-oil-production

    Saoedi-Arabië breidt productie verder uit (Grafiek via Bloomberg)

    Als Saoedi-Arabië zijn plannen doorzet, dan zullen niet alleen olieproducerende landen als Venezuela daar de gevolgen van ondervinden. Ook menig oliebedrijf zal zich door deze strategie in de wielen gereden zien. Wat te denken van bedrijven die al fors geïnvesteerd in projecten die boren vereisen op grote diepte onder de zeespiegel. Die projecten hebben geen schijn van kans als landen als landen als Iran en Saoedi-Arabië hun plannen onverwijld doorzetten. Diepzeeprojecten vereisen hoge investeringen vooraf en het duurt heel lang voordat die kosten zijn terug verdiend. Zullen beleggers nog wel hun geld in dit soort bedrijven willen investeren? Cor Wijtvliet Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur. Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • China stevent af op crisis zoals die van 2008

    Sinds het begin van dit jaar zijn er meer zorgen ontstaan over de groei van de Chinese economie. Het wordt steeds duidelijker dat ook China haar economie heeft laten groeien door heel veel meer schulden te maken. Met geleend geld werd een vastgoedbubbel opgeblazen, terwijl bedrijven veel geld leenden om de productie te verhogen. Het gevolg is overproductie en een toename aan de hoeveelheid slechte leningen, waarmee China dezelfde kant op dreigt te gaan als Japan in 1991 en de Verenigde Staten en Europa in 2008.

    Door de geschiedenis heen blijkt keer op keer dat een snelle toename van private schulden de oorzaak is voor een recessie. De crash van de Japanse economie in 1991 werd veroorzaakt door te hoge schulden, terwijl speculatie op de Amerikaanse huizenmarkt de financiële crisis van 2008 inluidde. Ook Europa bleek kwetsbaar, wat als eerste zichtbaar werd in landen met hele hoge private schulden, zoals IJsland en Spanje. De kans is groot dat China het volgende land is dat bezwijkt onder te hoge private schulden. De eerste signalen daarvan zijn al enige tijd zichtbaar.

    China stevent af op kredietcrisis?

    Maar hoe groot is het Chinese schuldenprobleem precies? Cijfers van de Bank for International Settlements laten zien dat de totale schulden in de tweede grootste economie ter wereld sinds 2008 explosief zijn toegenomen, van 150 naar 250 procent van het bbp. En dat is veel, als je bedenkt dat het bbp in deze periode ook met bijna 10% per jaar steeg. Vergelijken we de schuldengroei in China met andere landen, dan is de kans op een crisis zeer groot. Ook econoom Steve Keen verwacht dat de volgende grote crisis in China zal uitbreken. https://twitter.com/pdacosta/status/724699421292806144  

  • Zwitserland sluit zich aan bij Chinese investeringsbank

    In navolging op veel andere Europese landen heeft ook Zwitserland zich aangesloten bij de nieuwe Chinese investeringsbank. Dat betekent dat ook Zwitserland een financiële bijdrage zal leveren aan de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur om Europa met Azië te verbinden. Zwitserland legt verspreid over vijf tranches een totaalbedrag van $706,4 miljoen in. Ook heeft het land al twee vertegenwoordigers naar voren geschoven, namelijk Johann Schneider-Ammann en Didier Burkhalter. Zwitserland krijgt stemrecht in een blok met Denemarken, IJsland, Noorwegen, Polen, Zweden en Groot-Brittannië.

    Chinese investeringsbank

    De Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) werd een jaar geleden door China gelanceerd als een internationaal project om de handelsroutes tussen Europa en Azië te verbeteren. Alle landen die aan deze investeringsbank deelnemen hebben een bepaald bedrag toegezegd dat voor dit doel gebruikt kan worden. De AIIB hoopt in totaal $100 miljard op te halen bij alle deelnemende landen, geld dat gebruikt zal worden voor de aanleg van spoorwegen, snelwegen en bruggen. Dat is nog maar een begin, want volgens experts kan er alleen in Azië al $2 biljoen geïnvesteerd worden in het verbeteren van de infrastructuur. Met een goede spoorwegverbinding worden goederen twee keer zo snel van China naar Duitsland vervoerd als over zee. Volgens sommige experts zal de wereldhandel de komende decennia in toenemende mate over land plaatsvinden, nu het zwaartepunt van de wereldeconomie verschuift van de Verenigde Staten naar het Euraziatische continent.

    AIIB

  • Grafiek: Vastgoedbubbel in Verenigd Koninkrijk

    In het Verenigd Koninkrijk zijn de huizenprijzen sinds 1926 twee keer zo snel gestegen als de inkomens, zo blijkt uit onderzoek van de New Economics Foundation. Zij brachten de ontwikkeling van de huizenprijzen en inkomens in kaart sinds de geboorte van de Queen Elizabeth II en ontdekten een zeer sterke correlatie tot en met de jaren ’80 van de vorige eeuw.

    Daarna begonnen de huizenprijzen en inkomens sterk uit elkaar te lopen, met als gevolg dat de huizenprijzen in het land gestegen zijn tot negen keer het inkomen. In Londen liggen de prijzen nog hoger, want daar betaal je voor een huis gemiddeld twintig keer het gemiddelde inkomen.

    nef-earnings-houses

    Huizenprijzen versus inkomens in Verenigd Koninkrijk (Bron: NEF)

    Financiële deregulering

    In de jaren zeventig kregen banken door de financiële deregulering meer mogelijkheden om krediet te verlenen aan huishoudens. Het verstrekken van hypotheken bleek een zeer lucratieve activiteit voor de banken, met als resultaat dat de totale hypotheekschuld begon te stijgen. Met allerlei innovatieve vormen van financiering, zoals aflossingsvrije hypotheken en beleggingshypotheken, werd het voor consumenten makkelijker meer geld te lenen voor een huis. Gecombineerd met stimulerende maatregelen van de overheid zorgde dat voor een langdurige stijging van de huizenprijzen.

    Een stijging van de huizenprijzen maakt wonen steeds duurder. Volgens het New Economics Foundation dient de oplossing voor dit probleem gezocht te worden in het beperken van huurverhogingen en het verminderen van de kredietverlening. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan…

  • Is Japan kandidaat voor hyperinflatie?

    Het gaat niet zo goed met de Japanse economie. Het land gaat gebukt onder hoge schuldenlast en heeft daar nog steeds geen oplossing voor gevonden. Monetaire en fiscale stimulering blijkt geen structurele verbetering op te leveren, terwijl de centrale bank steeds gekkere sprongen maakt om de economie te ondersteunen. We hebben vier zorgwekkende trends van de afgelopen jaren op een rij gezet…

    1. Vlucht in staatsobligaties

    De rente op Japanse staatsobligaties met een looptijd van dertig jaar is de afgelopen maanden spectaculair gedaald. Kreeg je begin dit jaar nog 1,2% rendement op deze langlopende lening, nu is dat niet veel meer dan 0,2%. Beleggers vluchten in staatsobligaties, omdat die nog steeds de status van veilige haven hebben. Maar hoeveel staatsobligaties kunnen beleggers nog kopen, nu ook de Bank of Japan de spreekwoordelijke geldpers laat draaien?

    Eerder deze maand schreef Bloomberg dat er bijna geen handel is meer is de langlopende staatsobligaties, omdat niemand zijn stukken nog wil verkopen. Op een bepaalde dag was er zelfs helemaal geen handel in de Japanse staatsobligaties van dertig jaar. Geen wonder dat we dan de volgende grafiek zien…

    2. Bank of Japan bezit meer dan helft van alle ETF’s

    De Japanse centrale bank heeft alle registers opengezet om deflatie te voorkomen. De afgelopen jaren heeft de Bank of Japan stelselmatig staatsobligaties en aandelen opgekocht, in een poging de economie te stimuleren. Het resultaat van dit alles is dat de centrale bank op dit moment niet alleen de grootste bezitter is van de staatsschuld, maar ook van alle ETF’s in Japan. In 2010 begon de Bank of Japan aandelen te kopen via zogeheten exchange traded funds, met als resultaat dat meer dan de helft van al deze ETF’s inmiddels op haar balans staat. Hoe gezond is de economie nog als de centrale bank de prijzen ondersteunt door de helft van de aandelen op te kopen?

    boj-etf-holdings

    Bank of Japan bezit helft van alle ETF’s (Bron: Bloomberg)

    3. Japanners vluchten in contant geld

    Eerder dit jaar schreven we over de run op kluisjes en contant geld. De invoering van negatieve rente door de Bank of Japan was voor veel spaarders reden om geld van de bank te halen en in de vorm van bankbiljetten in de kluis te stoppen. Dit is funest voor de banken, omdat spaargeld het onderpand is waarop zij geld mogen uitlenen. En als spaargeld begint te schuiven kunnen ook de banken in de problemen komen. De vlucht naar contant geld is ook de reden dat de Bank of Japan meer bankbiljetten moet bijdrukken.

    10000yen-banknote

    Meer vraag naar grote bankbiljetten en kluisjes in Japan

    4. Handelsbalans

    Sinds de aankondiging van nieuwe monetaire stimulering in december 2012 zakte de waarde van de Japanse yen ten opzichte van de Amerikaanse dollar met meer dan 40%. Je zou verwachten dat de Japanse economie hier een exportvoordeel uit zou halen, maar het tegenovergestelde gebeurde. Het voordeel van de exportpositie werd teniet gedaan door hoge importkosten voor olie en gas. Deze kosten zijn het afgelopen jaar enorm gedaald, wat een gunstig effect heeft gehad op de betalingsbalans van Japan. Maar of het land van de rijzende zon ooit weer de sterke exporteconomie van weleer wordt, dat is nog maar de vraag met concurrentie uit andere Aziatische landen zoals Zuid-Korea. Een land met een eigen centrale bank een een structureel handelstekort is een kandidaat voor hyperinflatie.
    "If you're running a trade deficit and your government can (and will) print, then you are a candidate for hyperinflation." - FOFOA

    japan-balance-of-trade

    Japan is niet langer een exporteconomie (Bron: Tradingeconomics)

  • Enquête: Goud of zilver?

    Goud en zilver worden vaak in één adem genoemd. Toch zijn de twee metalen duidelijk verschillend. Zilver krijgt steeds meer industriële toepassingen en is zich meer als een grondstof gaan gedragen, terwijl beide edelmetalen vroeger voornamelijk gebruikt werden als versiering en als betaalmiddel. Centrale banken kopen vandaag de dag alleen maar goud, geen zilver. Toch kan zilver een zeer interessante belegging zijn, want het edelmetaal is op dit moment in historisch perspectief juist zeer goedkoop ten opzichte van goud. Hoe denken jullie over deze edelmetalen? We hebben via twitter een aantal vragen voorgelegd aan onze volgers…

  • Negatieve rente: $7,8 biljoen aan niet-renderende staatsobligaties

    De hoeveelheid staatsobligaties met een negatieve rente blijft alsmaar verder toenemen. De volgende grafiek van Bloomberg laat zien dat $7,8 biljoen aan staatsschuld van ontwikkelde landen een negatief rendement heeft. Daarnaast is er nog $8 biljoen aan obligaties die minder dan een procent rente opleveren. Staatsobligaties die meer dan 2% rendement opleveren worden schaars, want daar is maar een kleine $3 biljoen van in omloop.

    De negatieve rente is niet uitsluitend het gevolg van het monetaire beleid van centrale banken, zoals Draghi afgelopen donderdag tijdens de persconferentie van de ECB terecht opmerkte. Ook is het tekenend voor het gebrek aan vertrouwen in de economie. Beleggers zien weinig productieve investeringen en durven geen grote bedragen meer aan banken toe te vertrouwen. Het gevolg is dat iedereen vlucht in de relatieve veiligheid van staatsschuld en daarbij genoegen neemt met een negatief rendement.

    obligaties-negatieve-rente-bbg

    Negatieve rente op $7,8 biljoen aan staatsobligaties (Bron: Bloomberg, via @Schuldensuehner)

    Olie op het vuur

    Centrale banken gooien nog meer olie op het vuur door zelf ook staatsobligaties en andere financiële activa op te kopen. Dat versterkt immers het tekort aan veilig onderpand (staatsobligaties) en drijft de obligatiekoersen nog verder op. Het gevolg is een steeds lager en zelfs negatief rendement. U als spaarder betaalt daar de rekening voor, want als pensioenfondsen en verzekeraars geen rendement meer kunnen maken op hun beleggingen zullen zij hun premies moeten verhogen. Ook levert uw spaargeld bijna niets meer op, nu banken een boeterente moeten betalen om geld te stallen bij de centrale bank. Bij een negatieve rente op staatsobligaties is het nog maar een kleine stap om in fysiek goud te beleggen. Ook edelmetaal levert geen rendement op, maar het is wel een vorm van vermogen zonder tegenpartij risico en zonder valutarisico. Daalt de waarde van de euro, dan daalt ook de waarde van obligaties die in euro genoteerd staan. Juist in dat scenario blinkt goud uit, omdat het op de lange termijn compenseert voor de waardedaling van de valuta.

    global-bond-yield

    Gemiddelde rendement op staatsobligaties wereldwijd naar dieptepunt van 1,3% (Bron: Bloomberg)

  • Rosneft mogelijk deels in Chinese handen?

    Het Chinese staatsbedrijf China National Petroleum Corporation (CNPC) krijg mogelijk een belang in de Russische olieproducent Rosneft. De regering van Poetin wil meer staatsbedrijven privatiseren, waaronder de grootste olieproducent van het land. Op dit moment heeft de staat een belang van 69,5% in Rosneft, maar dat wil men terugbrengen naar 50%. Dat betekent dat bijna een vijfde deel van het bedrijf in de verkoop gaat.

    China wil belang in Rosneft

    Als gevolg van de Westerse sancties zoekt Rusland steeds meer toenadering tot China. De Chinese economie heeft veel energie en grondstoffen nodig en dat is precies wat Rusland kan exporteren. Eerder dit jaar verstrekte de Bank of China nog een lening van €2 miljard aan het Russische Gazprom voor de aanleg van een gasleiding, waarmee Rusland de komende decennia aardgas aan China kan leveren. In 2014 sloten deze twee opkomende grootmachten een miljardendeal voor de levering van energie.

    putin-rosneft

    Oliegigant Rosneft komt deels in Chinese handen?

  • Breed Welvaartsbegrip: “Economie is meer dan het bbp”

    Deze week heeft de Tweede Kamer Commissie Breed Welvaartsbegrip haar rapport gepresenteerd. Ik ben nauw betrokken bij dit onderwerp, zie mijn vorige columns. Ik heb veel waardering voor dit rapport. Maar ook kritiek. Uit het rapport blijkt dat de Nederlandse politiek dit vraagstuk van de meting van welvaart eindelijk serieus wil gaan nemen. Het rapport is van goede kwaliteit. Er worden ook aanbevelingen gedaan voor de toekomstige beleidsvorming. Van groot belang is dat het rapport benadrukt dat de indicator bbp een eenzijdig beeld geeft van de welvaart. Zij bepleit dan ook om sociale en ecologische factoren een minstens evenredige plek te geven in het politieke debat.

    tijdelijek_commissie_breed_welvaartsbegrip_Terecht moet het er volgens de commissie om gaan dat steeds verder gekeken wordt dan het hier en nu van Nederland. Er moet wereldwijd gekeken worden, en ook in de toekomst, eveneens een benadering die ik steeds gewild heb. Het rapport bepleit dat niet meer naar één indicator gekeken gaat worden maar naar een (beperkte) hoeveelheid indicatoren, in de vorm van een checklist. Over welke indicatoren in die checklist moeten worden opgenomen doet de commissie geen uitspraken, jammer.

    Het rapport bevat het voorstel om ieder jaar een verantwoordingsdebat te voeren over de ontwikkeling van de welvaart in deze brede zin. Zo’n debat zou men kunnen vergelijken met het verantwoordingsdebat dat regering en Kamer nu al kennen. Ik ben voorstander van zo’n debat. Het gevaar is wel dat het een verplicht nummer wordt vergelijkbaar met het beleidsdebat dat nu al jaarlijks gevoerd wordt. Voor een degelijke uitholling van een belangrijk principe moet dan ook gewaakt worden.

    Positief is ook de serieuze behandeling van de verschillende ecologische voetafdrukken. Dat is echt een winstpunt, in het recente verleden nog werd daar beleidsmatig nauwelijks naar gekeken.

    Uitgangspunt blijft toch het bbp?

    Met één onderwerp van het rapport heb ik grote moeite. Dat is het gebruik van de indicator bbp. Het rapport bevat op verschillende plaatsen kritische kanttekeningen bij de tekortkomingen van deze indicator. Evenwel trekt zij deze kritiek nauwelijks door naar haar conclusies. Dat betekent dat deze indicator de centrale factor blijft in belangrijke beleidsdocumenten als de jaarlijkse Macro Economische Verkenning, in tegenstelling tot ecologische en sociale factoren als de voetafdruk, de ecologische schuld, de omgekeerde ontwikkelingshulp (zeer actueel gezien de Panama Papers) en de ongelijkheid. De commissie verklaart het bbp tot een robuuste indicator. Welnu, als iets niet waar is, is het dit. Wereldwijd wordt al sinds jaar en dag en in brede kring gewezen op de fundamentele gebreken van deze indicator. Die afwijzing heeft niet alleen te maken met haar statistische tekortkomingen. Zij heeft ook als grote makke dat veel beleid gericht is op de bevordering van economische groei als uitgedrukt in het bbp. En dat dan met ernstige gevolgen voor mens en milieu zoals wij die nu haast dagelijks ervaren. In het rapport wordt een breed beeld geschetst van de discussie over dit onderwerp. Spijtig is dat daarbij geen enkele verwijzing is naar de vele inspanningen die sociale bewegingen en de civil society in het algemeen hebben verricht. Zonder al die inspanningen was deze commissie en dus ook dit rapport er nooit geweest. Zit hier een bepaalde politieke keuze achter? Kortom, de Nederlandse politiek kan gefeliciteerd worden met dit rapport, zij het dat er nog belangrijke hobbels moeten worden genomen willen mensen en milieu er echt iets aan hebben. Lou Keune Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org