Blog

  • Wordt het 500 euro biljet afgeschaft? (update)

    De Europese Centrale Bank zou van plan zijn de productie van €500 bankbiljetten stop te zetten, zo schrijft de Wall Street Journal op basis van een anonieme bron die vertrouwd is met de materie. Het onderwerp zou volgens de krant vandaag ter sprake komen bij een vergadering van de Raad van Bestuur van de ECB in Frankfurt. Volgens de laatste geruchten blijft het biljet van 500 euro wettig betaalmiddel dat bij alle banken geaccepteerd zal worden, maar zal de productie van de paarse biljetten niet meer voortgezet worden. Ook zou de productie van het €200 biljet ter discussie staan.

    “Er is een meerderheid binnen de Raad van Bestuur van de ECB die het biljet van 500 euro willen afschaffen, wat betekent dat het niet opgenomen zal worden in de tweede generatie van euro bankbiljetten”, zo verklaarde een bron die werkzaam is bij een gelddrukkerij die de euro bankbiljetten produceert. Op termijn zou het bankbiljet van €500 alleen nog maar bij de bank ingewisseld kunnen worden, net zoals de oude bankbiljetten na de introductie van de euro in 2002.

    ECB nog onbeslist

    De meeste berichten over het afschaffen van het 500 euro bankbiljet komen uit de Angelsaksische media. Het is wachten op een reactie van de ECB, die vooralsnog geen kant gekozen heeft in deze kwestie. De laatste keer dat het schrappen van het 500 euro briefje op de agenda stond was in 2005, maar toen besloot de centrale bank vast te houden aan het paarse biljet. We kijken uit naar het rapport van de Europese Commissie, dat momenteel onderzoek doet naar de relatie tussen de grote bankbiljetten en criminele activiteit. In de zomer worden de uitkomsten van dit onderzoek verwacht.

    Uit een onderzoek van de Bundesbank en de ECB bleek eerder dit jaar al dat het miljoenen zou gaan kosten om het bankbiljet van €500 af te schaffen. Het biljet is goed voor 30% van de totale waarde van al het euro briefgeld in omloop. Zou je het biljet ongeldig verklaren, dan moeten er veel nieuwe bankbiljetten van €50 of €100 voor in de plaats komen.

    Update (19:27): Bloomberg bericht dat de productie van €500 biljetten eind 2018 gestopt zal worden

    Lees meer:

  • Jim Rickards: “Bull market in goud net begonnen”

    Volgens Jim Rickards is de bull market in goud nog maar net begonnen. In een gesprek met CNBC legt hij uit dat de goudprijs een sterke negatieve correlatie heeft met de waarde van de dollar en dat de waarde van die munt de komende tijd waarschijnlijk verder gaat zakken. Rickards verwijst naar het G20 topoverleg in Shanghai eind februari, waarin alle deelnemers verklaarden afstand te nemen van concurrerende devaluaties. Dat bleek ook het moment te zijn waarop de dollar begon te dalen ten opzichte van andere belangrijke handelsmunten zoals de euro, de Chinese yuan en de Japanse yen.

    “Alle vier economische machtsblokken willen een goedkopere munt, maar dat kan niet allemaal tegelijk. Daarom verlagen ze om de beurt de waarde van hun munt. De dollar stond het zwakste in augustus 2011, dat was ook het moment waarop de goudprijs naar een record van $1.920 per troy ounce steeg. Daarna zagen we een omgekeerde trend.

    Nu is de VS dicht bij een recessie en gaat het ook in China niet zo goed. Daarom moeten Japan en Europa wat pijn nemen en de waarde van hun munt laten stijgen. Enige tijd geleden heeft China haar munt gedevalueerd tegen haar belangrijkste handelspartners, namelijk Japan en Europa.”

  • Rogoff: “Opkomende markten moeten goud kopen”

    Rogoff: “Opkomende markten moeten goud kopen”

    Centrale banken van opkomende markten moeten meer goud kopen, dat schrijft econoom Kenneth Rogoff in een nieuw opiniestuk voor Project-Syndicate. Hij is ervan overtuigd dat het internationale financiële systeem beter zal functioneren als deze landen meer edelmetaal aan hun reserves toevoegen.

    Zijn column is er eentje om in te lijsten, dus we hebben deze geheel voor u vertaald…

    “Opkomende economieën zouden een aanzienlijk deel van de honderden miljarden aan valutareserves die ze nu hebben moeten omzetten in goud. Zelfs als ze maar 10% van hun reserves in goud stoppen komen ze nog niet in de buurt bij veel rijke Westerse landen, die 60 tot 70 procent van hun (weliswaar kleinere) reserves in goud bewaren.

    Een lange tijd waren de rijke landen van mening dat het in het belang van iedereen was om goud te demonetiseren. We hebben nog steeds grote goudreserves, maar dat is een overblijfsel uit de goudstandaard van voor de Tweede Wereldoorlog, toen centrale banken nog een grote goudreserve nodig hadden.

    In 1999 zagen Europese centrale banken geen reden om zoveel goud aan te houden en sloten zij een overeenkomst om hun voorraad op een ordelijke wijze af te bouwen. De verkoop van goud was toen nog te verantwoorden voor de meeste deelnemende landen, want de werkelijke dekking voor hun schulden was dat ze op dat moment de ruimte hadden om de belastingen te verhogen en dat er sprake was van een politieke stabiliteit. Het 1999 pact werd periodiek herzien, maar sinds de laatste herziening in 2014 hebben de meeste rijke landen een lange pauze ingelast. Velen hebben nog steeds een extreem grote goudreserve.

    Opkomende markten bleven goud kopen, maar in een slakkengang in vergelijking met hun vraatzuchte honger voor Amerikaanse staatsobligaties en obligaties van andere rijke landen. In maart 2016 had China slechts 2% van haar reserves in goud, zat India op een aandeel van 5% en was Rusland de enige grote opkomende economie die haar goudreserve significant wist uit te breiden tot bijna 15% van de reserves.

    Opkomende markten houden reserves aan omdat ze niet de luxe hebben om zich uit een financiële crisis of een obligatiecrisis te inflateren. Simpel gezegd, zij leven in een wereld waarin een groot gedeelte van de internationale schulden – en een nog groter aandeel van de wereldhandel – wordt uitgedrukt in een harde munt. Daarom houden ze reserves van deze valuta aan als bescherming tegen fiscale en financiële rampspoed. Het zou in principe beter zijn als deze opkomende economieën op een of andere manier hun reserves konden samenvoegen, mogelijk via een faciliteit van het IMF, maar het vertrouwen om een dergelijk systeem te laten werken is er simpelweg nog niet.

    Waarom zou het systeem beter werken met een groter aandeel van de goudreserves? Het probleem met de huidige situatie is dat de opkomende markten als groep concurreren voor staatsobligaties van de rijke landen, waarmee ze de rente die ze over deze obligaties ontvangen verder omlaag drukken. Met een rente die vast zit op bijna nul procent kunnen de prijzen van deze obligaties niet veel verder meer dalen dan nu het geval is, terwijl het aanbod van staatsobligaties van de ontwikkelde landen beperkt wordt door hun capaciteit om belastingen te innen.

    Goud – dat weliswaar beperkt is aanbod – heeft dit probleem niet, omdat er geen limiet is op de goudprijs. Daar komt bij dat het goed te onderbouwen is dat goud een reserve is met een extreem laag risico en een rendement dat vergelijkbaar is met kortlopende staatsobligaties. en omdat goud een zeer liquide bezit is – een essentiële eigenschap voor een reserve – kunnen centrale banken zich permitteren verder te kijken dan de volatiliteit van de goudprijs op de korte termijn en zich richten op de rendementen op de langere termijn.

    Het is waar dat goud geen rente oplevert en dat er kosten gemoeid zijn met de opslag van goud. Maar deze kosten kunnen relatief efficiënt beperkt worden, door het goud indien nodig in het buitenland op te slaan (veel centrale banken hebben goud bij de Federal Reserve in New York liggen). Ook kan de goudprijs over de langere termijn stijgen. Om deze reden kan het systeem als geheel nooit een tekort aan monetair goud hebben.

    Ik wil niet de indruk wekken dat opkomende markten met een verschuiving van de reserves richting goud op een of andere manier de ontwikkelde economieën benadelen. Immers, de huidige situatie is dat de ontwikkelde landen nog steeds aanzienlijk meer goud hebben dan de opkomende markten. Wanneer zij systematisch hun reserves richting goud verschuiven zullen zij de prijs van goud doen stijgen. Maar dat is geen systematisch probleem, omdat een stijging van de goudprijs de kloof kan dichten tussen vraag en aanbod van veilige havens die ontstaan is doordat de rente naar een bodemniveau verlaagd is.

    Er is nooit een goede reden geweest voor opkomende markten om goud volledig te demonetiseren. En die reden is er ook nu niet.”

    Over Kenneth Rogoff

    Kenneth Rogoff is hoogleraar economie aan de universiteit van Harvard. Van 2001 tot en met 2003 was hij ook hoofdeconoom van het IMF en in 2011 won hij de Deutsche Bank prijs voor Financiële Economie. Hij publiceerde samen met Carmen M. Reinhart de bestseller ‘This Time is Different: Eight Centuries of Financial Folly‘.

  • De geschiedenis van negatieve rente

    Voor het eerst in de geschiedenis hanteren verschillende centrale banken een negatieve rente, een beleidsinstrument dat voor het uitbreken van de financiële crisis nog zo goed als ondenkbaar was. Het doel van dit beleid is het aanjagen van de inflatie, omdat het bij een negatieve rente aantrekkelijker is geld te lenen en te consumeren dan om het op een spaarrekening te zetten. Maar er kleven ook risico’s aan een negatieve rente, denk aan spaarders die hun geld van de bank halen en pensioenfondsen en verzekeraars die hun premies moeten verhogen omdat ze minder rendement maken op hun vermogen. Een ander risico is dat consumenten en bedrijven door de negatieve rente geld lenen voor zaken die helemaal niet rendabel zijn.

    Het is voor het eerst in de monetaire geschiedenis dat er op wereldwijde schaal geëxperimenteerd wordt met een negatieve rente, maar het concept bestaat al veel langer. Marketupdate ging op onderzoek uit en ontdekte dat het eerste academische debat over dit onderwerp teruggaat tot het einde van de 19e eeuw…

    Silvio Gesell

    Het concept van negatieve rente is volgens economen te herleiden tot de Duitse handelaar en financieel theoreticus Silvio Gesell, die na het uitbreken van een grote economische crisis in Argentinië besloot onderzoek te doen naar de geldcirculatie in de economie. Dat bracht hem op een idee dat in wezen vergelijkbaar is met dat van negatieve rente, namelijk het belasten van spaartegoeden om de omloopsnelheid van het geld en de vraag naar goederen te stimuleren. Silvio_GesellGesell dacht de oplossing gevonden te hebben voor een hardnekkig probleem dat zich keer op keer aandiende in een economische crisis, namelijk de zichzelf versterkende spiraal van dalende consumentenbestedingen en dalende prijzen. Om deze negatieve spiraal te doorbreken moest er een manier gevonden worden om te voorkomen dat mensen hun geld oppotten en bestedingen gaat uitstellen. In zijn eerste wetenschappelijke publicatie uit 1891 beschreef hij voor het eerst het concept van negatieve rente, waarbij alle bankbiljetten periodiek een nieuw stempel nodig hebben om wettig betaalmiddel te blijven. Voor het stempelen van de bankbiljetten zou dan een prijs betaald moeten worden, die een fractie is van de waarde van de bankbiljetten. Met deze stempelmethode kan er op jaarbasis bijvoorbeeld een negatieve rente van 5% in rekening worden gebracht.

    Omloopsnelheid

    Het uitgangspunt van Gesell is dat goederen na verloop van tijd in waarde dalen, terwijl het geld een constante waarde heeft. Dit schreef hij in een tijdperk waarin het geld in veel landen nog gekoppeld was aan goud en de prijzen over de lange termijn zeer stabiel bleven. Maar in een crisis stonden de prijzen langdurig onder druk, met als gevolg dat het voor spaarders nog aantrekkelijker wordt om geld op te potten. Een belasting op geld - zoals stempels op bankbiljetten - zou deze negatieve spiraal kunnen doorbreken, omdat sparen dan niet meer zo aantrekkelijk is. Het geld komt sneller in omloop en daarmee kan een economie, volgens de theorie van Gesell, sneller uit een crisis komen. Het idee om bankbiljetten af te stempelen is - waarschijnlijk om praktische redenen - nooit op grote schaal toegepast. In de gevallen waar het wel werd toegepast was de implementatie niet ideaal, waardoor het concept nooit echt goed getest kon worden. De Amerikaanse staat Oregon hield in de jaren dertig een experiment met geld dat afgestempeld moest worden. Maar omdat het stempeltje niet periodiek, maar per transactie, werd gegeven werkte dit geldsysteem niet. Het geld werd opnieuw opgepot en kwam zelden in omloop. Het afstempelen van bankbiljetten werd nooit een groot succes, maar het concept van een belasting op geld werd later met veel interesse besproken door onder andere economen als Irving Fisher en John Maynard Keynes. Zij zagen negatieve rente op spaargeld als een aanvullend instrument voor het voeren van monetair beleid. Ook Kenneth Rogoff en Willem Buiter hebben de afgelopen jaren veel geschreven over dit thema.

    freigeld

    Bankbiljetten die periodiek afgestempeld moest worden waren de eerste vorm van negatieve rente

    Negatieve rente en contant geld

    Het stempelen van bankbiljetten werd geen succes, maar het concept van negatieve rente wordt door steeds meer centrale banken omarmd als manier om de inflatie en de omloopsnelheid van geld te verhogen. Zes centrale banken hanteren al een negatieve rente en het is slechts een kwestie van tijd voordat banken deze gaan doorberekenen aan de spaarders. Maar er zijn beperkingen aan de mate waarin dit beleidsinstrument toegepast kan worden. Wordt de negatieve rente te hoog, dan zullen spaarders proberen deze te ontwijken door hun vermogen in de vorm van contant geld aan te houden. Dat is ook de reden waarom sommige economen pleiten voor het afschaffen van grote bankbiljetten of zelfs voor het verbieden van cash geld. Dat laatste is het meest effectief, maar ook het meest omstreden. Niet alleen uit het oogpunt van privacy, maar ook vanuit het oogpunt van veiligheid en risicospreiding. Als het girale betalingsverkeer om wat voor reden dan ook vastloopt, dan is er altijd nog contant geld om op terug te vallen. Zou je contant geld verbieden, dan maak je de economie extra kwetsbaar voor storingen in het elektronische betalingsverkeer. Het thema van negatieve rente zal ons de komende jaren nog veel bezighouden, want het ziet er niet naar uit dat centrale banken als de ECB en de Bank of Japan spoedig zullen afwijken van hun beleid van extreem lage en negatieve rentes. Lees meer:

  • Video: Lars Schall in gesprek met Ronan Manly

    Lars Schall van Matterhorn Asset Management sprak met goudmarktanalist Ronan Manly over de laatste ontwikkelingen op de goudmarkt. Manly werkte de afgelopen maanden aan een uitgebreide encyclopedie van de wereldwijde goudmarkt en vertelt daarover in een bijna half uur durend gesprek. Interessante info voor iedereen die meer wil weten over de goudmarkt. Volg Ronan Manly ook op twitter.


  • Venezuela kan de bankbiljetten niet meer betalen

    De hyperinflatie in Venezuela gaat een nieuwe fase in, want na een tekort aan levensmiddelen, auto-onderdelen en medicijnen dreigt nu ook een tekort aan geld te ontstaan. Het geld verliest zo snel aan waarde dat er voortdurend nieuwe bankbiljetten aangevoerd moeten worden om de economie draaiende te houden. Het probleem is dat de centrale bank van Venezuela de bankbiljetten in het buitenland laat drukken en dus dollars nodig heeft om de drukkerij te betalen. Nu de dollarreserves opraken wordt ook de drukkerij niet meer op tijd betaald, met als gevolg dat de aanvoer van nieuwe bankbiljetten vertraging oploopt.

    De eerste tekenen van een tekort aan geld waren al in 2014 zichtbaar, toen de waarde van de munt op de zwarte markt in een vrije val terechtkwam. Al snel was een Amerikaanse dollar gelijk aan honderden Venezolaanse bolivar en hadden mensen stapels bankbiljetten nodig om wat boodschappen te kunnen doen. Het grootste bankbiljet van 100 bolivar was nog maar een paar dollarcent waard. Al die tijd heeft de centrale bank geen stappen ondernomen om bankbiljetten met een hogere nominale waarde in omloop te brengen, met als gevolg dat er steeds meer bankbiljetten nodig zijn om dezelfde waarde te vertegenwoordigen. Voor een avondje uit eten heb je nu al een rugzak met papiergeld nodig. Er zijn wel plannen om dit jaar biljetten van 500 en 1.000 bolivar in omloop te brengen, maar in dit tempo van geldontwaarding is dat als een druppel op een gloeiende plaat.

    Venezuela heeft geen geld voor bankbiljetten

    Vorig jaar bestelde de centrale bank van Venezuela meer dan 10 miljard nieuwe bankbiljetten, dat is meer dan de 7,6 miljard bankbiljetten die de Federal Reserve in 2015 liet drukken voor de veel grotere Amerikaanse economie. De hyperinflatie in Venezuela zal niet lang duren als de drukkerijen niet betaald krijgen. De La Rue kreeg als grootste gelddrukkerij ter wereld een opdracht voor de productie van drie miljard bankbiljetten, maar heeft volgens een brief naar de aandeelhouders nog $71 miljoen tegoed van de Venezolaanse centrale bank. "Het is nog niet eerder in de geschiedenis voorgekomen dat een land met een dergelijk hoge inflatie niet aan nieuwe bankbiljetten kan komen", oud-directeur van de afdeling economisch onderzoek bij de centrale bank van Venezuela. Het IMF verwacht dat de inflatie in Venezuela dit jaar zal uitkomen op 720%.

    bolivares

    Bankbiljetten in Venezuela zijn vrijwel waardeloos geworden

    Vliegtuigen vol bankbiljetten

    De nieuwe bankbiljetten komen met Boeing 747 vliegtuigen het land binnen en worden onder zware bewaking uitgeladen. Het geld gaat in gepantserde geldtransportwagens richting de centrale bank van Venezuela. Het was grappig geweest als het niet zo ernstig was, want over een aantal jaar is de lading bankbiljetten waarschijnlijk minder waard dan het geldtransport zelf. Een hyperinflatie duurt nooit lang, omdat de snelheid waarmee het geld aan waarde verliest op een gegeven moment hoger is dan de snelheid waarmee nieuwe bankbiljetten gedrukt kunnen worden. Uit een eerder artikel op Marketupdate..
    "Het is de vicieuze cirkel van hyperinflatie, omdat de daling van de koopkracht van het geld groter is dan de snelheid waarmee nieuwe bankbiljetten in omloop worden gebracht. Tijdens hyperinflatie neemt de geldhoeveelheid in nominale zin toe, maar krimpt deze in reële zin (koopkracht). Er ontstaat dus letterlijk een tekort aan geld, dat een zichzelf versterkend en alles verwoestend effect heeft."
    Lees ook:

    waardedaling-bolivar

    De munt van Venezuela is in een paar jaar waardeloos geworden (via www.goudstandaard.com)

  • ‘Internet of Things’ krijgt snel vorm

    Tijdens de beroemde Hannover Messe heeft Satya Nadella een nieuw werkterrein voor Microsoft onthuld. Dat werkterrein luistert naar the Industrial Internet of Things. Nu al produceren auto’s, vliegtuigen en noem maar op karrevrachten aan data. Daar gebeurt nu nog nagenoeg niks mee. Het is de bedoeling van Microsoft en andere software bedrijven die data te gaan gebruiken om intelligent systemen te bouwen.

    Wat Satya aankondigde was het lang verbeide samengaan van industrie en IT. Deze partijen willen allemaal een cloud-based platform bouwen met talloze applicaties die al de data verwerken van verbonden systemen. De uiteindelijke doelstelling van the Industrial Internet of Things is om va gerichte analyses meer voorspellend vermogen te ontwikkelen. Dat betekent een betere en doeltreffende controle en lagere kosten. Het kan hopelijk ook resulteren in nieuwe bronnen van inkomsten door de verkoop van hardware te koppelen aan een betere dienstverlening.

    Internet of Things

    Nu de toegevoegde waarde van industriële producten meer en meer verschuift van de hardware naar de software, denken veel industriële giganten dat het de hoogste tijd is om een eigen software strategie te ontwikkelen. Een van die reuzen is General Electric. Het bedrijf heeft becijferd dat de markt voor the Industrial Internet of Things tegen 2020 een waarde kan hebben van $225 miljard. Dat is simpelweg teveel om weg te geven aan software bedrijven als Microsoft. Met die $225 miljard is het groter dan de Internet of Things voor de consument. Die heeft in 2020 een geschatte waarde van $170 miljard.

    annual-revenue

    Veel toegevoegde waarde in Internet of Things

    Volgens GE zal pakweg $100 miljard naar een kleine groep bedrijven die in staat is om de centrale platforms voor het Internet te bouwen. Dat betekent dat zij software kunnen ontwikkelen die de data verzamelt en combineert. Zodoende ontstaat een basis, waarop weer nieuwe applicaties kunnen gebouwd worden. Die basis kan ook functioneren als etalage waar ontwikkelaars hun vaardigheden kunnen showen aan een industrieel product. Dat publiek zal bestaan uit bedrijven die asset-intensief zijn zoals energiecentrales, mijnen en industriële bedrijven, zoals autofabrikanten. Het vorm krijgen van deze nieuwe markt gaat niet ongemerkt voorbij aan de softwarewereld. Investeringen in bedrijven die zich bezighouden met the Industrial Internet of Things is afgelopen jaar gestegen met maar liefst 76% tot een bedrag van meer dan $1 miljard.

    Consolidatie

    Een deel van dat geld is gestroomd naar start-up bedrijfjes die allemaal een platform willen bouwen in plaats van softwareapplicaties. Dat lijkt een riskante aangelegenheid, omdat het een markt zal zijn die snel zal consolideren. Zoals gezegd, zijn ze bij GE ervan overtuigd dat er maar ruimte is voor een bepekt aantal spelers. Ze verwijzen daarbij naar de gang van zaken bij mobile computing en cloud computing. Ook hier is een beperkt aantal spelers overgebleven. Zo domineren Amazon en Microsoft de wereld van the Cloud.

    internet-of-things

    Internet of Things heeft grootste impact op de industrie (Bron: Financial Times)

    General Electric is voornemens om een rol à la Amazon voor the Industrial Internet of Things te spelen. Het is de bedoeling dat het bedrijf technologie gaat ontwikkelen, waar ook andere bedrijven van kunnen profiteren. Of het een succes wordt, valt nog te bezien. Het Predix softwareplatform is in ieder geval in de lucht en wacht op de eerste klanten. GE krijgt concurrentie van softwarebedrijven als het eerder genoemde Microsoft en Amazon.com. Die hebben weliswaar niet zo veel kennis van industrie, maar weer wel van software voor analyses. Ze hopen die te kunnen aanpassen aan de eisen van het industriële Internet. Het is ook heel goed mogelijk dat een industrieel onderneming als General Electric de krachten gaat bundelen om zo beter in staat te zijn deze nieuwe markt naar de eigen hand te zetten. Dat het een hard gevecht gaat worden, is nu al duidelijk. De financiële belangen zijn immers immens! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Warren Buffett: “Bij negatieve rente haal ik geld van de bank”

    Miljardair Warren Buffett overweegt zijn geld bij de bank weg te halen als de negatieve rente daadwerkelijk bij spaarders in rekening wordt gebracht. Dat zei hij maandag in een interview met CNBC. Het is een opmerkelijke uitspraak voor een belegger van zijn kaliber.

    “Er is een moment waarop je je geld van de bank wilt halen. Als geld op een bankrekening minder waard is dan geld in je hand, dan heeft dat invloed op het spaargedrag. Het is een andere wereld. Als je veel geld in euro’s hebt, dan ben je beter af als je het in een matras stopt dan dat je het op een bankrekening laat staan”

    Minder rendement voor Buffett

    Ook merkt hij op dat die lage rente bij grote bedragen al snel in de papieren kan lopen. Zijn beleggingsfonds Berkshire Hathaway heeft $60 miljard in beleggingen die een kwart procent rente of minder opbrengen. Een procent rendement op dit vermogen is $600 miljoen, dus als je een paar procent meer rendement kunt halen loopt het zo in de miljarden. “Dat merk je wel.”

    Het videofragment van dit interview is op het moment van schrijven helaas niet meer te vinden op de website van CNBC. Zodra we de video hebben gevonden zullen we die aan het bericht toevoegen.

    warren-buffett

    Warren Buffett: “Bij negatieve rente overweeg ik geld van de bank te halen”

  • Goudprijs naar hoogste niveau in 15 maanden

    De goudprijs bereikte vandaag voor het eerst sinds januari 2015 weer een niveau van $1.300 per troy ounce. Een zwakkere dollar en de verwachting dat centrale banken nog langdurig vast zullen houden aan een ruimer monetair beleid speelt het edelmetaal in de kaart als veilige haven. Ook profiteert het edelmetaal van de negatieve rente, waardoor ook steeds meer spaarders overwegen in goud of zilver te beleggen.

    Eerder dit jaar verhoogde Georgette Boele van de ABN Amro haar koersdoel voor goud naar $1.300 per troy ounce. Volgens analisten van BNP Paribas hebben centrale banken hun kruit verschoten en kan de prijs van het edelmetaal dit jaar verder oplopen tot $1.400 per troy ounce.

    Zilver gaat goud voorbij

    Sinds het begin van dit jaar is de prijs van goud in dollars met 20% gestegen. Zilver doet het overigens nog veel beter met een stijging van ruim 27% sinds het begin van dit jaar. De zilverprijs passeerde vorige week opnieuw de €500 per kilo en staat in dollars uitgedrukt op het hoogste niveau sinds begin 2015. Het rendement is in euro’s gemeten een paar procenten lager, omdat de dollar de afgelopen maanden wat terrein heeft prijsgegeven ten opzichte van andere valuta.

    goudprijs-dollars-goudstandaard

    Goudprijs weer boven de $1.300 per troy ounce (Bron: Goudstandaard)

    gs-logo-breed

    Deze bijdrage is afkomstig van Goudstandaard, aanbieder van fysiek edelmetaal

  • Bitcoin krijgt gezicht: Craig Wright

    De Australische ondernemer Craig Wright maakte vandaag een einde aan de jarenlange speculatie over de herkomst van de Bitcoin. In een interview met de BBC zegt Wright dat hij de ontwikkelaar is achter deze virtuele munt, die wereldwijd gebruikt wordt om anoniem en zonder tussenkomst van banken transacties te kunnen doen.

    Als bewijs liet Wright berichten zien die hij versleuteld had met cryptografische sleutels die al in de begindagen van Bitcoin gemaakt werden. Deze sleutels horen bij Bitcoins die ‘gemijnd’ zijn door Satoshi Nakamoto, de schuilnaam waaronder de bedenker van Bitcoin jarenlang zijn werkelijke identiteit verborgen wist te houden.

    Craig Wright wilde anoniem blijven

    In een interview met de BBC legt Wright uit dat hij de virtuele munt niet helemaal zelf ontwikkeld heeft, maar dat hij hulp heeft gekregen van een aantal andere mensen die graag anoniem willen blijven. Ook Craig Wright was liever anoniem gebleven, maar toen de media in december 2015 documenten in handen kregen die zijn identiteit onthulden kwamen zaken in een stroomversnelling. Journalisten doken op het verhaal en gingen op onderzoek uit. Daarop kwamen verhalen naar buiten over belastingontduiking en een mislukte deal om met Bitcoins goud te kopen. In het interview met de BBC geeft Wright zijn kant van het verhaal...
    "Ik wil geen geld, geen roem, ik wil met rust gelaten worden. Ik heb niet zelf besloten hiermee naar buiten te komen. Er zijn andere mensen die dit voor mij besloten hebben. En zij maken het leven niet alleen moeilijk voor mij, maar ook voor mijn familie, vrienden en personeel. Ik heb personeel elders in de wereld en die willen ook anoniem blijven. Ik wil niet dat iemand er problemen mee krijgt. Er zijn heel veel verhalen die gewoon verzonnen zijn en ik wil niet deze verhalen mensen benadelen waar ik veel om geef."
    In het gesprek laat Wright er ook geen twijfel over bestaan dat hij liever anoniem was gebleven. Hij zegt dat hij na dit optreden nooit meer de media te woord zal staan en nooit meer voor de camera zal verschijnen.

    craig-wright-bitcoin

    Craig Wright maakt zichzelf bekend als de bedenker van Bitcoin (Bron: BBC)

    Over Bitcoin

    Bitcoin is sinds de introductie in 2009 uitgegroeid tot een alternatief betaalmiddel dat wereldwijd gebruikt wordt. Bijzonder aan de virtuele munt is dat er geen centraal punt is waarop alle betalingen verwerkt worden. Het systeem is decentraal en iedereen kan een zogeheten 'wallet' openen, een virtuele bankrekening waar je Bitcoin saldo in bijgehouden wordt. Iedere betaling wordt door het netwerk van Bitcoin gebruikers geverifieerd via zogeheten blockchain technologie. De hoeveelheid Bitcoins in omloop groeit langzaam en is beperkt tot maximaal 21 miljoen. Het kost heel veel rekenkracht om nieuwe Bitcoins uit te rekenen, een proces dat 'mining' genoemd wordt. In veel opzichten gedraagt de Bitcoin zich als de virtuele variant van goud. Een Bitcoin was in de begindagen maar een paar cent waard, maar in 2013 kreeg de virtuele munt opeens meer bekendheid en steeg de prijs voor het eerst boven de $100. In november 2013 werd de prijs door speculatie opgedreven tot meer dan $1.000. Op het moment van schrijven is de virtuele munt nog steeds $443 waard. Lees ook:

    coindesk-bpi-chart

    Prijsontwikkeling van Bitcoin (Bron: Coindesk)

  • Nieuw eBook van Lou Keune nu beschikbaar!

    Het Platform Duurzame en Solidaire Economie heeft in samenwerking met Marketupdate alle columns van Lou Keune gebundeld in een gratis eBook. De afgelopen maanden schreef Lou Keune verschillende columns voor Marketupdate, waarin hij een kritische blik wierp op ons huidige sociaal-economische bestel.

    lou-keune-ebookLou Keune, onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg en adviseur van het Platform Duurzame en Solidaire Economie (PDSE), geeft vanuit zijn persoonlijke ervaring een kritische reflectie op verschillende actuele economische thema’s zoals de Griekse schuldencrisis, het TTIP handelsverdrag en geldcreatie. Met helder taalgebruik en aansprekende voorbeelden leidt Keune de lezer langs nieuwe en oude ideeën over de andere economie.

    Klik hier om het eBook te downloaden!