Terwijl de kappers al maanden dicht zijn, in restaurants niemand te bekennen is en een vakantie er voorlopig niet in zit, is het in andere sectoren juist drukker dan ooit. De pijn van de coronacrisis is scherp verdeeld, maar wat betekent dat voor de hele economie? En heeft dat gevolgen voor het herstel?

De Nederlandse economie kromp in 2020 met 3,8 procent, de grootste krimp die ooit is gemeten. Maar dat deze economische klap niet ieder bedrijf raakt, blijkt uit andere cijfers. Iets minder dan de helft (48 procent) van de bedrijven maakte in 2020 gebruik van steunmaatregelen van de overheid, en in sommige sectoren gaven consumenten juist recordbedragen uit.

De coronacrisis is dus geen normale crisis, en wie de coronacrisis vergelijkt met de kredietcrisis, komt tot de conclusie dat er hele belangrijke verschillen zijn tussen de twee. “Vaak zie je dat een crisis een structureel probleem blootlegt”, zegt Irene van Staveren, econoom aan de Erasmus Universiteit. “Bij de kredietcrisis was dat het toezicht op de banken. Maar deze crisis is anders, het is een tijdelijke stilstand van een aantal sectoren.”

Daar worden sommige groepen heel hard door geraakt. Volgens Ester Barendregt, econoom bij Rabobank, wordt de pijn van de coronacrisis vooral gevoeld in sectoren die beperkt worden door de maatregelen en daar bovenop ook last hebben van het veranderde uitgavenpatroon van consumenten.

Deel van economie kreeg dubbele klap

“Wij schatten in dat de consumptie in januari ongeveer 12,5 procent lager lag dan een jaar eerder”, zegt ze. “Dat is echt een flink verschil. Maar je ziet dat sommige ondernemers dat helemaal niet merken, terwijl andere de klap dubbel voelden. Denk aan kledingwinkels, die dit jaar niet alleen minder kleding verkochten doordat de behoefte lager was, maar ook hun deuren moesten sluiten.”

Maar wat betekent dit voor de hele economie? “Ik wil niet zeggen dat het ellendiger wordt dan het nu is”, zegt Barendregt. “Maar de werkloosheid kan nog oplopen en een deel van de bedrijven moet nog afrekenen met opgebouwde schulden.” En dan heb je ook nog het keteneffect: als een ondernemer minder verkoopt, merken uiteindelijk alle toeleveranciers in de keten dat. “Daardoor zal het herstel als we eenmaal weer open kunnen toch nog wat tijd vragen.”

Economie kan weer vlot herstellen

Zitten we dan vast aan jarenlange economische malaise? Dat hoeft niet zo te zijn, denkt Van Staveren. “De coronacrisis is een economische crisis geworden door de beperkende maatregelen”, zegt ze. “Maar het is niet zo dat er een gebrek is aan koopkracht, zoals bij eerdere crises.” Zolang er alleen tijdelijke werkloosheid is die weer verdwijnt zodra de maatregelen worden opgeheven en mensen weer geld gaan uitgeven, kan de economie weer relatief vlot herstellen, denkt ze.

En, belangrijk voor het herstel van de economie: we gaan heel anders met deze crisis om dan met vorige crises. Overheden zijn aan het begin van de crisis acuut en massaal ingestapt om de economie te stutten. “Dat heeft misschien wel een financiële crisis voorkomen”, zegt Barendregt. “Een financiële crisis is heel ontwrichtend voor een systeem, alles in een economie is met elkaar verbonden, en na een crisis duurt het wel even voordat je dat ontward hebt. Met de steun zijn de voorwaarden voor een sneller herstel geschept.”

Welk herstel willen we?

Van Staveren vindt wel dat we goed moeten nadenken over welk herstel we dan willen. “Deze crisis heeft een kwetsbaarheid van de wereldeconomie blootgelegd. Onze economie is te afhankelijk van efficiëntie. Bedrijven proberen hun productiekosten te drukken en daardoor ontstaat een grote afhankelijkheid van een klein aantal steden en landen, zoals we zagen bij de mondkapjes en beademingsapparatuur”, zegt ze.

“Dat maakt onze economie kwetsbaar, en we kunnen dit herstel aangrijpen om daar iets aan te doen.” Een manier om de economie minder kwetsbaar te maken, is door ons te richten op groen herstel, denkt ze. “De klimaatcrisis brengt op de lange termijn veel kosten met zich mee. Als we onze economie nu groener maken, en dus meer produceren en consumeren in eigen land of in Europa met minder vervuiling, kunnen we een deel van die kosten vermijden.” En als bijkomend voordeel is de economie dan minder kwetsbaar voor klappen van buitenaf.