Categorie: Laatste blogs

  • Gaan de premies van de zorgverzekeringen omlaag?

    De zorgverzekeraars maakten over het jaar 2012 een forse winst. Gezamenlijk verdienden de zorgverzekeraars een bedrag van €1,4 miljard euro. Dit bedrag zou gebruikt kunnen worden om de premies van de zorgverzekeringen te verlagen. Een maatregel die het huidige kabinet goed zou uitkomen gezien de aanhoudende daling van de koopkracht.

    Het is dan ook niet gek dat Minister van volksgezondheid, Edith Schippers, al in april sprak van een ‘maatschappelijke noodzaak’ om een deel van de winst terug te keren in de vorm van een premieverlaging. Toch zei de Minister niets over een eventuele premieverlaging nadat ze half juli een akkoord sloot met de ziekenhuizen en de ziektekostenverzekeraars. Wellicht dat de Minister in haar zoektocht naar een bezuiniging de verzekerden uit het oog is verloren.

    De bezuiniging heeft Schippers namelijk wel degelijk voor elkaar gekregen. Het akkoord, waar vorige week alle betrokken partijen mee instemden, zorgt namelijk voor een verlichting van meer dan €1 miljard op jaarbasis voor de staatskas. De besparing wordt voornamelijk gecreëerd door patiënten vaker naar de (goedkoper) huisarts te laten gaan dan naar de (duurdere) specialist. Met andere woorden, minder ziekenhuis bezoeken. Het akkoord is op zich een mooi resultaat voor de Minister. De vraag blijft echter: welke gevolgen heeft dit voor de verzekerde?

    Verschillende voorzitters uit de zorgsector lieten zich negatief uit over een premieverlaging. Zij stellen dat de winst van het jaar 2012 gebruikt moet worden om de buffers aan te vullen. Het lijkt nu dat Minister Schippers het na het sluiten van akkoord erbij laat zitten. De uitkomst kan zuur genoemd worden. Het basispakket werd vorig jaar uitgehold terwijl de premies gelijk bleven. Een miljardenwinst van de zorgverzekeraars is dan op zijn minst wrang te noemen. Daarnaast werd ook nog bekend dat apothekers te hoge prijzen rekenen. Wordt de Nederlander nog verder uitgekleed?

    Het is niet allemaal kommer en kwel voor de verzekerden. Schippers wist het huidige basispakket in haar akkoord vrijwel intact te houden. Dit is op zijn minst gezegd een meevaller. Desalniettemin zal eind september pas echt duidelijk worden wie de gebeten hond is van het afgelopen onderhandelseizoen. Dan worden de nieuwe premies voor de zorgverzekeringen namelijk vastgesteld.

    Duidelijk is dat de verantwoordelijkheid bij de klant komt te liggen bij het uitkiezen van een zorgverzekering. Naar een ziekenhuis gaan waar je zorgverzekeraar geen afspraak mee heeft kan namelijk leiden tot hoge eigen kosten. De kosten van je zorgverzekering vergelijken is dan ook de boodschap van de sector. De kans dat deze kosten gaan dalen is echter klein.

    Bronnen:
    Zorgvisie
    Wegwijs en Wegwijs
    Sum

  • Prijsval grondstoffen voorspelt weinig goeds

    Volgens de commodity prijsindex van the economist zijn grondstoffen afgelopen jaar 16,5% in prijs gedaald. Vooral de prijs voor metalen is sinds het hoogtepunt in 2011 scherp in prijs omlaag gegaan, maar ook de prijzen voor voeding staan stevig onder druk. Alleen olie heeft zich op een behoorlijk niveau kunnen handhaven, maar dat is vooral het gevolg van de toenemende politieke onrust in het Midden Oosten.

    Supercycle

    Alles bij elkaar begint het erop te lijken, dat er een einde is gekomen aan de zogeheten commodity supercycle. Dart is het verschijnsel dat prijzen voor enkele decennia achter elkaar in prijs omhoog gaan. Het uitdoven van dit verschijnsel kan grote gevolgen hebben voor veel ontwikkelingslanden. Hun economische voorspoed van de afgelopen jaren was gestoeld op deze supercycle.

    Opgaande fase

    Natuurlijk is het niet vreemd, dat er aan deze supercycle een einde komt. Dat is eerder in de geschiedenis het geval geweest. Sinds het einde van de 19de eeuw zijn er drie complete cycli te onderkennen en we hebben nu waarschijnlijk de opgaande fase van de vierde beëindigd. De eerste twee cycli duurden ruim vier decennia en de derde ‘slechts’ 28 jaar.

    De opgaande fase van alle vier de cycli is veroorzaakt door een majeure toename in de vraag. De vierde opgaande fase is vooral te danken geweest aan de economische boom in China, die het land tot de smidse van de wereld maakte en die dus eindeloos veel grondstoffen nodig had.

    Hoewel de opgaande fases onderling veel overeenkomsten vertonen, is dat niet het geval bij de neergaande. De neergang na WOI en vanaf de  jaren ‘90 van de vorige eeuw waren fors, die aan het einde van de Koreaanse oorlog was relatief mild.

    Hoe de huidige neergang zich zal ontwikkelen laat zich maar moeilijk raden. De vooruitzichten zijn echter niet onverdeeld gunstig.

    Lehman Brothers

    Veel zal afhangen van ontwikkelingen in China. De opgaande fase was te danken aan de economische versnelling van dat land. De neergaande fase is grotendeels terug te voeren op de vertraging ervan. De groei is teruggevallen van gemiddeld 10% en meer naar misschien slechts 7,5% of nog lager.

    Voor de korte termijn beschikt de Chinese overheid over weinig mogelijkheden voor stimulering. Dat is te wijten aan de wel heel snel verslechterde schuldpositie van de overheid en daalden de consumptieve bestedingen, omdat het hele beleid erop gericht was de investeringen naar een wel heel erg hoog plan op te voeren.

    Transformatie

    De investeringen belopen nu ongeveer 50% van het bruto nationaal product (BNP). Dat is onhoudbaar hoog. Daar is ook het Chinese leiderschap van doordrongen. Maar een ombouw naar een economie, die meer gebaseerd is op consumptie, vereist diepgaande hervormingen van het bestaande systeem. Het is uitermate onzeker hoe dit transformatieproces gaat verlopen. Kenners voorspellen een zachte landing van de economie, waarbij de groei structureel gaat terugvallen naar 6,5%. Volgens anderen is dat veel te optimistisch. Die zijn van mening dat een gemiddelde groei van 3% tot 4% veel passender is voor een economie die draait op particuliere consumptie. Met een harde landing houdt niemand serieus rekening.

    Vertraging

    Het is eigenlijk een beetje om het even hoe de transformatie er gaat uitzien. De belangrijkste aanjager van de wereldeconomie in het afgelopen decennium gaat vertragen. Dat is onbetwist. Maar vertraging in China betekent ook vertraging van de landen die deel uitmaken van het zogeheten commodity bloc. De meeste leden van dit blok behoren tot de Opkomende Landen. Mocht de neergang in de vraag net zo hevig en zo scherp zijn als in de jaren na 1918, dan ziet het er slecht uit voor de wereld. De groei gaat wereldwijd vertragen naar een slakkengangetje. Dat is een uiterst onprettig vooruitzicht, zeker voor de eurozone, die haar prille herstel grotendeels bouwt op groeiende exporten naar de Opkomende Landen.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    José Antonio Ocampo and Bilge Erten, the global implications of falling commodity prices. Project-syndicate, August 27 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Werkloosheid Nederland stijgt snel

    Nederland werd voor de crisis nog vaak gepresenteerd als het beste jongetje van de klas, maar die illusie hoeven we ons niet meer te maken. De huizenprijzen dalen en onze collectieve overwaarde smelt als sneeuw voor de zon. Mede hierdoor daalt het consumentenvertrouwen tot niveaus die vergelijkbaar zijn met die van ‘probleemlanden’ als Portugal en Spanje. Ook is de werkloosheid in ons land heel erg snel gestegen, zo blijkt uit de cijfers die Eurostat vrijdag publiceerde.

    In verhouding tot rest van de Eurozone en de Europese Unie is de werkloosheid in Nederland met 7% nog steeds relatief laag, maar in vergelijking met een jaar geleden is deze wel sterk gestegen. Dat is met name zorgwekkend als je bedenkt dat de werkloosheid in 11 van de 28 landen van de Europese Unie alweer daalt. Jaar op jaar gezien behoren we samen met Cyprus, Griekenland en Slovenië tot de landen waar de werkloosheid procentueel het hardst is gestegen. Volgens de berekening van Eurostat is de werkloosheid in ons land in een jaar tijd gestegen van 5,3% tot 7%. Uit de cijfers blijkt dat er in Nederland 13.000 werklozen bij kwamen in de maand juli, waarmee het totaal uitkomt op 626.000 werklozen. Een jaar geleden om deze tijd was het totaal nog 469.000. Vergeleken met een maand geleden steeg het aantal werklozen in Nederland met 13.000 personen.

    Werkloosheid in Spanje en Italië daalt?

    De werkloosheid in Italië en Spanje is in juli iets gezakt ten opzichte van de maand ervoor. In Spanje daalde de werkloosheid met 20.000 mensen, in Italië waren er 10.000 minder werkloos dan in juni. Vergeleken met een jaar geleden steeg de werkloosheid wel, van 25,4 naar 26,3 procent in Spanje en van 10,7 naar 12 procent in Italië.

    Werkloosheid Eurozone

    Werkloosheid in Eurozone en EU (Bron: Eurostat)

  • De ECB houdt de belastingbetaler voor het lapje

    De Brusselse bureaucratie lijkt erg op die van het oude Byzantium. Ze is ondoordringbaar en niets is zoals het lijkt. Neem nu de herkapitalisering van het zwakke Europese bankwezen. Op papier moeten daar de crediteuren van de sector aan betalen en niet de belastingbetaler.

    Gegronde reden

    Dat is althans het officiële standpunt van de Europese Commissie. Een lovenswaardig standpunt, zo lijkt het. Maar is dat ook zo? Bij nader inzien is er gegronde reden voor twijfel. De Commissie heeft namelijk een lange lijst van uitzonderingen op deze stellingname opgesteld. Die is zo lang, dat publieke middelen voorlopig nodig blijven om de sector overeind te houden.

    Natuurlijk is het de bedoeling, dat op den duur de sector zelf een fonds in het leven roept, waaruit zwakke broeders financiële hulp kunnen putten. Maar tot dat moment moet het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM)voor de eventuele kosten opdraaien. Dat ESM is gevuld met € 500 miljard aan Europese belastinggelden.

    Onderpand

    Er zit bovendien een geurtje aan de lijst van vrijstellingen. Zo is schuld tegen onderpand vrijgesteld van terugbetaling in gevallen van nood! Dat klinkt vreemd: schuld tegen onderpand is vrijgesteld van terugbetaling in tijden van nood. Die schuld is toch al gedekt. Die hoeft toch geen dubbele dekking! De maatregel wordt begrijpelijk als men beseft, dat de ECB de afgelopen jaren voor immense bedragen steun heeft verleend aan het Europese bankwezen tegen onderpand van zeer dubieuze kwaliteit. Alleen al aan de zes crisislanden, Cyprus, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje, heeft de ECB leningen verstrekt ter waarde van in totaal € 732 miljard.

    Veel van de banken in die landen balanceren op de rand van de afgrond. Betrouwbare schattingen vertellen, dat banken in genoemde landen misschien wel voor een bedrag van € 670 miljard moeten afschrijven. Dat bedrag kan het Europese systeem van centrale banken niet behappen. Hun gezamenlijk vermogen reikt niet verder dan ongeveer € 500 miljard. Het bedrag maakt ook duidelijk hoe risicovol het beleid van de ECB is om bad banks te redden.

    Verstoppertje spelen

    Goede raad is duur en de meest elegante uitweg voor de ECB is om de afschrijvingen ten laste te brengen van het ESM. De ECB houdt zo naar buiten toe schone handen. Ach, de belastingbetaler draait wel op voor de risico’s, genomen door de ECB. Maar aan het einde van de dag betaalt de belastingbetaler altijd de rekening.

    In feite speelt de Europese bureaucratie hier weer verstoppertje. Het is een favoriet spelletje in Brussel en Frankfurt. Er wordt met verliezen geschoven tussen verschillende instituties en met verschillende tijdshorizonnen. De buitenstaander verliest op den duur elk spoor uit het oog. Het spelletje wordt al gespeeld sinds Griekenland gered moest worden. De ECB zorgde voor de nodige liquiditeiten door ongelimiteerd geld bij te drukken. Vervolgens kwam de rekening te liggen bij de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit en weer later bij het ESM. Het doel van de operatie was duidelijk. De schuldenlast van de ECB moest koste wat het kost verlaagd worden, anders zou de Bank zelf in de problemen komen.

    Reus

    De gehanteerde methode en de daarop geënte voorstellen tot vrijstelling verdienen allesbehalve de schoonheidsprijs. Welbeschouwd zouden nationale parlementen straks de voorstellen naar de prullenbak moeten verwijzen. De kans daarop is klein. Niemand durft de handschoen op te nemen tegen de ECB, de enige reus onder de Europese instituties.

    En de belastingbetaler? Die is de huilende derde!

    Cor Wijtvliet,

    Bron:

    Hans-Werner Sinn, Saving Europe’s real hegemon. Project-Syndicate, August 28 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • De Duitse verkiezingen zullen weinig veranderen

    Over enkele weken zijn er Duitse verkiezingen. Het is verre van een overdrijving om te beweren, dat heel Europa hier reikhalzend naar uitkijkt. Beleidsmakers gaan ervan uit, dat pas na deze cruciale verkiezingen er in Europa politieke spijkers met koppen kunnen worden geslagen. Pa na 22 september zal er een definitief beslissing genomen kunnen worden over bijvoorbeeld de inrichting van een bankenunie.

    Liberale coalitie

    Over een ding is bijna iedereen het eens. Mevrouw Merkel zal herkozen worden en dat zal haar van een hoop kopzorgen verlossen. Een tweede populair idee is, dat ze opnieuw een grote coalitie zal vormen met de SPD.

    Het kan echter goed, dat deze communis opinio er volledig naast zal blijken te zitten. Natuurlijk is het zeer waarschijnlijk, dat mevrouw Merkel de verkiezingen royaal gaat winnen, maar dat hoeft niet per se voor haar huidige coalitie op te gaan. Het kan best zijn, dat ze samen met de liberale FDP kan doorregeren met een marginale meerderheid. Dat zal haar dan min of meer de gevangene maken van dissidente politici en stromingen binnen haar eigen achterban. Dan wordt ze kwetsbaar en dat zal haar politieke bewegingsruimte beperken.

    De socialisten

    Als deze coalitie geen doorgang kan vinden, dan ligt een grote coalitie met de socialistische SPD voor de hand. De kans op een dergelijke coalitie wordt wel heel groot, als de anti-Europapartij, Alternative für Deutschland, de kiesdrempel haalt van 5%. Die winst zal waarschijnlijk ten koste gaan van de FDP.

    Het probleem met de nieuwe Grote Coalitie is echter, dat de SPD er eigenlijk niet aan wil. Beide partijen verschillen op heel veel terreinen van politiek en samenleving diepgaand van elkaar. Samenwerken met de SPD betekent voor Merkel, dat ze op het vlak van de binnenlandse politiek spitsroeden zal moeten lopen. Ze weet, dat de socialisten erop uit zullen zijn om de Grote Coalitie zo snel mogelijk te laten struikelen.

    Eenstemmigheid

    Maar als het om Europa gaat zijn ze het verrassend eens. Beide partijen onderschrijven het mantra van Merkel: solidariteit door soliditeit. Dat betekent dat de balans van elk lid van de eurozone in evenwicht moet zijn en dat schulden maken dient vermeden te worden.

    Daarnaast zijn beide partijen het er eveneens over eens, dat de € 500 miljoen van het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM) niet gebruikt mag worden om noodlijdende banken overeind te houden. Dat moet de sector zelf maar doen of de aandeel- en obligatiehouders, maar niet de Duitse belastingbetalers.

    Het is deze eenstemmigheid, die de SPD ervan weerhouden heeft, om Merkel in de verkiezingscampagne over het impopulaire Europa aan te vallen. Teveel Duisters ondersteunen haar insteek om weliswaar pro-Europa te zijn zonder daarbij het Duitse eigenbelang uit het oog te verliezen. Merkel aanvallen staat gelijk met de Duitse kiezer schofferen.

    Misschien dat de affaire Griekenland de SPD nog enig soelaas gaat bieden. Minister van financiën, Wolfgang Schäuble, heeft onomwonden toegegeven, dat Griekenland in 2014 opnieuw financiële steun nodig heeft. Veel Duitsers gruwen alleen al van het idee.

    Toch moet het ondanks het oplaaiende relletje over Griekenland wel gek gaan wil Merkel niet herkozen worden. Het vervelende is echter, dat het wel heel gek moet gaan, wil de oude en nieuwe kanselier haar beleid fundamenteel gaan wijzigen.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Quentin Peel, Do not expect a Merkel win to be Europe’s game changer. Financial Times August 26 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

  • Een derde hypotheken Rabobank onder water

    Onlangs maakte ook de Rabobank de cijfers over haar hypotheekportefeuille bekend. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het ziet er niet best uit. Door de daling van de huizenprijzen is de loan-to-value (LTV) ratio gestegen van gemiddeld 76,6% in 2012 naar gemiddeld 83% in 2013. Dat is vergelijkbaar met de LTV-ratio van 84% bij de ABN Amro.

    Waar de Rabobank veel slechter op scoort is het aantal hypotheken dat hoger is dan de waarde van het onderpand. Ten opzichte van een jaar geleden is percentage huizenbezitters dat ‘onder water’ staat (LTV-ratio van 100% of meer) gestegen van 22,6% naar 34,9% van het totaal aantal uitstaande hypotheken. Vooral het aantal extreme gevallen is in een jaar tijd explosief toegenomen. Had vorig jaar nog ongeveer 4% van alle woningbezitters een hypotheeklening van minstens 115% ten opzichte van de woningwaarde, een jaar later is dat gestegen naar ruim 17% van alle woningbezitters die een hypotheek hebben bij de Rabobank. Dat is vier keer zoveel!

    Tegelijkertijd steeg ook het percentage huizenbezitters met een relatief lage hypotheekschuld. Kennelijk waren er het afgelopen jaar ook huizenbezitters die extra hebben afgelost op hun hypotheek en daarmee in de <50% categorie vielen.

    Loan to value ratio bij hypotheken van de Rabobank

    De LTV-ratio van de hypotheekportefeuille van de Rabobank. Veel meer huizenbezitters onder water. (Bron: DasKapital)

  • Alleen maar bezuinigen moet nu stoppen

    In Brussel zijn ze er vol van. Steeds meer tekenen wijzen erop, dat het herstel in de zogeheten kernlanden van de eurozone handen en voeten gaat krijgen. Veel beleidsmakers eisen nu al opgelucht het gelijk van het door hen volgehouden bezuinigingsbeleid. En ook in de VS beginnen financiële partijen geloof te hechten aan het herstel in Europa. Zogeheten geldmarktfondsen krijgen weer interesse in schuldpapier van Europese banken en Goldman Sachs koopt weer Europese aandelen.

    Tegendeel

    Overtuigend bewijs voor het herstel, zou je zo zeggen. Maar daar valt wel een en ander op af te dingen. Al sinds 2010 wordt jaar op jaar voorspeld, dat het herstel in het najaar vorm gaat krijgen. De werkelijkheid is anders. Ook dit jaar zal het Bruto Nationaal Product van een aantal landen weer fors krimpen. In Spanje, Italië en Portugal zal de krimp om en nabij 2% bedragen en in Griekenland zelfs meer dan 4%. De werkloosheid blijft maar door stijgen en bedraagt voor de hele zone 12%. In sommige landen komt de jeugdwerkloosheid alweer boven 50%. Dat betekent op langere termijn een grootschalige vernietiging van menselijk kapitaal en een uitholling van de belastingbasis voor die landen. Ondanks die alsmaar stijgende werkloosheid wil de productiviteit maar niet stijgen! Het ergste is nog wel, dat ondanks alle bezuinigingen de verhouding schuld ten opzichte van het Bruto Nationaal Product (BNP) verder is verslechterd. Afgelopen jaar verslechterde die verhouding in Italië bijvoorbeeld met 7% en met maar liefst 15% in Spanje en Portugal.

    Belegger

    In dat licht bezien, mag je de terugkeer van de Amerikaanse belegger als een staaltje opportunisme beschouwen. Het wordt gedreven door de zucht naar rendement. Daarbij rekenen die beleggers op de toezegging van de president van de ECB Draghi om alles te doen wat nodig is om de euro in stand te houden. Die beleggers komen waarschijnlijk voor een kort ritje om vervolgens winst te nemen en zich weer uit de voeten te maken.

    Dat opportunisme laat zich wel vergoelijken. Van echt herstel is pas sprake als de verliezen als gevolg van het bezuinigingsbeleid gecompenseerd zijn. Zover is het nog lang niet. Overheden die het bezuinigingsbeleid hebben doorgezet zonder private crediteuren mee te laten betalen torsen nu meer schuld dat aan de vooravond van het bezuinigingsprogramma. In Spanje bedroeg de staatschuld in 2008 nog slechts 36% van het BNP, nu meer dan 100%. Als blijk van waardering voor hun inspanningen hebben deze landen ook nog te kampen met de hoogste rentelasten op hun schuldpapier.

    Oorzaken

    De onderliggende oorzaak van al deze ellende is nu wel algemeen bekend. Lidstaten van de eurozone hebben hun monetaire soevereiniteit opgegeven. Banken van sommige landen hebben op grote schaal geld geleend in vreemde valuta’s en dat heeft hen kwetsbaar gemaakt voor schokken op de financiële markten. Die banken zijn zwaar in de problemen geraakt, maar de overheid was niet in staat hen te helpen door geld bij te drukken. Devaluatie van de eigen munt om zo de export te stimuleren was al evenmin mogelijk. Er resteerden slechts twee oplossingen: een streep zetten door de bestaande schulden of een deflatoir beleid te voeren om zo het kostenniveau binnenlands omlaag te brengen.

    De eurozone heeft voor de laatste oplossing gekozen. De achterliggende gedachte was, dat snijden in uitgaven en het verlagen van de schuldenlast uiteindelijk zou resulteren in het herstel van het vertrouwen en zodoende in de terugkeer van stabiliteit en groei. Op zich klopt deze insteek wel, maar niet meer als al je belangrijke handelspartners eenzelfde soort beleid voeren. Dan zakt de vraag in elkaar en verslechtert de verhouding schuld ten opzichte van het BNP.

    Crisis

    Daarbij komt nog, dat Brussel de verkeerde crisis bestrijdt. Er had van meet af aan veel meer aandacht moeten zijn voor de aanhoudende crisis in de bankensector. Die leidde er bijvoorbeeld toe, dat de stroom van liquiditeiten naar de perifere landen van de een op de andere dag stopte, juist op het moment dat die landen juist nagenoeg onbeperkt liquiditeiten nodig hadden. Banken konden niet anders, omdat de ECB niet het recht heeft om op te treden als lender of last resort. Banken konden derhalve met hun financiële noden niet terecht bij de Europese centrale bank. Het gigantische bancaire systeem in de zone begon te wankelen.

    Beleggers begrepen dat maar al te goed en vroegen de ECB om in te grijpen. Onder de vorige president, Jean Claude Trichet, kon dit niet. Daarop begonnen beleggers te speculeren op het uiteenvallen van de eurozone, waardoor de rentetarieven voor de verschillende landen omhoog schoten.

    Beleidsmakers in Europa hebben de financiële paniek verkeerd beoordeeld en zijn aan de verkeerde kant van de crisis begonnen. Ze hadden beter kunnen beginnen met het gezond maken van het bancaire systeem. Draghi heeft daar met zijn diverse initiatieven tijd en ruimte voor geschapen. Er is echter niets gebeurd op dat vlak. En zo kan het gebeuren, dat banken uit de kernlanden nog steeds voor miljarden en nog eens miljarden aan schuldpapier van de perifere landen in hun boeken hebben staan. Dat probleem moet opgelost worden, maar dat kan zeker niet door steeds meer te bezuinigen. Een gezond bankwezen is de sleutel voor herstel en groei, niet bezuinigen door de overheid.

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    Mark Blyth, End austerity now. Project-syndicate, August 20 2013

  • Hedge funds jagen op Apple

    Maandag 12 augustus maakte de bekende raider of aandeelhouderactivist Carel Icahn via een tweet wereldkundig, dat hij een groot belang had genomen in Apple. Het bedrijf was volgens hem ondergewaardeerd en daar had hij een hartelijk gesprek over gevoerd met Tim Cook, de CEO van Apple. In een reactie op het nieuws steeg de koers van het aandeel met bijna 5% naar het hoogste niveau in een halfjaar.

    Activisme

    Het is een bekende reflex van de markt als mensen als raiders als Carl Icahn, Bill Ackman  of Geoge Soros bekend maken, dat ze een nieuw slachtoffer hebben gevonden. Veel beleggers sluiten zich hier bij aan in de hoop, dat deze raiders erin zullen slagen om de koers van het aandeel snel omhoog te jagen of het bedrijf te dwingen stappen te nemen om de winstgevendheid  te verhogen.

    Het zogeheten aandeelhoudersactivisme neemt in de VS weer toe, nu veel hedge funds hun belangen in goud hebben afgebouwd en op zoek zijn naar nieuwe grazige weiden. Niet alleen Icahn heeft bekend gemaakt een groot belang in Apple opgebouwd te hebben, maar Soros heeft recentelijk ook een belang opgebouwd in Apple, en ook in het noodlijdende

    J.C. Penny waar tot deze week collega raider Bill Ackman de scepter zwaaide. Volgens dataleverancier HFR hebben raiders in dit jaar $ 84 miljard achter zich om hun eisen kracht bij te zetten. In 2012 was dat ‘nog slechts ‘ $ 47 miljard.

    Corporates

    Het ziet er naar uit, dat het aandeelhoudersactivisme van karakter aan het veranderen is. Tot voor kort verklaarden raiders de oorlog voornamelijk aan middelgrote bedrijven met een in hun ogen slaperig management. Dat doen ze nog steeds, maar nu zoeken ze hun prooi ook onder de grote corporates. In het najaar van 2012 deponeerde Bill Ackman een eisenlijstje bij Procter& Gamble, een bedrijf met een marktkapitalisatie van $ 200 miljard. Hij eiste onder meer het hoofd van de toenmalige ceo. Die vertrok in mei van dit jaar.

    Nu probeert Carl Icahn op zijn beurt  de leiding van Apple ertoe te bewegen goedkoop geld te gaan lenen om daarmee op grote schaal eigen aandelen te gaan inkopen om zo de koers van Apple te steunen. Dit verzoek of liever gezegd deze eis doet wat vreemd aan. Eerder dit jaar had het management van Apple al $ 60 miljard gereserveerd voor inkoop eigen aandelen en voor dividenden voor beleggers.

    Bemoeienis

    De timing van Carl Icahn om zijn belang in Apple bekend te maken mag er zijn. Volgens analisten zal Apple in september een reeks nieuwe producten introduceren. Icahn is daarom waarschijnlijk uit op een dubbelslag. Nieuwe productaankondigingen zullen waarschijnlijk de koers al omhoog duwen. Dat zal zeker gebeuren, als Apple nog eens op grote schaal eigen aandelen gaat inkopen.

    De grote vraag is of Icahn’s bemoeienis met Apple zich daartoe zal beperken of dat hij ook zal proberen blijvend invloed in het management te krijgen. Dat is niet ondenkbaar, gelet op het verleden van de raider. De risico’s om een grote corporate op de knieën te krijgen zijn veel groter dan bij een doorsnee bedrijf. Zo lanceerde raider Bill Ackman een ingrijpend hervormingspan voor J.C. Penny, de kledinggigant. Zijn plannen werden een gigantisch fiasco en met pek en veren overladen werd hij door medebestuurleden het bedrijf uitgejaagd. Michael Dell, oprichter van Dell Company, heeft tot dusverre geweigerd om met Icahn te onderhandelen.

    Termijn

    Naar mate de bedrijven groter worden, zal het verzet tegen raiders groter worden. Dat is niet ten onrechte. Het is nog maar de vraag of het werk van deze activisten ook goed is voor de opgejaagde bedrijven. Daar heeft de jury zich nog geen oordeel over gevormd. Volgens de activisten doen ze nuttig werk door het management van het bedrijf scherp te houden. Daar profiteert niet alleen de belegger van, maar het hele bedrijf. Tegenstanders zijn echter de mening toegedaan, dat mensen als Icahn, Ackman of Soros alleen maar op korte termijn gewin uit zijn. Daartoe dwingen ze hun slachtoffers om ongeoorloofde risico’s t nemen, zodat het bedrijf in de problemen kan komen. Zodoende brengen ze schade toe aan de hele economie.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

  • Banken manipuleren de prijs van commodities

    De wet verbiedt Amerikaanse banken om actief te zijn op niet-financiële markten. Het gevaar van belangenverstrengeling is dan te groot, omdat banken al de geldstromen op die markten controleren. Er is een uitzondering op deze regel. Als banken kunnen aantonen, dat hun werkterrein toch al vervlochten is met segmenten van bijvoorbeeld de markt voor commodities.

    Toestemming

    En zo kon het gebeuren, dat Citigroup in 2003 toestemming van de Fed kreeg voor fysieke levering van commodities om zo derivate transacties af te dekken, waarbij de fysieke levering fungeert als onderpand voor de financiële transactie.  Daarmee was het hek van de dam. In 2008 kreeg the Royal Bank of Scotland toestemming om actief te worden op de fysieke markt voor commodities. Goldman Sachs en Morgan Stanley waren al sinds de jaren dat ze nog geen bank waren actief op deze markten. Een wet uit 1997 bepaalde, dat ze alle activiteiten, die stamden uit de jaren voor 1997, mochten blijven voortzetten.

    In de loop der jaren is echter de grens gaan vervagen tussen wat nu wel en niet tot het kernbedrijf van de banken behoort. Morgan Stanley controleert nu een tankervloot en Goldman controleert nu 34 van 39 opslagfaciliteiten onder licentie van de London Metal Exchange.

    Machtspositie

    Banken hebben sinds 2003 hun tentakels steeds verder over de reële economie verspreid. Dat begint nu voor maatschappelijke onrust te zorgen, zoveel onrust zelfs dat de Fed gaat bezien of het niet beter is de vergunning uit 2003 in te trekken.

    Aanleiding is een klacht van bierbrouwer MillerCoors. De brouwer beweert, dat een bank als Goldman Sachs misbruik maakt van zijn bezit van opslagfaciliteiten. Sinds Goldman in 2010 deze faciliteiten overnam van Metro International Trade zijn de voorraden daar met 66% toegenomen. Ongeveer 80% van de voorraden in de VS zijn nu min of meer in handen van de bankiers. Ze gebruiken die zeer sterke machtspositie door vraag en aanbod te sturen. En zo kan het gebeuren, dat MillerCoors 18 maanden moet wachten op zijn aluminiumleverantie of bereid moet zijn een extra premie te betalen voor een snelle levering en dat in een tijd dat er eigenlijk sprake is van overaanbod.

    Manipulatie

    Dankzij de juridische klacht van MillerCoors  en verschillende andere partijen zijn Amerikaanse instellingen, zoals de Commodities Futures Trading Commission en de Securities Exchange Commission (SEC) in het geweer gekomen. Ze gaan onderzoek instellen naar de handel en wandel van banken op markten van commodities. In het najaar gaat het Congres zogeheten hearings organiseren naar het gedrag van banken. De aanklacht luidt vooralsnog dat banken zich schuldig hebben gemaakt aan prijsafspraken, verstoring van vraag en aanbod en van manipulatie van futuresmarkten. Door het bezit van zoveel opslagfaciliteiten is het een fluitje van een cent om zelf de richting van de prijs te bepalen.

    Schikking

    Tot nu toe hebben banken zich aan eerdere aanklachten weten te ontworstelen door een schikking te treffen zonder schuld te hoeven bekennen. Recentelijk betaalde JP Morgan $ 410 miljoen om de beschuldiging van marktmanipulatie af te kopen. Of dat dit keer ook zo gaat aflopen? Vooral de SEC onder leiding van Mary Jo White, een verklaard tegenstander van de grote banken, wil dit keer de banken voor de rechter brengen op beschuldiging van marktmanipulatie.

    Reacties

    Banken hebben tot dusverre wisselend gereageerd op de juridische aanklachten en de dreiging van een Congres hearing met alle mogelijke risico’s van dien. Goldman Sachs houdt bij hoog en bij laag vol, dat er van manipulatie geen sprake is. JP Morgan Chase daarentegen maakt zich op om zich volledig terug te trekken uit deze markten. Dat doet ze uiteraard deels uit PR overwegingen, maar er liggen ook zakelijke overwegingen aan ten grondslag. Er gaat veel geld vast zitten in het opbouwen van een positie op de commoditymarkten. Dat is een kostbare zaak. Tegelijkertijd neemt de concurrentie van handelshuizen toe, waardoor omzet en winst alweer enkele kwartalen onder druk staan.

    Of JP Morgan zodoende zich kan ontrekken aan rechtsvervolging is echter nog maar de vraag. Banken zijn nog steeds niet transparant en het recente verleden heeft geleerd waar dat toe kan leiden.

     

    Cor Wijtvliet

     

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

     

  • De Australische dollar moet nog veel verder verzwakken

    Op dinsdag 30 juli jl. hield de Gouverneur van de Reserve Bank of Australia (RBA) een toespraak, waarin hij duidelijk maakte dat een renteverlaging onvermijdelijk was. In reactie op deze toespraak dook de waarde van Australische dollar (aussie) onder $ 0,89. Vooral de exportsector was gelukkig met de toespraak en zeker met de verdere daling van de aussie. Deze sector heeft het de laatste jaren moeilijk gehad met de dure lokale munt.

    Waardestijging

    De Australische dollar ( Aussie) was zo in waarde gestegen, omdat Australië in de afgelopen decennia steeds nauwere banden met China heeft opgebouwd. Het land was de grootste leverancier van commodities. Australië zag de waarde van de export in de afgelopen vijf jaar verviervoudigen. Hoe groot het belang van China is, bewijst de RBA. Die heeft een kantoor in Beijing gevestigd puur en alleen om de economie van het land te bestuderen. De ervaring heeft geleerd, dat de Chinese economische data zachtjes gezegd niet helemaal betrouwbaar zijn. Op basis van die uitkomsten kan de RBA geen monetair beleid uit stippelen. Ze doen hun werk blijkbaar goed, want bijvoorbeeld de strategen van het Amerikaanse Citigroup baseren hun werk over China op Australische data.

    Supercycle

    Dankzij de immer stijgende export is de Australische dollar in de afgelopen jaren voortdurend in waarde gestegen. Dat was geen probleem voor de sector Mijnbouw, die ten volle profiteerde van de honger van China naar bijvoorbeeld ijzererts. Het pakte wel verkeerd uit voor sectoren buiten de mijnbouw, die op de wereldmarkt moesten concurreren. Die kwamen steeds verder in de verdrukking.

    Dat was niet echt een probleem zolang het land profiteerde van de zogeheten commodity supercycle. In de loop van 2012 werd steeds duidelijker, dat die supercycle begon te vertragen. Die vertraging had tot gevolg, dat de export begon te haperen en dat de investeringen in de Australische mijnbouwsector omlaag gingen met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid.

    De Australische regering reageerde op de klassieke manier op de groei- en investeringsvertraging. In november van 2012 besloot de RBA de rente te gaan verlagen om overige, overigens noodlijdende sectoren in de economie een steuntje in de rug te geven. Die moeten immers de terugval van groei in de mijnbouw sectoren compenseren.

    Renteverlaging

    Tussen november 2012 en augustus 2013 is de rente in totaal met 2% verlaagd naar een niveau van 2,5%. De laatste verlaging vond plaats op 2 augustus. Bij die gelegenheid moest de gouverneur van de RBA ook de verwachtingen voor de economische groei omlaag bijstellen naar 2,25%. Ter verklaring voor de vertraging wees hij op de onzekere economische ontwikkelingen in China en India. Beide landen zijn van levensbelang voor de economie van Australië. Hij wees er tegelijkertijd op, dat economische trends in het binnenland ook bijdragen aan de groeivertraging. De investeringen in de mijnbouw kalven steeds verder af. Alles bijeen zal dat de werkloosheid laten groeien. Dat is slecht nieuws voor een regering die in een stembusstrijd gewikkeld is. Op 6 september aanstaande zijn de verkiezingen.

    Stijging

    In een eerste reactie op de renteverlaging steeg de Australische dollar. Dat had echter weinig te maken met het besluit zelf, als wel met het vrijkomen van positieve economische data uit China. De export en import lieten weer groei zien en ook de industrie liet weer een productiestijging zien. De grote vraag blijft of hier de wens de vader van de gedachte is. Bij Citigroup en Bank of America Merrill Lynch hebben ze zo hun twijfels over het herstel in China. Ze wijzen daarbij op beslissingen van bedrijven als BHP Biliton, Glencore Xstrata en Woolside Petroleum. Die bedrijven zijn zeer afhankelijk van de Chinese markt en hebben recentelijk besloten grote investeringen uit te stellen of zelfs af te stellen. Blijkbaar kijken ze naar een andere werkelijkheid dan de officiële Chinese statistiek.

    Daling

    Als de bankiers en de mijnbouwers gelijk hebben, dan zal de stijging van de Aussie van korte duur zijn en weer omslaan in een daling. Dat zal zeker het geval zijn als de RBA onverhoopt mocht besluiten tot een verdere renteverlaging. De laatste economische cijfers wijzen op een verdieping van het economisch leed in het land. Als dan bovendien de Amerikaanse centrale bank, de Fed, mocht besluiten monetair te gaan afbouwen, dan betekent dat verder terreinverlies voor de Aussie. De US dollar zal door de afbouw verder in waarde stijgen. Volgens Citibank zal de Australische dollar zeker tot een niveau van 0,85 in de US dollar moeten dalen voordat internationale beleggers weer groen licht voor de Australische economie geven. De bank laat in het midden of dit niveau nog dit jaar bereikt wordt of in de loop van 2014. De bankiers van Credit Suisse zijn wat dat betreft duidelijker. Ze delen de analyses van banken als Citigroup en Merrill Lynch, maar verwachten dat de daling zal aanhouden tot 0,75 in de dollar. Dat niveau wordt echter pas bereikt in de loop van 2014.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

  • Het Japanse bedrijfsleven profiteert volop van Abenomics

    De verkiezingen voor het Hoger Huis in Japan werden,  zoals verwacht, een grote overwinning voor zittende premier Shinzo Abe. Door deze overwinning verwierf hij de meerderheid in beide kamers van het Japanse parlement. Daardoor komt er een einde aan de patstelling in de politiek die jarenlang de besluitvorming frustreerde.

    Leiders uit de hele wereld van het bedrijfsleven riepen de premier dan ook op om snel de noodzakelijke hervormingen door te voeren, waardoor Japan inc. weer kan concurreren op het wereldtoneel.

    Yen
    Maar ook zonder nieuwe en verdergaande maatregelen door de overheid, profiteert het Japanse bedrijfsleven al flink van Abenomics. Het gaat dan vooral om bedrijven in de exportsector. Die hebben dat vooral te danken aan het monetaire verruimingsbeleid van de politieke bongenoot van de premier, de centrale bankier Haruhiko Kuroda. Op zijn gezag pompt de Bank of Japan (BoJ) maandelijks $ 75 miljard in de Japanse economie. Hij doet dat in eerste instantie om de inflatie op te jagen en zo de deflatie definitief uit te bannen. Een neveneffect van de stimulering is echter dat de Japanse Yen stevig aan waarde heeft ingeboet ten opzichte van andere wereldmunten. Gemiddeld was de Yen in het afgelopen tweede kwartaal ¥ 99 waard ten opzichte van de dollar en ¥ 129 ten opzichte van de euro. Een jaar geleden gingen er slechts ¥ 80 in de dollar en ¥ 103 in de euro.

    Resultaten
    Het effect van de waardedaling van de Yen kan enorm doortikken bij bedrijven. Toyota bijvoorbeeld liet weten dat elke daling met slechts een cent het bedrijf ¥ 40 miljoen aan operationele winst bezorgt. De verwachtingen voor de winstcijfers over het 2de kwartaal van de grote exporterende bedrijven zijn hooggespannen. Volgens UBS zullen 14 van de 27 grootste bedrijven van Japan de winstverwachting met tenminste 5% overtreffen. Vooral de exportsector gaat goed presteren, denk de Zwitserse bank. Daar kan de winst wel tot 75% hoger uitvallen in vergelijking met vorig jaar. Maar ook binnenlands georiënteerde bedrijven mogen rekenen op een stijging van 33%. Nissan, de tweede autoproducent van het land, gaf een voorproefje van wat te wachten staat. De winst van het bedrijf steeg over het tweede kwartaal met maar liefst 14% en kwam uit op ¥ 82 miljard. Het mooie resultaat was, zo zei het management, vooral te danken aan de zwakke Yen die hogere verkopen in het buitenland stimuleerde.

    Lonen en inflatie
    De mooie winstverwachtingen zijn uiteraard een flinke opsteker voor het bedrijfsleven, maar daar is de Japanse economie in de brede zin van het woord nog niet mee geholpen. Die is er vooral bij gebaat, dat de Japanse bevolking eindelijk wat meer gaat spenderen. Dan zal echter aan ten minste twee voorwaarden voldaan moeten worden. Dan zal de inflatie moeten gaan stijgen. Als dat gebeurt, dan worden producten duurder. Op die manier komt er een einde aan het al 20 jaar durende deflatoire idee, dat morgen alles weer goedkoper is. Wat dat betreft zijn de eerste tekenen niet ongunstig. In juni van dit jaar viel de inflatie 0,4% hoger uit dan in juni van 2012. Dat was de sterkste stijging in jaren. Er zit echter een ‘maar’ aan dit verhaal. De prijsstijgingen in juni waren niet te danken aan sterkere consumentenbestedingen maar aan hogere importprijzen. De import wordt immers duurder door de goedkopere Yen.

    Lonen
    Het is dus zaak om de lonen te verhogen, waardoor burgers meer kunnen spenderen. Dat is de enige manier om de inflatie naar het gewenst niveau van 2% te brengen. Vooralsnog maakt het bedrijfsleven geen aanstalten om de lonen structureel te gaan verhogen. Het is nog te onzeker of het huidig herstel van blijvende aard is.

    Nu Shinzo Abe de meerderheid in beide kamers heeft, is het zijn eerste opdracht het vertrouwen van het bedrijfsleven in zijn beleid te vergroten. Dan kan door maatregelen in de sfeer van de belastingen te nemen, zo hebben bedrijven al gesuggereerd. Zijn belangrijkste opdracht is echter diezelfde bedrijven over te halen hogere lonen uit te keren en meer mensen aan het werk te zetten. Pas dan kan de deflatie, waar Japan al twintig jaar onder gebukt gaat, definitief verslagen worden met behulp van een stijgende inflatie.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<